Nederlandse detailhandel in perspectief Fabels Feiten
1
2
Inhoudsopgave Voorwoord
4
Algemene gegevens Nederlandse detailhandel
6
Financiële resultaten: consument krijgt goede deal
7
Werk aan de winkel: jonge, dynamische bedrijfstak
10
Veelzijdige ondernemers: details maken het verschil
12
Maatschappelijke meerwaarde: winkels vergroten leefbaarheid
14
Detailhandel in Europees perspectief: grenzen verder open
16
Bronvermelding
20
3
Voorwoord
De detailhandel kent voor Nederlanders geen enkel geheim zou je denken. Ze komen er immers allemaal vrijwel dagelijks over de vloer. Toch is de detailhandel niet in alle opzichten een open boek. Dat de marges veelal dun zijn, is bijvoorbeeld minder bekend. Wie zoveel verkoopt – de Nederlandse detailhandel zet meer dan € 80 miljard per jaar om – zal er ook wel vorstelijk aan verdienen, zo wordt al snel gedacht. De werkelijkheid is anders. En gelukkig maar voor de consument. Deze brochure schetst een beeld van de Nederlandse detailhandel op basis van feiten. Feiten worden gesteld tegenover fabels. Sommige van die fabels zijn hardnekkig. Dat komt omdat er partijen zijn die er belang bij hebben dat ze voortleven. We zullen daar in deze brochure een aantal voorbeelden van geven, die u waarschijnlijk helaas bekend zullen voorkomen.
De werkelijkheid is anders. En gelukkig maar voor de consument. Nu denkt u misschien: wat maakt mij dat nu allemaal uit? Ik ga gewoon winkelen, bekijk het aanbod, vergelijk de prijzen, ervaar de service en maak mijn keuze. Als het me niet bevalt, dan stem ik met mijn voeten: dan winkel ik voortaan elders. Makkelijk zat.
4
Winkels zijn inderdaad heel transparant wat betreft aanbod, prijzen en service. Dat maakt kiezen in de winkel ook heel eenvoudig. Zeker als dit wordt afgezet tegen de aanschaf van een verzekeringspolis of het afsluiten van een elektriciteitscontract. Er komen geen bijsluiters met kleine lettertjes aan te pas. Wie een kilo appels koopt, kan direct vaststellen of ze smaken. Wie schoenen koopt, weet direct of ze lekker lopen. Wie een stoel koopt, weet direct of deze aangenaam zit. Kortom, de consument hoeft de winkelier niet te vertrouwen op zijn blauwe ogen. De consument kan probleemloos op zijn eigen ervaring afgaan. Dat houdt winkeliers en hun medewerkers scherp.
Jan Meerman
Voorzitter Detailhandel Nederland
5
Algemene gegevens Nederlandse detailhandel Met ruim 755.000 werkzame personen in 110.000 winkels is de detailhandel de grootste bedrijfstak van Nederland. Van elke euro die de consument uitgeeft, besteedt hij of zij ongeveer eenderde in de detailhandel. Huishoudens geven gemiddeld € 11.400 uit in de detailhandel. De totale omzet kwam in 2008 uit op circa € 80 miljard (exclusief BTW). Ongeveer een derde van de totale omzet wordt gerealiseerd door de sector food en tweederde door de sector non-food.
Met ruim 755.000 werkzame personen in 110.000 winkels is de detailhandel de grootste bedrijfstak van Nederland. In de sector food wordt het onderscheid gemaakt tussen supermarkten en gespecialiseerde voedingswinkels. In de non-food sector gaat het onder meer om drogisterijen en parfumerieën, winkels in textiel en schoeisel, lederwaren en reisartikelen, meubels, verlichtingsartikelen, woninginrichting, huishoudelijke artikelen, wit- en bruingoed en doe-het-zelf-artikelen. De detailhandel is een populaire branche onder startende ondernemers. Jaarlijks zijn er zo'n 13.000 starters in de detailhandel. Eind 2008 stonden er in totaal 14.400 vacatures open.
6
Algemene gegevens Nederlandse detailhandel
Financiële resultaten: consument krijgt goede deal Fabel: Op 21 augustus 2008 zond de actualiteitenrubriek Netwerk een documentaire uit waarin werd uiteengezet waarom groenten als paprika, komkommer en aubergine in de supermarkt onnodig duur zouden zijn. De supermarkten zouden excessief aan deze populaire groenten verdienen. Feit:
Resultaten Nederlandse supermarkten (in % van de netto-omzet, exclusief BTW).
Supermarkten Netto-omzet
2002
2007
100
100
Inkoopwaarde
74
77
Brutowinst
26
23
Kosten:
24
22
- personeelskosten
12
11
- huisvestingskosten
3
4
- verkoopkosten
2
2
- overige kosten
6
6
Bedrijfsresultaat
2
1
Oftewel: van iedere euro die een consument in de supermarkt uitgeeft houdt een supermarkt in 2007 gemiddeld een eurocent over. Van dit bedrijfsresultaat moeten dan nog rentebetalingen op leningen en belastingafdrachten af, voordat er eventueel een nettomarge (winst) overblijft. Volledigheidshalve vermelden we dat in de post ‘overige kosten’ onder meer verwerkt zijn afschrijvingen gebouwen, inventaris en wagenpark, kosten automatisering en kosten accountancy en andere adviesdiensten.
Financiële resultaten: consument krijgt goede deal
7
Resultaten Nederlandse non-food detailhandel (in % van de netto-omzet, exclusief BTW). Cijfers over 2007 Non-food detailhandel
2007
Netto-omzet
100
Inkoopwaarde
61
Brutowinst
39
Kosten:
34
- personeelskosten
15
- huisvestingskosten
8
- verkoopkosten
3
- overige kosten
8
Bedrijfsresultaat
5
Resultaten totale Nederlandse detailhandel (in % van de netto-omzet, exclusief BTW). Cijfers over 2007 kleinbedrijf
midden- en
totale
grootbedrijf
branche
Totale detailhandel Netto-omzet Inkoopwaarde
100
100
100
64
67
66
Brutowinst
36
33
34
Kosten:
28
30
30
- personeelskosten
11
14
14
- huisvestingskosten
6
6
6
- verkoopkosten
3
3
3
- overige kosten
8
7
7
Bedrijfsresultaat
8
2
4
Ondernemingen met minder dan tien werkzame personen worden tot het kleinbedrijf gerekend.
8
Financiële resultaten: consument krijgt goede deal
In de media, maar ook in diverse vakpublicaties wordt regelmatig gesteld dat de detailhandel steeds machtiger wordt. Daarbij wordt steevast verwezen naar concentratie in de sector. Dit zou marktmacht opleveren en ertoe leiden dat de detailhandel zijn winstgevendheid zou vergroten ten koste van andere schakels in de keten (leveranciers grondstoffen/halfproducten, fabrikanten, inkooporganisaties en consumenten). Marcel Corstjens, hoogleraar marketing aan de prestigieuze Franse universiteit Insead, heeft een interessante studie gedaan. Over de periode 1993-2002 vergeleek hij de bedrijfsvoering en resultaatontwikkeling van de 50 grootste beursgenoteerde detailhandelsconcerns en fabrikanten van levensmiddelen en zogeheten fast moving consumer goods in Europa en Amerika. Bij fast moving consumer goods gaat het behalve om voeding om onder meer toiletartikelen, zeep, cosmetica, producten voor gebitsverzorging, scheerspullen, wasmiddelen en andere niet-duurzame producten zoals glaswerk, gloeilampen, batterijen en plastic wegwerpproducten voor de huishouding. Corstjens constateert dat op productniveau de meeste sectoren worden gedomineerd door drie tot vijf fabrikanten. Hoewel voor de fabrikanten een dergelijke concentratie van de markt al langere tijd gebruikelijk is, signaleert hij dat er de laatste jaren ook in de detailhandel duidelijk een trend van consolidatie en internationalisatie gaande is. Niettemin blijft volgens de berekeningen van deze hoogleraar de detailhandel achter bij fabrikanten in termen van marges en winstgevendheid. Fabrikanten blijven op dat vlak de meerdere van de winkeliers. ‘Hoewel internationalisatie en consolidatie duidelijke trends zijn, is concurrentie op prijs tussen winkels waarschijnlijk de bepalende factor voor het economisch presteren van de detailhandel’, zo verklaart Corstjens. In het voorwoord van deze brochure werd het al aangestipt: winkels zijn heel transparant wat betreft aanbod, prijzen en service. Dat maakt kiezen in - en ook kiezen tussen - winkels heel eenvoudig. Als het de consument niet bevalt, dan winkelt hij of zij gewoon voortaan elders. Dit maakt de detailhandel bij uitstek een sector waarin interventies van de overheid tot een minimum beperkt zouden kunnen blijven. De markt fungeert immers uitstekend. De consument houdt dagelijks de winkelier en zijn medewerkers scherp.
Financiële resultaten: consument krijgt goede deal
9
Werk aan de winkel: jonge, dynamische bedrijfstak Fabel: ‘Werken in winkel minder leuk’, De Gelderlander. Feit:
Werken in de detailhandel is voor velen bijzonder aantrekkelijk. Dit komt in belang-
rijke mate doordat er door winkeliers een grote flexibiliteit wordt geboden. Hierdoor kan bijna driekwart van de medewerkers in deeltijd aan de slag. Vooral voor vrouwen is dit voordelig. Van alle medewerkers in de detailhandel is bijna tweederde vrouw. Zij kunnen werk en zorg dichtbij huis combineren.
De detailhandel is met ruim 750.000 werkzame personen de grootste bedrijfstak van Nederland. Drie branches zijn samen goed voor tweederde van alle medewerkers: supermarkten (33%), kleding en textielzaken (16%) en winkels met educatie- en vrijetijdsartikelen waaronder warenhuizen (15%). Van de medewerkers is circa 8% van niet-Westerse allochtone afkomst. De detailhandel is daarmee een afspiegeling van de Nederlandse samenleving. Kenmerkend aan de detailhandel is dat er jaarlijks een grote in- en uitstroom is van scholieren en studenten met een bijbaan. Bijna de helft van de totale instroom komt vanuit het onderwijs. Een bijzonder groot aantal Nederlanders doet daarmee in de winkel zijn eerste echte werkervaring op. Dit verklaart ook in belangrijke mate waarom de medewerkers in de detailhandel relatief jong zijn in vergelijking met de totale Nederlandse beroepsbevolking. Bijna de helft van alle medewerkers in de sector is jonger dan 25 jaar, maar 7% is ouder dan 55 jaar. Van de totale beroepsbevolking (medewerkers tussen 15 en 65 jaar) is 18% ouder dan 55 jaar.
10
Werk aan de winkel: jonge, dynamische bedrijfstak
Van de ondernemers in de detailhandel is 42% vrouw. Verder is opmerkelijk dat van alle ondernemers 16% allochtoon is (waarvan 7% Westers en 9% niet-Westers). Daaruit kan worden geconcludeerd dat de detailhandel in grote mate bijdraagt aan de zelfstandigheid van en ondernemerschap binnen allochtone groepen. In toenemende mate vormt de detailhandel de ruggengraat van de Nederlandse economie. Het gaat per definitie om lokale dienstverlening. Dit soort werkzaamheden valt niet te verplaatsen naar lage lonenlanden.
Werk aan de winkel: jonge, dynamische bedrijfstak
11
Veelzijdige ondernemers: details maken het verschil Fabel: ‘Detailhandel is dozen schuiven’, BN/De Stem. Feit:
Het idee dat een winkelier kan leven door aan de achterkant van zijn zaak dozen te
laten uitladen, om deze dan naar binnen te schuiven om vervolgens de consument zijn keuze te laten maken, berust op een hardnekkig vooroordeel. Zelfs voor prijsvechters gaat deze vlieger niet op. ‘Wij hebben niet veel dozen in de winkel. Een discounter hoeft helemaal niet rommelig te zijn. Lege dozen moet je ook weer door iemand weg laten halen. Kost ook weer geld’, zegt topman Jaap Bastmeijer van discounter Nettorama.
De werkelijkheid is dat een winkelier van vele markten moet thuis zijn om zijn of haar winkel draaiende te houden. Wat komt er allemaal bij kijken? • Inkoop/fabrikanten/toeleveranciers • Inspelen op nieuwe trends in producten en diensten en op de veranderlijke consument • Logistiek/voorraadbeheer/inventarisatie/schappen gevuld houden • Locatie, winkelgebied/parkeren, winkelinrichting, preventiemaatregelen veiligheid, omgaan/optreden winkeldiefstal • Reclame-uiting waaronder folders, in etalage en in winkel zelf • Personeelszaken: verkooptrainingen, vakkennis & -kunde, omgaan met agressie en geweld, teamgedachte ontwikkelen en functionerings- en beoordelingsgesprekken • Verkoop in de winkel (narrowcasting, etalages), stuk advisering aan klanten, plaatsen verplichte aanduidingen (onder andere etikettering, schapinformatie, energielabels) en betaalterminals, geld afhandeling, kassa opmaken en afstorten • Bezorging thuis, installatiewerk • Serviceafhandeling, geschillencommissies (consumentenrechten, contact met fabrikanten en dergelijke) • Reparatie-afhandeling • Administratie bijhouden voor eigen gebruik en voor de belastingdienst • Inspelen op schommelingen in de conjunctuur
12
Veelzijdige ondernemers: details maken het verschil
Een winkelier moet dit allemaal goed doen en optimaal op elkaar afstemmen, anders loopt het mis in de verkoop. Ook een winkelformule is zo sterk als de zwakste schakel. En zeker voor winkeliers die zich voor de consument willen onderscheiden geldt: retail is detail. Steeds de consument tevreden stellen is leidend in de detailhandel. Zo schuwt Albert Weterings het prijswapen niet bij het openen van zijn tweede Blokker-vestiging in Bergen op Zoom. Dat tal van aanbiedingen ten koste gaan van zijn eigen portemonnee neemt deze franchisenemer op de koop toe: ‘De Blokker-formule is een hele goede, maar als franchiser moet je zelf ook iets met zo’n zaak doen. Ik ben niet het type dat enkel meelift op de rijdende Blokkertrein. Nee, ik wil dat die trein nog beter gaat rijden.’
Veelzijdige ondernemers: details maken het verschil
13
Maatschappelijke meerwaarde: winkels vergroten leefbaarheid Fabel: ‘Uitsluitend via het internet kopen zou een winkel overbodig maken’, Deventer Dagblad. Feit:
Met een vlaggenparade door de plaatselijke schutterij
werd de komst van de nieuwe buurtsuper van Radar Troefmarkt in Keijenborg gevierd. Gerda Geurts noemt de heropening een verademing voor het dorp. ‘Vooral voor de leefbaarheid is dit geweldig. De ouderen kunnen nu gewoon om de hoek hun boodschappen doen.’
De detailhandel in Nederland is in hoofdzaak nog steeds gevestigd midden in wijken en stadscentra. Sociale cohesie binnen een wijk wordt gevormd aan de rand van het schoolplein en in het lokale winkelcentrum. Zonder winkels en scholen is een wijk slechts een losse verzameling van huizen, waarvan de bewoners sterk langs elkaar heen leven. Winkels en scholen dragen bij aan sociale controle, veiligheid en openbare orde. Voor veel mensen, in het bijzonder alleenstaanden en ouderen, vormt de detaillist hun dagelijkse portie ‘gezellig even een praatje maken’. Winkeliers staan per definitie midden in de maatschappij. De sector draagt zorg voor een enorme keuze aan producten, voor werkgelegenheid, emancipatie en participatie. De laatste jaren leggen winkeliers hun maatschappelijke verantwoordelijkheid steeds breder uit. Ze investeren fors in milieubehoud.
14
Maatschappelijke meerwaarde: winkels vergroten leefbaarheid
Wat milieu betreft gaat het onder meer om energiezuinige verlichting, koelinstallaties, -airconditioning en duurzame winkelinrichtingen. Daarnaast kopen winkeliers meer duurzame producten in. Bij het aanbieden aan de consument geven ze intensief voorlichting over de voordelen. Een ander aspect van de brede maatschappelijke verantwoordelijkheid komt aan de orde bij de import van producten uit ontwikkelingslanden. De detailhandel draagt bij aan het wereldwijd verbeteren van de arbeidsomstandigheden in de keten van toeleveranciers. Leveranciers uit deze landen worden in toenemende mate geselecteerd op naleving van de regels van de in Genève gevestigde Internationale Arbeidsorganisatie, beter bekend als ILO (International Labour Organization).
Maatschappelijke meerwaarde: winkels vergroten leefbaarheid
15
Detailhandel in Europees perspectief: grenzen verder open De detailhandel speelt Europees gezien een prominente rol. De sector is met een omzet van circa € 1.274 miljard volgens Eurostat goed voor 11% van het gezamenlijke nationale inkomen van de EU-lidstaten. Er zijn 6,2 miljoen winkelbedrijven, waarvan 95% tot het midden- en kleinbedrijf behoort. De detailhandel biedt werk aan 31 miljoen mensen, hetgeen goed is voor 14% van de Europese werkgelegenheid. Oftewel: circa een op de zeven medewerkers in de Europese Unie werkt in een winkel. Uit het in februari 2009 gepubliceerde zogeheten Consumers Markets Scoreboard blijkt dat consumenten bijzonder tevreden zijn over belangrijke retailmarkten als elektronica voor huishoudelijk gebruik, vrije tijd- en sportgoederen, vlees, fruit en groenten en kleding en schoenen. Daarbij is tevredenheid gemeten in termen van keuze, vergelijkbaarheid, prijzen, kwaliteit, transparantie en vertrouwen.
Nieuwe motorvoertuigen
79,9
18,2
Niet-alcoholische dranken
77,8
0,8
21,4
Elektrische huishoudelijke apparaten
77,1
1,3
21,4
Vlees
76,0
1
22,8
Entertainment- en vrijetijdsartikelen
75,8
0,9
22,8
Kleding en schoenen
74,8
0,8
24,2
ICT-toerusting
74,5
1,5
23,5
Fruit en groenten
70,4
Luchttransport
66,1
3,5
30,4
Mobiele telefonie
65,9
4,1
30,0
Verzekeringservice
64,4
3
32,6
Consumentenbankieren
63,1
4,6
32,3
Waterdistributie
60,2
Gasvoorziening
57,9
4,4
37,7
Elektriciteitsvoorziening
57,6
5,3
37,1
Postdiensten
52,9
6,9
40,2
Vaste telefonie
52,0
8,4
39,6
Vervoer buiten de stad
45,6
Stadsvervoer
1,7
20%
Tevreden
27,7
34,4
5,4
44,1
10,3
46,1
9,4
44,5 0%
16
1,6
40%
Ontevreden
60%
80%
100%
Geen mening Detailhandel in Europees perspectief: grenzen verder open
Op Europees niveau werkt de detailhandel hard aan zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. In maart 2009 lanceerden detailhandelskoepel EuroCommerce en de European Retail Round Table (ERRT) een nieuw initiatief om milieubesparende maatregelen in de detailhandel te stimuleren. Onder de naam Retailers Environmental Action Programme (REAP) gaan winkelbedrijven ‘best practices’ uitwisselen. Het gaat daarbij om praktijken op het terrein van wat winkeliers verkopen, waarbij de klemtoon ligt op het meer aanbieden van milieubesparende producten. Verder gaat het om reductie van de milieu-impact van de winkelorganisatie zelf. Ook gaat het om acties om consumenten beter te informeren over milieubesparende producten. Bedrijven en associaties die deelnemen aan REAP verplichten zich om jaarlijks over de voortgang van hun acties te rapporteren. Hiervan wordt verslag gedaan op een publiekelijk toegankelijke website. Mag de consument, zoals uit het Consumer Scoreboard blijkt, in het algemeen bijzonder tevreden zijn over de detailhandel, dit geldt niet voor boerenorganisaties. Deze organisaties hebben een actieve lobby in Brussel. Zij betogen dat de Europese Commissie met voorstellen moet komen om de inkoopmacht van supermarkten te beteugelen, opdat boeren een betere prijs voor hun producten krijgen. De detailhandel is verheugd dat met name Europees commissaris voor mededinging, Neelie Kroes, zich in reactie op deze beschuldigingen op het standpunt heeft gesteld dat interventies in de detailhandelsmarkt pas gerechtvaardigd zijn als er sprake is van misbruik van dominante positie of kartelvorming. Van beide blijkt geen sprake.
Detailhandel in Europees perspectief: grenzen verder open
17
In de Europese Unie zijn de grenzen tussen de meeste lidstaten waar het gaat om het vrije verkeer van personen al decennia geleden gesneuveld. In 1985 tekenden België, Nederland, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk het akkoord van Schengen. Kern daarvan is dat de personencontrole aan de gemeenschappelijke grenzen wordt afgeschaft en er aldus een gebied zonder binnengrenzen ontstaat. Inmiddels neemt het leeuwendeel van de lidstaten aan deze Schengenruimte deel. Zo eenvoudig men dus naar een ander land reist, zo avontuurlijk blijft het om in het buitenland goederen te kopen. Dit komt omdat het huidige stelsel van Europese regels voor consumentenbescherming is gebaseerd op minimumharmonisatie. Dat betekent dat lidstaten van de Europese Unie de mogelijkheid hebben om regels te stellen die strikter zijn dan de Europese wetgeving voorschrijft. Als gevolg hiervan is er in de praktijk sprake van een grote diversiteit aan regels. Hierdoor is er Europees geen gelijk speelveld. Voor consumenten die grensoverschrijdend producten willen aankopen en ook voor winkels die grensoverschrijdend hun producten aanbieden en verkopen levert dit onzekerheid op. Zij weten immers niet op voorhand waar zij aan toe zijn. Detailhandel Nederland juicht het daarom toe dat de Europese Commissie in oktober 2008 een voorstel heeft gedaan tot herziening van het Europees consumentenrecht, met als belangrijkste doel zoveel mogelijk via harmonisatie één gelijk speelveld te creëren. Het zou fantastisch zijn als er ook op handelsgebied één gelijk speelveld zou komen tussen de Europese Unie en de rest van de wereld. Voor de Europese detailhandel is protectionisme een belangrijke steen des aanstoots. Daarbij wordt overigens niet alleen geageerd tegen derde landen die hun markten afschermen, ook protectionisme door de Europese Unie zelf wordt op de korrel genomen. Door de Europese Unie afgekondigde zogenoemde antidumpingmaatregelen tegen spaarlampen en kaarsen uit China zijn niet alleen slecht voor de Europese consument, wiens keuze wordt beperkt en die voor hogere prijzen komt te staan. De maatregelen zijn waar het de spaarlampen betreft ook nog slecht voor het milieu. Het is voor veel consumenten sowieso al een hele stap om een hoger bedrag uit te geven voor een product dat energie-efficiënter is. Dan is het vanuit milieuperspectief ronduit onverstandig die energie-efficiëntere spaarlampen met antidumpingmaatregelen ook nog eens kunstmatig duurder te maken.
18
Detailhandel in Europees perspectief: grenzen verder open
Helaas blijkt het buitengewoon lastig om het Europese instrumentarium van zogeheten ‘Trade Defence Instruments’ te hervormen. Het gaat daarbij onder meer om wetgeving met betrekking tot antidumping, safeguards en antisubsidie. Een poging daartoe van de Europese Commissie in 2008 sneuvelde. De Commissie wilde graag een wijziging van de zogenaamde ‘community interest test’ bij het opleggen van maatregelen tegen dumping op de Europese markt. Zij mikte erop voortaan niet enkel of hoofdzakelijk de Europese industriële belangen te laten meewegen, maar ook de belangen van consumenten en retailers. Dit voornemen stuitte echter op felle weerstand van landen met een grote industrie, zoals Frankrijk en Italië. Zij vrezen dat een bredere afweging het voor hun industrie moeilijker zal maken om via ‘trade defence’-maatregelen de Europese markt af te schermen. Als gevolg zijn de hervormingsplannen in de ijskast gezet. De detailhandel vindt het de hoogste tijd dat ze daar weer uitkomen. Tegen deze achtergrond prijst Detailhandel Nederland zich gelukkig dat de Nederlandse regering, onder aanvoering van staatssecretaris van Economische Zaken en internationaal minister Buitenlandse Handel, Frank Heemskerk, in Brussel een warm pleitbezorger is van een liberale handelspolitiek. ‘Nederlandse bedrijven en medewerkers profiteren van de handel en dus willen wij zo weinig mogelijk barrières’, zo stelde Heemskerk in februari 2009. Daarmee verwoordt hij een hartenkreet van de Nederlandse detailhandel.
Interne fraudes Detailhandel - Eigen medewerkers in Europees perspectief: creëren vaak grenzen vertrouwensbreuk verder open
19
Bronvermelding De statistieken op pagina 7 en 8 zijn gebaseerd op ramingen van de EIM op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, en te vinden op de website van Hoofdbedrijfschap Detailhandel. De bron van de statistiek op pagina 16 is de Europese Commissie. Overige bronnen gebruikt bij de totstandkoming van deze brochure zijn: 'Merk toch hoe sterk, de kostenbewuste supermarkt Nettorama', BN/De Stem, 12 februari 2005 'Tussen de bedrijven door - Blokker-trein nog beter laten rijden', BN/De Stem, 3 maart 2004 'Bol.com gaat als een olifant door de boekenkast', Deventer Dagblad, editie 28 april 2007 'Je weet pas wat je mist, als de buurtsuper echt de deur heeft moeten sluiten', De Gelderlander, 4 juli 2008 'Producten uit China zijn onnodig duur', De Telegraaf, 23 februari 2009 'An international empirical analysis of the performance of manufacturers and retailers, Journal of Retailing and Consumer Services, 2008', pagina 224-236, Marcel Corstjens, Insead, France
20