Nederlands tweede semester 1.
Inhoudstafel 1. Inhoudstafel 2. Dead Poets Society a. Introductie b. Nabespreking c. Enkele scènes onder de loep d. Andere 3. Vertelkunst – creativiteit 4. Stijlstromingen / Literatuurgeschiedenis a. Overzicht b. De Middeleeuwen c. Late Middeleeuwen / Rederijkers d. Renaissance I. PC Hooft II. Vondel III. Bredero e. Classicisme & Barok f. Romantiek g. Realisme h. Naturalisme i. Impressionisme j. Expressionisme 5. Het interview a. Soorten b. Vragen 6. Over de taal 7. Grammatica 8. Het scenario a. Fawlty Towers: een analyse b. Zelf een scenario schrijven c. De snoek: verfilming 9. Waarheid 10. Toonvaardigheden 11. Spelling 12. Multatuli 13. Guido Gezelle 14. Doublecheck – Leerstofoverzicht
2.
1 1-6 1-2 3-4 4-5 6 6 7-13 7 7 7-8 8-11 9-10 10-11 11 11-12 12 13 13 13 13 14 14 14 15 15 16 16 16 16 16 17 17 18 19-20 20■
Dead Poets Society a. Introductie
Waarom DPS (Dead Poets Society) in lessen Nederlands? Nadenken over toneel & dramatiek Over spreken voor een publiek Studie van taal die de film gebruikt om boodschap uit te drukken Cursus Nederlands H. Bouillon
1
Lichaamstaal Over poëzie Over literatuur Over communicatie 2004-2005 Bert Seghers
Door op te schrijven wat je vaststelt bij het bekijken van een film, ben je er actiever mee bezig. AUTEUR REGISSEUR WAAR WANNEER
TOM SCHULMAN PETER WEIR USA 1959
Verhaal Keating (Robin Williams) doceert in 1959 Engels aan een deftige kostschool voor jongens waar ijzeren discipline heerst. Zijn filosofie 'the purpose of education is to think for yourself' valt in slechte aarde bij de staf en de ouders, maar maakt hem razend populair bij de leerlingen. De nadruk van de film ligt op de ontwikkeling van een klein groepje jongens die Keatings lessen ter harte nemen met tragische gevolgen. (Bron: http://www.mda.dds.nl/T-1989-4.htm) Personages John Keating: Nieuwe leraar Engels, vervangt iemand. Komt van London naar USA. Neil Perry: Initiatiefnemer. Neemt graag leiding, organiseert. Idealistisch. 100% voor gaan, of helemaal niet. Pleegt zelfmoord. Acteur, die rol van acteur speelt. Als hij eigenlijk acteert, meent hij alles serieus. Geraakt niet over het obstakel vader. Todd Anderson: Hoofdpersoon. Eerst en laatst in beeld. Maakt evolutie door: stottert eerst, maar leert zijn mening zeggen en gedichten maken. Kan op het einde niets anders dan z’n gedacht zeggen, en neemt daarbij risico. Zit altijd in de omgeving bij cruciale beslissingen. Kent alle achtergronden. Kan niet op tegen zijn broer, die was eerste van de klas. Knox Overstreet: Uitgenodigd bij de Danburry’s. Worstelt met dilemma’s. Regels volgen of Carpe Diem? Volgt zijn emoties en Carpe Diem-principe. Boekt hierdoor vooruitgang! Chris weigert niet. Verder ontwikkeling? Naamkeuze niet toevallig: moet veel straten oversteken. Charlie Dalton: Outlaw, breekt graag regels. De eerste om: de bladeren uit het boek te scheuren / meisjes binnen te brengen bij DPS / te weigeren om ontslagbrief Keating te ondertekenen. Avonturier. Phone call from God => straf: op school blijven. Richard Cameron: Behoorlijk rosharig. Regels, wetten, punten, kennis. Evolueert niet. Blijft regels volgen. Keating treft schuld volgens hem. Steven Meeks: Kleiner, bril. Helpt iedereen. Wordt erbij gesleurd omdat hij veel goed kan, voor de rest ballast => jas van Meeks = tafelkleed. Gerard Pitts: Langste en grootste. Meest onzekere van de bende. Stoot z’n hoofd. Twijfelt aan veel. Geen voortrekker, maar kan eigen keuzes maken. Derde die rechtstaat. Verder: Mr. Nolan, Mr. Perry, Mrs. Perry, McAllister, Dr. Hager De School Welton Boarding School. USA. Internaat. School voor rijken en dikke nekken. Het licht van de kennis. 4 pijlers van de wijsheid: traditie, eer, discipline, uitmuntendheid. 4 vakken. Wetenschappen (taken, werk), driehoeksmeting (punten, dreiging), Latijn (drill), Engels.
Cursus Nederlands H. Bouillon
2
2004-2005 Bert Seghers
b. Nabespreking
Structuur in het verhaal a. Voorstelling b. Keating introduceert Carpe Diem + versch. reacties c. Ontwikkeling d. Resultaat voor ieder personage e. Loutering en eerherstel Contrasten Vrijheid Onvrijheid, Cultuur Natuur. Bv Kwetterende zwerm uniforme vogels vliegt op. Klokken luiden. Schoolsysteem met kwetterende zwerm uniforme leerlingen die aangemaand worden tot discipline. Carpe Diem = doorbreking van het contrast cultuur/natuur. Todd, de enige die geen gedicht geschreven heeft, is de enige die erin slaagt één te maken. Neil, de enige die het boeltje organiseert, is de enige die zijn leven niet kan organiseren zoals hij wil. Triomf, opluchting bij Neil na toneel. Wordt weggevoerd als een crimineel. Beklemtoning afstand(elijkheid) ouders-kind. Geen contact bij troosten kinderen: witte/zwarte handschoenen zinloos Fotokader met Neil & vader. Letterlijke afstand tussen de twee, geforceerd in kostuum. Aankondiging van de dood van Neil Dode ezel/os op toneel Carpe Diem, even if it kills me. Tempo Van traag (tocht naar grot) tot vlug Muziek volgt het tempo. Overgangen Altijd afkapping, nooit overwaaieffect (zoals in Powerpoint) Altijd link met vorige scène o Woorden (gedichten, YAWP) o Structuur (zie Tweede grotbijeenkomst + telefoongesprek) o Kleuren Herhaling van scènes Zeer veel herhaalde scènes of elementen uit scènes Tocht naar grot / tocht voor zelfmoord (passeren schilderij, trap, schaduw, muziek, donkerblauwe schimmen) Barbaric YAWP + echo na telefoongesprek Muziek Altijd met betrekking tot scène: ondersteuning van de emoties Aboriginalmuziek Ontbreken van muziek op bepaalde momenten ook bedoeld.
Cursus Nederlands H. Bouillon
3
2004-2005 Bert Seghers
Kleuren Geel: overgeconcentreerd Oranje: eetlustbevorderend Groen: rustgevend Wit (sneeuw): afstand, respect, Rood: felheid, liefde Zacht bruin: blijven zitten Blauw: visionair, religieus (Aya Sofia: blauw licht valt binnen men wordt gek)
c. Scènes onder de loep Scènes die er niet in móeten voor het verhaal, die op niets slaan, bevatten vaak een boodschap. Les Understanding Poetry Prittchard wordt uit boek gescheurd Hoe waardevol is een dergelijke benadering? Meten (wetenschap) eigen appreciatie. Kritiek van Keating: je kunt niet meten: zo lang en zo breed: ik vind het zo mooi. Tocht van school naar grot Tocht van school (centrum van cultuur) naar grot (buik van de natuur): veel wat er niet moet zijn Kleur: donker, blauw Muziek Wat zie je echt? Schimmen die afdalen. Geen gezicht, alleen monnikspij (spoken) Lampjes, rook: kaarsen, wierook beklemtoont het religieuze aspect Ronddansen doet denken aan natuurgodsdienst religieus aspect Tocht van grot terug naar school similair. Ook schaduwen, gezien van achteren. Tweede grotbijeenkomst + telefoongesprek Hoe meer bijeenkomsten, hoe meer originaliteit Gedichten van Neil: “Als je niet kan leven hoe je wil leven, kan je beter niet leven”. “Bij mijn sterven ontdekken dat ik niet geleefd heb.” Element ‘dood’ zit altijd in bijeenkomsten (horrorverhalen, urban legends) - Volledige chaos in de grot + Knox met chaos in hoofd - Komende orde door saxofoon + Knox ordent z’n gedachten - Volledige ordening + Knox besluit Chris te bellen Ook in het telefoongesprek deze volgorde - Er zal misschien dit en dat gebeuren (chaos) - Carpe Diem, even if it kills me (ordening) - Telefoneert met Chris, goeie afloop (orde) herhaling van YAWP. Wandelles Keating stapt rond met leerlingen op plein. Directeur ziet hem Voorbereiding op problemen. Het kijkend stilzwijgen van de directeur (2 seconden) is gebruiksvriendelijker en symbolischer dan lange gesprekken die weigerachtige houding van directeur tgo Keating zouden uitdrukken.
Cursus Nederlands H. Bouillon
4
2004-2005 Bert Seghers
Derde grotbijeenkomst Meisjes zijn niet belangrijk voor Dalton. o Vergeet één van de namen. o Haalt bekende Shakespeares aan: ‘speciaal voor jou geschreven’. Knox op de fuif Chet Danburry klopt op Mutt Sanders’ brother. Chris is verwonderd dat Chet op hem klopt: “you hit him!” Geen goede basis voor relatie. Keating – Neil gesprek Neil blijft zitten, Keating komt naar hem. Neil liegt zeker! (Prutsen, zenuwachtig glimlachen, wegkijken,…) Keating heeft het door, maar zwijgt Vertrouwenssituatie Afstandsspelletje Chris / Knox Chris wandelt rond Knox en loopt daarna weg van hem Illustratie van intenties. “Neem afstand”. Chris neemt zelf afstand, maar wenkt Knox dan. Knox doet blijdschapsdans. Chris vindt het plezant. Vanaf dan neemt Knox’ leven een andere wending. Op achtergrond: auto, zelfde model, kleur en filmen als die waarin Neil weggevoerd werd. Toneel Scène van bos, bomen, duisternis. Viering bij dode os/ezel. Religieuze handeling (water uitgieten, offer). Doet denken aan DPS-grot, maar contrast: Toneel gemaakt door mensen (cultuur), grot gemaakt door natuur. Op het einde zegt Neil, als acteur (zowel in de film DPS als in het toneelstuk Midsummer Night’s dream), de woorden die hij meent tgo zijn vader. Good night + vraag om vergeving Hoofddeksel van Neil: doornenkroon, symboliseert lijdensweg. Is het enige wat hij meeneemt naar huis. Voor het thuiskomen van Neil Oog op het tafeltje: bedoeld Asbak / sigaretten / drank zenuwen van de moeder Rook van sigaretten verwijzing naar religie (wierook) Lamp die eruitziet als kandelaar kaars, religie Foto op tafeltje: moeder op stoel in open lucht, Neil en z’n vader geforceerd en afstandelijk in kostuum Moeder kijkt op dezelfde manier door venster als directeur naar Keatings wandelles problemen… Op voorgrond: bureau met bureauschrijfset: zelfde als van Todd De zelfmoord Pyjama op bed: ok, maar kaars (religieus element) en vliegtuig (symboliseert het wegvliegen). Tocht van Neil naar z’n zelfmoord similair aan tocht naar grot. o Dezelfde muziek. o Blauwe, afdalende schaduw. Cursus Nederlands H. Bouillon
5
2004-2005 Bert Seghers
Hij passeert een kader met romantici: vroeger… Eerst zie je Neil z’n ogen nog, dan nog z’n gezicht, maar ook dat hult zich langzaam in schaduw. Camera neemt letterlijk afstand (zoomt uit) van Neil voor zijn zelfmoord. Perry Senior wordt wakker, gaat op verkenning en passeert drakenkop stapt zijn nachtmerrie in. Moeder mag emoties niet tonen: “Houd op, stop it”.
Todds reactie op de zelfmoord Todd wordt wakker. Kon even goed Neil zijn in ziekenhuisbed. Todd heeft ’t door, moet kotsen. Ze duwen sneeuw in zijn mond. “Alles is ok” terwijl er niets ok is. Perspectief camera: Todd wordt opgezogen in sneeuwlandschap. Cameron staat alleen met zijn mening tegenover de rest. Todd kan eindelijk z’n gedacht zeggen zonder te stotteren.
d. Andere
Inhoudelijke vragen Heeft Keating schuld aan zelfmoord van Neil? Had Neil andere mogelijkheden? o Weglopen (iets anders gaan doen, eventueel naar een organisatie) o Negeren (schrijf me in waar je wil, ik doe niets!) De rol van Neils vader Perry Senior heeft oogkleppen. Is zelf nooit geraakt waar hij wilde. Duwt z’n zoon in een richting, zonder rekening te houden met de omstandigheden. Metafoor: Puck = Neil, Oberon = Perry senior (Puck: elf, Oberon: vader van Puck. Rechtlijnige koning. Volk vreest hem.) In toneelzaal wordt Oberon vernoemd, dan komt Perry Senior binnen. Neil haalt de naam Oberon aan, gaat binnen in zijn kamer en ziet zíjn Oberon zitten. Er is geen reden om te stoppen: het is wat hij wil! “Je stopt met toneel, al eindigt de wereld morgen.” En dat gebeurt ook: niet alleen zijn leven stopt, ook dat van zijn vader. Keating geeft tips die Neil op het moment zelf (confrontatie vader) niet kan uitvoeren. Mensen hebben invloed op anderen, soms decennia lang. Als je er alleen voorstaat, kan je je niet van die invloed verlossen.)
3.
Vertelkunst – creativiteit
Men blokkeert zichzelf in zijn handelingen door zich af te vragen: doe ik het goed? Daardoor komt creativiteit niet altijd tot uiting. Creatieve oefeningen: Er is niemand verantwoordelijk (stroom van creativiteit) Beroep op intuïtie, niet op verstand Tempo kan opgedreven worden Associatieoefening: schrijf een reeks begrippen op die zoveel mogelijk met elkaar te maken hebben Associatieoefening: schrijf een reeks begrippen op die zo weinig mogelijk met elkaar te maken hebben Tel van 100 tot aan 0 en schrijf ondertussen een verhaaltje op Improvisatie: Je hebt een nieuwe uitvinding (oefening met Jeroen en Martijn)
Cursus Nederlands H. Bouillon
6
2004-2005 Bert Seghers
4.
Stijlstromingen / Literatuurgeschiedenis
Wat is STIJL? Iedereen heeft een eigen stijl. Als kind van onze tijd hebben we invloed van onze tijd, zodat meerdere mensen min of meer dezelfde stijl krijgen. We spreken van een STROMING.
a. Overzicht
Egypte (wat komt er na de dood?) Griekenland (goden mensen) Rome (organiseren wetten)
breuklijn - herbegin
Middeleeuwen (men vormt een idee van wat er na de dood komt) Overgang / Late Middeleeuwen (Rederijkers, Van den vos Reynaerde) Renaissance (God Mens, humanisme) Classicisme en barok (organiseren, wetten, verstand) Romantiek (nadruk op gevoel “zee van tranen”) Realisme en naturalisme (waarom, “enkele druppels”, fotografie) Impressionisme en expressionisme (men komt volledig los van de vaste vorm)
b. De Middeleeuwen
VORM: Epiek Lyriek Dramatiek (Didactiek) DOELGROEP: Adel Clerus Rest Deze restgroep heeft enerzijds kritiek op adel en clerus, maar vreest anderzijds repressie. Het volk schrijft dierenverhaaltjes. Mystiek (o.a. Hadewych en Jan van Ruusbroeck): schrijven over de band met God.
c. Late Middeleeuwen / Rederijkers
Retorica: welsprekendheid (tips voor spreken voor een publiek, ook nadenken over mogelijke tegenwerkingen van het publiek) Kamer van retorica: groep welsprekenden die stoeten, processies, dichtwedstrijden, toneel, optochten… organiseerden Rede-Rijkers (rijk aan rede, ratio, verstand) Speelden toneel, processies JOUER (volksetymologie) Van jouer juweel landjuweel prijs voor stoeten, toneel… Rederijkerskamers: literaire gemeenschappen, georganiseerd als middeleeuwse gilden Deken (beslist) Raad Bode (boodschapper) Vaandrig Factor (doet alles: schrijft toneel, regisseert…) Nar Rederijkerskamer (RRK) van Gent: De Fonteyne: “’t welcke den mensch stervende den meesten troost es” RRK van Gent zendt een bode naar de factors van alle RRKs, die een toneelstuk moesten schrijven met het antwoord op de vraag wat voor een stervende het meeste troost. Bijvoorbeeld Elckerlyc (Er zit een zedenles in en de personages zijn abstracte begrippen als ‘deugd’ en ‘vrienden’) MORALITEIT
Cursus Nederlands H. Bouillon
7
2004-2005 Bert Seghers
Er is vraag naar véél gedichten, dus men zoekt naar vaste structuren. ACROSTICHON / NAAMDICHT (de eerste letters van ieder vers vormen de naam van de persoon aan wie het gedicht opgedragen wordt) CARNACIOEN / JAARDICHT (de laatste letters van ieder vers vormen de Romeinse schrijfwijze van een speciaal jaartal, bijvoorbeeld het jaar waarin het gedicht geschreven wordt) RETROGRADE (achterstevoren gelezen identiek als normaal) Bv. Baas, neem een racecar, neem een Saab. Bv. Able was I, ere I saw Elba. (Napoléon Bonaparte) ALDICHT (ieder vers telt evenveel lettergrepen, de overeenkomstige lettergrepen op de verschillende versregels rijmen allen met elkaar) SCHAAKSPEL (op een schaakbord worden woordgroepen of zinnen gezet, het gedicht wordt gevormd door de vakjes te verbinden met de paardensprong) Belang van Rederijkerskamers: Inhoud: zelden belangrijk Vorm(!): nieuw! Nu volkstaal, vroeger Latijn Woordenboeken in de volkstaal voor de dichters zestiende eeuw Grammaticaregels en –boeken: maar grote fout! Vertrokken vanuit Latijn, en niet vanuit de taal zelf (daarom is de grammatica van het Nederlands zo ingewikkeld) Versbouw: dan: let op uw rijm en tel uw verzen! nu: experimenten Belang van de literatuur vergroot
d. Renaissance
Keizer Karel V (1500-1558) Zoon: Filips II Opstanden Spanjaarden buiten 1585: Val van Antwerpen Alexander Farnese: Spaans militair, weet Antwerpen te veroveren, wil 17 Provincieën veroveren Hendrik VIII met al zijn vrouwen trouwde eerst met Catharina van Aragón (zus van Filips II), daarna met Anna Boleyn De Armada (Spaanse vloot) wil Aragón weer aan de troon brengen (mislukt) 12-jarig bestand tussen Nederland en Spanje 1815: België en Nederland weer samengevoegd Tussen 1585 en 1815: intelligentsiavlucht van België naar Nederland De slimmen en talentvollen gaan naar Nederland Kunst floreerde Wetenschap floreerde Vele universiteiten in Nederland (in België alleen KUL) De dommeren en het plebs blijven in België Er gebeurde niets Belangrijke functies in’t Frans maar de mensen waren te dom om Frans te leren Literatuur: enkele enkelingen
Cursus Nederlands H. Bouillon
8
2004-2005 Bert Seghers
Voor Nederland was de 17e eeuw de Gouden Eeuw Eigen staat (republiek) Eigen godsdienst (protestantisme) Schilderkunst, literatuur 70% van degenen die naam maakten waren Vlamingen, opgenomen in Nederland
* België hier = benaming voor de streek, het grondgebied dat later de staat België zou worden
I. PC Hooft Handboek pagina’s 402 en 139 Pieter Corneliszoon Hooft °1581-1647 Amsterdam Grootvader visser, vader handelaar, zetelde in stadsbestuur Volgde retorica, Grieks, Latijn, Wiskunde… van topleraren Deed handelscontacten aan in Italië: verontrustende brieven over kunst en dochters van die handelscontacten Studeerde rechten Drost van Muiden (=halve gouverneur: juridisch-bestuurlijke bevoegdheid, met dienaren, ambtenaren en leger onder hem) Liet onderdanen werk doen, had zelf tijd Trouwde met Christina Van Erp (jong gestorven) Hertrouwde met Eleonora Hellemans (Antwerpse, kunstminnende weduwe) Nodigden kunstenaars uit in Muiderslot (kunstsalon, literair salon waar iedereen iedereen kan beïnvloeden) Schreef gedicht voor geliefden Schreef geschiedenis “Nederlandsche Historiën” (geschiedenis van 1555 tot 1584) gigantisch werk Schrijfstijl: Brevitas (als je’t in 3 woorden kan zeggen, zeg het dan niet in 4!) Rijke woordenschat Trage schrijfstijl met dubbele interpretaties Schreef toneelstukken (bv Warenar: eigen creatie uit Plautus en De vrek van Molière) Nu: de PC Hooftprijs (literatuurprijs) Handboek pagina 403: Het sonnet Gedicht van 14 verzen Rijmschema (iedere letter = één vers) ABBA – ABBA // CCD – CCD Octaaf – octaaf // sextet – sextet Tussen A en C: VOLTA (//, pauze, stijlbreuk die het contrast tussen de octaven en de sextetten doet uitkomen) Inhoud: de zon komt op en hij vergelijkt die zonsopgang met zijn geliefde Alexandrijnen: strofen van 12 lettergrepen (onbeklemtoonde niet inbegrepen) Ritme: combinatie van aan- afwezigheid van iets bepaalds Allemaal jambes Definitie: pagina 430 onderaan 14 sonnetten achter elkaar, met elke eerste regel van ieder van 14 sonnetten als een nieuw sonnet 15 sonnetten in één Sonnet = renaissance Evenwichtig Mythologische inhoud
Cursus Nederlands H. Bouillon
9
2004-2005 Bert Seghers
Aandacht op natuur Aardse schoonheid en liefde Shakespeariaans of Engels sonnet: 4+4+4//2=14 Italiaans (dichter Petrarca) sonnet: 4+4//3+3=14 (zie hierboven)
II. Vondel Joost Van den Vondel Lees geen Vondel! Doelpubliek: 17e eeuw Spitsvondig maar naïef Heeft veel woorden nodig ’n Beetje barok Keulen °1587 – 1679 1585: ouders naar Antwerpen ouders naar Antwerpen Vader kousenhandelaar (kunstzinnig beroep), kousenhandel floreerde door groot aantal inwijkelingen Vader sterft vroeg en Joost moet zaak overnemen Geen tijd om te studeren leest veel Trouwt in 1610 met Maeyken de Wolf Schreef: Pasha (1610, eerste toneelstuk) Palamedes of De Vermoorde Onnozelheid Sophompaneas Jozef in Dothan Jozeftrilogie Jozef in Egypte De Maagden (marteldood van Sint-Ursula) De Gebroeders Peter en Paulus Jephta (vond hij zelf zijn mooiste toneelstuk; over vader die dochter offert) Lucifer (Met welk recht is God de dictator die hij is?) Vertalingen van Sophocles, Euripides, Seneca, Vergilius, Ovidius Politiek actief Schreef tientallen hekeldichten (bv pagina 178) Haalde scherp uit naar politiekers in zijn hekeldichten Veroordeeld tot boete volk: onrechtvaardig! Bijna ter dood veroordeeld Leefde 92 jaar: heeft tot op het einde van zijn leven gewerkt en overleed aan een mysterieuze ziekte Verloor zoon Constantijn Verloor dochter Sara / Saartje (8 jaar) Uitvaert van myn dochterken (handboek pagina 234) Inhoud: Mijn dochter werd graag gezien De anderen hebben verdriet Laatste regels: eigen emotie Uitleg van het spel Verklaringen: (cijfer = regelnummering) 2 Maar wel kinderen 10 Fiane = kinderliedje
Cursus Nederlands H. Bouillon
10
2004-2005 Bert Seghers
16 ’t Speelde wel, maar is nooit oud genoeg geworden om in’t echt moedertje te spelen 20 Kinderlijk = onschuldig 20 “Wet” / “Spelregels” ze heeft het spel gekend, maar niet de wetten van het latere leven 40 Wat blijft er dan nog van over?
Gysbrecht: over belegering van de stad Amsterdam (=Trojaanse oorlog in Holland, met schip ipv paard) Nu wordt Vondel aanzien als een dichter met muzikaliteit (klankrijkheden), harmonie en een fenomenaal rijke woordenschat. Zijn gedichten klonken als symfonieën. Zijn uitdrukkingen zijn later in verwaterde versie overgeleverd als spreekwoorden.
III. Bredero Gerbrand Adriaanszoon Bredero(o) / Bredero(de) Amsterdam °1585-1618 Slechts 32 jaar geleefd Woonde naast een Rederijkerskamer en trad toe Al op jonge leeftijd ‘dichter’ Opleiding kunstschilder schilder gedichten (vorm, kleur) Schreef liefdesgedichten, maar had geen geluk in de liefde Schreef toneelstukken, herdersspelen succes Ontdekte de klucht beter dan liefdesgedichten Man van het volk: geniet mee van boerenfeesten “De Spaanse Brabander” (volkstheater) Zakte op winteravond door het ijs, kreeg longontsteking, stierf Klaaglied van Bredero 8x7 lijntjes Verbitterde reactie op verbroken liefdesrelatie met Alida Heel Amsterdam kende Alida (heeft haar later belachelijk gemaakt in zijn theaterstukken) Kader pagina 154 Onthoud: Primo: UITBUNDIGHEID (doe maar, Dionysus) Secundo: NUCHTERHEID (terugkeer, Apollo) Gedicht bij wijze van voorbeeld Eerste strofes: Boerenfeesten zijn fun! Laatste strofes: Vermijd de boerenfeesten! Klucht (over pocherij van de boer) Boer vertelt over vette koe aan reiziger. Reiziger hangt koe vast aan boom. Uiteindelijk koopt de boer zijn eigen koe.
e. Classicisme & Barok
VERLICHTING ratio Tijd van Newton en Leibniz (ontdekken van de natuurwetten) optimisme Defoe schrijft boek over man die overleeft op eiland door z’n verstand te gebruiken Geschriften van Aristoteles: zo kan het; nu interpretatie: zo móet het! wetten De Académie Française legt de taal vast
Cursus Nederlands H. Bouillon
11
2004-2005 Bert Seghers
Encyclopédie van Diderot en d’Alembert Verhaal van Justus van Effen Nederland Ouders merken liefde tussen Agnietje en Kobus Bijeenkomst notaris + Kobus + grootmoeder + Agnietje + ouders Huwelijk tussen Kobus en Agnietje geregeld door ouders Literatuur: gevoel ondergeschikt aan verstand Uitloper van de renaissance gebruik van de mythologie als vergelijking
f. Romantiek
Door onder andere huwelijkspolitiek: geen mogelijkheid tot uiting gevoelens Industriële (en andere) revoluties arbeidersongenoegen opstanden Onbegrepen dichters plegen zelfmoord in Engeland Goethe schrijft “’t Lijden van de jonge Werther” golf van zelfmoorden in Europa Men wil zijn gevoelens uiten maar men kan niet. Men vlucht. Grafpoëzie: romantici denken over leven en dood, alleen zittend op kerkhoven Pantheïsme: geloven in het bezield zijn van alles alles heeft een ziel, in alles zit een goddelijk element, alles verdient geëerd te worden. Men schrijft gedichten aan de maan, de maan biedt troost Godsdienst en religie beginnen grotere rol te spelen Zoeken naar het hogere, naar meer Zoeken naar het occulte (tussen aarde en hel, met demonen en geesten) Voorbeelden van de zoektocht naar het occulte: GRIEZELVERHALEN Edgar Allen Poe schrijft verhalen over wat er zou gebeuren als je een stervende door hypnose in leven houdt, en gedichten (“Tales of mystery and imagination”) Bram Stoker (Frankenstein) Mary Shellery (Dracula) Anderen vluchten naar culturen waar gevoelens wel nog een plaats hebben, et gedachten in exotische sferen (bv Byron, Châteaubriand) Anderen trekken de natuur in (de lieflijke natuur, zowel als de dreigende, mysterieuze natuur) Anderen zoeken hun toevlucht in ’t verleden Ontdekking van de “nationale trots”, van het “volk”, van het vechten voor het vaderland (bv Conscience, ontdekt 1302 Leeuw van Vlaanderen)
Romantiek maakt plaats voor het individu en zijn gevoelens De overdreven sentimentaliteit, pathos (overdreven dramatiek) en bombast (zware maar inhoudsloze woorden) hebben het verval van de romantiek in de hand gewerkt Schilderij van Caspar David Friedrich (handboek pagina 404) Dreigende, mysterieuze natuur Bomen slokken landschap en mensen op Mensen of stenen? Klooster gereduceerd tot muur, ruïne, portaal ■
Cursus Nederlands H. Bouillon
12
2004-2005 Bert Seghers
g. Realisme
Wil de werkelijkheid weergeven ( fotografische weergave)
h. Naturalisme Bij romantiek: klemtoon op schoonheid en/of pijn en leed Bij realisme: getrouwe weergave POSITIVISME: Aan de basis van alles liggen bepaalde principes Die kunnen we verklaren, en zo hanteren DETERMINISME / DETERMINATIE Drie factoren bepalen de mens: erfelijkheid, milieu en opvoeding Men kan mensen verbeteren door deze factoren te veranderen De naturalisten willen verklaren waarom iets is zoals het is, willen de werkelijkheid verklaren Geloven in het noodlot Emile Zola Franse romanschrijver, schrijft 48 romans over één familie Verklaart hoe determinisme werkt in deze romans: Één vrouw is getrouwd met twee mannen, een alcoholist en een goede huisvader Ze krijgt kinderen, die worden opgevoed door een van de twee mannen De kinderen worden telkens in een ander milieu geplaatst Uiteindelijk komen er terecht in de mijnen, in de prostitutie… Aangetoond in fictieroman hoe determinisme werkt: Vrouw = erfelijkheidsfactor Vaders = opvoeding Verschillende milieus = milieu De kinderen worden telkens in een ander milieu geplaatst
i. Impressionisme
Als je kijkt, zie je niet het geheelbeeld met alles even scherp, zoals op een foto In het impressionisme geeft men een indruk, een impressie, niet fotografisch Men geeft weer wat men écht ziet, een indruk op één moment, met alle (of zoveel mogelijk zintuiglijke waarnemingen) In de kunst vertaalt zich dat bv. in kleurvlekken die samen een boom voorstellen Lezen van een impressionistische roman is moeilijk: alles wordt gedetailleerd en met alle zintuigen voorgesteld. Voorbeeld: Lodewijk van Deysel (fragment ontbijt) SYNERGIE: woordgroep waar meerdere zintuiglijke waarnemingen vertegenwoordigd zijn, bijvoorbeeld: de gouden smaak, de luide schittering
j. Expressionisme
Willen de kern/ziel van alles vatten; vragen zich bijvoorbeeld af als een bloem vanbinnen ook een bloem is, als rood ook vanbinnen rood is Werkelijkheid wordt veranderd om uit te drukken wat de werkelijkheid is Pagina 415: Beeld krijgen van wat “het leven” is als je er een minuut naartoe kijkt Pagina 146: Paul van Ostaijen Ziet gele neonreclame tegen een violette hemel Poésie pure: als het gedicht zijn effect dankt aan klank en ritme Je ziet / voelt direct wat de dichter bedoelt
Cursus Nederlands H. Bouillon
13
2004-2005 Bert Seghers
5.
Het interview a. Soorten
Human Interest Om te ontdekken wie de persoon echt is Wat zijn zijn drijfveren? Hoe is hij geraakt waar hij nu is? Informatief Informatie is belangrijker dan spreker Hoe werkt die wasmachine, wat omvat dat project? Geen persoonlijke maar gerichte vragen Het harde interview De waarheid proberen te achterhalen aan de hand van vermoedens Iemand dwingen tot bekentenissen Doorgaan, doorvragen, ook als’t onbeleefd
b. Vragen
Gesloten / Open Gesloten: Maar één antwoord mogelijk. (Ben je een jongen? Wanneer ben je geboren) Open: Men kan uren doorzeveren zonder alles te vertellen. Antwoord ligt niet vast, of is afhankelijk van tijdstip (Wat vond je van…?) Direct / Indirect Direct: persoonlijk, onmiddellijk antwoord, exact gegeven (Heb je al gespiekt? Wanneer heb je voor het laatst gespiekt?) Recht op doel af, eenvoudig. Mogelijk te ontwijken: “Ik ben blij dat je die vraagt stelt, maar ik kan er niet op antwoorden.” Of leugens: “Nee.” Of: “Geen commentaar.” Indirect: Denk je dat er in jouw tijd al gespiekt werd? Antwoord zegt niets: “Oh ja, ik denk het wel.” Vermijdt het pijnlijke voor de geïnterviewde. Neutraal / Suggestief Neutraal: Interviewer heeft/geeft geen opinie (mee). (Moet roken verboden worden in treinen?) Suggestief: Opinie van spreker al in de vraag, legt antwoord in mond. (Vind je nu ook niet dat… Het is toch wel…) Kan bedreigend zijn Hoofd- / Doorvraag Hoofdvraag: Voorbereid door interviewer, snijdt nieuw groot thema aan Doorvraag: Deel van een groter geheel, men wil meer concrete, precieze informatie krijgen of betrouwbaarheid checken. Vraagt door op het antwoord van de vorige vraag Meerkeuze Af te raden spreker is beperkt in zijn keuze (Eddy Wally, Willy Sommers of Will Tura? O, die is fan van Wally!) Veel vragen Af te raden overdonderdend, risico: geen enkele vraag beantwoord Statement Geen vraag. Lokt reactie uit, die reactie is meestal feller. Veel gebruikt door Siegfried Bracke. “We zouden best alle vakanties afschaffen.” ■
Cursus Nederlands H. Bouillon
14
2004-2005 Bert Seghers
6.
Over de taal
7.
Inleiding: Onze Vader in het Gotisch Taal bevindt zich in onze linkerhemisfeer Wat is taal? Eerst geluiden waren klanknabootsingen (brul, brul) Verband tussen woord en inhoud is nu puur willekeurig Bij chimpansees niet: woord = emotie = klank Geen discussie mogelijk over bijvoorbeeld “mogelijkheid van toeval” Darwin had gelijk: organismen ontwikkelen zich volgens een succesformule Is dit in de evolutie goed of niet goed? Bv. 3 hoofden: niet goed Bv. Taal: wel goed! Succesformule taal werd behouden in verdere evoluties Men kan een dood, ongeboren embryo dissecteren Conclusie: In de eerste 7/8 weken wordt alles van basis gevormd, als ware het de versnelde evolutie van eencellig organisme in de zee (zygote) tot primaat (primaire ontwikkeling), tot mens (met taalvermogen) Alles wordt versneld herhaald wat in miljoenen jaren in de evolutie plaatsvond Op het einde van deze eerste ontwikkelingsfase, helemaal op het einde, wordt het taalvermogen gevormd Vermoedelijke conclusie: De ontwikkeling van de taal (filogenese) is pas helemaal op het einde gekomen van de menselijke ontwikkeling DUS: De embryonale ontwikkeling is een versnelde recapitulatie van de filogenese. ■
Grammatica
Water het naar zee de stroomt. Men behoeft als native speaker geen pak grammatica om te weten dat deze niet klopt en klinkt Dit wordt communicatieve competentie genoemd, de mogelijkheid om woorden te herkennen, en ze een beschrijving toe te kennen GRAMMATICA: de studie, beschrijving, verklaring van de regels en principes die de structuur van woorden en zinnen in een taal bepalen Men heeft een bepaald beeld van woorden Bv. Gmflwxen kan geen Nederlands woord zijn want geen enkel woord kan beginnen met gmflwx. Zamp kan bijvoorbeeld wel. Vroeger: normatieve grammatica = die zegt: hoe moet het? Bij ons worden nieuwe woorden en structuren veranderd In Frankrijk met de Académie Française veel minder ■
Cursus Nederlands H. Bouillon
15
2004-2005 Bert Seghers
8.
Het scenario
a. Fawlty Towers: een analyse
Personages – Opbouw - Humor Persoonlijke analyse
Persoonlijke verwerking
b. Zelf een scenario schrijven c. De snoek: verfilming
9.
Document: De snoek, Marcel Verleye Persoonlijke verwerking: in scenario zetten Close reading: inhoud? Conclusies? Hoe wordt er beschreven wat er gebeurt? Structuur? Woordkeuze? Rol van de natuur? Spanningsopbouw? Structuur: Verleye eindigt en begint opeenvolgende blokken met hetzelfde woord in een andere situatie (“- Daar”) ■
Waarheid Introductie: Telefacts. Hypnose als bewijs voor reïncarnatie. Discussie: Wat geloof je, wat is een bewijs? Vondel is geboren in 1587? Wat is waarheid? De lichtsnelheid is constant (?) Amerika bestaat niet (in de Middeleeuwen waarheid) De inhoud van een doos is afhankelijk van de omstandigheden Het atoom is ondeelbaar (?) Bij wat er gebeurt moet men rekening houden met de omstandigheden RELATIVITEITSTHEORIE: Alles staat in relatie met andere dingen Door elementen weg te nemen of toe te voegen kun je de werkelijkheid veranderen Wetenschap: alles wat we weten is waar, misschien, maar later in twijfel te trekken door nieuwe inzichten Zekerheden zijn zekerheden op een bepaald moment (bv: Europa is het enige stuk land zekerheid in de Middeleeuwen) Je kan geen negatief bewijs leveren, men kan niet bewijzen dat iets niet bestaat (uitspraak: Zolang niet bewezen is dat kaboutertjes niet bestaan, geloof ik dat ze bestaan) Video: hoe wordt iets gepresenteerd? Hoe geloofwaardig is dit nu allemaal? Feiten: naam / woonplaats / naam vrouw: Joanna Catharina Cathy Bepaalde stappen niet genomen voor bewijsvoering en weglating informatie Beelden: niet in juiste volgorde + gespeeld naar origineel? Er wordt gespeeld met beeldscherpte, dreigende muziek en selectieve zwartwitbeelden om het publiek te overtuigen. Eigenlijk doet dit af van de wetenschappelijke objectiviteit van de reportage. Overbluffende informatie Men zou alles moeten controleren. Wat had die vrouw vooraf gelezen over die plaats? ■
Cursus Nederlands H. Bouillon
16
2004-2005 Bert Seghers
10. Toonvaardigheden LSK: Lezen – Schrijven – Kijken (passief/actief) LST: Luisteren – Spreken – Tonen (passief, onbewust / actief, bewust een boodschap naar de ontvanger zenden) Tonen is één van de zes basisprincipes van communicatie Expressie kan je helpen bij sollicitaties, mondelinge examens, verkopen… Ademen Spreken = verwerken van uitgeademde lucht Beschadiging van de stembanden door verkeerd ademen (bv met schouders) Spreekorgaan niet toeplooien: volume, door hoofd omhoog te houden Afrikanen meer bewust van hun centrum, buik. Verleren het juiste ademen niet Oefenen op buikademhaling Voeten Aandacht op voeten en benen: verzwaren en verwarmen van onderbenen en voeten Hoofdrekenen: zwaarder hoofd Oefeningen als boomwortels en andere Waar en hoe we staan Zo groot mogelijk maken publiek kijkt op naar spreker Groter maken door voeten een tegel uit elkaar te zetten Niet wegsteken achter objecten, naar voren komen Positionering vóór publiek, zo dicht mogelijk bij publiek Geen positionering tussen publiek, als vooraan niets te zien is Positionering rechts van de te overtuigene frontaal = in de clinch door oogafwijking beter rechts Moeilijke punten verkondigen: rechts voor publiek [Cour] Luchtiger gespreksstof: links voor publiek [Jardin] De praktijk Zorg dat je goed staat Woorden zijn de kapstok waar je je toneel / acties aan ophangt. ■
11.
Spelling
Pagina 45 Dubbele medeklinker: na –is Enkel: na dof (monniken) Enkel: na jo, io, eo Deelteken (verondersteld gekend) Samenstellingen (verondersteld gekend) Pagina 96 De tussen-S en tussen-EN (verondersteld gekend) De tussen-E (als: geen meervoud, meervoud op –es, twee meervouden, adjectief, werkwoord) Pagina 134 Weglatingsteken (vrij & enkel paraplu’s) Verdubbeling bij verkleinwoorden (vrij & enkel parapluutje) Pagina 166 Koppelteken (verondersteld gekend; Rode-Kruispost) Aaneenschrijven (bij twijfel ALTIJD) Pagina 230 Leestekens (verondersteld gekend) ■
Cursus Nederlands H. Bouillon
17
2004-2005 Bert Seghers
12.
Multatuli
Inleiding (notities bij de tekst hier niet bijgevoegd) Gevarieerde stijl: soms romantiek, soms realisme. Oude boeken meestal hopeloos onleesbaar, maar Max Havelaar van Multatuli is te verstaan en te smaken. Eduard Douers Dekker (Multatuli als pseudoniem) Ambitie maar geen prestatie studies voortijdig gestopt (kon alleen verhaaltjes schrijven) Job als bediende in een kantoortje Advertentie: Nederlanders gezocht voor werk in Indonesië Wordt assistent-resident in LEBAK (Indonesische provincie) in 1856 Onmiddellijke voorganger werd vergiftigd door inlandse vorsten. Dient ontslag in, uit vrees voor dezelfde vergiftiging. Keert terug naar Nederland, en gaat klagen bij de ministers, maar heeft geen bewijzen. Schrijft na een jaar in één maand op ’n Brusselse zolderkamer (1860) “MAX HAVELAAR”: boek over zichzelf in Indonesië Inhoud van het boek Batavus Droogstoppel (1) is een koffiehandelaar Hij ontmoet een oude klasmakker, maar kent zijn nama niet meer, noemt hem maar sjaalman omdat die een sjaal droeg in de winter. Die sjaalman is Max Havelaar, en hij vraagt een wederdienst aan Droogstoppel, een boek uitgeven. Stern (2): Duitse bediende van Droogstoppel, moest alles over koffie extraheren uit het boek van Max Havelaar, en de rest verbranden, had oogje op dochter van Droogstoppel. Stern wilde die dochter imponeren door boek uit te geven met alles erin. Max Havelaar (3) vertelt soms zelf in enkele passages Multatuli (4) vertelt op ’t einde zelf waarom hij het boek geschreven heeft. Naar het einde van het boek toe snoert hij de andere personages de mond. 1-2-3-4 zijn de verschillende vertellende personages. 1 vertelt overdreven droog en realistisch 2 vertelt overdreven romantisch 3 vindt het evenwicht tussen deze twee en wordt het meest geloofd Het boek zelf 1860: Boek is af, maar geen geld om uit te geven Jacob van Lennep vond het prachtig, koopt de auteursrechten Het boek wordt uitgegeven in een zeer dure versie met gouden kantlijnen verliest doelgroep (alleen de rijksten kunnen het kopen) Effect op Nederlanders in Indonesië (als enigen rijk genoeg om te kunnen kopen): “we gaan niets doen om ons vel te redden” OF “wat durft die beweren!?!” schuldeisers Na zijn dood is het boek in goedkopere versie heruitgegeven en heeft het zijn doel wel bereikt. Dekkers kreeg eerherstel door de toekenning van “Max Haverlaar” aan een koffiemerk.
Cursus Nederlands H. Bouillon
18
2004-2005 Bert Seghers
13.
Guido Gezelle
Notities bij de kopies Indeling in levensperiodes, bv. Onbeheerst romantische vaart 1830 – 1865: GG deed wat hij dacht wat hij moest doen °1830 Brugge Moeder: gesloten, melancholisch, godsdienstig, godvrezend Vader: tuinier, levenslustig, optimistisch, koppig, conservatief, verbeeldingrijk Broer: in klooster GG talentrijk, slim, natuurliefde, humor, optimisme, pessimisme, godsdienstig… Roeselare (Klein Seminarie, middelbaar onderwijs) minderwaardigheidscomplex door onderdanige klusjes te moeten doen Krijgt hekel aan Nederlands omdat Nederlandse schoolmeester hem intimideerde Slaagt in studie, wordt priester, geeft les in Roeselare, is een heel andere leraar: Laat Italiaans en zo lezen, bloemen bekijken, leest gedichten in oorspronkelijke taal, leest ze voor en weent ontroerd Geeft drie jaar vijfde middelbaar en telt grote namen onder zijn leerlingen Bv. Eugène Van Oye: briefwisseling met GG: nix kwaads veronderstellen Had kamer in internaat, ging verder poëzie lezen met leerlingen vragen, klachten overgeplaatst naar Brugge Kwam in contact met Engels en West-Vlaams legde archief aan met woorden (hoe ze klinken, in welke taal, waar hij ze hoorde, door wie) Schrijft West-Vlaams idioticon Deed aan dorpspolitiek, heeft fel overdreven in de plaatselijke pers De bisschop zendt hem naar Kortrijk Heeft veel tijd in Kortrijk en schrijft ook veel Wil naar Amerika, gaan bekeren als missionaris, maar mag niet van bisschop Levensreis GG schematisch: B (geboren) R (Klein Seminarie) B (Groot Seminarie) R (Klein Seminarie, lesgeven) B (pastoor in Sint-Walburga) K (klooster, meer tijd om te schrijven) B (rector Engels klooster, sterft) Het Vlaamse Woord Vlaams Cultuur- en taalparticularisme (stroming): we moeten een edel Vlaams hebben waar alle dialecten een plaats hebben, is niet gelukt (te weinig volk), de Vlaamse Beweging wilde een Standaardnederlands Veel romantische kenmerken bv “Vlaming”, “aan’t hert kan roeren” Nadruk op VRIJHEID God heeft ons het dialect gegeven Dien avond en die roze Eugène Van Oye kreeg dit gedicht als dank voor lang avondlijk gesprek Vergankelijkheid van een boeiend, emotioneel moment Gevoel van uren praten, roos is symbool voor vergaan GG gaat muzikaal om met klanken als O, U, A O ‘k sta mij zo geren Aarde ~ hemel Vertrek van natuurbeeld, alle natuur is Gods wil religieuze bedenking De Slekke Een slak wordt geboren, maar ziet, wat een strijd! En kruipt weer in haar huis GG ook zo: stelt problemen vast maar ontkent ze later sociale bewogenheid GG Stelt wantoestanden vast: het is zo, een beproeving van God, God moet ze ook oplossen (deze slakkenhouding is hem later verweten) Gedicht leest traag als een slak
Cursus Nederlands H. Bouillon
19
2004-2005 Bert Seghers
14.
Korte klanken Botsende medeklinkers Veel komma’s Ingewikkelde zinsconstructies Dit staat tegenover het klankenspel (‘t Bladje en ‘t water) waar iedere klank een noot voorstelt uit een werk van Beethoven, zie handboek
Doublecheck – Leerstofoverzicht
Cursus Nederlands H. Bouillon
20
2004-2005 Bert Seghers