NAUTIQUE Hiswa te water special: alle primeurs + nieuws van Huisman en grand banks
Motorjacht
Eleonore laat oude tijden herleven
LEMSTERAKEN
Gezelligheid troef in Hindeloopen
GALWAY BAY De wilde kust van Ierland
Wi volv n een o xc Kijk 70! pag. op 106
600 Kilometer over de Rijn 1
scheepsprofiel
elegante
eleonora Jachtwerf Mulder staat niet bekend om retrojachten. Maar de samenwerking met Theo Werner heeft geleid tot een geslaagde oefening in nostalgie. Aanschouw Eleonore, een elegante dame uit de hogere kringen. Tekst Arthur van ’t Hof Fotografie Rick Arnold Model Anouk@Max Models
46
47
W
aar een HISWA te Water al niet toe kan leiden, bewijst de Eleonore, het jacht dat onlangs van stapel gleed bij de Mulder-werf. Twee jaar geleden stapte er een eigenaar van een maritiem bedrijf het standje binnen van ontwerper Theo Werner. Er volgde een praatje over het scheepsmodel dat hij op zijn toonbank had staan, maar al snel bleek dat de man grootse plannen had voor een nieuw motorjacht. Een motorjacht dat wat betreft stijl zou passen bij de zogeheten autoboot uit de Tweede Wereldoorlog, die achter zijn huis lag. Werner liet er geen gras over groeien en ging direct een kijkje nemen bij het bootje, om even later aan een voorontwerp te beginnen. In dat voorontwerp kwam de puntspiegel terug die de staart van het autobootje sierde, en die ook het achterschip van de Eleonore kenmerkt. De Eleonore die op haar beurt twee jaar na de bewuste “natte Hiswa” zal pronken aan de steigers van IJmuiden. boven: De hijshaken in het stuurwiel verwijzen naar Dat is de kort versie van een lang verhaal, het bedrijf van de eigenaar want meestal verlopen unieke projecten niet 48
zo soepel. Zo had Werners klant aanvankelijk de wens door Frankrijk naar de Middellandse Zee te kunnen varen. Helaas ben je dan aan bepaalde afmetingen gebonden die als “knellend” kunnen worden ervaren. Breder dan vijf meter mag een schip niet zijn. Toen Werner zijn voorontwerp presenteerde met die breedte, schoof de klant het terzijde. Niet vanwege de beperkte binnenruimte, maar opvallend genoeg omwille van de uiterlijke verhoudingen. Een ontwerper is daar alleen maar blij mee: ‘Toen paste alle comfort natuurlijk makkelijker in het interieur,’ erkent Werner. ‘Vooral ook omdat het voorontwerp, zoals dat eigenlijk altijd gaat, de neiging had te groeien; naar 24 meter. Desondanks bleef de diepgang beperkt tot 1 meter 35, want een andere ontwerpeis was dat de Waddenhavens bereikbaar moesten zijn.’ Hoewel de ontwerper meer ruimte kreeg voor zijn interieur, bleef het wat woekeren voor zo’n groot schip. De bijboot hangt niet in davitts, maar is weggeborgen in een garage in het achterschip. ‘En de voorsteven is heel scherp, dus daar verlies je ook veel ruimte,’ aldus Werner. 4
‘De ruime living doet eerder denken aan een penthouse dan aan een seriegebouwd schip’
‘eigenlijk staat het achterdek in het teken van het cabriovaren’ Net als acteurs worden ontwerpers door de buitenwacht vaak getypecast. Dat wil zeggen dat ze vaak voor hetzelfde soort ontwerpen worden gevraagd. Werner bevindt zich in de niche chique retro-motorjachten, en die zijn niet alleen maar heel groot. De Eleonore is pas zijn vierde schip langer dan 20 meter. Een onbekende maakt hem dat niet; vrijwel iedereen (her)kent zijn Intercruisers van Interboat of de Boarncruiser Retro (zie Nautique 2/2008). Voor ingewijden maakte hij zijn punt met de 88-voeter Orrizonte en bij het noemen van die naam verschijnt er nog steeds een grote lach op Werner’s gezicht: ‘Voor dat schip kreeg ik letterlijk carte blanche. De opdracht was simpelweg: teken het mooiste schip van Nederland.’ Veel van de kenmerken en details die het sierlijke uiterlijk van Eleonore bepalen, waren ook al op dit ontwerp terug te vinden, zoals het vrijboord dat verspringt en naar achteren
toe lager wordt. Maar er is ook een belangrijk verschil: de eigenaar van Eleonore wilde zoveel mogelijk in de buitenlucht leven en dus ook sturen. Daarom is er voor de stuurman alleen een groot windscherm, waarboven een linnen afdak gespannen kan worden. Eigenlijk staat het hele achterdek in het teken van het cabriovaren. ‘De eigenaar vond een stuurhuis te gezapig.’ Dat Eleonore een elegant jacht is, blijkt wel uit alle bewonderende blikken en uitroepen van de toeschouwers langs de kant van de Vliet. Een stuurman van Mulder brengt ons naar de Kaag, en het is opmerkelijk hoe goed de Eleonore past tussen het groen van de weilanden en het blauw van de Hollandse lucht. In de stoet sloepjes die tussen Leiden en de Kaag paradeert, gaat er regelmatig een duim omhoog en klinkt er spontaan: 4 ‘Wat een mooi schip!’ 51
Het jacht lonkt naar tijden van weleer, toen een witte romp, een mahoniehouten dekhuis en wit dak usance waren. Van dat soort schepen, maar dan van een veel geringere lengte, bouwde Mulder er in het verleden overigens veel, onder de naam Super Favorite Kruiser. Eleonore vormde voor Mulder een hernieuwde kennismaking met deze stijl. Anco Kok van Mulder wijst erop dat ’t het nodige werk met zich meebracht: ‘De detaillering is ongekend en vroeg veel aandacht.’ Hij wijst op de vlaggestok die in een speciale houder staat op een paneel, dat weer apart met hout werd beplakt. Dat moest wel, want anders sloot het niet aan bij de rand om de zithoek op het achterdek. Meest in het oog springend zijn echter de reling en sierlijst om de boot, waarmee Mulder worstelde. Een lijst goed aansluitend bevestigen op een romp die nooit “stilstaat”, is nog niet zo eenvoudig. Minder opvallend, maar al even bijzonder, zijn de klampen voor de landvasten die Werner speciaal voor de Eleonore ontwierp en die uit een blok rvs werden gefreesd. Ze liggen ingebed in het houten potdeksel, dat halverwege de scheepslengte naar beneden duikt, daar waar een rijtje ovalen patrijspoorten ophoudt. Tel deze details bij de verchroomde ankerlieren, de luchthappers en de naar achter gerichte antennemast, en aan de nostalgie valt niet meer te ontkomen. Op de Kaag, sturend langs de met riet begroeide oevers van de eilandjes in de plassen, blijkt dat de Eleonore best een groot schip is. Was ik altijd gewend min of meer tegen de rietkragen van de Kaag aan te kijken, nu kijk ik er overheen. Maar goed, de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik deze plas tot nu toe alleen bezocht in een BM of een sloep. Vanaf dit motorjacht heeft alles plotseling een andere dimensie. Steigerpalen lijken luciferhoutjes, sloepjes papieren bootjes, zelfs de loodsen van superjachtbouwer Van Lent zijn een paar maten kleiner geworden. Toch is er niet gerekend op betaalde bemanning aan boord. ‘Het is een overzichtelijk schip en de contouren van de reling zijn duidelijk vanaf de stuurstand,’ verklaart Werner. Ook de indeling onderdeks is er niet op berekend. De gasten slapen achter in het schip, de eigenaar heeft het voorschip voor zichzelf. Daartussen ligt de salon. Die is uiteraard iets verhoogd en bevindt zich boven de machinekamer. Je hebt er een uitstekend uitzicht naar buiten. Doordat de vloer van de salon niet helemaal doorloopt tot de ramen van de voorkant van het dekhuis, val er veel licht in de keuken. Die bevindt zich 52
steigerpalen lijken luciferhoutjes, en sloepen papieren bootjes een paar treetjes lager, en heeft ook nog een paar patrijspoorten om al kokend het verloop van de vaartocht te volgen. Tegenover de keuken, aan bakboord, is er een tafel met bank, die plaats biedt aan zes personen. Direct voor de keuken bevindt zich een aparte ruimte voor de koelers en vriezers, kortom een echte proviandkast. Er tegenover aan bakboord, is een apart dagtoilet gemaakt, altijd een handige oplossing voor wie met meerdere gasten vaart en geen vreemden in zijn hut wenst. Een eigen opgangetje voert naar de eigenaarshut, een schuifdeur biedt toegang. Wie hier een rijke uitstraling verwacht heeft het mis. Zo gedetailleerd als alles bovendeks is, zo onderkoeld is deze ruimte. Kale, witte wanden missen node een accent die de zakelijkheid kan doorbreken. Gek genoeg is er aansluitend wel een ruime badkamer met marmer op de vloer en hout langs de wanden.
Via de kombuis belanden we weer in de salon, waar Anco Kok een enorm schuifluik heeft geopend in het dak. ‘Dit is een luik van Rondal dat zichzelf vacuüm zuigt en dichttrekt, een geweldige oplossing om zelfs in de salon een cabriogevoel te creeren.’ En inderdaad, licht en frisse lucht vallen vrij naar binnen, terwijl we wegzakken in de witleren bank. Tijd om rond te kijken: de vloer is van het donkere wengéhout, de wanden van matgelakt kersen. Voorzien van panelen ogen ze wel wat streng. Een kast boven de bank biedt toegang tot essentiële schakelaars en meters, met informatie over de brandstof en watervoorraad. Wonderlijk genoeg bevindt zich hier de hendel om de luchttoevoer voor de motoren dicht te trekken, op een ideale “speelpositie” voor een kind... Weer een paar treetjes af en we staan voor de gastenhutten. Tussen de deuren, achter een luik, is de wasmachineopstelling met de 4 53
droger eronder en een keurig laatje voor de waspoeders ertussen. Aan bakboord ligt de hut met twee gescheiden eenpersoonsbedden inclusief een Pullman voor een kind. Aan stuurboord is er een tweepersoonsbed. Ook hier badkamers met donker marmer en veel hout. Op dezelfde verdieping achter een kneveldeur die alles geluiddicht afsluit, ligt de machinekamer. Zoals gezegd werkt de eigenaar in de maritieme sector en dat blijkt wel uit de ruimte die de techniek hier heeft gekregen. In letterlijke zin, want je kunt bij wijze van spreken rond de motoren fietsen. Een Onan-set zorgt voor de elektriciteit, maar een groot deel van de werkkracht komt toch van het hydraulische systeem. De boegschroef, de antennemast, de lieren voor ankers, zelfs de liertjes om de tender mee uit het water te takelen; ze draaien allemaal op oliedruk. We duiken letterlijk weer boven uit de machinekamer om nog een uurtje te genieten van de tocht over de Kaag terug naar Voorschoten. We halen wat verfrissingen tevoorschijn uit de wetbar die een geheel vormt met de stuurbank en constateren ter 54
plekke dat zwart marmer als aanrechtblad en zonlicht geen goede combinatie zijn. De temperatuur loopt op tot ongeveer zestig graden! Desalniettemin verandert het achterdek van de Eleonore in dat waarvoor het gemaakt is: een ruim terras op het water. En terwijl de stuurman mij nog inlicht over een aantal technische aspecten, zoals de luchtkokers voor de machinekamer, die natuurlijk een waterslot hebben maar ook een klep die bij brand de boel automatisch afsluit, probeer ik mijn conclusies over de Eleonore bij elkaar te vegen. Mulder heeft een fraai ontwerp van Werner tot leven gewekt. De werf wordt jaar na jaar beter in de afwerking van luxe projecten, en dat zie je terug in dit sierlijke, elegante motorjacht. Werner heeft de romp fraaie lijnen meegegeven met, zoals hij dat zelf cryptisch omschrijft: ‘glanslijnen, waarin de horizon nergens uitbreekt.’ Als er vanaf de oever nogmaals bewonderende uitroepen klinken, bedenk ik dat het waarlijk een voorrecht is om te mogen genieten van een vaartocht, in het besef dat andere mensen esthetisch genoegen beleven aan het schip dat hen passeert.
boven: Witte romp, houten opbouw en een wit dak, zie hier een puur Hollands motorjacht onder: Een groot luik brengt licht in de salon
55