IVN-Apeldoorn
Natuurpad Berg en Bos (concept 31-05-2016) 1
Rododendron Rododendrons blijven altijd groen en behouden hun bladeren. Als het heel droog of koud is gaan de bladeren hangen om te overleven. Dieren vinden beschutting onder het bladerdak van de struik Verpakking In het voorjaar is goed te zien hoe zorgvuldig de bloemen verpakt zijn. De knopschubben zitten dakpansgewijs over elkaar. Zo zijn ze regen-, ijzel- en sneeuwbestendig. Bloem bezoekers Als de bloemen bloeien, kijk dan eens naar insecten die in de bloemen kruipen. Ze vinden er voedsel en zorgen voor de bestuiving zodat de struik zaden krijgt.
QR 1
Vraag: Hoeveel kelken vormen samen een bloem? Rododendron Herkomst soorten Er zijn veel soorten rododendrons, die onder andere uit China, Nepal, Korea, Japan of Taiwan komen. In Nederland kom je meestal naast aangeplante struiken ook verwilderde exemplaren tegen. Veerkracht Als de struiken uitgroeien en te groot worden, kunnen ze gewoon tot de grond worden afgezaagd. Dan lopen ze weer helemaal uit. Door sneeuw op het blad kan een plant uit vorm raken, waardoor terugsnoeien noodzakelijk is.
2
Koninklijke rododendrons Ter gelegenheid van het 50-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina werden er bij de grote bloemententoonstelling in Berg en Bos in 1948 ook rododendrons aangeplant. Ze geven Berg en Bos een parkachtig aanzien. Etages in het bos Als een bos veel etages heeft is dat een rijk bos. Een etage is een woonlaag waarin verschillende planten en dieren kunnen leven. Rijk wil zeggen: veel soorten geven een grote variatie. Welke etages zijn er? 1. De onderste laag is die van de mossen en het gevallen blad. 2. In de kruidlaag zijn bijvoorbeeld de blauwe en de rode bosbes te vinden. 3. De struiklaag bestaat uit kleine bomen. 4. Tot slot is de er bomenlaag gevormd door de kruinen van hoge bomen. Activiteit: Welke etages kun je op deze plek vinden? Hoe rijk vind jij dit bos?
QR 2
Etages in het bos Mossen Er zijn heel veel soorten mossen. Ze zijn heel belangrijk in een bos, want ze houden het vocht in de bodem vast. Door het kappen van een bos verdwijnt de moslaag en spoelt (door erosie) de vruchtbare grond weg. Mossen zijn verwant aan varens; ze kunnen niet bloeien en vormen geen zaad maar sporen die in een sporenkapsel zitten, vergelijkbaar met paddenstoelen. Mossen vormen zoden, zeg maar bedden. De wortels (wortelachtige draden – rhizoides) kunnen geen water uit de grond opzuigen, maar dienen voor de verankering. Kruidlaag Als er tussen de bomen door licht op de bodem kan vallen, krijgen kruiden, struiken en jonge bomen een kans. De kruidlaag in de Veluwse bossen bestaat voornamelijk uit de blauwe en de rode bosbes, ook wel vossenbes genaamd.
1
IVN-Apeldoorn
Struiken In het Nederlandse bos is de variatie aan struiken niet zo groot. Ooit hebben mensen de Amerikaanse vogelkers naar Nederland gehaald die het Nederlandse bos zou verrijken. Maar deze plant bleek een overheerser en kreeg zelfs de naam bospest. In Berg en Bos wordt deze struik succesvol bestreden.
3
Hoge bomen In Berg en Bos zijn de hoogste bomen ongeveer 30 meter hoog. Vooral de Douglassen halen deze afmetingen. Op deze plek zie je vooral grove dennen, beuken en coniferen. Opvallend is dat veel ingevoerde bomen, exoten genaamd, nooit zo hoog worden als in hun land van herkomst. Daar zijn de omstandigheden anders. Dood hout geeft leven Veel bomen worden ouder dan een mens. Als bomen ouder worden, zijn ze gevoeliger voor aantastingen van bijvoorbeeld schimmels, bacteriën en insecten. In dode bomen zijn vooral in de herfst paddenstoelen zichtbaar. Bij iedere boomsoort ‘horen’ bepaalde paddenstoelen. Eten en gegeten worden Op dode bomen komen insecten af. Ze vinden voedsel in het rottende hout of maken er gangen in om eitjes te leggen. Al die insecten zijn voer voor vogels. Grote vogels zoals buizerds of eekhoorns voeden zich op hun beurt met kleinere vogels. Soms breekt zo’n dode boom af op de plaats waar de specht zijn gaten heeft gehakt en dan kun je zien hoe diep zo’n spechtengat is.
QR 3
Activiteit: Kijk eens om je heen, zie je paddenstoelen of insectengaatjes op dode of levende bomen? Dood hout geeft leven Opgeruimd bos Veel mensen en ook beheerders vonden vroeger dat een bos opgeruimd behoorde te zijn. Nu weet men dat dood hout leven geeft. Het vergroot het aantal organismen dat er leeft, dat noemt men biodiversiteit. Hoe meer soorten hoe rijker een bos is. Vandaar dat dode bo’nmen mogen blijven liggen of als het niet gevaarlijk is, blijven staan. Soms staat een boom een andere boom die meer kansen moet krijgen in de weg. Deze boom omhalen en uitslepen kan schade opleveren, vandaar dat men ze ringt. Op twee plaatsen zaagt men de bast door zodat de sapstromen niet meer met elkaar in verbinding staan zodat de boom doodgaat. Onderweg kom je deze geringde bomen tegen. Berken- en tonderzwam Zowel de berken- als de tonderzwam vestigen zich op verzwakte bomen. De berkenzwam op de berk en de tonderzwam heeft voorkeur voor de beuk maar komt incidenteel ook wel op andere bomen voor. Op dat moment zijn het parasieten,de zwammen leven op een levend organisme. De berkenzwam zit er tijdelijk, ongeveer een jaar en doet denken aan een fietszadel. De zwam voelt haast rubberachtig aan. De tonderzwam voelt van boven keihard aan en vanonder fluweelachtig. Als de boom dood is en valt blijven beide zwammen actief en zijn dan saprofiet, ze leven dan van dood materiaal dat ze verteren en zo terugbrengen in de kringloop. Sporen moeten naar beneden kunnen vallen, vandaar dat je aan een gevallen boom verschillende standen van de vrucht kunt zien.
4
Suikerberg De naam Suikerberg is ontleend aan de fijne structuur van het zand op de berg, dat op suiker lijkt. Dit is dekzand of stuifzand. Deze 9 meter hoge heuvel is bedekt met zwerfstenen. Vroeger stond hier een zogenaamde brandtoren. Rond 1920 had je vanaf hier een prachtig uitzicht over Apeldoorn en bij helder weer kon je tal van andere dorpen en steden zien liggen. Erosie Tegen de helling van deze heuvel zie je een mooi voorbeeld van erosie. Dit is het door regenwater wegspoelen van de humusrijke, vruchtbare bovenlaag van de grond. Op deze plaats hindert dat niet. Je kunt er nu zelfs de wortels van de bomen door zien.
QR 4
Activiteit: Probeer eens of je het zand dat op poedersuiker lijkt kunt vinden. Suikerberg Twee en een half miljoen jaren geleden voerden de Rijn en de Maas vanuit het zuiden op weg naar zee
2
IVN-Apeldoorn
grind, zand, slib en keien mee. Tijdens de ijstijden kwamen de gletsjers in beweging en namen vanuit het noorden keien mee. In deze wand zijn beide soorten stenen gebruikt om de helling te verstevigen. De weg hierlangs heet de Suikerberglaan. Het hoogteverschil van de laan en de top van de Suikerberg is ongeveer 9 meter. Suikerberg als baken Rond 1800 was hier geen bos te bekennen. De Veluwe was een wild en bijster land met zandverstuivingen, heide en hier en daar een bosje en wat struiken. Heuvels zoals de Suikerberg gaven enigszins houvast om je te oriënteren. Voor die noodzakelijke oriëntatie plantte men ook wel bomen als baken aan, de zogenaamde kroezebomen, ook vaak op een scheidslijn van markengronden. Grove dennenaanplant Bomen werden massaal aangeplant om het oprukkende zand te vast te leggen. Bomen die het redden op de arme zandgrond waren vooral grove dennen. Vanaf 1850 hebben heel wat mensen op de Veluwe iets bij kunnen verdienen met dennetjes planten. Dat was vaak erg welkom. Grove dennen leveren grenen hout, ideaal voor in de mijnbouw omdat het kraakte bij dreigend instortingsgevaar. 5
Vier exoten Bomen die niet oorspronkelijk in ons land thuis horen noemen we exoten. 1 De tamme kastanje - De vruchten van deze boom zijn eetbaar en zitten in een zeer stekelige bolster. Zelf poffen kan heel goed en is lekker. 2 De Weymouth - Als je een boom met heel lange naalden ziet is dat een Weymouth. Deze naalden zitten met z’n vijven bij elkaar. De lichtgewicht kegels zijn echt groot en een beetje gebogen. 3 De Hemlock - Een boom met heel korte, zachte naalden is een Hemlock. Ook kun je deze spar herkennen aan zijn top die hangt alsof die een buiging wil maken. 4. De Amerikaanse eik – De bladeren van de Amerikaanse eik zijn opvallend groot en puntig. In de herfst kleuren ze intens roodbruin. Ook de eikels zijn groter dan die van de inlandse eik.
QR 5
Activiteit: Kijk eens of je de vruchten van deze vier bomen kunt vinden? Misschien zie je nog wel meer dan deze vier soorten vruchten? Vier exoten Tamme kastanje De tamme en de wilde of paardenkastanje zijn geen familie van elkaar. De tamme kastanje behoort tot de napjesdragers en is familie van de beuk. De paardenkastanje is een aparte familie. Hooguit de kleuren van de vruchten komen overeen. De bolsters van de tamme kastanjes zijn wel erg onaangenaam om op te gaan zitten. Voor beide geldt: stop een vrucht in de grond en een grote kans dat je een boom geplant hebt. Hemlock Als je op zoek bent naar een dichte naaldboom ben je bij de Hemlock aan het goede adres. De twijgen zijn bezet met naalden van verschillende afmetingen en staan niet allemaal in hetzelfde vlak. Zoals bij zoveel bomen hangen de takken als de boom nog jong is en de ruimte heeft eerst tot op de grond, maar zeker in een bos sterven die vanwege lichtgebrek het eerste af. De zaden zitten verpakt in miniatuurkegels. Voordat deze boom zaden voortbrengt zijn die zeker al 15 á 20 jaar oud. Weymouth De ontdekkingsreiziger George Weymouth bracht deze boom mee uit Noord-Amerika. Meestal importeerde men bomen vanwege de hoop op een goede houtopbrengst. Maar soms ook namen botanici zaden van bijzondere bomen mee vanwege de status die zo’n boom een park in het thuisland zou kunnen geven. Ook waren er verzamelaars van bomen die een arboretum aanlegden. De Weymouth is een echte sierboom vanwege zijn hangende lange naalden. Amerikaanse eik Deze snelgroeiende eik is afkomstig uit Noord-Amerika. Sinds 1825 is die in Nederland hoofdzakelijk als sierboom aangeplant. De Amerikaanse eik kan 35 meter hoog worden en is nogal opdringerig tegenover
3
IVN-Apeldoorn
6.
andere soorten. De boom kiemt succesvol in de Nederlandse bodem. Wilde zwijnen Zoelen Wilde zwijnen zijn schone dieren. Om de parasieten uit hun vacht kwijt te raken rollen ze zich in de modder. Dat noemen we zoelen. Ze laten de modder opdrogen en schuren zich daarna schoon tegen de stam van een boom. Zo raken ze de vastzittende parasieten kwijt. Wroeten Wilde zwijnen kunnen goed ruiken. Ze steken altijd overal hun neus in. Lekker wroeten in de grond op zoek naar eikels, beukennootjes, wortels, wormen en nog veel meer. Als je goed om je heen kijkt zie je veel sporen van het wroeten langs de paden. Zwijnenbos Aan het einde van dit natuurpad kom je langs het zwijnenbos, waar je ze in het echt kunt zien.
QR 6
Activiteit: Kijk eens of je op een plek waar een zwijn heeft staan schuren een haar kunt vinden? Of zie je pootafdrukken in de modder? Wilde zwijnen Termen Een groep wilde zwijnen noemt men een rotte. Vader zwijn heeft als synoniem ‘beer’ of ‘keiler’ en moeder wordt aangeduid met ‘zeug’. De paartijd heet ook wel de ‘rauschtijd’. De jongen die de eerste maanden een vacht met streeppatronen hebben heten ook wel ‘frislingen’. Deze zwijnenpyjama’s geven een perfecte camouflage. Deze termen zijn afkomstig uit de wereld van de jacht. Het is dankzij de jacht van de koningen en notabelen vroeger dat wij nu op de Veluwe in zo’n bosrijk gebied wonen.
7
Voedsel Als er iets te eten valt krijgen eerst de keilers alle ruimte. De grootste beren mogen het eerst. Wilde zwijnen zijn alleseters of omnivoren. Als er een mastjaar is, een jaar waarin bomen opvallend veel vruchten produceren, weet je bijna zeker dat er volgend voorjaar veel jongen geboren worden. In zo’n jaar kan de zeug wel drie worpen op de wereld zetten. Omdat zwijnen geen natuurlijke vijanden hebben is beheer van de te sterk groeiende populatie noodzakelijk. Eik Een woning voor veel dieren Een eik is oersterk, kan eeuwenoud worden en biedt een woonplaats aan honderden dieren. Het is de krachtpatser van het bos. Hij is net een flatgebouw, net zo dichtbevolkt. Spechten hakken holen in de stam. Eekhoorns bouwen er hun nesten. Pimpelmeesjes zoeken er naar insecten, want die zijn er genoeg. Honderden soorten insecten zijn afhankelijk van de eik. De eikels uit deze boom zijn een belangrijke voedselbron voor een aantal dieren in dit bos. Wortel en kroon Het wortelstelsel van de eik is net zo uitgespreid als de kroon. Daarnaast wortelen eiken ook diep. Tussen de wortels en om de wortelpunten vestigen zich tal van bacteriën en schimmels. Bast De bast van de eik is grillig en diep gegroefd. Mieren gebruiken dit als veilige mieren-snelweg. Vlinders en lieveheersbeestjes overwinteren er graag in.
QR 7
Activiteit: Wat voor beestjes of sporen ervan zie jij in en om de eik? Eik Vorstspleet De spleet op de stam van de dode eik is een vorstlijst. In een vorstperiode, als de zon laag staat en bijna loodrecht op de stam schijnt, is er een groot verschil in temperatuur tussen dag en nacht. Overdag kan de stam dan flink opgewarmd worden, maar zodra de zon weg is blaast de koude wind er weer tegen. De buitenkant van de stam koelt dan snel af, krimpt daardoor en barst soms open. Dat kan een flinke knal geven. Er ontstaat dan een zogenaamde vorstspleet, een wond dus, en die moet dicht. De boom vormt
4
IVN-Apeldoorn
wondweefsel, de randen van de scheur groeien naar elkaar toe tot de wond dicht is. Het blijft echter een zwakke plek, die later soms weer openbarst. Dan ontstaan er diverse ribbels over elkaar. Eekschillers Tot 1900 leefden eekschillers van mei tot half juni in de bossen om eikenhakhout van de looizuurrijke schors te ontdoen. Staand in gegraven putten klopte de eekschiller met een speciaal bijltje op de eikentakken. Door zo te staan spaarde men de rug nog enigszins. Uit de eikenschors kwam run of eek, de grondstof die belangrijk was in de leerlooierijen om de zeilen van schepen en molens te tanen. Rond 1900 kwam er een vervangende synthetische stof voor op de markt.
8
Eikenplanters Ooit was er een boswachter die vond dat er een standbeeld voor de gaaien moest komen. Er is geen dier dat zo driftig bezig is met de aanplant van nieuwe eiken als de gaai. Uiteraard doet hij dat niet bewust. Om voedselschaarste in de winter te overleven verstopt de gaai eikels in de grond. Als eikels niet opgegraven worden en op gunstige plaatsen verstopt zijn, kunnen nieuwe eiken opkomen. En volgens dezelfde boswachter zijn dat er heel veel. Blauwe bosbes ’s Winters valt het lichtgroene blad af. De bloemetjes verschijnen in het voorjaar en zijn net kleine klokjes. De bessen zijn in juli rijp. Dit inlandse superfood is erg gezond en bevat veel vitamine C. Rode bosbes (vossenbes) De donkergroene glimmende blaadjes zijn voorzien van een waslaagje die de plant tegen vorst en uitdrogen beschermt. Bijna het hele jaar zijn de bloemetjes (klokjes) te zien. Hij verliest zijn blaadjes niet in de winter. De bessen zijn rijp vanaf augustus tot diep in de winter. Legende De legende wil dat het de duivel niet zinde dat God zo'n gezonde lekkere blauwe bosbes had geschapen. Hij maakte daarom de rode bosbes, die er erg op leek maar giftig was. Gelukkig zag Maria dit gebeuren. Ze maakte gauw met haar nagel onder in iedere bes een kruisje. Nu waren de bessen niet meer giftig en de duivel keek mooi op zijn neus. Als je goed kijkt kun je het kruisje op de rode bosbes nog zien zitten.
QR 8
Vraag: Klopt de legende? Zie je het kruisje? Blauwe bosbes en rode bosbes Het blauwe goud (blauwe bosbes) Voor de arme bevolking betekende de tijd van het bosbessen plukken een tijd van extra inkomsten. Er stonden opkopers op vaste plekken bij de ingang van een bos om de geplukte vruchten in ontvangst te nemen. De betaling hield niet over, maar alles was welkom. Omdat de plukperiode in de zomer viel, konden ook kinderen een bijdrage leveren. Op een gegeven moment werden er speciale kammen gebruikt, die echter veel schade aan de planten toebrachten, waardoor ze verboden werden. Rode bosbes De rode bosbes draagt ook de naam vossenbes. Je raadt wel waarom: de vos heeft deze voedzame bes op zijn menu staan. Als je in het najaar een vossendrol tegenkomt, kun je vaak nog de half verteerde kleurige bessen in zijn uitwerpselen ontdekken. Een vos legt bij voorkeur zijn uitwerpselen - met een kenmerkend puntje - op een kleine verhoging. Iedereen mag zien en ruiken dat dit zijn territorium of leefgebied is.
9
Smeltwaterdal Stuwwallen In de voorlaatste ijstijd bedekten gigantische gletsjers uit Scandinavië het noordelijk deel van ons land. Gletsjers zijn in beweging en alles vernietigend stuwen zij grote stukken land op. Zo ontstonden de stuwwallen. Smeltwaterdal Het werd warmer, het ijs smolt. Het smeltwater tussen de stuwwallen zocht zijn weg naar de rivieren. Het smeltwater nam grind en zand mee. Een langdurig slijtageproces en zo ontstond een smeltwaterdal. Het Haasberger Ravijn is zo’n dal. Het hoogteverschil is hier 30 meter.
5
IVN-Apeldoorn
Vraag: Welke kant liep het water in het smeltwater vroeger op, denk je? QR 9
Smeltwaterdal Leem en grind Als je achter je kijkt zie je dat het smeltwaterdal doorloopt naar beneden. Verder op de wandeling kom je bij de Leemkuil (Gelderse Tuin). Dat is de laagste plek, dus daar ligt het meeste leem en grind dat meegevoerd is door de gletsjers. Het werd de Grindberg genoemd. Tot 1890 is hier veel grind weggehaald voor de bestrating van de Apeldoornse wegen. Pitrus vocht indicator.
10
Buizerd en raaf De kleur van Nederlands meest bekende roofvogel varieert van donkerbruin tot bijna wit. Op jacht naar bijvoorbeeld muizen is hij vaak zwevend te zien, cirkelend op de thermiek met de brede, afgeronde vleugels iets omhoog en de gestreepte staart uitgespreid. Kenmerkend is ook het kie-eh geluid dat hier vaak te horen is en klinkt als het gemiauw van een kat. Raaf De raaf is de meest indrukwekkende Europese zangvogel, met zijn zware lichaam en glanzend zwarte verenpak en ruitvormige staart. Het is niet ieders lieveling, vanwege de inktzwarte veren, zijn rauwe, krassende roep en zijn voorkeur voor aas. Hij eet ook kleine zoogdieren en insecten. Hij is slim, kan prachtig vliegen en blijkt ook nog trouw in de liefde.
QR 10
Activiteit: Sta een stil en luister. Wat hoor je? 10 QR Buizerd en raaf Buizerd Je kunt gerust stellen dat het de meest bekende Nederlandse roofvogel is. Je ziet buizerds vaak zittend op paaltjes in en langs weilanden. Als je de kans krijgt de vogel van dichtbij te bekijken is de buizerd goed te herkennen aan zijn felgele poten. ’s Winters zie je er veel meer, want dan strijken de Scandinavische soortgenoten in grote getale hier neer om te overwinteren. Raaf In 1928 werd het laatste broedgeval van raven in Nijkerk genoteerd. Hij is dankzij een herintroductieprogramma van Duitse raven tussen 1969 en 1992 in Nederland dat deze markante vogel weer terug is van weggeweest. Vervolging was de oorzaak van zijn verdwijning. Aanvankelijk vestigden zich enkele broedparen op de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Alhoewel de aantallen overal laag zijn nestelen ze nu toch ook in meer gebieden. Het wordt raven niet gemakkelijk gemaakt. Met de strengere wetgeving is het laten liggen van kadavers in de natuur moeilijker geworden. En dat is nu juist een belangrijke voedselbron voor hen.
11
Bomen meten Vraag vooraf: Hoe hoog schat jij deze boom ? Wil je weten of het klopt? Hoe hoog is een boom? 1 Zoek een stok die net zo lang is als je arm 2 Houd de stok rechtop in je hand naar boven 3 Strek je arm en richt die op de onderkant van de stam van de boom 4 Kijk nu over de punt van de stok en ga zo staan dat de top van de stok samenvalt met de top van de boom 5 Je staat nu op de plek waar de top van de boom neerkomt als hij in jouw richting om zou vallen 6 Loop in een rechte lijn naar jouw boom en tel het aantal passen 7 Deel het aantal passen door 4 en vermenigvuldig de uitkomst met 3, zo hoog is de boom in meters
QR 11
Bomen meten
6
IVN-Apeldoorn
Leeftijd Iedere boomsoort heeft een gemiddelde lengte. Standplaats en grondsoort spelen daarbij een rol. Aan de hand van de dikte van een boom kan je een schatting doen van de ouderdom. Het vastleggen van de plantdatum is handig. Bosbeheerders zijn daar precies in. Bij sommige herinneringsbomen is onder de boom een koker geplaatst met daarin de plantdatum en andere bijzonderheden rondom de boom. Jaarringen Als je de leeftijd van een boom wilt weten is het tellen van jaarringen een mogelijkheid. Een lichte en een donkere jaarring vormen samen een jaar. De lichte ring ontwikkelt zich in het voorjaar en de donkere ring in de zomer en de herfst. Bomendeskundigen kunnen veel aflezen aan de vorm en dikte van de ringen, bijvoorbeeld over de groeizame en minder groeizame periodes in het leven van een boom. Takkransen bij naaldbomen Bij naaldbomen zou je takkransen kunnen tellen. Dat zijn de plekken waar de takken rondom de stam uitkomen. Ieder jaar ontwikkelt zich een takkrans. Voor de eerste vijftien jaar lukt dat tellen wel. Als de bomen te hoog worden is dat niet goed meer te zien. Ook breken er takken af, waardoor het kranspatroon verbroken wordt. 12
Vingerhoedskruid Bladrozetten en bloemen In de winter vind je de rozetten van bladeren van het vingerhoedskruid. In de zomer verschijnen de hangende kelken aan de stelen die wel 2 meter hoog kunnen worden. Het zijn kleurrijke toortsen in allerlei tinten rozerood en wit. Licht Omdat vingerhoedskruid licht nodig heeft zie je ze in een bos op open plekken, zoals hier. De flinterdunne ronde zaden kunnen wel 100 jaar in de bodem wachten op gunstige omstandigheden en dan komen ze massaal op. Naam Het lijkt net of de plant een steel heeft waaraan allemaal vingerhoeden zitten. Ken je die? Dat zijn een soort dopjes die je op je vinger zet bij het handwerken met naalden zodat je je niet kunt prikken.
QR12
Vraag: Wat valt je op in de kelken? Vraag: Hoeveel andere soorten planten gebruiken deze open plek in het bos? Vingerhoedskruid Bloemen Het eerste jaar vormen de vingerhoedskruiden alleen bladeren. In het tweede jaar volgen de bloemen. Er kunnen er wel 40 aan een steel zitten. De onderste knoppen gaan het eerste open. Soms bloeien er wel 10 bloemen tegelijk. Een bloem kan een week bloeien. Vingerhoedskruiden kleuren het landschap van mei tot oktober.
13
Medicinale toepassing Hoewel de plant giftig is ontdekte de Engelse arts William Withering (1741-1799) uit Birmingham in 1785 de gunstige werking van een bestanddeel van vingerhoedskruid tegen hartritmestoornissen. Het ging om Digoxine dat gewonnen werd uit de bladeren van tweejarige planten. Er zijn veel bijnamen van deze plant bekend: pijpenkop, poppenschoentje, Judasbeurs en slangenbloem. Waarde van bomen Geschiedenis Dit bos is nog in de Tweede Wereldoorlog aangeplant. Het bos dat er vanaf ca. 1942 weer stond werd in die oorlogsperiode gekapt en het hout kreeg een bestemming in de Duitse mijnen. Dit deel van park Berg en Bos geeft een heel andere beleving dan het meer parkachtige deel bij de ingang. Hier gaat het om de financiële opbrengsten van het hout. Het nut van bomen was heel vroeger het belangrijkst. Onze verre voorouders plantten geen bossen voor de sier. Alles was gericht om te overleven. Het ging om de vruchten van de bomen en het hout dat zij leverden. Productiebossen
7
IVN-Apeldoorn
Dit bosperceel is een voorbeeld van een productiebos dat speciaal is aangeplant om hout en dus geld op te leveren. Dezelfde soort bomen zijn dicht naast elkaar geplant, zodat de bomen allemaal naar het licht willen en dus lang worden. Tegenwoordig zijn veel bossen ook voor de recreatie en voor de natuur. Dan wil men er juist zoveel mogelijk verschillende soorten in hebben. QR13
Vraag: Wat valt je op in dit bos? Waarde van bomen Douglas Een van de twee overheersende soorten hier is de Douglas. Omstreeks 1827 bracht David Douglas de zaden naar Europa. Met deze boom hoopte men een goede en snelgroeiende houtproducent binnen gehaald te hebben. En dat is ook zo. De hoogste Nederlandse Douglassen staan in het Paleispark op Het Loo. In Berg en Bos halen ze de 40 meter en zijn daarmee de hoogste bomen van dit bos. Het hout, Origonpine, is goed toepasbaar en brengt veel op. De zaden kiemen geweldig goed. De houding dat deze exoten, bomen van elders, niet in onze bossen geduld worden, kentert. Jonge bomen vertonen bultjes op de stam, als je die open drukt stroomt er hars uit. Oude bomen hebben zeker aan de voet - een extreem ruwe baststructuur. De Douglasnaalden geven een citrusgeur als je die tussen je vingers wrijft. Larix De larix is een naaldboom die in tegenstelling tot veel andere naaldbomen zijn naalden verliest in de winter. Wanneer je hier in de herfst loopt geven de geel kleurende naalden eerst een fraai beeld in de kronen om later de bodem van een warm geel tapijt te voorzien. Het hout van deze bomen is geliefd en goed bruikbaar. De naalden van deze boom zitten in de vorm van rozetjes aan de takken. Alleen bij de nieuwe loten zitten de naalden solitair aan de twijg. Zo kun je goed zien hoeveel een twijg het afgelopen jaar gegroeid is. Het jaar daarna zitten de naalden weer in rozetvorm. De larix verjongt prima in de Veluwse bossen, zoals je kunt zien aan de opslag van deze boom. Massale bomenkap Ongeveer 1500 jaar geleden had men voor de ijzerindustrie vuur, dus hout, nodig om in kleine ovens klapperstenen te smelten. Wat nu in derde wereldlanden gebeurt, massale bomenkap voor de handel, gebeurde toen ook op de Veluwe.
14
Beuk Als er één boom is die alle andere bomen overheerst dan is het de beuk wel. Zet een eik en beuk naast elkaar en de beuk is uiteindelijk de winnaar. De koning van het bos kan op de Veluwse bodem ongeveer 200 jaar worden. Herkennen Je herkent een beuk het hele jaar door aan zijn gladde schors. In de winter zijn de lange dunne knoppen markant. De bloemen zijn klein en weinig opvallend. In het najaar verschijnen de beukennootjes. De bodem onder beuken is niet begroeid. Jonge beukenbomen De meeste beukennootjes vallen niet ver van de boom. Daar proberen ze allemaal te kiemen en een boom te worden. In de schaduw van de moederbomen lukt dat zelden. Ook zijn er veel dieren die ze op hun menu hebben staan: muizen, eekhoorns, duiven en gaaien. Het eerste blad van een jonge plant lijkt helemaal niet op een beukenblad. Vraag: Zie jij jonge beukenboompjes?
QR14
Beuk Beukennootjes Beukennootjes zijn zowel rauw als geroosterd eetbaar voor de mens. Ze bevatten geen blauwzuur zoals
8
IVN-Apeldoorn
vaak gezegd wordt. Het bruine vliesje rondom de nootjes bevatten wel de stof fagine, die bij consumptie van grote hoeveelheden voor hoofdpijn kan zorgen. Als je de nootjes roostert maak je de fagine onschadelijk. Schaduw Kijk eens onder beuken. Wat groeit daar? Niets! Een beuk geeft zoveel schaduw dat er geen andere planten kunnen groeien. De takken liggen dakpansgewijs over elkaar. Ook de slecht verterende bladeren geven niet de beste compost. Kleurverzorger in het bos In het voorjaar geven de zachtgroene bladeren een sprookjesachtige sfeer aan lanen en bossen. De pas ontluikende bladeren hebben een krans van haren aan de randen. Die haren beschermen het blad tegen nachtvorst. Zomers zijn de bladeren diepgroen. In het najaar laten ze een goudgele gloed zien. Mastjaar Niet ieder jaar heeft een beukenboom een grote oogst van driekantige nootjes. Zo’n rijk jaar heet mastjaar. Soms gebeurt dat wel drie jaar achter elkaar. Iedere boom heeft normaal gesproken een cyclus van rijke en minder rijke oogsten. Weinig beukennootjes is geen teken van een ongezonde boom. En veel nootjes voorspellen nog geen strenge winter. Water en CO2 Een honderd jaar oude beuk verdampt driehonderd liter water per dag. Zo brengt deze boom dus aardig wat vocht in zijn omgeving. Maar dat vocht onttrekt die ook aan de bodem. Als je een grote beuk omhaalt moet je daar tweeduizend jonge boompjes tegenover zetten wil je de CO2 opvang compenseren. Boekdrukkunst Beukenhout speelde een rol in het ontstaan van de boekdrukkunst. In beukenhouten blokken kerfde men de letters om ze zo te kunnen afdrukken. Beukenhout splintert niet en was daardoor zeer geschikt. Niet voor niets liggen de woorden beuk en boek heel dicht bij elkaar. 15
Leemkuil en Gelderse Plantentuin Dit is de uitwaaierplek van een smeltwaterdal. Nadat al het grind was uitgegraven bleef er een leemkuil achter. Dit is nu een van de weinige plaatsen op de Veluwe waar leem aan de oppervlakte komt. Door het leem is de aarde hier wat vruchtbaarder dan in de rest van Berg en Bos. Op het diepste punt van de kuil ligt een soort ven met een betonnen bodem dat werd aangelegd in de dertiger jaren. Men heeft hier toen planten die in Gelderland thuishoren, maar grotendeels waren verdwenen, aangeplant. Vraag: Het eerste bord van de route was op 25 meter boven NAP. Hoe hoog staan we hier denk je?
QR 15 16
QR 16
Toekomstbos Je staat nu oog in oog met de samenstelling van een bos zoals men het in de toekomst wil. Het bestaat voornamelijk uit beuken, berken, eiken en grove dennen. De bomen staan niet in het gelid pal naast elkaar, maar er is ruimte om uit te groeien. Zo kan er licht op de grond komen en kunnen daar planten kiemen. Dat de bomen van verschillende leeftijd zijn geeft ook een heel ander beeld. Toekomst bos Beheer is nodig Ooit had men het over klapstoel beheer: zitten en kijken wat de natuur doet. Dat geldt voor bosreservaten, daar mag de natuur zijn gang gaan. Niets doen is hier geen optie als je weet hoeveel zaden bomen verspreiden. Dan groeit alles binnen de kortste keren dicht. Verjonging is wenselijk maar met mate. Vandaar
9
IVN-Apeldoorn
dat beheer nodig is. 17
Diersporen Er zijn veel meer dieren in het bos dan jij ooit tijdens een wandeling ziet. Soms heb je mazzel, maar veel dieren kunnen zich goed verstoppen. Of ze slapen overdag. Dassenburcht De holen op de heuvel zijn van een verlaten dassenburcht. De dassen wonen nu verderop in het bos waar het rustiger is. Overdag slapen deze marterachtige zoogdieren. Deze beschermde dieren wonen met een aantal gezinnen in gegraven burchten. Welke diersporen kun je tegenkomen? Veren van vogels Haren van dassen of zwijnen Nesten van vogels Holen dassen, konijnen, muizen Pootafdrukken bijna ieder dier Etensresten afgekloven veren of kegels Veegsporen van reeën of herten Woelplekken van zwijnen Zoelplek van zwijnen
QR 17
Vraag: Kijk eens om je heen? Van welke dieren zie je sporen? Diersporen Herkennen De een ziet een in de schors geklemde dennenkegel waar een specht op in heeft zitten hakken veel eerder dan een ander. Als je eenmaal weet dat een specht de spleten tussen de schors als houvast gebruikt om een dennenkegel tussen te klemmen, ga je er ook op letten. Zo kan hij de zaden er makkelijker uit krijgen. Als je eenmaal de afgekloven sparrenkegels van een eekhoorn of muis hebt gezien, ga je ook onder bomen speuren naar sporen. Waar vind je sporen Tussen de rode en blauwe bosbesstruiken zijn geen prenten te vinden, maar je kunt er wel wissels ontdekken, uitgesleten paadjes die het wild steeds gebruikt. Op een zandpad heb je eerder kans pootafdrukken te vinden dan op een gras- of grindpad. Als het gesneeuwd heeft word je vaak beloond als je zoekt naar pootafdrukken. Aan de rand van een plas of poel kunnen in de modder ook goed pootafdrukken zichtbaar zijn.
18
Eindbord: Einde Natuurpad met IVN logo en QR
10