Natuurlijke Veranderingen Outdoor Educatie als innovatief leerconcept Implementatie verslag P3
JAN WILLEM HERDER
Professionaliseringstaak 3 Masteropleiding Pedagogiek NHL december 2014
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Natuurlijke Veranderingen Outdoor educatie als innovatief leerconcept Projectverslag P3 Jan Willem Herder studentnummer
273899
december 2014 Masteropleiding Pedagogiek, NHL
2 NHL
Opdrachtgever
Harold Hofenk Hanzehogeschool Groningen Instituut voor Sportstudies
Begeleidende docent
Frits Meijering Vincent Hopmans NHL Masteropleiding Pedagogiek master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
INHOUDSOPGAVE Natuurlijke Veranderingen 1
2
4
Outdoor en educatie Leren in Outdoor context Safety First Ontwerp Gericht Onderzoek
5 5 9 10
Ontwerp Probleemstelling Huidige situatie Visie Gewenste situatie Strategie Organisatie Voorbereiding programma Outdoorweek Organisatie en Programma Outdoorweek Planning
11 11 12 13 13 15 16 17 19 21
3
Incorporatie
24
4
Proces Lessen ter voorbereiding Voorverkenning Programma ontwerp Collega’s Voorbereidingsprogramma Ardennen Uitvoering
25 25 26 27 28 28 29
5
Monitoren en evalueren Voorbereidingsfase Outdoor week Interviews Evaluatie leerinhoud Propedeuse studenten Reflectie programma Outdoor studenten en GBI Algemene eind evaluatie
31 31 32 33 37 40 41
6
Consequenties Curriculum Organisatie en logistiek Programma
42 43 43 44
7
Reflectie Ontwerp gericht onderzoek Rollen
45 45 48
Bibliografie
50
Bijlagen
51
NHL
master Pedagogiek
3
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Natuurlijke Veranderingen In het propedeusejaar van de opleidingen SGM en ALO nemen alle eerste jaars studenten gezamenlijk deel aan een kennismakingskamp. Het evenement vindt plaats aan het einde van lesblok 1, einde oktober/begin november, in de Belgische Ardennen. In een innovatief ontwerp wordt de “Ardennenweek” in het propedeuse jaar van het instituut hernieuwd beschouwd en her ontwikkelt tot een “outdoor week”. Het unieke outdoor project bereikt een grote hoeveelheid studenten en biedt de uitgelezen mogelijkheid om een brede groep studenten een bijzondere en intense leerervaring mee te geven. Propedeuse studenten, studenten van beide curricula uit 2e, 3e, 4e studiefase en externe minorstudenten ervaren, leren van en met elkaar, en werken samen in één integraal leer project. Voor het outdoor leertraject in de opleidingen is dit één van de pareltjes in de gehele opleiding. Outdoor educatie is primair een benadering waarin onderwijzen en leren door (een mix van) outdoor activiteiten en ervaringen centraal staat. De gemeenschappelijke noemer bestaat uit de focus op positieve leeruitkomsten in persoonlijke en sociale setting (The English Outdoor Council, 2005). Aandachtsgebieden in leren, waarin outdoor een krachtige bijdrage kan leveren in het proces, zijn onder andere samenwerking en communicatie, leiderschapsvaardigheden, gedrag in kleine groepen, inzicht en inschattingsvermogen, outdoor vaardigheden en bewustzijn van natuurlijke omgeving en milieu. Dit verslag beschrijft het implementatie proces van het innovatieplan, de resultaten uit het lopende actie onderzoek en de rol die ik als veranderaar hierin vervulde. Het innovatieve ontwerp, waarin het voortraject op het instituut en de uitvoering van het project in de Ardennen wordt beschreven, is de basis voor de interventie zoals gepleegd in november 2014. Jan Willem Herder 1 maart 2015
4 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
1
JW Herder
Outdoor en educatie
Leren in Outdoor context Een cruciale taak van het onderwijs in het algemeen is om een optimale leeromgeving te creëren voor de lerende individu. Hierin speelt het ontwikkelen van leermethoden die mensen kunnen helpen om optimaal te (leren) functioneren als beroepsprofessional, alsmede als individu in de huidige moderne samenleving, een centrale rol. Onder de verschillende veelbelovende methoden bevinden zich interventie programma’s die psychologische en fysieke training met elkaar combineren. Hiervan is outdoor educatie een actueel en sprekend voorbeeld. (Neill, 2008) “Outdoor Education” is een brede term die wordt gegeven aan “out-‐of-‐doors” activiteiten met een variëteit aan doelen. Overeenkomstige termen zijn onder andere “adventure education”, “outdoor Programming”, “outdoor learning” en “outdoor adventure education”. De interpretaties van deze paraplu begrippen zijn pluriform, maar kunnen in hun algemeenheid worden getypeerd als een focus op positieve leeruitkomsten in persoonlijke en sociale setting. (The English Outdoor Council, 2005). Actueel zijn er duizenden organisaties en instituten die ervaringen middels outdoor educatie aanbieden aan miljoenen participanten, met een breed spectrum aan filosofieën, doelen, methoden, doelgroepen en culturele werkvormen. Een onderverdeling in 5 classificaties geeft in deze een richting aan de diversiteit aan motieven in outdoor educatie; Doelen/ verwachte uitkomsten
Omschrijving
Recreatief / Fysiek
Leisure (plezier, ontspanning, genieten), fysieke fitheid, Outdoor vaardigheid training Direct (onderwerp-‐kennis) en Indirect ( bv theoretisch zelf concept) Persoonlijke en sociale ontwikkeling, levens-‐vaardigheden, gedrag Verbeteren van disfunctionele persoons-‐ en groeps-‐gedragspatronen Milieu, attitude, duurzaamheid, kennis, gedrag (Neill, 2008) naar (Abbot, 1987), (Ewert, 1989) en (Priest & Gass, 1997)
Educatief Ontwikkelingsgericht Therapeutisch Natuurlijke omgeving
Het gebruik van Outdoor ervaringen voor educatieve doelen heeft een rijke historie. Plato prees de waarde van outdoor ervaringen voor het ontwikkelen van een gezond lichaam, wat vervolgens zou leiden tot een gezonde geest. Moderne outdoor educatie vindt haar wortels veelal in de ervarings theorieën. 2 centrale, theoretische ontwikkelingen in ervarings theorie die als substantiële basis gelden in de begripsvorming van outdoor educatie, zijn de ervaringstheorie van Dewey (1938) en de theorie van ervarings cycli en –golven. Een korte uitleg illustreert de rol van de ervaring theorieën in outdoor educatie. Dewey wordt wereldwijd herkend als de meest significante en invloedrijke denker op het gebied van onderwijs in de 20ste eeuw, en wordt door een grote meerderheid van vakbroeders aangewezen als de moderne filosofische grondlegger van de ervaringsleer. Met de publicatie van “Experience and Education” (1938/1963) legde Dewey zijn ervarings theorie voor het voetlicht en vormde daarmee een theoretische basis voor vele belangrijke ervarings gerichte onderwijs experimenten, waaronder outdoor educatie (Neill, 2008). Volgens Dewey hebben ervaringen een hoge potentie tot leren, mits er optimale balans bestaat tussen vrijheid van eigen ervaren en sturing door een facilitator in dit proces. De vrijheid van leren bestaat volgens Dewey in een situatie waarin op de juiste wijze de beperkingen van het traditionele didactische leren wordt aangepast naar een juiste, adequate leeromgeving, met de juiste sturing. De student leert van voorgaande ervaringen (continuiteit) en de verbinding van deze ervaringen met de huidige en nieuwe ervaringen (interactie). Het ervarings leer proces leunt in de theorie van Dewey op de actieve betrokkenheid van de student. De student leert op het moment dat hij gedragsexperimenten aangaat en bewust reflecteert op deze ervaringen (reflectie op actie). NHL
master Pedagogiek
5
professionaliseringstaak 3
JW Herder
“Back to basic” of “back to nature” zijn vanuit outdoor Education veel gebruikte begrippen, als startpunt voor het nieuwe leren. In outdoor creëert de lerende zijn eigen leren; oorzaak en gevolg liggen logischer wijs dicht bij elkaar, stapsgewijs moet worden gezocht naar oplossingen die voor handen zijn. Niets dan een natuurlijke omgeving staat ter beschikking, waardoor gerichtheid in leren wordt gestimuleerd. Instructies vinden kort plaats, waarna de lerende in een bestaande, werkelijke situatie actief betrokken is bij de inhoud, ondersteund door leermaterialen en sociale interactie in kleine leergroepen. Leeractiviteiten bestaan onder andere uit het observeren van (natuur) fenomenen, hieruit data verzamelen en testen van aannames, in samenwerking met andere lerenden. Klassen en groepen verlaten hierbij het traditionele klaslokaal. Buiten, op locatie, in outdoor situatie, vindt het leren plaats. Ervarings leer processen worden vaak beschreven als cyclisch, of als golfbewegingen. Deze modellen leggen de nadruk op de iteratieve aard van het actie-‐reflectieproces zoals Dewey beschrijft. Kolb (1984) beaamde het uitgangspunt dat ervaring de drager is voor het leren, maar dat de cognitieve verwerking, analyse en reflectieve elaboratie van de ervaring benodigd is voor “deep learning”. Kolb stelde een 4-‐stadia model voor waarin leren volgens hem het meest optimaal kon worden geconceptualiseerd; de ervaring zelf, de reflectie op de ervaring, het filteren van kennis uit deze reflectie en de transfer van het leren door dit leren toe te passen in nieuwe situaties. Leren kan beginnen bij elk genoemde stadium en het proces moet worden beschouwd als een herhalende spiraal (Kolb, 1984). Het 4-‐stadia model van Kolb is het meest populaire cyclische ervaringsmodel dat ook in outdoor educatie veelvuldig wordt gebruikt als basis (Neill, 2008). Outdoor educatie is niet exclusief terug te brengen tot de theoretische basis van ervaring theorieën. Desalniettemin voorzien de verschillende ervaringstheorieën in een veelgebruikt gezamenlijk startpunt, een theoretische identiteit en een waardevolle bron van sturing voor vele outdoor educatie programma’s. Ervarend leren in Outdoor als middel inzetten heeft een educatieve waarde op een breed vlak van persoonlijke ontwikkeling. Leren in outdoor context is een concept dat zowel directe leeruitkomsten genereert, zoals hoe een lawineslachtoffer terug te vinden in de sneeuw, als ook transferabele leeruitkomsten, zoals het aannemen van nieuwe en gezonde recreatieve gewoontes bij terugkomst in de oude leefomgeving (McKenzie, 2003). Voor de meeste studenten zal het outdoor onderwijs georganiseerd moeten worden in een context die de lerende terugzet naar (natuurlijke) basiswaarden, verwondert, intrigeert, uitdaagt, aanzet tot nieuwe inzichten, of een ander educatieve setting die buiten de bekende valt. Mits gevolgd door een follow-‐up programma dat ruimte biedt aan de verwerking en transfer van leeruitkomsten uit opgedane ervaringen in de outdoor setting, zal een verandering in het dagelijkse leven kunnen worden gerealiseerd. Het gebruik van een natuurlijke leer-‐omgeving levert constructieve ervaringen en leerwinsten op het gebied van natuurbeleving en sport, maar ook binnen gebieden als bijvoorbeeld sociale vorming, persoonlijke ontwikkeling, management gerelateerde onderwerpen en veranderkundige thema’s. Het onderwijs vindt veelal plaats in een natuurlijke, uitdagende en inspirerende omgeving, ontdaan van overmatige afleiding zoals de dagelijkse drukte met bijbehorende werkstress en sociale setting. Een natuurlijke omgeving voorziet in een neutrale, directe, ondubbelzinnige feedback die aanmoedigt tot adaptieve omgang in plaats van terugvallen op vertrouwde verdedigingsstrategieën (Hattie, Marsh, Neill, & Richards, 1997). Je bevinden buiten een normale, vertrouwde context bevrijdt je van voorgaande bekende beperkingen, verhoogt arousal en focus en moedigt aan tot het experimenteren met “nieuwe psychologische strategieën of een frisse kijk op eigen identiteit” (Neill, 2008). Succesfactoren in outdoor educatie zijn veelzijdig en talrijk. Onderzoeken tonen aan dat outdoor educatie geconcentreerde leeruitkomsten biedt en een tastbare transfer opleveren naar verder leren en ontwikkelen in de meer eigen omgeving van de lerende. Outdoor activiteiten bieden een verbreding en verdieping in het bewegingsonderwijs, de samenleving in het algemeen en stimuleren daarmee een actief en gezond leefpatroon. In de directe en indirecte omgeving van het opleidingsinstituut liggen kansen tot constructieve samenwerking met sportinstituten en –bonden, als ook vergroting van het onderwijs netwerk ten behoeven van de student. Outdoor Educatie geeft diepte aan het sport (onderwijs) gerichte curriculum en levert een master Pedagogiek 6 NHL
professionaliseringstaak 3
JW Herder
belangrijke bijdrage aan de fysieke, sociale en persoonlijke ontwikkeling van de student. Binnen het bachelor niveau onderwijs aan het Instituut voor Sportstudies is er een meervoudige link te leggen met outdoor educatie; •
•
•
•
Binnen de opleiding Academie Lichamelijke oefening (ALO) spelen actieve sportdeelname en outdoor vaardigheid een rol, in aansluiting bij de hedendaagse sportcultuur waarin outdoor een prominente plek inneemt. Trendsporten hebben een motiverende en actieve rol in het curriculum van de ALO, waarin Outdoor al jaren deel van uitmaakt. Vanuit hetzelfde sociaal-‐maatschappelijke motief ligt er binnen de opleiding Sport, Gezondheid en Management (SGM) een verbinding met leisure en fysieke fitheid als gezondheidsmotief. Healthy ageing wordt nadrukkelijk benoemt in de visie van de Hanzehogeschool, alsmede het Instituut voor Sportstudies. In augustus 2013 begeleidde ik in de rol van chef de mission van het expeditie team 25 collega’s van 19 verschillende schools en 5 stafbureaus van de HG naar de top van de Kilimanjaro, waarbij dit credo de boventoon voerde. SGM studenten zijn te beschouwen als de toekomstige ambassadeurs van healthy ageing, waarbij het gebruik van outdoor een waardevolle bron kan zijn. De bachelor student aan het Instituut voor Sportstudies ontwikkelt zich in de loop van de 4 studiefasen tot een kenniswerker in de sport. Vorming en ontwikkeling van persoon en diens gedrag in zijn sociale omgeving door middel van een sport gerelateerde setting is daarbij een passend uitgangspunt. Actieve participatie in het sportonderwijs aan het instituut “learning by doing”, is hierbij een veelgebruikt principe. Outdoor leent zich als ervarings gericht onderwijs concept goed voor dit principe. De propedeusestudenten nemen in november van hun studiejaar deel aan een outdoorweek in de Ardennen. Samenwerking, leiderschap, probleemoplossend vermogen en projectmatig werken als leereenheden worden in de outdoor setting krachtig benadrukt. De natuurlijke (sport) omgeving is een onderdeel van het toekomstige werkveld van de student. Kennis van de meest gebruikte omgevingscontexten is daarbij waardevol. Tijdens de winterschool van SGM maakt de student kennis met het alpine landschap als een voorbeeld van werkomgeving voor de toekomstige kenniswerker in de (sneeuw)sport. Veel studenten van het Instituut komen niet exclusief in het onderwijs terecht. Veel ALO studenten hebben een perspectief op een baan in het onderwijs, maar vooral SGM studenten richten zich op de commerciële sport-‐ en gezondheids omgeving. Wintersport bijvoorbeeld beheerst een enorme markt binnen het sportaanbod in Nederland. Zowel op het gebied van sportgerichte instructie als op gebied van healthy ageing, sportgezondheid en –management zal de SGM student een breed potentieel werkveld treffen in het alpine terrein. Kennis van deze outdoor omgeving is daarbij een must. Hetzelfde geldt voor het professionele outdoor werkveld op andere natuurlocaties in Europa, waarvoor ook ALO en SGM een gedeeltelijke opleidingsfunctie vervullen naast de verenigings-‐ en bonds opleidingen op dat gebied.
Op het instituut voor Sportstudies komt het “learning by doing” principe veelvuldig terug in het onderwijsaanbod. Op de ALO wordt in de veelvuldige bewegingslessen nog immer gewerkt met het gevleugelde principe “praatje, plaatje, daadje”; een inleiding, gevolgd door een actief bewegingsvoorbeeld, waarna de individu of groep aan de slag gaat met het zelf oefenen van het segment. In een cyclisch proces wordt daarna vaak gedifferentieerd in de opdrachten en oefeningen ten aanzien van het zelfde segment, met als beoogd resultaat een zelfstandige, voorbeeldige beheersing van de leerinhoud. De student gaat een actief leerproces aan, waarbij hij/zij als lerende middels een onderzoekende houding zijn/haar eigen leren construeert en vormgeeft, onder begeleiding en coaching van de docent, als facilitator van het leren. Ook binnen de SGM opleiding wordt middels dit principe gewerkt in het aangeboden praktijkonderwijs. Dit onderwijsprincipe komt eveneens terug in de meer recente pedagogisch-‐didactische principes van het Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO). In dit “experience centered education”, of ervarings gericht onderwijs type liggen leertaken weliswaar vast en omschreven middels inspirerende opdrachten en taken, maar vormt de student zelf een eigen individueel bepaald leertraject. Binnen het leerprincipe kunnen leeruitkomsten NHL
master Pedagogiek
7
professionaliseringstaak 3
JW Herder
worden behaald via een eigen chronologie en leerweg, waarin de docent / coach de route begeleidt en daar waar nodig bijstuurt tot een voor de student optimale route. Met name elementen als planmatig werken, kritisch denken en probleem oplossend vermogen staan in deze onderwijs setting op de voorgrond. Outdoor educatie vindt een plaats in beide concepten, en sluit aan op het onderwijs zoals aangeboden op het Instituut voor Sportstudies. De kracht van outdoor educatie is de plaatsing en benadering van lerenden in een natuurlijke leeromgeving. De natuurlijke omgeving voorziet de lerende in een set van natuurlijke consequenties die echt en uitdagend zijn, waardoor docenten facilitator en coach kunnen zijn in het natuurlijke en eigen leerproces van de student. Lerenden worden geplaatst in een onbekende setting, waardoor binding met andere lerenden wordt bespoedigd. Zij werken samen om een velerlei aan uitdagingen en problemen aan te pakken en op te lossen. Zelfvertrouwen, -‐regulatie, -‐werkzaamheid, -‐redzaamheid, vertrouwen, communicatie, teamwork en probleemoplossing zijn hierin enkele centrale aandachtspunten. Door deze uitdagingen ontwikkelt de lerende zelf een variëteit aan vaardigheden voor het leven (Woller, 2008). Door in het curriculum een expliciete verbinding te maken tussen de outdoor en indoor leeromgeving op het instituut zullen leerwinsten uit de outdoor setting ook daadwerkelijk resultaten voor de lange duur mogelijk maken. Door een actieve follow-‐up, bijvoorbeeld in het eerder genoemde cyclische en iteratieve proces, waarbij outdoor educatie leer elementen worden geïntegreerd in het reguliere onderwijs zal “deep learning” ontstaan en beklijven. Outdoor leer ervaringen excluderen van het initiële curriculum zal slechts korte termijn effecten sorteren. Onderwijs op educatief betekenisvolle en werkzame wijze aansluiten bij de beoogde doelgroep is essentieel. Outdoor is de laatste jaren weer actueel, hip, of beter, “trending”. Jongeren worden door verschillende media overstelpt met video’s en foto’s waarin outdoor sporthelden zich begeven in steeds ontoegankelijker (outdoor) terrein en in het overweldigende, spectaculaire natuurgeweld de mooiste afdalingen, beklimmingen of anderzijds avonturen beleven. De “coolness” van de helden wordt onder andere gekenmerkt door een ultieme beheersing van outdoor-‐skills, gedegen en onderbouwde kennis van de natuur, een (soms extreem) hoge doch berekende risico acceptatie en een ultiem gevoel van vrijheid. Deze (voor-‐) beelden en verhalen leveren een sterke motivatie voor de lerende om zich eveneens te binden met outdoor. Als individu genereer je veel (positieve) aandacht in je sociale omgeving door mooie trektochten in de wildernis, stoere beklimmingen en een “active outdoor lifestyle” te presenteren via platforms als Facebook, Twitter, Pinterest, etc. Jij en de natuur, een ultieme ervaring die je vormt… Naast de voornoemde “fun”, “extreme” en “active lifestyle” motieven vinden ook ecologische thema’s bij dezelfde jongeren een plaats. Het nastreven van een ecologisch bewustzijn met bijpassend gedrag en een duurzame, pro-‐actieve, eco-‐ vriendelijke attitude past in de moderne jongerencultuur. Awareness is het paraplu begrip waaraan de jongeren zich bewust confirmeren. Ook Aandacht en Respect voor de natuur is “trending” en maakt deel uit van de totale outdoor beleving en interesse van de huidige adolescent. Door deze, voor de doelgroep aansprekende, outdoor omgeving te integreren in het reguliere curriculum, zal de lerende individu intrinsiek worden gemotiveerd tot het actief aangaan van de beoogde (ervarings-‐) leerprocessen.
8 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Safety First In Outdoor zijn skills een belangrijke voorwaarde om veilig en verantwoord te leren en handelen. Dat is niet uitzonderlijk, aangezien in elk onderwijs-‐ en/of beroepsvlak expertise een belangrijk fundament is om een veilige leer-‐werk omgeving te creëren. In outdoor gelden echter ook directe veiligheidsvoorwaarden, om het leren zelf veilig te kunnen laten verlopen. In wisselende weersomstandigheden, op hoogte, blootgesteld aan de grillen van de natuur, dienen weloverwogen keuzes gemaakt te worden ten aanzien van onder andere de inhoud en de duur ervan, de locatie, het moment van de dag en de groepsgrootte. In dit licht omvat de eerder gebruikte term “Awareness” dan ook meer dan een ecologisch inzicht en begrip voor de natuurlijke omgeving. Awareness wordt eveneens als duidende term gebruikt voor risicomanagement gerelateerde content, bijvoorbeeld ten aanzien van risico inschatting, -‐acceptatie en –beheersing. Aan het eind van de dag dient in acht te worden genomen dat de “laaglanders”, na een inspannende dag, met afnemende temperatuur en daglicht er een vlotte, uitdagende leersituatie wordt gecreëerd die tevens voor iedereen zowel fysiologisch als ook emotioneel en psychologisch veilig is. Rand voorwaardelijke veiligheid vraagt om mechanische en organisatorische expertise. De aandacht ligt hierbij eerst op de zelfverantwoordelijke individu. Zorg dat je als individu eerst controle hebt over je eigen handelen, door middel van een gestructureerde voorbereiding, als ook constructief en verantwoord handelen ter plekke. Daarmee ben je tegelijkertijd een veilige factor voor je omgeving, de medestudent, en benadrukt een veilig individueel handelen ook direct de veiligheid voor de groep, het team. Verzaken, weerleggen van eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van veiligheid heeft een direct effect op (de veiligheid van) de groep. Verschuilen kan in outdoor terrein niet, waardoor groepsdynamische processen open en rechtstreeks plaatsvinden. “Safety First” leunt op het grondprincipe dat er eerst een technische veiligheid moet zijn voor jezelf en je team, waarvoor je in de eerste plaats ook zelf verantwoordelijk bent. Pas daarna kan verdere interactie en handelen met het team en omgeving plaatsvinden. Het bewust en zelfverantwoordelijke handelen (“awareness”) in Outdoor situatie is een belangrijke basis, die een evenzo belangrijke basis voorziet als beoogde transfer naar het dagelijks handelen van de persoon buiten deze outdoor omgeving.
NHL
master Pedagogiek
9
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Ontwerp Gericht Onderzoek Vanaf de jaren negentig zien we dat ook sociale wetenschappers een onderzoeksaanpak zijn gaan ontwikkelen waarmee principe-‐oplossingen worden ontworpen. In deze aanpak, die bekend is geworden als ontwerpgericht onderzoek (Design Based Research) of praktijk onderzoek, staat onderzoek steeds in dienst van het ontwerpen van (generieke) oplossingen voor praktijkproblemen (Klapwijk, 2013). Het ontwerp gerichte onderzoek, waarvan in dit verslag de implementatie fase wordt beschreven, levert verschillende resultaten op die voor een volgende editie van waarde kunnen zijn. Een generieke oplossing zal echter niet in één ontwerpronde kunnen ontstaan. Typerend voor het ontwerpgerichte onderzoek is het iteratieve karakter, het synthetiseren van resultaten uit verschillende gevalstudies in een ontwerp en de voortdurende afwisseling tussen ontwerpen en onderzoeken (Aken & Andriessen (red), 2011). Het komt heel vaak voor dat de eerste testen zwakke of geen resultaten geven omdat het ontwerp nog ‘gefinetuned’ en geoptimaliseerd moet worden (Walker, 2006). Zolang er wel sprake is van “proof of principle” is er ondanks die zwakke resultaten alle reden om door te gaan met het ontwikkelwerk. Het onderzoek is toepassingsgericht en bedoeld om een vraag uit het werkveld van het onderwijs te beantwoorden. Het doel is niet alleen theoretische kennis te creëren, maar ook om innovatieve oplossingen te ontwikkelen. In de ontwerpgerichte onderzoeksaanpak vinden we aandacht voor het creatief ontwerpen. In deze methodiek voor praktijkgericht onderzoek worden innovaties systematisch ontwikkeld en wetenschappelijk onderbouwd (Klapwijk, 2013). Kenmerkend voor de outdoor week als ontwerp gericht onderzoek is de aandacht voor het ontwerpen van (vernieuwende) oplossingen. Ontwerpgericht onderzoek is meer dan een analyse van praktijkproblemen. In P2 wordt een probleemanalyse gebruikt om te komen tot specifieke ideeën ten aanzien van de te plegen interventie. Dit is een creatieve sprong. De oplossingen zijn niet deductief af te leiden uit het onderzoek naar het probleem. Wel sluiten ze erop aan. Een belangrijk doel is het ontwikkelen van oplossingen en/of ontwerpregels voor oplossingen die een grotere geldigheid hebben, dus niet slechts waarde hebben voor het enkele probleem van de outdoor week. De onderzochte waarden uit het project kunnen leidend zijn voor verdere verdieping van het curriculum middels outdoor onderwijs binnen het Instituut voor Sportstudies, en exemplarisch voor onderwijs elders. In de implementatie fase van P3 worden de oplossingen uitgeprobeerd, getest en doorontwikkeld. Voor het specifieke outdoor project wordt een prototype op maat ontwikkeld. Op basis van theorie en onderzoek hebben zijn er verwachtingen over het effect van deze oplossing. Door de oplossing in een praktijksituatie te implementeren kunnen we nagaan of het prototype functioneert volgens de voorspellingen (Aken & Andriessen (red), 2011).
10 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
2
Ontwerp
JW Herder
In het propedeusejaar van de opleidingen SGM en ALO nemen alle eerste jaars studenten gezamenlijk deel aan een kennismakingskamp. Het evenement vindt plaats aan het einde van lesblok 1, einde oktober/begin november, in de Belgische Ardennen. Gedurende 5 dagen nemen de klassen deel aan een recreatief evenement met als motieven; • • • •
het afsluiten van het introductieblok het benoemen en benadrukken van de gevormde klas als groep het vieren en verzilveren van de eerst behaalde resultaten als student op de opleiding het belonen van de groep, het enthousiasmeren van de studenten voor vervolg binnen het instituut voor sportstudies
In het vernieuwde ontwerp wordt de “Ardennenweek” in het propedeuse jaar van het instituut hernieuwd beschouwd en her ontwikkelt tot een “outdoor week”. Factoren die bepalend zijn voor mijn keuze van dit project, als innovatie binnen de initiële opleidingen SGM en ALO, zijn; • • • • • •
Het betreft een bestaand project, dat is opgenomen in de planning van het instituut en daadwerkelijk plaatsvindt. Hiermee is ook een tastbaar resultaat zichtbaar en meetbaar. Het evenement speelt zich per definitie af in een nieuwe, uitdagende outdoor omgeving Het handelt om een meerdaags project, waarin verschillende outdoor educatie elementen tot hun recht kunnen komen Het bereiken van een hele jaargroep, verzameld op een outdoor locatie. Gegarandeerde participatie door alle studenten. Het evenement biedt ruimte aan innovatie, waarbij vanaf verschillende invalshoeken er een verhoogd en verbeterd leerresultaat kan worden geboekt. In dit project ben ik persoonlijk betrokken als één van de coördinatoren. Dit maakt de ontwikkeling makkelijk en kan ik gebruik maken van alle beschikbare kanalen om de innovatie door te voeren.
Het model van Stroes en Egberts werkt volgens een aantal logische stappen om tot een interventie te komen. Binnen dit model zijn drie veranderingsproces modellen vertegenwoordigd: het is deels sequentieel (lineair), deels iteratief (cyclisch) en deels irregulier (chaotisch). Hierdoor is het noodzakelijk om er flexibel mee om te gaan en steeds opnieuw rekening te houden met de verbanden van de andere stappen. In het model wordt gestart met de probleemstelling met als gevolg dat een vrije, onbelaste gedachtevorming over toekomst en doelen ontstaat (Stroes & Egberts, 1996)
Probleemstelling De projectweek in de Belgische Ardennen voor de propedeusestudenten biedt een uitgelezen kans om vanuit verschillende invalshoeken een constructieve outdoor leeromgeving te creëren. De kern van het project wordt gevormd door de studenten uit het propedeuse jaar, die samen met hun studieloopbaanbegeleiders een uitdagend outdoor programma beleven en ervaren. In het hernieuwde outdoor programma volgen de propedeuse studenten een meerdaags traject door de Belgische Ardennen waarbij zij in outdoor setting samen ervaren en leren. Naast het inhoudelijke outdoor programma voor de propedeuse studenten en studieloopbaanbegeleiders wordt ook de organisatiestructuur van het project her ontworpen om meer doelgroepen te kunnen faciliteren in leren. De outdoor studenten van het instituut worden actief betrokken bij het project, zodat ook zij in dit project een fundamentele (leer) rol krijgen. In de verschillende studiefasen van hun opleiding krijgen zij verschillende rollen in de nieuwe structuur. In de eerste schil om de kern van de propedeusestudenten en SLBers zijn de outdoor studenten vanuit verschillende (leer)taken verantwoordelijk voor het plaatsvinden van het evenement, in samenwerking met instructeurs van het outdoor bedrijf. NHL master Pedagogiek 11
professionaliseringstaak 3
JW Herder
In de buitenste schil begeleiden en waarborgen outdoor docenten en coördinatoren van het outdoor bedrijf het proces, de leeromgeving, de platte organisatie en de overall veiligheid binnen het project. In deze omgeving zijn verschillende stakeholders te signaleren, die allen een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het project, en tevens individuele leeruitkomsten kunnen genereren uit de samenwerking met de andere partijen. • • • • • • • •
Studenten eerste jaar SGM en ALO Studieloopbaanbegeleiders (SLB) Studenten O&A 2e studiefase Studenten O&A 3e studiefase, samen met studenten Toegepaste Psychologie (TP) Studenten O&A 4e studiefase Docenten O&A Outdoor bedrijf Mountain Network Management Instituut voor Sportstudies
Door de combinatie van een uitdagend en betekenisvol evenement voor de propedeuse studenten met de leeromgeving voor de 2e, 3e en 4e jaars studenten uit de outdoor profilering ontstaat een krachtige leeromgeving voor allen. Hierbij worden Studieloopbaanbegeleiders van de propedeuse klassen actief betrokken bij hun eigen groep, en begeleiden de outdoor docenten tezamen met het outdoor bedrijf de respectievelijke leer-‐procesmatige en logistieke activiteiten.
Huidige situatie In P1 werd de huidige onderwijssetting van het instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Groningen in kaart gebracht. Onderwijsvernieuwing en het implementeren van nieuwe leerlijnen vergen veel energie van alle betrokkenen binnen het instituut. In een optimale leer-‐, onderwijs-‐ en werkomgeving ontwikkelen docenten “bottom up” een uitdagend en inspirerend curriculum. Docenten zijn experts op hun eigen vakgebied en slaan de bruggen tussen de verschillende onderdelen in het curriculum. Outdoor bestaat inmiddels 15 jaar als profilering binnen het instituut voor sportstudies, in verschillende verschijningsvormen. In de meeste recente curriculumvernieuwing is het de taak aan de experts binnen de context Outdoor&Adventure om verdere integratie en samengaan met dit nieuw curriculum te bewerkstelligen. In de huidige vorm van de “Ardennenweek” gaan studenten van het propedeusejaar gedurende 4 dagen op pad met hun eigen klas. Onderweg komen de studenten langs verschillende locaties met outdoor activiteiten. De activiteiten zijn met name recreatief en belevingsgericht. Eén studieloopbaanbegeleider (SLB) per klas loopt mee met de klas, om ze in toom te houden als dat nodig mocht zijn. Het outdoor bedrijf verzorgt alle activiteiten, hier of daar bijgestaan door enkele outdoor studenten, die daarmee werkervaring op kunnen doen.
12 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Visie De Outdoor omgeving heeft een groot potentieel voor leren. Outdoor leer ervaringen worden vaak een leven lang herinnerd. Het integreren van leren en outdoor ervaringen, zowel in semi-‐natuurlijke omgeving van bijvoorbeeld het stadspark (“greenspaces”), milde outdoor setting als Lauwersmeergebied en Veluwe als ook met name in de authentieke natuur van Ardennen, Pyreneeën of alpen, leveren relevantie en diepte aan het curriculum op een manier die indoor veel moeilijker te bereiken is. Leren in outdoor setting kan plezierig, creatief, uitdagend en avontuurlijk zijn, en helpt lerenden door ervaringen op een krachtige wijze om te groeien als een zelfbewust, zelfverzekerd en verantwoordelijk individu met een waardering voor de natuurlijke en sociale omgeving (Learning and Teaching Scotland, 2010). Outdoor educatie voegt een krachtige, leer dimensie toe aan het onderwijs binnen het instituut, en verenigt de opleidingen ALO en SGM op inhoudelijk vlak. Het profiel Outdoor&Adventure stelt een voorbeeld van een optimale leeromgeving voor de lerende student op het Instituut voor Sportstudies. De unieke leerervaringen en –winsten die outdoor educatie leveren behoren integraal beschikbaar te zijn voor elke student, docent en context binnen de curricula van het Instituut voor Sportstudies. De Ardennenweek in het propedeusejaar biedt een uitgelezen kans om Outdoor en educatie verdiept te integreren in een bestaand curriculumprogramma.
Gewenste situatie De outdoor week levert een leersituatie in optimaforma voor verschillende leergroepen binnen het instituut voor sportstudies. Op organisatorisch en inhoudelijk gebied levert het outdoor project een vruchtbare grond voor een uiterst gezonde, natuurlijke leerervaring. Propedeusestudenten leren in de outdoor omgeving van de Ardennen, waarin zij met hun eigen klas meerdere dagen gezamenlijk onderweg zijn in de natuur. Door middel van accurate navigatie, doeltreffende bivak vaardigheden, doorzettingsvermogen en teamgeest in een natuurlijke omgeving volbrengen zij gezamenlijk de uitdagende tocht van A naar B. Zij volgen een ervaringsgericht outdoor programma, waarin onderwerpen als bewustwording van eigen individu en groep, gedrag, attitude, zelfsturing, vervullen van team rol en leiderschap aan bod komen. Studenten worden actief gestimuleerd om in een uitdagende omgeving zichzelf en het team te sturen op een succesvol verloop van het programma. Verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag en de groep wordt gevraagd en geëist in meerdere situaties, waarbij basiscompetenties voor het leven en omgaan met de natuur centraal staan. Verschillende teamrollen worden benadrukt om projectmatig succesvol te kunnen functioneren. In het initiële programma staan kerntaken op het programma, waarin project matig werken aan de orde komen. De leeruitkomsten uit de outdoor week sluiten hierop aan. Verantwoord gedrag, ervaringsleren maar ook waardering en plezier in outdoor terrein staan voorop. SLB docenten nemen in de vernieuwde structuur actief deel aan het proces van de propedeuse studenten in hun eigen groep. Beide SLB docenten zijn alle dagen met de groep op pad. Zij worden medebegeleider, samen met outdoor studenten bewaken zij het groeiproces van de groep. Docenten geven feedback op ieders individuele rol, in het kader van de kerntaken gericht op project matig werken, teamrollen en zelfsturing. De actieve participatie van de docenten creëert een sterkere sociale en emotionele binding met de eigen groep. Daarnaast zijn alle collega’s uit het propedeuse jaar meerdere dagen gezamenlijk aanwezig op de locatie in België. Zij leven samen gedurende enkele dagen, wat ook de binding tussen de collega’s versterkt. Op locatie is er een natuurlijkere omstandigheid waarin collega’s informeel, zonder werk-‐ en/of gezinsdruk met elkaar kunnen interacteren. O&A2 studenten leren in het project om op locatie veilige ervarings-‐ en leer situaties te creëren voor de propedeusestudenten. O&A2 studenten ontwerpen en begeleiden outdoor activiteiten in dienst van het programma voor de propedeusestudenten, en leren aldus om outdoor als leermiddel te gebruiken en om als NHL
master Pedagogiek
13
professionaliseringstaak 3
JW Herder
zelfstandig instructeur te opereren. Instructeurs van het outdoor bedrijf voeren een (veiligheids-‐) controlerende taak uit en leveren feedback op de handelingen van de O&A studenten. 2e jaars studenten hebben de taak om alle technische activiteiten op de locaties te voorzien, van programma, lesontwerp tot organisatie-‐ en begeleidingstaken. O&A3 studenten ervaren en leren, gezamenlijk met studenten Toegepaste Psychologie, om in een natuurlijke omgeving met outdoor als hulpmiddel een groep veilig te begeleiden en sturen in groepsdynamische leerprocessen. Deze procesbegeleiders gaan samen met de propedeusegroepen de meerdaagse tocht aan. Dit intensieve contact creëert en bevordert leerkansen en –uitkomsten voor de propedeusestudenten, als ook voor de lerende procesbegeleiders zelf. De procesbegeleiders stellen zich op als coach en stimuleren de propedeusestudenten om met een positieve en open instelling de uitdagende tocht aan te gaan. Om als team te slagen worden de propedeusestudenten door de procesbegeleiders gecoacht op hun gedrag, waarin onder andere probleemoplossend vermogen, zelfregulatie, conflicthantering, samenwerking en teamrollen aan bod komen. Door de organisatietaken en bijbehorende verantwoordelijkheden in een projectopdracht bij enkele O&A4 studenten neer te leggen worden deze geconfronteerd met een uiterst levend, complex en tastbaar product. Organisatiekunde, overkoepelend inzicht in programma en outdoor thematiek en competenties op het gebied van aansturen en communiceren komen hier expliciet aan de orde. De studenten in het projectteam dragen zorg voor zowel organisatie en uitvoering, als ook de borging van de inhoudelijke leervraag voor de verschillende doelgroepen. O&A docenten richten zich op de leeruitkomsten van de O&A studenten. Zij observeren, begeleiden en beoordelen de studenten outdoor in de verschillende rollen als locatie-‐instructeur, groep (proces)begeleider en projectorganisatoren. Tijdens de uitvoering van het project zijn zij tevens de bewakers van het feitelijke en juiste plaatsvinden van het programma voor alle betrokken partijen. Voorafgaand aan de uitvoering van het feitelijke project dragen de outdoor docenten zorg voor het juiste opleidingsplan om de outdoor studenten in de Ardennen te kunnen laten excelleren. Het Outdoor bedrijf speelt in de vernieuwde hoedanigheid een meer faciliterende rol, waarbij samenwerking met staf O&A docenten en 4e jaars studenten belangrijk is om de gehele organisatie van het evenement gladjes en veilig te laten verlopen. Het bedrijf wordt zodoende een actieve leer werkplek voor de outdoor studenten. Meerdere studenten O&A vervangen een betaalde kracht uit het bedrijf, waardoor het ook voor het bedrijf aantrekkelijk wordt om deze samenwerking aan te gaan. Daarbij wordt wel van de aanwezige instructeurs van het bedrijf verwacht dat zij een begeleidende, adviserende als ook deels beoordelende rol vervullen in het groeiproces van de outdoor student, in een programma waarbij de feitelijke “klant”, de propedeuse student, een volwaardig programma kan ervaren. Door een vernieuwde organisatorische en inhoudelijke inrichting van het project leveren meer stakeholders een constructieve bijdrage aan het leerproces van zowel de propedeusestudenten als ook zichzelf. Door aanpassen van de rollen van de stakeholders ontstaat een andere focus op het project, waarbij meer leerwinst gehaald kan worden uit de outdoor setting van het project. Het programma zal meer ervaringsgericht zijn op het leren in een outdoor context, met als doel dit als leeruitkomst mee te nemen naar de volgende studiefase.
14 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Strategie De beoogde interventie op het programma in de Belgische Ardennen vraagt aanpassingen in de huidige organisatie van het instituut. Docenten O&A, inclusief ikzelf, maken deel uit van de organisatie van de projectweek in de Belgische Ardennen. Collega (niet outdoor-‐) docenten houden zich onder andere bezig met logistieke zaken als deelnemerslijsten, huren van bussen en planning / reisafspraken met participerende collega’s. De eindverantwoordelijkheid voor de Ardennenweek ligt sinds het afgelopen jaar bij een nieuwe teamleider. Met haar heb ik, vanuit mijn participerende rol als outdoor expert, overlegd en gekeken naar de invulling van het project. De sectie Outdoor&Adventure, bestaande uit 3 kerndocenten wordt verantwoordelijk gesteld voor het inhoudelijke deel van het project. We hebben hierbij de vrijheid om een vernieuwd programma met verdiepte outdoor context te implementeren in het programma. Een herontwerp wordt aangemoedigd, mits de feitelijke uitvoering en een uitdagend programma voor de propedeuse studenten gewaarborgd blijft. Een voorstel vanuit de O&A vaksectie is gedaan naar de teamleider om de gehele organisatie over te nemen, en vorm te laten geven door een (outdoor)studenten projectgroep. Afgaand op de bestaande expertise van de O&A sectie is hiervoor het fiat gegeven, en kunnen we de interventie starten. Ook collega docenten ondersteunen het voorstel, waarin voor studenten een prachtige leerervaring ontstaat in een uitdagend, nieuw project. Het adopteren van het gehele project binnen de profilering O&A is een logisch gegeven. Ik verwacht dan ook weinig weerstand, eerder enthousiaste aanmoediging, vanuit de groep collega’s. Gesteund door eerdere ervaringen en gepresenteerde good practises door de outdoor sectie, zoals de Winterschool skiweek voor de 3e jaars SGM, kijken collega’s met plezier uit naar de volgende editie van de Ardennenweek.
NHL
master Pedagogiek
15
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Organisatie In het complexe evenement is de volgende organisatie uitgezet; Organisatie Opdrachtgever Jannie Kootstra
Management HIS
Projectleider
Jaap Jansen
Student O&A4
Project lid
Rob vd Sleen
Docent SGM
Project lid
Robert den Dunnen
Docent O&A, SGM
Project lid
Richard Veldboer
Docent O&A, ALO
Project lid
Thomas Hoving
Student O&A4
Project lid
Jan Willem Herder
Docent O&A, ALO
Project lid
Misha Martinovic
Student O&A4
Henk Kroon
Docent O&A, extern
Jildou Jongman Folkert Smit Duijzentkunst Janneke Hokke
Docent O&A, SGM Docent O&A, ALO
Outdoor bedrijf Mountain Network
Taken • Eindverantwoordelijke project, contractafspraken Mountain Network • Voorzitter, algemene organisatie, planning, programma, logistiek, projectplan • Informatie propedeuse SGM, Studentadministratie propedeuse, indeling en logistiek docenten, verzekeringen, SLB in Ardennen, “vliegende keep” in Ardennen. • Begeleiding projectleider Jaap • Outdoor lessen propedeuse studenten • Begeleiding, coaching, beoordeling O&A3 in Ardennen • Borging uitvoering project • Voorbereiding outdoor procesbegeleiders, O&A3 en TP • Borging uitvoering project • Coaching procesbegeleiders • Docent assistent voorbereidende lessen O&A3 • Coaching O&A3 en TP studenten in Ardennen • Voorbereiding outdoor instructeurs, O&A2 • Outdoor lessen propedeuse studenten • Borging uitvoering project • “Vliegende keep” in Ardennen • borging innovatietraject • Docent assistent voorbereidende lessen O&A2 studenten • Coaching O&A2 studenten in Ardennen • Outdoor lessen propedeuse studenten • Begeleiding, coaching, beoordeling O&A2 in Ardennen • Outdoor lessen propedeuse studenten • Outdoor lessen propedeuse studenten • •
Locatiemanager Ardennen Planning, organisatie en logistiek vanuit gast bedrijf Ardennen
16 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Voorbereiding programma Outdoorweek Om het programma voor de outdoor week in de Ardennen inhoudelijk goed vorm te kunnen geven, worden de verschillende studentgroepen op het instituut uitgebreid geïnformeerd en geschoold. De propedeusestudenten krijgen voorbereidende informatie middels enkele hoorcolleges, en bereiden zich praktisch voor middels enkele sport vaardigheidslessen. De outdoor studenten storten zich op het programma voor de propedeusestudenten en bereiden alle theorie en praktijk voor die hiervoor benodigd is, om adequaat invulling te kunnen geven aan hun toekomstige rol in de Ardennen. 3 dagen voorafgaande aan de aankomst van de eerste groep propedeusestudenten volgende outdoor studenten een voorbereidingsprogramma op locatie in de Ardennen, waarbij alle details ten aanzien van de specifieke locaties, en de gekoppelde leerinhouden kunnen worden beoordeeld en daar waar nodig aangepast. Lessen propedeuse De propedeuse studenten van de opleidingen ALO en SGM worden in het eerste lesblok van het studiejaar voorbereid op de Ardennenweek. In het lesprogramma zijn zowel hoor-‐ en werkcolleges als praktijklessen gepland, waarin ze worden klaargestoomd voor de leer week in België. In de hoorcolleges worden de studenten tijdig geïnformeerd over het bestaan en het doel van de outdoor week. Middels een uitgebreide presentatie worden data, leerinhoud, persoonlijke uitrusting en overige zaken behandeld. Richard Veldboer verzorgt de hoor colleges in het auditorium voor de ALO, Robert den Dunnen die van SGM. De SLB docenten nemen het stokje over tijdens de mentor uren, waarin de studenten hun eigen rol en die van het studieteam ten aanzien van de week bespreken middels een centrale opdracht “ in de lijn der verwachtingen”. In de praktijklessen voor de ALO wordt regulier een volledig dagdeel per week gepland, waarin outdoor aan bod komt. Studenten leren in dit lesblok om zelfstandig te kunnen klimmen, navigeren met kaart en kompas en bivaks te bouwen. Als extra sportelementen worden boogschieten en survivalrun geïntegreerd in het lesprogramma. Studenten SGM hebben (nog) niet de ruimte in het lesprogramma voor een dergelijk uitgebreid outdoor blok, maar volgen wel de lessen indoor klimmen. Robert den Dunnen, Jildou Jongman, Folkert Smit Duijzentkunst, Henk Kroon en ik zelf verzorgen de lessen in outdoor aan alle 11 propedeuse klassen in het eerste lesblok. Lessen outdoor instructeurs, O&A2 De studenten die na hun eigen deelname aan de outdoor week geënthousiasmeerd zijn om de outdoor profilering te volgen, gaan nog in het zelfde studiejaar aan de slag met de voorbereidingen op hun rol als begeleider en instructeur voor de volgende editie. In de laatste 2 lesblokken van het eerste studiejaar en het eerste lesblok van het daaropvolgende, 2e studiejaar volgende studenten wekelijks een outdoor programma waarin alle benodigde technische vaardigheden voor het functioneren als outdoor instructeur aan bod komen. In lesblok 3 volgen de studenten een opleiding tot mountainbike begeleider, in lesblok 4 volgen een lessenserie touwtechnieken en een 3-‐daagse op locatie waarin water technieken voor kanovaren en raften worden behandeld. Het eerste lesblok in het 2e studie jaar wordt besteed aan alle benodigde technische vaardigheden voor het outdoor programma, en inhoudelijke outdoor educatie thema’s. De groepenindeling voor de 3 thema’s wordt gemaakt, aan de hand van competentie scores die de studenten zelf aangeven. Een evenredige verdeling van competenties in de 3 groepen is belangrijk voor de continuïteit van het betreffende onderdeel, en kunnen studenten onderling van elkaar leren en groeien. Ik zelf geef de laatste 2 lesblokken les aan deze O&A2 groep, samen met docent assistent Misha, zodat hij de groep studenten goed leert kennen en hen goed op individueel niveau kan coachen tijdens de outdoor week. Lessen procesbegeleiders, O&A3/TP De outdoor studenten die inmiddels 2x in de Ardennen zijn geweest, de eerste keer als deelnemer en de 2e keer als instructeur, gaan ten derde male mee, deze keer in de rol als proces begeleider. Zij kennen inmiddels het terrein en de routes, hebben in het outdoor profiel een uitgebreide hike week in de Pyreneeën achter de rug en kunnen zodoende met een fundamentele eigen vaardigheid uitstekend de directe begeleiding van de propedeusestudenten verzorgen. De outdoor studenten vormen ieder een koppel met een student Toegepaste Psychologie, die in het algemeen geen enkele kennis en ervaring bezit op het gebied van outdoor. In de lessenserie voor de aankomende procesbegeleiders wordt aan deze studentengroep dan ook een NHL
master Pedagogiek
17
professionaliseringstaak 3
JW Herder
stoomcursus outdoor aangeboden, om zich in ieder geval op basisniveau te kunnen redden in de natuur, aangaande uitrusting, bivakkeren en navigeren. De lessen voor deze groep starten in het laatste lesblok van de 2e studiefase, en vervolgen met de start van de 3e studiefase. In 2 lesblokken tijd richten de studenten zich op het fenomeen procesbegeleiding, welke rollen zij daarbij kunnen vervullen en welke facetten van procesbegeleiding in outdoor situatie bepalend kunnen zijn voor een succesvolle begeleiding en coaching. De lessen worden verzorgt door outdoor docent Richard Veldboer, van huis uit zelf een outdoor trainer met een eigen bedrijf dat zich hierop heeft gespecialiseerd. Samen met docent assistent Thomas Hoving richten zij een opbouwend programma in, gericht op procesbegeleiding en gedragsverandering. Informatie SLB docenten Ook de studieloopbaanbegeleiders van de klassen verdienen in de voorbereiding aandacht in het nieuwe concept voor de outdoor week. Voorheen draaiden docenten weliswaar enthousiast mee, maar dan meer als deelnemer en ondersteuner voor de studenten die het lastig hadden in de week. In het nieuwe ontwerp worden docenten actief betrokken bij het groepsproces van hun eigen klas. Dit levert meer cohesie op in de groep, de docenten leren de studenten nog beter kennen wat resulteert in een verdiepte individuele begeleiding. Om de docenten vooraf meer voor te bereiden op hun taak wordt, tijdens een al geplande docent bijeenkomst, tijd gereserveerd om docenten te informeren over hun aanstaande taak in de Ardennen. Een document wordt geschreven en toegezonden per mail, om de docenten de benodigde informatie te verschaffen ten aanzien van de opbouw van het programma, de verwachtingen van de organisatie ten aanzien van de inzet van de docenten en welke rol zij hierin kunnen vervullen. De informatiebulletin is bijgesloten als bijlage. Voorbereidingsdagen Ardennen O&A2 en O&A3/TP De voorbereiding van de outdoor-‐ en TP studenten op de outdoor week vindt zijn beslag in een 3-‐daagse voorbereidingsperiode op locatie in België. In samenwerking met Mountain Network wordt een opleidingsprogramma ingericht waarin alle outdoor studenten en docenten nog eens minutieus door het programma met bijbehorende taken en verantwoordelijkheden lopen. Routes worden verkend, locaties gecheckt en een mini sleutelcursus voor de mountainbike zijn enkele van de onderdelen in het programma. Een bijkomend effect van de gezamenlijke voorbereiding is de versteviging van de onderlinge verbanden in de studentengroep, door 3 dagen gezamenlijk de dagen door te brengen op locatie. De student verbindt zich sterk met het product en wil in het team een actieve en participerende rol vervullen. Deze gerichtheid voorafgaande aan het begin van de outdoor week resulteert in een vliegende start van het project waarbij iedereen op de juiste plaats is en vanaf het begin van de week een uitdagend programma kan vormgeven.
18 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Organisatie en Programma Outdoorweek De complete groep propedeusestudenten bestaat uit potentieel 500 studenten, verdeeld over 17 klassen (6xALO opleiding, 11x SGM opleiding). Om een positieve, indruk volle, beheersbare, overzichtelijke maar bovenal veilige uitvoering van het programma te kunnen borgen wordt de totale groep opgedeeld in 2 subgroepen, waarbij de klassen zelf behouden blijven. Hierbij gaan alle ALO klassen in ieder geval gezamenlijk, om de begeleidende docenten als groep te kunnen behouden, omwille van sociale motieven voor deze groep. De SGM klassen en docenten zijn groter in getale, en zullen moeten overleggen wie met welke shift meegaat. Er kan niet worden gesplitst op basis van opleiding, aangezien de SGM opleiding dan alsnog met teveel klassen in het programma moet worden verwerkt. Hierin is plaats voor 9 groepen; In de 5-‐daagse opzet loopt een programma op basis van 3 thema’s “Land”, “Lucht” en “Hike”. Per thema is plaats voor 3 groepen, of klassen. Er wordt een route ontworpen, die alle groepen zullen volgen, in een carrousel-‐vorm, waarbij in principe de groepen elkaar niet ontmoeten. De eerste groep propedeuse studenten komt aan op een zaterdagmiddag, en maakt een 5 daagse tocht door de Lesse vallei in de Ardennen, nabij Dinant. Op woensdagochtend sluiten zij hun tocht af en stappen op hun eindpunt in de bus terug naar Nederland. De 2e groep is dan inmiddels aangekomen met dezelfde bus en is, zonder de eerste groep te hebben ontmoet, de bossen ingetrokken voor eenzelfde programma, tot en met zondagmorgen. De ervaring met de eigen klas, zonder afleiding en inmenging van andere groepen, is een belangrijke factor in het groepsproces. Elke klas moet het gevoel hebben dat zij als exclusieve, hechte, naar binnen gerichte groep de tocht aangaan en volbrengen. Hierbij speelt de omgeving een belangrijke rol; op de route door de Ardennen moet bij voorkeur geen asfalt worden betreden, en worden dorpen (met supermarkt, cafetaria, etc) ten alle tijden vermeden, om een zo natuurlijk mogelijke en naar de groep gerichte leeromgeving te creëren. Voor het project is een aparte website met blog in het leven geroepen. SLB docenten plaatsen elke dag een verslag van hun klas, met max 5 foto’s, op de site. Dit geeft een snelle, actuele interactie met thuisfront en veel ouders, vrienden en familie reageren. Dit brengt het project dicht bij de thuisblijvers en geeft een hoge (mee)belevingswaarde. De propedeuse studenten komen op hun tocht door 3 themagebieden “Land”, “Lucht” en “Hike”. In elk themagebied vinden verschillende outdoor activiteiten plaats, variërend van sportieve uitdagingen tot outdoor educatie opdrachten. Hierin komen onder andere voor; Land rotsklimmen, abseilen, speleologie, mountainbiken, ecologie-‐quiz, voedsel verzamelen en maken Lucht touwbanen parcours, tokkel, opdracht touwbanen, opdracht vuur maken en vervoeren Hike trektocht met navigatieopdrachten, rivier crossings, opdracht water verzamelen /filteren /vervoeren Aan het einde van elke dag moeten de studenten een bivak maken, inclusief vuurplaats/kook plaats en latrine. De SLB docenten gaan samen met hun klas overdag de uitdagingen aan, en keren na het installeren van het bivak terug naar de centrale locatie van het outdoor bedrijf Mountain Network, alwaar zij eten en slapen. De studenten uit de O&A2 groep vormen samen met instructeurs van het outdoor bedrijf Mountain Network het team dat alle outdoor activiteiten, die de propedeusestudenten onderweg tegenkomen, verzorgt. Instructeurs en SLB docenten worden ‘s ochtends vroeg volgens een uitgebreid logistiek plan op alle locaties afgezet bij de klassen. Zij verzorgen op de verschillende locaties alle outdoor sport activiteiten en –clinics, verdeeld in 3 vaste themagroepen. Ook hebben zij een adviserende rol in het construeren van de bivaks aan het einde van de dag. Elke avond bespreken de O&A2 studenten samen met de Mountain Network instructeurs de gebeurtenissen van de dag, ter evaluatie en voorbereiding op de volgende dag. Dit levert elke dag tussen beoordelingen op, die aan het einde van project samen met een afsluitend gesprek de eindbeoordeling vormen. De outdoor instructeurs verblijven op de centrale locatie van Mountain Network, alwaar zij slapen in tenten en mee eten met de rest van de crew in de warme groepsruimte van de kasteelboerderij. NHL master Pedagogiek 19
professionaliseringstaak 3
JW Herder
De procesbegeleiders, bestaande uit de O&A3 studenten en TP studenten, begeleiden de propedeusestudenten gedurende de volle 5 dagen. De procesbegeleiders verblijven dag en nacht bij de groep, omwille van de groepsdynamiek en het volgen van de verschillende processen binnen de groep, als ook het borgen van de veiligheid van de klassen die zelfstandig in het bos bivakkeren. De procesbegeleiders werken elke dag samen met de SLB docenten om de groep te ondersteunen, en overleggen met de O&A2 studenten waar in het programma welke aandachtspunten worden aangehaald op het gebied van bijvoorbeeld teamrollen, samenwerken, leiderschap, etc. Bij activiteiten als bijvoorbeeld bivakbouwen kunnen O&A2 studenten aanwijzingen geven, of juist niet als de procesbegeleiders op andere processen binnen de groep willen aansturen. De procesbegeleiders worden begeleid door de SLB docenten, en de outdoor docenten die geregeld bij elke groep langskomen om de vorderingen te observeren. Dit resulteert aan het einde van de rit in 2 beoordelingen door 2 SLB koppels, samen met de verantwoordelijke outdoor docent. De procesbegeleiders worden op woensdagmorgen vroeg van de eerste groep gehaald, zodat ze de ochtend hebben om zich voor te bereiden op de aankomst van de 2e groep, met wie ze wederom 5 dagen in het bos verblijven. Douchen, schone kleren en een uitgebreide, verzorgde lunch zijn dan uitermate welkom. De studieloopbaanbegeleiders worden elke ochtend naar hun groep gebracht, en keren ’s avonds na installatie van hun klas in het bos weer terug naar de kasteelboerderij. Zij worden samen met de outdoor instructeurs dan van de groep gehaald met busjes, na communicatie door de SLB met de organisatie. De SLB docent heeft de rol van begeleider en adviseur, en werkt samen met hun procesbegeleiders aan de vaardigheden van de groep. Onderweg worden momenten van reflectie en overleg met de klas gecreëerd, en beoordelen de docenten samen met de procesbegeleiders aan het einde van de tocht de bereikte resultaten. Docenten worden van harte uitgenodigd om zelf ook een nacht te bivakken bij de groep. Een enkele docent, zelf ook outdoor enthousiast, geeft hier in de regel gevolg aan. Bij terugkomst, ‘s avonds in de kasteelboerderij, is er ruimte voor overleg met collega’s ten aanzien van de ontwikkelingen in de verschillende klassen. Zo komen SLBers meer met elkaar in contact, en leren van elkaars belevenissen met de verschillende klassen. Ook kunnen zodoende centrale organisatiedetails worden gedeeld, en bereiken de klassen. Outdoor docenten en assistent-‐docenten begeleiden de gehele organisatie en het verloop van het programma. Docent Robert den Dunnen volgt samen met assistent docent thomas Hoving de vorderingen van de procesbegeleiders en borgt het verloop van hun leerproces. Docent Henk Kroon doet samen met assistent docent Misha Martinovic het zelfde voor de O&A2 studenten in hun rol als instructeur. Docent Richard Veldboer is in de eerste shift SLB van zijn eigen klas, en borgt daarnaast het verloop van het algemene programma. Ik zelf heb in deze editie met name een ondersteunende rol. Ik bewaak het verloop van het algemene programma en outdoor inhoud van het programma, zoals gesteld in het ontwerp. Ik doe algemene logistiek en noodopvang. Door mijn medische achtergrond en vrije rol ben ik tevens de noodopvang voor medische spoedgevallen, voor zover we die zelf kunnen oplossen als eerstehulpverleners. Robert, Henk en ik verzorgen gedurende de dag eveneens een deel van de logistiek met betrekking tot de instructeurs en SLB docenten, die we immers op de verschillende locaties ontmoeten. Dit ontlast de logistiek voor het programma, en kunnen we direct in contact met SLBers, instructeurs en procesbegeleiders het verloop van het programma observeren en borgen. De outdoor docenten overnachten net als de overige docenten in de groepsverblijven van de kasteelboerderij, assistenten op de camping. Ook ik zelf verkies de rust van de camping, en overnacht hier in mijn eigen tentje, gedurende de 14 dagen van het project. Het centrale punt in organisatie en logistiek is Janneke Hokke, locatiemanager van het outdoor bedrijf. Zij verblijft doorgaans op het kantoor in de kasteelhoeve en bemant de centrale telefoonlijnen voor allerhande logistiek en organisatie uitdagingen. Alle communicatie ten aanzien van algemene logistiek en organisatie gaat via Janneke. Programmadetails, treinkaartjes, plaatsing van Dixie toiletten, bestelling van brood, organisatie in ziekenvervoer en calamiteiten, en contacten met landeigenaren zijn enkele voorbeelden uit haar portefeuille. Zij wordt geflankeerd door Jaap Janssen, O&A4 student en in de lerende rol van projectleider. Jaap draagt zorg voor het juiste verloop van het programma, communicatie met en tussen de master Pedagogiek 20 NHL
professionaliseringstaak 3
JW Herder
verschillende partijen, en initieert de benodigde algemene overlegmomenten voor een vlekkeloos verloop van het project. Direct onder de vleugels van Janneke en Jaap opereert Joost, de logistiek medewerker van Mountain Network. Joost draagt zorg voor de bevoorrading van alle bivakplaatsen met water en brood, alsmede brandhout en eventuele reserve materialen voor het bivak zelf. Met zijn 4wheel-‐drive pick up komt Joost op elke bivak in het bos, en zorgt dat basisbenodigdheden voor een comfortabel bivak elke dag zijn gegarandeerd voor de klassen. Een kleinere, onafhankelijke maar niet minder belangrijke rol is weggelegd voor Thomas, de kok in dienst van Mountain Network. Thomas zorgt elk dag voor ontbijt, lunch en avondeten voor de gehele crew, bestaande uit alle werknemers van Mountain Network, outdoor docenten, SLB docenten en O&A2 studenten, bij elkaar al snel 50 personen. Door het ondersteunende werk van Thomas kan een ieder in de organisatie zich volledig richten op zijn of haar taken, zonder extra energie en belangrijke tijd te hoeven steken in het organiseren van de benodigde maaltijden. Het daadwerkelijke schema voor de propedeuse studenten in deze Outdoorweek is ter illustratie opgenomen in de bijlage. De inhoud en aandacht voor het innovatieve ontwerp wordt beschreven middels de uitleg van de verschillende rollen van de verschillende participerende groepen. Het complexe organisatieontwerp zoals beschreven creëert letterlijk en figuurlijk een prachtige omgeving voor het centrale doel van de week; een uitdagende outdoor week voor de propedeuse studenten, waarin ook voor de outdoor studenten een betekenisvolle, integrale leeropdracht in outdoor setting wordt gecreëerd. Planning In een vroeg stadium worden de eerste kaders voor het project ontworpen. 10 maanden voorafgaande aan de uitvoering van het project start de projectgroep met de organisatie. In de nieuwe structuur van het project wordt de gehele organisatie ondergebracht bij een projectgroep, bestaande uit 3 of 4 Outdoor studenten in de afstudeerfase van hun opleiding. Outdoor docenten zijn coach en adviseur in het ontwikkelen van het programma en de organisatie van het gehele project. Afstemming met het outdoor bedrijf doen studenten onder auspiciën van outdoor docenten en de verantwoordelijke teamleider van het instituut. Het studenten-‐projectteam communiceert met alle (vertegenwoordigers van de) stakeholders in het project, ten aanzien van verwachtingen, taken en organisatie. Het projectteam is de centrale spil in de organisatie, en het koppelstuk voor alle betrokken partijen. De projectgroep ontwikkelt, naast het projectplan, een kerndocument waarin voor alle stakeholders de project filosofie, individuele rollen en verwachtingen staan omschreven, leidend naar de organisatorische en uitvoerende taken van alle betrokkenen. Het document fungeert als belangrijk communicatiemiddel om het centrale gedachtegoed ten aanzien van het project transparant en eenduidig te presenteren, als ook om alle betrokkenen te kunnen informeren en voorbereiden op hun inzet, rol en taken. Het document maakt de betrekking van alle stakeholders helder, en verenigt allen in een gezamenlijk gedragen taak. Datum Periode Groep Inhoud November Lesblok 2 Docenten outdoor en Evaluatie intern Ardennen editie 2013 2013 projectteam December Lesblok 2 Docenten outdoor Vacature en sollicitatieprocedure voor 2013 bezetting projectteam Ardennen Lesblok 2 Projectteam Ardennen start project outdoor week editie 2014. Het 8 januari Jaap J ansen projectteam ontwikkelt het eerste 2014 Misha Martinovic projectplan. In overleg met het outdoor Thomas Hoving bedrijf worden onder andere de eerste data voor het project bepaald en een eerste NHL master Pedagogiek 21
professionaliseringstaak 3
JW Herder
15 januari
12 Februari
Lesblok 2 Lesblok 3 Lesblok 3
Lesblok 3
1 april
Lesblok 3
Meivakantie
Lesblok 4
Lesblok 4
6 Mei
Lesblok 4
Lesblok 4
Lesblok 4
1 juni 1 september 8 September Lesblok 1
Lesblok 1
Lesblok 1
Lesblok 1
Lesblok 1
Lesblok 1
26, 27 en 28 september
1 oktober
Lesblok 1
22 NHL
Docenten outdoor en projectteam O&A1 studenten Externe trainer O&A2 studenten Jan Willem Herder O&A3 studenten Richard Veldboer Projectteam Ardennen O&A1 Jan Willem Herder Jildou Jongman O&A2 en O&A3 Folkert Smit Duijzentkunst Externe instructeurs O&A1 Jan Willem Herder Misha Martinovic O&A2 Richard Veldboer Thomas Hoving O&A3 Robert den Dunnen Project team Project team Propedeuse studenten ALO En SGM Richard en Robert Propedeuse studenten ALO En SGM SLB docenten Propedeuse studenten ALO Jan Willem, Jildou, Folkert, Henk en Robert Propedeuse studenten SGM Jildou en Robert O&A2 Jan Willem Herder Misha Martinovic O&A3 en TP Richard Veldboer Thomas Hoving Jan Willem en Janneke Hokke SLB docenten en
programma voorstel geschreven. Evaluatie extern met Mountain Network Concept planning data en offerte, editie 2014 Lessen mountainbike Lessen hike assistent Lessen hike instructeur Oplevering eerste versie projectplan voortgangsvergadering Klim opleiding Pyreneeën
Hike opleiding Pyreneeën
Voorbereiding Outdoorweek Ardennen Touwtechnieken Voorbereiding Outdoorweek Ardennen Gedragsverandering en outdoor training Risicomanagement Organisatie analyse, veiligheidsplan voortgangs vergadering voortgangs vergadering Hoorcollege Outdoorweek Ardennen
Mentor uren Werkopdracht “in de lijn der verwachtingen” Lessen SLV Outdoor Klimmen, navigatie, bivaks, boogschieten, survivalrun Lessen indoor toprope Voorbereiding Outdoorweek Ardennen Technische Vaardigheden Outdoorweek Programma invulling outdoor clinics Voorbereiding Outdoorweek Ardennen Gedragsverandering en outdoor training Outdoor en Educatie Controle en aanpassing programma en overleg Mountain Network in Ardennen Bijeenkomst master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3 procesbegeleiders 28 – 31 okt
1-‐5 nov
5-‐9 nov
1 december
Outdoor studenten en TP Outdoordocenten en assistenten Propedeuse groep 1 SLB docenten Outdoor studenten en docenten Propedeuse groep 2 SLB docenten Outdoor studenten en docenten Project team
JW Herder Kennismaking, uitspreken verwachtingen en rollen, individuele afspraken Voorbereidings programma outdoorweek in Ardennen Outdoor programma 1 Ardennen
Outdoor programma 2 Ardennen
evaluatie vergadering vacature projectteam Outdoorweek editie 2015
NHL
master Pedagogiek
23
professionaliseringstaak 3
JW Herder
3
Incorporatie
In het huidige curriculum ligt de outdoor week op de overgang van lesblok 1 naar lesblok 2 voor de propedeuse studenten. De outdoor week is bewust in de tussenweken van beide blokken geplaatst, omdat de praktijkweek als doel heeft om de overgang naar projectmatig werken in studieteams te introduceren. In die zin is de outdoor week al geïncorporeerd in het leerplan van de propedeuse. De ALO studenten gaan in lesblok 2 werken aan verschillende teamopdrachten en kerntaken, waarbij samenwerkingsverbanden en inzicht in het functioneren in een team van belang is. De vernieuwde leerinhoud van de outdoor week sluit intensiever aan op het lesblok van het ALO team. In de bloktekst voor de ALO staat; “Omdat samenwerking en de rol binnen het projectteam van groot belang is, gaan we vooraf aan het blok een week naar de Ardennen om elkaar te leren kennen en te reflecteren op groepsprocessen. Wat heeft het team aan jou en wat heb jij aan het team? En: waar loop je tegenaan bij teamwork? In dit blok werk je aan 3 kerntaken; realiseren van sportlessen (KT 1), realiseren van sportprojecten (KT 2) en professionaliseren van jezelf en anderen (KT 4). Het werken aan deze kerntaken geven je een beter beeld van het Basisonderwijs en maken je een betere sportleraar. Je gaat als aanstaande professional een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van jonge kinderen. Ben je, zijn jullie in staat om die verantwoordelijkheid te nemen en het beste uit jezelf en anderen te halen.”
Ook de SGM studenten gaan leren in een real-‐life stage werksituatie waarin projectmatig werken vereist is en groepsdynamische processen aan bod komen. In de bloktekst voor de SGM studenten staat; In blok 1.2 staat de gezondheidswaarde van sport en bewegen centraal. Een slechte leefstijl vormt een bedreiging voor de gezondheid (…) ..Deze kennis en vaardigheden worden uiteindelijk ingezet in een project “ Fit for life” waar je in een projectgroep een gezondheidsproject gaat uitvoeren voor een externe opdrachtgever. Het goed met elkaar kunnen samenwerken is daarbij erg belangrijk. In de outdoor week in de Ardennen wordt hier intensief aan gewerkt (o.a. teambuilding).
De SGM opleiding werkt naast 6 kerntaken met vast omschreven competenties. In blok 2 komt een 8-‐tal competenties aan bod, waaronder 5 competenties die geïncorporeerd zijn in het vernieuwde leer ontwerp voor de outdoor week; SGM 2: Duurzaam veranderen van gedrag binnen het domein van sport, bewegen en gezonde leefstijl SGM14: Ontwikkelen en borgen van sporteigenheid (sportbewustzijn) SGM15: Samenwerken en samenwerkend leren SGM17: Reflecteren en leren SGM18: Zelfsturing en zelfwerkzaamheid
De huidige inhoud van de outdoor week heeft een constructief verband met het bestaande curriculum en biedt voldoende inhoudelijke en verdiepende kwaliteiten om te benutten in het verdere curriculum van de propedeuse voor SGM en ALO. Tezamen met de propedeuseteams van ALO en SGM kan verder worden gewerkt aan een versterking in het curriculum van de propedeuse door middel van outdoor. Dit biedt bovendien een stevige ondergrond voor een vervolg in implementatie van outdoor elementen binnen de reguliere opleiding. De docenten van beide propedeuse curricula zijn voor het merendeel de SLB docenten van de propedeuse klassen zelf. Deze propedeuse teams worden actief betrokken bij het programma van de outdoor week, in de procesbegeleiding van hun eigen klassen.
24 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
4
JW Herder
Proces
Het implementatie-‐proces van het hernieuwde outdoor product binnen de opleidingen van het instituut bestaat uit verschillende fasen. Het gehele proces omvat een aanpassing van het bestaande onderwijsaanbod voor de verschillende studentgroepen, voorafgaande aan de outdoor week, als ook de uitvoering van de praktijk week zelf. Als initiator en aanjager in dit innovatie traject ben ik eerst te rade gegaan bij mijn directe outdoor docent-‐collega’s Richard Veldboer en Robert den Dunnen. Tijdens een reguliere voortgangsbijeenkomst van de vaksectie heb ik het streven om te innoveren ter tafel gebracht. Het plan om de Ardennenweek inhoudelijk onder de loep te nemen en aan te passen valt direct in goede aarde. In samenhang met outdoor lessen aan de propedeuse en verdiepte opleidingsmogelijkheden voor het eigen profiel levert een vernieuwd outdoor concept in de praktijkweek van het propedeusejaar een prachtige mogelijkheid ter verdieping en verbreding van het outdoor concept in zijn geheel, binnen de opleidingen ALO en SGM. Bovendien vervult een good practise als de outdoor week een optimale rol als ambassadeur voor vervolg outdoor trajecten binnen de curricula van het instituut. In samenspraak met de outdoor collega’s wordt de collectieve wens uitgesproken om de leereenheid van de Ardennenweek te innoveren naar een outdoor week met een verdiepende educatieve waarde. Na een welwillende start binnen de eigen gelederen van de outdoor sectie vindt er informeel overleg plaats met het teammanagement van ALO en SGM. Teamleiders Kris Tuinier, Harold Hofenk en Jannie Kootstra zien de educatieve meerwaarde van het innovatieve project en geven een eerste akkoord voor de ontwikkeling van het vernieuwde programma. Kris geeft in een nieuwe organisatiestructuur van het instituut de portefeuille voor de Ardennenweek over aan Jannie. De outdoor sectie zal in deze vernieuwde situatie zorg dragen voor de overdracht van de portefeuille, voornamelijk bestaande uit praktische en inhoudelijke informatie, en tegelijkertijd Jannie meenemen in de ontwikkelingen van het vernieuwde outdoor product. Jannie is een nieuwe teamleider binnen de gelederen van het instituut, is enthousiast en staat open voor outdoor activiteiten, alsmede de initiatieven van de outdoor collega’s om de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling de uitvoering van de praktijkweek te dragen. Op plat organisatorisch gebied gebeurde dit voorheen voornamelijk door teamleider Kris en een docent collega van SGM. Door de verschuiving van taken wordt de inzet van Jannie verlicht en heeft de outdoor sectie tegelijkertijd meer autonomie en zeggenschap in een vrije ontwikkeling van de praktijkweek. Dit is ook strategisch een uitkomst, aangezien dit in meer zeggenschap resulteert ten aanzien van voorbereidende trajecten op de praktijkweek zelf, zoals lesmodules voor de propedeusestudenten en outdoor studenten uit het 1e, 2e en 3e jaar. Lessen ter voorbereiding De outdoor lessen aan de propedeuse studenten van de ALO werden een jaar eerder al losgeweekt uit het gecombineerde lesaanbod met andere sportvakken. Dit heeft geresulteerd in een eigen lesmodule waarin er zelfs een geheel dagdeel per klas beschikbaar is voor de lessen in outdoor vakken. Hierdoor kunnen we een constructieve module aanbieden waarin de student goed wordt voorbereid op enkele basis competenties voor in de Ardennen. Zo leert de student alvast enkele knoop-‐ en constructietechnieken om straks in België met meer gemak een afdoende onderdak voor de nacht te bouwen. Met potentiele situaties als vroeg invallende duisternis in November, als ook slechte weersomstandigheden in het vooruitzicht geeft dit de student al enig zelfvertrouwen en staat daarmee beter open voor andere outdoor leer situaties. Andere onderwerpen zijn onder andere navigatie met kaart en kompas en klimmen, zodat de student beter voorbereid de Ardennen in kan trekken. Inhoudelijke details ten aanzien van reisgegevens, wat mee te nemen en hoe dit in je rugzak te verpakken, leerdoelen en overige informatie wordt gedeeld tijdens de hoorcolleges, verzorgt door outdoor collega’s Richard en Robert. Net als bij de praktijklessen vinden de studenten het bij de SLB werkopdracht “in de lijn der verwachtingen” erg lastig om zich te identificeren met de komende leer ervaring in de Ardennen. De studenten betrekken zichzelf nog niet op de nabije toekomst van de praktijkweek, pas na enkele lesweken ontstaat een oprecht enthousiasme en interesse voor de outdoor praktijkweek. Het kost enige moeite om de studenten te laten inzien dat het kaart en kompaswerk in de achtertuin van het instituut voorwaardelijk is voor het succesvol navigeren door de Ardennen over enkele weken. Dit is begrijpelijk omdat A) de meeste studenten geen ervaring hebben in dergelijke ondernemingen en B) de studenten in deze fase van de propedeuse nog niet gewend zijn aan de mate van NHL
master Pedagogiek
25
professionaliseringstaak 3
JW Herder
zelfverantwoordelijkheid als lerende persoon. Er wordt met name in het begin vooral geconsumeerd, weinig verteerd, veel ondergaan, wat minder ervaren. Dit proces vind ik ook in eerste instantie terug bij de 2e jaars groep outdoor studenten, die in de Ardennen de rol van instructeur zullen gaan vervullen. De groep is eerst wat verdeeld, een resultaat uit het vorige studiejaar waarin de outdoor studenten vaak gefragmenteerd lessen hebben gevolgd. De groep is nog een verzameling individuen en mist de noodzakelijke binding van een team. Docent assistent Misha en ik pakken eerst dit fenomeen aan door de studenten zichzelf te laten scoren op een outdoor competentielijst, en deze met elkaar te laten bediscussiëren. Hierdoor leren de studenten elkaar beter kennen, op zowel sociaal als ook op technisch gebied. In het volgende leerproces doen Misha en ik moeite om de focus op eigen vaardigheid van de studenten te verleggen naar de ondersteunende taken en zorg voor de propedeuse studenten, later in de outdoor week. De betekenis van outdoor als leermiddel, en de zorg voor het gezamenlijke leerproduct in de Ardennen komt in het 2e lesblok bij de meeste outdoor studenten eindelijk binnen. Ook de 3e jaars outdoor groep die zich samen met de TP studenten als procesbegeleider zal profileren tijdens de outdoor week, doorgaan een vergelijkbaar proces. Docent Richard Veldboer en assistent Thomas geven eveneens aan dat de studenten zich pas laat identificeren met het outdoor product. Ook hier staat een doordacht ontworpen lesblok kennelijk niet automatisch garant voor een direct tastbare leeruitkomst. Studenten lijken zich nog niet echt te hebben betrokken op hun taak als procesbegeleider, maar aan de andere kant hebben de studenten misschien wel een andere manier om dit kenbaar te maken dan dat wij verwachten te zien. Hoe dichter we bij de outdoor week zelf komen, hoe enthousiaster de studenten echter opereren en dat stemt het gemoed dan toch wel weer gerust. We zullen zien hoe het uitpakt… Het uitzicht op de leeruitkomsten van de verschillende studenten groepen is voor mij en de collega’s duidelijker dan voor de studenten zelf. Wij hebben meer inzicht in het einddoel, de leereenheden en de leerdoelen. Ondanks uitgebreide informatie en praktijk ondersteuning is het toch aan de student zelf om zich een beeld te vormen van de aankomende praktijkweek. De student ontwikkelt zich op eigen wijze, ondersteund door de informatie die wij ze als docententeam mee kunnen geven. Daar moet ik ook persoonlijk tevreden mee zijn, en niet teveel willen verwachten van de student in een omgeving waarin ik zelf erg bekend ben en comfortabel kan functioneren. Het is gemakkelijk praten als je zelf alle ervaring al hebt. Het technische implementatieproces van de vernieuwde outdoor leermodules ter voorbereiding van de outdoor week is een organisatorisch gegeven, dat me makkelijk afgaat als ervaren ontwerper, organisator en coördinator. Ik zie meer diepte en mogelijke leeruitkomsten voor de studenten, terwijl het implementatieproces van het outdoor leren toch al veel resultaat heeft opgeleverd. Ik zie de praktijk in de Ardennenweek dan ook met een goed gevoel tegemoet. Voorverkenning Om de gewenste interventie in het programma adequaat te kunnen plegen, is ook een goed inzicht in de alternatieve mogelijkheden in de omgeving ter plaatse genoodzaakt. Het doel van de interventie is om een constructief outdoor educatie programma te implementeren. Hierbij speelt een passende omgeving een grote rol. In het weekend van 27 september vertrek ik naar de Ardennen om samen met Janneke Hokke, locatie manager van het bedrijf Mountain Network, de omgeving hernieuwd te beoordelen op geschiktheid voor het aangepaste programma. Vooraf hebben de outdoor collega’s en ik eerder al de wens uitgesproken om meer “outdoor-‐romantiek” terug te laten keren in het programma; meer nadruk op het verblijven in de natuur, meer kampvuur en aandacht voor “down to earth” respect en bewondering voor de natuurlijke omgeving. Dit sluit goed aan bij gewenste interventie mijnerzijds, en goed te combineren in de gewenste nieuwe routing. Met Janneke trek ik 2 dagen door de bossen van de (“beneden-‐”) Lesse vallei, op zoek naar 26 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
nieuwe bivakplaatsen, en passende locaties voor verschillende outdoor educatie onderdelen. Verder stroomopwaarts, dieper in de bossen van de vallei, vinden we een prachtig hike-‐traject waarin verschillende outdoor educatie elementen geplaats kunnen worden; een lange trektocht van bijna 20 kilometer, die met behulp van kaart en kompas volbracht moet worden. Onderweg moet een rivier worden overgestoken door middel van een zelf te bouwen brug. In het traject kunnen bovendien verschillende workshops worden aangeboden over het thema waterwinning, -‐zuivering en –vervoer, benodigd voor de basis levensbehoeften in de natuur. Het traject is programma-‐technisch goed in te passen in de bestaande routing. De implementatie van de themadag “hike” past binnen de logistieke mogelijkheden vanuit het outdoor bedrijf, ook op gebied van inzet personeel en overige budgettering. Met positieve berichten keer ik terug naar Groningen, alwaar het projectteam de resultaten enthousiast ontvangt en verwerkt in het draaiboek voor de outdoor week. Programma ontwerp Door het grote aantal propedeuse studenten blijkt een overzichtelijke, kwalitatief acceptabele, en veilige organisatie niet te organiseren. Meerdere klassen zouden samen de beschikbare bivaks moeten delen, of uitwijken naar het camping terrein met de aanlokkelijke douches in het zicht. In de carrousel ontstaat er een te grote druk op het programma, waarbij programmering doorloopt tot ver na zonsondergang wat zou betekenen dat groepen langere dagen maken in de kou, en in het donker hun bivak moeten bouwen. Ook is er door de druk op het programma minder aandacht mogelijk voor de inhoud van alle onderdelen, als ook voor de individuele student. Dit alles schiet verschillende doelen van de outdoor week voorbij. Na constatering en evaluatie van dit gegeven, door mijzelf en outdoor collega-‐docenten Richard en Robert, zijn we overtuigd dat omwille van kwaliteitsbehoud een aanpassing moeten maken in de organisatie. In eerdere edities, bij een ander outdoorbedrijf, kwam het wel eens voor dat 3 klassen samen op het grindpad van de camping onder een gigantisch zeil moesten overnachten. Binnen de kortste keren was het pad en alles eromheen veranderd in één grote modderpoel. Comfort was ver te zoeken, “outdoor-‐romantiek” nergens te bekennen. Dit willen we ten aller tijde voorkomen. Consequentie is dat de propedeusegroep in een vroeg ontwerp stadium moet worden gesplitst. Hierin zijn verschillende mogelijkheden; •
•
2 midweken aanbieden, van maandag tot vrijdag. Studenten kunnen reizen op hun week-‐OV en de weekenden blijven beschikbaar voor veelal (competitie) sportactiviteiten. Voor enkele studerende topsporters betekent dit zelfs dat ze dan wèl kunnen participeren met hun klas. Gevolg van deze keuze is dat er in de 2 tussenweken een dubbel rooster ontstaat voor de reguliere toetsing van de propedeusevakken uit blok 1, met dubbele versies van toetsen en dubbele inzet van docenten. Een mogelijkheid om het tussenliggende weekend te benutten met de outdoor studenten doet zich voor, wat extra opleidingstijd oplevert. Tegelijkertijd zijn outdoor docenten en –studenten nog 3 dagen langer op pad, wat resulteert in 16 dagen aaneengesloten contacttijd. Dit doet veel beroep op taakinzet, en extra verblijfskosten op locatie. Een aansluitend programma met een centrale wissel dag. Het gehele programma vraagt daarmee 9 aansluitende dagen, van het ene weekend tot en met het andere weekend inclusief de tussenliggende midweek. Voordeel hiervan is dat het project afgerond kan worden in één van de twee toets weken tussen de lesblokken, waardoor centrale toetsing voor de propedeuse niet in gevaar komt. Ook voor de 2e en 3e jaars outdoor studenten kan dan reguliere toetsing blijven bestaan en hoeven er geen uitzonderingen te worden gemaakt. Nadeel is dat studenten op de heen dan wel terugweg geen gebruik kunnen maken van hun OV kaart, aangezien de reis op verschillende momenten in de week plaats vindt. Ook moeten vele studenten hun weekend competitie wedstrijd afzeggen, wat voor sommige (sub) topsporters niet wenselijk is. Daarnaast zullen de docenten één van de weekenden beschikbaar moeten zijn, afhankelijk van de planning van hun klas in het programma. Bijkomend effect is dat de procesbegeleiders in de week in één keer
De outdoor docenten zijn veelal gewend om lange dagen te maken, en extra dagen te verblijven in het buitenland. Ook de studenten zouden het toejuichen om langer op locatie te kunnen buitensporten. Dit verstoort echter voor docenten de inzet bij de overige toetsing van reguliere vakken in het 2e en 3e jaar, waar NHL
master Pedagogiek
27
professionaliseringstaak 3
JW Herder
zij ook inzet plegen, als ook voor de reguliere toetsing voor de aanwezige 2e en 3e jaars studenten die het outdoor profiel hebben gekozen. Er zouden teveel aanpassingen gemaakt moeten worden voor deze beperkte groep, met wederom extra versies van toetsen, extra uren voor toetsing en aparte nakijk tijd door de al druk bezette docenten. Hoewel mijn eigen voorkeur uitgaat naar de versie met 2 midweken, omwille van de extra opleidingsmogelijkheden voor de outdoor studenten, leiden de meeste overige argumenten naar een aansluiting van de 2 edities. De reguliere planning in het jaarrooster van het instituut komt teveel onder druk te staan bij een projectduur van 2 lesweken in plaats van 1. Collega’s Wat mij verrast in dit proces is de opstelling van meerdere docent collega’s in deze kwestie. Velen zijn niet geamuseerd door de vraag tot inzet in een weekend. Ik ben in al mijn werkzaamheden volledig gewend aan inzet op alle ongewisse momenten, weekenden, avonden en vakanties inclusief. In mijn over-‐enthousiasme ga ik bovendien akkoord met een aangemerkte inzet van 80 werkuren voor dit project, daar waar alleen in de directe uitvoering al 14 aaneengesloten dagen van minimaal 10 uren per dag wordt vereist. In de afgelopen 25 jaar ken ik niet anders dan dat ieder moment inzet gevraagd kan en moet worden in de veelal outdoor situaties waarin ik leef. In die naïviteit loop ik voorbij aan het feit dat dit door de meeste collega’s geheel verschillend wordt beleefd. Weekenden, vrije dagen, avonden en vakanties zijn heilig en worden besteed aan het gezin en voor een niet onbelangrijk deel aan de sportclub. De gedeelde zorg voor de kinderen weegt zwaar. Dit had ik voornamelijk voorzien bij gescheiden ouders, maar eigenlijk niet bij de overige collega’s. De ontstane situatie roept bij de collega’s net zo goed verraste reacties op als bij mij en mijn outdoor collega’s, en moeten we aandacht besteden aan een goed vervolg in deze kwestie. Ook SGM teamleider Kris, waarvan de meeste docenten enigszins morren, zit met de kwestie in zijn maag, doordat de collega’s nu om extra inzet wordt gevraagd, buiten de reguliere werktijden om. In overleg met Kris kunnen we de keuzevarianten met de verschillende consequenties helder uitleggen aan de collega’s, en uiteindelijk tot een gezamenlijk welbevinden komen. Bovendien kunnen we de collega’s laten inzien dat inzet in het ene deel van de week, in een aangesloten 4 a 5 daagse vrije periode in het andere deel resulteert, wat op zich ook weer aantrekkelijk is.
Voorbereidingsprogramma Ardennen Voorafgaande aan de start van de eerste groep propedeuse studenten in de outdoor week nemen de outdoor studenten onder begeleiding van de outdoor docenten en instructeurs van Mountain Network deel aan een uitgebreid voorbereidingsprogramma. De lichte twijfels die bij mij persoonlijk bestonden ten aanzien van de betrokkenheid van de studenten verdwijnt al snel als sneeuw voor de zon. In de laatste 2 weken hebben beide groepen studenten zich sterk geïdentificeerd met hun taak in het vernieuwde outdoor concept en hebben veel persoonlijke groei doorgemaakt. De verschillende thema-‐teams hebben thuis voorbereidingen getroffen en kunnen in de voorbereidingsdagen de laatste details voor de outdoor workshops afstemmen. Zo hebben studenten thuis enthousiast tonderzwam verzameld en gedroogd ter voorbereiding op de workshop vuur maken en vervoeren, en hebben andere studenten verschillende varianten van natuurlijke waterfilters geconstrueerd voor hun clinics in het hike programma. 3e jaars studenten verkennen enkele routes voor en plukken de laatste schoonheidsfoutjes uit de routebeschrijvingen. TP studenten oefenen hun bivak skills zodat ze beter voorbereid samen met de 3e jaars outdoor studenten de procesbegeleiding kunnen voorzien, in plaats van zelf tijd te verdoen met het modderen aan onbekende knoopjes. Alle studenten zijn nu uitermate betrokken bij het product en de persoonlijke taken die hier bij behoren. Het is mooi om te zien hoe de studenten nu enthousiast en gedreven de verschillende outdoor onderdelen in het programma uitwerken tot constructieve leereenheden, aangepast op de verschillende locaties en mogelijkheden ter plaatse. Er ontstaat nu een samenhangend programma waarin, naast uitdagende outdoor master Pedagogiek 28 NHL
professionaliseringstaak 3
JW Herder
sportactiviteiten, ook de natuurlijke omgeving is geïntegreerd, ter ervaring en lering. Mede dankzij voortreffelijke weersomstandigheden kan een ieder zich uitgebreid voorbereiden op de finale uitvoering van het project. Op de laatste middag loopt iedereen wat ongeduldig rond, begerig om te starten. Dit groeiproces, zowel op inhoudelijk-‐ groeps-‐ als individueel studentniveau typeert de sport student in opleiding; de tastbare en aanwezige leer-‐ en werksituatie stimuleert de student om, op het laatste moment, alles op alles te zetten en de diepgang te vinden om een constructief product neer te zetten. Of is het just in time? Het is in ieder geval net op tijd… Uitvoering Door de uitgebreide voorbereiding van het project en geholpen door de milde weersomstandigheden voor de tijd van het jaar kan het outdoor programma voor de propedeuse studenten zijn volle doorgang vinden. Daar waar vorig jaar alle zeilen bijgezet moesten worden in eindeloze regen-‐ en sneeuwbuien, ijzige koude en overstromende rivieren kunnen in deze editie van de outdoor week de studenten de uitdagende tocht door de Ardennen in alle volledigheid aangaan en ervaren. Het vernieuwde outdoor programma komt grotendeels tot zijn recht. De outdoor instructeurs van de O&A2 groep hebben aandacht voor de verzorging van hun activiteiten. De technische outdoor activiteiten worden vaardig, veilig en met zorg georganiseerd. In de themagebieden weten de O&A2 studenten de deelnemers te verwonderen en enthousiasmeren met de verschillende outdoor workshops. Propedeuse studenten waarderen de inzet van de O&A2 studenten en participeren met aandacht in het leerproces. De studente zijn gemotiveerd om met beperkte middelen een onderdak, effectief kampvuur en drinkbaar water te filteren uit de natuur, om zo te voorzien in de basis levensbehoeften tijdens de tocht. Aarzelende weerstand in de eerste momenten van de week veranderen in effectief team werk en samenzang bij aankomst op het eindpunt van de tocht. De O&A2 instructeurs begrijpen hun rol als instructeur en technisch ondersteuner in de natuurlijke omgeving, als ook het samenspel met de procesbegeleiders als hierom wordt gevraagd. De procesbegeleiders hebben een intensieve leerervaring gedurende de outdoor week. 24 uur per dag op de groep gedurende 5 dagen is geen sinecure. Fysiek en mentaal vraagt dit veel van de studenten O&A3 en TP. Sociale processen spelen niet alleen in de propedeuse studenten groep een rol maar ook bij de procesbegeleiders zelf. Onderling ontstaat geregeld wrijving tussen de O&A3-‐ en de TP studenten. De psychologie studenten willen zich richten op de sociale processen van de groep maar hebben marginale outdoor vaardigheden om zich in het terrein comfortabel op te kunnen stellen, daar waar de O&A3 studenten de neiging hebben om te vervallen in de outdoor rol en zich niet altijd comfortabel voelen in de rol van gedrag veranderaar. Toch vullen de koppels of drietallen elkaar vaak onbewust goed aan en ontstaat bij het gros van de begeleidende koppels een hecht en zorgdragend begeleiders team. De propedeuse studenten ervaren de zorg van de procesbegeleiders en zijn bereidwillig om groepsprocessen aan te gaan, zowel in activiteiten, opdrachten als ook kampvuur gesprekken. Dat bij alle klassen deze groepsgesprekken plaatsvinden, conflicten op een positieve manier worden aangegaan en er oprecht op elkaars gedrag wordt gereflecteerd getuigt van een geslaagde formule in de uiteindelijke begeleiding van de outdoor studenten. De procesbegeleiders zelf komen vermoeid terug van de tocht, zowel fysiek als mentaal. De meeste studenten geven aan dat de benaderingswijze in begeleiding intensief was, maar veel leeruitkomsten op persoonlijk gebied heeft opgeleverd, ten aanzien van inzicht in gedrag en –sturing. De propedeusestudenten pikken in zijn algemeenheid de outdoor benadering tijdens de week goed op. Een goede kennismaking met outdoor en doelstellingen ten aanzien van het outdoor leren worden behaald. Groepsgedrag, teamrollen en projectmatig werken maar ook zelfregulerende motieven als doorzettingsvermogen, leiderschap en probleemoplossend vermogen worden succesvol gestimuleerd. De studenten ondervinden geen hinder van eventuele hiaten in de activiteiten-‐ of procesbegeleiding door de lerende outdoor studenten maar hebben bovenal geleerd in deze outdoor setting. Om alle 450 propedeusestudenten individueel op maat te kunnen bedienen in deze soms barre outdoor omgeving is een bijzondere uitdaging. Enkele studenten worden in het outdoor terrein te ver buiten hun comfortzone gezet om open te kunnen staan voor een positieve leerervaring. In beide propedeuse groepen veinst een enkeling NHL master Pedagogiek 29
professionaliseringstaak 3
JW Herder
een blessure of ziekte, om niet in het bos te hoeven slapen en de nachten door te brengen in de ziekenopvang van de kasteelboerderij. Het ligt niet in de doelstellingen van deze outdoor week om deze spijtoptanten te dwingen om te participeren in het groepsproces in de vrije natuur. Als na verschillende goedbedoelde motiverende pogingen door klasgenoten, procesbegeleiders en/of SLB docenten er nog steeds teveel weerstand bestaat heeft het geen zin om deze studenten verder te kwellen in het bos. Zij krijgen een vervangende rol tijdens het verblijf in de ziekenboeg, door bijvoorbeeld een verslag te schrijven op de website van de outdoor week. Verassend genoeg ontstaan in het blog dan de meest positieve verhalen… De implementatie van het vernieuwde outdoor programma werkt nog matig voor de groep SLB docenten. Niet iedere docent staat open voor het outdoor educatieve deel van het programma, om uiteenlopende redenen. Een enkele docent beschouwt de Ardennenweek nog steeds als een ontspannen groeps-‐uitje en steekt weinig energie in meer dan een begeleidende bijrol als klasse-‐docent tijdens de week. Enkele nieuwe SLB docenten zijn nieuw in het programma en vinden het moeilijk om met hun klas in deze omgeving het groepsproces aan te gaan. Zij leunen op de expertise van de student-‐procesbegeleiders en nemen de rol van groepsbegeleider op zich, daar waar nodig. Deze groep geeft ook integraal aan geen informatie te hebben ontvangen ten aanzien van het doel van de week en hun rol hierin. Tijdens een ingelaste bijeenkomst kan ik de docenten de uitgebreide en complete, aan hen persoonlijk gezonden mail laten zien. Hierin staan doelen en rollen omschreven aan de hand van een informatiebrochure speciaal voor de SLB docenten. Ik refereer eveneens aan de bijeenkomst die voorafgaande aan het project speciaal is georganiseerd om SLB docenten en student-‐procesbegeleiders met elkaar in contact te brengen om doelen en rollen door te spreken. Kennelijk waren beide pogingen niet op het juiste moment en misten hun doel. De docenten zijn naarstig op zoek naar hun rol en positie in de organisatie. Tijdens de bijeenkomst kan ik de docenten genoeg informatie meegeven om de rest van de week in een hernieuwde rol te vervolgen. Het implementatieproces dient voor de docenten dan ook herzien te worden. Meer aandacht dient besteed te worden aan het betrekken van de docenten bij het programma, om hun bijdrage en rol te kunnen verduidelijken. Alleen een mail sturen met daarin een wervende tekst en de benodigde informatieve documenten is niet de adequate manier om deze doelgroep te bereiken. De overige docenten zijn allen enthousiast en participeren vol overgave in het outdoor programma in de rol van klassen docent en nemen in meerdere of meerdere mate de rol van procesbegeleider aan, in samenspraak met de student-‐procesbegeleiders zoals het doel is. Het outdoor bedrijf Mountain Network neemt het specifieke outdoor-‐educatie deel welwillend en doeltreffend op in de algemene organisatie en logistiek. Janneke Hokke, zelf in opleiding tot procestrainer, werkt enthousiast mee om de outdoor benaderingswijze te incorporeren in de organisatie. Het uiteindelijke programma wordt samen met Janneke en student-‐projectleider Jaap Jansen samengesteld en aangepast naar de nieuwe standaard. Ook de instructeurs van het bedrijf pakken hun rol in deze goed op, en besteden consequent en constructief aandacht aan de opleiding, begeleiding en evaluatie van de O&A2 studenten in hun rol als instructeur. De leerwerkplek-‐taak van student-‐projectleider Jaap Jansen is complex en uitgebreid. De project opdracht is uitdagend en verlangt veel energie en inzet voor één student in de rol van projectleider. Toch biedt het project een uitstekende mogelijkheid voor O&A4 studenten om ervaring op te doen in outdoor event-‐ management op deze schaal. Jaap pakt de rol goed op en slaagt er in om een veelal effectieve organisatie op te zetten en te borgen. In het coördinerende team met Janneke Hokke als locatiemanager en de 4 outdoor docenten als mede projectleden, mijzelf inclusief, heeft Jaap af en toe moeite om als projectleider staande te blijven. Dat ligt niet zozeer aan Jaap, als wel aan de outdoor docenten, allen eveneens zelfstandig ondernemer met eigen buitensportbedrijf, die gewend zijn om autonoom initiatief te nemen in outdoor projecten als deze. De adhocratie, eerder benoemd binnen het outdoor docenten team, speelt ons daarin wel eens parten. De outdoor docenten, ikzelf misschien wel op de eerste plaats, kunnen gezamenlijk bewuster omgaan met deze leerwerkplek en studenten als Jaap de ruimte geven om te excelleren binnen het coördinerende team. 30 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
5
JW Herder
Monitoren en evalueren
Ontwerp gericht onderzoek is van nature een iteratief proces. Elke iteratie helpt om het prototype of project van 2 eindresultaten te verbeteren; 1) de educatieve interventie in ontwikkeling en 2) de begeleidende ontwerp principes (Nieveen, 2010). Een prototype is normaalgesproken een voorlopige of gedeeltelijke versie van het eindproduct van het onderzoek. In dit geheel past de term bij het project Outdoorweek, doordat in elke editie weer wordt gezocht naar een verbeterde, optimale vorm. Nieveen (2010) noemt dit evolutionair prototyping. In een evolutionair prototyping proces wordt het prototype continue verfijnd op basis van formatieve evaluaties en reflecties door de ontwikkelaars van het prototype. De functie van formatieve evaluatie is om en verbetering en optimalisatie door te voeren. Evaluaties vanuit dit oogpunt richten zich op het blootleggen van tekortkomingen in het prototype in het iteratieve ontwikkelproces, met als doel hier van te leren en met suggesties ter verbetering te komen voor de volgende iteratie. Een formatieve evaluatie in de context van een ontwerp gericht onderzoek kan worden gedefinieerd als een systematische activiteit waarbij data wordt verzameld en geanalyseerd, gericht op het verbeteren van de interventie en het ontwerp principe van het prototype. In de formatieve evaluatie van het outdoor project in de Ardennen heb ik ervoor gekozen om data te verzamelen door middel van interviews met alle betrokken doelgroepen in het project; de propedeusestudenten, de studenten O&A2, de studenten O&A3 en de studieloopbaanbegeleiders. Voorafgaand beschrijf ik het systematisch opgezette voorbereidingsproces om het project van de outdoor week daadwerkelijk te kunnen uitvoeren. De data analyse heb ik volgens het model van de metacompetenties (Meijering, 2013) gedaan, waaruit verbeterpunten voor de volgende editie van het project naar voren komen. De analyse richt zich op het onderwerp van mijn onderzoek op het gebied van outdoor educatie. Daarnaast vindt er een algemene evaluatie plaats, die meer op het organieke deel van het project is gericht. Voorbereidingsfase In deze vernieuwde editie van de Outdoorweek ben ik, in het licht van de fase van mijn opleiding, niet alleen één van de coördinatoren in het projectteam maar ook onderzoeker. Ik initieer de start van het project, begeleid het projectteam en monitor de vorderingen van de verschillende elementen van het project. De lessen aan de O&A2 studenten worden nog wel door mij gedaan, samen met docent assistent Misha. De lessen maken deel uit van mijn reguliere taakinzet en ik kan direct één van de outdoor groepen van dichtbij volgen.
In de voorbereidingsfase heb ik de rol van “aanjager”, zoals dat binnen ons instituut als term wordt gebruikt. Dat betekent onder andere dat ik als programma verantwoordelijke voor de outdoor vakken zorg voor controles op het lesrooster, de inzet van de collega’s, de juiste informatie op Blackboard voor de verschillende studentgroepen en de aanwezigheid van de benodigde materialen, sleutels, etc. Ook voer ik aan het einde van de lesblokken de controles uit op het plaatsvinden van de toetsing en monitor ik het verwerken ervan in het cijfersysteem door de collega’s. In de rol van aanjager ben ik de kwaliteitsbewaker van het outdoor product in deze studiefase, en kan ik uitstekend de ontwikkelingen van de verschillende projectfasen monitoren en borgen. In de voor mij comfortabele rol als aanjager kan ik faciliteren in de basisplanning voor de verschillende lessen aan de verschillende studentgroepen. Ik plan met het roosterbureau op detailniveau de benodigde lessen voor O&A2, O&A3 en de propedeuse studenten ALO en SGM. Samen met Richard Veldboer ontwerp ik de lessenserie voor de propedeusestudenten, Richard neemt de O&A3 lessen voor zijn rekening en op mijn beurt de lessen voor O&A2. De inhoud van de voornoemde leereenheden is geënt op de geplande inhoud en rollen van de outdoor week. Het eerste grove ontwerp van het programma voor de outdoor week ligt in NHL
master Pedagogiek
31
professionaliseringstaak 3
JW Herder
concept bij mij, maar wordt al snel gedeeld binnen de docentengroep en het projectteam. Tijdens verschillende bijeenkomsten kunnen we dan gezamenlijk werken aan de details en deze eventueel aanpassen in de aangeboden lessen. Op deze manier houden we ook een gezamenlijk oog voor de benodigde details, en kunnen we onvolkomenheden in het programma zoveel mogelijk voorkomen. In de rol van projectleider initieert O&A4 student Jaap Jansen de voortgangsbijeenkomsten van het projectteam. Outdoor collega Robert den Dunnen is de afstudeerbegeleider van Jaap en volgt zijn vorderingen in dit afstudeerproject. Tijdens de voortgangsbijeenkomsten wordt met name de ontwikkeling en organisatie van de outdoor week besproken, aangezien dit het hoofddoel is voor Jaap. Richard Veldboer, de docent assistenten Thomas en Misha en ikzelf rapporteren binnen het projectteam hoe de verschillende studentteams zich ontwikkelen, op weg naar de outdoor week in de Ardennen. Outdoor week In de vrije rol van “vliegende keep” en mede-‐coördinator in de Ardennen ben ik in staat om het gehele programma ontwerp te overzien en borgen. Vanuit het centrale punt op het kantoor van Mountain Network in de kasteelboerderij opererend, vaak in direct contact met locatiemanager Janneke, volg ik het verloop van beide opeenvolgende outdoor weken. Gewapend met warme koffie, Snickers, EHBO en camera hop ik via het centrale punt op en neer tussen de verschillende locaties en groepen. Ik observeer de verschillende studentgroepen tijdens de verschillende activiteiten, voorzie studenten en collega’s van warme dranken en chocolade en verleen daar waar nodig logistieke of medische ondersteuning. In totaal plak ik een 20-‐tal blaren en tape ik meerdere enkels. Met de camera leg ik verschillende activiteiten en gebeurtenissen vast. Ik interview verschillende studenten in verschillende rollen en observeer de evaluaties van verschillende klassen met procesbegeleiders en SLB docenten. In deze positie kan ik perfect het verloop van het outdoor leer programma monitoren, en daar waar nodig adviseren of bijsturen. Nu de outdoor week van start gaat met de aankomst van de eerste groep propedeuse studenten kunnen we vaststellen dat het grootste deel van het implementatieproces heeft plaatsgevonden. Zoals bij veel projecten zit 80% van het werk in de voorbereiding en 20% in het borgen en genieten van de uitvoering. Tijdens de uitvoering van het project moeten alle stukjes van de puzzel elkaar aanvullen tot één geheel. In de uitvoering van het project blijkt tot welke diepte het implementatieproces heeft kunnen reiken. Interessant is om te kijken hoe het implementatieproces in deze fase tot zijn recht komt, door te observeren hoe de verschillende studentgroepen leren in deze outdoor omgeving. Daarnaast is belangrijk om te signaleren hoe effectief het implementatieproces heeft kunnen plaatsvinden bij de omringende stakeholders, als SLB docentengroep, de outdoor organisatie en de outdoor docenten zelf.
32 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Interviews Implementatie van Outdoor Educatie en de rol van procesbegeleider Interview student Philip Klar, SGM4e jaar en Lard Hensen, outdoor & Adventure 3e jaar [Philip] “Als 4e jaars student SGM werk ik samen met O&A3 student Matisse. Samen zijn wij de begeleiders van klas 1C. De studenten in onze groep worden uit hun comfort zone gehaald. Zij moeten moeilijke taken uitvoeren. Buiten hun comfortzone ontstaan vaak problemen en willen de studenten graag hun ei kwijt. De outdoor en Adventure “dudes” (O&A2) gaan ons helpen met mooie oefeningen en goede hikes in het creëren van deze zone, zodat wij de groep beter kunnen helpen om meer een team te worden.” [Lard] “ Ik ben 3e jaars student Outdoor & Adventure en draai in deze 2e shift samen met Nynke, TP student 4e jaar. Het doel van de week is om de eerste jaars studenten kennis met elkaar te laten maken en hun eigen valkuilen en kwaliteiten te laten verkennen. De studenten moeten elkaar helpen, veel samenwerking en communicatie is belangrijk om te zorgen dat ze een beter team worden. “ [Philip] “Voor mij persoonlijk is dit een laatste kans in de opleiding om de rol van proces begeleider en trainer nog een keer goed te oefenen en professioneel over te komen in een levensechte situatie, voordat ik buiten de opleiding aan het werk ga. Een professionele houding betekent voor mij dat ik deelnemers de ruimte kan geven, de juiste, kleine, vragen stel, zodat de groep zelf gaat overleggen en zelf met oplossingen voor problemen komen. Ook dat ik helder uitleg geef, kort en krachtig, en dat ik mijzelf niet herhaal.” [Lard] “ Mijn rol is om de studenten te begeleiden in het teamproces en dat dit veilig verloopt, zowel fysiek als ook mentaal en sociaal. Ik vind het bijvoorbeeld belangrijk dat er geen pesterijen voorkomen in de groep. Dit gaat al veel beter dan in het begin, maar je moet er toch op blijven letten. Ik vind het moeilijk om een, voor mij grote stap stap terug te doen in de actief helpende rol die ik normaal gesproken gewend ben. Het is wel ontzettend leuk om de studenten de opdracht te geven om zelf oplossingen te laten bedenken en uitvoeren. [Philip] “Het proces van de eerste jaars studenten is voor mij een succes als de groep zelf de hele dag actief participeren, elkaar helpen met bijvoorbeeld het dragen van een rugzak en onderling goed overleggen. Dat de groep zelf een tijdsplanning maakt en doelen stelt, waaraan iedereen meewerkt. Als de studenten als individu én als groep de verantwoordelijkheid nemen en ook echt kunnen dragen, is in mijn ogen mijn opdracht geslaagd. Betrokkenheid van de hele groep, buiten de comfort zone plaatsen van de individuen, probleemoplossend vermogen vragen maar bovenal een leuke en leerzame week creëren zijn voor mij de kern aandachtspunten in mijn rol. “ [Lard] “ Sleutelwoorden voor het proces van de eerstejaars studenten zijn; communicatie, leiderschap (durven) nemen, maar ook kunnen ondergaan van andere teamleden, en het werken in een team. Het is een leuke en enthousiaste groep. Ik denk dat ze het eigenlijk wel weten, maar dat ze er in deze situatie sneller achter komen dat ze het zelf wel weten.” [Philip] “Ik denk dat outdoor heel goed kan helpen bij het groepsproces. Je hebt niet de luxe middelen die je thuis gewend bent, je kan niet zomaar even ergens anders heen en je zit echt bij elkaar, en bent alleen met elkaar. Dit versterkt vooral processen waarin je afhankelijk van elkaar bent, dat je elkaar moet helpen, taken moet verdelen,
NHL
master Pedagogiek
33
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Implementatie van Outdoor Educatie en de rol van deelnemer Interviews met Leon, Esther en Paul, studenten propedeuse SGM [Leon] “ Ik ben samen met mijn klasgenoten hier in de Ardennen, en maken we kennis met outdoor & adventure en al het gebeuren hierzo… Het doel van de week is om elkaar in deze week echt te leren kennen, elkaars valkuilen maar ook kwaliteiten te herkennen. De communicatie in onze groep kan zeker nog beter, maar daar hebben we nog een paar dagen voor. Ons eerste bivak bouwen, gisteren, ging eigenlijk al heel goed, we hadden een winddicht, waterdicht en warm bivak gebouwd waarin we prima hebben kunnen slapen.” [Paul] “Het doel van deze outdoor week is dat we hier leren hoe we beter op elkaar in kunnen spelen en samenwerken, een hechtere band hebt met z’n allen en dat op de opleiding dan beter kan toepassen.” [Esther] “Ik ben naar de Ardennen gekomen met een beeld dat het zwaar zou zijn, dat ik veel zou moeten afzien. Veel lopen, zware tassen sjouwen, weinig eten, weinig slapen. Dat ben je niet gewend, ik heb dat gevoel nog steeds wel een beetje. Het is erg koud ’s nachts, en op een matje slapen is niet heel fijn. Ik verlang aan de ene kant wel weer naar huis, maar kan ook genieten van het mooie uitzicht, en het avontuurlijke van de week. En het gezellig om het kampvuur zitten met z’n allen, dat vind ik echt leuk.” [Leon] “We zijn nu bezig om te leren hoe je vuur maakt. Vuur is belangrijk; als je geen vuur hebt heb je het niet warm, en als je het niet warm hebt kan je bijvoorbeeld uitdrogen.” [Paul] “Ik heb gisteren met ons studieteam op de hike gewoon stevig doorgelopen, zodat we mooi op tijd op het bivak waren. Dat was wel fout… Er was een klasgenoot achteraan die toen ook al een beetje ziek was en zijn tas niet meer kon tillen. Doordat wij te ver voorop waren hebben we dat helemaal niet doorgehad, en hebben we niet kunnen helpen. We hadden beter als één groep samen moeten werken om iedereen te kunnen helpen met de lange tocht.” [Leon] “We werken hier in studieteams met elkaar samen. Door een week als deze leer je elkaars kwaliteiten pas echt kennen. De één kan beter leiderschapstaken op zich nemen, de ander kan beter luisteren en belangrijke zaken doorgeven aan andere leden in het team. Zo wordt de samenwerking in het team beter en kunnen we samen meer presteren.” [Paul] “Ik ben de afgelopen nacht ziek geweest, ik doe het vanochtend even rustig aan. De groep helpt je dan wel met alles, steunt je en kom je er ook wel weer snel boven op. Dat maakt onze klas als groep wel hechter.” [Esther] “Het is goed dat we in de groep niet allemaal hetzelfde zijn, je mist dan bepaalde kwaliteiten die belangrijk zijn in de groep. We kunnen nu elkaar goed aanvullen waardoor we samen veel meer bereiken.” [Paul] “Wat ik meeneem uit deze week is dat communiceren met anderen om je heen erg belangrijk is, en dat je door samenwerking meer kan bereiken.”
34 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Implementatie van Outdoor Educatie en de rol van instructeur Interview met Skip en Tjensun , outdoor & Adventure 2e jaar [Skip] “ Ik heb voor Outdoor & Adventure gekozen omdat ik het gewoon heel erg gaaf vind om buiten met outdoor bezig te zijn. Het is heerlijk om buiten te zijn, het is gezond en het is heerlijk om met andere activiteiten te doen.” [Tjensun] “ Naast mijn eigen judo-‐school ben ik op zoek gegaan naar een meer natuurlijke uitdaging. Het lesgeven zit in mijn bloed, en de combinatie met outdoor is super mooi.” [Skip] “ Outdoor brengt veel uitdaging, en het is mooi voor deelnemers die hier langskomen om uit hun comfortzone te treden. De studenten zien eerst het nut niet in van een vuur maken met natuurlijke tondel en een fire steel, als ze koud en met stijve vingers naar de houtjes staan te staren, maar als het uiteindelijk lukt zijn ze super trots. De vorige groep wees voor elke dag nieuwe vuurmeesters aan, die de verantwoordelijkheid moesten dragen voor het klaarmaken van een kook-‐vuur.” [Tjensun] “ Ik weet nog goed dat ik hier vorig jaar zelf stond. No way dat ik van de tokkel af ging, ik had mega-‐hoogtevrees. Uiteindelijk heb ik het toen wel gedaan, hoewel ik achteraf het een en ander moest wegslikken… Nu sta ik hier als instructeur iedereen te motiveren om de stap te wagen. Super-‐chill als het uiteindelijk lukt om iedereen naar beneden te krijgen!” [Skip] “ Ik vind het af en toe lastig om me niet teveel te bemoeien met het vuur maken. De procesbegeleider hield me terug toen ik een paar eerste jaars wou helpen. Pas na 10 minuten hadden ze eindelijk een klein vlammetje. Toch wel mooi om te zien dat ze toch wel zelf kunnen. Nu zelf nog even geduld kunnen bewaren in deze rol..” [Tjensun] “ Ik mag als enige O&A student van de hoofdinstructeur zelfstandig de deelnemers infitten op de tokkel. Dat is in de afgelopen 3 jaar nog niemand gelukt. Mooi om te zien dat zelfs die gekke Belg me vertrouwt en me op deze plek zet.” [Skip] “ De opdracht aan de groep om de tondel mee te nemen in het blikje, naar hun bivak, om er daar het vuur mee te starten vonden ze echt mooi. Iedereen wou wel met die rokende stinkzwam lopen, haha. Ik ben na het opruimen nog bij de bivakgroep geweest om te helpen met het onderkomen. Was het ze dus mooi gelukt om een warm paasvuurtje te bouwen. Mooi vind ik dat.” [Tjensun] “ Dat de groep 2 uur met je op pad gaat, over het brug-‐parcours, de abseil en de lange tokkel, en dat ze je dan gewoon vertrouwen, dat doet me goed. Ze helpen elkaar ook echt door de hoogte stress heen en zorgen dat ze als groep, met zijn allen, alle opdrachten voltooien. Respect!”
NHL
master Pedagogiek
35
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Implementatie van Outdoor Educatie en de rol van de SLB Fragment uit groeps-‐evaluatie met de klas, Richard Veldboer •
[Richard] “ Op welke manier neem je als persoon de leiderschapsrol op?”
[Paula] “ Door in de groep te zeggen dat ik de hike van de dag niet mee kan lopen.” [Richard] “ vond je dat moeilijk?” [Paula] “ ja, enorm. Je mag alleen niet weglopen van het team door gewoon maar in het busje te stappen. Ik vond het belangrijk dat ik me als persoon kon verantwoorden en uitspreken naar de groep” •
[Richard] “ Kan jij je persoonlijke belemmeringen delen met de groep?”
[Erik] “ Ik zag wat op tegen klimmen, abseilen en dat soort hoge activiteiten. Als je me van tevoren had verteld dat ik dat zou gaan doen dan had ik je voor gek verklaard. Nu heb ik he toch gedaan, en daar ben ik best trots op.” [Richard] “..en als je die ervaring nou een doortrekt buiten de outdoor week, in je eigen omgeving, wat kan je daar dan mee? [Erik] “ Nou, dat je niet bang moet zijn voor de angsten die er zijn, en dat je je angsten moet durven te overwinnen.” •
[Richard] “wie wil hier in de groep nog meer eigen inzichten delen?”
[Ilse] “ Ik vind het mooi om te zien dat je, ondanks dat je in een vreemde omgeving bent en met een groep die elkaar eigenlijk nog maar net kent, je toch ziet dat je met zo’ klas heel wat voor elkaar krijgt. Zoals gisteren, bij het bruggenbouwen, dat iedereen dan weer vol energie doorgaat tot het eind om met zijn allen aan de overkant weer verder te kunnen.” [Richard] “…en vanuit jezelf gekeken?” [Ilse] “..nou, dat je niet bang hoeft te zijn om in de groep iets te zeggen, dat er toch naar je geluisterd wordt en dat er mensen zijn die je dan willen helpen? [Richard] “..wie is “je”?.” [Ilse] “ ja, dat IK niet bang hoeft te zijn dat er niet naar MIJ wordt geluisterd.” •
[Richard] “Ik weet nog goed, dat toen je begon aan de eerste heuvel, met die boodschappentassen in je handen, dat je het uitpufte en zei, Pffff wat is dat zwaar.”
[Marco] “Ja, dat klopt. Het begon niet helemaal perfect… Dit was het zwaarste wat ik ooit heb gedaan. Maar als je een doel voor ogen hebt, waar je helemaal voor gaat dan denk ik dat je het altijd wel kan halen, als je het maar echt wil. [Richard] “…en ik denk dat jij nog ver zit van de mogelijkheden die je hebt. Net als een aantal anderen, trouwens hier in de groep. “ 36 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Evaluatie leerinhoud Propedeuse studenten Uit de voorgaande interviews en reflecties kan worden opgemaakt, dat de outdoor week in de huidige opzet een sterke leerwinst oplevert voor de verschillende studentgroepen. Het verdiepen van de outdoor context levert in zijn algemeenheid een krachtige leeromgeving. De propedeuse student voelt zich veilig om het groepsproces aan te gaan in een onbekende omgeving, in een relatief onbekende en grote groep. Er ontstaat een hechte groep die gezamenlijk wil werken aan vooruitgang. Weinig studenten ontwijken het proces. Waar studenten zich toch onttrekken krijgen studenten ook het respect en de ruimte om op stationair niveau toch mee te gaan met de groep. Er is respect en medeleven voor alle deelnemers. Dit levert een belangrijke basis op om te willen excelleren en met een hoog probleemoplossend vermogen als groep opereert om zelfstandig de tocht te volbrengen. De vooraf gestelde korte termijn en lange termijn doelen voor de propedeusestudenten werden tijdens de uitvoering van het project gemonitord en beschouwd. Uit de formatieve evaluatie middels interviews en reflecties kunnen de volgende leeruitkomsten worden gesignaleerd en in het systematische metacompetentiemodel van Meijering (2013) worden weergegeven; Psychologisch Kapitaal omgaan met energie, bewaken senso-‐motorische ontwikkeling, motivatie, betrokkenheid, omgaan met stress-‐factoren, locus of control, zelfregulering, zelfsturing, persoonlijke waarden voor professioneel handelen
ü De student beleeft nieuwe, indrukwekkende avonturen. De student wordt gezien en (h)erkend als groepsdeelnemer. ü De propedeusestudent heeft plezier in het deelnemen aan outdoor activiteiten en neemt een positieve houding aan ten aanzien van avontuur en uitdaging ü Doelen halen; De groepen met studenten maken een tocht door de Ardennen. Door het aaneenschakelen van benodigde informatie, opdrachten en activiteiten bereiken ze allen de eindstreep. De intrinsieke motivatie om aan de eindstreep te staan is groot. Het doel is helder en maakt de weg er naar toe overzichtelijk. Op de lange hike dag komen alle studenten voor het donker aan op de volgende bivaklocatie. De beloning is de ervaring van een winnend team, en een warme en droge touringcar die hen naar huis voert. ü De propedeusestudent wordt gesterkt in het persoonlijke vertrouwen en zelf-‐waarde door het succesvol aangaan van uitdagingen. Studenten maken zelfstandig vuur waarop kan worden gekookt en bouwen warme en waterdichte bivaks die een goed nachtrust optimaliseren. ü Inzicht in persoonlijke en professionele waarden. Studenten leren in outdoor situatie om zelf keuzes te maken, ten aanzien van het bereiken van doelen. Motivatie, gedrag, samenwerking en zorg voor de eigen individu zijn direct bepalend voor het welslagen in de outdoor setting. ü Inzicht in eigen kunnen. Door unieke ervaringen en uitdagende situaties in onbekende, natuurlijke omstandigheden ontwikkelt de student een inzicht in eigen capaciteiten, fysiek en mentaal. Sociaal Kapitaal in kaart brengen informele sociale netwerk, intern en extern, via 3 invalshoeken; zakelijk/functioneel, politiek & leer-‐werk gemeenschap (COP)
ü Werken in een team. Studenten leren om samen te werken, samen te communiceren en samen oplossingen te bedenken voor problemen en uitdagingen. Leiderschapskwaliteiten nemen toe door verbeterde communicatie en teamwork. Bij het bouwen van een brug over een rivier werken alle studenten mee om een goed (lees; droog) resultaat te bereiken. ü Het vertrouwen van studenten en mede groepsleden groeit door samenwerking bij de verschillende outdoor onderdelen, zoals het elkaar zekeren bij het klimmen of een vuur maken voor de rest van de groep, zodat er kan worden gegeten. NHL
master Pedagogiek
37
professionaliseringstaak 3
JW Herder
ü De outdoor omgeving en resulterende sociale omstandigheid verbindt de studenten. Een gedeelde noemer vormt de duurzame groep. Een homogene groep heeft de neuzen in dezelfde richting staan en is daardoor actiever en productiever. Gedeelde smart is ook in outdoor omgeving halve smart. Gezamenlijk zingend aan de wandel, het volgende avontuur tegemoet tredend, versterkt het samenhorigheidsgevoel van de groep. ü De student ontwikkelt zijn zelf bewustzijn en sociale vaardigheden, als ook de waardering voor de bijdragen en prestaties van zichzelf en de groep. In veel opdrachten maken veel handen licht werk, waarbij een positieve en effectieve communicatie onderling directe en positieve resultaten oplevert. Cultureel kapitaal veiligheid
organisatiecultuur, symbolen, taal, rolmodellen, rituelen, normen&waarden,
ü Kampvuur, sfeer. Studenten leren en leven samen gedurende de intensieve en langdurige periode in de Ardennen. Samen ontspannen tijdens het bivakkeren en eten bij het kampvuur bevordert de sociale communicatie, relaties en onderlinge uitwisseling van ervaringen. ü De propedeusestudent verkent de grenzen van eigen kunnen en leert onbewust zijn eigen risico management vorm te geven. Tijdens de energievolle onderneming moet de student keuzes maken tot een optimaal handelen in de outdoor setting. Studenten leren hiertoe van elkaar en ontwikkelen al doende een optimaal gedrag en handelen in de koude, natte en natuurlijke omgeving. Operationeel kapitaal
taken, inhoud, middelen, operationeel management, veiligheid
ü De individuele student leert om eigen beslissingen te maken in uitdagende situaties. De studenten zijn in het algemeen enthousiast en leergierig. Ze ontwikkelen en verbreden hun motorische vaardigheden in outdoor activiteiten. ü Naarmate de week vordert tonen de studenten meer initiatief, zelfvertrouwen, verantwoordelijkheid, doorzettingsvermogen en toewijding. ü Leiderschap. Studenten ontwikkelen leiderschap-‐vaardigheden tijdens uitdagende outdoor situaties, in samenwerking met andere studenten ü Risico management. Studenten krijgen inzicht in (het belang van) een verantwoordelijk risico management systeem voor zichzelf en voor de groep. ü Het looptempo wordt bepaald door de langzaamste loper. Door optimalisering van de langzaamste loper gaat het algemene tempo omhoog. De langzaamste loper voorop, die gestimuleerd wordt om een gestaag tempo te vinden dat ook voor de snellere lopers nog acceptabel is. Deze werkelijkheid tijdens de outdoor week wordt meegenomen als metafoor naar onderwerpen als functioneren in een studieteam, projectmanagement, etc Intellectueel kapitaal
reflectie op dagelijkse praktijk, projectmatig creëren, kennisdeling
ü Reflectie. Studenten reflecteren op eigen handelen en gedrag in uitdagende situaties, waardoor een beter zelf-‐beeld ontstaat voor volgende uitdagende situaties. Uit de groepsevaluatie bij de groep van collega Richard blijkt dat de studenten zelfkritisch kunnen zijn en zijn gegroeid in het inzichtelijk vermogen van eigen individu en groep. Onderwerpen als zelfregulatie, groepsprocessen en gedrag komen daarin bij de meeste studenten naar voren in hun eigen kritische reflecties. ü Healthy ageing. Het bewust worden van eigen waarde en gezonde leefstijl door positieve ervaringen met actief outdoor sporten. De student ervaart de voordelen van fysieke fitheid in de aansprekende en uitdagende outdoor sporten. Alle activiteiten worden met enthousiasme aangepakt, mede 38 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
geholpen door de zachte weersomstandigheden. Van bruggen bouwen tot abseils van 30 meter, iedereen draagt gemotiveerd een steentje bij. ü Grenzen verleggen. Het ervaren van uitdagende activiteiten met een schijnbaar verhoogd risico hebben een positief effect op het zelfbeeld en zelfvertrouwen. Een aantal studenten geeft van tevoren aan enkele onderdelen niet te willen doen, in verband met hoogtevrees. Toch gaan zij samen met de groep op pad, en kunnen de meeste studenten zich motiveren om de ervaring van het werken op hoogte alsnog aan te gaan. De pogingen hebben een positief effect, op de eigen individu als ook in de groep. Men ondersteunt elkaar, zonder anderen voor het blok te zetten of af te kraken als iets niet lukt. ü Gedenkwaardige herinneringen. Positieve herinneringen aan persoonlijke overwinningen en gedrag in uitdagende situaties geven een hogere zelfwaarde ± Awareness. De student wordt zich bewust van haar natuurlijke omgeving en ervaart uit eerste hand het belang van het behoud van deze natuur, ook voor de lange termijn (duurzaamheids besef). Voor de studenten blijkt het nog lastig om de stap te maken om met een overkoepelende blik te kijken naar het grotere geheel van natuureducatie. Studenten hebben de 5 dagen nodig om in eigen-‐ en groeps-‐basisbehoeften te voorzien. Awareness is in dit stadium meer een kennismaking, bewustwording lijkt wat verder van de student af te staan. ± Transfer. De studenten nemen basis levenservaringen, normen en waarden uit de outdoor omgeving mee en plaatsen deze in het dagelijkse leren en leven. Ook hier geldt dat een begrip als transfer nog ver van het bed van de student staat. Of transfer daadwerkelijk plaatsvindt in de komende projecten op de opleiding zal moeten blijken. Gedurende de week beschouwt de student de ervaring van de Outdoorweek als een actuele gebeurtenis, losgekoppeld van de situatie thuis. Innovatief kapitaal out of the box, valoriseren van kennis, strategische richting aan eigen professionele handelen, persoonlijk leiderschap
•
•
•
±
±
NHL
Studenten worden geprikkeld door opdrachten zoals het bouwen van een bivak onderkomen met beperkte basismiddelen in wisselende omstandigheden. Oplossend vermogen en autonomie zijn belangrijke persoonlijke (karakter)eigenschappen die dan worden gevraagd in het programma. Studenten kunnen deze opdrachten individueel aan, maar helpen elkaar ook om in de groep gezamenlijk tot een optimaal kampement voor de nacht te komen. Met verschillende natuurlijke materialen wordt druk geëxperimenteerd om een nóg comfortabeler bivak te bouwen, het luxe slapen in het mooiste bivak wordt voor verschillende studenten een sportieve uitdaging onder elkaar. De studenten hebben een verantwoordelijke, reële taak in de groep. Er moeten bivaks worden gebouwd, vuren aangemaakt, hout gesprokkeld, routes gepland en gelopen. Alle activiteiten hebben betrekking op direct handelen in de werkelijkheid; verplaatsen, onderkomen, eten, slapen, etc Creativiteit. Door inspirerende opdrachten en het sturen op probleemoplossend vermogen creëert de student een brede blik en wordt creativiteit geprikkeld en gestimuleerd. Als enkele studenten door blaren niet meer kunnen lopen met volle bepakking, pakt de groep dit op door inventieve systemen te bedenken waarop de rest van de bagage alsnog kan worden vervoerd. Verschillende ontwerpen voor draag-‐ of sleepbrancards zien het licht. Schoenen waarvan de zolen loslaten worden inventief weer in elkaar geknutseld met plastic zakken en reserve veters. Door positieve leerervaringen in de outdoor omgeving raakt de student meer gemotiveerd en leergierig. Het is echter de vraag of de propedeusestudenten daadwerkelijk een positieve houding ten opzichte van toekomstig leren op andere educatieve vlakken zullen ontwikkelen. Hiervoor is vervolg onderzoek benodigd om hier een solide antwoord op te kunnen geven. De student verbreedt zijn horizon. Ook hier de vraag of de student daarmee open staat voor een ruimer toekomstbeeld en levens kansen. De meeste propedeusestudenten zijn nog niet zover in hun cognitieve ontwikkeling om hier al de volle aandacht voor te hebben. Impliciet zal er vast het één en ander aan leermateriaal op dit vlak blijven beklijven bij de student, maar dat is slechts een aanname. master Pedagogiek
39
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Reflectie programma Outdoor studenten en GBI O&A2 studenten in de rol van instructeur zijn veelal bezig met hun eigen vaardigheid, alvorens de groep te kunnen begeleiden. De positie in een grote organisatie is voor de individuen soms nog overweldigend. De meerderheid van de O&A2 studenten ontwikkelt in de leerweken competenties op het gebied van begeleiden, met zorg voor de deelnemer in plaats van alleen eigen individu. Het outdoor educatie deel is voor een enkeling nog veel gevraagd, maar de meeste studenten worden uitgedaagd om in hun rol als instructeur de deelnemer te motiveren om optimaal te functioneren in het outdoor terrein. De kwaliteit van de begeleiding is uiteindelijk zo hoog dat 3 studenten zelfs de proeve van bekwaamheid tot “Outdoor Animator” positief kunnen afleggen, als eersten in de afgelopen jaren tijdens deze leer week. Het eigen groepsproces van de O&A2 studenten levert een uitermate hecht team op. Elke avond kiest de groep gezamenlijk de persoon die de “muts van de dag” mag dragen, een soort “most valuable player” voor die dag. Studenten dragen daartoe elkaar aan als kandidaat middels een motiverend verhaal over de prestaties of het voorbeeldige gedrag van de betreffende student. Het enthousiasme waarmee de studenten elkaar aandragen getuigt van een open en respectvolle houding naar alle teamleden. Voor de procesbegeleiders is de leer ervaring in de outdoor week indringend. Alle studenten geven aan de week fysiek erg zwaar te vinden, door de 24 uur begeleiding op de groep, zeker in 2 elkaar direct opvolgende les eenheden. Zelf in het natuurlijke terrein bewegen en ook nog oog hebben voor de groei en processen van de deelnemers wordt als een zware klus ervaren. De samenwerking tussen de outdoor studenten en de studenten Toegepaste Psychologie verdient daarin nog zeker de aandacht. De niet outdoor studenten zijn weliswaar voorbereid op het verblijf in de natuur, maar zeker nog geen bedreven hikers. Dat speelt deze procesbegeleiders danig parten, en belast bovendien de taken van de outdoor partner. Hierdoor zijn de koppels soms meer met elkaar bezig dan met de groep. Uiteindelijk vinden alle koppels wel een modus waarin kan worden gefunctioneerd, en meestal vinden de processen buiten de groep zelf om plaats waardoor de propedeusestudenten niet door hebben dat er wat strubbelingen in het begeleidingsteam bestaan. De procesbegeleiders hebben een professionele instelling en kwijten zicht met overgave aan hun taak. Het resultaat is erg bemoedigend. Zowel de procesbegeleiders als de propedeusestudenten zelf geven aan in deze outdoor situatie waardevolle leeruitkomsten te vinden. Groepsprocessen kunnen worden aangegaan, procesbegeleiders kunnen en mogen sturen van de groep en hebben de ruimte om de groep mee te kunnen nemen op een indruk-‐volle tocht. Het leerproces voor de procesbegeleiders wordt door deze groep als intensief maar zeer waardevol ervaren. De procesbegeleiders zijn trots op hun prestatie als begeleider en zorgdrager voor de groep.
40 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Algemene eind evaluatie Na de uitvoering van het outdoor project in de Ardennen vindt in Groningen de eind evaluatie plaats, door de outdoor docenten Robert, ikzelf en de O&A4 studenten uit het projectteam. In deze evaluatie komen organisatorische, inhoudelijke en logistieke details aan bod, die niet allen direct gelieerd zijn aan de implementatie van de vernieuwde outdoor educatie inhoud, maar zijdelings toch ook weer vaak verband hebben met elkaar. Logistieke organisatie versterkt in sommige gevallen het leerproces, en andersom. De algemene consensus in de vergadering is positief. Door een goede organisatie en milde weersomstandigheden heeft het volledige programma plaats kunnen vinden, en komen uit alle hoeken van het project overwegend positieve geluiden. Ten aanzien van de inhoudelijke leeruitkomsten heb ik uit de observatie van het proces, de uitvoering van het project en de evaluaties door de verschillende studenten wel enige verbeterpunten, maar constateer toch bovenal veel positieve leeruitkomsten. In de algemene evaluatie door het project team worden onder andere de volgende punten genoteerd; Curriculum • • •
•
De outdoor studenten betrekken zich pas laat op het project, wat de diepgang en kwalitatieve uitvoering in gevaar brengt. De studenten SGM zijn beduidend minder vaardig in enkele basis outdoor vaardigheden, wat het programma en het leerproces vertraagd. De SGM studenten eerste kennismaking met de outdoor is niet optimaal. Ook de procesbegeleiders zonder outdoor achtergrond missen een comfortabele aansluiting in het project, waardoor het eigen ontwikkelingsproces en dat van de deelnemers wordt verstoord. Dit geldt in versterkte e mate voor de procesbegeleiders die in de 2 shift worden ingezet, deze missen een inwerkperiode. SLB docenten kennen doelen en eigen rol beperkt. Samenwerking met de procesbegeleiders niet altijd optimaal, soms missend
Organisatie en logistiek • • • •
De projectopdracht voor de O&A4 projectteam is complex. De taakbelasting op de projectleider is groot. Borging van de continuatie van het projectteam Borging van de organisatie en inhoud van het project 2 klassen worden gedurende de outdoor week ziek. Een buikgriep velt meer dan de helft van de klassen en overstroomd de ziekenboeg. Is de waterlogistiek met de jerrycans geïnfecteerd? Is de groep zich genoeg bewust van de noodzaak van hygiëne?
Programma •
• •
Het draaiboek voor de beide outdoor weken werd een dag van tevoren als compleet gepresenteerd door Mountain Network. Hierdoor konden hiaten niet altijd op tijd worden ontdekt, met onduidelijkheid tot gevolg. Voor enkele klassen is de routing onlogisch, en worden enkele verbinding trajecten meerdere keren op en neer gelopen, wat de natuurlijke routing verstoord. De uitgebreide informatie naar SLB actiever controleren en begeleiden. Documenten zijn aangeleverd maar niet gelezen. Hierdoor is voor enkele SLB docenten hun rol niet duidelijk bij aanvang van het project. Het hoogte parcours van Dinant Aventure biedt veel kermis, gewaardeerd door de propedeuse studenten. Ook is de locatie bij/in de bebouwing van het dorp Anseremme. We gebruiken al de hoge rotsen van Castel. Willen we meer natuurbeleving in het programma integreren?
NHL
master Pedagogiek
41
professionaliseringstaak 3
JW Herder
6
Consequenties
De gepleegde innovatie op het gebied van de outdoor inhoud in het project heeft een enthousiast en unaniem akkoord ontvangen van alle betrokken partijen. De outdoor collega’s zijn erg tevreden ten aanzien van de gepleegde interventie en kunnen we gezamenlijk terugkijken op een productieve en effectieve samenwerking. De afterparty’s door de verschillende studentengroepen, klassen en zelfs Mountain Network crew hebben inmiddels plaatsgevonden, wat toch getuigd van een uitermate geslaagd project. Helaas heeft teamleider Jannie Kootstra op het laatste moment moeten afzeggen voor een bezoek tijdens de outdoor week in de Ardennen, maar via meerdere collega’s en ook het outdoor bedrijf werd zij ten positieve bericht over het succes van het project. De continuatie van de outdoor week nieuwe stijl zal zijn beslag gaan vinden in de editie van november 2015. Voor de volgende editie van de outdoor week zal de samenstelling van het organiserend team iets zijn gewijzigd. Collega Rob geeft aan volgend jaar niet meer de administratieve klus voorafgaande aan de outdoor week te ambiëren, waarin studentenlijsten, docentenlijsten, rijschema’s en telefoonnummers van betrokkenen om de haverklap wijzigen. In de lijn der verwachtingen zal ik deze klus overnemen, tezamen met het project team. Mijn inzet in de Ardennen als coördinator, controleur en vliegende keep zal ik continueren. In deze rol voel ik me het meeste thuis, met een overall controlerende taak en een overall inzicht in de organisatie. Op het gebied van organisatie, programma en leerinhouden ten aanzien van de outdoor week zullen naar aanleiding van de voorgaande evaluaties enkele aanpassingen moeten plaatsvinden. Het schaven en schuren aan een uitdagend en complex project is altijd benodigd om de kwaliteit te kunnen blijven borgen voor de toekomst. Door in de combinatie van leerinhoud met programma, organisatie en logistiek (veelal kleine) aanpassingen te maken, kan wederom een optimaler leereffect worden bereikt voor de propedeuse studenten, als ook de begeleidende O&A studenten en SLB docenten. In de volgende iteratie zal blijken in hoeverre de recente interventie met evaluaties, reflecties en aanpassingen verder kan groeien tot een nog volwaardiger product. In het ontwerp moeten we niet doorslaan in ons goedbedoelde enthousiasme, door nog meer content toe te willen voegen in het programma. Er moet ruimte blijven voor de eigen ervaring en verbeelding. Wel kunnen wellicht enkele activiteiten anders worden vormgegeven, zodat we met dezelfde activiteiten meer leeropbrengst kunnen genereren. De kracht van outdoor educatie zit ook vooral in de eenvoud, het zelf ontdekkend en regulerend vermogen van de student en een natuurlijk verloop van het programma zonder kunstmatige interrupties. Uit de interviews, reflecties en algemene evaluaties zijn de volgende aandachtspunten gefilterd, die in de volgende editie van de outdoorweek worden geoptimaliseerd.
42 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Curriculum •
•
•
•
•
•
De studenten zijn actief in de natuur aan de slag, waarbij het bewustzijn van de omgeving gedeeltelijk aanwezig is. “Campsweep” en “leave no trace” wordt in de groepen al goed geïntegreerd in het dagelijkse handelen. Het begrip Awareness, dat naast respect voor de natuur ook voor een deel duurzaamheid betekent, kan worden benadrukt door in de natuur opdrachten in het programma deze aspecten letterlijk te benoemen en koppelen aan een vervolg opdracht. Andere scholen hebben bij het bedrijf Mountain Network bijvoorbeeld opruim opdrachten uitgevoerd, om de rotzooi van de toeristen aan te pakken voor de gemeente. Dat werkte erg positief, zowel voor studenten, bewoners in het gebied als gemeente. Actie; onderwerp en opdracht neerleggen bij project team (JW). Transfer is voor de studenten een lastig begrip, dat wellicht door ons als docenten te zwaar wordt aangezet als gerichte leeruitkomst. “wat heb je ervan geleerd” is in deze fase het hoogst haalbare… Wel kunnen we transfer actiever controleren, door bijvoorbeeld aan het einde van het opvolgende lesblok in een reflectie van dat blok de leeruitkomsten bij de studenten te bevragen in hun portfolio. Verslagen in deze portfolio’s kunnen inzicht geven in wat er, in ieder geval in de weken na de outdoor week, is blijven hangen ten aanzien van meegenomen leeruitkomsten uit de outdoor week. Actie; SLB docenten betrekken in evaluatie Ardennen door propedeusestudenten, door middel van aanpassen inhoud huidige portfolio. (RV en RD). De outdoor studenten betrekken zich pas laat op het project, wat de diepgang en kwalitatieve uitvoering in gevaar brengt. Actie; Direct vanaf het begin de neuzen richten op het einddoel van dit segment in de outdoor opleiding. Een Kick-‐off in blok 4 met alle outdoor studenten. Dan al de officiële start maken met de voorbereiding op de outdoor week. Gezamenlijke thema, verwachtingen uitspreken, etc. (projectteam, RV, RD en JW) De studenten SGM zijn beduidend minder vaardig in enkele basis outdoor vaardigheden, wat het programma en het leerproces vertraagd. De SGM studenten eerste kennismaking met de outdoor is niet optimaal. actie; Lesblok SLV outdoor voor SGM studenten, eventueel in afgeslankte vorm (bivak bouwen, kaart en kompas). Overleg met propedeuseteam en planner blok 1.1 SGM (RD en JW) Ook de procesbegeleiders zonder outdoor achtergrond missen een comfortabele aansluiting in het project, waardoor het eigen ontwikkelingsproces en dat van de deelnemers wordt verstoord. Dit geldt in versterkte e mate voor de procesbegeleiders die in de 2 shift worden ingezet, deze missen een inwerkperiode. actie; outdoor studenten O&A3 spijkeren actief de kennis van hun buddy bij. Alle procesbegeleiders starten bovendien in de eerste shift van de outdoor week, zodat allen de inwerkperiode doorlopen (RV) SLB docenten kennen doelen en eigen rol beperkt. Samenwerking met de procesbegeleiders niet altijd optimaal, soms missend. actie; procesbegeleiders draait enkele SLB lessen met de klas mee, om kennismaking en hechtere samenwerking vanaf start te bevorderen. SLB docent krijgt actievere beoordelende taak dmv beoordelingsformulier (RV)
Organisatie en logistiek •
•
• •
NHL
De projectopdracht voor de O&A4 projectteam is complex. De taakbelasting op de projectleider is groot. actie; Door ontwikkelen van het project team Ardennen. 2 studenten in de coördinerende rol, in plaats van 1. Het 4 koppige projectteam geeft voldoende borging voor een goede organisatie, onder toezicht van de outdoor docenten met eindverantwoordelijke Robert den Dunnen (RD) Borging van de continuatie van het projectteam actie; Per direct een sollicitatieprocedure starten, om het nieuwe projectteam te vormen, waarin de huidige studenten taken over geven voor de volgende editie. (RD en Jaap Jansen) Borging van de organisatie en inhoud van het project actie; ontwikkelen van een draaiboek en veiligheidsplan door het projectteam (RD) 2 klassen worden gedurende de outdoor week ziek. Een buikgriep velt meer dan de helft van de klassen en overstroomd de ziekenboeg. Is de waterlogistiek met de jerrycans geïnfecteerd? ? Is de groep zich genoeg bewust van de noodzaak van hygiëne? actie; terugkoppelen met Mountain Network, op zoek naar oplossing (JW). In het algemene bivak-‐instructie programma een moment integreren waarin de noodzaak van hygiëne wordt benadrukt en hier ook praktisch tijd voor creëren. Dit is bovendien een natuurlijke aanleiding voor aandacht aan het bewust handelen in de outdoor omgeving.
master Pedagogiek
43
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Programma •
•
•
Het draaiboek voor de beide outdoor weken werd een dag van tevoren als compleet gepresenteerd door Mountain Network. Hierdoor konden hiaten niet altijd op tijd worden ontdekt, met onduidelijkheid tot gevolg. Voor enkele klassen is de routing onlogisch, en worden enkele verbinding trajecten meerdere keren op en neer gelopen, wat de natuurlijke routing verstoord. actie; Een centraal en compleet programma voor beide outdoor weken, 2 weken voor aanvang van het project (communicatie door JW naar Mountain Network) De uitgebreide informatie naar SLB actiever controleren en begeleiden. Documenten zijn aangeleverd maar niet gelezen. Hierdoor is voor enkele SLB docenten hun rol niet duidelijk bij aanvang van het project. actie; Tijdens de docenten opstart week, bijeenkomst propedeuse ALO en SGM; intro Ardennenweek projectteam, aankondiging/presentatie van het komende project en doorspreken van de data. Vroegtijdig indelen van de klassen met SLB, zodat iedere docent en student tijdig de planning voor het weekend kan aanpassen. (JW) Het hoogte parcours van Dinant Aventure biedt veel kermis, gewaardeerd door de propedeuse studenten. Ook is de locatie bij/in de bebouwing van het dorp Anseremme. We gebruiken al de hoge rotsen van Castel. Willen we meer natuurbeleving in het programma integreren? actie; doordenken en uitwerken van de mogelijkheid om stroomopwaarts een natuur-‐dag te implementeren en hoogte parcours uit programma te schrijven. (MN, projectteam en JW)
44 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
7
JW Herder
Reflectie
Ontwerp gericht onderzoek Het gehele, ontwerpgericht onderzoek in de outdoor week in de Ardennen is een complex project. Het project neemt in deze editie 8 maanden in beslag, vanaf de eerste opzet voor de outdoor week door het project team, de voorbereidende lessen van alle betrokken studenten, de voorbereidende opleidingsdagen voor de outdoor studenten tot en met de feitelijke uitvoering van het project zelf. Van februari tot en met november begeleiden outdoor docenten de ontwikkeling van het project door de student-‐projectleden, en monitoren zij de voortgang in lessen door outdoor-‐ en SLB docent collega’s die leiden tot de uitvoering van het prachtige project in de Ardennen. Na 12 intensieve dagen op locatie kijkt een grote groep deelnemers, organisatoren en begeleiders terug op een geslaagde Outdoor ervaringsweek in de Ardennen. 17 klassen met gemiddeld 25 propedeusestudenten telt op tot 425 deelnemers, verdeeld over 2 “shifts” van 5 dagen, begeleid door 55 outdoor-‐ en GBI studenten, 30 SLB docenten, 15 Mountain Network instructeurs en medewerkers, en 4 outdoor docenten. Snel opgeteld zijn dat minimaal 525 participanten. Daarnaast telt de website van het project meer dan 800 individuele bezoekers, door geïnteresseerde ouders, familieleden en vrienden die de verrichtingen van de propedeuse bikkels in de Ardennen met enthousiasme hebben gevolgd. Los van de vele natte sokken, blaren en incidentele zwakke enkels hebben we 2 ritten hoeven maken naar de poli, voor een schuiver bij het mountainbiken en een vervelend accident met het verwisselen van een (brandend…) gastankje door nota bene één van de instructeurs. Geen blijvende schade gelukkig, hoewel we altijd streven naar een “nul-‐bezoeken-‐beleid” ten aanzien van het ziekenhuis. Geholpen door het, voor november, goede weer blijft een bovenal positieve indruk achter bij de overgrote meerderheid van de groep. Tezamen met het operationele aspect van de interventie is het tevens van betekenis om ook het onderzoeksmatige proces in kaart te brengen. Als kritisch innovator heb ik het ontwerpgericht onderzoek vorm gegeven aan de hand van enkele kenmerkende facetten (Aken & Andriessen (red), 2011), (van den Akker, 2010). • Pragmatisch: Het ontwerpen van (principe-‐) oplossingen staat centraal. ~ Het onderzoek is dienend, en resulteert in een prototype voor een verbetering van het gebruikte format voor de outdoor week in de Ardennen. De huidige interventie heeft verschillende verbeteringen opgeleverd, zoals beschreven in het vorige hoofdstuk. Ook zijn er enkele aandachtspunten naar voren gekomen ten aanzien van de volgende outdoor week in de Ardennen. Het onderwijs in de outdoor week heeft een sterke verbeterslag gemaakt. Zolang er sprake is van “proof of principle” is er alle reden om door te gaan met het ontwikkelwerk. • Contextueel: Het ontwerp is gegrond in de context van de bestaande, authentieke praktijk met al haar complexiteit, dynamiek en beperkingen. Onderzoeksresultaten zijn verbonden door zowel ontwerp als proces met de specifieke setting waar het onderzoek wordt uitgevoerd. ~ Het gepleegde onderzoek ten aanzien van outdoor educatie vond plaats in een authentieke situatie en setting. De resultaten zijn kenmerkend voor de specifieke situatie van de outdoor week in de Belgische Ardennen. In het ontwerp heb ik me gericht op de innovatie van het unieke project in de Ardennen. • Theoriegericht: Er wordt voortgebouwd op bestaand onderzoek binnen het domein waarin het type probleem zich voordoet en wil daar ook aan bijdragen. Door systematische evaluatie van opvolgende ‘prototypen’ wordt kennis gegenereerd over de kenmerken en het oplossen van het type probleem dat wordt bestudeerd. Theorie is dus zowel een fundament als een resultaat. ~ Het ontwerp voor de outdoor educatieve inhoud van de interventie is gebaseerd op een algemene theoretische basis, als ook specifiek onderbouwd vanuit onderzoeken op het gebied van outdoor en educatie. In P2 werden ook good practises uit eigen curriculum gebruikt ter onderbouwing van het vernieuwde ontwerp voor de outdoor week. De opvolgende ervaringen uit vorige edities van de outdoor week werden gebruikt als raamwerk voor het nieuwe ontwerp. NHL
master Pedagogiek
45
professionaliseringstaak 3
JW Herder
•
Interactief: Samenwerking en co-‐creatie met de praktijk is de norm. De onderzoeker is niet een afstandelijke observator, maar werkt mee als adviseur. ~ In dit project werk ik samen met collega’s, studenten en het outdoor bedrijf Mountain Network aan de ontwikkeling en uitvoering van het prototype. Het project is als integraal leertraject bijzonder betekenis vol voor de 50 outdoor studenten, die allen verantwoordelijk zijn voor een deel van het project, en allen een steentje bijdragen aan een daadwerkelijk plaatsvindend, complex en volumineus project. De propedeuse studenten worden in het programma begeleid door outdoor medestudenten in opleiding, maar ook door de instructeurs vanuit het outdoor bedrijf Mountain Network. De professionele begeleiding borgt eventuele hiaten in de kennis en vaardigheden van de studenten en zorgt voor een veilige werkomgeving. Ook wordt daardoor gewerkt volgens de laatste standaard in het professionele outdoor veld. In mijn rol als onderzoeker heb ik een sterk adviserende rol. Samen met de 3 andere outdoor collega’s, de student-‐projectleider en de locatiemanager van het outdoor bedrijf begeleid ik de uitvoering van het hernieuwde outdoor programma. Ik adviseer SLB docenten in hun rol bij de begeleiding van hun studenten, ik coach de outdoor studenten in hun verschillende rollen van begeleider en procesbegeleider, en meng me in de verschillende overlegmomenten ten aanzien van het verloop van het programma, om de inhoud van de interventie zoals bedoeld te kunnen borgen.
•
De onderzoeksresultaten hebben de vorm van prototypes en producten alsmede inzicht in de mechanismen achter deze oplossingen. De kennis heeft niet alleen betrekking op de huidige situatie, de kennis is gericht op toekomstige verbeteringen. ~ De reflecties, interviews en evaluaties middels het metacompetentie model leveren een helder beeld op van de resultaten en leerwinsten van de huidige interventie in de Belgische Ardennen. Daarmee staan heldere opties open om tot een vervolgontwerp te komen voor de volgende editie in november 2015. Nieuwe prototypes voor lesinhouden en organisatie kunnen worden vormgegeven door het voortschrijdend inzicht, verkregen door het onderzoek.
•
Het ontwerpen van oplossingen is integraal verbonden met onderzoeken. Beide processen lopen parallel en zijn verweven. Dit in tegenstelling tot de klassieke opvatting waarin eerst onderzoek plaats vindt en dan door de praktijk een oplossing wordt bedacht. ~ In dit project wordt al doende continue gewerkt aan oplossingen en verbeteringen. Ook op dit niveau geldt het principe “learning by doing”, wat als educatieve-‐, maar ook als onderzoeksmethode goed past in het HBO sport-‐onderwijs van het instituut. Deze werkwijze sluit ook aan op mijn persoonlijke stijl, al moet ik soms oppassen dat dit niet mijn valkuil wordt. blijft. Om geen systematisch hiaat te creëren in het ontwerp blijft een theoretische en constructieve onderbouwing een belangrijk element voor het prototype.
•
De onderzoeksopzet en gebruikte methodieken wijken af van traditioneel onderzoek. ~ De bewijsvoering is gericht op het testen van producten en ontwerpstellingen in de praktijk. Aan de hand van good practises in Outdoor werden in P2 de kernwaarden en leerwinsten van outdoor educatie verkend, als grondlegger voor het innovatieve ontwerp van de interventie in P3. Op basis van de metacompetenties uit de voornoemde good practises werden kenmerkende outdoor educatie elementen benoemd die in het prototype voor de outdoor week als basis dienden voor het prototype.
•
Het overdragen van het ontwerp is essentieel in de sociale wetenschappen; men beoogt een leereffect bij professionals; Dit doet men bijvoorbeeld door het schrijven van verhalen. ~ Met name de rol van de procesbegeleiders (studenten O&A3 en GBI) van de propedeusegroepen is hierin belangrijk. Zij begeleiden de propedeuse studenten gedurende de hele week, 24 uur per dag. Het begeleidingsproces en de sturing die de O&A studenten hierin geven zijn essentieel in het uiteindelijke beeld van de deelnemende propedeusestudent. In wezen vertellen de procesbegeleiders het verhaal van het outdoor (educatie) prototype, en staan tegelijk model voor het outdoor programma. master Pedagogiek
46 NHL
professionaliseringstaak 3
JW Herder
•
Aan inzichten uit de praktijk wordt meer waarde toegekend dan in klassiek onderzoek, rijke praktijkinzichten worden verbonden met theoretische inzichten en omgezet in vernieuwende ontwerpen. ~ De voornoemde good practises zijn een belangrijk fundament voor het ontwerpen van het nieuwe prototype van de outdoor week. De kenmerkende elementen uit een outdoor educatieve setting worden geanalyseerd en gebruikt als krachtige basis voor de interventie. De resultaten uit deze interventie zullen wederom een belangrijke bron zijn als grondlegger voor de volgende editie van de outdoor week in november 2015.
Uit de voorgaande beschouwing kan worden geconcludeerd dat de gepleegde innovatie op het gebied van outdoor educatie in de outdoor week van het Instituut voor Sportstudies is ontwikkeld volgens de principes van het ontwerp gericht onderzoek. Het onderzoek heeft plaats kunnen vinden binnen een bestaande leereenheid van het bestaande curriculum van het instituut, en heeft daarmee het bestaande curriculum versterkt. Door de interventie heeft de leereenheid zowel inhoudelijk als operationeel een kwalitatieve groei ondergaan, die een vruchtbare basis biedt voor een volgende innovatie.
NHL
master Pedagogiek
47
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Rollen In de afgelopen 15 jaar aan het instituut ben ik een bedreven coördinator gebleken. Ik heb sterke kwaliteiten op het gebied van plannen, organiseren, begeleiden en faciliteren van lessen, leermodules en complexe projecten in outdoor situatie. Ik heb oog voor detail, logistiek, de inzet en het welbevinden van collega’s en overige participanten in de uiteenlopende leereenheden. Ten tijde van de deeltijdopleiding Outdoormanagement had ik onder andere de taak als coördinator van de opleiding om te faciliteren in het plaatsvinden en comfortabel draaien van het gehele leerplan. In het huidige innovatietraject vinden veel processen en activiteiten plaats, door verscheidene stakeholders en participanten. Om de continuïteit in het traject te borgen betrek ik me actief op de initiële planning van de verschillende lessen, presentaties en activiteiten die geprogrammeerd staan in het ontwerp. Dit begint met de platte roostering. Met planners Jacquelien, eveneens bureaumedewerker voor Outdoormanagement en participant in de Kilimanjaro expeditie en Sanneke heb ik een erg goede band. De planners zijn de onzichtbare pijlers in het bouwwerk van het curriculum. We hebben ook informeel een prettig contact en dit helpt om in flexibel overleg tot in detail op de juiste dagen en momenten de juiste locaties en mogelijkheden te programmeren. Als de officiële planning is geconcretiseerd communiceer ik met de betreffende klassen en groepen via Blackboard door aankondigingen te plaatsen ten aanzien van de lessen, activiteiten en presentaties. Samen met eventuele opmerkingen via de verschillende groeps-‐facebook pagina’s betrekt dit de studenten op het leerproces en gaat het gehele lesrooster meer leven. Deze strategie borgt voor een deel de actieve participatie van de betrokken studenten en docenten, ook belangrijk voor het welslagen van het innovatie traject. De coördinerende rol uit de Outdoormanagement opleiding heb ik meegenomen naar het instituut voor sportstudies, waarin ik me richt op de taak om het outdoor onderwijs te integreren in de bestaande curricula van de ALO-‐ en de SGM opleiding. Als expert en ambassadeur op het gebied van outdoor, outdoor onderwijs en opleiden in een outdoor omgeving stel ik mij ten doel om studenten van het instituut via een outdoor inbedding te laten groeien tot gepassioneerde professionals. Outdoor educatie biedt een unieke mogelijkheid om intense leer ervaringen op te doen die de student helpen om te excelleren. Het enthousiasme voor outdoor zit bij mij diep geworteld. Als persoon heb ik een sterke behoefte om te kunnen leven in een ongerepte natuurlijke omgeving. Het verblijven in een natuurlijke omgeving geeft me een intens goed gevoel, dat ik soms dwangmatig moet opzoeken. Avonturier en bergbeklimmer Mo Antoine benoemde dit “feeding the rat”, het voeden en levend houden van je ziel met de essentiële existentiële componenten van leven. Ik heb een sterke drive en behoefte om mijn omgeving, waaronder studenten maar ook collega’s, te laten delen in de ervaringen van het leven en leren in een krachtige outdoor setting. Ik hoop een inspirator te kunnen zijn voor mijn omgeving, en een ieder te kunnen enthousiasmeren om buiten te ervaren, genieten en leren. In de huidige opleidingen van het instituut voor sportstudies vervult de outdoor week in het propedeuse jaar een sleutelrol in het ervaren en leren in outdoor setting. Het bijzondere outdoor project bereikt een grote hoeveelheid studenten en biedt de uitgelezen mogelijkheid om een brede groep studenten een unieke leerervaring mee te geven. Propedeuse studenten, studenten van beide curricula uit 2e, 3e, 4e studiefase en externe minorstudenten ervaren, leren van en met elkaar, en werken samen in één integraal leer project. Voor het outdoor leertraject in de opleidingen is dit één van de pareltjes in de gehele opleiding. In het implementatie traject van de innovatieve outdoor leereenheid in de outdoor week in de Belgische Ardennen vervul ik verschillende rollen. Naast mede organisator en project lid van de outdoor week ben ik coördinator van het implementatie traject, bewaker van het proces ter innovatie en tegelijkertijd onderzoeker naar de uitkomsten en opbrengsten van het verandertraject. In het voortraject ben ik eveneens opleider voor een deel van het leerplan, en coach ik studenten en collega’s in het ontwikkelen en uitvoeren van hun taken en rol als instructeur of procesbegeleider in outdoor setting. Het vervullen van deze multifunctionele rol gaat mij doorgaans goed af. Ik heb inzicht en overzicht op de verschillende organisatie processen, leer activiteiten en logistieke details in het innovatieplan.
48 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Als kritische innovator ontwikkel ik een versterkte en verdiepte leerinhoud voor de propedeuse studenten in de outdoor week. Ik breng meer verband in het leerproces door een breed outdoor programma. Door een complexe leertaak voor outdoor studenten te ontwikkelen binnen het programma worden meer studentengroepen bereikt en ontstaat een intensieve en just-‐in-‐time integrale beroepstaak voor 2e, 3e en 4e jaars studenten, gericht op hun actuele cognitieve (leer) vermogens. Door te sleutelen aan het bestaande concept van de Ardennen belevingsweek en de componenten hiervan onder de loep te houden ontstaat voor verschillende doelgroepen binnen het instituut een betekenisvol leer project met een diepgaande impact. Als praktijk gericht onderzoeker monitor ik het implementatie proces in zijn geheel en evalueer de leeruitkomsten onder andere door de lerenden te bevragen op hun ervaringen. Ook aan tafel in de verblijfsruimte houdt ik de oren open en luister naar de commentaren van studenten en collega’s. De perceptie van collega’s en andere deelgenoten in het project kleuren mede het plaatje van dit project, zowel naar binnen als ook naar buiten. De indrukken, ervaringen en opvattingen van de verschillende doelgroepen ten aanzien van de outdoor week zijn een belangrijke input voor de continuatie en verdere innovatie van de betreffende leereenheden. Als coach, begeleider en adviseur kan ik SLB docenten en outdoor studenten helpen in het ontwikkelen en uitvoeren van hun individuele taken. De collega docenten zijn bovendien niet gewend om langdurig van huis te zijn, en worden al min of meer uit hun comfortzone gehaald. Door hun eigen ervaringen in deze unieke week leren de collega’s ook meer interdisciplinair samen te werken, en minder vanuit de klassieke rol op het instituut te werken. Hun rol als coach wordt in deze setting benadrukt en versterkt. Nieuwe SLB docenten, die voor het eerst mee zijn “op kamp” kan ik hernieuwd informeren over hun taken en rol als klassenbegeleider/coach/(collega) procesbegeleider. De collega’s zijn geholpen met de aandacht en informatie vanuit de organisatie, raken meer vertrouwd met hun positie in de groep en kunnen gedurende de week een constructieve bijdrage leveren in het leerproces van hun studenten. Outdoor studenten weten me op alle denkbare momenten te vinden voor organisatorische vragen, maar ook voor inhoudelijk en persoonlijk advies. Ik stel me op als een strikt maar vooral oprecht persoon, van wie alle studenten zich beschermd weten in zowel leer-‐, sociale als ook privé situaties. Op het instituut moet ik daardoor, uit gebrek aan tijd, nog wel eens de achteringang en het trappenhuis gebruiken om niet te veel studenten te ontmoeten, altijd genegen tot een praatje of informeel studieadvies… Ook in België is dat niet anders. Deze coach rol past me, vind ik prettig en helpt veelal de student, ook al kost het in mijn eigen organisatie nog wel eens een efficiëntie in handelen. Samen met outdoor collega’s Richard, Robert en Henk, student-‐projectleider Jaap en locatiemanager Janneke houden we een geconcentreerd oog op het juiste verloop van het programma. Iedereen heeft een deeltaak in de coördinatieve werkzaamheden. Bevindingen delen we dagelijks tijdens veelal informele ontmoetingen op de centrale locatie van Mountain Network. De adhocratische cultuur waarin de outdoor collega’s gewend zijn te werken komt ook hier naar voren. Janneke red zich hier wel mee, Jaap is ernstig op zoek naar een voor hem meer openlijke structuur van vast omschreven taken, overlegmomenten en andere plichtmatigheden. Tijdens de dagelijkse vergadermomenten, vaak later op de avond door alle noodzakelijke logistiek en onvermijdelijke ad hoc organisatie, probeert hij voor zich zelf meer grip te creëren door de overige leden in het coördinatie team voor te schrijven wat ze volgens hem zouden moeten doen. Na enige coaching en geruststelling krijgt Jaap gelukkig ook het inzicht dat de organisatie loopt als een spreekwoordelijke trein, en kan ook hij genieten van een fantastische week. NHL
master Pedagogiek
49
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Bibliografie Abbot, C. (1987). Does outdoor education really work? Perks, research and reality. Journal of Adventure Education and Outdoor Leadership, , 4(2), 22-‐25. Aken, J., & Andriessen (red), D. (2011). Handboek Ontwerpgericht Wetenschappelijk Onderzoek; Wetenschap met effect. Den Haag: Boom/Lemma. Dewey, J. (1938/1963). Experience and education. New York: Collier. Ewert, A. (1989). Outdoor adventure pursuits: Foundations, models, and theories. Columbus, OH: Publishing Horizons. Hattie, J., Marsh, H., Neill, J., & Richards, G. (1997). Adventure Education and Outward Bound; Out-‐of-‐Class Experiences That Make a Lasting Difference. Review of Educational Research (vol 67-‐01), 43 -‐ 87. Joore, P. (2010). New to Improve-‐ The Mutual Influence between New Products and Societal Change Processes. Delft: VSSD. Klapwijk, R. (2013, augustus 27). Ontwerpgericht onderzoek past bij hogescholen. Opgehaald van Hobeon, de kracht van kennis: www.hobeon.nl Kolb, D. (1984). Experiential learning: Experience as the source of development. New Jersey: Prentice-‐Hall. Learning and Teaching Scotland. (2010). curriculum for excellence through outdoor learning. McKenzie, M. (2003). Beyond "The Outward Bound Process"; Rethinking Student Learning. The Journal of Experiential Education (vol 26-‐01), 8 -‐ 23. Meijering, F. (2013). Flitscollege 6 metacompetenties. Opgehaald van www.youtube.com. Neill, J. (2008). Enhancing life effectiveness: The impacts of outdoor education programs. University of Western Sydney, NSW, Australia, Faculty of Education. Nieveen, N. (2010). Formative Evaluation in Educational Design Research. In J. van den Akker, B. Bannan, A. Kelly, N. Nieveen, & T. Plomp, An Introduction to Educational Design Research (3e druk ed.). Enschede: SLO •Netherlands institute for curriculum development. Nieveen, N. (2010). Formative Evaluation in Educational Design Research. In T. Plomp, & N. Nieveen, Formative Evaluation in Educational Design Research (3e druk ed.). Enschede: SLO •Netherlands institute for curriculum development . Paisley, K., Furman, N., Sibthorp, J., & Gookin, J. (2008). Student Learning in Outdoor Education: A Case Study From the National Outdoor Leadership School. Journal of Experiential Education (Vol 30-‐03). Priest, S., & Gass, M. (1997). Effective leadership in adventure programming. Champaign, IL: Human Kinetics. Schunk, D. (2012). Learning Theories, en educational perspective. Pearson. Stroes, H., & Egberts, M. (1996). Veranderen met resultaat. Kluwer. The English Outdoor Council. (2005). High Quality Outdoor Education. van den Akker, J. (2010). Curriculum Design Research. In J. van den Akker, B. Bannan, A. Kelly, T. Plomp, & N. Nieveen, An Introduction to Educational Design Research (3e druk ed.). Enschede: SLO •Netherlands institute for curriculum development. 50 NHL
master Pedagogiek
professionaliseringstaak 3
JW Herder
Walker, D. (2006). Towards Productive Design Studies. In J. van den Akker, K. Gravemeijer, S. McKenney, & N. Nieveen (ed), Educational Design Research (pp. pp. 8-‐ 14). Routledge. Walsh, V., & Golins, G. (1976). The Explanation Of The Outward Bound Process. Willemse, J. (2011). Anders Kijken; Theorie en Praktijk van de Systeembenadering. Bohn Stafleu van Loghum. Woller, L. (2008). The Effects of Outdoor and Adventure Education on Behavioral, Psychological, and Emotional Issues.
Bijlagen De bijlagen zijn digitaal apart meegezonden. 1. Programmaboek Outdoorweek. Een informatiedocument voor de SLB docenten en algemene organisatie 2. Voorbeeld schema van het programma in de Outdoor week. 3. Informatie aan de propedeuse student; -‐ presentatie college over de outdoor week -‐ SLB opdracht “in de lijn der verwachtingen”
NHL
master Pedagogiek
51