Natuurlijke Veranderingen Innovatie in outdooronderwijs Opdracht Veranderkunde
JAN WILLEM HERDER Opdracht Veranderkunde Masteropleiding Pedagogiek NHL november 2014
Veranderkunde
JW Herder
Natuurlijke Veranderingen Innovatie in Outdoor Onderwijs
Opdracht Veranderkunde Jan Willem Herder studentnummer
273899
november 2014 Masteropleiding Pedagogiek, NHL
Begeleidende docent
2
NHL
Hardus Brunt NHL Masteropleiding Pedagogiek
master Pedagogiek
Veranderkunde
JW Herder
“If you do not change direction, you may end up where you are heading” Lao Tzu
Inleiding Het Instituut voor Sportstudies is alweer in de prijzen gevallen. De beide opleidingen ALO en SGM hebben de eerste plaats behaald als beste opleiding binnen hun vakgebied, volgens de NVAO. Studenttevredenheid is groot, en op scorelijsten als de HBOgids en studiewijzer Elsevier staat de ALO op respectievelijk de 3e en 2e plek. Het sportinstituut biedt een dynamische omgeving, waar ik zelf al jaren met plezier deel van uitmaak. De ALO huisvest sinds 20 jaar ook een specialisatie op het gebied van outdoor. In Nederland zijn we hiermee toonaangevend als opleider tot outdoor specialisten, docenten en trainers. Outdoor biedt een krachtige leeromgeving voor kinderen, jongeren en volwassenen, als ook voor onze docenten in spé aan het instituut. Outdoor educatie is primair een benadering waarin onderwijzen en leren door (een mix van) outdoor activiteiten en ervaringen centraal staat. De gemeenschappelijke noemer bestaat uit de focus op positieve leeruitkomsten in persoonlijke en sociale setting. (The English Outdoor Council, 2005). Met een vernieuwd curriculum in aanbouw is het zinnig het concept outdoor opnieuw te bezien en dieper in te betten in de bestaande structuur. Outdoor biedt immers een breed en context overstijgend scala aan leer-‐ kansen die roepen om verdere implementatie binnen de curricula aan het instituut. In dit document wordt op het eigen onderzoeksproject gereflecteerd en het onderzoekproject wordt vanuit een veranderkundig perspectief geanalyseerd. Outdoor Educatie, een natuurlijke verandering.
Inleiding
3
1
Prototype
4
2
Project fasen
5
3
Multi level analyse
7
4
Systeemtheorie
9
5
Innovator
10
6
Innovatie Analyse van de organisatie; Adhocratie De 7 S-en in outdoor onderwijs
11 11 11
Bibliografie
NHL
13
master Pedagogiek
3
Veranderkunde
1
JW Herder
Prototype
De Outdoor omgeving heeft een groot potentieel voor leren. Outdoor leer ervaringen worden vaak een leven lang herinnerd. Het integreren van leren en outdoor ervaringen, zowel in semi-‐natuurlijke omgeving van bijvoorbeeld het stadspark (“greenspaces”), milde outdoor setting als Lauwersmeergebied en Veluwe als ook met name in de authentieke natuur van Ardennen, Pyreneeën of alpen, leveren relevantie en diepte aan het curriculum op een manier die indoor veel moeilijker te bereiken is. Leren in outdoor setting kan plezierig, creatief, uitdagend en avontuurlijk zijn, en helpt lerenden door ervaringen op een krachtige wijze om te groeien als een zelfbewust, zelfverzekerd en verantwoordelijk individu met een waardering voor de natuurlijke en sociale omgeving (Learning and Teaching Scotland, 2010). Constructieve en krachtige outdoor leer ervaringen worden het beste bereikt door een combinatie van binnen-‐ en buitenschoolse leerprogramma’s. Een leeromgeving waarin het reguliere onderwijs wordt geïntegreerd met outdoor educatie zal krachtiger zijn en een meer constructieve, diepgaande leeropbrengst genereren. Leeruitkomsten uit outdoor educatie programma’s brengen verbinding en samenhang, zowel inter-‐ als intra contextueel als ook context overstijgend. In P1 werd de huidige onderwijssetting van het instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Groningen in kaart gebracht. Onderwijsvernieuwing en het implementeren van nieuwe leerlijnen vergen veel energie van alle betrokkenen binnen het instituut. In een optimale leer-‐, onderwijs-‐ en werkomgeving ontwikkelen docenten “bottom up” een uitdagend en inspirerend curriculum. Docenten zijn experts op hun eigen vakgebied en slaan de bruggen tussen de verschillende onderdelen in het curriculum. In P2 ligt de focus op de kracht van outdoor onderwijs en de integratie met het huidige curriculum binnen het instituut. Outdoor educatie voegt een krachtige dimensie toe aan het (sportgerichte) onderwijs binnen het instituut, en verenigt de opleidingen ALO en SGM op inhoudelijk vlak. Het profiel Outdoor&Adventure stelt een voorbeeld van een optimale leeromgeving voor de lerende student op het Instituut voor Sportstudies. In dit exploratief onderzoek worden diverse outdoor activiteiten beschouwd. Aan de hand van enkele “track records”, of good practises in outdoor, wordt geanalyseerd wat een krachtige innovatie kan zijn van een curriculum waarbinnen outdoor-‐educatie-‐specifieke elementen zijn geïntegreerd als ankerpunten voor een optimale leeromgeving. De leeruitkomsten uit 3 good practises worden vervolgens in deze case studie geplaatst in het metacompetentiemodel (Meijering, 2013), waarmee een breed en omvattend beeld wordt gecreëerd dat als basis kan dienen voor een implementatie advies en –ontwerp in P3.
4
NHL
master Pedagogiek
Veranderkunde
2
JW Herder
Project fasen
Het model van Stroes en Egberts werkt volgens een aantal logische stappen om tot een verbetering te komen. Binnen dit model zijn drie veranderingsproces modellen vertegenwoordigd: het is deels sequentieel (lineair), deels iteratief (cyclisch) en deels irregulier (chaotisch). Hierdoor is het noodzakelijk om er flexibel mee om te gaan en steeds opnieuw rekening te houden met de verbanden van de andere stappen. In het model wordt gestart met de probleemstelling met als gevolg dat een vrije, onbelaste gedachtevorming over toekomst en doelen ontstaat (Stroes & Egberts, 1996) Probleemstelling Wat werkt methodisch-‐didactisch goed in het outdoor onderwijs? Hoe wordt het outdoor onderwijs duurzaam weggezet in het curriculum? In het onderzoek ligt de focus op de kracht van outdoor onderwijs en de integratie met het huidige curriculum binnen het instituut. Huidige situatie In P1 werd de huidige onderwijssetting van het instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Groningen in kaart gebracht. Onderwijsvernieuwing en het implementeren van nieuwe leerlijnen vergen veel energie van alle betrokkenen binnen het instituut. In een optimale leer-‐, onderwijs-‐ en werkomgeving ontwikkelen docenten “bottom up” een uitdagend en inspirerend curriculum. Docenten zijn experts op hun eigen vakgebied en slaan de bruggen tussen de verschillende onderdelen in het curriculum. Visie De Outdoor omgeving heeft een groot potentieel voor leren. Outdoor leer ervaringen worden vaak een leven lang herinnerd. Het integreren van leren en outdoor ervaringen, zowel in semi-‐natuurlijke omgeving van bijvoorbeeld het stadspark (“greenspaces”), milde outdoor setting als Lauwersmeergebied en Veluwe als ook met name in de authentieke natuur van Ardennen, Pyreneeën of alpen, leveren relevantie en diepte aan het curriculum op een manier die indoor veel moeilijker te bereiken is. Leren in outdoor setting kan plezierig, creatief, uitdagend en avontuurlijk zijn, en helpt lerenden door ervaringen op een krachtige wijze om te groeien als een zelfbewust, zelfverzekerd en verantwoordelijk individu met een waardering voor de natuurlijke en sociale omgeving (Learning and Teaching Scotland, 2010). Gewenste situatie Outdoor educatie voegt een krachtige dimensie toe aan het (sportgerichte) onderwijs binnen het instituut, en verenigt de opleidingen ALO en SGM op inhoudelijk vlak. Het profiel Outdoor&Adventure stelt een voorbeeld van een optimale leeromgeving voor de lerende student op het Instituut voor Sportstudies. De kracht van outdoor onderwijs heeft zich in vele leer situaties en onderzoeken bewezen. Ook het analyseren van good practises binnen het eigen curriculum levert sterke motieven om outdoor en onderwijs diepgaander met elkaar te integreren. De unieke leerervaringen en –winsten die outdoor educatie kunnen leveren zouden integraal beschikbaar moeten zijn voor elke student, docent en context binnen de curricula van het Instituut voor Sportstudies. Strategie Door een nauwere samenwerking van docenten Outdoor met docenten van beide curricula ALO en SGM kunnen verschillende leerinhouden binnen de genoemde curricula worden herzien en beoordeeld op de kansen tot integratie van outdoor methodieken. Gebruikte leerlijnen en kerntaken worden in een vernieuwde dialoog beschouwd, herijkt en verrijkt met een inspirerende combinatie van in-‐ en outdoor leren. NHL
master Pedagogiek
5
Veranderkunde
JW Herder
Het is belangrijk om leerinhouden bottom up te ontwerpen, in samenwerking met collega’s en toetsend op pedagogisch-‐didactische impact door middel van directe feedback door studenten. Het samen ontwerpen van outdoor eenheden, met collega’s en studenten, geeft een directe binding en aldus een kans van acceptatie en slagen. Verdere good practises legitimeren het implementeren van outdoor leereenheden naar management en formeel curriculum. Complexe outdoorprojecten, waarin reguliere studenten en collega’s de waarde van outdoor als educatief concept ervaren en waarderen, zijn een katalysator en vervullen een voorbeeld-‐functie voor verdere integratie en implementatie. Verdere integratie en implementatie van outdoor educatie kan op verschillende manieren worden bewerkstelligt; • Het implementeren van vaste, outdoor georiënteerde leereenheden voor alle studenten binnen elke context van beide curricula ALO en SGM. Outdoor biedt een breed draagvlak dat bij uitstek geschikt is voor alle contexten binnen de sportomgeving van het instituut. • Het organiseren van een meerdaags outdoor evenement waaraan alle studenten van beide curricula gezamenlijk met docenten deelnemen. Een gezamenlijke outdoor evenement verbindt, motiveert en stimuleert. Door samenwerking en positieve outdoor leerervaringen wordt een brede en vruchtbare leeromgeving mogelijk. • Het verder voorzien in een maatwerk outdoor programma waaraan studenten van beide curricula kunnen deelnemen, geïntegreerd in hun reguliere studieplan. • Het betrekken van docent-‐collega’s bij het ontwikkelen en aanbieden van outdoor programma’s, ter bevordering van inter-‐contextuele samenwerking Bij het ontwikkelen en implementeren van outdoor thema’s en programma’s, ter verdieping, verbreding en versteviging van de bestaande curricula, dienen onder andere de volgende aandachtspunten in beschouwing worden genomen; • Welke leerervaringen hebben meer impact als deze in outdoor situatie worden aangeboden? • Op welke wijze kan outdoor educatie het leren binnen de bestaande curricula verbeteren en verdiepen? • Welke leerervaringen zijn het meeste geschikt voor een combinatie van indoor en outdoor leren? • Hoe kan indoor leren het best worden ondersteund en verbeterd door gebruik van outdoor educatie? • Welke mogelijkheden bestaan er om contexten binnen de curricula ALO en SGM te verbinden middels outdoor leren ?
6
NHL
master Pedagogiek
Veranderkunde
3
JW Herder
Multi level analyse
In het Multilevel Design Model (MDM) van (Joore, 2010) wordt een iteratief innovatie model beschreven waarin op 4 verschillende niveaus wordt gekeken naar oplossingen voor de (multi-‐) niveau gebonden belemmeringen. De niveaus zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar. In het originele “V-‐shape” model vindt er een “top down” reflectie plaats, waarna er van ”bottom up” een interventie plaats vindt ter optimalisering van het proces/produkt. Het model is in dit exploratief onderzoek gebruikt om de plaatsing van de P-‐taken in het innovatieve proces duidelijk te maken. In P1 werd de bestaande situatie in kaart gebracht. Hierin werd beschreven hoe de huidige onderwijs structuur op het Instituut voor Sportstudies vorm heeft. In P2 wordt de gewenste situatie in kaart gebracht. Middels een 3-‐tal case studies worden good practises in Outdoor context beschreven die een basis kunnen vormen voor een innovatie van het reguliere onderwijs. Leerwinsten van deze good practises, beschreven in een metacompetentiemodel, dienen als basis voor de innovatie, te plegen in P3.
Top Down
P1
P3
Bottom Up
Good Prachses
P2
Leerwinst
In die structuur speelt de outdoor-‐context een belangrijke brug-‐functie, zowel tussen de opleidingen ALO (Academie Lichamelijke Opvoeding) en SGM (opleiding Sport, Gezondheid & Management) als de verschillende contexten binnen deze 2 opleidingen. NHL
master Pedagogiek
7
Veranderkunde
JW Herder
De Hanzehogeschool heeft een kenmerkend profiel met complete opleidingen in vier domeinen: het technische domein, de kunsten, het domein mens en maatschappij (gezondheidszorg, welzijn, sport en educatie) en het economische domein. De HG focust op twee zwaartepunten: Energie en Healthy Ageing. Zoveel als mogelijk verbindt de HG onderwijs en onderzoek in de vier domeinen met die twee zwaartepunten. Twee specifieke benaderingen versterken dat: de excellentiebenadering van de HG en het accent dat hogeschoolbreed ligt op ondernemerschap. (Hanzehogeschool Groningen, 2010). Het Instituut voor Sportstudies valt binnen het domein van mens&maatschappij en is één van de 19 schools van de HG. Het instituut biedt 3 opleidingen aan; de Academie Lichamelijke Opvoeding (ALO), de opleiding Sport, Gezondheid & Management en de Associate Degree in Sport, Gezondheid & Management. Het visiedocument van het Instituut voor Sportstudies dateert van maart 2011 (MT-‐HIS, 21 maart 2011). “Wij willen als waardegedreven organisatie, kenniswerkers in de sport leren het beste uit zichzelf en anderen te halen om op inspirerende wijze de beroepspraktijk te innoveren”. In het competentiegericht curriculum van het instituut voor Sportstudies staat groei naar zelfsturing centraal waarbij er aandacht is voor de ontwikkeling van vakmanschap en het inspelen op individuele talenten. Coaching speelt een cruciale rol in dit proces, net als in de begeleiding op het richten en ontwikkelen van het talent en de passie van de student en het kiezen en inrichten van de eigen leeromgeving. In een krachtige leeromgeving vanuit outdoor educatie perspectief worden de leeruitkomsten, zoals beschreven door het instituut, versterkt en verdiept. Studenten worden zich sterker bewust van eigen gedrag, skills en competenties. Dit bevordert een positief leerklimaat, een sterke persoonlijke groei en kwalitatief excellent uitstroomniveau. Dit is een optimaal startpunt/keerpunt voor de groei naar boven in het model van Joore. Met een excellente student als centraal startpunt groeien opleidingen, schools en de hogeschool als geheel, van bottom up richting het beroepenveld waartoe de Hanzehogeschool opleidt. Outdoor educatie als innovatief ontwerp binnen het instituut voor sportstudies draagt bij aan deze ontwikkeling. “share your talent, move the world”.
Samenwerkingsopdracht, Belgische Ardennen
8
NHL
master Pedagogiek
Veranderkunde
4
JW Herder
Systeemtheorie
Een systeem is een geheel met onderling aan elkaar gerelateerde delen. Elk deel oefent invloed uit op een ander deel en elk deel is afhankelijk van het geheel. De systeemtheorie is een wijze van denken die de werkelijkheid beziet als een geheel van elementen en relaties tussen die elementen. Om outdoor als educatiemodel te laten functioneren binnen het systeem van het instituut is de interactie tussen alle elementen van wezenlijk belang. Docenten, context teams, curriculum commissie, opleidingscoördinatoren en team management zullen hierin moeten participeren om het gewenste resultaat te kunnen bereiken. Bij een systeem gaat het om de betrekkingen en het patroon dat die betrekkingen met elkaar vormen. Het gaat om de configuratie en de totaalstructuur van het geheel (Willemse, 2011). Willemse beschrijft de totaliteit van een systeem metaforisch als een mobile; het bewegen van één element in de mobile veroorzaakt beweging in het gehele object. De implementatie van outdoor educatie als innovatief ontwerp binnen het curriculum zal een beweging binnen het gehele systeem met zich meebrengen. Dit heeft zowel betrekking op het curriculaire niveau, als bijvoorbeeld ook op het sociale interactieniveau tussen docent-‐collega’s en context teams binnen beide opleidingen ALO en SGM. Inhoudelijke notie of kennis ten aanzien van outdoor gerelateerde curriculum onderdelen is daarbij relevant. Alleen dan kunnen collega-‐docenten, gezamenlijk met outdoor docenten, werken aan mogelijke aanpassingen in het bestaande leerplan om outdoor gerelateerde leerinhouden te integreren. In een organisatie als een school is samenhang niet vanzelfsprekend. Binnen en tussen verschillende processen, groepen en individuen kunnen fricties ontstaan. Deze fricties moeten functioneel worden om zo de verdere ontwikkeling van elkaar en de organisatie te ondersteunen. Aan de leidinggevenden de taak om een professioneel leerklimaat te ontwikkelen waarin docenten gezamenlijke ambities formuleren, hun werkwijzen expliciteren en onderzoekbaar maken. Er is behoefte aan personeelsbeleid waarin ondersteuning wordt geboden aan ‘grensgangers’ en bruggenbouwers’. Grensgangers en bruggenbouwers zijn cruciaal bij het leren en ontwikkelen en innoveren in de school. Het creëren van professionele ruimte in het onderwijs is een individueel en collectief proces en een creatief proces (Bruining, Loeffen, Uytendaal, & Koning, 2012)
NHL
master Pedagogiek
9
Veranderkunde
5
JW Herder
Innovator
In de ontwikkelingstaken van P1 tot en met P3 word ik gaandeweg het proces geconfronteerd met 3 basisrollen of motieven die een ontwerpgericht onderzoek kunnen bevatten. In P1 ben ik de onderzoeker, die de bestaande situatie in kaart brengt, en deze op een wetenschappelijk onderlegde methode analyseer middels een enquête. In P2 laat ik middels meerdere bruikbare ontwerpen in Outdoor situatie zien wat ik als ontwerper kan betekenen voor het profiel en de verschillende curricula van het instituut in het algemeen. In P3 ben ik de veranderaar, die door middel van het vooronderzoek en het bruikbare ontwerp een duurzame verandering in het curriculum teweeg breng. In mijn optiek is een flexibele attitude ten aanzien van het aannemen van de verschillende rollen in het ontwerp gericht onderzoek van wezenlijk belang voor het welslagen van een onderzoek. De 3 rollen spelen allen een belangrijke rol in het gehele verandertraject. De rol van ontwerper ligt het meest bij mijn persoonlijke aard. Ik word sterk gemotiveerd als ik door middel van een vooronderzoek een gedegen, bruikbaar en inspirerend ontwerp kan creëren, dat eveneens een duurzaam karakter heeft en een verandering ten goede van het curriculum te wege kan brengen. Vanuit de achtergrond van het sport-‐ praktijkonderwijs ligt het bruikbare ontwerp centraal in mijn handelen als innovator. In het veranderingstraject vervul ik als innovator bovendien een rol als bruggenbouwer. Vanuit de profilering Outdoor leg ik op verschillende niveaus verbanden tussen de vaak naast elkaar bestaande en bewegende contexten; • brug tussen werkveld en onderwijs; als zelfstandig ondernemer in de branche weet ik wat belangrijk is in het onderwijs om het werkveld te kunnen voorzien van de juiste professionals. • brug tussen schools; bijvoorbeeld in het Kilimanjaroproject, waarbij de outdoorexpertise het cement was in het construct om de verschillende deelnemers van de verschillende schools bij elkaar te krijgen. • brug tussen opleidingen SGM en ALO • brug tussen de verschillende contexten binnen de opleidingen ALO en SGM • brug voor de outdoor student, die ik introduceer in de outdoor wereld. • (algemeen beschouwelijk) brug voor de student, die de transitie ondergaat van familie-‐context naar wijde, volwassen wereld. Door de beschreven brugfunctie heb ik veel contact met de verschillende opleidingen, en de contexten binnen deze opleidingen. Ik voer overleg in verschillende groepen en breng deze met elkaar in verband. In dit “Linking pin” -‐principe maak ik deel uit van verschillende werkgroepen en ben ik de verbindende schakel tussen management en docententeams, teams onderling en het werkveld.
Kilimanjaro, 2013
10 NHL
master Pedagogiek
Veranderkunde
6
JW Herder
Innovatie
Analyse van de organisatie; Adhocratie De kracht van de organisatie binnen de profilering Outdoor&Adventure wordt gekenmerkt door een adhocratische structuur. Adhocratie is een samenvatting van ad hoc en bureaucratie (Mintzberg, 1989). De kerndocenten van de profilering Outdoor bestaat uit een drietal experts, tevens werkzaam in het werkveld. De 3 docenten brengen outdoor expertise samen op het gebied van management, gedragsverandering en outdoor sporten. Kernbegrippen van Adhocratie zijn • • •
Opbouw van expertise Een organische, lerende organisatie Werken met projecten
Het kenmerk van de adhocratie is de grote beweeglijkheid. Het bepalende structuurelement in deze structuurvorm bestaat uit de grote kerndeskundigen. Coördinatie in een adhocratie vindt plaats door onderling overleg. (Kleijn & Rorink, 2012) • • • • • •
veel horizontale relaties. De 3 kerndocenten voor de profilering in outdoor werken gezamenlijk aan het product (decentralisatie) Expertise op outdoor gebied is een belangrijkere (machts)basis dan hiërarchie. groot onderling vertrouwen en respect. 3 kerndocenten respecteren elkaars vakgebied en expertise op het gebied van outdoor; werken als een COP; samenwerken van professionals creativiteit, innovatie en improvisatie kenmerken de docenten van de outdoor profilering en het ontworpen onderwijs flexibel in organisatie en uitvoering; snel reageren op veranderingen binnen de vakgebieden van outdoor, mede door experts uit en samenwerking met het werkveld. multidisciplinair, zeer specialistisch. Unieke en complexe vakgebieden binnen outdoor worden samengebracht binnen één profilering.
Een adhocratie is kwetsbaar door continuïteitsproblemen en het primaat van effectiviteit boven efficiëntie. • • • •
Effectiviteit (student gericht) gaat vaak boven efficiëntie. Afwezigheid van regels, procedures en standaardisatie binnen het profiel; Risico van onduidelijkheid Conflicten door missen hiërarchie; taken dubbel uitvoeren, elkaars werk teniet doen Onderling afstemmen van taken kost veel tijd
Bovenstaande analyse beschrijft de bestaande situatie van de profilering Outdoor&Adventure binnen het systeem van het instituut voor sportstudies. De innovatie van het outdoor onderwijs binnen het instituut begint bij de sociale structuur in het systeem en leidt tot de aanbeveling; De 7 S-‐en in outdoor onderwijs afgeleid en vertaald uit (Rijnlandse Onderwijs congres, 2010) Strategie In het outdoor profiel (Outdoor&Adventure, afgekort O&A) op het HIS is de strategie gericht vanuit het hart voor natuur educatie. De ambitie is om het best passende onderwijs voor de student te realiseren. Hierbij richt O&A zich op mogelijkheid en talent van alle professionals. Zowel naar binnen als naar buiten besteden zij zorg en aandacht aan hun partners. De kracht zit in integrale projecten met aandacht voor individuele participatie en groei. Structuur Het streven van O&A is om de organisatie eenvoudig, helder en simpel neer te zetten. Openheid en ruimte zijn belangrijke kenmerken in deze structuur. Structuur faciliteert en biedt keuzevrijheid. O&A is plat georganiseerd. Het belangrijkste is dat organisatiestructuur bijdraagt aan verbinding en ontmoeting, tussen studenten O&A, medestudenten uit andere contexten maar ook collega docenten binnen NHL
master Pedagogiek
11
Veranderkunde
JW Herder
en buiten de opleiding. In het profiel draagt structuur bij aan bevordering en wellicht wel versnelling van initiatief dat mensen nemen. Systemen Systemen binnen de profilering O&A zijn er om het onderwijs en de mensen te dienen. Niet andersom. Systemen zijn losvast en bieden houvast waar het moet en ruimte waar het kan. Systemen zijn gericht op tijdelijkheid, om een ontwikkelingsfase te kunnen laten bewegen of bestaan. Staf O&A docenten zijn betrokken en enthousiast. Het zijn professionals met hart voor mensen. Ze zijn gericht op ont-‐regelen en ont-‐lokken. Mensen die gericht zijn op vernieuwing en innovatie. Het zijn professionals, vakmannen en vrouwen die gedreven zijn in hun vak; Leren. Zij zijn in staat om verbindingen te maken, van binnen naar buiten, van het geheel naar de delen, kunnen in-‐ en uitzoomen. De O&A docenten zijn nieuwsgierig, maatschappelijk betrokken en hebben oprechte interesse en aandacht voor mensen. Het zijn bevlogen deskundigen die in staat zijn leerprocessen met de kennis van nu en het oog op de toekomst in te richten. Management Stijl O&A docenten zijn professionals met hart voor en kennis van (outdoor) onderwijs. Leidinggeven is gericht op delen, ontmoeting en verbinding. O&A docenten hebben aandacht voor het gezamenlijke doel, met slechts een ondersteunende rol voor regeltjes. Zij zijn organisatoren, verbindingsofficieren en regisseurs van leerwerkplekken waar studenten en werkveld elkaar ontmoeten. Leidinggevenden vertrouwen in het vakmanschap en talent van mensen. Zowel op dat van hun professionals als dat van hun studenten. Zij geven leiding vanuit hun hart. Samenbindende waarden Duurzaamheid, respect, authenticiteit, ondernemerschap, vakmanschap, ruimte en samenwerking. De collectieve ambitie van O&A gaat over de beste outdoor opleiding voor de samenleving willen zijn. Een meer dan zinnige bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling van wereld en samenleving, met outdoor als fundament. Opbrengstgerichtheid zit hem in duurzame resultaten willen bereiken. Studenten in hun kracht te laten zijn en hen een ongekend en uitdagend ontwikkelingsperspectief kunnen bieden. Sleutelvaardigheden Vanuit de profilering O&A leren studenten om verbinding te maken met binnen en buiten. Studenten leren en werken samen met anderen in een omgeving. Outdoor studenten werken interdisciplinair aan initiële kerntaken van de opleiding. Studenten ontdekken welke structuur voor hen de optimale is om in te leren, leven en werken. O&A docenten stimuleren studenten om hun eigen weg te ontdekken, hun eigen paden te vinden. Binnen het profiel produceren de docenten kennis die er toe doet, die ergens over gaat. Sleutelvaardigheden zijn van kwalitatief hoogstaand niveau en toonaangevend in outdoor onderwijzend Nederland.
12 NHL
master Pedagogiek
Veranderkunde
JW Herder
Bibliografie Bruining, T., Loeffen, E., Uytendaal, E., & Koning, H. (2012). Creëren van professionele ruimte in het onderwijs. Den Bosch/Utrecht: KPC groep/APS. Hanzehogeschool Groningen. (2010). Koers op Kwaliteit. Groningen. Joore, P. (2010). New to Improve- The Mutual Influence between New Products and Societal Change Processes. Delft: VSSD. Kleijn, H., & Rorink, F. (2012). Verandermanagement. Amsterdam: Pearson benelux. Learning and Teaching Scotland. (2010). curriculum for excellence through outdoor learning. Meijering, F. (2013). Flitscollege 6 metacompetenties. Opgehaald van www.youtube.com. Mintzberg, H. (1989). Mintzberg on Management: Inside Our Strange World of Organizations. Free Press. MT-HIS. (21 maart 2011). Visiedocument HIS 2.0. Rijnlandse Onderwijs congres. (2010). Rijnlandse Onderwijs MagGezien., 1. Doetinchem. Stroes, H., & Egberts, M. (1996). Veranderen met resultaat. Kluwer. The English Outdoor Council. (2005). High Quality Outdoor Education. Willemse, J. (2011). Anders Kijken; Theorie en Praktijk van de Systeembenadering. Bohn Stafleu van Loghum.
NHL
master Pedagogiek
13