Natuur Waarden
Natuur, cultuur en landschap in het Groene Hart Zuid Stefan Claessens Stichting Veldstudie Hei- en Boeicop
Natuur - Waarden Natuur, cultuur en landschap in het Groene Hart Zuid Stefan Claessens Stichting Veldstudie Hei- en Boeicop
Inhoudsopgave 0
De Waarden waardevol
4
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Oerkrachten Erosie en sedimentatie Poollandschap Overstromingen Oerwouden
6 7 8 10 11
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Opkomst van de beschaving De eerste bewoners Invasie uit het zuiden Eerste ontginningen Dalend land
12 13 14 15 17
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Gevarieerd landschap, veelzijdige natuur Aarde (weilanden, hooilanden, bossen, tiendwegen) Water (rivieren, kanalen, meren, boezemlanden) Lucht (dijken, wegen, waterlinie, toerisme) Vuur (dorpen, boerderijen, molens, landbouw)
18 19 26 31 36
4 4.1 4.3
Nieuwe kansen voor de natuur Veenweidepact Krimpenerwaard Landschapsplan Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
41 42 43
5 5.1 5.2 5.3
Informatie over het gebied 44 Adressen van organisaties 46 Namen van meewerkende organisaties en fotografen 47 Fotoverantwoording 48
Hoofdstuk 1: Oerkrachten Het is tegenwoordig niet gemakkelijk je een voorstelling te maken van een Nederland zonder mensen: een woest en leeg land waar oerkrachten nog vrij spel hadden. Toch hoef je maar een paar meter in de bodem van de Waarden te boren om materiaal op te diepen dat stamt uit een tijd van voor de komst van de mens. Zand-, klei- en veenpakketten vertellen het verhaal van die oerkrachten. Maar ook door rond te struinen in een van de vele natuurgebieden die de Waarden rijk is, kan je je met een beetje fantasie verplaatsen in de oertijd. Natuurlijk om je heen zul je de moderne tijd kunnen zien. Hoogspanningsmasten, verkeersgeluiden en bebouwing zijn niet te vermijden. Maar wie een kijkje neemt in de riviernatuur van “de Avelingen”, de bossen langs het veenstroompje “de Loet” of de hooilanden van “de Zouweboezem” ontdekt nog veel van die oernatuur, met planten en dieren die daar al duizenden jaren leven.
1.1 Erosie en Sedimentatie
Oerkrachten als gierende wind, schurend ijs en donderend water hebben de ondergrond van de Waarden gevormd. Die oerkrachten zijn nog steeds te voelen. Wie in een fikse herfststorm op een rivierdijk gaat staan zal dat beamen. Met schuimkoppen op de rivier en overstroomde uiterwaarden is het gemakkelijker je voor te stellen hoe die natuurkrachten zonder rivierdijken heel wat kunnen aanrichten in het vlakke land. Wie goed oplet kan in de Waarden nog veel getuigen vinden van dit roerige verleden. Bodems van zand, klei en veen vertellen ieder hun eigen verhaal. Het materiaal waar de bodem uit is opgebouwd komt natuurlijk ergens vandaan, in het geval van Nederland uit het Bovenland. Erosie van het Bovenland (de gebergten en hoger gelegen gebieden van Europa) zorgt voor een aanvoer van grind, zand en klei in de richting van Nederland. Door de sedimentatie in het vlakke land blokkeerden de rivieren steeds hun bedding en verlegden hun loop. Het resultaat was een netwerk van vlechtende rivieren. Bij minder waterafvoer slepen de rivieren hun loop uit in als maar wijdere bochten en vormden brede meanderende stromen. Nederland is goed beschouwd niet veel meer dan één grote delta opgebouwd uit de sedimenten die aangevoerd zijn door rivieren. Al bij de grens begint de Rijn zich in dit vlakke land te vertakken in Nederrijn, IJssel en Waal. Maas en Waal vertakken zich weer in de Biesbosch en komen uiteindelijk via allerlei zeearmen tussen de Zuid-Hollandse eilanden in de Noordzee uit. Tegenwoordig zijn de rivieren met dijken beteugeld maar oude rivierbeddingen (stroomruggen) en nevengeulen zijn nog steeds op veel plaatsen herkenbaar in de waarden.
Hoofdstuk 2: Opkomst van de beschaving Het Nederlandse rivierengebied is altijd een aantrekkelijk woongebied voor mensen geweest. Al in de prehistorie was dat zo, maar ook later in de Romeinse tijd en de Middeleeuwen. Hier was stromend water aanwezig als transportweg, om te wassen, te drinken en om vis in te vangen.Verder leende de lichte rivierklei zich uitstekend voor de akkerbouw en waren er toch ook hogere, zandige gronden, waar gewoond kon worden. Kortom: een ideaal gebied vanwege de overgang van natte vruchtbare gronden naar hoge en droge gronden.
2.1 De eerste bewoners Mensen uit de prehistorie, uit de overgang van het laat Mesolithicum naar het vroeg Neolithicum (7.000 – 6.000 voor heden) vestigden zich op natuurlijke verhogingen. Rivierduinen (in de streek “donken” genoemd), oeverwallen, verlandde stroomgeulen en crevasse-afzettingen waren hiervoor zeer geschikt. Dat verklaart waarom de Waarden een belangrijk deel van het nationale bodemarchief herbergen.Vooral bij de donken zijn bewoningssporen uit deze periode gevonden.Voorafgaand aan de bouw van de Betuwelijn hebben archeologen voor één keer de kans gekregen om grootschalige opgravingen te doen. Als een enorme ritssluiting hebben ze dat nationale bodemarchief geopend om er van west naar oost in te kijken. Daarbij is een schat aan materiaal naar boven gehaald. Langs de Polderweg bij Hardinxveld-Giessendam werd in 1997 een grondig bodemonderzoek uitgevoerd. Tijdens dat onderzoek werden enkele archeologische vondsten gedaan, waaronder het 7500 jaar oude skelet van een vrouw, die terstond Trijntje gedoopt werd. De naam verwijst naar de treinen, die hier in 2007 gaan rijden. Het is het oudste skelet dat tot nu toe in Nederland uit de grond kwam. Sinds december 2003 is de reconstructie van het lichaam toegevoegd aan de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Uit onderzoek bleek dat Trijntje ongeveer 50 jaar was, de moeder was van verschillende kinderen en in goede gezondheid verkeerde. Haar tanden waren wel sterk afgesleten door het eten van ruw voedsel of het met de tanden bewerken van dierenhuiden. In april 1998 kwam in een voormalige kreekbedding het uiteinde van een boomstamkano tevoorschijn. Na verder onderzoek bleek het een compleet vaartuig te betreffen dat gemaakt is uit een rechte stam van een linde. De lengte bedraagt ongeveer 5,55 m, de breedte ongeveer 55 cm. De stam is uitgehold tot een wanddikte van slechts enkele centimeters. De kano lag net naast de onderzochte donk, waarop een woonplaats of bivak was ingericht. Dit betekent dat het vaartuig aan de waterkant is (af)gezonken.
Hoofdstuk 3: Gevarieerde landschap, veelzijdige natuur De Waarden is onderdeel van het Groene Hart: een internationaal waardevol landschap met bijzondere natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten. Het heeft de status van Nationaal Landschap. Het kenmerkende landschap van de Waarden met zijn laag gelegen veenweiden en talrijke waterlopen is in eeuwen tot stand gekomen en door mensen gemaakt. Het is eigenlijk hét voorbeeld van een Hollands landschap.
3.1 Aarde
De aarde is de ondergrond, de basis waar al het leven uit opgroeit en waar al het leven naar terugkeert. De aarde bestaat in waarden afwisselend uit pakketten met materiaal van grofkorrelig zand tot fijne kleideeltjes.Vooral op plaatsen waar rivieren stromen of gestroomd hebben of waar de wind rivierzand heeft opgehoopt tot rivierduinen zit veel zand in de ondergrond. In de komgronden, de uitgestrekte overstromingsvlakten tussen de rivieren in liggen vooral de zware kleigronden met tussen de lagen klei veel, heel veel veen. De samenstelling van de bodem en de planten, die er groeien, hangt nauw met elkaar samen. Op hoge, drogere zandige bodems vindt fruitteelt en akkerbouw plaats, op de vochtiger klei- en veengebieden zijn de weilanden. In de natste gebieden komen van oudsher hooilanden, grienden en eendenkooien voor.
3.2 Water
Water is een voorwaarde voor alle leven op aarde. Aan water is in de Waarden geen gebrek. Sterker nog, eeuwenlang heeft de mens tegen dat water moeten vechten. De grote rivieren stromen nu ongeveer op de plaats waar ze dat ook in de oertijd al deden. Maar de meeste andere wateren zijn door mensen gegraven en hadden maar één doel; van al dat water afkomen! Om in waarden te kunnen wonen en er landbouw te kunnen bedrijven moest het gebied niet al te nat zijn. Al die kanalen, slootjes, meren en boezemlanden zorgen tegenwoordig echter niet alleen voor droge voeten maar ook voor een veelheid aan natte overgangen waar veel planten en dieren gebruik van maken.
3.2.3 Meren, plassen en wielen Door toedoen van de mens zijn in de Waarden veel waterrijke gebieden ontstaan. In de nabijheid van rivieren gebeurde dat actief door zandafgraving en kleiwinning. De aanleg van dijken is de oorzaak voor het ontstaan van wielen. Daar waar bij hoog water de druk op dijk en ondergrond te groot werd stortte een dijk vaak in en ontstond er soms wel een gat van 15 m diep in de bodem. Door zo’n diep gat is het niet mogelijk de dijk op dezelfde plaats te herstellen. Een nieuwe dijk werd in een boog om het gat heen gelegd en zo ontstonden de wielen. Rond de meeste wielen zijn tuinderijen gevestigd, vanwege de zavelgrond, ontstaan door uit de diepte opgespoeld zand. Wielen vormen een heel bijzonder ecosysteem. Door de diepte is er een grenslaag in het water, waaronder het zonlicht niet doordringt. Onder de grenslaag blijft het water koud, daarboven wordt het ’s zomers opgewarmd door de zon en daar leven de meeste organismen.
3.2.4 Boezemlanden en rietmoerassen Door het stijgen van het zeewater en rivierwater en inklinking van de veenbodem lukte het rond 1350 steeds minder goed om water op natuurlijke wijze via slootjes, weteringen en kanalen uit de polder te laten lopen. Sluizen moesten steeds vaker gesloten blijven om bij hoog water te voorkomen dat het water juist de polder in zou stromen.Vandaar dat werd begonnen met het graven van boezemlanden op het laagste deel van de polder. Hierin werd polderwater opgeslagen tot de rivier laag genoeg stond om het alsnog uit te wateren. Nog wat later gebeurde dit uitwateren steeds vaker actief met behulp van windmolens.Veel van die boezemlanden zijn tegenwoordig bijzonder natuurgebieden met vaak uitgestrekte rietmoerassen. Zeldzame watervogels als purperreiger, roerdomp, porseleinhoen en blauwborst leven hier.
3.3 Lucht
Er is meer tussen hemel en aarde. Lucht bijvoorbeeld, een absolute voorwaarde voor de huidige levensvormen. De atmosfeer met zijn wolken, regen, mist en blauwe kleur is niet zomaar ontstaan, daar gingen miljoenen jaren overheen. Tegenwoordig bestaat de atmosfeer vooral uit zuurstof en stikstof. Voor hun stofwisseling hebben praktisch alle bacteriën, schimmels, planten en dieren zuurstof nodig om te overleven. Daar wordt niet zo vaak bij stilgestaan. Stilstaan doe je liever om de fantastische wolkenluchten boven het de weidse land van de Waarden te zien. Of het nu prachtig zomerweer is, een mistige herfstdag of een loodgrijze onweerslucht, tijdens een tocht door de Waarden word je steeds weer verrast door bijzondere polderluchten.
3.4 Vuur Vuur is iets wat van oudsher hoort bij de opkomst van de menselijke beschaving. Toen mensen nog geen vuur konden maken namen ze gloeiend materiaal mee op hun tochten. Later leerden ze vuur steeds beter benutten voor het koken van voedsel, het bakken van aardewerk of bouwstenen en het smeden van wapens. Ook in de Waarden heeft het vuur van de menselijke beschaving zijn sporen nagelaten. Misschien is het meest bijzonder aan de Waarden wel dat natuur en cultuur hier zo mooi samenkomen. De oerkrachten die de basis voor het landschap hebben gevormd zijn nog steeds voelbaar. Maar onmiskenbaar is het gebied daarna ook door mensen vorm gegeven. De hele menselijke geschiedenis is terug te vinden in het landschap, maar zeker ook in de bouwwerken van mensen; de dorpen en steden, de kerken, gemalen, boerderijen en molens.
3.4.1 Dorpen en steden Historische dorps- en stadskernen in de Waarden zijn een lust voor het oog. Ze staan er vaak nog bijna net zoals ze er in de loop der eeuwen zijn gevormd. Oude vestingwallen en bastions doen denken aan de tijd dat de Fransen de Nederlanders teisterden met hun invallen. Pleintjes en gevels ademen nog de sfeer van tolheffingen en van paard en wagen. De bebouwde kom was en is een plek voor mensen, zo lijkt het op het eerste gezicht. Maar tussen al dat cultuurhistorisch fraais bevindt zich ook een rijkdom aan natuurlijke elementen. Monumentale bomen bieden met hun enorme bladerdak en een stam vol groeven en spleten woonplaatsen aan veel insecten, vogels en vleermuizen. Oude kademuren en stadswallen bieden groeiplaatsen voor een bijzondere muurflora van rotsplanten, mossen en korstmossen. Zelfs huizen kunnen behalve voor mensen, ook een toevluchtsoord vormen voor stadsvogels. Denk maar eens aan gierzwaluwen en huismussen onder de dakpannen of huiszwaluwen onder de dakrand.
3.4.4 Landbouw en veeteelt Op vele manieren maakten mensen vroeger, en maken mensen ook nu nog gebruik van het land in de Waarden. Er is natuurlijk de alomtegenwoordige melkveehouderij, de basis van het boerenbedrijf in dit gebied. Door schaalvergroting is het aantal bedrijven echter enorm afgenomen. Ook komen de koeien steeds minder buiten in de wei. Het wordt economisch steeds aantrekkelijker om dieren maar op stal te houden. Hier kan beter gecontroleerd worden wat koeien eten en kunnen ze gemakkelijker gemolken worden. Maar of de koe het ook zo leuk vindt? Naast de melkveehouderij zijn er nog wel andere agrarische bezigheden in de Waarden. Zo zijn er op de zavelige gronden nog veel akkers te vinden met vooral maïs als gewas en vind je op zandige gronden veel fruitteelt. Maar ook wijnbouw, bijenteelt, schapen, kaasmakerij, teelt van riet en wilgentenen en visserij zijn vormen van landgebruik die in de Waarden voorkomen.
Hoofdstuk 4: Nieuwe kansen voor natuur en landschap Dit boek kijkt niet alleen terug naar het verleden. Het ontstaan van de Waarden en de manier waarop mensen het gebied naar hun hand hebben gezet is een mooi verhaal. Dit boek wil echter ook laten zien wat het gebied juist tegenwoordig zo de moeite waard maakt. Dit hoofdstuk gaat in op de toekomst. Waar liggen kansen en mogelijkheden om het gebied voor de toekomst veilig te stellen. Door zijn ligging en karakteristieken vormen de Waarden een gebied dat even waardevol als kwetsbaar is. Waardevol door de unieke combinatie van natuur, landschap en cultuurhistorie. Kwetsbaar door verstedelijking, versnippering, vermesting, bodemdaling en klimaatverandering. Water en waterbeheer zullen steeds meer een bepalende factor in het gebied worden. Bewoners vinden vooral veilige dijken en een halt aan bodemdaling belangrijk. De landbouw kiest voor landbouwgrond die het hele jaar door droog genoeg is voor gewassen, vee en landbouwwerktuigen. Natuurbeheerders willen natuurgebieden die nat genoeg zijn voor de ontwikkeling van uitgestrekte moerasgebieden met veel watervogels en bijzondere planten. Het zal duidelijk zijn dat niet alle wensen overal te combineren zijn. Op het gebied van water en waterbeheer zullen dan ook veelomvattende keuzes gemaakt moeten worden.Verbetering van de waterkwaliteit, onderhoud aan dijken, beheer van het polderpeil, natuurontwikkeling en het bergen van overtollig water zijn allemaal thema’s die invloed zullen hebben op wonen, werken, recreatie, natuurbeheer en landbouw. De ruimte, het overwegend agrarische karakter en de bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van de Waarden vormen een sterk contrast met het aangrenzende stedelijk gebied van Rotterdam en de Drechtsteden. De historische landschapsstructuur is nog duidelijk herkenbaar maar het gebied staat sterk onder druk van verstedelijking, niet alleen aan de randen en door een toename van bedrijfsbebouwing, maar ook midden in het gebied in de kleinere woonkernen en lintdorpen. Door de wijze waarop boerderijen worden verbouwd en erven ingericht, krijgt het gebied een steeds meer stedelijk karakter. In het verleden zijn veel historische boerderijen en molens verdwenen, sloten worden gedempt, kavels verbreed en karakteristieke beplantingen opgeruimd of omgezet in populieren. Gelukkig wordt de agrarische betekenis van het landschap in de Waarden steeds meer onderkent.Vanuit de samenleving neemt de vraag naar recreatiemogelijkheden, landschap en natuur toe. Echter; de Waarden vormen geen openluchtmuseum exclusief voor recreanten. De uitdaging voor de toekomst bestaat dan ook uit het opstellen en uitvoeren van een beleid gericht op het behoud van de unieke karakteristieken van de Waarden. Maar tegelijkertijd moet dit beleid rekening houden met wonen, werken, recreatie, natuurbeheer en landbouw. Waar kan gewoond en gewerkt worden, welke soorten bedrijvigheid passen waar, wat is de toekomst van de landbouw? Zowel in de Krimpenerwaard als in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden wordt hier hard aan gewerkt.
Natuur - Waarden Dit fotoboek gaat over De Vijfheerenlanden, de Alblasserwaard en de Krimpenerwaard: drie waarden gelegen in het zuidelijk deel van het Groene Hart, midden in de Randstad. Middels fantastische natuurfoto’s laat het u zien waarom de Waarden zulke bijzondere gebieden zijn. In vier hoofdstukken komen allerlei bijzonderheden aan bod. Van de oerkrachten die in een ver verleden de basis hebben gelegd voor het gebied tot een blik op de toekomst. Het vijfde hoofdstuk geeft informatie om het gebied zelf te ontdekken. Natuur - Waarden is een facinerend fotoboek over een plek waar Holland echt het Holland is, dat de oude meesters op hun schilderijen weergaven: laaggelegen veenweiden, grazende koeien, uitgestrekte polders, plassengebieden, oude waterlopen en fraaie luchten.
Veldstudiecentrum - Stichting Veldstudie www.natuurkampen.nl ISBN: 10: 90-9021119-5 ISBN: 13: 978-90-9021119-0 NUR: 411 © 1e druk, 2006