Natuur dichterbij!
Inspiratieboek voor het betrekken van mensen bij landschap en natuur
Dit is een uitgave van Landschapsbeheer Nederland 2011
Natuur dichterbij!
Inspiratieboek voor het betrekken van mensen bij landschap en natuur
2
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Vo orwo ord
Inspireren en mobiliseren
W
e weten allemaal dat een tuin niet vanzelf mooi blijft, maar lang niet alle Nederlanders beseffen wat er komt kijken bij het beheer van landschap en natuur. Het buitengebied lijkt vanzelfsprekend te groeien en te bloeien, terwijl we zonder voldoende inspanningen letterlijk aan terrein verliezen. Vele handen maken licht werk, daarom zou het geweldig zijn als een groeiende groep mensen bereid is mede verantwoordelijkheid te nemen voor onze groene leefomgeving. De noodzaak van burgerparticipatie neemt toe, vooral nu de overheid een terugtrekkende beweging maakt en minder geld beschikbaar stelt voor landschap en natuur. Zeker, er zijn al veel vrijwilligers die met hun inzet van onschatbare waarde zijn. Maar het is essentieel dat hun enthousiasme zich verder verspreidt, zodat we straks over voldoende kritische massa beschikken om onze basis ook in de toekomst sterk te houden. Alleen samen kunnen we er voor zorgen dat landschap en natuur vanzelfsprekend blijven. Landschapsbeheer ondersteunt en begeleidt in alle provincies vrijwilligersgroepen bij het beheren landschap en natuur. We beschikken daardoor over een schat aan ervaring met het stimuleren van meer kennis, bewustwording, betrokkenheid en actieve inzet bij burgers. Deze gevarieerde mix van persoonlijke, intuïtieve werkvormen en gestructureerde methodes vormt een bruikbaar repertoire voor het programma Natuur Dichterbij, waarbij we samen werken met IVN en de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen. Wij hebben onderzoeksinstituut Alterra gevraagd een dwarsdoorsnede te verzame len op basis van een praktijkanalyse. De volledige rapportage van dit onderzoek vindt u op de website van Landschapsbeheer Nederland. De resultaten van het onderzoek van Alterra zijn bewerkt tot dit boekje, waarin we handreikingen doen om meer mensen bij landschap en natuur te betrekken. Passieve vormen als lidmaatschap of donaties zijn prachtig, maar actieve betrokkenheid is nog veel beter. Deze uitgave bevat ervaringen en tips om het bewustzijn bij burgers te vergroten. Het boekje is bedoeld voor landschaps- en natuurorganisaties, maar ook voor andere partijen die zich samen met anderen willen inzetten voor hun leefomgeving. Laat u met plezier inspireren, zodat nieuwe energie ontstaat om anderen te mobiliseren! Veel succes, Arno Willems Directeur Landschapsbeheer Nederland
L and s cha p s beheer N ederland
3
Landelijke Natuurwerkdag De animo voor de landelijke Natuurwerkdag groeit nog steeds. Bij de tiende editie in 2010 gingen maar liefst 12.000 mensen op meer dan 370 locaties in heel Nederland aan de slag. De eerste zaterdag van november is een begrip geworden voor iedereen die natuur en landschap een warm hart toedraagt en óók de handen uit de mouwen wil steken. Een inspirerend voorbeeld dat ook op kleine schaal succesvol kan zijn! Lees meer op www.natuurwerkdag.nl.
4
N ATU U R D I CHTE R B I J !
INHOUD Voorwoord Inspireren en mobiliseren
3
Hoofdstuk 1 Inzicht in menselijke drijfveren Over het waarom van vrijwillige inzet
7
Hoofdstuk 2 Sturen met bewuste keuzes Over hoe je mensen bij natuur en landschap betrekt
15
Hoofdstuk 3 Aan de slag! Tips voor activiteiten Over wat je samen kunt doen
24
Hoofdstuk 4 Aandachtspunten in de samenwerking Over duurzame betrokkenheid
37
Interviews Tussen de hoofdstukken door vertellen medewerkers vanuit praktijk ervaringen over het betrekken van mensen bij natuur en landschap: Jan Piet de Boer over idealisme
12
Maurice Kruk over inzicht in het landschap
22
Margriet Brouwer over het groene stadsleven
32
Gertjan van Elk over het belang van verhalen
42
Profiel Landschapsbeheer Nederland
45
Profiel IVN
45
Profiel Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen
45
Colofon
48
L and s cha p s beheer N ederland
5
Streekeigen erf In heel Nederland is Landschapsbeheer actief met het streekeigen inrichten van erven in het buitengebied. Eén van de voorbeelden is het Zeeuwse project Ken je erf, waarbij eigenaren van erven in het buitengebied met elkaar in contact worden gebracht. Bij excursies worden cultuurhistorische elementen, beplanting en de streekeigenheid besproken. Zo kunnen deelnemers ideeën opdoen of advies vragen voor hun eigen erf.
6
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Hoofdstuk 1
Inzicht in menselijke drijfveren
W
aarom zetten mensen zich in voor landschap en natuur? Het antwoord op die vraag geeft waardevolle aanknopingspunten voor methoden om nog meer burgers te mobiliseren. Daarom schetsen we in dit hoofdstuk een korte reflectie op de drijfveren van vrijwilligers in de groene sector. Ook staan we stil bij het belang van vertrouwen, een essentiële voorwaarde voor actieve betrokkenheid bij de leefomgeving. Maatschappelijk kader Ontwikkelingen en trends in de samenleving hebben onmiskenbaar invloed op de mate waarin en de manier waarop mensen zich inzetten voor de maatschappij. Door de individualisering bepalen we in toenemende mate zelf wat we willen, terwijl de globalisering tegelijk het gevoel oproept weer ergens bij te willen horen. De behoefte aan zingeving komt maatschappelijke betrokkenheid ten goede, zij het steeds minder in traditionele vormen als lidmaatschappen en verenigingsverband. Deelname aan formele en hiërarchisch georganiseerde kanalen daalt, maar dit verlies wordt gecompenseerd door een toename van informele participatie, waarbij het gaat om losse of tijdelijke activiteiten. Dat geldt ook voor natuur- en landschapsbeheer. Een grote categorie mensen wil geen structurele verplichtingen, maar wel meedoen aan excursies, prijsvragen, stages, werkdagen of andere activiteiten, mits het aanspreekt en in de agenda past. Of ze komen zélf met initiatieven in hun directe leefomgeving en zoeken daar passende ondersteuning bij. Persoonlijke motieven Mensen die vrijwilligerswerk doen in natuur en landschap, doen dat op basis van persoonlijke drijfveren. Denk bijvoorbeeld aan idealisme, passie, verbondenheid met een plek of behoefte aan sociale contacten. Ook fysieke en mentale gezondheid kan een reden zijn om actief beheerwerk te doen. Onderzoek wijst uit dat een groot deel van de Nederlanders vindt dat gezondheid een zeer belangrijke functie is van natuur en landschap. (Werken in – bij de betreffende onderzoeken gaat het niet om werken in het buitengebied, maar om het buitengebied zelf en juist die ervaring kan een motief zijn om te gaan werken in het buitengebied, dus ik zou ‘werken in’ weer schrappen) het buitengebied kan een bron zijn voor rust en ontspanning, weerbaarheid, persoonlijke groei en betekenisverlening. Ook bij kinderen blijkt dat direct contact met de natuur van wezenlijk belang is voor hun fysieke en emotionele gezondheid. Dat biedt kansen voor burgerparticipatie. Verbondenheid met een plek kan een directe aanleiding zijn tot actieve betrokkenheid, zeker als de kwaliteit van die plek verslechtert of de functie verloren dreigt te gaan.
L and s cha p s beheer N ederland
7
Andersom kan natuurlijk ook de vrijwillige inzet in een bepaald gebied in toenemende mate tot verbondenheid en trots leiden. De aanleiding tot verbondenheid kan voortkomen uit individuele beleving of groepsprocessen. Ook de symbolische waarde van een plek kan een rol spelen. Soms hebben mensen een emotionele relatie met een plek, bijvoorbeeld door herinneringen. Het kan ook zijn dat een plek tegemoet komt aan bepaalde behoeften en verwachtingen. In alle gevallen is het prachtig als het leidt tot de instandhouding van natuur- en landschapswaarden. Natuur en landschap blijken ook een uitstekend decor te zijn voor het sociale welzijn van mensen. Gezamenlijk beheer levert contacten, gezelligheid, vriendschap en onderlinge verbondenheid op, een gevoel van saamhorigheid. Binnen die sociale cohesie spelen zich bovendien allerlei groepsprocessen af waar mensen van leren, bijvoorbeeld door het gedrag van anderen te observeren. Als dat gedrag positieve, gewenste, herkenbare en haalbare uitkomsten heeft, zijn mensen sneller geneigd het over te nemen. Deze aspecten van sociaal leren zijn interessant om te benutten bij het betrekken van mensen bij natuur en landschap.
8
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Algemeen belang De wens om een algemeen belang te dienen is uiteindelijk ook een persoonlijk motief, maar het is goed te beseffen dat mensen door invloed van buitenaf zijn te overtuigen om iets te betekenen voor natuur en landschap. Iedereen wordt door opvoeding, scholing, werk en de naaste omgeving blootgesteld aan maatschappelijke overtuigingen en visies van anderen. Als die iets raken, kunnen ze persoonlijke motieven aanwakkeren. Veel vrijwilligers zijn in het werk gegroeid doordat ze bij toeval in aanraking kwamen met natuur- en landschapsbeheer, bijvoorbeeld omdat een familielid of vriend hen vroeg eens een dag mee te helpen of omdat in eigen wijk of dorp een groenproject werd gestart. Inzet in de directe omgeving is overigens een mooie manier om algemeen belang te combineren met eigenbelang, want een goed verzorgde buurt is in ieders voordeel. Een actueel voorbeeld van appelleren aan algemene waarden is duurzaamheid, waarbij mensen worden opgeroepen bewustere keuzes te maken. Het algemeen belang staat hier centraal, maar een duurzame wereld is natuurlijk in het belang van elk individu. Wederzijds vertrouwen Als mensen eenmaal enthousiast zijn over vrijwilligerswerk in natuur en landschap, is het prachtig als er langdurige betrokkenheid en samenwerking ontstaat. Dat kan door gestructureerde inzet op vaste momenten, of door terugkerende losse bijdragen, want ook dat is een vorm van regelmaat. In alle gevallen speelt vertrouwen een sleutelrol. Mensen vertrouwen elkaar eerder als ze de ander begrijpen, dingen herkennen of goed kunnen inschatten. Voor organisaties, zoals Landschapsbeheer, is het goed te beseffen dat betrokkenheid vaak dicht bij persoonlijke idealen, waarden en emoties ligt. Daarop aansluiten is essentieel. Andersom is het ook belangrijk om aan burgers uit te leggen dat een organisatie verantwoording dient af te leggen en dat er daardoor verschillen kunnen zijn in houding, focus en verantwoordelijkheid. Zo willen bewoners vaak daadkracht op de korte termijn, terwijl organisaties inzetten op draagkracht en continuïteit op de lange termijn. Onderlinge openheid is belangrijk voor het vertrouwen van vrijwilligers, dus blijf informatie delen, samen iets ondernemen, praten en zeker ook luisteren. En soms werkt het om afspraken op papier te zetten. Kenmerken die – afhankelijk van de situatie – vertrouwen wekken, zijn: kennis, ervaring, charisma, helderheid over positie en intenties, richting geven op hoofdlijnen, ruimte geven aan de visie van anderen en eerlijk zijn over onzekerheden en kwetsbaarheden. Als het vertrouwen er eenmaal is, leidt dat tot betere samenwerking en communicatie. Bovendien komt de onderlinge openheid ten goede aan het uitwisselen van ideeën, kennis en ervaring en zo ontstaat er meer ruimte in de regie en werkwijze.
L and s cha p s beheer N ederland
9
10
N ATU U R D I CHTE R B I J !
L and s cha p s beheer N ederland
11
Interview met Jan Piet de Boer, Landschapsbeheer Friesland:
‘Idealisme levert pas iets op als je anderen meekrijgt’ Hoe inspireren jullie mensen om iets te doen voor natuur en landschap? ‘Door aan te sluiten bij hun eigen beleefwereld. Als je in een gebied bepaalde plannen of doelen hebt, is het belangrijk om die regio te leren kennen. Wie wonen daar, wat leeft er onder mensen, wat vinden ze boeiend, waar hebben ze commentaar op en vooral: waar zit de energie? Bij Landschapsbeheer werken veel bevlogen mensen met uitgesproken ideeën, maar als we alleen redeneren vanuit wat wij willen, dan is het lastig om anderen te inspireren. Beter kun je inspelen op bestaande energie, zoals wensen en bijzondere verhalen. Dan is de kans veel groter dat mensen zich erin vastbijten en zich actief inzetten.’ Kunnen burgers dan zelf de lijn bepalen? ‘Deskundigheid is er niet voor niets, dat weten burgers ook en ze maken er graag gebruik van. Wij hebben kennis, ervaring, visie en ambities als het gaat landschapsbeheer, maar we hebben anderen nodig om daadwerkelijk doelen te kunnen realiseren. Dan is het wijs om goed naar die anderen te luisteren, zeker als het om vrijwillige inzet gaat. Idealisme levert pas iets op als je anderen meekrijgt. Daarom is het belangrijk dat wij onze voelsprieten goed blijven uitsteken, zodat we onze ambities kunnen combineren met wat de bevolking graag wil. Zo kunnen we elkaar ook nog inspireren.’ Lukt het om mensen serieus te laten meedenken? ‘Overal zijn mensen te vinden die het voortouw nemen en uit zichzelf met iets komen, terwijl anderen wat aansporing nodig hebben. In alle gevallen is het goed om ze op weg te helpen. Door anderen te prikkelen met onze kennis en ideeën, zetten we hen aan het denken. Je eigen enthousiasme speelt een grote rol, maar ook je vaardigheid om aanknopingspunten te vinden. Het succes ligt uiteindelijk bij de vrijwilligers, de groepen mensen waar je mee werkt, maar de kunst is daar wel een beetje in te sturen. Door jarenlange ervaring krijg je steeds beter gevoel welke mensen je nodig hebt en hoe je processen een slinger kunt geven. Bovendien mag je ook best je deskundigheid in de strijd gooien als iets moeizaam gaat. Als je anderen maar serieus neemt.’ Heb je goede praktijkvoorbeelden? ‘In Friesland werkt het project Dorpen in het groen heel goed. Bewoners krijgen de kans om hun omgeving op te knappen en daar maken ze vaak dankbaar gebruik van. Bij het opstarten tref je meestal ook klagers, die de gelegenheid grijpen om te uiten wat er in het verleden allemaal misging en waar zij over struikelen. Maar frustratie is ook een vorm van betrokkenheid, want het kan ze dus wel iets schelen. Dat kun je ombuigen door duidelijk te maken dat zij nu de kans krijgen om het wél goed te doen.
12
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Jan Piet de Boer Als het dan eenmaal stroomt, kun je samen met zo’n dorp mooie resultaten bereiken. Het voordeel bij deze projecten is ook dat we gebruik kunnen maken van bestaande structuren, zoals in dit geval georganiseerde dorpsbelangenverenigingen. Dan heb je zomaar een enthousiaste ploeg mensen bij elkaar.’ Begint betrokkenheid vooral in de eigen omgeving? ‘Dat kan, maar mensen raken soms ook geïnspireerd door een thema, bijvoorbeeld het snoeien van fruitbomen. De hoogstambrigades in Friesland willen bij wijze van spreken overal wel aan de slag. Het mooie is dat elke deelnemer eigen motieven heeft: het buiten zijn, op de ladder staan en snoeien, anderen instructies geven, de historie van de bomen ontdekken, kennis van fruitrassen ontwikkelen of de gezelligheid van het werken in een groep. Al die aspecten brengen een gevarieerde groep mensen op de been die elkaar ontmoeten binnen zo’n hoogstambrigade. Ook dat is energie. Soms ontwikkelt zich dat vanzelf, soms moeten we er wat langer aan trekken om een groep zo zelfstandig mogelijk te krijgen.’ Dus ook als vrijwilligers eenmaal actief zijn, blijft hun inzet een aandachtspunt? ‘Natuurlijk, het gaat niet alleen om mensen binnenhalen met een leuke natuurwerkdag. Ik denk zelfs dat echte betrokkenheid zich pas ontwikkelt naarmate mensen langere tijd actief zijn in natuur en landschap. Dus de wisselwerking met vrijwilligers is essentieel. Zij geven tijd en inzet, daar mogen wij best iets tegenover stellen. Natuurlijk genieten ze van de beleving in het veld, maar met bijvoorbeeld themabijeenkomsten en bijscholing blijven we onze vrijwilligers inspireren. En vooral ook blijven luisteren naar hun ervaringen, ideeën en verhalen. Dat zijn weer die voelsprieten waar ik het al eerder over had. Want dan blijf je echt sámen werken aan natuur en landschap.’
L and s cha p s beheer N ederland
13
Ommetjes en Klompenpaden Het realiseren van authentieke wandelpaden gebeurt in heel Nederland. In Gelderland en Utrecht heten ze Klompenpaden, in andere provincies heten ze Ommetjes. Deze (rond)wandelingen in het agrarisch cultuurlandschap worden gerealiseerd door Landschapsbeheer in samenwerking met actoren uit de streek. Bewoners en grondeigenaren denken actief mee over historische tracés die wandelaars meevoeren over onverharde paden via boerenland, natuur en landgoederen. Zo dragen de Ommetjes en Klompenpaden bij aan de beleefbaarheid van het landschap en de cultuurhistorie.
14
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Hoofdstuk 2
Sturen met bewuste keuzes
H
oe betrek je mensen bij natuur en landschap: het is de centrale vraag waar veel projecten mee starten als er vrijwilligers nodig zijn. Een eenduidig antwoord is er niet, alleen al omdat processen zich deels op natuurlijke en spontane wijze ontwikkelen. Toch zijn er zeker manieren om invloed uit te oefenen op de mate en de aard van motivatie en betrokkenheid. In dit hoofdstuk bieden we uitgangspunten en overwegingen voor het maken van bewuste keuzes bij het stimuleren van mensen tot actieve inzet voor natuur en landschap. Uitgangspunten De wijze waarop mensen worden betrokken, kan pas worden bepaald als de uitgangspunten van het project of de activiteit helder zijn. Wat is het doel? Op welke doelgroep(en) ligt de focus? Binnen welke (lokale) context speelt het project? Hoe zit het met de affiniteit en mogelijkheden van de projectleiders? En met welke partijen wordt eventueel samengewerkt? Deze aspecten hebben allemaal invloed op de keuzes die gaandeweg het proces worden gemaakt. •• Doel Een aanpak met duidelijke instructies werkt uitstekend als mensen eenmalig worden ingeschakeld bij beheerwerkzaamheden. Als het de bedoeling is dat bewoners een bepaald gebied zelf gaan beheren, is een andere, meer open aanpak nodig. En als bewustzijn van de waarde van natuur en landschap de insteek is, dan is het zelf laten ontdekken en beleven een mooie manier. Doelen kunnen dus sterk variëren: van het beheer van landschapselementen en soortenbehoud tot educatie en bewustwording of van natuurbeleving tot het verzamelen van wensen en visievorming. Een helder doel biedt de eerste aanknopingspunten. Vergeet niet eventuele achterliggende doelen ook te onderzoeken, want misschien is het een mogelijkheid om nog meer mensen te betrekken. •• Doelgroep Iedereen – van jong tot oud – kan van betekenis zijn voor natuur en landschap. Bij het vaststellen van de doelgroep is het goed om ook buiten de gebaande paden te denken. Voor wie kan dit project nog meer interessant zijn? Zodra duidelijk is op welke groep(en) de focus ligt, ontstaat zicht op de belangen van die mensen. Willen ze vooral een plezierige buitendag of ook iets leren? Of hebben ze behoefte aan het uitwisselen van ideeën over het gebied? Grondeigenaren benader je anders dan dorpbewoners en leken vragen een andere aanpak dan natuurkenners. Het is soms goed om groepen expliciet op hun belangen te wijzen, zoals bewoners bewust maken dat het om hun directe leefomgeving gaat. Dat maakt hun betrokkenheid mogelijk minder vrijblijvend.
L and s cha p s beheer N ederland
15
•• Lokale context Een regio, gebied of locatie biedt altijd aanknopingspunten voor betrokkenheid. Wat is de lokale situatie, welke (project)mogelijkheden zijn er en bij welke bestaande initiatieven kan mogelijk worden aangehaakt? Bij het leggen van nieuwe contacten en het ontwikkelen van activiteiten is het goed om te achterhalen wat er bij de mensen leeft, wat de historie is, welke wensen en ideeën er zijn en ook welke verhalen bij het gebied horen. Inspelen op die lokale context draagt bij aan het succesvol werven van vrijwilligers. •• Projectleiders Processen worden altijd beïnvloed door spontane en toevallige ontwikkelingen, maar de voortrekker zet wel de toon. Projectleiders drukken hun stempel, bewust of onbewust. Hun kennis en kunde, affiniteit, persoonlijkheid en manier van optreden hebben effect op anderen. De één barst van het enthousiasme, de ander is sterk in kennisoverdracht en weer een ander heeft de wind eronder als het om organiseren en regelen gaat. Door ervaring kan de projectleider leren om de accenten in zijn of haar rol te verleggen: de ene keer vooral sturend optreden, de andere meer coachen vanuit de achterhoede. Wisselwerking met de groep is in alle gevallen nodig om een vertrouwensband op te bouwen en te houden. •• Samenwerking Door samen te werken met andere partijen is het mogelijk om via bestaande kanalen en netwerken nieuwe mensen te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan afstemming met scholen, bedrijven of dorpsorganisaties. Ook het aanhaken bij een kunstroute of cultuurevenement kan mooie aanknopingspunten bieden. Bij het verkennen van de lokale context kunnen zich spontaan mogelijkheden voordoen. Zo ontstaat de kans om mensen te bereiken die uit zichzelf niet snel een link met natuur- en landschapsbeheer hadden gelegd. Overwegingen Als de uitgangspunten van een project of activiteit helder zijn, is de volgende stap het bepalen van de manier waarop de gewenste doelgroep erbij betrokken wordt. Belangrijke aspecten om te overwegen, zijn: initiatie, bereik, werving, regie, werkwijze, intensiteit, kennis en procesbegeleiding. Alle acht thema’s staan met een inhoudelijke as weergegeven in de figuur op de volgende pagina.
16
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Thema 1: Initiatie Op uitnodiging Op eigen initiatief Thema 2: Bereik Groot bereik Klein bereik Thema 3: Werving Reeds betrokken mensen Niet eerder betrokken mensen Thema 4: Regie Mensen geen eigen regie Mensen zelf regie Thema 5: Werkwijze Vaste aanpak Open aanpak Thema 6: Intensiteit Mensen vluchtig betrekken Mensen intensief betrekken Thema 7: Kennis Expertkennis grote rol Expertkennis kleine rol Thema 8: Procesbegeleiding Veel procesbegeleiding Weinig procesbegeleiding
1. Initiatie In de meeste gevallen nodigt Landschapsbeheer mensen uit om mee te doen aan projecten of activiteiten in natuur en landschap. Soms kloppen mensen zelf aan met een idee of vraag. Ook komt het voor dat het initiatief gaandeweg verschuift, bijvoorbeeld als bewoners na verloop van tijd zelfstandig ‘eigenaar’ worden van een structureel beheerproject. Als groepjes op eigen initiatief een beroep doen op Landschapsbeheer (of andere deskundige organisatie), waak dan voor de valkuil het roer over te nemen. Door vraaggerichte ondersteuning blijven de initiële motivatie en betrokkenheid behouden. 2. Bereik Van individu of kleine groep tot een groot publiek: bedenk vooraf hoeveel mensen welkom zijn voor een activiteit of project en stel desgewenst een minimum of maximum aantal deelnemers. Het bereik kan soms bewust groter zijn dan de benodigde
L and s cha p s beheer N ederland
17
omvang, bijvoorbeeld om een brede groep te interesseren voor een excursie of cursus. Als er dan (te)veel aanmeldingen zijn, is het een optie een extra groep te starten, zodat er voldoende persoonlijke begeleiding is. Bij eenvoudig beheerwerk op een groot terrein is een fors bereik wenselijk, want hoe meer handen meehelpen, hoe beter. De jaarlijkse Natuurwerkdag is een voorbeeld van landelijke focus op een breed publiek, bedoeld om veel mensen laagdrempelig te laten kennismaken met vrijwilligerswerk in natuur en landschap. 3. Werving Nieuwe aanwas is altijd welkom, al is het goed om per project te overwegen of het zinvol is om onervaren vrijwilligers in te zetten. Als kennis en ervaring nodig zijn om snel resultaat te behalen, is het handig om reeds betrokken mensen te vragen. Combineren kan natuurlijk ook, bijvoorbeeld door ervaren vrijwilligers in te zetten bij de begeleiding van nieuwelingen. Zo blijft de motivatie bij bestaande groepen op peil en krijgen anderen de kans op een plezierige manier in te stromen. Het benaderen van nieuwe vrijwilligers kan op allerlei manieren, variërend van een open oproep in de media tot het benaderen van scholen, bedrijven of netwerken van samenwerkingspartners. Nieuwe contacten kunnen ook worden aangeboord door sleutelfiguren te vragen hun achterban te activeren, bijvoorbeeld leden van de dorpsraad die binnen het dorp een groep samenstellen. Uiteraard is werven via de bestaande vrijwilligers een uitstekende manier, want zij kunnen mensen vanuit eigen ervaring en enthousiasme overtuigen.
18
N ATU U R D I CHTE R B I J !
4. Regie Het doel en de context van een project zijn sterk bepalend voor wie de regie heeft. Als het behalen van natuur- en landschapsdoelstellingen voorop staat, zal de regie vooral bij de deskundige partij liggen. Als maatschappelijke betrokkenheid voorop staat, krijgen deelnemers juist een grotere rol toebedeeld in de regie, bijvoorbeeld het meedenken over wat zij kenmerkend en waardevol vinden in hun leefomgeving. Vaak is er sprake van een tussenvorm waarbij Landschapsbeheer de kaders schetst en vrijwilligers daarbinnen de ruimte hebben. 5. Werkwijze Het ene project vraagt om de houvast van een vooraf uitgewerkte aanpak of bestaande methode, terwijl in het andere geval maatwerk wenselijk is. De mate waarin de werkwijze vastligt of open wordt gelaten, hangt af van de betrokkenheid van deelnemers. Als vrijwilligers nog weinig kennis en kunde hebben, is het prettig om met een heldere opdracht en structuur te werken. Dat geldt bijvoorbeeld bij natuurwerkdagen of maatschappelijke stages van jongeren. Maar als bewoners duidelijke ideeën hebben over de inrichting en het beheer van hun omgeving, dan is het prettig om een open aanpak te hanteren en gaandeweg in te spelen op behoeften en ontwikkelingen. Landschapsbeheer ontwikkelde ook een mooie tussenvorm: Landschap in Zicht, een gestructureerde methode om mensen op een gerichte manier open te laten meedenken over natuur en landschap. 6. Intensiteit De mate waarin mensen bij natuur en landschap worden betrokken, kan per activiteit verschillen. Is een vluchtig, laagdrempelig contact voldoende om het doel te bereiken? Of vraagt een project juist om intensieve ondersteuning en begeleiding? Soms heeft een kortstondige ervaring als een natuurwerkdag zo’n goede impact, dat het tot duurzame inzet van een vrijwilliger leidt. Hetzij structureel, hetzij ‘zappend’ door af en toe mee te doen aan korte actiemomenten. En soms is er meteen sprake van een langdurig traject, bijvoorbeeld als grondeigenaren hun erven op streekeigen wijze inrichten en beheren. De intensiteit van vrijwillige betrokkenheid is ook te beïnvloeden door het aanbieden van excursies, themadagen en cursussen. 7. Kennis Deskundigen beschikken over expertkennis, terwijl lokale actoren vaak verrassende ervaringskennis hebben. Bij elk project of activiteit is het goed om vooraf te overwegen welke kennissoorten in welke mate aan bod dienen te komen. Vaak is een combinatie interessant, bijvoorbeeld als kennis van bewoners over hun omgeving wordt aangevuld of verdiept door experts. Deskundigen helpen dan om waarnemingen te onderbouwen en goede beslissingen te nemen. Soms is ook alleen expertkennis gewenst, zoals bij het enten van fruitbomen.
L and s cha p s beheer N ederland
19
8. Procesbegeleiding Dit thema heeft enige overlap met de thema’s regie en werkwijze, toch benoemen we procesbegeleiding als apart aandachtspunt Het is situatiespecifiek in welke mate procesbegeleiding nodig is. In sommige gevallen is behoefte aan sterke procesbegeleiding, terwijl het in andere gevallen juist goed is om te kiezen voor weinig procesbegeleiding. Bij een burgerinitiatief luistert de mate van procesbegeleiding door professionals heel nauw en is het goed om terughoudend te zijn. Het is de kunst om als professional het initiatief bij de burgers te laten. In andere gevallen, waar het initiatief bij overheden of maatschappelijke organisaties ligt, kan het nodig zijn om te werken met sterke procesbegeleiding. Ook bij structurele beheerprojecten waarbij bewoners het groen in hun buurt verzorgen, is het belangrijk om de mate van procesbegeleiding te overwegen en zo te zorgen voor voldoende duurzaamheid. Overigens kunnen burgers natuurlijk ook zelf een belangrijke rol spelen in de procesbegeleiding! Tot slot: De keuzes die binnen de genoemde acht thema’s worden gemaakt, zijn afhankelijk van doel, doelgroep, lokale context, projectleiders en samenwerking. Onderstaand schema combineert het proces van uitgangspunten en overwegingen. A A NPA K Doel project of activiteit Soort doelgroep Lokale context Persoonlijke affiniteit en capaciteit Samenwerking
Thema’s waarbinnen keuzes worden gemaakt t.a.v. de wijze waarop mensen worden betrokken: • Initiatie • Bereik • Werving • Regie • Werkwijze • Intensiteit van betrekken • Rol kennis • Rol procesbegeleiding
De mate en aard van de motivatie en betrokkenheid van mensen
Figuur Aanpak De twee blauwe kolommen geven de aanpak van een activiteit of project weer. Aspecten als het doel, de doelgroep, de lokale context etc. hebben invloed op de keuzes die (binnen thema’s) worden gemaakt voor de wijze waarop mensen worden betrokken. Deze keuzes hebben vervolgens weer gevolgen voor de mate en aard van de motivatie en betrokkenheid van deze mensen. Zie de groene rechterkolom.
20
N ATU U R D I CHTE R B I J !
L and s cha p s beheer N ederland
21
Interview met Maurice Kruk, Landschapsbeheer Zuid-Holland:
‘Betrokkenheid begint met inzicht in het landschap’ Staan Nederlanders dicht bij landschap en natuur? ‘Mensen schatten het belang van een groene leefomgeving steeds meer op waarde. Toch worden natuur en landschap nog steeds als vanzelfsprekend ervaren. Dat komt onder meer omdat de meeste mensen geen zicht hebben op de inspanningen die het behoud en beheer vragen. Laatst merkte ik dat nog, toen ik een excursiewerkdag deed met een familie in de Krimpenerwaard. De meesten hadden enorm onderschat hoeveel werk er nodig is, omdat ze het verhaal van ons landschap niet kennen.’ Begint betrokkenheid bij het horen van dat verhaal? ‘Ons cultuurlandschap ontwikkelt zich zowel door natuurlijke processen als door menselijk ingrijpen. Nederland kent geen overweldigende natuur, maar wel prachtige verhalen over hoe we onze weg hebben gevonden in en met het landschap. Als we die verhalen kennen, kijken we anders naar onze omgeving. Het gaat leven en daarmee leg je zeker een basis voor betrokkenheid.’ Jullie hebben ruim tweeduizend vrijwilligers. Wat zijn hun drijfveren? ‘Zoveel mensen, zoveel wensen. De groepen variëren van idealisten en natuurliefhebbers tot mensen die het fijn vinden om naast hun drukke kantoorbaan af en toe even lekker te zagen en te hakken. Andere belangrijke aspecten zijn de sociale contacten, het leren van nieuwe vaardigheden en het opdoen van kennis over flora en fauna. Naast onze vaste vrijwilligers werken we ook met groepjes burgers die invloed op hun directe leefomgeving willen uitoefenen en onze hulp vragen bij het opknappen van een braakliggend terrein of het onderhouden van een park of speelplaats.’ Is dat het ideaal, dat mensen zelf mogelijkheden zien in hun leefomgeving? ‘Voor de betrokkenheid zeker, want als mensen het zelf echt willen, dan is de kans het grootst dat ze zich ook actief blijven inzetten. Als iedereen zich zo betrokken voelt bij zijn directe omgeving, zijn we een heel eind op weg. Maar natuur en landschap reiken veel verder dan onze eigen buurt en ik gaf al eerder aan dat veel mensen onderschatten hoeveel werk nodig is om dat allemaal te beheren. Wij kunnen dat tastbaar maken en handreikingen geven. Natuurlijk houden wij onze eigen doelen en ambities voor ogen, maar bij burgerparticipatie is het belangrijk om te beseffen dat mensen het ook zelf nuttig en nodig moeten vinden.’ Hoe overtuig je hen van die noodzaak? ‘Kennis aanbieden via excursies, cursussen en informatieavonden. Zonder inzicht begin je weinig, daarom is het vertellen van onze landschapsverhalen zo belangrijk.
22
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Maurice Kruk De kunst is om mensen de waarde op een subtiele manier te laten inzien. Teveel sturen omdat je het zelf graag wilt, werkt niet. Actief luisteren is essentieel, want zo kun je hun overtuigingen en ideeën achterhalen en daarop inspelen. Het gaat erom een goede balans te vinden tussen wat je aanreikt en wat je mensen zelf laat doen. Want alles open laten en door burgers zelf laten invullen, werkt namelijk ook niet, heb ik gemerkt bij een experiment. Aanknopingspunten en enige kennis zijn nodig om tot plannen te komen en daadwerkelijk iets te realiseren. Het is aan ons om ze die houvast te geven.’ Een adviesrol vervullen dus, gevraagd en ongevraagd? ‘Precies, maar dan wel toegespitst op de doelgroep. In ons enthousiasme willen we mensen nog wel eens overspoelen met informatie en uitleg, maar dan zijn mensen al bij voorbaat murw en komen ze zelf niet meer met ideeën. Ik probeer kennis altijd heel behapbaar te doceren. Als iemand heel enthousiast met een plan komt en ik heb mijn bedenkingen, dan zeg ik niet dat het niet kan, maar vertel ik wat er bij komt kijken. Zo kan die persoon zelf gaan inzien dat zijn idee misschien niet haalbaar is. Het gaat er vaak om de gevolgen van keuzes helder uit te leggen, zowel de impact op natuur en landschap als het effect op het benodigde beheerwerk.’ Hoe zie jij de toekomst met vrijwilligers? ‘Mensen blijven uitdagen en prikkelen. Laten zien waarom natuur en landschap essentieel zijn in ons bestaan en wat er voor nodig is om de kwaliteit in stand te houden. Het is ook belangrijk om het grote publiek te laten ervaren dat wij als natuurminners niet tegen elke ontwikkeling in het landschap zijn, maar dat we wel goed willen nadenken over hóe we ontwikkelingen inpassen. Dat lukt veel beter als we allemaal bewust naar onze leefomgeving kijken. We mogen burgers daarbij best meer verantwoordelijkheid geven, want als mensen die ruimte krijgen, némen ze hun verantwoordelijkheid ook sneller.’
L and s cha p s beheer N ederland
23
Hoofdstuk 3
Aan de slag! Tips voor activiteiten
I
n de voorgaande hoofdstukken spraken we steeds over activiteiten en projecten, maar wat kun je eigenlijk allemaal doen om mensen daadwerkelijk met natuur en landschap te verbinden? Uit de praktijk van Landschapsbeheer is ter inspiratie een serie voorbeelden geselecteerd, variërend van werkdagen, prijsvragen en cursussen tot het ontwikkelen van natuurspeelplaatsen en het stimuleren van betrokkenheid door verhalen- en verbeeldingsprojecten. Alle voorbeelden van activiteiten in dit hoofdstuk zijn prima toe te spitsen op lokale situaties en verschillende doelgroepen met behulp van de uitgangspunten en overwegingen in hoofdstuk twee. Met dat stappenplan is het mogelijk om maatwerk te realiseren met kenmerken die goed aansluiten bij waar de praktijk om vraagt. De grote uitdaging daarbij is om eigen doelen en ambities te verbinden met wat burgers graag willen. Actieve natuur- en landschapsbeheerdag In het hele land zijn wekelijks werkdagen voor vrijwilligers waar zij de handen uit de mouwen kunnen steken in de natuur. Deze vrijwilligers werken aan landschapsonderhoud, soortenbeheer of ??. Een dag(deel) lekker buiten aan de slag zijn, is voor mensen een leuke, sociale en gezonde manier om kennis te maken met vrijwilligerswerk voor landschap en natuur. De jaarlijkse Natuurwerkdag op de eerste zaterdag van november geniet inmiddels landelijke bekendheid en brengt steeds meer mensen op de been. Een prachtig inspirerend voorbeeld, want ook in kleinere opzet kan zo’n actieve werkdag nieuwe betrokkenheid creëren in een regio. Daarom een paar praktische tips: Locatie(s) selecteren waar laagdrempelig beheerwerk nodig is. •• Ideaal om nieuwe mensen te betrekken, dus inzetten op groot bereik. •• Bestaande vrijwilligers(groepen) inzetten voor enthousiaste public relations. •• Aandacht voor goede ontvangst en leuk contact met nieuwelingen, want deze kortstondige ervaring kan – indien geslaagd – reden zijn om vaker iets te betekenen voor natuur en landschap. •• Ondersteunen waar nodig, kan ook prima door bestaande vrijwilligers. Soms organiseren bestaande vrijwilligersgroepen zelf werkdagen. •• Eventueel combineren met hapje en drankje (biologische lunch, BBQ, fruitcocktails). •• Eventueel combineren met aansprekende excursie in het gebied. •• Ook geschikt als bedrijfsuitje (MVO) of buurtactiviteit.
24
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Zorgen voor ‘geadopteerd’ gebied Verbondenheid met een plek kan gestimuleerd worden door het organiseren van adoptieprojecten, bijvoorbeeld samen met (basis)scholen en bedrijven. Zij adopteren een stuk natuur of landschap en krijgen de zorg voor het beheer. Op (basis)scholen is het een prachtige manier om steeds weer nieuwe groepen leerlingen te laten kennismaken met natuur- en landschapsbeheer. Tijdens zogenoemde onderhoudslessen werken de leerlingen in ‘hun’ gebied en doordat ieder jaar een nieuwe klas start, bijvoorbeeld steeds groep 8, blijft de zorg gegarandeerd. Bovendien is het een investering in potentiële vrijwilligers voor de toekomst. Om invulling te geven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), kan het adoptie-idee in aangepaste vorm ook goed werken voor (grote) bedrijven, waarbij teams afwisselend de zorg voor hun gebied op zich nemen of een actieve klantendag organiseren. En misschien zijn er nog meer doelgroepen te bedenken voor het adopteren van een beheergebied. Prijsvraag Weinig mensen (want ‘niet’ is zo’n negatief woord) bedenken spontaan ideeën voor de inrichting of het beheer van natuur en landschap in hun buurt. Toch is meedenken over de eigen leefomgeving een prachtige manier om meer betrokkenheid te creëren. Een prijsvraag kan mensen prikkelen om ideeën te bedenken voor het herstel van landschapselementen of de verbetering van de landschapskwaliteit. Het beste plan wordt beloond met een geldbedrag dat is bestemd voor realisatie. Zo organiseerde Landschapsbeheer Nederland in 2007 de prijsvraag: ontwikkel ideeën voor ommetjes. Het beste idee per provincie kreeg 10.000 euro voor de realisatie. De landelijke hoofdprijs bedroeg 30.000 euro. Het resultaat was overdonderend! Vanuit het hele land ontving Landschapsbeheer in totaal meer dan 400 ideeën, het ene nog mooier dan het andere. De prijswinnende ommetjes zijn ondertussen vrijwel allemaal gerealiseerd en leverden prachtige wandelpaden op. Mooie bijkomstigheid van een dergelijke prijsvraag is dat de ingediende projecten vaak tot veel spin-off leiden, omdat de deelnemers lokale betrokkenheid en draagvlak voor hun plannen zoeken. Vaak komt er zo interessante kennis over een gebied boven tafel en neemt de verbondenheid toe. En dat leidt weer tot motivatie als inzet nodig is bij de uitvoering en het beheer. Landschapsbeheer (of een andere organisatie) zorgt – afhankelijk van de behoefte –voor ondersteuning met expertkennis of procesbegeleiding. Stimuleren kennis en vaardigheden Mensen worden graag uitgedaagd, daarom is het fijn dat inzet voor natuur en landschap kan bijdragen aan de ontwikkeling van kennis en vaardigheden. Natuurliefhebbers zijn geïnteresseerd in details van flora en fauna, terwijl doeners liever leren hoe ze fruitbomen moeten snoeien. Een gevarieerd aanbod excursies, cursussen,
L and s cha p s beheer N ederland
25
lesprogramma’s en instructietrainingen is dus wenselijk, waar nodig afgestemd op specifieke doelgroepen als scholen of grondeigenaren. Scholing is een mooie manier om bestaande vrijwilligers te blijven boeien en om nieuwelingen een opstapje te bieden tot actieve betrokkenheid bij natuur en landschap. Landschap leren ‘lezen’ Excursies geven mensen gelegenheid om het landschap te ervaren, te ontdekken of zelfs te leren ‘lezen’. Ons agrarisch cultuurlandschap is tot stand gekomen door de eeuwenlange wisselwerking van natuur en menselijk ingrijpen. De kennis en verhalen die daarbij horen, kunnen verhelderend werken. Landschapsbeheer ontwikkelde daarom samen met IVN en Studio voor Leesbaar Landschap de methode Leesbaar Landschap (op te vragen bij de genoemde organisaties). Dit is een gestructureerde manier om mensen het landschap te laten waarnemen door vier verschillende ‘brillen’, onder leiding van een gids. Door gezamenlijk op zoek te gaan naar zichtbare samenhangen in het landschap, ontwikkelen bewoners een sterkere verbondenheid met hun omgeving. De methode is geschikt ter kennismaking met natuur en landschap, maar ook voor ervaren vrijwilligers kan het een waardevolle verdieping zijn van hun binding met de omgeving. Een andere methode is Landschap in Zicht!, ontwikkelt door Landschapsbeheer in samenwerking met de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen. Deze methode is er op gericht om bewoners op een toegankelijke manier zelf te laten kijken naar het landschap en te benoemen wat zij waarnemen, waarderen en wensen, waarbij ruimte is voor associaties, herinneringen en verhalen. Meedoen maakt bewoners bewuster van het landschap en het helpt hen om meer betrokken, mondiger en actiever te zijn als het gaat om hun leefomgeving, bijvoorbeeld bij ruimtelijke ontwikkelingen. Uitkomsten kunnen een aanzet zijn voor visievorming, plannen, beleid of concrete acties vanuit de bewoners zelf. De methode Landschap in Zicht! is op te vragen bij Landschapsbeheer Nederland.
26
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Ontwikkelen natuurlijke speelplekken Concrete natuur- en landschapsprojecten in de eigen leefomgeving kunnen de betrokkenheid van omwonenden flink stimuleren. Zeker als het om projecten gaat die vooral zijn bedoeld om burgers te laten genieten, zoals natuurlijke speelplekken voor kinderen. Natuurlijke speelplekken zijn aanwinsten voor woonwijken en buurten. Het biedt hen de ruimte om te spelen op een leuke en avontuurlijke manier. Het ontwerp en de aanleg van speelplaatsen gebeurt in nauwe samenwerking met buurtbewoners, de kinderen in het bijzonder. Er is veel ruimte voor hun wensen, beleving en ervaring. Ook gemeenten, lokale organisaties en verenigingen worden betrokken bij de aanleg en het beheer van de speelplekken. Wandelpaden Iets verder weg van huis, maar tegelijk dichtbij, biedt het omringende landschap vaak prachtige wandelmogelijkheden. Om dat gebied beter toegankelijk te maken en meer mensen te laten genieten van de omgeving, ontwikkelt en beheert Landschapsbeheer samen met burgers en grondeigenaren netwerken van wandelpaden,waaronder de ommetjes en klompenpaden. Vaak is onder bewoners veel kennis aanwezig over de streek onder bewoners en denken zij graag mee over mooie wandelpaden die iets laten zien van de landschapsgeschiedenis. Zo ontstaat meteen draagvlak voor het beheren en onderhouden van de paden door vrijwilligers. Verhalen- en verbeeldingsprojecten Een creatieve manier om natuur en landschap onder de aandacht te brengen, is het op touw zetten van activiteiten waarbij mensen hun kijk op natuur en landschap verbeelden met bijvoorbeeld kunst of verhalen. Het mooie is dat deze projecten alle partijen inzicht bieden: het helpt organisaties als Landschapsbeheer om een idee te krijgen van hoe mensen naar een landschap kijken, terwijl de deelnemers zelf zich in hun omgeving verdiepen. De opdrachten kunnen variëren, bijvoorbeeld op zoek gaan naar de verhalen van een bepaalde regio en die verbeelden in theater, muziek, dans, gedichten of beeldende kunst. Ook het kijken naar de omgeving als deel van de eigen identiteit is te vertalen in kunst of verhalen. Elke creatieve aanpak kan leiden tot prikkelende ontdekkingstochten, eventueel in samenwerking met kunstenaars uit de regio. De resultaten kunnen inspirerend zijn voor iedereen die ze bekijkt, hoort, ziet, voelt of leest. Bovendien kunnen organisaties als Landschapsbeheer de beleving van burgers integreren in hun visie en lokale werkzaamheden. Aandacht voor eigen erf Agrariërs en burgers die in het buitengebied wonen, zijn een belangrijke doelgroep om te betrekken bij natuur- en landschapsbeheer. Natuurlijk omdat ze middenin het
L and s cha p s beheer N ederland
27
landschap wonen, maar ook omdat erven een prachtige mogelijkheid biedt voor het versterken van de regionale identiteit, waaronder het gebruik van streekeigen beplanting. Bij veel grondeigenaren bestaat bovendien de behoefte aan advies en begeleiding bij de inrichting en het onderhoud van hun gronden. Het streekeigen inrichten van het erf kan mensen zo enthousiast maken, dat ze zich breder willen inzetten voor natuur- en landschapsbeheer. Maatschappelijke stages Jongeren zijn geen eenvoudige doelgroep als het gaat om betrokkenheid bij natuuren landschap. Een mooie kans om middelbare scholieren toch te laten kennismaken met groene activiteiten, zijn de maatschappelijke stages. . Als zij ervoor kiezen om werkzaamheden in het landschap te doen, werkt de passie van de begeleidende vrijwilligers mogelijk aanstekelijk. In ieder geval kan een groene maatschappelijke stage ertoe bijdragen dat jongeren zich meer verbonden gaan voelen met hun landschap. De stage is daarom vaak een mix van persoonlijke beleving en het opdoen van kennis en ervaring binnen een afgebakende (school)opdracht. Tip: de landelijke Natuurwerkdag kan voor scholieren een mooie eerste kennismaking zijn die mogelijk doet besluiten een maatschappelijke stage in het landschapsbeheer te doen. Aan de slag met vrijwilligersgroepen Landschapsbeheer ondersteunt vrijwilligersgroepen, bijvoorbeeld hoogstambrigades, weidevogelgroepen en groepen die structureel specifieke landschapselementen beheren of soorten monitoren. Het blijft belangrijk om de initiatieven naar behoefte te ondersteunen en te investeren in de duurzaamheid. Daarnaast is het belangrijk om ook de ontwikkeling van nieuwe vrijwilligersgroepen te stimuleren. Soms zijn specifieke thema’s de aanleiding tot het oprichten van bijvoorbeeld een poelenwacht, hakhoutbrigade of oral-history groep, maar soms ontstaan ook werkgroepen doordat bewoners elkaar vinden in de wens hun leefomgeving te beheren of bij een specifiek project (zie ook eerder genoemde punten als natuurwerkdagen, samen natuurlijke speelplekken ontwikkelen en aandacht voor eigen erf). Als mensen zelf initiatieven nemen en daar de hulp van Landschapsbeheer bij vragen, is dat een prachtige kans op een toekomstige vaste vrijwilligersgroep. Aansluiten bij de interesse en motivatie van een groep levert immers het meeste op. Maar ook het eenmalig ondersteunen van burgerinitiatieven is een belangrijke taak van Landschapsbeheer. Wisselwerking vergroot de betrokkenheid en mogelijk bieden burgerplannen potentie voor opschaling in de regio. Bij het werken met groepen – bestaand of nieuw – is de balans tussen eigen regie van burgers/vrijwilligers en sturing of coaching vanuit Landschapsbeheer altijd een aandachtspunt.
28
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Input voor beleid, visies en plannen Mensen betrekken bij natuur en landschap betekent niet altijd dat ze zelf actief aan de slag hoeven. Het inventariseren van waarderingen voor het landschap en wensen voor de leefomgeving is óók een manier om aan meer verbondenheid te werken, zoals met de methode Landschap in Zicht!. Draagvlak is steeds meer een aandachtspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen, daarom wordt de mening van burgers door de overheid serieuzer genomen als het gaat om beleid, visies en plannen. Organisaties als Landschapsbeheer kunnen daarbij een verbindende rol spelen. Input van burgers kan bruikbaar zijn voor bijvoorbeeld een groene paragraaf in dorpsvisies of voor landschapsontwikkelingsplannen, ruimtelijk beleid en concrete projectplannen op gebied van natuur- en landschapsbeheer.
L and s cha p s beheer N ederland
29
Herstel landweer in Drenthe Bewoners van het Drentse Westerveld hebben het initiatief genomen om de oude landweer van Elsoo in ere te herstellen. Het enkele kilometerslange vestingwerk is op sommige plekken afgegraven of slecht onderhouden. De initiatiefnemers willen het beheer in eigen hand nemen en draagvlak creëren bij andere streekbewoners. Landschapsbeheer Drenthe en Landschaps beheer Friesland zijn gevraagd als intermediair en om advies te geven over onderhoud en beheer. De bewoners houden graag zelf de regie, maar zijn blij met de professionele ondersteuning bij de opschaling naar streekniveau.
30
N ATU U R D I CHTE R B I J !
L and s cha p s beheer N ederland
31
Interview met Margriet Brouwer, Landschapsbeheer Flevoland:
‘Het groene stadsleven breidt zich uit als olievlek’ Hoe maken jullie mensen warm voor inzet in natuur en landschap? ‘Vooral door heel praktisch en dichtbij mogelijkheden aan te bieden. We hebben een categorie vrijwilligers die vanuit ideologie en liefde voor de natuur zelf aankloppen, anderen willen wel, maar zijn nog niet bekend met de mogelijkheden. Als wij het regelen en zij hoeven alleen maar te komen, dan zijn veel mensen bereid een handje te helpen. Zeker als je werkzaamheden af en toe combineert met iets extra’s, zoals een gezellige barbecue of een excursie, want het sociale aspect kan doorslaggevend zijn. Bovendien hoort saamhorigheid ook bij een fijne leefomgeving.’ Hebben jullie een succesformule? ‘Samen met de gemeente Almere hebben we zeven jaar geleden het project Het groene stadsleven opgezet, bedoeld om bewoners actief te betrekken bij het openbaar groen. Absoluut een succesvol voorbeeld, want het project heeft zich als een olievlek over de stad uitgebreid. We begonnen met drie locaties waar enkele tientallen buurtbewoners aan de slag gingen en inmiddels zijn er honderden volwassenen en kinderen actief, verdeeld over een kleine twintig locaties. Het mooie is dat groepen bewoners ook zelf met ideeën en plannen komen, omdat ze zich verantwoordelijk voelen voor het groen in hun buurt.’ Dat geeft hoop voor de toekomst… ‘Inderdaad, een project als dit kan iets in mensen wakker roepen. Als je elders in de stad ziet wat er mogelijk is, werkt dat aanstekelijk. Het openbare groen was op veel plekken hetzelfde in Almere en vrij saai. Door de inzet van bewoners is veel meer afwisseling en natuurdiversiteit ontstaan. Het fijne is dat ze er zelf dagelijks van genieten, zo hebben ze echt eer van hun werk. Door onze begeleiding neemt hun kennis toe en dat leidt weer tot bewustwording. Natuurlijk hopen we dat deze mensen ook buiten de stad anders naar natuur en landschap leren kijken. We zien in ieder geval dat de voorbeelden in Almere navolging vinden in heel Flevoland. Op steeds meer plekken duiken initiatieven op waarbij bewoners zich onder de noemer burgerparticipatie inzetten in hun eigen leefomgeving.’ Is het project vooral succesvol omdat het dichtbij is of zijn er ook andere drijfveren? ‘Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen redenen om mee te doen. Sommige mensen willen gewoon lekker aan de slag, anderen willen heel bewust nadenken over de groeninrichting en weer anderen vervullen liever een coördinerende en sociale rol. Dat het in de eigen buurt speelt, is wel een belangrijke factor, daar is de binding al in sterkere
32
N ATU U R D I CHTE R B I J !
mate aanwezig. De stap is wat kleiner. Als ze eenmaal hebben geproefd en het bevalt goed, dan is het wellicht een opstapje naar meer.’ Hoe dragen jullie bij aan het vergroten van betrokkenheid? ‘Wij geven een goede voorzet. Enthousiasme uitstralen en houvast bieden is bij aanvang heel belangrijk. Mensen willen wel en hebben ideeën, maar het verzandt in onderlinge discussies als activiteiten niet in goede banen worden geleid. Wij laten mensen meedenken op basis van een visie en helpen ze goed op weg. Dat geldt zowel Margriet Brouwer voor inrichting en natuurwaarden als de praktische aanpak bij het beheer- en onderhoudswerk. Als het eenmaal loopt, is het klaar. Na één of twee jaar kunnen vrijwilligersgroepen behoorlijk zelfstandig verder. Elke buurt heeft wel een paar voortrekkers en op de achtergrond blijven wij waar nodig adviseren. We lopen jaarlijks de plannen na en we blijven uitwisselen. Af en toe een excursie aanbieden of mensen laten vertellen over de ontwikkeling in hun omgeving is heel belangrijk voor de motivatie.’ Lukt het om in het buitengebied net zoveel mensen aan de slag te krijgen? ‘We bieden vrijwilligers heel gevarieerd werk, al voert het fysieke beheerwerk wel de boventoon. Een landelijke Natuurwerkdag brengt heel wat mensen op de been, op andere dagen is het heel wisselend. Samenwerken met scholen of ouderenbonden is ook een manier om nieuwe groepen te laten kennismaken met landschapsbeheer. We proberen daarin wel regelmatig vernieuwend bezig te zijn. Dat moet ook wel, want veel vrijwilligers proeven even aan natuur en landschap en gaan dan na een poosje weer iets heel anders doen. Het blijft zoeken naar succesvolle manieren om nieuwe aanwas te krijgen en mensen toch te binden.’ Heb je inspirerende tips? ‘De ontwikkeling van het project Het groene stadsleven laat zien dat goed voorbeeld doet volgen. De beste reclame zijn enthousiaste vrijwilligers die anderen aansteken. Mensen leggen zich tegenwoordig liever niet vast, daarom proberen wij ook manieren te bedenken waarbij mensen op een laagdrempelige en kortstondige manier bijdragen aan natuur- en landschapsbeheer. Bijvoorbeeld door een goed geregelde werkdag met een heel concrete opdracht, zoals een oeverzwaluwwand maken of een poel opschonen. Of we doen een blikseminventarisatie, waarbij we bestaande vrijwilligers vragen anderen mee te nemen naar een actiedag op locatie. De kunst is dan een gezellig en gevarieerd programma te maken, bijvoorbeeld een vroege vogelexcursie, gevolgd door een gezellig ontbijt en daarna samen aan de slag. Dan kunnen de nieuwkomers even proeven, want als ze eenmaal hebben ervaren hoe leuk het is, zijn ze sneller enthousiast te krijgen voor vrijwilligerswerk.’
L and s cha p s beheer N ederland
33
34
N ATU U R D I CHTE R B I J !
L and s cha p s beheer N ederland
35
Natuurlijke speelplaatsen Landschapsbeheer Nederland ontwikkelt op zes plaatsen in het land natuurlijke speelplaatsen in samenwerking met Stichting Oase en Buitenkans participatieve groenprojecten in het project ‘Modder aan je broek’. Op deze plekken worden zoveel mogelijk buurtbewoners, scholen, lokale organisaties en gemeenten betrokken. Zij spelen een belangrijke rol in het ontwerp en de aanleg. Om aan te sluiten bij de landschapskwaliteit van het gebied, wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van streekeigen beplanting. Insteek is uiteraard om kinderen een mooie en avontuurlijke speelplek te bieden
36
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Hoofdstuk 4
Aandachtspunten in de samenwerking
D
uurzame betrokkenheid bij natuur en landschap is waar we naar streven: dat mensen bereid zijn om regelmatig de handen uit de mouwen te steken, al is het maar een paar keer per jaar. Natuurlijk begint het bij de allereerste prikkel die iemand nieuwsgierig maakt en laat ontdekken wat er komt kijken bij het beheren van de leefomgeving. Maar de echte uitdaging zit in het blijven boeien en binden van vrijwilligers. Daarom tot slot een verzameling aandachtspunten uit de praktijk van Landschapsbeheer die de samenwerking kunnen bestendigen en verdiepen. De voorgaande hoofdstukken maakten duidelijk dat er geen vaststaand recept is voor het betrekken van mensen bij natuur en landschap. Er zijn vele wegen te bewandelen. Lokale situaties en individuen verschillen nu eenmaal en dan is het fijn om te kunnen experimenteren met de ingrediënten die in dit boekje staan. Wel blijkt uit de ervaringen van Landschapsbeheer dat er enkele algemene aandachtspunten zijn die bijdragen aan structurele en zelfs toenemende betrokkenheid. Dat geldt voor samenwerking op persoonlijk niveau, voor groepsprocessen en voor partnerships met andere organisaties. Eigen beleving Om betrokkenheid te voelen bij natuur en landschap, hebben mensen het nodig om de groene ruimte zelf te ervaren en te beleven. Die beleving kan worden verdiept door de kennismaking met beheeractiviteiten en wetenswaardigheden over natuur en landschap. Voeden met kennis en vaardigheden is daarom prima, maar vergeet daarbij niet aandacht te houden voor de eigen beleving van mensen. Bijvoorbeeld door hen zelf te laten kijken en ontdekken, om vervolgens samen ervaringen te delen en te interpreteren. Ook voor ervaren vrijwilligers is het fijn om af en toe stil te staan bij het waarnemen en waarderen van de omgeving waarin ze werken. Herinneringen en associaties De beleving van natuur en landschap hangt vaak nauw samen met ervaringen die mensen hebben opgedaan. Een plek kan bijvoorbeeld herinneringen oproepen en dat heeft invloed op de manier waarop mensen naar dat gebied kijken. Het is goed om aandacht te schenken aan de associaties bij natuur en landschap. Als mensen ruimte ervaren voor het uiten van hun persoonlijke beleving, dan voelen zij zich serieus genomen. Bovendien zijn ze vaak pas daarna in staat om ook vanuit een ander perspectief naar die plek te kijken. Werk als professional dus met de verbondenheid die mensen hebben met het landschap door het een duidelijke plek te geven in het proces.
L and s cha p s beheer N ederland
37
Elkaars taal spreken Goed samenwerken gaat beter als de betrokkenen elkaars taal spreken. Richting (potentiële) vrijwilligers is het daarom belangrijk om zo goed mogelijk aan te sluiten bij hun belevingswereld. Als die klik er niet automatisch is, dan is belangstelling de eerste stap, bijvoorbeeld om meer te weten te komen over een persoon, een dorp, het boerenleven of de interesses van jongeren. Bij het organiseren van vrijwilligerswerk, is het handig om te kunnen inspelen op bijzonderheden, zoals de specifieke interesse in bepaalde diersoorten of type onderhoudswerk van vrijwilligers. Aansluiten is vooral een kwestie van open staan voor elkaar en niet alleen vanuit de eigen professie redeneren. Als blijkt dat mensen persoonlijke idealen en passies hebben voor natuur en landschap, dan werkt het goed als zij daarop worden aangesproken en de gelegenheid krijgen om hun idealen praktisch vorm te geven door actieve inzet.
38
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Samen doen Het sociale aspect is voor veel mensen reden om actief te zijn voor natuur en landschap. Met een groep kun je bovendien veel werk verzetten, elkaar helpen en aanvullen. Een enkeling vindt het wellicht fijn om alleen op pad te gaan, de meeste vrijwilligers zijn liever samen actief. Het is – afhankelijk van het doel – goed om rekening te houden met de variatie van kennis en vaardigheden binnen een groep, maar ook de onderlinge klik is een belangrijk element. Als mensen het gezellig hebben met elkaar, draagt dat absoluut bij aan de motivatie en de duurzaamheid van de inzet. Voortrekkers inschakelen Als er één schaap over de dam is, volgen er meer. Mensen zijn geneigd vooral anderen met enig aanzien te volgen. Het is daarom de moeite waard om te investeren in contacten met personen die binnen lokale gemeenschappen een sleutelpositie innemen of een bepaalde status hebben. Als zij eenmaal enthousiast en actief zijn, inspireren ze daarmee anderen. Boegbeelden kunnen ook op een andere manier worden ingezet, bijvoorbeeld lokale bekendheden die verhalen vertellen en daarmee de interesse wekken. Voortrekkers zijn bovendien heel belangrijk om vaste ploegen in stand te houden en te motiveren. Heldere verwachtingen Mensen doen allemaal om hun eigen redenen mee en kunnen daarbij bepaalde verwachtingen hebben van de activiteit of het proces. Om teleurstelling of verwarring te voorkomen, is het goed om vooraf te communiceren over ieders rol en het doel van het traject. Ook de ‘status’ van de inbreng en inzet van deelnemers verdient helderheid, zeker als het gaat om input via een methode als Landschap in Zicht! of wanneer een project is gekoppeld aan de ontwikkeling van een dorpsvisie. Goed verwachtingsmanagement is altijd een aandachtspunt, zowel bij vrijwilligerswerk als bij het laten meedenken van mensen over de toekomst van het landschap. Bovendien is het belangrijk mensen het gevoel te geven dat hun bijdrage betekenisvol is, op welke manier dan ook. Aansluiten bij bestaande energie Het betrekken van mensen bij natuur en landschap is het meest kansrijk als wordt aangehaakt bij bestaande energie. Dat kunnen reeds op touw gezette activiteiten zijn, maar het kan ook gaan om initiatieven, plannen, behoeften en wensen die leven onder een bepaalde groep. De motivatie is dan al aanwezig, het hoeft alleen maar een zetje te krijgen of te worden ondersteund door professionals. Met zo’n basis is het in de toekomst eenvoudiger om groepen vrijwilligers het stokje te laten overnemen en alleen op de achtergrond als adviseur aanwezig te blijven.
L and s cha p s beheer N ederland
39
Partnerships aangaan Een breed netwerk is waardevol voor het vinden van nieuwe vrijwilligers én samenwerkingspartners. Een kijkje in de keuken van andere organisaties kan aanvullende expertise opleveren of andere ideeën over het betrekken en enthousiasmeren van mensen. Op lokaal niveau is het bovendien soms interessant om verschillende belangen te verbinden, zodat een win-win-situatie ontstaat voor de leefomgeving. Dat kan bewoners extra motivatie geven om mee te doen. Samenwerken met andere natuur- en landschapsorganisaties (zoals IVN, historische verenigingen etc.) betekent vaak herkenning, het uitwisselen van competenties en een bundeling (of verdeling) van krachten. Als expliciet behoefte is aan nieuwe toegevoegde waarde, is het goed om te onderzoeken wat organisaties van andere sectoren kunnen bieden, bijvoorbeeld in zorg, welzijn, jeugd, integratie, recreatie, kunst of educatie. Met dergelijke partnerships ontstaan manieren die mogelijk hele nieuwe groepen mensen prikkelen om iets te betekenen voor natuur en landschap. Vertrouwen ontwikkelen Het kwam in het eerste hoofdstuk over drijfveren al even aan de orde: vertrouwen is noodzakelijk voor een succesvolle samenwerking. Alle genoemde aandachtpunten hebben direct of indirect invloed op de mate van het onderlinge vertrouwen. Richting bieden waar mogelijk en duidelijkheid verschaffen waar nodig, daar draait het om bij vrijwilligerswerk in natuur en landschap. Bij vertrouwen is het bovendien de uitdaging om balans te vinden tussen enerzijds bottum-up werken en anderzijds topdown sturen. Want mensen hechten waarde aan eigen inbreng en zelf beleven, maar ze hebben tegelijk behoefte aan heldere kaders, kennisontwikkeling en begeleiding. Met voldoende openheid naar elkaar toe is die balans zeker te vinden. Waardering uitspreken Het is een open deur en precies daarom schiet het er zomaar bij in: waardering uitspreken naar mensen die een handje helpen bij het beheer van natuur en landschap. Iedereen die zich actief inzet of bereid is mee te denken, vindt het fijn om af en toe een bedankje of compliment te krijgen. Vrijwillig meedoen betekent niet dat het vanzelfsprekend is, dat geldt voor beide kanten. Zonder waardering kan de motivatie flink dalen, dus blijf vooral schouderklopjes uitdelen.
40
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Ontdekkingstocht Low Holland Via trendy flyers en digitale netwerken als Hyves en Facebook zijn jongeren uitstekend te benaderen, zo ontdekte Landschap Noord-Holland. Zij gaven jongeren van 12 tot 18 jaar de kans hun perceptie over natuur in beeld te brengen in zes creatieve workshops met kunstenaars. De resultaten – variërend van theater, muziek, beeldende kunst, dans en verhalen – zijn gepresenteerd op het festival Low Holland, waarbij jongeren tevens in debat gingen met lokale bestuurders.
L and s cha p s beheer N ederland
41
Interview met Gertjan van Elk, stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg:
‘Verhalen verbinden mensen weer met hun omgeving’ Mensen betrekken bij natuur en landschap, waar begint dat? ‘Bij het zoeken, benoemen en delen van verhalen. Het mooie van verhalen is dat ze mensen op een wezenlijke manier bij hun omgeving betrekken en bij elkaar. Want hoe verschillend we ook zijn, we leven allemaal op dezelfde aarde. Als mensen de verbinding met hun omgeving weer voelen, dan groeien de betrokkenheid en de behoefte om voor het landschap te zorgen vanzelf.’ Dat klinkt prachtig, maar toch gaat niet iedereen actief aan de slag… ‘Elk vonkje kan het begin zijn van een vuur. Als je maar geduld hebt. Betrokkenheid hoeft niet meteen vertaald te worden in actief beheerwerk. Het is al prachtig als iemand meedoet aan een vogelexcursie of een cursus fruitbomen snoeien. Want als dat het juiste aanknopingspunt blijkt te zijn, dan volgt verdieping. Interesse leidt tot kennis, kennis tot bewustzijn en bewustzijn tot motivatie. Gaandeweg kan zo een vruchtbare bodem ontstaan voor vrijwilligerswerk of het treffen van maatregelen ten gunste van natuur een landschap.’ Hebben wij allemaal zo’n vonkje? ‘Iedereen heeft binding met natuur en landschap, bewust of onbewust. Mensen oriënteren zich in tijd en ruimte. Vaste herkenningspunten in het omringende landschap worden vaak niet meer bewust gezien, maar wel gemist als ze verdwijnen. En we hebben allemaal plekken die herinneringen oproepen. Ook de vertrouwdheid van het landschap geeft binding, bijvoorbeeld bij regelmatige wandelingen, fietstochten en autoritten. En allemaal genieten we op zijn tijd van buiten zijn. Van vogels kijken, de voorjaarsbloei of een bos vol herfstbladeren. Voor velen hoort het er gewoon bij en pas als je in gesprek raakt, ontdek je waar zij enthousiast van raken.’ Genieten is iets anders dan actief bijdragen. Hoe kun je mensen daartoe bewegen? ‘Het één kan niet zonder het ander. Daarom zijn verhalen de ingang tot elke nieuwe ontwikkeling. We hebben aanknopingspunten nodig. Zelf projecten bedenken en doordrukken is niet meer van deze tijd. Veel beter is het om in te spelen op motieven van mensen. Die kun je ontdekken via verhalen uit de omgeving. Historie, kunst en muziek kunnen een belangrijke rol spelen om lokale wortels bloot te leggen. Want verhalen die met gevoel verteld worden, zijn inspirerend. En bijna altijd is de link met de nabije natuur en landschap goed te herleiden, want uiteindelijk spelen alle verhalen zich binnen dat decor af.’
42
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Hoe kom je aan die verhalen? ‘Vraag bij een dorpsavond maar of iedereen een foto van een dierbare plek in de omgeving wil meenemen. Allemaal prachtige aanknopingspunten. Mensen ontdekken dan bovendien dat iedereen met een andere bril naar hetzelfde landschap kijkt. Een vogelkenner let op andere dingen dan een hondenbezitter. En wie als kind al in zijn woonomgeving speelde, hecht aan andere zaken dan iemand voor wie de omgeving nieuw is. Door verhalen van anderen, kijken mensen weer met nieuwe ogen naar hun omgeving. En ze beseffen dat het landschap hun overeenkomst is, ook al identificeren ze zich allemaal op hun eigen manier met de omgeving. In dat mooie samenspel ontdekken we de collectieve waarden en kunnen we tot de brede zorg komen die natuur en landschap nodig hebben.’ Heb je voorbeelden van successen? ‘Het landelijke project van de ommetjes is een voorbeeld van een simpel maar doeltreffend concept. Wandelen is een universele manier om binding met de omgeving te krijgen en het realiseren van ommetjes heeft een enorme uitstraling op de omgeving. Kleine gemeenschappen blijken met elkaar tot grote dingen in staat. Maar een natuurwerkdag kan net zo doeltreffend zijn. Veel mensen zijn blij naast hun drukke kantoorbanen eens iets actiefs in de buitenlucht te kunnen doen. Ze ontmoeten nieuwe mensen, maken plezier, zijn lekker bezig en komen ’s avonds helemaal rozig en enthousiast thuis. Ook dat is een verhaal waarmee anderen worden geïnspireerd.’ Ben je optimistisch over de ontwikkeling van burgerparticipatie? ‘Absoluut, want mensen hebben natuur en landschap nodig en dat bewustzijn groeit. Zodra zij anders naar hun omgeving gaan kijken, kan er een verbinding ontstaan die zich gaandeweg verdiept. Stel dat iemand fruitbomen op zijn erf heeft staan en bij ons een snoeicursus volgt. Dan ontstaat er een heel nieuw verhaal: die persoon gaat snoeien en volgt nauwlettend wat er met de bomen gebeurt, het gaat in zijn of haar systeem zitten en deze nieuwe hobby heeft uitstraling naar de hele omgeving. Bijvoorbeeld door het delen van fruit met anderen en het nemen van maatregelen om de bomen zo goed mogelijk te laten gedijen. En zo ontstaan er overal steeds nieuwe verhalen die aanstekelijk werken op anderen. Het vraagt tijd en geduld, maar ik zie zeker een positieve ontwikkeling die natuur en landschap weer dichterbij brengen.’
L and s cha p s beheer N ederland
43
44
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Profiel Landschapsbeheer Nederland Stichting Landschapsbeheer Nederland, gevestigd in Utrecht, is het samenwerkings verband van de 12 provinciale organisaties Landschapsbeheer en een landelijk bureau. Dit samenwerkingsverband stimuleert al meer dan 25 jaar de actieve zorg voor het Nederlandse cultuurlandschap, onder meer door bemiddeling, advies en voorlichting. Onder de naam Landschapsbeheer Nederland komt het geheel van 12 provinciale organisaties Landschapsbeheer landelijke gezamenlijk op voor de belangen van landschap.
Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen De Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (LVKK) is de landelijke koepelorganisatie van de provinciale organisaties voor kleine kernen. Ze is opgericht om de belangen van de dorpen in Nederland te behartigen, daarmee wil ze het voortbestaan en de leefbaarheid van die dorpen behouden en verbeteren. De LVKK werkt ten behoeve van haar leden, de provinciale organisaties voor kleine kernen (POKK) en richt zich op beleidsbeïnvloeding, belangenbehartiging en PR op landelijk en waar nodig op Europees niveau. LVKK biedt ondersteuning aan de provinciale organisaties, met name door kennis en informatie te bundelen en een netwerkorganisatie in stand te houden waarbij zorg wordt gedragen voor een goede communicatie. Daarbij ontwikkelt de LVKK eigen initiatieven die dienstbaar zijn aan het werk in de provincies.
IVN, Vereniging voor natuur- en milieueducatie IVN, Vereniging voor natuur- en milieueducatie, stelt zich ten doel bij te dragen aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu en landschap. Het is een maatschappelijke organisatie met 16.000 geschoolde leden/ vrijwilligers en ruim 125 beroepskrachten in het hele land. De vrijwilligers zijn georganiseerd in 177 lokaal actieve afdelingen van IVN Vereniging voor natuur- en milieueducatie. Zij zijn actief op een breed terrein: van ecologische basisvorming tot burgerparticipatie.
L and s cha p s beheer N ederland
45
46
N ATU U R D I CHTE R B I J !
L and s cha p s beheer N ederland
47
Colofon Uitgave: Deze uitgave valt onder het driejarige programma ‘Natuur dichterbij!’ van Landschapsbeheer Nederland, dat wordt gefinancierd via de Regeling Draagvlak voor Natuur van het ministerie van Economie Landbouw & Innovatie en de Nationale Postcode Loterij. Landschapsbeheer Nederland werkt in dit programma samen met IVN en de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen Realisatie: Irini Salverda, Rosalie van Dam en Roel During van Alterra/Wageningen UR in samenwerking met opdrachtgever Mirjam Koedoot van Landschapsbeheer Nederland Tekstbewerking en interviews: Amber Boomsma (Tekstlabel) Fotografie: Archief Landschapsbeheer Nederland Vormgeving: Pim Vijftigschild Drukwerk: Drukmotief Met dank aan: Susanne Agterbosch (Landschapsbeheer Gelderland), Jaap Bijma (Doarpswurk), Jan Piet de Boer (Landschapsbeheer Friesland), Sjoerd Bokma (deelnemer Levend Landschap Veluwe), Margriet Brouwer (Landschapsbeheer Flevoland), Bram Coomans (IVN-Zeeland), Gertjan van Elk (IKL-Limburg), Gerrit-Jan van Herwaarden (Landschapsbeheer Nederland), Jan Kluskens (IKL-Limburg), Jaap de Knegt (Primo), Charlotte Krabben (Landschapsbeheer Gelderland), Maurice Kruk (Landschapsbeheer Zuid-Holland), Henk Posthuma (Gemeente Epe), Peter van der Vliet (Landschapsbeheer Zeeland), Aletta van der Zijden (Landschapsbeheer Zuid-Holland), Lidy Zeinstra (Landschap Noord-Holland) Mede mogelijk gemaakt door: Ministerie Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de Nationale Postcode Loterij
L ANDELIJKE VERENIGING VOOR KLEINE KERNEN
48
N ATU U R D I CHTE R B I J !
Natuur Dichterbij Dit boek is ter inspiratie voor een ieder die meer wil weten over het betrekken van mensen bij landschap en natuur . Het bevat ervaringen en tips om het bewustzijn bij burgers over landschap en natuur te vergroten. Deze uitgave maakt onderdeel uit van het driejarig programma Natuur Dichterbij, waarin Landschapsbeheer Nederland samenwerkt met het IVN en de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen. Natuur Dichterbij wordt gefinancierd door de Nationale Postcode Loterij en de Regeling Draagvlak Natuur van het ministerie van EL&I.