NAT GRAS
Schaapwel - Recensies • Moeke kijk: er is een vertederende dansproductie voor peuters en ouders! Theatermagezien, 09 / 02 / 08, Tuur Devens
• Abstract danstheater voor peuters? Nat Gras bewijst dat het kan. De Morgen, 20 / 02 / 08, Liv Laveyne
• Jij blijft nu zitten Leeuwarder Courant, 14 / 04 / 08, Ilja van den Broek
• Stil zijn moet niet De Standaard, 21 / 02 / 09, Dorien Knockaert
• Dansvoorstelling voor peuters (video) Klara.be, 25 / 02 / 09
Moeke kijk: er is een vertederende dansproductie voor peuters en ouders! Theatermagezien, 09 / 02 / 08, Tuur Devens Lekker (?) gaan slapen, maar eerst boekjes lezen, je wassen, je pyjama aandoen. Al die peuterrituelen worden in Schaapwel uitvergroot tot een heuse dansvoorstelling met veel boekjes, met een reuzelaken, en vooral met veel tederheid, met poëtische puurheid. Daarna hoef je niet stil te blijven zitten, en kun heel eenvoudig en puur zelf (als peuter) op ontdekkingstocht in een speelzaal met waggelbedjes, schuimspiegels en zeepglijbanen. Ook peuters hebben recht op goed danstheater. Waarom zou die leeftijd alleen maar met kitscherige en commerciële televisiebeelden en kleffe liedjes genoegen moeten nemen, en kan er zoals in de wereld van de geïllustreerde voorleesboeken geen onderscheid gemaakt worden tussen voorstellingen met kunstzinnige meerwaarde en louter entertainment? Het jonge dansgezelschap Nat Gras met Goele Van Dijck wil in ieder geval ook voor peuters en kleuters artistieke voorstellingen brengen. Het is zoals met voeding: het hoeven niet altijd frieten en hamburgers te zijn. Kinderen kunnen ook andere dingen ontdekken, dat lekker(der) vinden en zo hun smaak stimuleren en ontwikkelen. Vorig seizoen bewees 4Hoog met haar voorstelling voor kleuters Koning zonder Schoenen dat er geen leeftijdsgrens vastzit aan artistieke kwaliteit. Nu bewijst Nat Gras dat peuters (én ouders) kunnen genieten van een abstracte kunstvorm zoals dans, van een dansant spel van mensen met voorwerpen. Schaapwel is geen verhaaltje, maar rijgt associatief en speels momenten voor het slapen gaan aan elkaar. De ene keer wordt dat uitvergroot, een andere keer in bewegingsvariaties herhaald. Het is een dansant abstraheren van herkenbare situaties, met herkenbare materialen. De twee dansers Mano Amaro en Jan Martens weten spontaan contact te maken met de kinderen zonder in clichés, betutteling of lerarenrol te vallen, het eerste deel blijft een voorstelling en glijdt niet af tot een animatieproject. Het duo wast zich droog en daarna met water, trekken elkaar ondersteboven de pyjama aan, toveren muziek en een knuffel uit een kastje, spreiden een groot laken uit, stralen een tedere geborgenheid uit. Alles gaat traag, maar niet té traag, jong en oud blijft in warme verwondering. (Ik weet het, dikwijls is het naar bed brengen van de kinderen een stresserende en hectische ervaring. Schaapwel benadrukt de mooie en rustige momenten van die rituelen, en dat doet deugd). De kindjes worden erbij betrokken, maar niet door ze mee te laten springen, maar door het laken mee vast te houden, en een beetje ondergestopt te worden. Mooi gedoseerd vloeien de bewegingen en actiemomenten in elkaar over. De zintuigen van de peuters zijn geprikkeld, en ze kunnen dan direct zelf dingen ervaren, een warmte en geborgenheid voelen in de sensorische speelplaats, die samen met beeldend kunstenares Yvonne Knevels werd gemaakt. Luisteren, kijken, voelen, spelen met allerlei voorwerpen en speelgoedjes die verband hebben met de voorstelling. Zeepstukjes van een glijbaan laten glijden, met zeepschuim lekker kliederen op een spiegel, de maan van sikkel naar volle bol veranderen, onder tafel in een hangmat liggen op een schapenvel, in het boekenbosje dwalen, … Ik geef het eerlijk toe, ik was ontroerd door de voorstelling en ook door de stralende gezichtjes. "Moeke kijk", hoorde je regelmatig en dan draaide de kleine zich even om naar zijn moeder, om dan weer met oogjes en wijzende vingers te kijken naar de vloeiende en frisse bewegingen van de dansers, naar het golvende laken, naar het spel met de washandjes. Nat Gras heeft een heerlijk warme en artistiek eerlijke dansvoorstelling voor peuters gemaakt. Een kleinood om te koesteren. Je moet het maar kunnen! Er volgen komende weken heel veel schoolvoorstellingen. Ik hoop dat er nog veel vrije voorstellingen gaan komen, want dit moet je toch als (groot)ouder eens met je kind samen beleven. De website www.natgras.be is nog in opbouw. Info via de organiserende cultuurcentra zelf. Voorstelling gezien op 3 februari 2008, op het Krokusfestival, Hasselt.
Abstract danstheater voor peuters? Nat Gras bewijst dat het kan. De Morgen, 20 / 02 / 08, Liv Laveyne Onder de wol Peuters onder de wol krijgen: voor ouders is het vaak een hels karwei, maar na het samen beleven van de dansvoorstelling Schaapwel van Nat Gras wordt het vast een moment om naar uit te kijken. Eerder bracht het jonge dansgezelschap rond choreografe Goele Van Dijck het locatiestuk Koeiemorgen, waarin het ochtendritueel werd opgevoerd in de wei van een kinderboerderij, ditmaal wordt gefocust op het slapen gaan. Het leidt geenszins tot oogjes toe en snaveltjes dicht, maar zet ogen en mond open van kinderlijke verwondering. Hoe kun je peuters van tweeënhalf jaar boeien met abstract danstheater? Het lijkt als een tang op het spreekwoordelijke varken, of schaap in dit geval, maar Schaapwel bewijst wel degelijk dat het kan. Dansers Mano Amaro en Jan Martens dartelen tussen een bos vol kinderboeken omzoomd door het publiek dat op lage bankjes of op kussens op de grond zit. Wat volgt is een uurtje danstheater waarin op poëtische wijze associatieve beelden worden aaneengeregen: van kliederen met washandjes en zeepsop tot een titanenarbeid als een pyjama aantrekken (en hoe armen en broekspijpen vinden). Een lampion die over de hoofden van het publiek waait is voor de ene kleuter een volle maan, voor de andere een grijpklare kermisflosj. Op de tonen van een riedeltje uit de muziekkast wordt jong en oud vervolgens onder een kamergroot laken liefdevol ondergestopt. Na de voorstelling kunnen de peuters in een speelpark met ingenieuze slaaptuigen op verkenning, tussen de stapels schapenvellen, matrassen en zeepblokjes op een glijbaan. Schaapwel is een verwarmende bed time experience die bewijst dat dans voor peuters ook anders kan dan Kabouter Plopgewijs 'zwaai je armen in de lucht en stap nu rond als een gans'. Diverse schoolvoorstellingen. www.natgras.be
Jij blijft nu zitten Leeuwarder Courant, 14 / 04 / 08, Ilja van den Broek Moet je wachten tot je kind een jaar of zeven is, voor het meekan naar het theater? Nee – want de voorstellingen voor peuters en kleuters zijn in opkomst. Het is net als winkelen met een peuter of kleuter: leerzaam, leuk, gezellig, maar vooral slopend. Terwijl jij de overvolle rekken doorzoekt naar de juiste maat, ontdekt je kleuter in dat ronde kledingrek een draaimolen. Hou je je peuter in de overvolle winkel zwetend een warme broek voor, stort zij zich op de grond, brullend om een zomerjurk. Zo ga je, als de garderobe compleet is en de overvolle crèche- of schoolweek halverwege, naar het theater. Al anderhalve week van tevoren vraagt je peuter dagelijks of het woensdag is. En dan is het eindelijk woensdag. “Maar we gaan pas volgende week woensdag naar de voorstelling.” “Is dat morgen?” Als de grote dag aangebroken is staat ze om half zeven ’s morgens volledig aangekleed en opgedoft klaar. Leg dan maar eens uit dat ze eerst naar de peuterspeelzaal moet. Is het zover, dan is het de vraag of ze er klaar voor zijn. Jonge kinderen kunnen zich niet voorbereiden als volwassenen. Ze vinden een uitstapje heus leuk, maar als je peuter in slaap valt in de auto, wordt zij toch huilend wakker. En een zware ochtend op school trekt een wissel op de middag, ook al is die weken van tevoren gepland. Om maar nog te zwijgen over de jongste, die sommige mensen dapper meenemen onder het moto “lekker een uurtje bij mama op schoot’. En dan begint de voorstelling. Soms zijn ze direct gegrepen en kun je opgelucht ademhalen. Soms begint het geworstel al na tien minuten, zwelt de onrust in de zaal gestaag aan en hoor je na een half uur overal de chipszakjes en doosjes rozijnen opengaan. Want ze moeten wel blijven zitten. En dat is veel gevraagd bij een saai stuk. Maar ook bij een prachtige voorstelling. Want dan willen ze roepen en dansen en springen en aan de jurk voelen van die mevrouw die zo mooi kan zingen. Moet je dan maar wachten tot je kind een jaar of zeven, acht is voordat je hem of haar meeneemt naar het theater? Nee! Want jong geleerd is oud gedaan en er is zoveel moois te zien, juist voor de allerjongsten. En het kan ook anders. De laatste zeisoenen zijn er voorstellingen te zien waarbij de kinderen niet in de zaal hoeven te zitten. Bij toneel-op-toneel voorstellingen mogen zij het podium op om de spelers of dansers van dichtbij te zien. Goele van Dijck van het Vlaamse Nat Gras, en Noël Ficher van Bonte Hond uit Almere, gaan met hun peuter- en kleutertheater nog een stapje verder. De kinderen krijgen een actieve rol in de voorstelling. In de nieuwe familievoorstelling van Bonte Hond is het podium een matrassenpaleis met kamers en gangen De kinderen mogen gaan liggen of zitten, temidden van zachte geluiden en de geuren van kaneel en eucalyptus. Regisseuse Noël Ficher wil jonge kinderen theater van dichtbij laten ervaren. “De uitdaging is ze mee te nemen in de voorstelling, en nuances aan te brengen. Als kleine kinderen ver weg zitten op de tribune, moet je enorm uitvergroten om iets te kunnen overbrengen.” ‘Liggen op je rug’ gaat over het magische uur tussen waken en slapen. “Het gevoel van lekker wegzakken, in slaap of in een verhaal, wil ik overbrengen.” Goele Va Dicjk maakte vorig seizoen de succesvolle kleine voorstelling “Koeiemorgen” (2+)waarin concrete fysieke ervaring en abstracte moderne dans samenkwamen. Van Dijck merkte dat “die kleintjes” dichtklappen als ze in de zaal zitten. Ook dit seizoen mogen de peuters het toneel op, en achteraf voelen, ruiken en horen in een ‘sensorische speelplaats’. In ‘Schaapwel’ wil Van Dijck peuters de rust en warmte meegeven van avondrituelen, die in het moderne, hectische leven vaak ontbreken. Ook bij haarzelf. “ik kom thuis van het werk en dan regel ik wat gedaan moet worden en dan is het laat en ga ik naar bed.” De diepere laag van de voorstelling neemt kinderen en ouders mee naar vroeger. Een moeder werd geraakt door de ouderwetse pyjama van één van de dansers. “Zo’n klein dingetje kan een hele wereld terughalen. Voor een ander is het een stukje muziek of de muffe geur van een dekentje”. De choreografe volgde een pedagogische opleiding en werkt vanuit de leefwereld van peuters. “kinderen spelen associatief, ze kunnen veel sprongen aan. Ouders en peuterleidsters maken zich vaak zorgen dat ze de voorstelling niet begrijpen, maar ze geven er vanuit hun eigen leefwereld betekenis aan.” De abstracte laag die voortkomt uit de moderne dans, laat ieder ruimte voor een eigen interpretatie.
Ook Ficher maakt associatieve voorstellingen. Het is iets van deze tijd, vindt zij: “Wij hebben geen lappen tekst meer nodig om een situatie helder te krijgen. Kennis wordt zapp-matig bij elkaar gesprokkeld.” En dat is iets waar kinderen goed in zijn. Zij brengt bewust verschillende lagen in haar voorstelling aan. “ Ten eerste is er het verhaal van drie zusjes die gaan logeren bij hun oma, die een beetje mal doet. De tweede laag is die van de verwijzingen naar allerlei sprookjes. De derde, tragische laag gaat dieper in op dementie. Om er achter te komen wat echt ‘werkt’ bij jonge kinderen, zijn vele try-outs nodig. Bij Ficher werden de kinderen aanvankelijk te wild. “Op een gegeven moment renden er tachtig kleuters achter één actrice aan, dat was niet de bedoeling”. Met een meditatie vooraf, rustige muziek en kalmerende geuren, bracht ze meer rust in de voorstelling. Van Dijck merkte dat ‘Schaapwel’ in eerste instantie te lang was en dat de spanningsopbouw niet werkte. “Het stuk begon fris en werd steeds trager. Wij dachten dat daardoor de peuters lekker onder de lakens zouden kruipen maar ze werden steeds heftiger.” Andere dingen sloegen onverwachts aan: een danser die op de schouder van een andere danser een boekje leest. Of een stukje in bad waarbij een danser een washandje op zijn ogen legt.” De Vlaamse choreografe ziet wel een verschil tussen Nederland en België. “In Vlaanderen grijpt een mama of papa direct in als een kindje recht gaat staan. In Nederland laat men de kinderen veel vrijer.” Ze benadrukt dat dit leuk is, vooral bij deze voorstellingen. Maar toen de danseres in ‘Koeiemorgen’ een eitje bakte op het toneel, moest ze toch een peuter terugfluiten. “Een kindje ging op de gasbrander af. En de moeder zei:’Ja hoor, ga maar lekker kijken’.”
CULTUUR C17
DE STANDAARD
ZATERDAG 21, ZONDAG 22 FEBRUARI 2009
DA NS I S K I N D E R S P E L Dansers uit binnen- en buitenland komen dit weekend op het Hasseltse Krokusfestival samen om de vakantie in te zetten met de lenigste kindervoorstellingen. Peuters en lagere-schoolkinderen, snappen die dan iets van hedendaagse dans? Meer dan hun ouders en juffen, stellen de makers wel eens vast. Goele Van
Dijck en Jack Timmermans trekken al jaren door de Lage Landen met dansvoorstellingen voor kleine kijkers en vertellen over de wondere wereld van kinderspel, gedachtesprongen, Koeiemorgen en Schaapwel. DORIEN KNOCKAERT
‘Alice’ van De Stilte: van boek naar beeld. © hg ‘Schaapwel’ van Nat Gras: bewegingen voor bedtijd.
© Clara Hermans
‘Stil zijn moet niet’
‘Ik maak plaats voor de weke mens’
Goele Van Dijck werd eerst opgeleid tot kleuterleidster, daarna tot danseres. Met haar gezelschap Nat Gras maakt ze dansvoorstellingen voor peuters. ‘Schaapwel’ gaat over het slaapritueel.
De Nederlander Jack Timmermans was ooit de docent van Goele Van Dijck, maar legt zich nu toe op zijn kinderdansgezelschap De Stilte.
Toen de Antwerpse Goele Van Dijck twaalf jaar geleden afstudeerde, was ze verwonderd over de leemte die ze aantrof. ‘Voor kinderen bestaat er een ruim podiumaanbod, maar voor peuters was er haast niets. Terwijl tweejarigen heel anders naar de dingen kijken dan vierjarigen. Neem je hen mee naar een voorstelling voor een oudere doelgroep, dan is hun eerste kennismaking met podiumkunsten misschien heel negatief.’ ‘Tweejarigen zijn nog volop bezig met ontdekken en benoemen. Ze worden daarin sterk gestimuleerd door hun omgeving. Maar tijdens een voorstelling zie je veel ouders die hun kind angstvallig proberen stil te houden. Dat hoeft helemaal niet voor mij. Ook de draad van het verhaal moeten we niet overschatten. Bij een schoolvoorstelling hadden we eens een juf die elke scène luidop van uitleg voorzag. We leken wel in een levend prentenboek beland. Terwijl kinderen zelf wel een invulling geven aan wat ze zien. Je merkt hoe ze daarbij de beelden verwoorden, niet het verhaal. Ze zijn helemaal niet selectief: de kousen van hun buurman en de bus waarmee ze gekomen zijn, zijn voor hen even interessant als de dansers. Dat is geen probleem; peuters leven in het moment.’ ‘Ouders zijn ook wel eens verbaasd omdat ik geen typische kindermuziek of kinderkleurtjes gebruik. Ik werk gewoon met dingen die ik zelf interessant vind. Wat niet wil zeggen dat ik geen rekening houd met de doelgroep. Een belangrijk criterium is bijvoorbeeld dat de kinderen dicht bij de dan-
sers kunnen zitten. We zorgen ook altijd voor herkenbaarheid: onze vorige productie Koeiemorgen ging over het ochtendritueel, Schaapwel is gewijd aan het slaapritueel. De nood om iets met het slapengaan te doen, kwam nochtans uit mijn eigen leven voort. Ik combineerde lange tijd twee jobs en kreeg slaapmoeilijkheden. Wekenlang droomde ik dat ik op de Meir mensen aanklampte met de vraag: “Is het nog geen tijd om te gaan slapen?” Ik miste een bedtijdritueel. Intussen is mijn leven wat rustiger, maar ik krijg nog steeds mijn huis niet aan de kant. Daar komt zeker nog eens een voorstelling van over opruimen.’ ‘Schaapwel bestaat uit twee delen: een dansvoorstelling en een speelplaats waar kinderen nadien zelf aan de slag kunnen met elementen uit de voorstelling. Zo laat een glijbaan voor zeepjes hen spelen met de geur en het gevoel van een wasbeurt. We werken er hard aan om alle zintuigen aan te spreken. Hoe ruiken beslapen lakens en hoe kan je die geur in een voorstelling loodsen? Dat soort vragen houden me bezig.’ ‘Tekenfilms waarin alles lief en aardig is, boeien me niet. Ook op peuterniveau kan je de dingen een donker randje geven. Al is Schaapwel vooral een warme voorstelling, waarvoor de schoenen uitgaan en iedereen lekker dicht bij elkaar kruipt.’ Schaapwel (2+), dinsdag 24/2 om 11u en 14u in CC Hasselt. - ONLINE www.natgras.be
‘Als ik geen kunstenaar was geworden, had ik allang zelfmoord gepleegd’, zegt Jack Timmermans. ‘Door voor kinderen te werken, zoek ik minder mijn zwarte kant op. Ik wil hen hoop geven. Mijn voorstellingen lopen nooit slecht af.’ De Stilte richt zich op kleuters en lagereschoolkinderen. ‘Ze zijn zo manipuleerbaar en weerloos. Ik wil hen het idee aanreiken dat je naast die harde wereld ook je eigen wereld kan creëren, al spelend. In hun spel zijn kinderen geen slachtoffer, maar dader. Dat inspireert mij.’ Op het Krokusfestival speelt De Stilte Alice (6+), gebaseerd op het boek Alice in Wonderland. ‘Het is een voorstelling vol verwondering en ik laat de kleine Alice de strijd aangaan met haar geestelijke vader Lewis Carroll. Maar als je dat er niet in ziet, is het niet erg. Wat telt, is wat de kijker ziet. Iedereen kan een beeld lezen. Vergelijk het met muziek: als die voor jou goed klinkt, is het goed; het uitgangspunt van de muzikant doet er niet toe. Na de voorstelling moet je kinderen niet vragen of ze het begrepen hebben. Vraag hen wat ze gezien hebben. De achtergrond van elk kind is anders, de voorstelling is gelaagd. Iedereen geeft er zijn eigen betekenis aan.’ ‘Tekst gebruik ik nooit. Als je kinderen wilt laten kennismaken met dans, is tekst een struikelblok. Toen ik klein was, kreeg ik wel eens een voorstelling van het pionierende Nederlandse gezelschap Scapino te zien, waarin de dans werd voorafgegaan door een stuk met tekst. Ik
dacht dan altijd dat die danseressen maar een pauzenummertje brachten.’ ‘Een inspiratiebron kan tekst wel zijn: sommige beelden in Alice komen recht uit het boek. Zo gek als een deur zijn, iemand de kleren van het lijf vragen: je hebt de beeldspraak soms maar te plukken en te ensceneren.’ ‘Voorts moet een kinderdansvoorstelling genoeg dynamiek bevatten om de aandacht vast te houden. Volwassen danscreaties blijven vaak in één sfeer, kinderen hebben meer afwisseling nodig. Ze hebben ook behoefte aan contact: een danser die in zichzelf gekeerd is, kan hen niet boeien. Voor mij draait alles om de kwetsbaarheid die we opzoeken. Ik maak plaats voor de weke mens. Zo wil ik bijdragen tot een leefbare wereld.’ ‘Nederland heeft een langere traditie met kinderdans dan België. Maar we treden ook vaak in Belgische scholen op. Het mooie is dat je via schoolvoorstellingen alle kinderen bereikt. Wie voor volwassenen danst, heeft een keurig maar select publiek. Voor kinderen is de drempel lager, ze laten het gevoelsmatige en het verstandelijke probleemloos door elkaar lopen. Ze zijn zelf dansers.’ Alice (6+), zondag 22/2, 14u, CC Hasselt. Krokusfestival, van 21/2 tot 24/2. Info: 011-22.99.33. - ONLINE www.destilte.nl www.krokusfestival.be
Dansvoorstelling voor peuters Klara.be, 25 / 02 / 09 Hoe kan je kleintjes van twee jaar boeien met een dansvoorstelling? Het lijkt onwaarschijnijk, maar de crew van Nat Gras bewijst dat het kan. In "Schaapwel" verbeelden twee dansers op een heel poëtische en grappige manier de avondrituelen: wassen, pyjama aantrekken en dan...onder de wol. Klara.be ging een kijkje nemen in het Cultuurcentrum van Hasselt waar het Krokusfestival aan de gang was. We spraken met Goele Van Dijck, de choreografe van Nat Gras, en de twee dansers. Bekijk de video: http://www.klara.be/cm/klara/1.104-searcharticle?directarticle=1.60445&article=1.60445