N i e u w s b l a d
F r a n c i s c u s
H o s p i c e Weert, jaargang 11 nr. 1, mei 2011
In deze uitgave: Nastreven van idealen Durf te dromen Idealen. Wat moet je ermee? Moet ik nog iets afmaken? De wensambulance Een behouden thuiskomst Te laat?
1
Nastreven van idealen De palliatieve zorg zoals we die nu kennen, dankt haar bestaan aan de idealistische dame Cicely Saunders. Deze Engelse verpleegkundige en pionier richtte in Londen een speciale locatie op voor mensen die in het ziekenhuis opgegeven waren en die thuis niet konden sterven: het St. Christopher’s Hospice. Het eerst hospice waar pijnbestrijding Cicely Saunders
V
olgens C. Saunders kon de gezondheidszorg nog heel veel voor terminale patiënten en hun naasten betekenen. Met bestrij ding van symptomen die zich in de laatste levensfase kunnen voordoen, totale pijn zoals zij dit noemde. Hulp verleners zouden aandacht kunnen besteden aan de niet-lichamelijke pro blemen, bijvoorbeeld op psychosociaal en spiritueel gebied. Deze zorg zou uitbehandelde patiënten moeten wor den aangeboden in hun eigen omge ving en, als het niet anders kon, in een vervangende omgeving die zoveel mogelijk op thuis lijkt. Wereldwijd is een beweging op gang gekomen om in navolging van Cicely Saunders
en intensieve stervensbegeleiding gecombineerd worden.
hospices op te richten om stervende mensen in hun laatste levensfase bij te staan. In Nederland werd in 1988 het eerste hospice opgericht. In navolging van Cicely Saunders startte ruim twaalf jaar geleden Stichting Eerbied voor het Leven. Bescheiden, maar heel enthousiast vol idealen wat in 2003 heeft gere sulteerd in een stichting met een bijna- thuis-huis, het Franciscus hospice. Zo’n 80 vrijwilligers zijn hier het hele jaar door actief. Met veel energie en hart voor de zaak. Werd in de begintijd soms niet al te professioneel met een bescheiden budget en een sobere financiering
vanuit de overheid gestart, de afgelo pen twee jaar is de financieringswijze van de hospices in Nederland sterk verbeterd en bieden wij samen pro fessioneel een totale begeleiding naar een waardige dood. Voor het bestuur van de stichting alle reden om voor uit te blijven kijken en koers uit te zetten voor de komende jaren. Cicely Saunders overleed op 14 juli 2005 in het door haarzelf opgericht St. Christoffer Hospice. Een eerbe toon aan deze vrouw vol van idealen is in dit nieuwsblad op zijn plaats. Ine Verhaeg, voorzitter
1
Nieuwsblad Franciscus Hospice 2011 nr.1
Idealen zijn… De kleuren Van een blinde En de oorsuizingen
Tijdens mijn opleiding voor verpleegkundige wist ik al dat ik meer wilde
Van een dove
betekenen voor mensen in hun laatste levensfase. Dat gevoel nam vastere vormen aan toen mijn vriendin op 19-jarige leeftijd te horen kreeg dat ze
Willem Frederik Hermans,
kanker had. We hebben heel wat gepraat over haar ziekte: hoe ze ermee
schrijver, 1921-1995
omging, de behandeling, haar ervaringen in het ziekenhuis... Vanaf die tijd wist ik het zeker: ik wil iets kunnen betekenen voor mensen zoals zij.
Durf te dromen
I
n 1996 begon ik aan een opleiding in het kader van palliatieve zorg. Ik heb verschillende keren gesolliciteerd, maar kreeg steevast te horen dat ik te jong was. Frustrerend, want volgens mij is leeftijd niet van belang in deze, maar gaat het om de motivatie, het gevoel. Ik werkte intussen al in Nederland in de zorg, maar kreeg steeds meer wroeging met mezelf omdat ik zo weinig tijd kon vrijmaken voor de patiënten, met name voor terminale patiënten. Eindelijk was het dan zover dat er in Weert een hospice werd geopend. Ik zag mijn kans schoon en solliciteerde – niet van plan om met nee genoegen te nemen, om me te laten afwijzen vanwege mijn leeftijd. Ik was intussen 29 jaar. Gelukkig werd ik aangenomen – mijn droom ging in vervulling! Een ideale job! Hier in het hospice hebben we tijd voor onze bewoners. We kunnen hen samen met de vrijwilligers meestal de nodige aandacht geven. Ik zeg ‘meestal’, want soms hebben we ook hier het gevoel dat we niet genoeg kunnen doen voor de bewoners en hun naasten. Lichamelijk is dit werk over het algemeen niet zo zwaar als in het ziekenhuis of verpleeghuis, maar mentaal kan het erg zwaar zijn. Werken met je gevoel is van groot belang. Ik werk met veel plezier in het Franciscus Hospice. Inderdaad, plezier, want we lachen hier veel – al is er ook veel plaats voor ernst. Een lach en een traan… Nu, na bijna 8 jaar hier te heb ben gewerkt, vraag ik me af of het hospice nog steeds mijn ideaal is. Enerzijds wel, omdat ik hier kan doen wat ik altijd al wilde: tijd hebben en er kunnen zijn voor mensen in hun laatste levensfase. Anderzijds is er twijfel ontstaan, want mijn ontwikkeling heeft in deze 8 jaar niet stilgestaan. Er heeft zich een nieuw ideaal aangediend, iets wat ik nu nog mis in mijn werk, namelijk het werken met kinderen en jongeren. Ik ben daarom aan een opleiding begonnen over het omgaan met verlies en emotionele pijn (breed gezien) bij kinderen en jongeren. Mijn droom is nu om het werken in een hospice en het werken met kinderen en jongeren te combineren. Ik durf te dromen, want één ding weet ik nu: soms komen dromen uit!
Patricia Steensels, verpleegkundige
2
Wie herinnert zich niet de eerste enthousiaste bezieling voor zijn of haar werk in de zorg. Je werd geraakt door de s chrijnende vraag van de ander, door het heldhaftige voorbeeld van een z orgende of door de zachte en heilzame aanwezigheid bij een ernstig zieke patiënt. Van daaruit m aakten we een keuze om in “de Zorg” te werken als professional, als vrijwilliger of mantelzorger.
Idealen. Wat moet je ermee?
D
den, terwijl de patiënten zaten te snakken om op een schitterende lentemiddag even naar buiten te kunnen voor een wandeling.
Ik zal nooit vergeten hoe een leer ling ziekenverzorgster, die pas drie dagen op de afdeling werkte, naast het bed van een stervende vrouw zat. Er ging van haar een geweldige rust en tederheid uit. Het ideale plaatje: een stervende patiënte met haar verschrompelde en door het leven getekende hand in de warme jonge hand van die leerling in een situatie van vol strekte overgave in het moment van nabijheid. Ontroerend. Na het overlijden van de patiënte heb ik haar gefeliciteerd met de manier, waarop zij daar aanwe zig was. Twee jaar later bij het behalen van haar diploma als zie kenverzorgster was zij veel wijzer geworden. Het ideaal van nabije zorg één op één in een rustige omgeving was onder de druk komen te staan van een hectische afdeling met achter elkaar pie pende bellen van al die mensen die in de avonddienst haar aan dacht en energie wilden. Het reik halzend uitzien naar het moment, dat zij door de nachtdienst zou worden afgelost en eindelijk even uit kon blazen. Of de dwang van die enorme papierberg, die ingevuld en verwerkt moest wor
Idealen zijn lastig omdat je er nooit helemaal aan kunt voldoen. Het zijn vaak steeds verder weg schuivende doelen die je nastreeft, net als een sporter, die nooit de Olympische Spelen zal winnen, en er toch van blijft dromen en die talloze uren van training en nog eens training voor lief neemt. Mijn ideaal was en is om mensen te ondersteunen in geestelijke nood. Tijdens mijn opleiding kreeg ik zoveel informatie in de vorm van filosofische en theo logische “oplossingen”, werd ik zo getraind in gesprekstechniek en psychologie, dat ik dacht de meeste problemen wel aan te kunnen. Maar bij mijn eerste huisbezoek ging ik al grandioos in de fout. Een ouder echtpaar vroeg mij naar het standpunt van de katholieke kerk over echtscheiding (het was in 1970). Daar wist ik alles van en dat heb ik hun haarfijn verteld. Toen ik na het gesprek tevreden met mijn gedemonstreerde kennis naar huis fietste, kwam de gedachte bij mij op, dat zij misschien wel hadden willen praten over hun vastlopende huwelijk en daar bij steun zochten. Ik heb hun diezelfde avond nog gebeld, me verontschuldigd en een nieuwe afspraak gemaakt. Ik weet nu, dat er zelden gemakkelijke oplos singen zijn voor geestelijke nood, zeker niet bij stervende mensen. Vaak is de ander zo uitgeput, dat er niets meer te bespreken valt. Dat je alleen nabij kunt zijn en de
it oorspronkelijk ‘geraakt zijn’ heeft alles te maken met onze eigen geschie denis, ons eigen karakter en onze gevoeligheid. Van binnen uit voel den we ons pas goed als we kon den geven aan iemand die in nood is, en er zonder onze hulp beroerd aan toe zou zijn. Deze drive om schrijven we ook vaak met het woord spiritualiteit. Want in dit woord komen onze idealen en de dagelijkse werkelijkheid samen.
3
ander, als daar nog tijd en energie voor is, zijn verhaal laten vertellen, proberen te begrijpen wat er leeft. Voor mij is het ook van belang om het dan in een groter kader van levensbeschouwing of geloof te zetten, uitgaande natuurlijk van datgene wat de ander aanreikt. Idealen zijn hulpbronnen, die bij geschaafd worden door onze erva ringen. Je geen rust laten, soms wat stoffig worden, maar ook weer van tijd tot tijd moeten worden opgepoetst. Want ze zijn waar devol en vaak de grond van ons bestaan. Ze houden ons in leven en op de koop toe ook nog jong. Paul Schreur, camilliaan
Nieuwsblad Franciscus Hospice 2011 nr.1
Voeten in de aarde Eerst is er een doelstelling. Dit kan uitmonden in een ideaal. Vanaf de eerste werkdag in de tuin is er door de tuinvrijwilligers onbewust naar een ideaalbeeld gewerkt. Heel geleidelijk is dit in zijn werk gegaan, maar het heeft wel wat voeten in de aarde gehad…
‘Ik heb een droom,’ riep Martin Luther King op 28 augustus 1963 uit op Om maar iets te noemen: het hele achterstallige onderhoud van snoeien en ruimen tot aan de aanleg van de paden met de zware betonnen banden, de aanleg van de terrassen, het inzaaien van het gazon en het wegzagen van enkele oude bomen die in het water waren gevallen.
de trappen van het Lincoln Memorial in Washington. Hij droomde van een oase van vrijheid en gerechtigheid. Van een betere toekomst voor zijn kinderen. Van een wereld waar mensen niet meer beoordeeld en gediscrimineerd zouden worden op grond van hun huidskleur.
LUCHTKASTEEL OF DROOMHUIS?
Als wij dan met voldoening na een werkdag nog eens achterom kijken kunnen wij wel vaststellen dat wij een ideaal hebben kunnen verwezenlijken. Tevredenheid geeft een goed beeld van onze tuinidealen.
D
romen, idealen… bij het horen van deze woorden denken we meestal in de eerste plaats aan naïeve, onbe reikbare luchtkastelen. De meeste dromen zijn immers bedrog, als we Marco Borsato mogen geloven. Maar als we een duik nemen in de wereldgeschiedenis, dan zien we toch heel wat voorbeelden van dromen, idealen die wel degelijk verwezenlijkt zijn. Denk maar aan de afschaf fing van de slavernij, de val van de Berlijnse Muur en het IJzeren Gordijn, de afschaffing van de apart heid in Zuid-Afrika… En al hebben die gebeurtenissen niet geleid tot wereldvrede, ze vormden wel de aan zet voor en verandering ten goede. Elke positieve verandering begint met een idee, een droom, een ideaal. Vaak ontstaat zo’n ideaal in de geest van één mens, die ermee aan de slag gaat om ook anderen enthousiast te maken voor zijn idee en om samen met hen dat ideaal te verwezenlijken, koste wat kost. Frustratie, inspira tie, een stap vooruit, twee achter uit… Bloed, zweet en tranen… Het hospice is een mooi voorbeeld van een droom, een ideaal, geboren in het hart van een mens. Die ene mens die, bewogen met de ander in zijn laatste levensfase, hem een thuis wilde bieden waar hij ook die laatste fase in alle waardigheid kon
Namens de tuinvrijwilligers, Cor Haenen
4
afsluiten. Die ene mens die anderen wist te inspireren. Het idee was ver wekt en rijpte zich langzaam naar de geboorte toe. En na vele jaren pionieren, ploeteren, bijschaven en bouwen stond het er – het ideaal… een droomhuis. Maar hier eindigt het verhaal niet. Want een ideaal is alleen een ideaal als het in beweging blijft, als het zich blijft ontwikke len. Als wij die deel uitmaken van de verwezenlijking van dat ideaal ons durven open te stellen voor verbetering, voor bijschaving, voor verandering. Onlangs woonde ik een scholingsavond bij over spiritualiteit in het hospice. Al luisterend naar de lezing en de invulling van de casus dacht ik: is al dat idealisme wel rea listisch? We willen zoveel. Is dat wel haalbaar? Kunnen we al die mooie theorieën ooit in praktijk brengen? Maar tegelijk besefte ik dat ik daar mee juist raakte aan de kern van een ideaal: je bent altijd op weg ernaar toe… en onderweg haken er steeds weer nieuwe idealen aan. En dus wordt een ideaal nooit ideaal… nooit volmaakt. Want alleen luchtkastelen zijn volmaakt, want die bestaan niet echt. Droomhuizen wel… al blijven die om onderhoud vragen. Tineke Tuinder vrijwilliger
De wensambulance De Stichting Ambulance Wens is een stichting met een heel nobel streven: het realiseren van een wens van iemand die niet lang meer te leven heeft. Dit initiatief wordt door vrijwilligers gerund en verwezenlijkt. Lieve mensen met het hart op de juiste plaats.
B
innen het hospice hebben we er onlangs voor het eerst gebruik van gemaakt om de laatste wens van mevrouw Schippers (gefingeerde naam) te verwezenlijken. Ze was een vrouw van weinig woorden en het was niet altijd gemakkelijk om haar aan het praten te krijgen, maar ze had toch nog wel enkele wensen. En zo kon het gebeuren dat op de middag van een koude, regenachtige dag de ambulance voorreed om mevrouw Schippers mee te nemen. Mevrouw vond het allemaal best spannend. Ze werd door de vrijwilliger warm begroet en kreeg een beertje aan geboden, dat ze niet meer wilde loslaten en mee nam op haar tocht die dag. Mevrouw werd met de grootst mogelijke zorg op een bedbrancard gelegd, een soort zacht bed, compleet met linnengoed. En toen vertrok ze, mede vergezeld door haar zus en zwager, op weg naar haar geboorteplaats. Daar brachten ze eerst een bezoek aan de begraafplaats waar haar man lag begraven. Hiermee werd de grootste wens van mevrouw vervuld. Niet lang na zijn overlijden was mevrouw ernstig ziek geworden,
in het ziekenhuis en uiteindelijk in het hospice opgenomen. Daardoor had zij het graf van haar man niet meer kunnen zien. Met bedbrancard en al werd ze tot aan het graf gereden en daar kreeg ze de gelegenheid om in alle rust echt afscheid van hem te kunnen nemen. Vervolgens reden ze naar de straat waar mevrouw heeft gewoond en daar heeft ze haar woning nog eens van alle kanten goed kunnen bekijken en een praatje gemaakt met de buren. De rit vervolgde langs haar ouderlijk huis en het huis waar haar grootouders gewoond hebben. Ook daar kwam men een praatje met haar maken in de ambulance. De vrijwilligers van de stichting namen daar alle tijd voor. Ze lieten zelfs de kleine kinderen een kijkje nemen in de ambu lance. Na een mooie rit door haar geboorteplaats keerde mevrouw moe maar voldaan terug in het hospice, waar ze weer met alle egards werd terug gelegd in haar bed.
H
aar eerste reactie: ‘Hier zijn geen woor den voor! Het was geweldig!’ Ze was vooral diep onder de indruk van het feit dat ze het graf van haar man had kunnen bezoeken en dat deze mensen dit allemaal voor haar had den gedaan. Haar stralende ogen zeiden meer dan duizend woorden! Haar droom was in vervulling gegaan! Zo blijkt maar weer dat het nooit te laat is om idealen te hebben en ze te verwezenlijken!
Patricia Steensels, verpleegkundige
5
Nieuwsblad Franciscus Hospice 2011 nr.1
WAT DE GAST WIL…
Onlangs woonden een aantal vrijwilligers en medewerkers op het
is dat niet ideaal?
onderwijscentrum UMC St. Radboud Nijmegen een congres bij met als thema: Een behouden thuiskomst; idealen in de palliatieve zorg.
Koken voor anderen, mijn ideaal. Het werd koken in het Franciscus Hospice. Voordat het Hospice zich opende en bekend was dat ik er mocht koken, dacht ik na over het een en ander. Wie komen daar te liggen? Hoe ga ik het aanpakken? Eerst maar wat inspiratie opdoen.
Idealen in de palliatieve zorg
Een behouden thuiskomst
Dus liep ik op een middag naar de boekenkast, plank kookboeken. Jamie Oliver, Licht en Gezond, Cuisine de France, Winterkost, Bak met plezier etc. Heb ik een hele middag gelezen, briefjes tussen de boeken gedaan, titels genoteerd. Had toch het gevoel, nee, dit gaat het niet worden. Te veel? Te bewerkelijk? Niet tè lekker.
Mensen in hun laatste levensfase ondergaan een belangrijk innerlijk proces. Voor de innerlijke rust en de acceptatie van deze fase bewandelt ieder indi vidu een eigen pad ter voltooiing van zijn levensloop. Iemand kan met zijn leven klaar zijn, soms kunnen we daar de tekenen van zien en dan in het aardse bestaan het ultieme wonen ontdekken, het oord voor een behouden thuiskomst. De begrippen thuis en thuis-zijn maken een belangrijk deel uit van levensverhalen.
De volgende dag op naar de boeken winkel. Wat een keuze! Weer 2 uren gesnuffeld, boeken in en uit het rek. Nog meer ideeën, een enorme drang om te kopen. En toen, bijna vergeten, zoals het daar lag, zag ik een klein, hanteerbaar kookboekje. Met eenvoudige gerechten uit Europa. Daar kon ik wel een Neder landse draai aan geven! Dit is het! Gekocht.
Wat is de betekenis van het woord thuis?
Thuis is je eigen leefomgeving, je thuis is je eigen lichaam. Het woord thuiskomen heeft ook een spirituele betekenis. In het bijzonder doelend op de laatste levensfase en het doodgaan als een terugkeer naar de oorsprong van het bestaan. De vraag, waarom willen mensen het liefst thuis sterven, is hiermee beantwoord. Het Fransicus hospice is daarom een bijna-thuishuis. Er wordt veel aandacht besteed aan lichamelijke, geestelijke, sociale en spirituele aspecten van zowel de zieke als diens naasten. Waar het werkelijk om gaat is: op een waardige manier afscheid nemen van het leven en van degenen die hem of haar lief zijn.
Maar, ik heb het nooit gebruikt! Nooit! Ik zie het nu ook niet op de plank staan! Hoe dat zo komt? De werkelijkheid is de werkelijkheid en niets anders. Ik kook, wat de GAST wil, altijd. Gewoon de Hollandse pot met af en toe een uitschieter. En ik wil en doe niets liever. Ik bereid niets voor. Geen briefjes, geen boeken, boekje. Is dat niet ideaal? Nog steeds na al die jaren ga ik met plezier en word ik ook geïnspireerd door het enthousiasme van de andere koks.
Kortom: een inspirerend congres met veel bagage voor ons eigen Franciscus hospice als bijna-thuis-huis. Tiny Naus, coördinator
Wat zal ik vandaag gaan koken? Zijn alle kamers bezet? Hoe zal het gaan met…? Deze gedachten dwarrelen door mijn hoofd, als ik van Roermond naar Weert rijd. Als ik binnenkom is er altijd die warme begroeting. Ik doe mijn rondje in de map en in het huis. Lekker Hollands koken ga ik. Alles vers gemaakt. Die geuren, mmm. Het is mijn ideaal. Hettie Korz
6
Te laat? Na een maandenlange periode van volle bezetting, dat wil zeggen alle 6 kamers in ons huis continu bewoond, hebben we nu alweer een a antal weken achter elkaar een sterk wisselende bezetting.
W
at opvalt, is dat er wel nieuwe bewoners komen, maar dat deze al vaak erg ziek zijn en nog maar kort van datgene wat ons huis te bieden heeft, gebruik kunnen maken, voor ze overlijden. Mensen die vaak een lange weg van zware behandeling achter zich hebben, soms zelfs nog aan een kuur bezig zijn, als blijkt, dat deze niet aanslaat. Of waarbij de gevolgen van een chronische ziekte zoals COPD of hartfalen zo moeilijk te bestrijden zijn geworden, dat medische behandeling geen uitkomst meer biedt. Dan volgt het gesprek: “Wij kunnen niets meer voor u doen.”
I
n onze maatschappij staat gezondheid hoog in het vaandel, medici zijn opgeleid om mensen zolang mogelijk pers pectief op gezondheid te bieden. De grenzen van het leven worden steeds meer opgerekt. Ook de patiënt neemt steeds meer de rol in van consument. De indruk wordt gewekt dat ziek zijn vermijdbaar en/ of in elk geval beheersbaar is. Via allerlei informatiekanalen, zoals tv, internet wordt uitleg gegeven en mogelijke therapieën aangedragen. Vergelijkende lijsten van ziekenhui zen, behandelingsvormen etc maken het mogelijk om inzicht te krijgen en van daaruit keuzes te maken ten aanzien van de eigen ziekte. Op zich prima ontwikkelingen, het is inmid dels ruim bewezen dat iemand die goed geïnformeerd is, beter in staat is om met zijn ziekte om te gaan. Echter, wat is goed geïnformeerd?
D
eze ontwikkelingen lij ken een weergave te zijn van de wens tot beheersbaarheid en controle. Het leven is maakbaar, gezondheid lijkt bijna een keuze. En dat in een tijd waarin we weliswaar ouder worden,
maar niet gezonder. Van de onge veer 135.000 mensen die jaarlijks overlijden, lijden er zo’n 54 tot 70 % aan een of meerdere chronische ziekten. (Bron: “verankering van palliatieve zorg in de praktijk”, beleidsnotitie van het ministerie van VWS) De arts/ specialist wordt een grote rol toebedeeld, hij verte genwoordigt dat wat mogelijk is, daarbij vaak optimistisch gestemd, uitgaand van de kans van slagen en soms minder oog hebbend voor de nadelige bijkomende gevolgen van behandeling. En wij als patiënt/ consument willen dit ook graag horen en geloven. Als de kans op verbetering van je situatie er is, dan moet je hem grijpen. Het past in ons streven naar beheersbaar heid. Maar wat is verbetering van de situatie? Om terug te komen bij onze bewoners, die vaak nog volop strijdend te horen hebben gekregen, dat men niets meer kan doen. Dat men buiten de boot van het behan delbare valt. De opdracht is groot, er is veel te regelen, te verwerken. Maar er is weinig tijd. Er is letter lijk een deadline.
P
alliatieve zorg kenmerkt zich door het loslaten van het perspectief van het genezen. Het is zorg die gericht is op: doen wat nodig en gewenst is om kwaliteit aan te brengen in de tijd van leven die nog gegeven is. Het is zorg die aanvullend en ondersteunend van aard is. Mooi zou het zijn als de inzichten, ont wikkeld in de palliatieve zorg en gericht op klachtenvermindering en acceptatie, eerder hun intrede kunnen doen in het behandelings traject. Dat het niet of het één (behandeling) of het ánder (pal liatie) is, maar dat beide benade ringen geboden kunnen worden, aanvullend aan elkaar. Dat er eerder erkenning is bij zowel arts
als patiënt voor het gegeven dat iemand e rnstig ziek is en waar schijnlijk niet meer beter wordt, zodat er ruimte kan ontstaan voor andere keuzes. Dat men niet meer terminaal hoeft te zijn om pallia tieve zorg te kunnen ontvangen. Ans van Schoubroeck, coördinator
7
Nieuwsblad Franciscus Hospice 2011 nr.1
De Idealist De bijdrage die nu volgt, is geschreven door een bewoner, die afgelopen jaar voor lange tijd onze gast was. In de beide nieuwsbladen van 2010 beschreef hij zijn ervaringen als bewoner van het hospice. Hij kwam bij ons in januari 2010 met een uitgesproken levensverwachting van minder dan 3 maanden. Echter, het liep anders..
In de van Dale vinden wij bij het woord Idealist een fraaie uitbeelding van dat woord namelijk: Hemelbestormer. Welnu, ik ben 10 maanden en twee weken druk doende geweest om de Hemel te bestormen, maar wat ik ook probeerde het is mij (nog) niet gelukt binnen te treden. Na de periode van 10 maanden en 2 weken ben ik uiteindelijk maar vertrokken naar een ander zorgcentrum om daar mijn pogingen voort te zetten. Hoe is het toch moge lijk; als geraadpleegde specialisten het met elkaar eens zijn, dat mijn lichaam mij geen kans meer biedt op aarde en ik mij in een gerenommeerd Hospice voorbereid op de reis naar de Hemel, en elke passerende trein op weg daar heen, mij telkens vergat mee te nemen naar het Hemelse Rijk, ga je toch t wijfelen aan de bedoeling van de Hemelse Vader, die blijkbaar van gedachten is veranderd en het toch wat vroeg vond om mij op te nemen in Zijn rijk. Ik durf er niets meer over te zeggen , ik wacht af, maar blijf wel rotsvast geloven in Zijn bedoelingen. Echter, na zo’n lange tijd ga je je thuis voelen en dan moet je uiteindelijk afscheid nemen van een groot aantal verzorgers; dat afscheid was pijnlijk, want uitgesproken die verzorgers hebben je zó heerlijk vertroeteld dat je eigenlijk helemaal niet wilde vertrekken, maar tot het bittere einde bij hun wilde blijven om samen mijn geprognosticeerde vertrek mee te mogen maken. Het mocht niet zo zijn! Maar…. Ik heb mij bij de beslissing neergelegd, want Zijn beslissingen zullen zeker niet zó maar genomen zijn, ik moet blijkbaar nog iets afmaken? Heeft hier het idealisme een steekje laten vallen ? Of is het ideaal nog niet bereikt? Ik wens u, vanuit mijn, toch ook prachtige kamer in een ander zorgcentrum, een fijne dag toe. Henri Cruz Februari 2011
Het bestuur van Eerbied voor het Leven De stichting Eerbied voor het Leven, initiatiefnemer en beheerder van het hospice, heeft een bestuur dat uit zes personen bestaat:
Aan het bestuur zijn toegevoegd:
Voorzitter: Ine Verhaeg, Beesel (0475) 50 23 14
Vice-voorzitter: Harrie Kuipers, Weert (0495) 54 85 78
Coördinatoren Franciscus Hospice: Tiny Naus Ans van Schoubroeck
Secretaris: Rini Vunderink, Budel 06-21 71 57 18
Bestuursleden: Harrie Beeren, Nederweert
Financieel adviseur: Leo Hobus, Roggel
Penningmeester: Marjo Wijen, Tungelroy (0495) 56 40 22
Patrick Voss, Heythuysen
Medisch adviseurs: Wim Baake, Weert Tjeu Rietjens, Weert
Bankrekeningnummer ‘Eerbied voor het Leven’: 13.57.11.231
8
Colofon Dit nieuwsblad Deze Nieuwsbrief is een is een uitgave uitgave vanvan Stichting Eerbied voor het Leven. stichting De Nieuwsbrief Het nieuwsblad verschijnt drie tweekeer keerper jaar jaar per en wordt en wordt toegestuurd toegestuurd aan aan de de vrienden van het hospice, organisaties en bedrijven die betrokken zijn bij de stichting.Eerbied voor het Leven. stichting Redactie: Pierre Ine Verhaeg Beelen Lucky Grave Tineke Tuinder Pieter van Patricia Steensels der Hooft Ine Verhaeg Gerry Wijdemans Eindredactie: Ans van Schoubroeck Eindredactie: Peter Clement Vormgeving: ART= ontwerp- en reclameburo, Weert www.art-is.nl Vormgeving: Schreurs Commercial Artwork Weert Druk: Drukkerij van Deursen, Nederweert Druk: Drukkerij van Deursen Nederweert Reacties: Reacties: Heeft u vragen of wilt u reageren Heeft op de uinhoud vragenvan of het wilt nieuwsblad? u reageren Stuur briefvan naar onsnieuwsbrief? redactieadres: op de een inhoud deze Stuur een brief14 Doolhofstraat naar ons redactieadres: Doolhofstraat 6001 XZ Weert14 of eenXZ e-mail bericht naar: 6001 Weert of een e-mail bericht naar:
[email protected] Tel. ( 0495) 49 89 77
[email protected] Fax (0495) 49 89 79 Internet: www.franciscushospice.nl