Nadere regels subsidies vrijwilligersorganisaties gemeente Epe 2016 Burgemeester en Wethouders van de gemeente Epe, overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de beleidsdoelen van de gemeente Epe, gelet op artikel 3, artikel 5 en artikel 7, derde lid van de Algemene Subsidieverordening Epe 2015, besluiten de Nadere Regels Subsidies Vrijwilligersorganisaties gemeente Epe 2016 vast te stellen; de uiterste datum voor de subsidieaanvraag 2017-2018 vast te stellen op 1 juli 2016. (n.b. conform de ASV 2015 kunnen organisaties uitstel aanvragen bij het college)
1
Inhoudsopgave Nadere regels subsidies vrijwilligersorganisaties gemeente Epe Sociale Agenda Samen Sociaal Krachtig 2015-2021 (Corsanr. 2015-20759)
Onderdeel: Leefbaar bladzijde
1. Maatschappelijke Belangenbehartiging Artikel 1.1. Maatschappelijke Activering Artikel 1.2. Vrijwillige Hulpdiensten
3
2. Vrijwillig Jeugdwerk Artikel 2.1. Jeugd
5
3. Sport Artikel 3.1. Sportverenigingen
7
4. Kunst en cultuur Artikel 4.1. Kunst en Cultuur Artikel 4.2. Amateurkunst: Harmonie en Fanfare
9
5. Slotbepalingen Artikel 5.1. Slotbepalingen
11
2
1. MAATSCHAPPELIJKE BELANGENBEHARTIGING Sociale Agenda: Leefbaar In de gemeente Epe wonen mensen in een voor hen prettige en veilige leefomgeving. De informele relaties zijn krachtig en het zelf organiserend vermogen is hoog. Een goed basisvoorzieningenniveau ondersteunt dit. De nadruk ligt op collectieve voorzieningen en burgers regelen het meeste zelf en onderling. De gemeente en maatschappelijke organisaties treden hier vooral faciliterend op. Dit onderdeel richt zich onder andere op het ondersteunen van vrijwilligerswerk. Doelstelling: Bevorderen en ondersteunen van een sterke sociale samenhang Resultaatverwachtingen: • Creëren van randvoorwaarden waardoor de betrokkenheid van bewoners op wijkniveau wordt versterkt; • Stimuleren en ondersteunen van vrijwilligerswerk; • Ook mensen in een kwetsbare positie doen mee (Bron: Sociale Agenda 2015-2020). Artikel 1.1 Maatschappelijke belangenbehartiging Artikel 1.1.1. Begripsbepaling Basisbedrag: het bedrag bestaat uit een percentueel deel en een evenredig deel op basis van de subsidieverlening uit het jaar voorafgaande aan indiening van de subsidieaanvraag. Deelnemers: aantal deelnemers aan activiteiten. Activiteiten: sociaal-culturele en recreatieve activiteiten voor ouderen (65+), mensen met een beperking (lichamelijk en/of verstandelijk) en jeugd. Een wekelijks/maandelijks zelfde terugkerende activiteit en daaraan gekoppelde gemiddeld aantal deelnemers wordt eenmalig meegenomen. Artikel 1.1.2. Subsidiabele activiteiten Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten van vrijwillige ouderenorganisaties, wijkverenigingen en buurtraden. Artikel 1.1.3. Criteria Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie eenmaal in de twee jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal activiteiten en deelnemers aan activiteiten van het voorgaande jaar. Artikel 1.1.4. Subsidiebedrag De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel. De helft van het beschikbare bedrag is gericht op het basisbedrag, een kwart van dit bedrag op het aantal deelnemers en een kwart op het aantal activiteiten. • Basisbedrag; • Deelnemers, gecategoriseerd in minder dan 250 deelnemers en gelijk aan of meer dan 250 deelnemers; • Activiteiten, als percentage van het totaal aantal activiteiten van organisaties; Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag. Artikel 1.1.5. Subsidieplafond Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de subsidies - met inachtneming van wat hierboven is bepaald - blijkt dat het subsidieplafond nog niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden. 3
Artikel 1.2 Vrijwillige hulpdiensten Artikel 1.2.1. Begripsbepaling Basisbedrag: het bedrag bestaat uit een percentueel deel en een evenredig deel op basis van de subsidieverlening uit het jaar voorafgaande aan indiening van de subsidieaanvraag. Deelnemers: aantal deelnemers aan activiteiten. Activiteiten: sociaal-culturele en recreatieve activiteiten voor ouderen (65+), mensen met een beperking (lichamelijk en/of verstandelijk) en jeugd. Een wekelijks/maandelijks zelfde terugkerende activiteit en daaraan gekoppelde gemiddeld aantal deelnemers wordt eenmalig meegenomen. Artikel 1.2.2. Subsidiabele activiteiten Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten van vrijwilligersorganisaties gericht op vrijwillige hulpdiensten. Artikel 1.2.3. Criteria Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie eenmaal in de twee jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal activiteiten en deelnemers aan activiteiten van het voorgaande jaar. Artikel 1.2.4. Subsidiebedrag De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel. De helft van het beschikbare bedrag is gericht op het basisbedrag, een kwart van dit bedrag op het aantal deelnemers en een kwart op het aantal activiteiten. • Basisbedrag; • Deelnemers, gecategoriseerd in minder dan 250 deelnemers en gelijk aan of meer dan 250 deelnemers; • Activiteiten, als percentage van het totaal aantal activiteiten van organisaties; • Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag. Artikel 1.2.5. Subsidieplafond Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de subsidies - met inachtneming van wat hierboven is bepaald - blijkt dat het subsidieplafond nog niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden.
4
2. VRIJWILLIG JEUGDWERK Sociale Agenda: Leefbaar In de gemeente Epe wonen mensen in een voor hen prettige en veilige leefomgeving. De informele relaties zijn krachtig en het zelf organiserend vermogen is hoog. Een goed basisvoorzieningenniveau ondersteunt dit. De nadruk ligt op collectieve voorzieningen en burgers regelen het meeste zelf en onderling. De gemeente en maatschappelijke organisaties treden hier vooral faciliterend op. Dit onderdeel richt zich onder andere op het ondersteunen van vrijwilligerswerk. Doelstellingen: Bevorderen en ondersteunen van een sterke sociale samenhang Verbeteren samenhang voorzieningen 0-19 jaar Resultaatverwachtingen: • Creëren van randvoorwaarden waardoor de betrokkenheid van bewoners op wijkniveau worden versterkt; • Stimuleren en ondersteunen van vrijwilligerswerk; • Ook jeugd in een kwetsbare positie doet mee (bron: Sociale Agenda 2015-2020); • Er zijn voldoende mogelijkheden voor ontwikkeling en ontplooiing van de jeugd (bron: Sociale Agenda 2015-2020). Artikel 2.1 Jeugd Artikel 2.1.1. Begripsbepaling Basisbedrag: het bedrag bestaat uit een percentueel deel en een evenredig deel op basis van de subsidieverlening uit het jaar voorafgaande aan indiening van de subsidieaanvraag; Deelnemende jeugdige: persoon tot 19 jaar die actief deelneemt aan de activiteiten; Activiteiten: buitenschoolse activiteiten georganiseerd voor de jeugd. Artikel 2.1.2. Subsidiabele activiteiten Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten van scoutingverenigingen, speeltuinverenigingen en de organisatie die zich bezig houdt met het organiseren van het Kinderdorp in de gemeente Epe. Artikel 2.1.3. Criteria Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie eenmaal in de twee jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal buitenschoolse dagactiviteiten voor de jeugd en het aantal deelnemende jeugdigen van het voorgaande jaar. Artikel 2.1.4. Subsidiebedrag De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel. De helft van het beschikbare bedrag is gericht op het basisbedrag, een kwart van dit bedrag op het aantal deelnemende jeugdigen en een kwart op het aantal dagen waarop buitenschoolse activiteiten zijn georganiseerd. • Basisbedrag. • Deelnemende jeugdigen, gecategoriseerd in minder dan 2000 deelnemende jeugdigen (aantal dagen maal aantal deelnemers) en gelijk aan of meer dan 2000 deelnemende jeugdigen. • Buitenschoolse dagactiviteiten, als percentage van het totaal aantal dagen waarop buitenschoolse jeugdactiviteiten worden georganiseerd door de organisaties. Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag.
5
Artikel 2.1.5. Subsidieplafond Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de subsidies, met inachtneming van wat hierboven is bepaald, blijkt dat het subsidieplafond nog niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden.
6
3. SPORT Sociale Agenda: Leefbaar In de gemeente Epe wonen mensen in een voor hen prettige en veilige leefomgeving. De informele relaties zijn krachtig en het zelf organiserend vermogen is hoog. Een goed basisvoorzieningenniveau ondersteunt dit. De nadruk ligt op collectieve voorzieningen en burgers regelen het meeste zelf en onderling. De gemeente en maatschappelijke organisaties treden hier vooral faciliterend op. Dit onderdeel richt zich onder andere op het ondersteunen van vrijwilligerswerk. Doelstellingen: Sport als preventiemiddel inzetten, zodat sport bijdraagt aan gezondheid, ontmoetingsmogelijkheden en inwoners structuur en regelmaat biedt (bron: Sport en Beweegplan 2020, de nota ligt ter inzage en is nog niet door raad vastgesteld) Bevorderen van de gezondheid van inwoners van de gemeente Epe (bron: Gezondheidsnota Gezondheid Voorop 2012-2016) Resultaatverwachtingen: • Inwoners stimuleren om te gaan sporten; • Voorkomen van overgewicht; • Sterke goed functionerende sportverenigingen. Artikel 3.1. Sportverenigingen Artikel 3.1.1. Begripsbepaling Basisbedrag: het basisbedrag bestaat uit een percentueel deel. Jeugdlid: een persoon tot 19 jaar die daadwerkelijk lid is van een sportvereniging uit de gemeente Epe; Activiteiten: evenementen die voor het publiek toegankelijk zijn met de doelen: gezondheidsbevordering, versterking van de sociale cohesie en/of jongerenparticipatie. Het gaat om evenementen georganiseerd buiten het reguliere competitieverband. Artikel 3.1.2. Subsidiabele activiteiten Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten van sportverenigingen die zijn aangesloten bij een erkende lokale, regionale of landelijke sportbond of koepelorganisatie. Artikel 3.1.3. Criteria Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie eenmaal in de twee jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal jeugdleden en sportactiviteiten van het voorgaande jaar. Artikel 3.1.4. Subsidiebedrag De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel. De helft van het beschikbare bedrag is gericht op het basisbedrag, een kwart van dit bedrag op het aantal jeugdleden en een kwart op het aantal activiteiten. • Basisbedrag; • Jeugdleden, als percentage van het totaal aantal jeugdleden van de verenigingen; • Activiteiten, als percentage van het totaal aantal activiteiten van de verenigingen; Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag.
7
Artikel 3.1.5. Subsidieplafond Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de subsidies - met inachtneming van wat hierboven is bepaald - blijkt dat het subsidieplafond nog niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden.
8
4. KUNST EN CULTUUR Sociale Agenda: Leefbaar In de gemeente Epe wonen mensen in een voor hen prettige en veilige leefomgeving. De informele relaties zijn krachtig en het zelf organiserend vermogen is hoog. Een goed basisvoorzieningenniveau ondersteunt dit. De nadruk ligt op collectieve voorzieningen en burgers regelen het meeste zelf en onderling. De gemeente en maatschappelijke organisaties treden hier vooral faciliterend op. Dit onderdeel richt zich onder andere op het ondersteunen van vrijwilligerswerk. Doelstelling: Faciliteren van persoonlijke ontplooiing en mogelijkheden voor ontmoeting; Inwoners doen mee door participatie, educatie en deelname aan culturele activiteiten (bron: Nota Kunst en Cultuur, De Kracht van Cultuur, december 2015). Resultaatverwachtingen: • Ondersteunen van vrijwilligersorganisaties; • Faciliteren van een aanbod aan kunst en cultuur. 4.1.Kunst en cultuur Artikel 4.1.1. Begripsbepaling Basisbedrag: Het bedrag bestaat uit een percentueel deel en een evenredig deel op basis van de subsidieverlening uit het jaar voorafgaande aan indiening van de subsidieaanvraag; Bezoeker: een bezoeker bij een georganiseerde tentoon- of podiumvoorstelling, Koninginnedag-activiteit of festival in de gemeente Epe; Activiteiten: tentoonstelling, podiumvoorstelling, Koninginnedag-activiteit en festival gericht op het vergroten van de culturele participatie en een bijdrage levert aan de Eper leefomgeving met culturele voorzieningen. Artikel 4.1.2. Subsidiabele activiteiten Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten van oranjeverenigingen en culturele vrijwilligersorganisaties. Onder dit onderdeel vallen niet de amateurkunst-verenigingen (zoals koren, muziekverenigingen).
Artikel 4.1.3. Criteria Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie eenmaal in de twee jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal bezoekers en activiteiten van het voorgaande jaar. Artikel 4.1.4. Subsidiebedrag De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel. De helft van het beschikbare bedrag is gericht op het basisbedrag, een kwart van dit bedrag op het aantal bezoekers en een kwart op het aantal activiteiten. • Basisbedrag; • Bezoekers, gecategoriseerd in minder dan 2500 bezoekers en gelijk aan of meer dan 2500 bezoekers; • Activiteiten, als percentage van het totaal aantal activiteiten van de organisaties; Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag. Artikel 4.1.5. Subsidieplafond Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de subsidies – met inachtneming van wat hierboven is bepaald – blijkt dat het subsidieplafond nog 9
niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden.
Artikel 4.2. Amateurkunst: harmonie en fanfare Artikel 4.2.1. Begripsbepaling Basisbedrag: het bedrag bestaat uit een percentueel deel en een evenredig deel op basis van de subsidieverlening uit het jaar voorafgaande aan indiening van de subsidieaanvraag; Jeugdlid: een persoon tot 18 jaar die daadwerkelijk een muziekinstrument bespeelt, dan wel actief deelneemt aan instructie en uitvoeringen van een majorettekorps in de gemeente Epe; Openbare optredens: Optredens welke in de openbare ruimte plaatsvinden of optredens in het kader van een concert in de gemeente Epe. Artikel 4.2.2. Subsidiabele activiteiten Het college kan subsidie verlenen aan activiteiten van verenigingen voor harmonie, fanfare, brassbands en majorettekorpsen uit de gemeente Epe. Artikel 4.2.3. Criteria Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de muziekvereniging eenmaal in de twee jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal jeugdleden en het aantal openbare optredens van het voorgaande jaar. Artikel 4.2.4. Subsidiebedrag De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie evenredige delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel. • Basisbedrag; • Optredens van een vereniging, gecategoriseerd in meer dan tien optredens en minder dan tien optredens; • Jeugdleden van een vereniging, als percentage van het totaal aantal jeugdleden van de • verenigingen. Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag. Artikel 4.2.5. Subsidieplafond Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de Subsidies, met inachtneming van wat hierboven is bepaald, blijkt dat het subsidieplafond nog niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden.
10
Artikel 5.1 Slotbepalingen Deze regeling treedt de dag na publicatie in werking. Met ingang van de datum van inwerking treden, komen de Nadere Regels Subsidies Vrijwilligersorganisaties 2012 te vervallen. De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Vrijwilligersorganisaties.
Epe, 12 mei 2016 Burgemeester en wethouders van Epe, de burgemeester, de secretaris,
Ir. H. van der Hoeve MPA
Mw. C. Kats
11