Nader bodemonderzoek. Nieuwstraat 25 te Rijswijk projectnummer

Nader bodemonderzoek Nieuwstraat 25 te Rijswijk projectnummer 126314

Opdrachtgever:

Bouwmaatschappij Midden Nederland B.V. de heer B. van Houwelingen Kade 62 3371 EP HARDINXVELD-GIESSENDAM

Versienummer:

1.0 Dordrecht, 04 juli 2013

Plaats, datum: Auteur:

ing. F.J.A. Stelten

Paraaf:

Controle:

ing. C.M. Kamermans

Paraaf:

bk bodem Pieter Zeemanweg 61 3316 GZ Dordrecht T 078 630 65 55 F 078 630 65 65 [email protected] www.bkbodem.nl BK Bodem B.V. ABN AMRO banknr. 5894.48.188 K.v.K. nr. 34342733

BK Bodem pagina 2 van 18

Inhoudsopgave 1

2

3

4

5

pagina

Inleiding ......................................................................................................................................... 3 1.1 Uitgangspunten van het bodemonderzoek ...................................................................... 3 1.2 Indeling van de rapportage................................................................................................ 4 Vooronderzoek ............................................................................................................................. 5 2.1 Historische en actuele gegevens van de onderzoekslocatie ......................................... 5 2.2 Voorgaand bodemonderzoek op de onderzoekslocatie ............................................... 5 2.3 Regionale bodemopbouw en geohydrologie .................................................................. 7 2.4 Onderzoeksstrategie ............................................................................................................ 7 Uitgevoerd bodemonderzoek .................................................................................................... 9 3.1 Onderzoeksmethode ........................................................................................................... 9 3.2 Uitgevoerd onderzoeksprogramma ................................................................................... 9 Resultaten .................................................................................................................................... 11 4.1 Ondiepe bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen............................................... 11 4.2 Bodemnormering ................................................................................................................ 11 4.3 Samenvatting toetsingsresultaten .................................................................................... 11 4.4 Interpretatie van de analyseresultaten / verontreinigingssituatie ................................. 15 4.4.1 Deellocatie A (voormalig tankcluster, B37) ............................................................. 15 4.4.2 Deellocatie B (ingang voormalige showroom, B45) ............................................... 15 Conclusies en aanbevelingen .................................................................................................. 17

Bijlagen 1

2 3

4

5 6 7

Tekeningen 1.1 Topografische ligging 1.2 Overzichtstekening 1.2.1 Contour grondverontreiniging 1.2.2 Contour grondwaterverontreiniging 1.3 Kadastrale kaart + uittreksel 1.4 Locatiefoto's Boorprofielen Analyserapporten 3.1 Analyserapport(en) grond 3.2 Analyserapport(en) grondwater Getoetste analyseresultaten en toetsingstabellen 4.1 Getoetste analyseresultaten en toetsingstabel(len) grond 4.2 Getoetste analyseresultaten en toetsingstabel grondwater Conceptueel model Bodemnormering Overzicht weten regelgeving bodem

Nieuwstraat 25 te Rijswijk Nader bodemonderzoek | 126314 | 04 juli 2013


1

Inleiding

In opdracht van Bouwmaatschappij Midden Nederland B.V. heeft BK Bodem B.V. (BK) in de periode van 31 januari 2013 tot 02 juli 2013 een nader bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Nieuwstraat 25 te Rijswijk (NBr.). Het bodemonderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de aangetroffen verontreinigingen met minerale olie en/of vluchtige aromaten (BTEXN) tijdens eerder uitgevoerde bodemonderzoeken alsmede de voorgenomen nieuwbouwplannen op de locatie. Het doel van het bodemonderzoek is de omvang van de eerder op de locatie aangetoonde verontreinigingen in zowel grond als grondwater in beeld te brengen. Erkenning Conform het Besluit bodemkwaliteit (hoofdstuk 2) is erkenning verplicht voor personen of bedrijven die (kritische) werkzaamheden met verontreinigde grond en/of baggerspecie uitvoeren en begeleiden. De erkenning voor deze werkzaamheden wordt verleend aan een persoon of instelling door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). Voor het uitvoeren van bodemonderzoek beschikt BK Bodem B.V. over personeel dat erkenning op persoonsniveau bezit. Deze erkenning is gebaseerd op de certificaten verkregen van een certificerende instelling voor de BRL SIKB 2000 protocollen 2001, 2002, 2003 en 2018 ‘Veldwerk milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek’. BK Bodem B.V. is gecertificeerd voor de BRL SIKB 2000 volgens het procescertificaat VB-075 veldwerk voor milieuhygiënisch bodemonderzoek. Onafhankelijkheid In deze context verklaart BK dat hij tot de opdrachtgever in geen andere relatie staat dan die van opdrachtnemer - opdrachtgever.

1.1

Uitgangspunten van het bodemonderzoek

Hieronder zijn de uitgangspunten van het nader bodemonderzoek genoemd. • Het vooronderzoek is gebaseerd op de Nederlandse Norm 5725 "Bodem - Landbodem Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek” (NEN 5725 uit 2009). • Het onderzoeksprogramma moet voldoen aan de Nederlandse Technische Afspraak “Bodem - Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van nader onderzoek – Onderzoek naar de aard en omvang van bodemverontreiniging” (NTA 5755, uit 2010). • Het onderzoek moet een relatie leggen tussen de oorza(a)k(en)/bron(nen) en de geconstateerde verontreiniging aan de hand van de historische en actuele gegevens. • Het bodemonderzoek, de monsterneming en rapportage zijn onafhankelijk van de opdrachtgever uitgevoerd conform de eisen van de BRL SIKB 2000.



1.2

Indeling van de rapportage

Het bodemonderzoek bestaat uit vijf hoofdstukken. Het vooronderzoek dat omschreven is in hoofdstuk 2 omvat historische en actuele locatiegegevens en gegevens van bodemonderzoeken op aangrenzende terreinen. Verder worden in het vooronderzoek de regionale bodemopbouw, regionale geohydrologie en de onderzoekshypothese en -strategie beschreven. Het uitgevoerde bodemonderzoek wordt beschreven in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 behandelt de resultaten van het veldwerk, de chemische analyses en de toetsing aan de normering. De conclusies en aanbevelingen van het onderzoek worden weergegeven in hoofdstuk 5.



2

Vooronderzoek

Het beperkt vooronderzoek heeft zich gericht op de onderzoekslocatie en de direct hieraan grenzende percelen. Het vooronderzoek is uitgevoerd gebaseerd op de NEN 5725. De gegevens van het vooronderzoek zijn verkregen door middel van: •

een inspectie van de onderzoekslocatie: op 31 januari uitgevoerd voorafgaand aan het veldwerk door de heer R. Heitman;

•

www.bodemloket.nl;

•

het interpreteren van topografische en geohydrologische kaarten;

•

informatie van de opdrachtgever: contactpersoon de heer B. van Houwelingen;

2.1

Historische en actuele gegevens van de onderzoekslocatie

De onderzoekslocatie ligt aan de Nieuwstraat 25 te Rijswijk (NBr.) en heeft een totale oppervlakte van circa 2.330 m2 waarvan circa 860 m2 is/was bebouwd met een woning, garage en showroom. De garage en showroom zijn reeds gesloopt. De topografische ligging van de onderzoekslocatie is weergegeven in bijlage 1.1. Een overzichtstekening van de onderzoekslocatie is opgenomen in bijlage 1.2. Kadastraal staat de locatie bekend als gemeente Woudrichem, sectie H, nr. 1821 (zie bijlage 1.3). Op de locatie is sinds 1956 een tankstation gevestigd en is vanaf 1972 een garagebedrijf (automobielbedrijf Bron) in bedrijf geweest. Op de locatie zal nieuwbouw van woning worden gerealiseerd. Ten behoeve van deze voorgenomen nieuwbouw zal de huidige woning blijven bestaan en is showroom en werkplaats van het vml. garagebedrijf reeds gesloopt. Aangezien het voorliggend onderzoek een vervolg is op reeds uitgevoerd bodemonderzoek en er geen bijmengingen van puin in de bodem bekend zijn danwel het feit of er in de (voormalige) bebouwing asbest is verwerkt is de locatie onverdacht op de aanwezigheid van asbest.

2.2

Voorgaand bodemonderzoek op de onderzoekslocatie

Voor zover bekend zijn in het verleden op de locatie diverse bodemonderzoeken uitgevoerd en hebben er diverse (tank)saneringen plaatsgevonden. Op basis van de aangeleverde informatie is bekend dat in 1990 een lichte grondverontreiniging met minerale olie rond het pompeneiland is geconstateerd (Amitec). Voor zover bekend zou deze verontreinigde grond zijn afgevoerd door Shell (nadere gegevens zijn niet bekend). Ter plaatse van de olie-afscheider en het pompeiland zijn door IGN te HardinxveldGiessendam tot 1998 jaarlijks grondwatermonitoringen uitgevoerd. Uit de laatste uitgevoerde monitoring blijkt dat er geen concentraties boven de streefwaarde zijn aangetoond. Er zijn vanuit de opdrachtgever geen gegevens van na 1998 bekend. Bij een verkennend onderzoek in 1998 is een sterke grondverontreiniging aangetroffen bij een ontluchtingspunt van een ondergrondse tank (inhoud 4.000 liter) voor afgewerkte olie. In 1999 is een ondergrondse tank inclusief leidingen en met minerale olie verontreinigde grond verwijderd. Het is onbekend of de in 1999 verwijderde tank inclusief de verontreinigde grond



dezelfde is als waar in 1998 een verontreiniging is aangetoond. Voor zover op basis van de beschikbare gegevens bekend is, is een sterke restverontreiniging met olie en xylenen achtergebleven in de grond. Nadere gegevens omtrent de restverontreiniging en verwijdering van de ondergrondse tank en verontreinigde grond zijn niet bekend. In 2001 bleek bij een nulsituatie bodemonderzoek (Adico) dat bij de tanks in de grond een lichte verontreiniging met tolueen aanwezig is. In maart 2007 is op de locatie een verkennend bodemonderzoek en in augustus 2007 een aanvullend en nader bodemonderzoek uitgevoerd. • •

Verkennend en aanvullend bodemonderzoek locatie Nieuwstraat 25 te Rijswijk, Van Vleuten Consult bv, kenmerk CV07053, d.d. 1 maart 2007. Verkennend, aanvullend en nader bodemonderzoek locatie Nieuwstraat 25 te Rijswijk, Van Vleuten Consult bv, kenmerk CV07053NBO, 13 augustus 2007.

In de bovenstaande onderzoeken zijn op een tweetal locaties (voormalige locatie tankcluster, ingang showroom) in de grond verontreinigingen met minerale olie aangetoond welke in beperkte mate zijn ingekaderd. Er heeft op deze locaties geen kwaliteitsbepaling van het grondwater plaatsgevonden. Voormalige locatie tankcluster Op de locatie van het voormalige tankcluster is over een oppervlakte van circa 150 m2 in de bodemlaag van 0,5-1,5 m -mv visueel een lichte tot sterke olie-water reactie aangetroffen. Op basis van deze zintuiglijke waarneming zijn grondmonsters ter analyse aangeboden. Uit de uitgevoerde analyses blijkt dat in één boring (B37) een sterke verontreiniging (> interventiewaarde) met minerale olie is aangetroffen (bodemlaag 1,0-1,5 m -mv). In de onderliggende bodemlaag (1,5-2,0 m -mv) is een lichte verontreiniging (> achtergrond-/streefwaarde) met minerale olie aangetoond. In de overige geanalyseerde (inkaderings)boringen zijn geen tot slechts lichte verontreinigingen met minerale olie aangetoond. Er heeft geen kwaliteitsbepaling van het grondwater plaatsgevonden op de locatie van de sterke verontreiniging met minerale olie. Op basis van de uitgevoerde inkadering is vooralsnog geen eenduidige omvangsbepaling van de verontreiniging met minerale olie aan te geven. Mogelijk betreft de aangetoonde verontreiniging een spotverontreiniging. Ingang showroom Op de locatie van de ingang van de showroom is in één boring (B45) in de bodemlaag van 0,6-2,0 m -mv een sterke verontreiniging met minerale olie en BTEXN aangetroffen. Deze verontreiniging is verticaal niet ingekaderd. Horizontaal is de verontreiniging in beperkte mate ingekaderd. Er heeft geen kwaliteitsbepaling van het grondwater plaatsgevonden op de locatie van de sterke verontreiniging met minerale olie. Op basis van de uitgevoerde inkadering is vooralsnog geen eenduidige omvangsbepaling van de verontreiniging met minerale olie aan te geven. Mogelijk betreft de aangetoonde verontreiniging een spotverontreiniging. Op het overige terrein zijn (ter plaatse van de verdachte en onverdachte deellocaties) ten hoogste lichte verontreinigingen voor de geanalyseerde parameters aangetroffen. Op basis van het in augustus 2007 uitgevoerde verkennend, aanvullend en nader bodemonderzoek is niet eenduidig de omvang van de op de locatie aangetoonde verontreinigingen aan te geven alsmede of sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging in het kader van de Wet bodembescherming.



2.3

Regionale bodemopbouw en geohydrologie

De bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie is, op basis van de gegevens van de grondwaterkaart Centrale Slenk (Oost-Brabant) van de Dienst grondwaterverkenning TNO, als volgt te beschrijven: tabel 1: geohydrologische bodemopbouw Diepte (m(m-mv) 0–6 6–43 43-92

Omschrijving Deklaag, bestaande uit de Neunen groep, voornamelijk grof zand met leem- en kleilaagjes Eerste watervoerende pakket, formatie van Sterksel, uiterst grof tot middel grof min of meer grindhoudende zanden Scheidende laag, formatie van Kedichem en Tegelen, fijne tot grove grindhoudende zanden, afgewisseld door kleilagen

De grondwaterstromingsrichting in het Eerste Watervoerende Pakket is noordwestelijk. Op de onderzoekslocatie is geen oppervlaktewater aanwezig. De onderzoekslocatie niet gesitueerd in een grondwaterbeschermingsgebied.

2.4

Onderzoeksstrategie

Het nader bodemonderzoek wordt gebaseerd op de Nederlandse Technische Afspraak “Bodem - Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van nader onderzoek – Onderzoek naar de aard en omvang van bodemverontreiniging” (NTA 5755, uit 2010). Op basis van de beschikbare informatie is voorgesteld op de onderstaande locaties aanvullend nader bodemonderzoek uit te voeren: A. voormalige locatie tankcluster (aanwezigheid en omvang van minerale olie in grond en grondwater); B. ingang (voormalige) showroom (aanwezigheid en omvang van minerale olie en BTEXN in grond en grondwater). Ten behoeve van het nader bodemonderzoek dienen de onderstaande onderdelen te worden beantwoord: 1. bepalen van de ernst (mate en omvang) van de bodemverontreiniging in grond en grondwater. 2. bepalen van de spoedeisendheid van de sanering van het geval van ernstige bodemverontreiniging. In bijlage 5 is het conceptueel model opgenomen.

Inkadering grondverontreiniging: Voor de inkadering/vaststellen van de omvang van de beide verontreinigingen in de grond worden in een raster van circa 5 x 5 meter een viertal boringen tot respectievelijk 2,0 m -mv (locatie A) en 2,5 m -mv (locatie B) geplaatst rondom de verdachte boringen uit het eerdere bodemonderzoek geplaatst. Dit betreft boring B37 bij locatie A en boring B45 bij locatie B. Van deze boringen wordt ter plaatse van locatie A de bodemlaag van 1,2-1,5 m -mv bemonsterd met een steekbus voor analyse op minerale olie en ter plaatse van locatie B wordt van de bodemlaag tussen 1,2-1,5 m -mv (zintuiglijk sterkst verontreinigde bodemlaag) een steekbus genomen voor analyse op minerale olie en BTEXN. Wanneer in de inkaderingsboringen zintuiglijk een verontreiniging (olie-water reactie) wordt aangetroffen zal het raster middels een volgende fase worden vergroot teneinde de verontreiniging zintuiglijk te hebben ingekaderd.

Vaststellen eventuele aanwezigheid grondwaterverontreiniging: Naast de boringen B37 (locatie A) en B45 (locatie B) zal één peilbuis (pb101 en pb 201) worden geplaatst om vast te stellen of de verontreiniging zich tevens verspreid heeft tot in het grondwater.



Tevens zal van deze boring de zintuiglijk schone bodemlaag onder de verontreinigde bodemlaag worden bemonsterd met behulp van een steekbus voor analyse op minerale olie en/of BTEXN (verticale inkadering). Het grondwater zal een week na plaatsing van de peilbuizen worden bemonsterd en worden geanalyseerd op minerale olie / BTEXN.



3

Uitgevoerd bodemonderzoek

De veldwerkzaamheden hebben plaatsgevonden in de periode van 31 januari 2013 tot 05 juni 2013 en zijn uitgevoerd door R. Heitman en E. Kütük. Het grondwatermonster is conform de norm minimaal één week na plaatsing van de peilfilters op 11, 28 februari en 15 maart 2013 genomen door de heer R. Heitman alsmede op 12 juni 2013 door de heer J.C. Kwakernaak. De werkzaamheden zijn aangenomen door vestiging Dordrecht en uitgevoerd door erkend personeel van vestiging Udenhout.

3.1

Onderzoeksmethode

Het veldwerk is uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000 - veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek en de bijbehorende protocollen 2001 en 2002. Tijdens de boorwerkzaamheden is de grond voortdurend zintuiglijk beoordeeld op de aanwezigheid van bodemvreemde materialen en verontreinigende stoffen. Er is onder andere gelet op indicaties voor verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten. Om de aanwezigheid van minerale olie en/of vluchtige aromaten te detecteren, is getest op een oliewaterreactie1. Verder zijn bij de uitvoering van het veldwerk het maaiveld (ter plaatse van de boringen) en de opgeboorde grond visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. De visuele inspectie is niet conform de NEN 5707 uitgevoerd en geeft alleen een indicatie van de aan- of afwezigheid van asbest op de locatie. De veldwerkers hebben met goed gevolg de cursus ‘asbest herkennen’ gevolgd.

3.2

Uitgevoerd onderzoeksprogramma

Het onderzoek ter plaatse van locatie A is gefaseerd uitgevoerd. Onderstaand is de uitvoering van het onderzoek bij locatie A alsmede locatie B beschreven.

Locatie A: Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden op locatie A (rondom boring B37, 100 serie boringen) is in oostelijke richting (boring 103) een matige olie-water reactie aangetroffen. Naar aanleiding van deze zintuiglijke matige olie-water reactie is circa 2,5 meter oostelijk een aanvullende boring (boring 106) geplaatst. Deze boring was zintuiglijk niet verontreinigd. Vanwege het feit dat het grondwater uit peilbuis 101 (naast boring B37) sterk verontreinigd was met minerale olie is een aanvullende inkadering (zowel horizontaal als verticaal) van het grondwater uitgevoerd (in twee fasen). Tijdens de eerste fase (1000 serie boringen) bleek dat in oostelijke richting (peilbuis 1002) het grondwater nog sterk verontreinigd was met minerale olie en in noordelijke richting (peilbuis 1005) nog matig verontreinigd. Derhalve is een 2e fase nader onderzoek naar de grondwaterverontreiniging uitgevoerd (2000 serie boringen).

Locatie B: Op locatie B (rondom boring B45) is de 200 serie boringen uitgevoerd.

In tabel 2 zijn de uitgevoerde werkzaamheden samengevat.

1

Een olie-waterreactie kan optreden door potentieel verontreinigde grond te mengen met water. Indien minerale olie aanwezig is, vormt zich een oliefilm of drijflaag. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat naarmate de dikte van de oliefilm of drijflaag toeneemt, het gehalte aan minerale olie eveneens toeneemt. De dikte van de oliefilm of drijflaag wordt in vijf gradaties weergegeven: geen, zwakke, matige, sterke en uiterste olie-waterreactie. Niet alle oliesoorten zijn echter op deze manier visueel waarneembaar. Uit ervaring is gebleken dat zwaardere oliesoorten en synthetische olie (bijvoorbeeld snijolie) visueel slecht tot niet waarneembaar zijn.



tabel 2: uitgevoerd onderzoeksprogramma Aantal boringen Aantal peilbuizen

Analyses grond Analyses grond vertihorizontale inkade- cale inkadering ring

Analyses water

4 x minerale olie en organische stof

2 x minerale olie en vluchtige aromaten (1 x herbemonstering PB101 ter verificatie) 5 x minerale olie en vluchtige aromaten (peilbuis 1002 is ter verificatie door het laboratorium opnieuw in duplo geanalyseerd) 5 x minerale olie en vluchtige aromaten

A. voormalig tankcluster (B37) 5 x tot 2,0 m –mv (102 t/m 106)

1* (101)

1 x minerale olie en organische stof

-

1** (1001) 4* (1002 t/m 1005)

-

-

5 (2001 t/m 2005)

-

B. ingang (voormalige) showroom (B45) 4 x tot 2,5 m -mv

m -mv * **

1

4 x minerale olie / vluchtige aromaten en organische stof

1 x minerale olie / 1 x minerale olie en vluchtige aromaten en vluchtige aromaten organische stof

meters beneden maaiveld filterstelling conform NEN 5740 filterstelling diep peilfilter (4,5-5,5 m-mv)

Naar aanleiding van het sterk verhoogde gehalte aan minerale olie in PB101 is een herbemonstering uitgevoerd om het verhoogde gehalte te bevestigen. Het eerste analyseresultaat is middels de uitgevoerde herbemonstering bevestigd. In het grondwater van pb 1002 is onverwacht (geen oliewaterreactie) een sterke verontreiniging met minerale olie gemeten met minerale olie. Het laboratorium heeft een heranalyse uitgevoerd welke de eerder gerapporteerde waarde heeft bevestigd. De voorbehandeling voor de monsters van grond en grondwater is conform AS3000 uitgevoerd. De analyses zijn uitgevoerd door de RvA geaccrediteerde laboratoria van ALcontrol te Rotterdam. De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 3. De locaties van de verrichte boringen en geplaatste peilbuizen zijn aangegeven op de overzichtstekening in bijlage 1.2.



4 4.1

Resultaten Ondiepe bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen

In bijlage 2 is de bodemopbouw van de onderzoekslocatie per boring weergegeven. Hierin zijn ook de zintuiglijke waarnemingen vermeld. Uit de boorprofielen blijkt dat de bodem tot overwegend 1,0/2,0 m -mv uit matig fijn, matig siltig kleiig zand bestaat. Onder de zandlaag bevindt zich een kleilaag tot maximale boordiepte van 5,5 m -mv. Plaatselijk wordt in de bodemlaag van 1,5 tot 2,0 m -mv een zwak kleiige veenlaag aangetroffen. Tijdens de veldwerkzaamheden is visueel geen asbestverdacht materiaal aangetroffen op het maaiveld (ter plaatse van de boringen) en in de opgeboorde grond. In de onderstaande tabel zijn de zintuiglijke waarnemingen met betrekking tot een olieverontreiniging per boring weergegeven. tabel 3: zintuiglijke waarnemingen Boring 101/1001 102 103 105 201 202

4.2

Diepte 0,0-2,2 0,8-1,0 0,7-1,0 0,5-0,9 0,0-1,0 0,0-0,5

Bodemopbouw Zand, matig fijn, zwak kleiig Zand, matig fijn Zand matig fijn, sterk humeus Zand, matig fijn Zand zeer fijn Zand, matig fijn

Zintuiglijke waarneming Sterke olie-water reactie Zwakke olie-water reactie Matige olie-water reactie Zwakke oliegeur Matige olie-water reactie Zwakke olie-water reactie

Bodemnormering

De NTA 5755 is de norm voor het uitvoeren van nader bodemonderzoek. Voor de beoordeling van de bodemkwaliteit worden de resultaten van de chemische analyses van grond- en grondwatermonsters getoetst aan de bodemnormen die zijn vastgesteld in de vigerende weten regelgeving, inclusief richtlijnen opgesteld door het ministerie van VROM (nu: I&M). Een korte toelichting op de geldende (land)bodemnormen is opgenomen in bijlage 6. Bijlage 7 bevat een overzicht van de weten regelgeving voor bodem. De volledige tekst van de bodemnormering is verkrijgbaar via www.overheid.nl.

4.3

Samenvatting toetsingsresultaten

De getoetste analyseresultaten en de waarden waaraan getoetst is, staan weergegeven in bijlage 4. In tabel 4 en 5 staan de stoffen vermeld die de toetsingswaarden voor de grond en het grondwater overschrijden.



tabel 4: overschrijding van de toetsingswaarden in de GrondBoringnummers Traject Zintuiglijke monsterwaarneming / code (m opmerking mv) Deellocatie A (voormalig tankcluster, B37) M6 101 2,2-2,7 Klei M7 102 0,8-1,0 Zand, zwakke oliewater reactie (steekbus) M8 104 0,7-0,9 Zand (steekbus) M9 105 0,7-0,9 Zand (steekbus) M10 106 0,6-0,8 Zand (steekbus) Deellocatie B (ingang vml. showroom, B45) M1 201 1,0-1,5 Klei M2 202 0,7-0,9 Zand (steekbus) M3 203 0,8-1,0 Zand (steekbus) M4 204 1,0-1,2 Zand (steekbus) M5 205 0,8-1,0 Zand (steekbus) > AW >T >I -

grondmonsters Horizontale / verticale inkadering

Uitgevoerde analyses

> AW

>T

>I

[mg/kg ds]

[mg/kg ds]

[mg/kg ds]

-

-

-

-

-

-

Verticale inkadering Horizontale inkadering

Minerale olie Minerale olie

Min. olie -

Horizontale inkadering Horizontale inkadering Horizontale inkadering

Minerale olie Minerale olie Minerale olie

-

Verticale inkadering Horizontale inkadering Horizontale inkadering Horizontale inkadering Horizontale inkadering

Minerale olie Minerale olie Minerale olie Minerale olie Minerale olie

/ BTEXN / BTEXN / BTEXN / BTEXN / BTEXN

Min. olie -

170

120

: gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde (licht verontreinigd) : gehalte groter dan de tussenwaarde ( (AW + I) / 2) en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (matig verontreinigd) : gehalte groter dan de interventiewaarde (sterk verontreinigd) : geen gehalten boven de betreffende toetsingswaarde



tabel 5: overschrijding van de toetsingswaarden in de grondwatermonsters PeilFilterstelling Grondwater- Opmerking Horizontale Elektrische buisstand / verticale geleidnummer (m -mv) inkadering baarheid (m -mv) (µS/cm) Deellocatie A (voormalig tankcluster, B37) 101 2,7-3,7 0,3 Vaststellen 1.170 aanwezigheid grondwaterverontreiniging 101 2,7-3,7 0,4 HerbemonsteHorizontale 1.090 ring inkadering 1001 4,5-5,5 0,6 Verticale 658 inkladering 1002 1,1-2,1 0,5 Horizontale 1.010 inkadering 1003 1,1-2,1 0,5 Horizontale 501 inkadering 1004 1,1-2,1 0,6 Horizontale 578 inkadering 1005 1,1-2,1 0,5 Horizontale 506 inkadering 1002 1,1-2,1 Duplometing Horizontale inkadering 1002 1,1-2,1 Duplometing Horizontale inkadering 2001 1,2-2,2 0,64 Horizontale 362 inkadering 2002 1,0-2,0 0,63 Horizontale 347 inkadering 2003 1,2-2,2 0,73 Horizontale 484 inkadering 2004 1,1-2,1 0,68 Horizontale 549 inkadering 2005 1,2-2,2 0,63 Horizontale 433 inkadering

Zuurgraad Troebelheid


(NTU)

>S

>T

>I

[µg/l]

[µg/l]

[µg/l]

6,7

143

Min. olie / BTEXN Benzeen Xylenen

0,25 3,6

Min. olie

5.900

6,9

120

Min. olie / BTEXN Xylenen

2,2

Min. olie

1.500

7,0

295

Min. olie

-

-

-

7,0

549

Min. olie

-

-

Min. olie

7,1

425

Min. olie

-

-

-

7,0

292

Min. olie

-

-

-

7,1

742

Min. olie

-

Min. olie

-

-

Min. olie

-

-

Min. olie

2.400

-

-

Min. olie

-

-

Min. olie

2.100

7,0

181

Min. olie

-

-

-

7,2

11,6

Min. olie

-

-

-

7,1

65

Min. olie

-

-

-

7,1

283

Min. olie

-

-

-

7,0

212

Min. olie

-

-

-

4.500

570 -



Vervolg tabel 5: overschrijding van de toetsingswaarden in de grondwatermonsters PeilFilterstelling Grondwater- Opmerking Horizontale Elektrische Zuurgraad buisstand / verticale geleidnummer (m -mv) inkadering baarheid (m -mv) (µS/cm) Deellocatie B (ingang vml. showroom, B45) 201 1,5-2,5 0,4 Vaststellen 636 7,0 aanwezigheid grondwaterverontreiniging >S >T >I NTU

Troebelheid (NTU) 15


>S

>T

>I

[µg/l]

[µg/l]

[µg/l]

Min. olie / BTEXN Benzeen Xylenen Naftaleen Min. olie

14 31 3,5 100

: concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde (licht verontreinigd) : concentratie groter dan de tussenwaarde ( (S + I) / 2) en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (matig verontreinigd) : concentratie groter dan de interventiewaarde (sterk verontreinigd) : geen concentratie boven de betreffende toetsingswaarde : Nephelometric Turbidity Unit; De in de NEN 5744 genoemde (maximale) troebelheid van 10 NTU is slechts indicatief. Als troebelheid hoger dan 10 NTU wordt geconstateerd, kan toch monsterneming plaatsvinden (mits elektrische geleidbaarheid gestabiliseerd is). Pas met de interpretatie van de analyseresultaten kan worden beoordeeld of troebelheid een probleem vormt (conform bijlage C van NEN 5744).



4.4

Interpretatie van de analyseresultaten / verontreinigingssituatie

In de paragrafen 4.4.1 en 4.4.2 worden per deellocatie de analyseresultaten geïnterpreteerd alsmede de verontreinigingssituatie

4.4.1

Deellocatie A (voormalig tankcluster, B37)

Grond: Tijdens het in 2007 uitgevoerde bodemonderzoek is in B37 in de bodemlaag van 1,0-1,5 m -mv een sterke verontreiniging (> interventiewaarde) met minerale olie aangetoond. Uit de uitgevoerde horizontale en verticale inkadering tijdens het voorliggende onderzoek blijkt dat alleen in verticale richting nog een lichte verontreiniging (> achtergrondwaarde) voor de parameter minerale olie is aangetoond. In horizontale richting zijn geen verhoogde waarden voor de parameter minerale olie aangetoond. Dit komt overeen met de visueel waargenomen oliewaterreacties. Op basis van de chromatogrammen is de olie te karakteriseren als een zwaardere olie (motorolie). Aangezien niet bekend is hoe de ligging van de tanks is geweest kan de verontreiniging niet aan een bron herleid worden. De oppervlakte van de sterke verontreiniging met minerale olie in de grond (ter plaatse van B37) bedraagt circa 25 m2 en is aangetoond in de bodemlaag van 1,0-1,5 m -mv. De omvang van de sterke verontreiniging bedraagt hiermee dan circa 12,5 m3 en betreft hiermee geen geval van ernstige bodemverontreiniging (< 25 m3 sterk verontreinigde grond).

Grondwater: Naast B37 is één peilbuis geplaatst (PB101) om vast te stellen of het grondwater eveneens verontreinigd is met minerale olie. Uit de analyseresultaten van het grondwater blijkt dat het grondwater sterk verontreinigd (> interventiewaarde) is met minerale olie en licht verontreinigd (> streefwaarde) met benzeen en xylenen. Uit de uitgevoerde horizontale en verticale inkadering (eerste fase) van het grondwater blijkt dat in oostelijke richting (PB1002) eveneens een sterke verontreiniging (> interventiewaarde) voor minerale olie is aangetoond en in noordelijke richting (PB1005) is nog een matige verontreiniging (> tussenwaarde) voor de parameter minerale olie vastgesteld. Uit de tweede fase inkadering (horizontaal in oostelijke en noordelijke richting) blijkt dat geen verhogingen ten opzichte van de streefwaarede meer zijn aangetoond. De oppervlakte van de matige grondwaterverontreiniging binnen deellocatie A bedraagt circa 160 m2 en heeft een omvang van circa 250 m3. Binnen de contour van de matige grondwaterverontreiniging is een sterke grondwaterverontreiniging aanwezig met een omvang van circa 125 m3. De grondwaterverontreiniging betreft hiermee een ernstig geval van bodemverontreiniging (> 100 m3 sterk verontreinigd grondwater).

4.4.2

Deellocatie B (ingang voormalige showroom, B45)

Grond: Tijdens het in 2007 uitgevoerde bodemonderzoek is in B45 in de bodemlaag van 0,6-2,0 m -mv een sterke verontreiniging (> interventiewaarde) met minerale olie en vluchtige aromaten aangetoond. Uit de uitgevoerde horizontale en verticale inkadering tijdens het onderhavige onderzoek blijkt dat alleen in verticale richting nog een lichte verontreiniging (> achtergrondwaarde) voor de parameter minerale olie is aangetoond. In horizontale richting zijn geen verhoogde waarde voor de parameter minerale olie aangetoond. De oppervlakte van de sterke verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten in de grond (ter plaatse van B45) bedraagt circa 15 m2 en is aangetoond in de bodemlaag van 0,6-2,0 m -mv.



De omvang van de sterke verontreiniging bedraagt hiermee dan circa 21 m3 en betreft hiermee geen geval van ernstige bodemverontreiniging (< 25 m3 sterk verontreinigde grond).

Grondwater: In het grondwater (peilbuis naast B45) zijn geen verontreinigingen met minerale olie en vluchtige aromaten aangetoond.



5

Conclusies en aanbevelingen

Middels het onderhavige onderzoek is de omvang van de verontreinigingen met minerale olie en/of vluchtige aromaten in zowel de grond als het grondwater op de locatie Nieuwstraat 25 te Rijswijk vastgesteld. Onderstaand is de verontreinigingssituatie per deellocatie samengevat. Deellocatie A (voormalig tankcluster, B37)

Grond: Uit het onderhavige nader onderzoek blijkt dat ter plaatse van boring B37 (onderzoek 2007) in de grond een sterke verontreiniging met minerale olie is aangetoond (boring 101). De oppervlakte van de sterke verontreiniging met minerale olie in de grond bedraagt circa 25 m2 en is aangetoond in de bodemlaag van 1,0-1,5 m -mv. De omvang van de sterke verontreiniging bedraagt hiermee dan circa 12,5 m3 en betreft hiermee geen geval van ernstige bodemverontreiniging.

Grondwater: In het grondwater ter plaatse van B37 (pb 101) zijn matige tot sterke verontreiniging met minerale olie aangetoond. De oppervlakte van de matige grondwaterverontreiniging binnen deellocatie A bedraagt circa 160 m2 en heeft een omvang van circa 250 m3. Binnen de contour van de matige grondwaterverontreiniging is een sterke grondwaterverontreiniging aanwezig met een omvang van circa 125 m3. De grondwaterverontreiniging betreft hiermee een geval van ernstige bodemverontreiniging. Deellocatie B (ingang voormalige showroom, B45)

Grond: Uit het onderhavige nader onderzoek blijkt dat ter plaatse van boring B45 (onderzoek 2007) in de grond een sterke verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten is aangetoond (B201). De oppervlakte van de sterke verontreiniging met minerale olie in de grond bedraagt circa 15 m2 en is aangetoond in de bodemlaag van 0,6-2,0 m -mv. De omvang van de sterke verontreiniging bedraagt hiermee dan circa 21 m3 en betreft hiermee geen geval van ernstige bodemverontreiniging. Het grondwater in de afperkende peilbuizen is niet verontreinigd met minerale olie en/of vluchtige aromaten. Gezien het feit dat de locatie ontwikkeld gaat worden is geen spoedeisendheid bepaald ten aanzien van de verontreiniging in het grondwater bij locatie A. Voor de voorgenomen ontwikkeling van de locatie (nieuwbouw van woningen) wordt geadviseerd de verontreinigingen met minerale olie en/of vluchtige aromaten in zowel de grond als het grond te saneren. Voor de uitvoering van de saneringswerkzaamheden dient voor de grondwatersanering een BUS-melding te worden opgesteld en ter goedkeuring te worden ingediend bij het bevoegd gezag. Vijf weken na het indien van een BUS-melding kan gestart worden met de saneringswerkzaamheden. De verwijdering van de verontreinigingen in de grond mogen in eigen beheer worden gesaneerd vanwege het feit dat deze geen geval van ernstige bodemverontreiniging betreffen en de hoeveelheid te ontgraven grond het volume van 50 m3 niet overschrijdt. Geadviseerd wordt deze verontreiniging wel op te nemen in de BUS-melding en de saneringswerkzaamheden gecombineerd uit te laten voeren. De saneringswerkzaamheden dienen door een BRL 7000 gecertificeerd aannemer te worden uitgevoerd onder milieukundige begeleiding van BRL 6000 gecertificeerd bedrijf. Bij werkzaamheden in de bodem dient rekening te worden gehouden met de veiligheidsmaatregelen conform de CROW-132 ‘werken met verontreinigde grond en grondwater’.



Het bodemonderzoek is een momentopname en een indicatie van de kwaliteit van grond en grondwater. Het bodemonderzoek heeft over het algemeen een geldigheid van twee tot vijf jaar. De exacte geldigheidstermijn is afhankelijk van het bevoegd gezag dat het onderzoek beoordeelt.


Bijlage

1

Tekeningen

Bijlage

1.1 Topografische ligging Schaal : zie schaallat

Bijlage

1.2 Overzichtstekening 1.2.1 Contour grondverontreiniging 1.2.2 Contour grondwaterverontreiniging Schaal 1 : 250

Bijlage

1.3 Kadastrale kaart + uittreksel Schaal 1 : 500

Uw referentie: 126314

12

29

Uittreksel Kadastrale Kaart

1724

11

2077

34

9

27

915 1918

2078

Nieuwstraat

25

De Geer

1821

23A

24

3077

26

1819

23

22

3076

3284

1822 32B

3285 3286 21

32

20

32A

1823

1750 2277 1751

1749 28 0m

Deze kaart is noordgericht Perceelnummer 25 Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 2 juli 2013 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers

12345

5m

25 m

Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel

WOUDRICHEM H 1821

Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

Kadastraal bericht object

pagina 1 van 1

Kadaster

Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: Uw referentie: Toestandsdatum:

WOUDRICHEM H 1821 Nieuwstraat 25 4284 VJ RIJSWIJK NB 126314 1-7-2013

2-7-2013 14:15:28

Kadastraal object Kadastrale aanduiding: Grootte: Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: Locatie:

WOUDRICHEM H 1821 23 a 70 ca 129769-423556 WONEN ERF - TUIN Nieuwstraat 25 4284 VJ RIJSWIJK NB Koopsom: € 750.000 (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: 7-9-1987

Jaar: 2008

Aantekening kadastraal object LOCATIEGEGEVENS ONTLEEND AAN BASISREGISTRATIES ADRESSEN EN GEBOUWEN Ontleend aan: ATG 75269 d.d. 21-9-2011 Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de gemeentelijke beperkingenregistratie en de kadastrale registratie.

Gerechtigde

EIGENDOM

B.M.N. PROJECTONTWIKKELING B.V. Kade 62 3371 EP HARDINXVELD-GIESSENDAM Zetel: HARDINXVELD-GIESSENDAM Recht ontleend aan: Eerst genoemde object in brondocument:

HYP4 54970/167 d.d. 1-7-2008 WOUDRICHEM H 1821

Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

Bijlage

1.4 Locatiefoto's Aantal pagina’s: 1

Foto 1

Foto 2

Nieuwstraat 25 te Rijswijk (NBr.) Nader bodemonderzoek

126314

2 juli 2013 Bijlage: 1.4

Bijlage

2

Boorprofielen Aantal pagina's : 6 (inclusief legenda)

Boring: 101

Boring: 102

Datum: 31-1-2013

Datum: 11-2-2013 0

0 1

braak Zand, matig fijn, zwak kleiïg, sterke olie-water reactie, donkergrijs

0 1

0 -7

braak

-20

Zand, matig fijn, lichtbruin

-50

Zand, matig fijn, matig siltig, donker bruingrijs

2 -50

-50

Zand, matig fijn, neutraalgrijs

3 2

-80

7

4

-100

-100

-100 3

Klei, sterk siltig, zwak humeus, geen olie-water reactie, lichtgrijs

5

-150

Zand, matig fijn, zwakke olie-water reactie, donker bruingrijs

-150 4

6

-200

-200

-200 5

-220

Klei, zwak humeus, geen olie-water reactie, lichtgrijs

6

-250

-300

8

-350

-370

Boring: 103

Boring: 104

Datum: 11-2-2013

Datum: 11-2-2013 0

0 1

braak Zand, matig fijn, matig siltig, zwak kleiïg, donker bruingrijs

-50

-50 2 3

-70

6

-100

-100


1


-50

-50

Zand, matig fijn, neutraalgrijs 2

Zand, matig fijn, sterk humeus, matige olie-water reactie, donker bruingrijs Klei, sterk siltig, zwak humeus, geen olie-water reactie, lichtgrijs

4

0

0

6 -100

-90

Zand, matig fijn, sterk humeus, geen olie-water reactie, donker bruingrijs

3 4

-150

-150

-150 5 5

-180 -181

Stuit onbekend

-200

-200


Boring: 105

Boring: 106

Datum: 11-2-2013

Datum: 11-2-2013 0

0 1


0

0 1


-40 -50

-50

Zand, matig fijn, geen olie-water reactie, zwakke oliegeur, neutraalgrijs

2 6 -100


-50 2 4

-80

-90


3

-100


3 -120

4 -150

-200

5

-200

Schaal: 1: 50

Projectnaam:

Nieuwstraat Rijswijk

Projectnummer

126314

Opdrachtgever

Bouwmaatschappij Midden Nederland B.V.

Boring: 201

Boring: 202

Datum: 29-1-2013

Datum: 29-1-2013 0

0 1

braak Zand, zeer fijn, zwak puinhoudend, matige olie-water reactie, donkerbruin

-50

0

0 1

-50

-50

Zand, zeer fijn, neutraalgrijs 2

2

8 7

-100

-100

-90

Klei, sterk siltig, lichtgrijs

-100


3

3 -150

braak Zand, matig fijn, zwakke olie-water reactie, lichtbruin

7

4

-150

-160

4

Veen, zwak kleiïg, donkerbruin

-180

5 -200

-200


5 -210

-220

Klei, sterk siltig, lichtgrijs Klei, sterk siltig, lichtgrijs

6

6

-250

-250

-250

-250

Boring: 203

Boring: 204

Datum: 29-1-2013

Datum: 29-1-2013 0 -5

0

klinker

1

-30

2

-50

-50

0

0

Zand, matig fijn, lichtbruin

1

Zand, zeer fijn, sterk puinhoudend, donkergrijs

braak Zand, matig fijn, zwak puinhoudend, lichtbruin

-40

Zand, zeer fijn, neutraalgrijs

-50


2

3 9 -100

-100

-100

Klei, sterk siltig, lichtgrijs 4

3

8

7

-120


6 4

-150

-150 5

-170

Veen, zwak kleiïg, donkerbruin Veen, zwak kleiïg, donkerbruin

-200

-160

6

5 -200

-200

7 -250

-250

Schaal: 1: 50

Projectnaam:


Projectnummer

126314

Opdrachtgever


Boring: 205

Boring: 1001

Datum: 29-1-2013

Datum: 6-3-2013 0

0 1

-20

braak Zand, matig fijn, lichtbruin

0

0

braak Zand, matig fijn, matig kleiïg, sterke olie-water reactie, donkergrijs

Zand, matig fijn, donkerbruin

2 -50

-50


-50

3 8 -100

-100

-100

Klei, sterk siltig, lichtgrijs 4

-150

-150 5

-170


6 -200

-200

-200


-220

7

Klei, matig siltig, matig humeus, ligniet, grind, geen olie-water reactie

-250

-250

-250

-300

-350

-400

-450

-500

-550

Boring: 1002

Boring: 1003

Datum: 6-3-2013

Datum: 6-3-2013 0

0

-550

braak Zand, matig fijn, donkergrijs

-50

0

0

braak Zand, matig fijn, zwak humeus, donker bruingrijs

-50

-100

-100


-150

-100

-150

-200

-200

-210

-150


-210

Schaal: 1: 50

Projectnaam:


Projectnummer

126314

Opdrachtgever


Boring: 1004

Boring: 1005

Datum: 6-3-2013

Datum: 6-3-2013 0

0

braak Zand, matig fijn, donker bruingrijs

-50

0

0 -7

klinker Zand, matig fijn, donker bruingrijs

-50

-100

-100


-150

-100

-100


-150

-200

-200

-210

Boring: 2001

Boring: 2002

Datum: 5-6-2013

Datum: 5-6-2013 0

0

klinker

0

-10 -30 -50

-50

Zand, matig grof, zwak grindig, geen olie-water reactie, licht bruingeel Klei, matig siltig, matig zandig, zwak humeus, donker grijsbruin

-100

-130

Klei, sterk siltig, zwak humeus, laagjes veen, geen olie-water reactie, lichtgrijs

0 -20

braak Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak kleiïg, matig humeus, geen olie-water reactie, donkerbruin Zand, matig fijn, matig siltig, lichtgrijs

-50

Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, lichtgrijs -100

-210

-80

Klei, sterk siltig, lichtgrijs -100

Klei, sterk siltig, lichtgrijs -150

-150 -180

-200

-200

-200

Klei, sterk siltig, laagjes veen, geen olie-water reactie, lichtgrijs

-220

Boring: 2003

Boring: 2004

Datum: 5-6-2013

Datum: 5-6-2013 0

0

klinker

0

-10 -30 -50

-50

-100

-100

-130

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak kleiïg, lichtgrijs Klei, sterk siltig, resten planten, geen olie-water reactie, lichtgrijs Klei, sterk siltig, geen olie-water reactie, lichtgrijs

-150

-20

Zand, matig grof, zwak grindig, geen olie-water reactie, licht bruingeel Klei, matig siltig, matig zandig, matig baksteenhoudend, geen olie-water reactie, donkerbruin

-200

0

braak Zand, matig grof, zwak grindig, geen olie-water reactie, licht bruingeel Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, sporen puin, geen olie-water reactie, licht grijsbruin

-50 -70

-100

-100

Zand, matig fijn, matig siltig, matig kleiïg, lichtgrijs Klei, sterk siltig, resten planten, lichtgrijs

-130

Klei, sterk siltig, geen olie-water reactie, lichtgrijs

-150

-200

-210

-220

Schaal: 1: 50

Projectnaam:


Projectnummer

126314

Opdrachtgever


Boring: 2005 Datum: 5-6-2013 0

0

-20 -40

-50 -70

-100

-100

braak Zand, matig grof, zwak grindig, geen olie-water reactie, licht bruingeel Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, geen olie-water reactie, donkerbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, lichtgrijs Klei, sterk siltig, zwak humeus, resten planten, geen olie-water reactie, lichtgrijs Klei, sterk siltig, geen olie-water reactie, lichtgrijs

-150 -170

-200

-200

-220

Klei, sterk siltig, zwak humeus, laagjes veen, geen olie-water reactie, licht grijsbruin Veen, donkerbruin

Schaal: 1: 50

Projectnaam:


Projectnummer

126314

Opdrachtgever


Legenda (conform NEN 5104) grind

klei

geur

Grind, siltig

Klei, zwak siltig

Grind, zwak zandig

Klei, matig siltig

geen geur zwakke geur matige geur sterke geur

Grind, matig zandig

Klei, sterk siltig

Grind, sterk zandig

Klei, uiterst siltig

Grind, uiterst zandig

Klei, zwak zandig

uiterste geur

olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig

Klei, sterk zandig

zand

uiterste olie-water reactie

p.i.d.-waarde >0

Zand, kleiïg

>1 >10 Zand, zwak siltig

>100

leem

>1000

Zand, matig siltig

Leem, zwak zandig

>10000

Zand, sterk siltig

Leem, sterk zandig

monsters geroerd monster

Zand, uiterst siltig

overige toevoegingen zwak humeus

veen Veen, mineraalarm

matig humeus

ongeroerd monster volumering

overig bijzonder bestanddeel

Veen, zwak kleiïg

sterk humeus

Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand

Veen, sterk kleiïg

zwak grindig

Veen, zwak zandig

matig grindig

Veen, sterk zandig

sterk grindig

Gemiddeld laagste grondwaterstand slib

water

peilbuis blinde buis

casing

hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand

bentoniet afdichting

filter

Bijlage

3

Analyserapporten

Bijlage

3.1 Analyserapport(en) grond Laboratorium : ALcontrol Certificaatnr(s). : 11868877 / 11859760 Aantal pagina's : 5 / 8

ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl

Analyserapport

BK Bodem BV F.J.A. Stelten Postbus 264 1970 AG IJMUIDEN

Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer

Blad 1 van 5

: Nieuwstraat Rijswijk : 126314 : 11862877, versie nummer: 1

Rotterdam, 18-02-2013

Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 126314. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,

R. van Duin Laboratory Manager

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

BK Bodem BV F.J.A. Stelten Projectnaam Projectnummer Rapportnummer

Blad 2 van 5

Analyserapport Nieuwstraat Rijswijk

Orderdatum 11-02-2013 Startdatum 11-02-2013 Rapportagedatum 18-02-2013

126314 - 1

11862877

Analyse

Eenheid

Q

001

002

003

004

droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten

gew.-% g g

S S S

78.9 <1 geen

77.0 <1 geen

77.7 <1 geen

78.0 <1 geen

organische stof (gloeiverlies)

% vd DS

S

0.7

0.9

0.9

1.2

MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40

mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds

S

<5 <5 <5 <5 <20

<5 <5 <5 <5 <20

<5 <5 <5 <5 <20

<5 <5 <5 9 <20

De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.

Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001

Grond (AS3000)

M10 106 (60-80)

002

Grond (AS3000)

M7 102 (80-100)

003

Grond (AS3000)

M8 104 (70-90)

004

Grond (AS3000)

M9 105 (70-90)

Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286


Blad 3 van 5

Analyserapport Nieuwstraat Rijswijk 126314 11862877

- 1


Monster beschrijvingen

001

*

De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.

002

*


003

*


004

*




Blad 4 van 5



126314 11862877

- 1

Analyse

Monstersoort

Relatie tot norm

droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) totaal olie C10 - C40

Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)

Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, Grond (AS3000): conform AS3010-2 Conform AS3000, NEN 5709 Idem Conform AS3010-3, gelijkwaardig aan NEN 5754. Conform prestatieblad 3010-7 Gelijkwaardig aan NEN-EN-ISO 16703

Monster

Barcode

Aanlevering

Monstername

Verpakking

001 002 003 004

L2118423 L2118424 L2118426 L2118427

11-02-2013 11-02-2013 11-02-2013 11-02-2013

11-02-2013 11-02-2013 11-02-2013 11-02-2013

ALC211 ALC211 ALC211 ALC211



Blad 5 van 5



126314 11862877

- 1

Monsternummer:

004


M9105 (70-90)

Karakterisering naar alkaantraject benzine

C9-C14

kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie

C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36

De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.



Analyserapport



Blad 1 van 8







Blad 2 van 8



126314 - 1

11859760

Analyse

Eenheid

Q

001


gew.-% g g

S S S

69.6 <1 geen

81.2 <1 geen

78.7 <1 geen

70.3 <1 geen

82.2 <1 geen


% vd DS

S

4.5

<0.5

<0.5

1.9

<0.5

VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) totaal BTEX (0.7 factor) naftaleen

mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds

S S S S S S S S

<0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.1 0.105 0.21 <0.1

<0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.1 0.105 0.21 <0.1

<0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.1 0.105 0.21 <0.1

<0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.1 0.105 0.21 <0.1

<0.05 <0.05 <0.05 <0.05 <0.1 0.105 0.21 <0.1



S

<5 <5 54 71 120

1) 1)

002

<5 <5 <5 <5 <20

1) 1)

003

<5 <5 <5 <5 <20

1) 1)

004

1) 1)

<5 <5 <5 <5 <20


Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001

Grond (AS3000)

M1 201 (100-150)

002

Grond (AS3000)

M2 202 (70-90)

003

Grond (AS3000)

M3 203 (80-100)

004

Grond (AS3000)

M4 204 (100-120)

005

Grond (AS3000)

M5 205 (80-100)


005

<5 <5 <5 <5 <20

1) 1)


Blad 3 van 8


- 1



001

*


002

*


003

*


004

*


005

*


Voetnoten 1

De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000



Blad 4 van 8



126314 - 1

11859760

Analyse

Eenheid

Q

006


gew.-% g g

S S S

53.3 <1 geen


% vd DS

S

8.4



S

<5 51 82 36 170


Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

006

Grond (AS3000)

M6 101 (220-270)



Blad 5 van 8


- 1



006

*




Blad 6 van 8



126314 11859760

- 1

Analyse

Monstersoort

Relatie tot norm

droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) naftaleen totaal olie C10 - C40

Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)

Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, Grond (AS3000): conform AS3010-2 Conform AS3000, NEN 5709 Idem Conform AS3010-3, gelijkwaardig aan NEN 5754. Conform AS3030-1 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform prestatieblad 3010-7 Gelijkwaardig aan NEN-EN-ISO 16703

Monster

Barcode

Aanlevering

Monstername

Verpakking

001 002 003 004 005 006

Y4169044 A5072787 A5072786 A5072784 A5072785 Y3925526

29-01-2013 31-01-2013 31-01-2013 31-01-2013 31-01-2013 31-01-2013

29-01-2013 31-01-2013 31-01-2013 31-01-2013 31-01-2013 31-01-2013

ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201



Blad 7 van 8



126314 11859760

- 1

Monsternummer:

001


M1201 (100-150)


C9-C14


C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36




Blad 8 van 8



126314 11859760

- 1

Monsternummer:

006


M6101 (220-270)


C9-C14


C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36



Bijlage

3.2 Analyserapport(en) grondwater Laboratorium : ALcontrol Certificaatnr(s). : 11862878 / 11868217 / 11873241 / 11877268 / 11901527 Aantal pagina's : 6 / 5 / 6 / 7 / 6


Analyserapport



Blad 1 van 6







Blad 2 van 6



126314 11862878

- 1

Analyse

Eenheid

Q


µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

S S S S S S


µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

001

S

0.25 0.88 0.27 3.0 0.67 3.6 5.0 <0.70

S

30 1900 3100 840 5900

1)

002

14 2.8 3.4 6.1 25 31 51 3.5

80 25 <25 <25 100


Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001

Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)

101-1-1 101 (270-370)

002

201-1-1 201 (150-250)



Blad 3 van 6


- 1



001

*


002

*


Voetnoten 1

Verhoogde rapportagegrens i.v.m. storende matrix.



Blad 4 van 6



126314 11862878

- 1

Analyse

Monstersoort

Relatie tot norm

benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) naftaleen totaal olie C10 - C40

Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)

Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Conform AS3130-1 Conform AS3110-5

Monster

Barcode

Aanlevering

Monstername

Verpakking

001 001 002 002

G8434174 G8434181 G8434177 G8434179

11-02-2013 11-02-2013 11-02-2013 11-02-2013

11-02-2013 11-02-2013 11-02-2013 11-02-2013

ALC236 ALC236 ALC236 ALC236



Blad 5 van 6



126314 11862878

- 1

Monsternummer:

001


101-1-1101 (270-370)


C9-C14


C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36




Blad 6 van 6



126314 11862878

- 1

Monsternummer:

002


201-1-1201 (150-250)


C9-C14


C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36




Analyserapport



Blad 1 van 5







Blad 2 van 5



126314 11868217

- 1

Analyse

Eenheid

Q


µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

S S S S S S



001

S

<0.2 0.51 <0.2 1.8 0.43 2.2 3.0 <0.05

S

<25 490 780 250 1500


Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001

Grondwater (AS3000)

101-1-2 101 (270-370)



Blad 3 van 5


- 1



001

*




Blad 4 van 5



126314 11868217

- 1

Analyse

Monstersoort

Relatie tot norm

benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) naftaleen totaal olie C10 - C40

Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)

Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Conform AS3130-1 Conform AS3110-5

Monster

Barcode

Aanlevering

Monstername

Verpakking

001 001

G8438714 G8438719

28-02-2013 01-03-2013

28-02-2013 28-02-2013

ALC236 ALC236



Blad 5 van 5



126314 11868217

- 1

Monsternummer:

001


101-1-2101 (270-370)


C9-C14


C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36




Analyserapport



Blad 1 van 6

: Nieuwstraat Rijswijk : 126314 : 11873241, versienummer: 1






Blad 2 van 6



126314 11873241

- 1

Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001

Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)

1001-1-1 1001 (450-550)

002 003 004 005

1002-1-1 1002 (110-210) 1003-1-1 1003 (110-210) 1004-1-1 1004 (110-210) 1005-1-1 1005 (110-210)

Analyse

Eenheid



Q

S

001

<25 <25 <25 <25 <100

002

35 860 2900 660 4500

003

<25 <25 <25 <25 <100

004

<25 <25 <25 <25 <100

De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.


005

<25 210 290 65 570


Blad 3 van 6


- 1



001

*


002

*


003

*


004

*


005

*




Blad 4 van 6



126314 11873241

- 1

Analyse

Monstersoort

Relatie tot norm

totaal olie C10 - C40

Grondwater (AS3000)

Conform AS3110-5

Monster

Barcode

Aanlevering

Monstername

Verpakking

001 001 002 002 003 003 004 004 005 005

G8437176 G8437787 G8437173 G8437782 G8437784 G8437785 G8437773 G8437778 G8437772 G8437779

18-03-2013 18-03-2013 18-03-2013 18-03-2013 18-03-2013 15-03-2013 18-03-2013 18-03-2013 18-03-2013 18-03-2013

15-03-2013 15-03-2013 15-03-2013 15-03-2013 15-03-2013 15-03-2013 15-03-2013 15-03-2013 15-03-2013 15-03-2013

ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236



Blad 5 van 6



126314 11873241

- 1

Monsternummer:

002


1002-1-11002 (110-210)


C9-C14


C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36




Blad 6 van 6



126314 11873241

- 1

Monsternummer:

005


1005-1-11005 (110-210)


C9-C14


C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36




Analyserapport

HERANALYSE Jessica Steenhouwerstraat 15 3194 AG HOOGVLIET


Blad 1 van 6

: heranalyse opdracht 11873241 : 126314 : 11877268, versienummer: 1





HERANALYSE Jessica Projectnaam Projectnummer Rapportnummer

Blad 2 van 6

Analyserapport heranalyse opdracht 11873241 11877268

- 1

Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001

Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)

11873241-002

002


126314

11873241-002 duplo

Analyse

Eenheid



Q

S

001

60 730 1300 320 2400

002

40 570 1200 290 2100




Blad 3 van 6

Analyserapport heranalyse opdracht 11873241 126314 11877268

- 1



001

*


002

*




Blad 4 van 6

Analyserapport heranalyse opdracht 11873241


126314 11877268

- 1

Analyse

Monstersoort

Relatie tot norm


Grondwater (AS3000)

Conform AS3110-5

Monster

Barcode

Aanlevering

Monstername

Verpakking

001 002

G8437782 G8437782

18-03-2013 18-03-2013

15-03-2013 15-03-2013

ALC236 ALC236



Blad 5 van 6


- 1

Monsternummer:

001


11873241-002



C9-C14


C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36




Blad 6 van 6


- 1

Monsternummer:

002


11873241-002 duplo



C9-C14


C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36




Analyserapport

BK Bodem BV Frank Stelten Postbus 264 1970 AG IJMUIDEN


Blad 1 van 6

: Nieuwstraat te Rijswijk : 126314 : 11901527, versienummer: 1





BK Bodem BV Frank Stelten Projectnaam Projectnummer Rapportnummer

Blad 2 van 6

Analyserapport Nieuwstraat te Rijswijk


126314 11901527

- 1

Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001

Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)

PB2001

002 003 004 005

PB2002 PB2003 PB2004 PB2005

Analyse

Eenheid



Q

S

001

<25 30 <25 <25 <100

002

<25 <25 <25 <25 <100

003

<25 <25 <25 <25 <100

004

<25 25 <25 <25 <100



005

<25 <25 <25 <25 <100


Blad 3 van 6

Analyserapport Nieuwstraat te Rijswijk 126314 11901527

- 1



001

*


002

*


003

*


004

*


005

*




Blad 4 van 6

Analyserapport Nieuwstraat te Rijswijk


126314 11901527

- 1

Analyse

Monstersoort

Relatie tot norm


Grondwater (AS3000)

Conform AS3110-5

Monster

Barcode

Aanlevering

Monstername

Verpakking

001 001 002 002 003 003 004 004 005 005

G8437618 G8437647 G8443983 G8443989 G8443984 G8443990 G8437654 G8444201 G8437653 G8444202

12-06-2013 13-06-2013 13-06-2013 12-06-2013 13-06-2013 13-06-2013 13-06-2013 13-06-2013 13-06-2013 13-06-2013

12-06-2013 12-06-2013 12-06-2013 12-06-2013 12-06-2013 12-06-2013 12-06-2013 12-06-2013 12-06-2013 12-06-2013

ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236



Blad 5 van 6


- 1

Monsternummer:

001


PB2001



C9-C14


C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36




Blad 6 van 6


- 1

Monsternummer:

004


PB2004



C9-C14


C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36



Bijlage

4

Getoetste analyseresultaten en toetsingstabellen

Bijlage

4.1 Getoetste analyseresultaten en toetsingstabel(len) grond Aantal pagina's : 11

Projectnaam Projectcode

Nieuwstraat Rijswijk 126314

Tabel: Analyseresultaten grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven) Monstercode Bodemtype1)

droge stof(gew.-%) gewicht artefacten(g) aard van de artefacten(g)

organische stof (gloeiverlies)(% vd DS) VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) totaal BTEX (0.7 factor) naftaleen MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40

M11 1

M22 2

M33 2

69,6 <1 Geen

----

81,2 <1 Geen

----

78,7 <1 Geen

----

4,5

--

<0,5

--

<0,5

--

<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 -<0,1 -0,105 0,21 -<0,1 --

<5 <5 54 71 120

----*

<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 -<0,1 -0,105 a 0,21 -<0,1 --

<5 <5 <5 <5 <20

-----

<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 -<0,1 -0,105 a 0,21 -<0,1 --

<5 <5 <5 <5 <20

-----

Monstercode en monstertraject 11859760-001 M1 201 (100-150) 11859760-002 M2 202 (70-90) 3 11859760-003 M3 203 (80-100) 1 2

De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr. 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009. De gehalten die de betreffende achtergrondwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis. 1)

De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing zijn de grond (as3000) monsters ingedeeld in de volgende bodemtypen: (als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.) 1: lutum 25% ; humus 4.5% 2: lutum 25% ; humus 0.5%





organische stof (gloeiverlies)(% vd DS) VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) totaal BTEX (0.7 factor) naftaleen MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40

M41 3

M52 2

M63 4

70,3 <1 Geen

----

82,2 <1 Geen

----

53,3 <1 Geen

----

1,9

--

<0,5

--

8,4

--

<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 -<0,1 -0,105 a 0,21 -<0,1 --

<5 <5 <5 <5 <20

-----

<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 -<0,1 -0,105 a 0,21 -<0,1 --

<5 <5 <5 <5 <20

-----

-

<5 51 82 36 170

----*

Monstercode en monstertraject 11859760-004 M4 204 (100-120) 2 11859760-005 M5 205 (80-100) 3 11859760-006 M6 101 (220-270) 1


De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing zijn de grond (as3000) monsters ingedeeld in de volgende bodemtypen: (als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.) 3: lutum 25% ; humus 1.9% 2: lutum 25% ; humus 0.5% 4: lutum 25% ; humus 8.4%





organische stof (gloeiverlies)(% vd DS) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40

M101 5

M72 6

M83 6

78,9 <1 Geen

----

77,0 <1 Geen

----

77,7 <1 Geen

----

0,7

--

0,9

--

0,9

--

<5 <5 <5 <5 <20

-----

<5 <5 <5 <5 <20

-----

<5 <5 <5 <5 <20

-----

Monstercode en monstertraject 11862877-001 M10 106 (60-80) 2 11862877-002 M7 102 (80-100) 3 11862877-003 M8 104 (70-90) 1


De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing zijn de grond (as3000) monsters ingedeeld in de volgende bodemtypen: (als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.) 5: lutum 25% ; humus 0.7% 6: lutum 25% ; humus 0.9%





organische stof (gloeiverlies)(% vd DS) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40

M91 7

78,0 <1 Geen

----

1,2

--

<5 <5 <5 9 <20

-----

Monstercode en monstertraject 11862877-004 M9 105 (70-90)

1


De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing zijn de grond (as3000) monsters ingedeeld in de volgende bodemtypen: (als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.) 7: lutum 25% ; humus 1.2%

Tabel: Toetsingswaarden voor grond (as3000) (I&M-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven Toetsingswaarden1)

VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen (0.7 factor) MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40

1)

AW 1/2(AW+I) I AS3000

AW

0,090 0,090 0,090 0,20 86

1/2(AW+I)

0,29 7,2 25 3,9 1168

I

0,50 14 50 7,6 2250

AS3000 eis

0,25 0,25 0,25 0,52 190

achtergrondwaarde gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde interventiewaarde laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008.

De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsings waarden zijn van toepassing op het volgende bodem type: 1: lutum 25%; humus 4.5%



1)

AW 1/2(AW+I) I AS3000

AW

0,040 0,040 0,040 0,090 38

1/2(AW+I)

0,13 3,2 11 1,7 519

I

0,22 6,4 22 3,4 1000

AS3000 eis

0,25 0,25 0,25 0,52 190





1)

AW 1/2(AW+I) I AS3000

AW

0,040 0,040 0,040 0,090 38

1/2(AW+I)

0,13 3,2 11 1,7 519

I

0,22 6,4 22 3,4 1000

AS3000 eis

0,25 0,25 0,25 0,52 190




AW

MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40

160

1)

AW 1/2(AW+I) I AS3000

1/2(AW+I)

2180

I

4200

AS3000 eis

190




AW

1/2(AW+I)


38

519

1)

AW 1/2(AW+I) I AS3000

I

1000

AS3000 eis

190




AW

1/2(AW+I)


38

519

1)

AW 1/2(AW+I) I AS3000

I

1000

AS3000 eis

190




AW

1/2(AW+I)


38

519

1)

AW 1/2(AW+I) I AS3000

I

1000

AS3000 eis

190



Bijlage

4.2 Getoetste analyseresultaten en toetsingstabel grondwater Aantal pagina's : 6



Tabel: Analyseresultaten grondwater (as3000) monsters (gehalten in µg/l, tenzij anders aangegeven) Monstercode

VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) totaal BTEX (0.7 factor) naftaleen MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40

101-1-11

0,25 0,88 0,27 3,0 0,67 3,6 5,0 <0,70

30 1900 3100 840 5900

201-1-12

*

--* -*#b

----***

14 2,8 3,4 6,1 25 31 51 3,5

80 25 <25 <25 100

101-1-23

*

--* -*

----*

<0,2 0,51 <0,2 1,8 0,43 2,2 3,0 <0,05

<25 490 780 250 1500

--* -a

----***

Monstercode en monstertraject 11862878-001 101-1-1 101 (270-370) 11862878-002 201-1-1 201 (150-250) 3 11868217-001 101-1-2 101 (270-370) 1 2

De resultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld Circulaire Bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012. De gehalten die de betreffende streefwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de streefwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis.





1001-1-11

<25 <25 <25 <25 <100

1002-1-12

----a

35 860 2900 660 4500

1003-1-13

----***

<25 <25 <25 <25 <100

----a

Monstercode en monstertraject 11873241-001 1001-1-1 1001 (450-550) 2 11873241-002 1002-1-1 1002 (110-210) 3 11873241-003 1003-1-1 1003 (110-210) 1






1004-1-11

<25 <25 <25 <25 <100

1005-1-12

----a

<25 210 290 65 570

11873241-0023

----**

60 730 1300 320 2400

----***

Monstercode en monstertraject 11873241-004 1004-1-1 1004 (110-210) 2 11873241-005 1005-1-1 1005 (110-210) 3 11877268-001 11873241-002 1



heranalyse opdracht 11873241 126314



11873241-002 PB20012 duplo1

40 570 1200 290 2100

----***

<25 30 <25 <25 <100

PB20023

----a

<25 <25 <25 <25 <100

----a

Monstercode en monstertraject 11877268-002 11873241-002 duplo 11901527-001 PB2001 3 11901527-002 PB2002 1 2



Nieuwstraat te Rijswijk 126314



PB20031

<25 <25 <25 <25 <100

PB20042

----a

<25 25 <25 <25 <100

PB20053

----a

<25 <25 <25 <25 <100

----a

Monstercode en monstertraject 11901527-003 PB2003 2 11901527-004 PB2004 3 11901527-005 PB2005 1


Tabel: Toetsingswaarden voor grondwater (as3000) 1)

S

VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen (0.7 factor) naftaleen MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40

1)

S 1/2(S+I) I AS3000

0,20 7,0 4,0 0,20 0,01 50

1/2(S+I)

I

15 504 77 35 35

30 1000 150 70 70

325

600

AS3000

0,20 7,0 4,0 0,21 0,050 100

streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondwaterprotocollen 3110 t/m 3190 versie 3,25 juni 2008.

Bijlage

5

Conceptueel model Aantal pagina's : 1

Conceptueel model (nader bodemonderzoek) Het conceptueel model is een schematische beschrijving en/of visualisatie van de (veronderstelde) verontreinigingssituatie (bron, aard, mate en verdeling van de verontreiniging), het systeem waarin de verontreiniging zich bevindt (bodemopbouw), welke processen van invloed zijn op de verspreiding (geochemie, geohydrologie) en de receptoren van die verontreiniging (bodemgebruik, bedreigde objecten). Aanleiding Aangezien er in het verkennend bodemonderzoek ter plaatse van B37 en B45 een gehalte aan minerale olie en/of vluchtige aromaten boven de interventiewaarde is aangetoond, wordt aansluitend op het verkennend bodemonderzoek een nader bodemonderzoek uitgevoerd. Doel Het conceptueel model wordt in eerste instantie gebruikt als basis voor het bepalen van de onderzoeksstrategie van het nader bodemonderzoek. Op basis van de beschikbare gegevens wordt een verwachting geformuleerd met betrekking tot de verontreinigingssituatie (hypothese). De leemtes in informatie over de verontreinigingssituatie vormen de basis voor onderzoeksvragen. Deze bepalen de onderzoeksstrategie. Na uitvoering van het nader bodemonderzoek op basis van de gekozen strategie wordt het conceptueel model bijgesteld. Zo ontwikkeld het conceptueel model zich van een hypothetisch model naar een meer op de feitelijke situatie aansluitend model. Invulling conceptueel model tabel 1: conceptueel model Gegevens (vermoedelijke) verontreinigingsbron Aard van de verontreiniging Mate van verontreiniging in grond Mate van verontreiniging in grondwater

Verdeling van verontreiniging Mogelijk verontreinigingspad

Potentiële risico’s bij huidig of toekomstig bodemgebruik

Bedreigde objecten

Gebruik van de locatie tankstation en garagebedrijf Bovengrond, niet verontreinigd Ondergrond, sterk verontreingd (> interventiewaarde) Op de locaties van de grondverontreiniging nog niet eerder vastgesteld, dient middels nader onderzoek te worden bepaald heterogeen verspreiding met grondwaterstroming (vert. en/of hor. richting) Humaan risico Ecologisch risico Verspreidingsrisico Vooralsnog niet aanwezig, in toekomstige situatie mogelijk woningbouw

Onderzoeksvragen 1 Bepalen ernst (aard, mate en omvang) van de bodemverontreiniging

Bijlage

6

Bodemnormering Aantal pagina's : 3


BIJLAGE 6

Overzicht (land)bodemnormen

Toetsingswaarden voor grond en grondwater Op 3 april 2012 is de gewijzigde Circulaire Bodemsanering 2009 (Staatscourant 2012, nr. 6563, 3 april 2012) gepubliceerd en op 1 juli 2008 is het Besluit bodemkwaliteit (Staatsblad 2007, 469) in werking getreden. In bijlage 1 bij deze circulaire zijn de streefwaarden (S) grondwater en de herziene interventiewaarden (I) voor grond en grondwater opgenomen. In het Besluit bodemkwaliteit zijn de achtergrondwaarden (AW) en de Maximale Waarden Wonen (WO) en Industrie (IND) voor grond opgenomen. Deze achtergrondwaarden vervangen de streefwaarden voor grond. Een toelichting op de Maximale Waarden is opgenomen in de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant 2007, nr. 247). Interventiewaarde asbest en INEV’s In bijlage 1 van de circulaire is ook de in de Beleidsbrief asbest (Tweede Kamer, 2004, 28 663 en 28 199, nr. 15) aangekondigde interventiewaarde voor asbest opgenomen. Ook zijn de indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging (INEV’s) voor een aantal verontreinigende stoffen in grond en grondwater in de circulaire opgenomen. Het betreffen stoffen van de tweede, derde en vierde tranche afleiding interventiewaarden. Op basis van twee redenen is een indicatief niveau voor ernstige verontreiniging aangegeven en geen interventiewaarde: 1. er zijn geen gestandaardiseerde meet- en analysevoorschriften beschikbaar of binnenkort te verwachten. 2. de ecotoxicologische onderbouwing van de interventiewaarde is niet aanwezig of minimaal en in het laatste geval lijkt het erop dat de ecotoxicologische effecten kritischer zijn dan de humaantoxicologische effecten. De ecotoxicologische onderbouwing dient te voldoen aan de volgende criteria: a. er dienen minimaal vier toxiciteitsgegevens beschikbaar te zijn voor minimaal twee taxonomische groepen; b. voor metalen dienen alle gegevens betrekking te hebben op het compartiment bodem; c. voor organische stoffen mogen maximaal twee gegevens via evenwichtspartitie uit gegevens voor het compartiment water zijn afgeleid; d. er dienen minimaal twee gegevens voor individuele soorten beschikbaar te zijn. Indien aan een of meer van deze criteria niet is voldaan en indien ecotoxicologische effecten kritischer zijn dan humaantoxicologische effecten, wordt volstaan met het vaststellen van een indicatief niveau voor ernstige verontreiniging. De indicatieve niveaus hebben een grotere mate van onzekerheid dan de interventiewaarden. De status van de indicatieve niveaus is daarom niet gelijk aan de status van de interventiewaarde. Over- of onderschrijding van de indicatieve niveaus heeft derhalve niet direct consequenties voor wat betreft het nemen van een beslissing over de ernst van de verontreiniging door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dient daarom naast de indicatieve niveaus ook andere overwegingen te betrekken bij de beslissing of er sprake is van ernstige verontreiniging.



Bodemfuncties en bodemfunctieklassen Er zijn zeven bodemfuncties geclusterd tot drie bodemfunctieklassen. Voor elke bodemfunctieklasse is één generieke norm afgeleid voor blijvende geschiktheid, op basis van het meest gevoelige scenario binnen de bodemfunctieklasse. De indeling van de bodemfuncties in bodemfunctieklassen is hieronder weergegeven. Tevens is de naam van de generieke norm voor blijvende geschiktheid weergegeven. indeling in bodemfunctieklassen en naam bodemnorm afgeleide generieke bodemnorm voor blijvende geschiktheid (bovengrond)

bodemfuncties die één bodemfunctieklasse vormen

Achtergrondwaarden (klasse AW)

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Maximale Waarde wonen (klasse WO)

Maximale Waarde industrie (klasse IND)

landbouw natuur moestuinen-volkstuinen wonen met tuin plaatsen waar kinderen spelen groen met natuurwaarden ander groen, bebouwing, infrastructuur, industrie

Tussenwaarde In de NEN 5740:2009 is het criterium voor nader bodemonderzoek, de zogenoemde tussenwaarde (T), gedefinieerd als het gemiddelde van de achtergrondwaarden en de interventiewaarden voor grond. Voor grondwater is de tussenwaarde gedefinieerd als het gemiddelde van streef- en interventiewaarden voor grondwater. Als een gehalte van een verontreinigende parameter in grond of de concentratie in grondwater de tussenwaarde overschrijdt, behoort in beginsel nader onderzoek (NO) te worden uitgevoerd, omdat het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat. Samenvatting (land)bodemnormering Grond > AW

> WO > IND >T >I > INEV

gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde gehalte groter dan de maximale waarde wonen gehalte groter dan de maximale waarde industrie gehalte groter dan de tussenwaarde (AW + I) / 2) en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde gehalte groter dan de interventiewaarde gehalte groter dan het indicatieve niveau voor ernstige verontreiniging

licht verontreinigd

concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde (licht verontreinigd) concentratie groter dan de tussenwaarde ( (S + I) / 2) en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (matig verontreinigd) concentratie groter dan de interventiewaarde (sterk verontreinigd) concentratie groter dan het indicatieve niveau voor ernstige verontreiniging

licht verontreinigd

matig verontreinigd sterk verontreinigd sterk verontreinigd

Grondwater >S >T

>I > INEV

matig verontreinigd

sterk verontreinigd sterk verontreinigd



Bijzonderheden toetsingsregels De achtergrondwaarden, de maximale waarden grond en de streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen kunnen lager zijn dan de vereiste rapportagegrens in AS3000 (richtlijn waarin de kwaliteitseisen voor laboratoria zijn vastgelegd voor al het milieuhygiënisch bodemonderzoek). Dit betekent dat deze toetsingswaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Geen 0,7-regel Bij het beoordelen van het meetresultaat ’< rapportagegrens AS3000’ mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van de grond/het grondwater voldoet aan de toetsingswaarden (achtergrondwaarden en maximale waarden grond en de streefwaarden grondwater). Wel 0,7-regel Indien het laboratorium een waarde ‘< verhoogde rapportagegrens’ aangeeft (hoger dan de rapportagegrens AS3000), dan dient de betreffende verhoogde rapportagegrens te worden vermenigvuldigd met 0,7. De zo verkregen waarde wordt getoetst aan de toetsingswaarden (achtergrondwaarden en maximale waarden grond en de streefwaarden grondwater). Een dergelijke verhoogde rapportagegrens kan optreden bij de analyse van een zeer sterk verontreinigd monster of een monster met afwijkende samenstelling.


Bijlage

7

Overzicht weten regelgeving bodem Aantal pagina's : 1


BIJLAGE 7

Overzicht weten regelgeving bodem

Wetgeving • Wet van 15 september 2005 tot wijziging van de Wet bodembescherming (overgang taken Service Centrum Grond), Staatsblad 2005, 482. • Wet van 15 december 2005, houdende wijziging van de Wet bodembescherming en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het beleid inzake bodemsaneringen, Staatsblad 2005, 680 en zoals gewijzigd Staatsblad 2007, 115 en Staatsblad 2007, 349. • Wet inrichting landelijk gebied (investeringsbudget) Staatsblad 2006, 666. Besluiten en ministeriële regelingen • Besluit overige niet-meldingplichtige gevallen bodemsanering, besluit van 29 november 1994, laatstelijk gewijzigd 23 juli 2000, Staatsblad 2000, 331. • Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen, besluit van 25 september 1993, Staatsblad 1993, 602, laatstelijk gewijzigd 7 juni 2005, Staatsblad 2005, 302. • Besluit aanwijzing bevoegdgezaggemeenten Wet bodembescherming, besluit van 12 december 2000, laatstelijk gewijzigd 8 september 2004, Staatsblad 2004, 477. • Besluit financiële bepalingen bodemsanering (incl. subsidieregeling bedrijfsterreinen), Staatsblad 2005, 681, laatstelijk gewijzigd (draagkrachtregeling) Staatsblad 2006, 637. • Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005, Staatscourant 2005, 250 laatstelijk gewijzigd Staatscourant 2007, 91. • Besluit uniforme saneringen (BUS), Staatsblad 2006, 54. • Regeling uniforme saneringen, Staatscourant 2006, 29, laatstelijk gewijzigd Staatscourant 2007, 87 en Staatscourant 2008, 167. • Besluit bodemkwaliteit Staatsblad 2007, 469. • Regeling bodemkwaliteit Staatscourant 2007, nr. 247, laatstelijk gewijzigd 27 juni 2008, Staatscourant 2008, 122. • Regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming, Staatscourant 2007, 120. • Regeling inrichting landelijk gebied (investeringsbudget), Staatscourant 2006, 249 (rectificatie Staatscourant 2007, 8). • Regeling beoordeling reinigbaarheid grond 2006, Staatscourant 2006, 145. Circulaires • Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 2012, 6563. • Circulaire landsdekkend beeld van 20 november 2001, Staatscourant 2002, 14. • Beleidsregel kostenverhaal, artikel 75 Wet bodembescherming, Staatscourant 2007, 90 en gerectificeerd Staatscourant 2007, 93. • Toepassing zorgplicht Wet bodembescherming bij MTBE- en ETBE-verontreinigingen, Staatscourant 2008, 246. Alle hierboven genoemde publicaties zijn verkrijgbaar via www.overheid.nl Onderzoeksnormen • NEN 5707:2003: 'Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem' (mei 2003). • NEN 5897:2005 nl: 'Monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat' (december 2005). • NEN 5717:2009 ’Bodem - Waterbodem - Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek’. • NEN 5720:2009 ‘Bodem – Waterbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend onderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van waterbodem en baggerspecie’. • NEN 5725:2009 'Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek' (januari 2009). • NEN 5740:2009 'Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond' (januari 2009). Alle hierboven genoemde onderzoeksnormen zijn tegen betaling verkrijgbaar via www.nen.nl


Nader bodemonderzoek. Nieuwstraat 25 te Rijswijk projectnummer

Recommend Documents