NAAR GELIJKE KANSEN EN ACTIEVE PARTICIPATIE Advies voor de VVD Utrecht
Naar gelijke kansen en actieve participatie Advies voor VVD Utrecht VVD Utrecht wil dat alle inwoners van Utrecht “zich Utrechter kunnen voelen en trots kunnen zijn op hun stad”. Utrecht moet een veilige, vertrouwde stad zijn, waarin iedereen zich welkom voelt. VVD Utrecht vindt dat de gemeente een belangrijke rol speelt in het bevorderen van de integratie en de bestrijding van discriminatie. Om deze doelstellingen te realiseren, moet zorgvuldig gekeken worden naar de situaties waarin nu nog sprake is van stroeve integratie, discriminatie en ongelijke behandeling. Hoe kan VVD Utrecht toewerken naar een stad waarin iedereen zich veilig voelt, gelijke kansen heeft en participeert in de samenleving? Art.1 Midden Nederland (Art.1 MN) zet zich in voor gelijke behandeling in de provincie Utrecht. Wij hebben een goed beeld van wat er veranderd kan worden om gelijke behandeling, integratie en het gevoel van veiligheid in de stad Utrecht te bevorderen. Recent onderzoek, waaronder “Ongelijkwaardigheid” door A.G. Advies (2012)i, “Dichter bij elkaar?” door het SCP (2012)ii en de Utrecht Monitor (2012)iii, geven tevens een goede indruk van de mate en aard van discriminatie. Art.1 MN adviseert om in de komende periode veel aandacht te schenken aan gelijke kansen voor de diverse inwoners van de gemeente. Dit bevordert de participatie in de samenleving en het gevoel van veiligheid, acceptatie en welbevinden. Waar moet VVD Utrecht op letten om realistisch te kunnen werken aan een stad waarin iedereen zich thuis voelt en actief meedoet?
Ongelijke kansen in Utrecht: hoe groot is het probleem? De sociale cohesie in de gemeente Utrecht krijgt van bewoners het matige rapportcijfer 5,8. Dit ligt iets lager dan het landelijke gemiddelde. Daarnaast geeft 11% van de inwoners van de gemeente Utrecht aan in 2011 discriminatie te hebben ervaren (Utrecht Monitor 2012). Volgens het landelijke onderzoek van de SCP (2012) geeft ongeveer 30% van alle groepen aan af en toe gediscrimineerd te worden. Onderzoek in de regio Utrecht toont bovendien aan dat één op de drie jongeren zich wel eens gediscrimineerd voelt (A.G. Advies, 2012). Migranten vinden dat het maatschappelijk klimaat in Nederland het afgelopen decennium is verslechterd en de maatschappelijke acceptatie is verminderd, zo toont de SCP aan. De ervaring dat discriminatie is toegenomen en gevoelens van relatieve deprivatie zijn vaak belangrijke voorspellers van minder gewenste vormen van gedrag, zoals ontmoediging en het zich afwenden van onderwijs en arbeidsmarkt (SCP, 2012). Het is daarom van groot belang om de aanpak van discriminatie te continueren en waar nodig te versterken.
Integrale benadering veiligheid en non-discriminatie “Om als vrij burger te kunnen leven is veiligheid essentieel”. Dit staat hoog op de agenda bij de VVD Utrecht. De openbare ruimte is van iedereen en er mogen in de stad geen plekken zijn waar mensen niet durven te komen. Iemand die de deur niet uit durft, is niet vrij, merkt de VVD terecht op. In het kader van veiligheid zet VVD Utrecht zich onder andere in voor een integrale aanpak binnen de keten jeugdzorg en het gemeentelijk jeugdbeleid. Een dergelijke integrale aanpak leent zich ook uitstekend voor het werken aan veiligheid en non-discriminatie. De gemeente zou op deze gebieden samenwerking en coalitievorming tussen verschillende partijen kunnen bevorderen. Dit leidt tot effectievere signalering, een snellere aanpak van beginnende problemen en betere onderlinge afstemming. In de praktijk is samenwerking 2
tussen bijvoorbeeld antidiscriminatiebureaus en de politie erg nuttig gebleken om discriminatie te signaleren en aan te pakken. Om discriminatie tegen te gaan, is het van belang dat het duidelijk is bij welke instanties mensen terecht kunnen met klachten of vragen. Kennis van en vertrouwen in dergelijke instanties is belangrijk voor een gevoel van veiligheid in de wijk en de stad. In dit kader heeft Art.1MN het afgelopen jaar hoog ingezet op naamsbekendheid en laagdrempeligheid. Alle sectoren, van horeca en onderwijs tot zorginstellingen en de arbeidsmarkt, dienen non-discriminatie maatregelen op te nemen, bijvoorbeeld in de vorm van gedragsregels voor buurthuizen, horeca en sport. Art.1 MN heeft onlangs dergelijke gedragsregels ontwikkeld en verspreid in de provincie. Deze zijn voor iedereen gratis te downloaden op de site van Art.1 MN. Ook kan Art.1 MN samen met jongeren of andere doelgroepen vaststellen wat zij belangrijk vinden voor een goede sfeer en dit vertalen in door iedereen gedragen en daardoor effectievere gedragsregels. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de bereidheid om discriminatie te melden erg laag is. Dit komt onder andere doordat steeds meer slachtoffers discriminatie als een ‘fact of life’ zien en gewend raken aan gevoelens van onveiligheid en uitsluiting. Art.1 MN probeert mensen bewust te maken van hun rechten en van het belang om hiervoor op te komen. Het rapport “Ongelijkwaardigheid” raadt aan om een campagne te initiëren waarin discriminatie onder de aandacht wordt gebracht bij burgers en in het bijzonder bij jongeren. A.G. Advies stelt dat deze campagne onder andere gericht moet zijn op bewustwording van discriminerend gedrag en gevolgen van dit gedrag voor slachtoffers (2012). Art.1 MN kan helpen in de uitvoering van dergelijke campagnes. Gevoelens van onveiligheid en uitsluiting mogen niet geaccepteerd worden als deel van het leven.
Leefbaarheid en integratie VVD Utrecht staat voor een goed inburgeringstraject waarin deelnemers dát leren over de Nederlandse cultuur en taal waar ze daadwerkelijk wat aan hebben. “De VVD vindt het belangrijk dat alle inwoners van Utrecht de belangrijkste normen en waarden van onze moderne samenleving, zoals de gelijkwaardigheid van man en vrouw, kennen en naleven”. Het SCP rapport “Dichter bij elkaar?” (2012) concludeert dat etnische concentratie en segregatie is toegenomen. We moeten ons de komende periode daarom intensief inzetten voor het overbruggen van verschillen. Meer contact met autochtonen en meer identificatie met Nederland hangen samen met betere acceptatie van Nederlandse waarden en regels, zoals tolerantie van homoseksualiteit (SCP, 2012). Bovendien heeft meer interetnisch contact gunstige gevolgen voor de participatie van allochtonen op de arbeidsmarkt. Arbeid draagt bij aan meer interetnisch contact, maar het omgekeerde is ook waar. Mensen met elkaar verbinden en negatieve wederzijdse beeldvorming tegengaan is dan ook cruciaal (SCP, 2012). Net als Art.1 MN, is VVD Utrecht voorstander van het stimuleren van activiteiten die diverse groepen uit de samenleving bij elkaar brengen. Het VVD stelt terecht: “Discriminatiebestrijding en integratie gaan daarbij heel goed samen”. VVD Utrecht vindt het belangrijk dat er mooie pleinen, parken, speeltuinen en sportterreinen zijn waar mensen zelf activiteiten kunnen ontplooien. Dit bevordert de samenhang in de buurt: “Utrechters moeten elkaar op ongedwongen wijze kunnen ontmoeten en elkaar kunnen herkennen in de gezamenlijke interesse in cultuur, sport en recreatie”. VVD Utrecht vindt dat bij het organiseren van buurtactiviteiten geen bureaucratische kosten horen. 3
Wel is ondernemerschap en particulier initiatief voor deze activiteiten van belang en is de financiering ervan geen taak van de gemeente, zo stelt de partij. Het is goed om mensen de verantwoordelijkheid te geven om zelf activiteiten en voorzieningen in hun wijk op te zetten en te beheren. Daarbij moet we niet vergeten dat sommige groepen iets meer hulp nodig hebben om deze kansen te kunnen pakken en dat het, voor een succesvolle ontwikkeling en uitvoering van dergelijke activiteiten, onder andere belangrijk is om te blijven investeren in sleutelfiguren in de wijk. Jongeren In het werken aan veiligheid en non-discriminatie, speelt de aanpak van jongerenoverlast een belangrijke rol. VVD Utrecht benadrukt het belang van jongerenparticipatie om criminaliteit, groepsoverlast en schooluitval te helpen voorkomen. We moeten voorkomen dat jongeren hun school niet afronden, want onderwijs “vergroot de kansen van mensen in hun persoonlijke en professionele leven”. Art.1 MN onderschrijft het belang van jongerenparticipatie in het voorkomen van ongewenste vormen van gedrag onder jongeren. De aanpak van discriminatie en uitsluiting speelt hierin een cruciale rol. Zoals eerder genoemd blijkt uit onderzoek dat het gevoel achtergesteld en gediscrimineerd te worden in de samenleving een belangrijke voorspeller is van minder gewenste vormen van gedrag, waaronder vroegtijdig schoolverlaten, criminaliteit en het zich afwenden van de arbeidsmarkt (CBS, 2010iv; SCP, 2012). Zoals VVD Utrecht stelt: “Elk kind heeft het recht om zich te ontwikkelen en te ontplooien in de maatschappij”. Jongeren die gediscrimineerd worden binnen school en in het zoeken van een stageplek of bijbaan, dreigen ontmoedigd te raken en in een negatieve spiraal terecht te komen. Een prettig schoolklimaat waarin iedereen zich geaccepteerd voelt is dan ook belangrijk voor het tegengaan van vroegtijdige schooluitval. Helaas blijkt uit onderzoek in de regio Utrecht dat 19% van de jongeren discriminatie ervaart op school. Het gaat hier met name om discriminatie tussen jongeren onderling (A.G. Advies, 2012). De partij wil een veiligheidsplan voor scholen, waarbinnen wapenbezit, jeugdcriminaliteit, spijbelen en asociaal gedrag worden aangepakt. Om discriminatie onder jongeren tegen te gaan, is het cruciaal om voorlichtingen over vooroordelen, discriminatie en het recht om jezelf te zijn te continueren. Jongeren bewustmaken van hun (soms negatieve) vooroordelen en van het effect van pesten en discrimineren draagt bij aan de veiligheid in en rond de school. Art.1 MN verzorgt binnen de gemeente Utrecht ongeveer 90 voorlichtingen en gastlessen per jaar, met name binnen het basisonderwijs en het voorgezet onderwijs. In het kader van “voorkomen is beter dan genezen” is het belangrijk dat kinderen vanaf de basisschool met regelmaat leren over diversiteit, participatie, pesten en discriminatie. Ook op het MBO zou voorlichting belangrijke vruchten kunnen afwerpen. Zowel Art.1 MN als het COC kunnen bovendien invulling geven aan of adviseren over de sinds kort verplichte voorlichting over seksuele diversiteit. “De VVD neemt jongerenoverlast serieus in de hele stad en niet alleen in probleemwijken”. VVD Utrecht benadrukt de verantwoordelijkheid van ouders in de opvoeding, ontwikkeling en het onderwijs van kinderen. Voor ouders die ondersteuning nodig hebben in de opvoeding, dient de gemeente zich in te zetten “om de mogelijkheden van opvoedingsondersteuning breder bekend te maken zodat moeilijk bereikbare groepen binnen bereik komen”. Wij steunen dit streven naar breed toegankelijke vormen van opvoedingsondersteuning. Omdat mensen zich er vaak niet van bewust zijn dat ze discrimineren, werken we aan een bewustmakingsproces onder en training van sleutelfiguren in sectoren waar discriminatie nu een groot probleem is, zoals de arbeidsmarkt en het onderwijs. 4
Wij denken hierbij aan personeelsfunctionarissen, docenten en jongerenwerkers. Gerichte training kan hen enerzijds bewust maken van hun eigen vooroordelen en de consequenties daarvan, en anderzijds van hetgeen zij kunnen doen om jongeren weerbaarder te maken. VVD Utrecht ziet een belangrijke rol weggelegd voor het jongerenwelzijnswerk om participatie te bevorderen en probleemgedrag te voorkomen. Ook hecht de partij veel waarde aan benaderbare wijkagenten om de veiligheid binnen wijken te vergroten. Art.1 MN raadt daarom aan om een training over discriminatie aan te bieden binnen het jongerenwelzijnswerk en aan wijkagenten. Aan deze trainingen draagt Art.1 MN graag bij.
Arbeid Om te kunnen participeren in een samenleving moet iedereen gelijke kansen hebben, onder meer op de arbeidsmarkt. Mede vanwege de economische crisis hebben veel inwoners van Utrecht te maken met werkloosheid. De werkloosheid onder jongeren en ouderen stijgt dramatisch, waarbij discriminatie op grond van afkomst en leeftijd vaak een rol speelt.
Allochtone jongeren op de arbeids- en/of stagemarkt Recent onderzoek toont aan dat de werkloosheid onder (jongere) allochtonen onevenredig hoog is. Dit is een ernstig probleem, mede vanwege het feit dat arbeid juist bijdraagt aan meer interetnische contacten en zelfredzaamheid (SCP, 2012). Om de (arbeids)participatie van allochtone jongeren te bevorderen, zet VVD Utrecht hoog in op een goede beheersing van de Nederlandse taal. Ook stelt de partij dat de gemeente samenwerkingsverbanden tussen het (V)MBO en lokale bedrijven moet stimuleren. Art.1 MN staat hier helemaal achter. De gemeente kan zelf bovendien een voorbeeldfunctie vervullen door voldoende stage-en leerwerkplekken aan te bieden. Deze maatregelen werken echter alleen als ook wordt gewerkt aan gelijke kansen voor stage- of werkzoekenden met een allochtone afkomst. Uit diverse onderzoeken blijkt namelijk dat discriminatie op de stage-en arbeidsmarkt een oorzaak is van de hoge werkloosheid onder allochtonen. Gemeente Utrecht moet hiertegen hard optreden. Iedereen verdient gelijke kansen om te participeren in de samenleving. Discriminatie op de stage- en arbeidsmarkt staat een positieve ontwikkeling van jongeren enorm in de weg. Om discriminatie op de stage- en arbeidsmarkt aan te pakken, kan de gemeente een nondiscriminatie-visie opnemen in het aanvalsplan tegen (jeugd)werkloosheid. Bedrijven doen zichzelf tekort wanneer etniciteit en religie (bijvoorbeeld een hoofddoekje) doorslaggevend zijn in het selectieproces in plaats van de kwaliteiten van sollicitanten. Gemeente Utrecht kan het diversiteitbeleid op effectieve wijze bevorderen door een non-discriminatieclausule op te nemen in de subsidieverordening en door uitzendbureaus die discrimineren een contract te ontzeggen. Ook in aanbestedingscriteria kan diversiteitbeleid verplicht gesteld worden. Daarnaast kan de gemeente een ‘empowerment module’ opnemen binnen het programma voor werkzoekenden bij de Dienst Werk en Inkomen en het UWV. Binnen deze module kunnen sollicitanten vooroordelen bij selecteurs leren terugdringen. Dit past binnen het streven van VVD Utrecht om de allochtone middenklasse te versterken en om toe te werken naar een stad waarin iedereen meedoet. Net als VVD Utrecht vindt Art.1 MN werken één van de belangrijkste pijlers voor een succesvolle integratie.
Zwangere en pas bevallen vrouwen op de arbeidsmarkt Discriminatie op de arbeidsmarkt treft niet alleen etnische minderheden, maar ook zwangere en pas bevallen vrouwen. “Voor de VVD zijn tweeverdieners of werkende alleenstaande ouders de normaalste zaak van de wereld”. 5
Daarom staat ze ook voor kwalitatieve kinderopvang. Uit onderzoek van het College voor de Rechten van de Mens blijkt dat kinderopvang niet het enige probleem is voor ouders: zwangere en pas bevallen vrouwen hebben ook vaak te maken met discriminatie op de arbeidsmarkt. Ze komen moeilijk aan een baan of worden achtergesteld binnen hun werkplek (CRM, 2012). Gemeente Utrecht kan zich inzetten om dergelijke rechtenschendingen tegen te gaan. Hiertoe moet de gemeente naar zowel werkgevers als werknemers meer duidelijkheid scheppen over de rechten van zwangere en pas bevallen vrouwen. Met een handicap of chronische ziekte op de arbeidsmarkt Naast etnische minderheden en zwangere of pas bevallen vrouwen, hebben ook mensen met een handicap of chronische ziekte te maken met discriminatie op de arbeidsmarkt. In dit kader is het van belang om enerzijds de weerbaarheid van werknemers te vergroten en anderzijds om werkgevers te stimuleren tot en te begeleiden naar diversiteit op de werkvloer. Zoals VVD Utrecht terecht opmerkt, mogen mensen met een handicap of chronische ziekte niet beperkt worden in hun bewegingsvrijheid. “De gemeente moet ervoor zorgen dat zij kunnen gaan en staan waar zij willen”. Helaas loopt Nederland achter op andere Europese landen in de realisatie van rechten voor gehandicapten. “De VVD wil de zelfredzaamheid van mensen met een beperking bevorderen door goede zorgkwaliteit, voldoende aanbod van zorg, aanvullend openbaar vervoer, gemengd wonen en toegankelijkheid van de openbare ruimte, gebouwen en terreinen”. Art.1 MN vindt dit een goed en belangrijk streven. Aanvullend daarop kan de gemeente hoog inzetten op het tegengaan van vooroordelen over en discriminatie van mensen met een beperking. VVD Utrecht vindt immers dat mensen zo veel mogelijk een “echte (niet gesubsidieerde) baan” krijgen. Hiertoe moeten mensen met een beperking eerlijkere kansen krijgen op de arbeidsmarkt. VVD Utrecht zou een voortrekkersrol kunnen hebben voor de rest van Nederland door een speerpunt te maken van gelijke kansen voor mensen met een beperking. Zo kan VVD Utrecht werken aan een stad waarin iedereen zich veilig voelt, gelijke kansen heeft en actief participeert.
i Amy-Jane Gielen (A.G. Advies), Ron van Wonderen, Niels Hermens (Verwey-Jonker Instituut). Ongelijkwaardigheid. Resultaten van een verkennend onderzoek in de regio Utrecht. Uitgave: A.G. Advies in samenwerking met Verwey-‐Jonker Instituut, maart 2012 ii
Willem Huijnk en Jaco Dagevos (SCP). Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van nietwesterse migranten in Nederland, december 2012 iii
Gemeente Utrecht. Utrecht Monitor 2012, 2012
iv
Tanja Traag, Olivier Marie en Rolf van der Velden (CBS). “Risicofactoren voor voortijdig schoolverlaten en jeugdcriminaliteit”, in: Bevolkingstrends, 2e kwartaal 2010
6 ART.1 MIDDEN NEDERLAND KAAP HOORNDREEF 42 | 3563 AV | UTRECHT | 030 232 86 66 K.V.K. UTRECHT: 411.81.560 | BTW NR: NL 0070.91.631.B01 | IBAN: NL 76 RABO 039.46.91.881