Naam:____
_
Vakantie Een groot aantal Nederlanders gaat ieder jaar één keer op vakantie. Vaak gaat de reis naar het buitenland, bijvoorbeeld naar Duitsland, Frankrijk, Spanje, of nog verder. Maar Nederlanders genieten ook graag van zon, strand en water in hun eigen land. Bij mooi weer gaan tienduizenden mensen naar de stranden, de bossen, of naar de stad en naar de kust. Natuurlijk weet jij wel wat vakantie is. Je denkt meteen aan zon, zwembad, kamperen en buitenland. Maar wat is de officiële betekenis van vakantie? In het woordenboek staat: 1. Rusttijd, vrijaf van school of werk; verlof; opschorting van werkzaamheden. 2. Vakantiereis. Gedurende enige tijd ter ontspanning naar een bepaalde plaats gaan. Vakantie betekent dus niet altijd dat je op reis gaat, maar het is wel een heerlijke invulling van de vakantieperiode, om op reis te gaan. Vraag 1. Ben je weleens op vakantie geweest? Waarheen? ………….…………………………………………………………………….………
MAANDTAAK ©
Werkblad vakantie - Aardrijkskunde groep 5 - Niveau blauw
pagina 1 van 6
De favoriete vakantielanden van de meeste Nederlanders zijn Frankrijk, Spanje en Duitsland. Als Nederlanders in eigen land op vakantie gaan, gaan zij het liefst naar de badplaatsen aan de Noordzee, zoals Scheveningen, Zandvoort en Noordwijk. Vraag 2. Waarom gaan veel mensen graag naar de kust? ……………………………………... ……………………………………… Op vakantie in Nederland Er komen steeds meer buitenlandse toeristen naar Nederland. Bij deze toeristen zijn de vier grote steden het meest populair: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Zij slapen dan ook vooral in hotels. Wereldwijd groeit het toerisme. Dit betekent dat er steeds meer mensen op vakantie gaan. In Europa is de groei niet zo groot meer, want Europeanen gaan al veel met vakantie. In Azië is de groei het grootst. Dit komt omdat het steeds beter gaat met de Aziatische economie. Aziaten hebben meer geld te besteden en gaan daardoor meer reizen. Ze blijven dan wel vooral in de eigen regio. Vraag 3. Kun je drie landen noemen die horen bij het werelddeel Azië? ……………………………………………………………………………………………..
MAANDTAAK ©
Werkblad vakantie - Aardrijkskunde groep 5 - Niveau blauw
pagina 2 van 6
Voor jou is vakantie misschien de normaalste zaak van de wereld. Maar wist je dat dit vroeger heel anders was? Geen pretje Vanaf de Romeinse tijd (57 v. Chr. - 400 na Chr.) gaan Nederlanders op reis, maar dit was in deze tijd zeker geen vakantie. Mensen gingen alleen op reis als het noodzakelijk was, bijvoorbeeld om handel te drijven of voor een bedevaart. Er waren toen namelijk nog geen goede wegen en vervoersmiddelen. Reizen was dan ook gevaarlijk en zeer vermoeiend. Vraag 4. Waarom was reizen vroeger geen pretje? ……………………………………… ………………………………………. Status Vanaf de 19e eeuw reizen mensen voor hun plezier. Deze luxe was echter alleen weggelegd voor de rijke mensen. Zij trokken erop uit in Europa om mooie landen te bekijken. De wegen, vervoersmiddelen en mogelijkheden om te overnachten waren inmiddels sterk verbeterd. De meeste Nederlanders hadden geen vrije tijd, ze waren altijd aan het werk. Bovendien hadden ze geen geld.
Vraag 5a. Waarom was vakantie vroeger alleen voor de rijken? …………………………………………… ……………………………..……………..
Vraag 5b. Welke vervoersmiddelen waren er in die tijd? ……………………………………………………………………………………………..
MAANDTAAK ©
Werkblad vakantie - Aardrijkskunde groep 5 - Niveau blauw
pagina 3 van 6
Later gingen ook de gewone mensen op vakantie. Deze mensen bleven wat dichter bij huis en bezochten bijvoorbeeld de Nederlandse kust of België. Deze ‘vakantiegangers’ waren nog steeds een uitzondering. Als je op vakantie ging had je dan ook echt ‘status’: het toonde aan dat je het goed had. Vraag 6. Waarheen gingen de eerste echte Nederlandse vakantiegangers? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Gewoon Na de Tweede Wereldoorlog (1945) werden de mensen in Nederland steeds rijker. Bovendien nam het aantal vrije dagen snel toe. Eindelijk kregen steeds meer gezinnen de mogelijkheid om op vakantie te gaan. Hierdoor ontstonden attractieparken zoals de Efteling. De Nederlanders gingen vooral met de tent op vakantie in eigen land. De badplaatsen, de Veluwe, Drenthe, Brabant en Limburg waren het meest populair. Vraag 7. Vanaf wanneer was het voor de meeste mensen mogelijk om met de tent op vakantie te gaan? …………………………………………………………………………………………………..
MAANDTAAK ©
Werkblad vakantie - Aardrijkskunde groep 5 - Niveau blauw
pagina 4 van 6
Vanaf de jaren zestig werd vakantie echt gewoon. In 1966 werden vakantiedagen en vakantiegeld vastgesteld in een wet. De meeste Nederlanders hebben 25 vakantiedagen en krijgen in hun vakantieperiode gewoon hun loon. Wat vroeger een uitzondering was, behoorde nu tot de mogelijkheden van de massa. Het vakantiegedrag veranderde daardoor ook snel. Ging men eerst vooral in eigen land op pad, nu vliegen Nederlanders de hele wereld over. Waar moet je allemaal aan denken als je op vakantie gaat naar het buitenland? Paspoort Ga je op vakantie naar het buitenland, dan moet je altijd een paspoort of identiteitskaart bij je hebben. Als kind mag je vanaf je geboorte een eigen paspoort hebben, maar het hoeft niet. Je mag ook bijgeschreven staan op het paspoort van je ouders. Natuurlijk moet je dan wel samen met je ouders naar het buitenland reizen. Vanaf je 16e jaar is het verplicht om een paspoort te hebben. Een paspoort is wereldwijd geldig en verloopt na 5 jaar. Vraag 8a. Wat is een paspoort? ………………………………………………………………………………………………
MAANDTAAK ©
Werkblad vakantie - Aardrijkskunde groep 5 - Niveau blauw
pagina 5 van 6
Visum In sommige landen heb je niet alleen een paspoort nodig, maar ook een visum. Dit is een stempel in je paspoort of een apart briefje, dat je toegang geeft tot een land. Je moet een visum meestal van tevoren aanvragen bij de ambassade of het consulaat van het land waar je naartoe gaat. Het visum is maar voor beperkte tijd geldig. Vraag 8b. Wat is een visum?
Vraag 8c. Hoe kom je aan een visum?
………………………………………
…………………………..……………..
……………………………………….
…………………………………………
Geld In Nederland betalen we sinds januari 2002 met de Euro. Deze munt wordt gebruikt in 12 landen van de EU, namelijk: België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje. In de toekomst zullen nog meer landen de Euro gaan gebruiken. Ga je naar een ander land, dan moet je je Euro’s inwisselen voor het betaalmiddel van dat land. Buitenlands geld wordt ook wel ‘vreemde valuta’ genoemd. Het inwisselen kun je in Nederland alvast doen, bij de bank of een wisselkantoor. Of je kunt in het land van bestemming geld opnemen uit een pinautomaat. Let wel op dat je het geld zo veel mogelijk opmaakt, want als je het in Nederland weer inwisselt, krijg je er altijd minder voor terug. Vraag 9a. Wat zijn vreemde valuta?
Vraag 9b. Hoe kom je aan vreemde valuta als je naar het buitenland gaat?
………………………………….. ……………………………………… ……………………………………..
MAANDTAAK ©
Werkblad vakantie - Aardrijkskunde groep 5 - Niveau blauw
pagina 6 van 6