Een verslag van het beroepingswerk. 1. Na jaren van trouwe dienst: vertrek Rein van Dijk, voorjaar 2014. 2. WKR bezint zich op de vraag naar vervanging. Daarbij zijn tenminste twee aspecten aan de orde: a. Part time of full time. b. Profielschets: wat voor iemand willen we hebben. Ad a. Een aantal jaren geleden heeft de AK zich intensief beziggehouden met de vraag naar de toekomst van de PGA. Daarbij ging het (in het licht van de teruglopende aantallen leden en de afnemende financiën) met name om de vraag hoeveel predikanten en hoeveel gebouwen er uiteindelijk zouden moeten over en open blijven. Ook was aan de orde de zogenaamde “clustervorming”: wijkgemeenten zouden met elkaar moeten gaan samenwerken en wellicht uiteindelijk zelfs in elkaar moeten opgaan. De Grote Kerk en de Pniël zouden zo`n cluster gaan vormen. Voor dat cluster was 1,3 predikantsplaats beschikbaar. In overleg tussen de kerkenraden van de GK en de Pniël is besloten dat ieder de helft zou krijgen: 0,65 fte. Nadien is in overleg met de stedelijke diaconie nog afgesproken dat daar nog 0,2 fte, later 0,1 fte bij zou komen met het oog op de coördinatie van het stedelijk diaconale werk. En zo zijn we dus aan 0,65 plus 0,1 geeft 0,75 fte gekomen. Die 0,1 fte voor het stedelijk diaconale werk geldt overigens maar voor 5 jaar. Ad b. De WKR is zich bezig gaan houden met het opstellen van een profielschets. Aan alle groepen in de Pniël (diaconie, pastoraat, jeugd, liturgie) is gevraagd hoe een predikant er uit zou moeten zien. Toen iedereen zijn of haar zegje gedaan 1
had, heeft de WKR daaruit een profiel gedestilleerd. Dat profiel luidt als volgt: lees profiel voor. Ik wil even stilstaan bij de aanhef van de schets: “Geïnspireerd door Gods woord en geleid door de Geest (willen wij) een bewogen gemeente van Jezus Christus zijn voor iedereen”. Over die aanhef kun je veel zeggen. Laat ik me beperken en alleen maar uitspreken dat Ik hoop dat we dat waar kunnen maken. Opmerkelijk is dat naar verluidt veel groepen hebben aangegeven nu wel eens een vrouw te willen hebben, maar dat die voorkeur (waarvan het overigens nog maar de vraag is of je die mag hanteren) is in het profiel niet terug te vinden. Op een vraag van de beroepingscommissie heeft de WKR nadien uitgesproken dat kwaliteit belangrijker is dan sekse. De samenstelling van de commissie (waarover straks meer) waarborgt echter dat dit aspect c.q. deze wens niet vergeten wordt. 3. Vervolgens gaat de WKR aan de slag met het instellen van een beroepingscommissie. Die moet uiteraard zo breed mogelijk zijn samengesteld. Er moeten mensen in uit de diaconie, het pastoraat, de liturgie en vooral mensen die met “de jeugd” te maken hebben. En er moeten een voorzitter en een secretaris komen. En daarnaast moeten er natuurlijk gewone kerkmensen in de commissie. En daarbij is natuurlijk de vraag: wie wil je vragen ? Alleen maar mensen die altijd in de kerk komen of juist ook mensen die in de loop van de tijd zijn afgehaakt. Of die op afstand zijn komen te staan. 4. Je kunt overigens niet zomaar een predikant beroepen: daarvoor is toestemming nodig van hogerhand . Concreet: van het RCBB: het Regionaal College van Beheer en Bestuur. Dat college bekijkt of het financieel verantwoord is om een nieuwe predikant aan te trekken. Daarbij moeten de cijfers van de PGA worden overgelegd. Een verzoek aan het RCBB moet overigens gedaan worden door de AK: de Algemene kerkenraad. Dat gebeurt bij brief van 15 september 2014.
2
5. Omdat dat volgens de kerkorde moet, stuurt de WKR aan het “Mobiliteitscentrum” van de PKN (in Utrecht) het bericht dat we vacant zijn. Het bericht wordt vergezeld van het door de WKR opgestelde profiel. Daarop ontvangt de kerkenraad in december 2014 een lijst met namen van predikanten die volgens het mobiliteitscentrum passen in het door de kerkenraad opgestelde profiel. Opmerkelijk is dat in het profiel (u hebt het net kunnen horen) stond dat een eventuele kandidaat 35 tot 45 jaar oud zou moeten zijn. In de lijst die we van Utrecht hebben gekregen staan maar twee personen die aan dat onderdeel van de profielschets voldoen. De “eis” dat de kandidaat tussen de 35 en de 45 zou moeten zijn is ingegeven door de wens dat we iemand vinden die energiek is en die met name contacten kan onderhouden en vooral ook herstellen en leggen met jongeren en jong volwassenen. Die als het ware hun taal spreekt. Als we op zondag om ons heen kijken dan begrijpt u wel hoe belangrijk dat is. Nadien is echter (op een vraag van de beroepingscommissie aan de kerkenraad) uitgesproken dat leeftijd op zich geen garantie is om contact met de jeugd te kunnen onderhouden (kijk maar eens naar Jan Oldenampsen) en dat ook op dit punt kwaliteit belangrijker is dan het aanhouden van formele leeftijdsgrenzen. Maar met nadruk: we zijn zeer bepaald op zoek zijn naar iemand die het contact met jongeren en jong volwassenen hoog in het vaandel heeft staan en op dat punt zijn of haar sporen heeft verdiend. 6. In januari 2015 krijgen we het bericht dat het RCBB de aanvraag om een predikant te mogen beroepen heeft goedgekeurd. Dat het zo lang heeft geduurd komt omdat het RCBB (voor het eerst dat we dat mee maken) op het verzoek nadere vragen heeft gesteld omtrent de financiële positie van de PGA. Wat daarvan zij: de Beroepingscommissie kan worden geïnstalleerd. Nog even dit: de 0,1 fte voor de coördinatie van het stedelijk diaconale werk wordt gefinancierd uit het zogenaamde pastoraatsfonds. Dat fonds is ontstaan 3
doordat een deel van de onderhoudsreserve van de PGA daarvoor is “leeggehaald” (het gaat daarbij om een bedrag van ongeveer € 600.000) onder het motto: “inhoud (pastoraat en diaconie) gaat voor stenen”. We hoeven die 0,1 fte dus niet zelf te betalen. De 0,65 fte komt uiteraard wel ten laste van onze wijk. 0,65 fte: hoe kort is het nog maar geleden dat we ons konden wentelen in de luxe van 2 fulltime predikanten. En nu moeten we gaan doen met een halve. Is dat erg. Dat hoeft niet. Het dwingt ons natuurlijk wel om heel goed na te denken over de vraag wat we van de nieuwe predikant verlangen. Waaraan moet hij of zij zijn of haar tijd besteden. Wat zijn onze prioriteiten. Ik kom daar later nog wel even op terug. Nog eens” een halve predikant, is dat erg”. Nee, want het dwingt ons tot zelfredzaamheid. We kunnen niet lui achterover gaan liggen in de veronderstelling dat de nieuwe predikant alles wel even zal oplossen. Nee, we zullen in toenemende mate zelf aan de bak moeten. Maar dat is alleen maar goed. Laatst, tijdens het bezoek van twee visitatoren hebben we uitgesproken dat eigenlijk ieder lid van onze gemeente een klus of een klusje zou moeten doen. Dat versterkt de band en de betrokkenheid met elkaar en met de gemeente alleen maar. En het voorkomt eenzaamheid. 7. Hoe zag dan wel ziet de beroepingscommissie er nu uit ? In eerste instantie als volgt: Wie Achtergrond a. Henk Hoornweg Pastoraat b. Inge Wanschers Jeugd c. Jacqueline Meupelenberg Diaconie d. Christina Meijer AK/Bleek e. Henk Kamps Grote kerk f. Lineke v.d. Bos Liturgie g. Amarens Lolkema Gemeentelid/jeugd h. Dinie Kromkamp Liturgie i. Wim v.d. Bosch Gemeentelid 4
j. Janet de leeuw k. Wim Manenschijn l. Ds. Pieter Endedijk
Gemeentelid Gemeentelid GK/Consulent
Contactpersonen m. Piet Capelle n. Ko Braamse
CvK (doet niet mee aan de vergaderingen) Pniël (doet niet mee aan de vergaderingen)
Daarnaast o. Alinda Westerink p. Wilke Ruiter
Secretaris Voorzitter.
Janet de Leeuw is afgehaakt omdat ze ging verhuizen en Wim van de Bosch heeft zich teruggetrokken. Zijn plaats is ingenomen door Peter van Heteren. Veel van jullie zullen hem wel kennen want hij is lange tijd actief geweest in de Pniël, maar de laatste jaren is hij op afstand komen te staan. Een reden om juist hem te vragen in de commissie plaats te nemen. Het is immers goed ook een kritische buitenstaander te horen. Anders zitten we elkaar alleen maar te bevestigen. Als we naar buiten willen, als we iets willen betekenen voor de wijk, moeten we ook weten wat “buiten” van ons verwacht of verlangt. Peter is actief in het sociale werk in “De Riet”. Hij kan ons op dat terrein (zowel in termen van diaconaat als pastoraat) helpen en op het juiste spoor zetten. 8. De beroepingscommissie is tot nog toe 5 keer bij elkaar geweest. Op advies van Ds Pieter Endedijk is tijd uitgetrokken om elkaar beter te leren kennen. Als we straks gesprekken aangaan met kandidaten moeten we elkaars opvattingen en ideeën kennen. We moete met één mond spreken. En we moeten elkaar vertrouwen. Op basis van het door de WKR opgestelde profiel hebben we gepraat over de vraag: wat vinden we belangrijk. Wat voor iemand willen we het liefst. En daarbij viel op dat we steeds weer tot de conclusie kwamen dat de persoonskenmerken misschien nog wel belangrijker waren dan allerlei 5
theologische aspecten. Natuurlijk willen we iemand die met overtuiging staat in de Christelijke traditie. Maar veel vaker vielen de termen: Betrokken, enthousiast, energiek, contactueel, open, benaderbaar. Iemand die dingen in gang kan zetten. Het is trouwens helemaal niet zo gemakkelijk om te omschrijven wat voor iemand je wilt. Breng dat maar eens onder woorden. Hij of zij moet natuurlijk “dit” maar ook “dat”. Enerzijds moet hij of zij “zus” maar ook “zo”. Hij of zij moet “enthousiast” en “energiek” zijn, maar het moet geen “drammer” zijn die het contact met zijn of haar achterban uit het oog verliest. Ga er maar aan staan. En dat moeten we straks in de gesprekken die we hopelijk gaan voeren allemaal toetsen. Gelukkig hebben we daarbij de steun van oude rotten in het vak: a. Christina Meijer van de AK en “zus van” (!!!!) b. Henk Kamps van de Grote Kerk c. Ds. Pieter Endedijk. Met name Pieter zal ons moeten helpen bij het formuleren van de vragen aan de kandidaten en (en dat is zeker zo belangrijk) het formuleren van antwoorden op vragen die eventuele kandidaten ons gaan stellen. Vragen als: a. b. c. d. e. f. g. h.
waar staat u als gemeente Wat verwacht u precies van mij in termen van opvattingen Wat verwacht u van mij in termen van tijdsbesteding Wat zijn uw prioriteiten: gaan jongeren voor ouderen of juist niet ? Wat is belangrijker: een goede preek of een goed pastoraal gesprek. Verwacht u van mij een bestuurlijke rol ? Wat kan ik aan steun van u verwachten Hoe denkt u dat ik de 0,65 deeltijdbaan moet gaan invullen. Welk beeld hebt u daarbij. Als ik 3 begrafenissen heb gehad, en de 0,65 (voor die week) is ingevuld, wat dan als ik nog een preek moet maken ? Krijg ik daarvoor “compensatie ? In tijd of in geld ? Hoe flexibel moet ik zijn en hoe flexibel bent u ? 6
i. Wat wilt u dat ik doe aan de samenwerking met de andere predikanten. Zijn we uitwisselbaar of niet. Moet ik mij concentreren op de Pniëlwijk of moet ik mijn diensten breder aanbieden. Kortom, er is nog een hoop werk te doen. We zijn zo gewend dat de predikanten gewoon “alles” doen dat het ons soms moeilijk valt op dit punt concrete uitspraken te doen. Breng in al die wensen maar eens een rangorde aan. En al helemaal een rangorde waar de gemeente mee kan en zal moeten leren te leven. Van de vragen die wij als commissie aan de kandidaten willen stellen hebben we een lijst gemaakt. Christina Meijer heeft die vragen “geclusterd” per categorie en toebedeeld aan de mensen die die vragen moeten gaan stellen. 9. De commissie heeft zich afgevraagd wat de beste manier zou zijn om kandidaten te benaderen. Daartoe zijn twee methodes aangedragen. De ene is ontleend aan de manier waarop De Bleek (met een buitengewoon goed resultaat) heeft geopereerd en de andere is ontleend aan de manier waarop de Grote kerk aan Ds Pieter Endedijk is gekomen. Voorwaar dus ook een methode die tot succes kan leiden. De Bleek heeft een advertentie geplaats in “Kerkinformatie” en de Grote Kerk is (telefonisch) alle door Utrecht aangedragen kandidaten langsgegaan. Met de kandidaten die na die “belronde” overbleven of belangstelling toonden, zijn (na een selectie) gesprekken gevoerd. Ook op het punt van het “horen” hadden De Bleek en de Grote Kerk een verschillende benaderingswijze. Bij De Bleek was de samenstelling van de groep die de gesprekken voerde gelijk aan de groep die ging “horen”. Bij de Grote Kerk had je een groep die gesprekken voerde en een groep die ging “horen”. Het bleek achteraf lastig en tijdrovend om de opvattingen van de twee groepen bij elkaar te brengen.
7
Onze commissie heeft tot de volgende weg besloten: Wij plaatsen een advertentie maar wij sturen daaraan voorafgaande aan de door Utrecht aangeleverde kandidaten een brief waarin we hen op de komende advertentie wijzen. Daarmee laten we weten in hen geïnteresseerd te zijn, maar laten we anderszins aan hen het initiatief om te reageren. Naar de mening van de commissie het beste van twee werelden. Wat betreft de advertentie: ik lees de tekst even aan u voor. U zult zien en horen dat die grote gelijkenis vertoont met het door de WKR opgestelde profiel En dat kan natuurlijk ook niet anders. De tekst is wat beknopter maar dat heeft een financiële achtergrond. Het plaatsen van een advertentie is een prijzige zaak. Wat betreft het “horen”: de groep die gaat “horen” is in beginsel dezelfde als de groep die de (daaraan voorafgaande) gesprekken voert. Overigens: we schrijven niet alleen de door “Utrecht” aangeleverde kandidaten aan: we schrijven ook de kandidaten aan waarop de aandacht is gevestigd door leden van onze gemeente. U heeft in de zondagsbrieven oproepen kunnen lezen om met namen te komen. Daar is (en dat is wel een beetje jammer) slechts in beperkte mate gebruik van gemaakt. Als u nog namen wilt doorgeven dan moet u daar niet meer te lang mee wachten. De advertentie verschijnt naar wij hopen begin juni in “Kerkinformatie”’. De brieven aan de kandidaten moeten dus medio mei de deur uit. Overigens: als we het hebben over “brieven” dan bedoelen we digitale brieven: alles gaat via de pc. We leven tenslotte in 2015 en als we iemand willen hebben die de taal van de jeugd spreekt dan moet die vertrouwd zijn met de sociale media en dus met de digitale wereld. De informatie gaat zelfs via een daartoe speciaal gemaakte postbox en een aparte web-pagina die, in het jargon van de digitale jongens en meisjes, ”aan de website van de Pniel wordt gehangen”. Dat gebeurt allemaal
8
door Alinda die daarbij de onontbeerlijke steun krijgt van Eric Kobes. Die wij daar erg dankbaar voor zijn. Inmiddels zijn we ook bezig een informatiepakket samen te stellen. Een pakket dat kandidaten in staat stelt een beeld van onze gemeente te krijgen. Als dat allemaal klaar is, als de advertentie is verschenen, de reacties binnen zijn en de geanalyseerd, gaan we de gesprekken aan en “horen” en tegen die tijd zult u ook wel weer van ons horen. Ik dank jullie voor je aandacht.
9