info voor patiënten en familie
hoofd, hals en zenuwstelsel
Afasie na een verworven hersenletsel
UZ Gent, Dienst Neus-, Keel- en Oorheelkunde
Afasie na een verworven hersenletsel Afasie is een taalstoornis die ingrijpende communicatieve veranderingen kan teweegbrengen tussen de patiënt en zijn omgeving. Met informatie over het begrip afasie en een aantal communicatiebevorderende tips zet deze brochure een eerste stap richting communicatief herstel. Het spreekt voor zich dat elke afasie zich van een andere onderscheidt en dat een uitgebreide geïndividualiseerde diagnostische aanpak aan de basis ligt van een logopedisch beleid. De logopedist(e) zal u graag te woord staan om dit beleid te bespreken.
Wat is afasie? Afasie is een taalstoornis ten gevolge van een hersenletsel waarbij het spreken, begrijpen, lezen en/of schrijven gestoord kan verlopen. De persoon met afasie kan hierbij problemen hebben met het begrijpen en formuleren van inhoudelijke en grammaticale contexten en/of met het percipiëren of produceren van klanken. De aard en de ernst van de stoornis is individueel verschillend.
Begrijpen van gesproken taal Het komt voor dat de persoon met afasie niet meer begrijpt wat er tegen hem wordt gezegd. Dit komt omdat hij/zij de woorden niet meer herkent of geen betekenis meer kan geven aan woorden.
Begrijpen van geschreven taal Lezen van woorden en teksten kan moeizaam verlopen. De letters of woorden worden niet meer herkend of er kan geen betekenis meer gekoppeld worden aan de woorden.
Schrijven Bij het schrijven kunnen er problemen voorkomen bij het vormen van de woorden. Letters worden foutief geselecteerd of geordend in een woord. Een verlamde arm of hand staat de vloeiendheid van het schrijven in de weg.
Wat zijn de kenmerken van afasie? Spreken De persoon met afasie ervaart woordvindingsproblemen, waardoor hij moeilijk kan verwoorden wat hij denkt. Soms beperkt het spreken zich tot enkele klanken of woorden. Het gebeurt ook dat woorden of letters verwisseld worden. Sommige personen met afasie spreken in vloeiende zinnen, maar gebruiken betekenisloze woorden, anderen spreken in korte of grammaticaal onjuiste uitingen.
2 Afasie na een verworven hersenletsel
Afasie na een verworven hersenletsel 3
Bijkomende problemen Afhankelijk van de lokalisatie van het hersenletsel kunnen er bijkomende stoornissen optreden die hinderlijk kunnen zijn voor de communicatie. Het is goed dat de omgeving ook hiermee rekening houdt. Enkele mogelijke stoornissen zijn: • Verlamming van één lichaamshelft (hemiplegie) • Een verminderd gevoel in één lichaamshelft (hemianesthesie) • Uitval van de helft van één gezichtsveld (hemianopsie) • Motorisch moeilijk kunnen spreken (dysartrie) • Moeite hebben met het bewust uitvoeren van handelingen (apraxie) • Concentratie- en geheugenstoornissen
Tips voor het omgaan met mensen met afasie A Communicatie • Spreek de persoon met afasie aan als een volwassene. Gebruik eenvoudige maar geen kinderlijke taal. • Zorg dat je zijn/haar aandacht hebt vooraleer je begint te praten door: - hem/haar aan te raken. - zijn/haar naam te noemen. - in te leiden waarover je gaat praten. Kijk hem/haar hierbij aan en zorg voor voortdurend oogcontact: het zien van mondbewegingen en mimiek stimuleert het begrip. • Voer het gesprek in een rustige omgeving. Lawaai, drukte of veel mensen die door elkaar praten brengen onnodige verwarring voor de patiënt. • Ga niet roepen of harder praten. Dat is niet nodig en vaak zelfs hinderlijk. • Praat over concrete zaken: onderwerpen die hem/haar bekend zijn en interesseren, voorwerpen uit de onmiddellijke omgeving. Ga nare onderwerpen niet uit de weg. • Neem tijd voor een gesprek. Ga er rustig voor zitten. Combineer praten niet met andere activiteiten. Spreek langzaam en duidelijk op een natuurlijke manier.
B Het begrijpen stimuleren • Spreek in korte zinnen en benadruk de trefwoorden. • Vermijd uitgebreide omschrijvingen, maar breng slechts één idee aan per zin. Zeg niet: “terwijl jij tv kijkt, lees ik de krant.” Maar zeg: “Jij kijkt tv.” “Ik lees de krant.” • Plaats de belangrijkste woorden aan het einde van de zin: dan worden ze gemakkelijker onthouden Als “morgen” het belangrijkste gegeven is in de mededeling, zeg dan niet “morgen komt Annie”, maar zeg: “Annie komt morgen.”
4 Afasie na een verworven hersenletsel
Afasie na een verworven hersenletsel 5
• Gebruik pauzes, d.w.z.: - Splits een lange zin op in verschillende uitingen. - Pauzeer tussen de zinnen in (tel tot vijf). • Gebruik gebaren of beeld iets uit om het begrip te stimuleren. Wijs de zaken aan. Als je een gebaar gebruikt, doe dat dan op het moment dat je het woord uitspreekt, anders zorg je voor verwarring. • Maak gebruik van de geschreven taal en van prenten of tekeningen om iets duidelijk te maken. Noteer de trefwoorden onder elkaar. Bv. “ik ga morgen met de auto naar de garage.” - Morgen - Auto - Garage • Er kan ook gebruik gemaakt worden van het “taalzakboek” of van een communicatiebord of -schrift. • Verander niet te snel van onderwerp. Als je over iets anders begint, geef dit dan aan: - Verander je houding. - Sluit het vorige onderwerp af door middel van een gebaar en kondig het nieuwe onderwerp aan. - Pauzeer tussen de twee onderwerpen. • Houd rekening met het dialect van de persoon met afasie. • Als de afasiepatiënt grote begripsmoeilijkheden heeft, maak dan gebruik van eenvoudige en enkelvoudige ja/neen-vragen. Niet: “Wil je koffie of thee?” Maar wel: “Wil je koffie?” (antwoord), “Wil je thee?” (antwoord) • Wacht telkens een reactie af vooraleer verder te praten. Kijk goed naar de reacties en de gelaatsuitdrukking. Geef de persoon ruim de tijd om de zin te verwerken. Controleer of hij het begrepen heeft. • Herhaal eventueel de zin, nog trager indien nodig. Soms is het nodig de idee op een andere manier te formuleren. Bv. “Ik ga boodschappen doen.” “Ik ga naar de winkel.”
6 Afasie na een verworven hersenletsel
C Spreken stimuleren • Dwing de persoon met afasie niet om te spreken. Moedig wel zijn/haar pogingen aan. • Laat vragen beantwoorden met ja of neen; eventueel met ja-knikken of neen-schudden. • Niet: “Vertel eens hoe u zich voelt.” Maar wel: “Voelt u zich goed?” “Voelt u zich slecht?” Let op! Sommige afasiepatiënten verwarren ja en neen. Controleer telkens of de persoon met afasie wel degelijk ja of neen bedoelde. • Laat de persoon met afasie ook zaken aanwijzen of uitbeelden. Stimuleer dit door het zelf voor te doen. Gebruik het “taalzakboek” of een communicatieschrift of -bord. • Laat de persoon met afasie tekenen of schrijven. Vaak is dit een hulpmiddel om zich beter te uiten. Stimuleer hem/haar hiertoe. • Herhaal wat u denkt te hebben verstaan. Informeer of dit correct is. • Verbeter niet te veel. Spreek niet in de plaats van de persoon met afasie. Geef hem/haar de gelegenheid en de tijd om te praten. Wacht rustig tot hij/ zij klaar is. • Stel geen vragen aan derden die de persoon met afasie zelf kan beantwoorden. Praat niet over zijn/haar hoofd heen met andere personen. • Zorg ervoor dat hij/zij niet te vermoeid is want vermoeidheid heeft een negatieve invloed op het begrijpen en het spreken.
D Niet-communicatieve aandachtspunten • Zit of sta aan de goede, niet-verlamde zijde van de patiënt wanneer er sprake is van een uitval van de helft van het gezichtsveld (=hemianopsie). Bij een hemianopsie kunt u als oefening (in overleg met de patiënt) ook aan de gestoorde zijde gaan zitten om hem te stimuleren zich bewust te zijn van die zijde en het hoofd te draaien. • Toon begrip. Laat merken dat u beseft hoe moeilijk het voor hem/haar is. Ga verdriet niet negeren of eroverheen praten. Bevestig eerst het verdriet; nadien kan je over iets gezelligs praten. Wees zo eerlijk mogelijk.
Afasie na een verworven hersenletsel 7
• Laat merken dat u blij bent met elke kleine verbetering die de persoon met afasie maakt. • Probeer zoveel mogelijk de normale gezinsactiviteiten door te laten gaan. Overleg met de patiënt. • Zoek bezigheden en spelletjes die de persoon met afasie graag doet en kan doen. In sommige omstandigheden kan het ‘samen handelen’ het praten vervangen. • Probeer contacten met vrienden en kennissen in stand te houden. Breng ook hen op de hoogte van de communicatieproblemen. • Geef slechts hulp waar nodig. Vermijd overbezorgdheid en spoor aan tot zelfstandigheid bij dagelijkse activiteiten.
Betaling Logopedisch onderzoek en behandeling zijn niet inbegrepen in de ligdagprijs van het ziekenhuis. De behandelende logopediste zal een aanvraag tot terugbetaling van de logopedische verstrekkingen indienen bij het ziekenfonds. De beperkte opleg van de logopedische behandelingen wordt verrekend bij de ziekenhuisfactuur. Enkele weken na de start van de logopedische behandeling in het ziekenhuis zal u thuis een brief ontvangen van de geneesheer van het ziekenfonds waarin wordt aangegeven of u recht heeft op terugbetaling.
Prognose Het herstel van afasie is afhankelijk van talrijke variabelen (leeftijd, aard van het letsel, lokalisatie, medische interventie). Het is daarom vaak moeilijk te voorspellen in welke mate de taalkundige vaardigheden zullen recupereren. Spreek hierover met de behandelende logopedist(e). Hij (zij) kent de afaticus en kan met u een realistisch communicatief verwachtingspatroon bespreken.
Behandeling Tijdens de ziekenhuisopname zal de logopediste uitgebreid taalkundig onderzoek verrichten. Op basis daarvan wordt een logopedisch behandelingsplan opgemaakt. De behandeling kan al opgestart worden tijdens het verblijf in het ziekenhuis. Wanneer bij ontslag uit het ziekenhuis aangenomen wordt dat verdere logopedische opvolging in de thuissituatie gewenst is, helpt de logopediste van de afdeling u graag met de inhoudelijke en administratieve regelingen die hiermee gepaard gaan.
8 Afasie na een verworven hersenletsel
Afasie na een verworven hersenletsel 9
Nuttige links
Vragen? Noteer ze hier
http://www.nwts.ugent.be http://www.afasie.be http://www.afasie.nl http://www.beroerte-info.nl http://www.hersenstichting.nl http://www.logopedie.ugent.be Hersenscherven na een beroerte, J. Hochstenback; ISBN10 9035219589 Heeft u na het lezen van deze brochure nog specifieke vragen, aarzel dan niet contact op te nemen met de behandelende logopediste.
10 Afasie na een verworven hersenletsel
Afasie na een verworven hersenletsel 11
Revalidatiecentrum ‘Ter Sprake’ Secretariaat Katja Batens Anke De Beck Miet De Letter Christine Eeckhaut
09 332 53 64 09 332 19 31 09 332 44 61 09 332 44 49 09 332 44 48
http://www.logopedie.ugent.be
v.u.: Eric Mortier, afgevaardigd bestuurder UZ Gent, De Pintelaan 185, 9000 Gent
hoofd, hals en zenuwstelsel
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185 - 9000 Gent Tel. +32 (0)9 332 21 11 - Fax +32 (0)9 332 38 00
[email protected] - www.uzgent.be
MODULO.be 118763 - Oktober 2011
Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ Gent. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het UZ Gent.