Cingel College Jaarverslag 2011
JAARVERSLAG 2011 CINGEL COLLEGE 1.
Voorwoord van directeur
Voor u ligt het jaarverslag 2011 van het Cingel College. Daarin wordt kort teruggeblikt naar de activiteiten die vorig jaar allemaal hebben plaatsgevonden in het kader van de Cingelstrategie, de kwaliteitsverbetering en het behalen van de Cingel-doelen volgens het Cingelweb. Daarnaast geeft het een goed beeld van de onderwijsinrichting, de programma’s, de verschillende vormen van begeleiding en het in lijn zijn met het toetsingskader van de onderwijsinspectie. Tot slot wordt heel beknopt weergegeven welke plannen er klaar liggen voor 2012. Er is weer veel gebeurd in 2011 en ook al hebben niet alle inspanningen de gewenste effecten gehad en zijn verschillende plannen vanwege de hectiek van een schoolorganisatie in de 21 eeuw doorgeschoven naar 2012, we mogen samen trots zijn op de inzet en het enthousiasme van een betrokken Cingel-team.
2.
Directieverslag
2.a
Strategie
De afgelopen jaren heeft het Cingel College standvastig gewerkt aan de na de fusie gekozen positionering (een combinatie van geel-rood - resulterend in oranje - binnen het SJMeK-model), die ook in 2011 weer verder werd uitgebouwd. Missie (door het creëren van waardevolle ontmoetingen met elkaar, de praktijk, kennis en vakmanschap studenten uit laten groeien tot authentieke professionals die heerlijke herinneringen achterlaten) en kernwaarden (klantvriendelijkheid, passie, plezier, vernieuwing, authenticiteit) hebben we geprobeerd op verschillende manieren steeds meer eigen te laten worden aan het Cingel College. Studenten en bedrijven en niet in het minst wijzelf, moeten die herkennen in ons gedrag, de onderwijsprogramma’s, het personeelsbeleid, de activiteiten, uitstraling en strategische stappen. Een streven voor meerdere jaren…. Op dat terrein hebben we in 2011 de volgende acties ondernomen: - Verschillende beleidsplannen met een duidelijke Cingel-signatuur zijn vastgelegd (o.a. Onderwijsvisie, Internationalisering, RT-beleid, Werving en selectie, Kwaliteit). - Onderzoek en start ontwikkeling van bij het profiel behorende nieuwe opleidingen: de Cas Spijkers Academie en de opleiding Patisserie - Bij de start van het schooljaar is middels een plenaire studieochtend specifiek aandacht besteed aan ons eigen gedrag in het kader van de kernwaarde “klantgerichheid”. - Het verscherpen van het excursiebeleid, zodat die nationale en internationale ontmoetingen nog beter gaan aansluiten bij de verschillende opleidingen en taalkeuzes van de studenten. - We hebben in 2011 verschillende bijeenkomsten georganiseerd om onze kernwaarden, missie en centrale thema nog eens kritisch tegen het licht te houden, zodat de centrale dienst Marketing, PR en Communicatie die kan gaan omzetten in meetbare merkpijlers. In 2011 hebben we er nog voor een laatste keer voor gekozen de gewenste strategische stappen voor het Cingel College vast te leggen in vijf aandachtsgebieden : Jaarverslag 2011, versie 1
1
1. een gepassioneerd Cingel-team ontwikkelen 2. kwaliteit van onderwijs en organisatie bewerkstelligen 3. samenwerken met P3 en bedrijven 4. samenwerken met ketenpartners 5. een sterk Cingel-imago bouwen. In dit verslag zal voor ieder van de 5 gebieden bekeken worden, welke resultaten in 2011 zijn geboekt. Na 2011 zullen jaarplannen en jaarverslagen voortaan worden opgebouwd rond de 7 ROC-brede strategische focuspunten. 2. b
Cingel-speerpunten versus resultaten
2.b.1 Ontwikkeling gepassioneerd Cingel-team In het jaarplan van 2011 is sterk de nadruk gelegd op het belang van professioneel, zich voortdurend ontwikkelend personeel, dat initiatieven toont en elkaar steunt bij het bereiken van doelen die de studenten ten goede komen. Het management dient dit te stimuleren en mogelijk te maken. De resultaten van de Personeelsenquête 2011 waren resultaten om trots op te zijn. Het streven in ieder geval een 3,0 te scoren op de onderdelen, is op 1 puntje na gehaald en dat betrof een 2,9 als waardering voor het OBP-klimaat (geluid, licht, temperatuur). In 2012 is het aan de ARBO-commissie de oorzaak hiervan op te sporen en zullen we samen bekijken hoe we het euvel kunnen verhelpen. Verder scoorden we nagenoeg alle items boven de 3,5 en waren trots op de prima scores bij: Trots op de eigen school en ROC West-Brabant respectievelijk 4,3 en 4,2 Loyaliteit m.b.t. het Cingel College en ROC West-Brabant: 4,6 en 4,4 Het gevoel ambassadeur te zijn van het Cingel ( 4,3) en het ROC (4,1) Het gevoel van veiligheid bij eenieder: 4,4 Waardering voor de werksfeer: 4,3. In 2008 scoorden twee gebieden laag, waar we de afgelopen jaren hard aan gewerkt hebben om daarin te groeien, en die gebieden zijn behoorlijk verbeterd: De samenwerking binnen de teams (afspraken nakomen, bewaken van de voortgang, elkaar aanspreken op zaken) : in 2008 vielen hier verschillende onvoldoendes; nu scoorden alle elementen een voldoende. De tevredenheid over de scholingsmogelijkheden scoorde in 2008 een 3,0, nu was dat 4,3. Zaken die nog geen 3,5 scoorden en kunnen verbeteren zijn: De frequentie van de functioneringsgesprekken. Volgens de ROC West-Brabantnotitie op dit terrein planden we die 1 x per 2 jaar, afgewisseld met beoordelingsgesprekken. De planning is echter niet helemaal haalbaar gebleken, dus hebben we in 2012 een tandje bij te zetten. De OP-leidinggevende zal er op toe moeten zien afspraken nog beter na te komen (score 3,3). De werkdruk van de OP-collega’s vraagt aandacht (score 3,2). Niet verwonderlijk natuurlijk als je in korte tijd bent overgeschakeld van oud naar nieuw onderwijs, maar het is belangrijk te achterhalen hoe dat door ieder wordt ervaren. In functionerings- en andere gesprekken zullen we in 2012 daar extra aandacht aan besteden. Een ander speerpunt betrof de teamontwikkeling. Daarbij zijn de volgende resultaten geboekt: De samenwerking tussen de teamvoorzitters onderling en de teamvoorzitters en het management is verder verbeterd, ook al is de overlegfrequentie door de Jaarverslag 2011, versie 1
2
-
-
drukte van alledag iets teruggelopen. Spanningen zijn afgenomen en verschillende beleidsbeslissingen zijn in goed onderling overleg genomen (onderwijsvisie, examenvisie, besluiten m.b.t. het taakmodel en de berekeningen in dat kader, principes rond excursies, onderwijsprogramma’s, investeringen, enz.) In 2011 is voor de eerste keer het F5-model toegepast naar redelijke tevredenheid van de teams. Daarbij zijn Cingel-kaders samen vastgesteld en hebben we geëxperimenteerd met normen voor het toekennen van FTE’s per team op basis van het aantal studenten. Dat laatste bleek moeilijker dan gedacht en behoeft de komende jaren beslist nog verbetering. De lang verwachte scholing voor de teamvoorzitters is eindelijk in 2011 van start gegaan en zal afgerond en geëvalueerd worden in 2012.
Ook de andere collega’s hebben verschillende vormen van scholing genoten, met name op het terrein van Breinleren, didactiek, gastvrijheid, Nederlands, rekenen, omgaan met agressie en coaching. We hebben 5 collega’s (instructeurs en begeleiders) de kans geboden zich te professionaliseren als docent en die hebben allen hun bevoegdheid in 2011 behaald. Onze controller is middels pittige scholing doorgegroeid van B naar controller A en de administratieve collega’s hebben het voor elkaar gekregen om zich all-round te bekwamen op alle onderdelen van Edictis. Een schitterend resultaat! Natuurlijk zijn alle resultaten vastgelegd in het personeelsdossier van de betrokkenen. En tot slot van dit aandachtsgebied: De verschillende voor het personeel georganiseerde ontmoetingen zijn ook in 2011 weer goed bezocht (gemiddeld percentages van 68%) Qua verzuim hebben we te kampen gehad met heel wat medische tegenvallers in 2011. De fysieke klachten lagen gelukkig in de meeste gevallen niet in de werksituaties, maar het heeft behoorlijk wat spanning gegeven om alle zieken tijdig en adequaat te vervangen. Er waren maanden bij waarin we samen zo’n 5 weggevallen fulltimers moesten compenseren, hetgeen neerkomt op 9,6 % van het Cingel-team. Desondanks is het percentage ziekteverzuim gedaald. (Zie voor aanvullende informatie ook 5.b Personeel.) 2.b.2 Verhogen onderwijs- en organisatiekwaliteit In het jaar 2011 zijn de volgende acties in gang gezet, geïntensiveerd of afgerond: -
Het CGO is enerzijds verder ontwikkeld voor de laatste leerjaren; anderzijds zijn er verbeteringen aangebracht in de programma’s van de eerdere jaren. In 2011 zijn alle opleidingen gestart in CGO; de opleiding Gespecialiseerd kok was de laatste die overging van ET naar CGO, aangezien dat kwalificatiedossier pas heel laat werd goedgekeurd. Evaluaties van het CGO-onderwijs vinden plaats via panelgesprekken met studenten, docentenoverleg en op basis van bevindingen van Phasis en de onderwijsinspectie tijdens audits.
-
Intervisie voor de leercoaches is gestart in het voorjaar van 2011, maar is in het najaar van 2011, op een heel andere wijze aangepakt: kleinere groepen en beter inspelen op de behoeftes en wensen van de leercoaches zelf. Het systeem van intervisie wordt als prettig ervaren, maar de opkomst is nog te wisselend. In 2012 zal bekeken worden op welke wijze de opkomst kan worden geoptimaliseerd (Andere periode? Ander moment in de week? Andere aanpak?).
Jaarverslag 2011, versie 1
3
-
Er is een visie ontwikkeld op het geven van remedial teaching op de terreinen Nederlands en rekenen, die in verschillende geledingen is besproken en op basis daarvan meerdere keren is bijgesteld. De wijze van uitvoering tijdens de RT-lessen wordt nu door de studenten als prettig ervaren, al hebben zij er wel aan moeten wennen. Nu zien ze in dat die lessen hen helpen. Tijdens de landelijke examens zal moeten blijken, of de extra trainingen afdoende zijn geweest.
-
In 2011 hebben wij aan meerdere pilot-examens meegedaan om ons goed voor te bereiden op de centrale examinering Nederlands en rekenen. Zo is er mee gedaan aan de CITO-pilots, maar ook aan de instellingsexamenpilot met Malmberg Rekenblokken. De stafmedewerker Onderwijs & Innovatie is nauw betrokken bij de landelijke ontwikkelingen van het Rekenen en Nederlands. De drieslag taal is binnen het Cingel College voor 2/3 deel in gang gezet; in 2011 is een eerste aanzet gemaakt naar de laatste stap: het vertalen van het Nederlands en rekenen naar de beroepscontext.
-
Scholing van de docenten rekenen en Nederlands heeft plaatsgehad via de centrale ROC WB-scholing (didactiek en assessorcompetenties). Zo’n 15 docenten hebben die kans aangegrepen. Voor 2012 staat de training voor iedereen die zijn taal- of rekenniveau wil verhogen op het programma.
-
Het dyslexieprotocol is gemaakt en werkt deels: het blijkt nog te dynamisch. De bekendmaking naar alle collega’s toe moet nog plaatsvinden.
-
Aan het internationaliseringplan is flink getimmerd. Het is meerdere keren bijgesteld en er is een calamiteitenplan aan toegevoegd. Er wordt al wel via het plan gewerkt, maar er moet nog een goed moment gevonden worden om het bij alle collega’s onder de aandacht te brengen.
-
De gegevens van uitval zijn bekend en worden ook in de verschillende lagen besproken. Dit gebeurt in de teams, bij het management en bij het MT en TV-overleg. Het streven is om van elke student te weten wat de beweegredenen zijn om de school te verlaten. Voor 90% weten wij dat ook.
-
In 2010 is een start gemaakt met een nieuw format en een nieuwe structuur voor de OER’s, die binnen het Cingel College voortaan de naam Opleidingswijzer (OLW) dragen en passen bij het nieuwe onderwijs. Na de vakantie hebben we een auditteam gevraagd dit nieuwe format te beoordelen en tijdens een studiedag hebben we de nieuwe opzet geëvalueerd per team. Op basis van de bevindingen zijn de structuur en het format verder verbeterd in 2011.
-
In 2011 hebben de plannen om structureel samen met een geselecteerd aantal bedrijven de examenproeves te organiseren een goede aanzet gekend, maar nog niet de wenselijke voortgang geboekt. We wachten de definitieve vorm van de Examenprofielen af, zodat we die er meteen in kunnen betrekken en we hopen in 2012 afrondende slagen te kunnen maken met de Stichting Groenhuizen voor de opleiding Facilitair en met De Roompot voor de toeristische opleidingen.
-
Het Cingel College zit nog steeds te wachten op een centraal ROCWBstudentenvolgsysteem. In 2011 zijn er verschillende systemen bekeken, maar er is bepaald, dat er met de lerarenagenda van Edictis gewerkt moet worden. Helaas loopt dit traject erg veel vertraging op. Daardoor is besloten om tijdelijk een eigen systeem te ontwikkelen op de i-schrijf, waarbij de afdeling Brood& Banket het voortouw heeft genomen. Men heeft beloofd, dat de Edictis-Lerarenagenda in 2012 gereed is.
Jaarverslag 2011, versie 1
4
-
De onderwijsvisie van het Cingel College was neergelegd in een aantal verschillende documenten (een beknopte onderwijsnotitie, het jaarplan, de jaarverslagen en in het marketingplan), maar was nog niet vastgelegd in een echt Onderwijsvisiedocument. In 2011 is dat wel gebeurd. De O&I’er heeft mooi werk geleverd in goede samenspraak met management en teamvoorzitters. Tijdens meerdere studiedagen is het document gedeeld met de teams. Het is tevens uitgangspunt bij het construeren van nieuwe opleidingen (Facilitair en Patisserie) en het vormt een eenheid met het nieuwe examenvisiedocument, dat in 2012 zal worden afgerond.
2.b.3 Samenwerken met P3 en bedrijven versterken De samenwerking met P3 verloopt helaas niet optimaal, terwijl dat wel de intentie is. Er is vanuit het Cingel College veel ergernis over de wijze waarop er gecommuniceerd en samengewerkt wordt. Daarnaast neemt het aantal bedrijfsgroepen bij het Cingel af, terwijl er volgens afspraak met P3 gestreefd zou worden naar toename. In 2011 zijn de bedrijfsgroepen van Burger King, Smilde Bakkery en Mission Foods actief geweest. We hebben te horen gekregen dat Burger King in 2012 zal gaan stoppen en dat de andere 2 een eenmalig traject waren. Daarmee is het beoogde resultaat voor 2011 niet bereikt. Wij zien duidelijk het belang in van het hebben van bedrijfsgroepen, want het werken met bedrijfsgroepen heeft namelijk op meerdere fronten positieve invloed: Het daagt onze onderwijscollega’s uit tot een bedrijfsmatiger aanpak en stimuleert hun ondernemingszin. Het houdt onze kennis van wat speelt in het bedrijfsleven actueel; iets wat ook studenten zeer waarderen. Het reguliere onderwijs vaart wel bij goede didactische vondsten opgedaan in het bedrijfsleven en voorbeelden uit de praktijk die de lessen veraangenamen. Het bedrijfsleven krijgt oog voor de kwaliteit die het Cingel in huis heeft en klopt met scholingsvragen bij ons aan, waardoor we nog beter voor elkaar een sparringpartner kunnen zijn. Het Cingel College zou in 2012 moeten onderzoeken, of zij niet zelf meer energie zou kunnen stoppen in het ontwikkelen van opleidingen, cursussen of workshops voor het bedrijfsleven. In onze ogen laten we nu namelijk een markt liggen. Onze focus blijft natuurlijk allereerst liggen bij het reguliere onderwijs, maar we winnen aan kwaliteit door met het bedrijfsleven samen te werken via klankbordgroepen, gastlessen, workshops, gezamenlijk georganiseerde evenementen, (docenten)stages, de Business Club Breda en gezamenlijk op te zetten maatwerktrajecten. 2.b.4 Samenwerking met VMBO en HBO Het aantal scholen waar het Cingel College vertegenwoordigd is bij voorlichtingen, is in 2011 opnieuw toegenomen. Zo is er sprake van uitbreiding in West Brabant; we komen nu op scholen waar voorheen alleen De Rooi Pannen voorlichting mocht geven. De mogelijkheden voor het Cingel om onze opleidingen onder de aandacht te brengen nemen ook in de Drechtsteden, Rotterdam en de omgeving van Gorinchem toe en daar zijn we blij mee. Het aantal eerstejaarsstudenten is in het jaar 2011 toegenomen met 24%. Het aantal dat extra toegenomen is vanuit de HAVO-scholen is nihil. Deze aanwas blijft achter. Wel komen wij nu steeds vaker op HAVO’s om voorlichting te geven. In 2011 zijn de decanen van West-Brabant en een deel van Zeeland te gast geweest bij het Cingel College, waarbij o.a. een rondleiding binnen een facilitair bedrijf op het programma Jaarverslag 2011, versie 1
5
stond om het werkveld van deze opleiding beter onder de aandacht te brengen. Deze uitwisseling achten wij zeer waardevol: het vergemakkelijkt de onderlinge contacten. Samenwerking met het HBO blijft helaas wat achter. Vanuit het Cingel College is wel contact gelegd met de NHVT om aan te haken bij de mogelijkheid tot het samen organiseren van verkorte trajecten. Dat resulteerde echter in de bevindingen van dit HBO, dat dergelijke trajecten tot nu toe teleurstellend waren verlopen en te weinig kwaliteit hadden om voort te zetten. Er zijn wel afspraken gemaakt om vanuit het HBO gericht voorlichting te komen geven op het Cingel College. Er heeft eveneens een verkenning plaatsgevonden met Fontys; er bleken echter nauwelijks MBO- en HBO-opleidingen die inhoudelijk direct op elkaar aansloten, zodat structurele samenwerking voor onze branches weinig zin had. Het Cingel College is nog steeds voornamelijk gefocust op de instroom vanuit het VMBO en daar wordt op de volgende fronten mee samengewerkt: voorlichtingen (regulier en afzonderlijk) het project “Een opleiding beter bekeken” het project keuzeprocessen VMBO on stage ROC West-Brabant breed overleg VMBO-MBO. Daarnaast heeft een oriënterend gesprek plaatsgevonden met Tessenderlandt om te bezien of er mogelijkheden zouden zijn aan te haken bij het project rondom Breinleren. Helaas was dat al in een te ver gevorderd stadium om nog zinvol te zijn. 2.b.5 Bouwen van een sterk Cingel-merk Het lag in de bedoeling om in 2011 eindelijk de merkprofielmeting onder de stakeholders van het Cingel College te laten plaatsvinden; een traject in samenwerking met de centrale dienst Marketing, PR en Communicatie. Alle voorbereidingen daartoe zijn binnen het Cingel getroffen – verschillende sessies met collega’s en studenten om van kernwaarden, thema en visie naar objectief te meten pijlers te komen – maar vervolgens werd het windstil. In 2012 zullen we nogmaals aan de bel trekken, want binnen het Cingel College waren we het unaniem over de essenties eens. Succesvoller waren de onderzoeken naar de zinvolheid en mogelijkheden van het starten van een Patisserie-opleiding voor gepassioneerde studenten Banket en het onszelf verzekeren van de continuïteit van de Cas Spijkers Academie (na het wegvallen van de heer Cas Spijkers binnen het onderwijsconcept), waar we graag bij wilden aansluiten. In 2011 zijn beide onderzoeken afgerond, door de Raad van Bestuur als een aanwinst voor het Cingel College aangemerkt en zijn we van start gegaan met het voorbereiden van deze twee nieuwe specialistenopleidingen. In augustus 2012 gaan ze van start. Tevens is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden van een specialistische opleiding voor goed gastheerschap, waar het hogere segment in het bedrijfsleven grote behoefte aan heeft. Ook de nieuwe Frontoffice-opleiding is verder ontwikkeld en haar 3e jaar ingegaan. In gesprekken met studenten zijn wel wat te verbeteren zaken aan het licht gekomen, die door het team in 2012 zullen worden opgepakt. Wat betreft de overige geplande acties, zijn de volgende resultaten geboekt: Het plan een Barista-cursus voor het bedrijfsleven te organiseren is door drukte nog even in de koelkast gezet tot schooljaar 2012-2013. Het evenementenbureau wil graag zijn activiteiten uitbreiden, maar kampt met twee problemen: enerzijds blijkt de bereidheid vanuit bijvoorbeeld onze VMBO’s om het organiseren van excursies uit handen te geven niet groot; anderzijds Jaarverslag 2011, versie 1
6
-
hebben we nog steeds niet de optimale methode gevonden om met de beschikbare studenten veel opdrachten tegelijkertijd onder handen te nemen. In 2012 zal het concept opnieuw verbeterd dienen te worden. De wedstrijden waarbij talentvolle studenten de kans krijgen hun kwaliteiten te meten met anderen en een grote dosis vak- en sociale ervaring op te doen, zijn ook in 2011 weer succesvol gebleken: o 1e prijs Barista bij de Europese AEHT-wedstrijden o 1e prijs Toerisme bij de Europese AEHT-wedstrijden o 2e prijs Pastry bij de Europese AEHT-wedstrijden o 1e prijs bij de nationale afstudeerscriptiewedstrijd Facilitair o 1e prijs bij de nationale jeugdwedstrijd All-round Banket. Bovendien hebben we de internationale AEHT-wedstrijden breder weten te trekken, zodat die niet alleen voorbehouden bleven aan de toerisme-studenten.
Dus niet alle voorgenomen plannen zijn helemaal naar wens tot uitvoering gekomen, maar er is wel heel veel goed en zinvol werk verzet om het Cingel-merk te versterken. 2.c
Teamplannen versus resultaten
Naast het jaarlijks samen streven naar het behalen van de Cingel-doelen, stelt ieder team zich ook nog een aantal specifieke teamdoelen. In dit hoofdstuk komen de daarbij behaalde resultaten aan bod, voor zover die niet elders zijn vermeld in het algemene Cingeljaarverslag. 2.c.1. Brood & Banket Lesuitval verminderen Door in 2011 bij alle OP’ers 25 vervangingsuren in de jaartaak op te nemen is de lesuitval tot een minimum beperkt gebleven: we hadden als bakkerijafdeling een uitval van 1 %. De beste resultaten zijn geboekt bij praktijk en vakleer, waar de lessen eenvoudig door vakgenoten overgenomen kunnen worden. Er is nog wel veel “winst” te halen bij de algemene vakken. Wellicht kunnen we als team samen bedenken welke mogelijkheden er zijn, als een collega ziek is en een algemeen vak uitvalt. Kwaliteitsverbetering Er zijn bij de bakkerijafdeling verschillende kwaliteitsslagen gemaakt: Goedkeuring door de valideringscommissie van de examenproducten Er zijn structureel overlegmomenten met de stafmedewerker O&I ingevoerd om de kwaliteitsverbeteringen te borgen. Er zijn trainingen gevolgd door betrokkenen( Valideren CGO-examens en Construeren CGO-examens). Het toetsplan is duidelijker vastgelegd en de kaders zijn helder. Daarin moeten nog wel het Breinleren en Burgerschap worden opgenomen. Er zijn in het team ontwikkeltaken belegd. Er zijn BPV-instrumenten ontwikkeld en uitgesplitst naar niveau en fase (basis, gevorderd en competent). Voor verschillende vakken zijn diagnostische toetsen uitgewerkt in digitale vorm. Er is een verbeterslag gemaakt met het studentenvolgsysteem (Excel), zodat er nu op elk moment van het jaar een goed overzicht van de volledige voortgang is. Leerlingen actiever inzetten Het was ons doel studenten nog actiever in te zetten bij verschillende (onderwijs)evenementen en dat is behaald: ruim 40 studenten hebben een actieve rol gehad bij de Open dag (20), de Open avonden (15) en een aantal voorlichtingen op VMBO-scholen. Voor komend jaar hebben we nog een aantal zaken open staan, te weten: Jaarverslag 2011, versie 1
7
-
Een actievere en andere vorm bedenken voor het project “Een opleiding nader bekeken”; dit is besproken en vervolgacties zijn ingezet. Een onderzoek starten naar mogelijkheden om studenten actiever te betrekken bij de lessen economie (leidinggeven) Een pilot uitvoeren met 3e jaars CGO leidinggeven.
Functionarissen van BPV-bedrijven professionaliseren op CGO-terrein Het ROC-brede Bedrijvenonderzoek gaat pas plaatsvinden in 2012, zodat een meting nog niet heeft plaatsgevonden, maar toch hebben we al gemerkt dat de contacten met de bedrijven verbeterd zijn. Bovendien hebben zij meer begrip gekregen voor en van het CGO door het in 2011 organiseren van: Twee praktijkopleidersbijeenkomsten voor BPV-bedrijven Drie ROBO-bijeenkomsten “Kenwerk on Tour” : uitleg over het beoordelen binnen het CGO Themabijeenkomsten via het NBC Een workshop CGO voor alle BPV-bedrijven. Betere borging gesprekken met leerlingen Het nieuwe Access-formulier en het nieuwe portfolio worden gebruikt en geven een goed inzicht in de vorderingen van de student. Ook het Excel-cijferregistratiesysteem dat nu voor alle vakken wordt ingezet, helpt daarbij. Verbeteren Flexbase-systeem Er is een speciale Cingel-handleiding/instructie ontwikkeld, zodat het bestellen van Flexbase en het gebruik hiervan is verbeterd. Er komen minder vragen betreffende de bestelprocedure en afgelopen jaar hadden vrijwel alle studenten op tijd (bij aanvang schooljaar) een werkend account. Integratie van de vakken economie, ICT, LLB, talen Met de vakgroep economie is gebrainstormd over de integratie van deze lessen in de BPV en de praktijklessen. Er zijn hiervoor al mini-proeves ontwikkeld. In 2012 zal verder bekeken worden wat mogelijk is. Nieuwe producten en markt aanboren In 2011 is onderzocht of er een markt is voor een BBL TOP-Patisserie niveau 4-opleiding. Toen dat gunstig bleek, is er ontwikkelcapaciteit vrijgemaakt voor deze opleiding en is er een klankbordgroep geformeerd met top bedrijven uit de regio. Daarnaast zijn in 2011 voor het eerst met P3 trainingen/opleidingen voor midden- en grootbedrijven verzorgd op het terrein van Brood & Banket. 2.c.2. Facilitair Doorontwikkelen CGO In 2009 zijn wij gestart met het CGO-onderwijs. Dit cohort kent nog zowel een BOL- als een (laatste) BBL-variant en is dit jaar begonnen aan het onderdeel leidinggeven van het curriculum. Leerjaar 1 en 2 zijn ontwikkeld en het team is in 2011 bezig geweest met een bijstelling van het programma op basis van de opgedane ervaringen, zodat de inhoud van de diverse vakken nog beter op elkaar afgestemd wordt. In de toetsweek van periode 4 is door het hele team twee dagen gewerkt aan het bovenstaande. De eerste schetsen van een nieuw kwalificatiedossier werden in 2011 bekend en dat betekent dat er opnieuw veel tijd en energie gestoken moet gaan worden in het bouwen aan een nieuwe opleiding, waarin vooruit zal worden gelopen op “Focus op vakmanschap”. Bovendien zal hospitality - conform de wensen van het werkveld - een belangrijke rol gaan spelen in de nieuw op te zetten opleiding.
Jaarverslag 2011, versie 1
8
Een andere kwaliteitsslag die in 2011 is ingezet, is de “Kwaliteitsimpuls FD” inclusief scholing en professionalisering van de teamleden FD. Optimaliseren BPV en praktijkexaminering Een belangrijk onderdeel van de opleiding is de BPV. Eerder is geprobeerd om de kwalificerende toetsen zoveel mogelijk “in huis” af te nemen om onderwijs en toetsing goed op elkaar aan te laten sluiten. Voor kerntaak 2 hebben wij bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de keuken en van horecadocenten voor de examinering. In 2011 zijn we gestart met het betrekken van BPV-bedrijven bij de examinering van onze studenten. We willen in dit kader structureel overleg met de hoofden facilitair van de vestigingen die onder de Stichting Groenhuysen vallen. Daarbij is het belangrijk dat wij inventariseren welke hoofden facilitair gemotiveerd zijn om onze studenten de mogelijkheid te bieden om binnen hun vestiging te examineren. Daarnaast moeten zij de bereidheid hebben om scholing/ instructie te volgen over de eisen die er aan assessoren en exameninstellingen gesteld worden, zodat de kwaliteit van de examinering is gewaarborgd. De rol van het bedrijf binnen de opleiding is veranderd. Daar waar wij op school niet goed in staat blijken werkprocessen te toetsen, zal dat binnen het BPV-bedrijf moeten gebeuren en het is zaak dat goed te borgen. In april 2011 is een begin gemaakt met het informeren/scholen van leermeesters. Zo hebben we ook geprobeerd onze collegascholen binnen het ROC West-Brabant te recruteren als praktijklocatie. In 2010 is er een verkennend gesprek geweest tussen de teamvoorzitter Facilitair en de hoofden facilitair van alle colleges. In eerste aanleg zijn deze niet onwelwillend om studenten van de opleiding FD te plaatsen op hun locaties. Structureel overleg hierover is dit jaar niet uit de verf gekomen, maar dat zal in 2012 zeker opgepakt gaan worden, want al die gekwalificeerde collega’s kunnen veel betekenen voor onze studenten. Bovendien vergroot het de zichtbaarheid van de opleiding binnen het hele ROC. De directie staat hier positief tegenover en is bereid te helpen bij dit proces. Bekendheid opleiding Facilitair vergroten De meeste nieuwe studenten komen van het VMBO. Veel informatie over de opleiding en de mogelijkheden vinden aankomende studenten op de website van het Cingel College, vergaren zij tijdens de Open Dagen, tijdens de informatieavonden of in de bezoeken die zij als VMBO-leerling brengen aan het Cingel College. Uit gesprekken is echter ook gebleken dat de opleiding relatief onbekend is. In april is er daarom een decanendag georganiseerd om onze opleiding ook bij de decanen voor het voetlicht te brengen. Bij terugkoppeling is gebleken dat het gros van de decanen een positieve indruk heeft gekregen van de school en de opleiding. Om hen een nog een beter beeld te geven van het werkveld, koppelen we bovendien nieuw aangemelde studenten een dag(deel) aan een student Facilitair binnen de BPV. Zij krijgen dan goed zicht op de werkzaamheden en kunnen zich daarbij laten voorlichten door een Cingel-student. Verbetering doorstroom naar het HBO Een aanzienlijk deel van onze studenten weet na diplomering de weg naar het HBO te vinden. Toch denken wij dat die doorstroom nog voor verbetering vatbaar is. Zo willen wij in de komende jaren met vierdejaars studenten het NHTV bezoeken, de HBOvoorlichtingsdagen promoten en oud-studenten en HBO-opleidingen vragen om voorlichting te komen geven. Tenslotte streven wij naar een voortdurende verbetering van onze opleiding. Informatie uit onze gesprekken met studenten, de JOB-enquête, ontwikkelingen in het werkveld en ideeën die leven binnen het team en de klankbordgroep moeten ons helpen om die kwaliteitsslag te blijven maken.
Jaarverslag 2011, versie 1
9
2.c.3. Horeca Lesuitval verminderen De lesuitval in 2011 is tot een minimum beperkt door vervanging van alle praktijklessen door de praktijkdocenten. Bij alle OP’ers zijn 25 vervangingsuren in de jaartaak opgenomen. Door de verdere integratie van de vakken economie, Nederlands en MVT kan de vervanging ook uitgevoerd worden door de docenten van de branchevakken in combinatie met een OLC. Het inzetten van leercoaches waardoor de begeleiding intensiever vorm werd gegeven, heeft ook een positieve bijdrage geleverd. Kwaliteitsverbetering Bij de kwaliteitsverbetering onderwijs binnen de horeca-afdeling zie je een duidelijk stijgende lijn. Het kwaliteitszorgsysteem Yucan is individueel ingevuld en teambreed geëvalueerd en besproken. Hieruit is ter bevordering van de kwaliteit een verbeterplan gemaakt. De diagnostische proeves die in 2010 zijn gedestilleerd uit de goedgekeurde eindproeves, zijn verder ontwikkeld en worden nu structureel gebruikt als meetinstrumenten. De studenten ervaren dit als zeer prettig en worden zo optimaal begeleid naar de kwalificerende eindproeve. Door de verdere integratie van de vakken, economie, Nederlands en MVT wordt de “binding” met de branchevakken vergroot en worden de lessen voor de studenten interessanter. Andere stappen in het kwaliteitsproces zijn geweest: Er zijn structureel overlegmomenten met de stafmedewerker O&I ingevoerd om de kwaliteitsverbeteringen te borgen. Er zijn trainingen gevolgd door betrokkenen( Valideren CGO-examens en Construeren CGO-examens). Het toetsplan is duidelijker vastgelegd en de kaders zijn helder. Daarin moeten nog wel het Breinleren en Burgerschap worden opgenomen. Er zijn in het team ontwikkeltaken belegd. Ontwikkeling CGO De CGO-opleidingen niveau 2 BOL en BBL, keuken en bediening en de opleiding Ondernemer Manager leerjaar 1 en 2 zijn in schooljaar 2010/2011 volledig geïmplementeerd. Niveau 3 BBL, keuken en bediening, plus leerjaar 3 van de opleiding Ondernemer Manager zijn in 2010 ontwikkeld en in 2011 volledig geïmplementeerd. Leerjaar 4 van de opleiding Ondernemer Manager is in 2011 ontwikkeld en dit schooljaar (2011/2012) volledig geïmplementeerd. Dat betekent dat alle Horeca-opleidingen vanaf augustus 2012 binnen het Cingel College competentiegericht zullen zijn, ook de opleidingen die vallen binnen de nieuwe Cas Spijkers Academie. BPV-bedrijven benaderen om CGO goed uit te leggen Er zijn gedurende de afgelopen schooljaren bijeenkomsten georganiseerd waarbij leermeesters vanuit het bedrijfsleven zijn geïnformeerd over de invulling van het onderwijs binnen het Cingel College. In 2011 is daarbij extra nadruk gelegd op het CGO en wat de rol van de leermeester dient in te houden naar de studenten toe. Uit de gesprekken die we hebben met de bedrijven (klankbordgroepoverleg) en de leermeesterbijeenkomsten blijkt, dat de bijeenkomsten effect hebben en dat de besproken punten met betrekking tot het CGO begrepen worden en worden uitgevoerd met het landelijk ingevoerde praktijkwerkboek als controlemiddel. Daarnaast hebben we deelname aan het project “Kenwerk on tour” gepromoot bij alle leermeesters. Integratie van de vakken Economie, Nederlands en MVT In 2011 zijn we gestart (in pilotvorm) om bij de praktijk (Cingelweek) de lessen Nederlands te integreren. Dit zal verder uitgewerkt worden vanaf schooljaar 2012/2013. Jaarverslag 2011, versie 1
10
Met de sectie economie hebben we structureel overleg gevoerd met het doel veranderingen in de lessentabel aan te brengen, zodat we in augustus 2012 ook kunnen starten met integratie van onderdelen van het vak economie bij de branchevakken, zowel bij de theorieals bij de praktijklessen. Het betreft hier de opleidingen kok, medewerker bediening en ondernemer manager. Hiertoe zal een addendum aan de bestaande Opleidingswijzers worden toegevoegd. Bij de niveau 3 BBL-opleidingen zelfstandig werkend gastheer/-vrouw en zelfstandig werkend kok wordt de integratie van het vak economie ook gestart bij aanvang van schooljaar 2012/2013. Tijdens de klankbordgroep- en leermeesterbijeenkomsten Horeca in 2011 zijn deze ideeën besproken en uitgelegd. Het betrekken van de leermeesters bij deze structuur van integratie wordt door alle partijen als zeer prettig en waardevol ervaren. Vorm geven van nieuwe opleidingen In 2010 is een eerste aanzet gemaakt tot het ontwikkelen van het vak Barista bij de opleiding medewerker bediening en ondernemer manager Horeca. Dit staat nu als een vast onderdeel in de lessentabel en wordt als een verplicht onderdeel van de genoemde opleidingen aangeboden. Hiervoor zijn investeringen gedaan om de praktijk volgens de gestelde eisen van het examen te kunnen uitvoeren. De opleiding zelfstandig werkend kok niveau 3 en gespecialiseerd kok niveau 4 worden vanaf schooljaar 2012 aangeboden onder de “vlag” van de Cas Spijkers Academie. Dit traject is in 2011 in gang gezet met overlegmomenten met twee collegascholen die deze opleidingen al aanbieden: ROC Nijmegen en ROC van Twente. Met beide scholen hebben we structurele afspraken gemaakt om dezelfde weg te volgen, zodat een sterke uitstraling van deze opleidingen naar toekomstige studenten en het bedrijfsleven (leerbedrijven) ontstaat. Met het vormgeven en uitvoeren van deze opleidingen voldoen we ook aan de kernwaarden van het Cingel College. 2.c.4. Toerisme Het ontwikkelen van een resultaatgericht Toerisme team naar tevredenheid van de meerderheid van het team Er is een start gemaakt met de ontwikkeling van een resultaatgericht team in 2010. De acties die daarvoor in 2011 ingezet zijn, zijn: het verbeteren van de communicatie d.m.v. team- en studentvergaderingen, die voor een jaar zijn ingepland begeleiding door een extern bureau ter verbetering van de samenwerking tussen de teamleden en ter ondersteuning van de teamvoorzitter intervisie van de leercoaches het formuleren van een teamplan 2012 met teamdoelen. In 2011 is een takenlijst voor het schooljaar 2011/2012 samengesteld die duidelijkheid verschaft omtrent de verantwoordelijkheden van leden van het team. De gewenste, door het ROC WB aangeboden scholing van de teamvoorzitters is in 2011 gestart. Onderwijs- en organisatiekwaliteit bewerkstelligen In 2011 heeft het team Toerisme de doelstelling 10% meer instroom van studenten behaald. De stijging van de instroom is voornamelijk gerealiseerd bij de opleidingen Leisure niveau 2, 3 en 4. Het andere teamdoel betrof verbetering van de lesplannen en -tabellen van de opleidingen Leisure en Frontoffice, hetgeen in 2011 is gebeurd. De veranderingen zullen in schooljaar 2012/2013 worden geïmplementeerd. Het plan om de niveau 4 opleidingen in 2012/2012 alvast aan te bieden in een driejarig traject, heeft geen doorgang gevonden.
Jaarverslag 2011, versie 1
11
Eenduidige normering voor formatieve toetsing en doorstroomcriteria Waar in voorgaande jaren nogal eens onduidelijkheid ontstond over de normering van de toetsen die de voortgang van studenten moesten meten en de doorstroomcriteria, is dat in 2011 opgelost door deze gegevens vast te leggen in de Opleidingswijzers en het portfolio van de studenten. Verschillende onderdelen (praktijk, algemene vakken en BPV) integreren binnen het CGO Samenhang in leerstof werkt voor studenten helder en stimulerend en daarom zijn vakkennis en algemene kennis al vanaf de start van het CGO geïntegreerd binnen de verschillende projecten. In de BPV-periodes worden de onderdelen van het lesprogramma vervolgens in de praktijk uitgevoerd. In 2011 is deze werkwijze geëvalueerd en is de wens geuit de verschillende “vakken” in 2012 nog verder te integreren. Samenwerken met bedrijven In 2011 heeft de samenwerking met bedrijven op de volgende manieren gestalte gekregen: Overleg met bedrijfsfunctionarissen in klankbordgroepenbijeenkomsten, waar de kwaliteit van stages, onderwijs en examens werd besproken en het nieuwe onderwijs werd toegelicht met alle aandacht voor de beoordeling. We hebben de deelname van bedrijven aan “Kenwerk on tour” gestimuleerd en de opkomst daarbij was prima. Er is een start gemaakt met de samenwerking met de Roompot. Er zijn verschillende bijeenkomsten geweest met als voornaamste uitkomst een toekomstige structurele samenwerking, waarbij een eenduidig beoordelingssysteem wordt opgezet. De mogelijkheden hiervoor worden in 2012 verder uitgewerkt. 3.
Prestaties 2011
3.a
Wettelijke vereisten
Het Cingel College opereert binnen de wettelijke kaders van het MBO-onderwijs en tracht zo goed mogelijk te voldoen aan de wettelijke vereisten op het gebied van: toegankelijkheid de inrichting van het onderwijs examens meldingen bij afwezigheid meldingen bij uitschrijving personeel. 3.a.1 Toegankelijkheid De opleidingen van het Cingel College zijn bereikbaar voor iedere student die serieuze belangstelling voor en goede kansen heeft op het behalen van een diploma binnen een van onze branches. Iedere aangemelde student start met een individueel intakegesprek en een geselecteerd team van intakers bekijkt welke opleiding voor een student geschikt is. Elementen die in wisselende samenstellingen, afhankelijk van de soort opleiding, daarbij een rol kunnen spelen, zijn: creativiteit zelfstandigheid verantwoordelijkheid teamwork gastgerichtheid punctualiteit presentatie Jaarverslag 2011, versie 1
12
de juiste beroepshouding lichamelijke validiteit benodigd voor het uitoefenen van het betreffende beroep. Op die manier proberen we ervoor te zorgen, dat studenten geen studietijd verliezen en direct binnen de voor hen juiste studie en op het juiste niveau starten. Dat voorkomt voortijdige uitval of een onnodig lange studieloopbaan. De toegankelijkheid vergroten we nog door belangstellende VMBO’ ers en HAVO-leerlingen uit te nodigen voor een meeloopdag en mee te werken aan “Een opleiding nader bekeken” en “VMBO-on-stage”. Voor de potentiële student werkt het drempelverlagend. Deze openheid (toegankelijkheid) spreekt aan en past in onze filosofie van waardevolle ontmoetingen. 3.a.2
De inrichting van het onderwijs
Binnen het Cingel College wordt MBO-onderwijs verzorgd in vier opleidingsclusters: Brood & Banket, Facilitair, Horeca en Toerisme. Elk opleidingscluster heeft een eigen team onderwijzend personeel, eigen BPV-begeleiders en een eigen teamvoorzitter. De gezamenlijke onderwijsteams opereren onder het leiderschap van de Unitdirecteur Onderwijs, die op onderwijskundig terrein wordt geassisteerd door een stafmedewerker Onderwijs & Innovatie. Iedere klas heeft een eigen mentor (eindtermgericht onderwijs) of elke student heeft een leercoach (competentiegericht onderwijs). Wat betreft Nederlands en rekenen kunnen de studenten steunen op een remedial teacher. De eindtermgerichte opleidingen bouwen we af in het schooljaar 2011-2012; vanaf augustus 2012 worden alleen nog competentiegerichte opleidingen aangeboden. Bij vragen en problemen kunnen de studenten steunen op een trajectbegeleider, een schoolmaatschappelijk werker, een vertrouwenspersoon en het BPV- en Examenbureau. De Deelnemersadministratie is verantwoordelijk voor een goede archivering van alle studentendossiers en helpt de studenten bij algemene vragen. Examendocumenten zijn ondergebracht bij het Examenbureau, dat een vraagbaak is voor studenten op examenterrein. De wettelijke vereisten worden in acht genomen door te werken met een aan het begin van de opleiding getekende Onderwijsovereenkomst, een tijdig getekende Praktijkovereenkomst en een Onderwijs- en Examenregeling (OER), of (in het nieuwe onderwijs) een Opleidingswijzer per aangeboden opleiding. Op de aanwezigheid hiervan worden zowel interne controles uitgevoerd door de instituutscontroller als externe controles door een accountant. Datzelfde geldt voor de studentendossiers. Ook bij de interne en externe audits worden de OER’en en Opleidingswijzers gecontroleerd. Beroepsvaardigheden nemen binnen het CGO een enorm belangrijke plaats in; de inhoud van de lessen is nog meer dan voorheen afgestemd op de beroepspraktijk. Het Cingel heeft er wel heel duidelijk voor gekozen de vakkennis daarbij niet uit het oog te verliezen. Vanaf september 2009 zijn we gaan experimenteren met een portfolio, dat de student en de leercoach helpt de voortgang in het onderwijs te volgen, om uiteindelijk te kunnen bepalen of er een “go” of “no-go” is voor een proeve. In zowel 2010 als 2011 is dat systeem geëvalueerd en geoptimaliseerd. De geplande en gerealiseerde onderwijstijd staan onder scherp toezicht van onze controller en de account en zijn bij iedere controle akkoord bevonden. Op het instituut zijn op dit terrein uitgebreide rapporten en overzichten per opleiding en onderwijsperiode voor handen. Het betreft dan tabellen met de geplande (OER), de geroosterde (GP Untis) en gerealiseerde onderwijstijd en de afwijkpercentages van de norm. Daaruit kan geconstateerd worden, dat alle Cingel-opleidingen voldoen aan de 850- (BOL) en 300-uren (BBL) norm. Jaarverslag 2011, versie 1
13
3.a.3
Examens
Het Cingel College heeft het onderwijs- en examenprogramma van iedere opleiding (zowel eindtermgericht als CGO) per cohort vastgelegd in een Onderwijs- en Examenregeling en de procedures rond examinering in een Examenhandboek, dat jaarlijks wordt geactualiseerd. In 2011 zijn wij ermee gestart om het in overeenstemming brengen met de landelijke Examenprofielen en het landelijke Examenhandboek Taal/rekenen. De examens waarmee binnen het Cingel College wordt gewerkt, worden ingekocht bij de landelijke examenbank Examenwerk voor wat betreft de beroepscompetenties. De rekenexamens betrekken we van Malmberg, de moderen vreemde talen van De Vries en de examens Nederelands van TOA. Daarnaast namen we in 2011 deel aan de landelijke pilotexamens van CITO. Een commissie van 4 personen stelt de kwaliteit van de examens vast, waarna ze officieel ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Cingel-Examencommissie, waarin ieder team vertegenwoordigd is. Alle activiteiten rond examinering (van ontwikkeling en planning tot en met afname en archivering) zijn Cingel-centraal weggelegd bij het Examenbureau. Samen met de andere colleges van ROC West-Brabant heeft het Cingel College een Commissie van Beroep voor de Examens. Vanaf 2010 wordt het kwaliteitszorgsysteem Yucan gehanteerd voor de zelfevaluaties op examineringsterrein en de andere inspectiestandaarden. 3.a.4
Meldingen bij afwezigheid
De aanwezigheid van studenten wordt binnen het Cingel College dagelijks gecontroleerd en bijgehouden via het digitale Pars-registratiesysteem, waarbij de student met behulp van een pasje zijn aanwezigheid scant. Dit gebeurt bij elke leseenheid. De mentoren/leercoaches hebben de verantwoordelijkheid om als eerste actie te ondernemen, zodra een student afwezig is. Bij BBL-studenten worden ook de bedrijven op de hoogte gesteld van absentie. Als de mentor/leercoach geen resultaat bereikt bij de student, wordt de trajectbegeleider ingeschakeld voor de vervolgactie: een uitnodiging voor een corrigerend gesprek. Reageert de student daar zelfs na herhaling niet op en blijft hij zich onbereikbaar houden, dan volgt een zogenaamde ja/nee-brief, die duidelijk moet maken of de student nog wel, of niet meer aan de opleiding wenst deel te nemen. Via het verzuimloket meldden we in 2011 de studenten die de wettelijke norm overschreden. We deden dat, nadat er een gesprek had plaatsgevonden met de mentor of leercoach, zodat de leerplichtambtenaren alleen die gevallen zouden hoeven behandelen, die daadwerkelijk om actie vroegen. Controle van de inspectie in december wees echter uit, dat we daarmee niet volgens de letter van de wet handelden. Daarom hebben we in december het systeem aangescherpt en hebben de zaken omgekeerd. Vanaf januari 2012 melden we alle overschrijdingen van de wettelijke verzuimnorm voortaan direct; daarna geven we de leerplichtambtenaren door, of we wel/geen actie noodzakelijk achten. 3.a.5
Meldingen bij uitschrijving
Als een student zijn studie wenst te beëindigen, brengt hij eerst de mentor/leercoach daarvan op de hoogte, die dit meldt bij de trajectbegeleider. Er vindt dan een gesprek plaats met de unitdirecteur of de trajectbegeleider, waar nodig in aanwezigheid van de ouders. Samen bekijken zij dan of dit wel de juiste stap is, of dat er misschien andere oplossingen denkbaar zijn. Besluit een student toch te stoppen, dan worden altijd de verplichte 3 redenen geregistreerd volgens het voorgeschreven protocol. In het kader van VSV wordt er ook Jaarverslag 2011, versie 1
14
maandelijks gevraagd wat er voor acties zijn ondernomen bij betrokken studenten. We vinden dat belangrijk in het kader van analyses en verbetermogelijkheden. Is de student leer- of kwalificatieplichtig, dan wordt contact gezocht met het servicecentrum, Transit of Matchpoint, om hem te helpen met een andere studieweg. De leerplichtambtenaar wordt per mail of telefonisch geïnformeerd en is zo mogelijk aanwezig bij de exit-gesprekken. Ook een medewerker van Transit is soms bij deze gesprekken aanwezig. Dat is 16 keer gebeurd in 2011. Bij iedere uitschrijving vindt automatisch de melding naar DUO plaats via BRON, terwijl de RMC-coördinator via toegang tot de portal van ROC West-Brabant de in- en uitschrijvingen dagelijks kan bijhouden. 3.a.6
Personeel
Op personeel terrein zijn er verschillende wettelijke verplichtingen, die in deze paragraaf kort de revue passeren. Arbo-wetgeving In 2011 heeft de Arbo-commissie het Arbo-beleid van het Cingel College voortgezet. Met ondersteuning van het Arbo-netwerk ROC West-Brabant is veel tot stand gebracht, waardoor het Cingel College voldoet aan de wettelijke vereisten inzake de Arbo-wetgeving. Enkele voorbeelden zijn. • De aanwezigheid van een RI&E, Arbo-beleidsplan, Schoolveiligheidsplan, vluchtrouteaanduidingen, brandblussers, Calamiteitenplan, een incidentenmonitor. • Er is een BHV-organisatie met voldoende, geschoolde leden, ook op het terrein van de aanwezige AED. • Een portaldeel dat bereikbaar is voor alle Cingel-geledingen is speciaal ingericht voor Arbo-zaken (beleidsplannen, notities en verslagen). Verdere details staan vermeld in paragraaf 3. f. Omgang en Veiligheid. Belastingen Naast het eigen personeel maakt het Cingel College gebruik van een beperkt aantal inleenkrachten, gastdocenten en toezichthouders bij examens. We zorgen ervoor dat we in dat kader steeds in het bezit zijn van geldige VAR ’s en jaarlijks een opgave doen aan de belastingdienst over betalingen aan personen die niet via de salarisadministratie lopen. Ook de vergoeding m.b.t. het fietsenplan en andere secundaire arbeidsvoorwaarden wordt uitbetaald conform de regeling. Personeelsdossier Het Cingel bewaakt de wet op de Privacy voor haar personeel en ziet erop toe, dat de juiste documenten in het personeelsdossier aanwezig zijn en dat de bewaartermijnen in acht worden genomen. In 2011 heeft er opnieuw een extra controle plaatsgevonden op het Bewijs omtrent het gedrag en zijn alle bevoegdheden van met name het onderwijspersoneel geactualiseerd en vastgelegd in een speciaal overzichtsdocument. CAO/BVE Het Cingel College past de arbeidsvoorwaarden toe die overeengekomen zijn in de collectieve arbeidsovereenkomst BVE. Daarnaast hanteren we de afspraken die op dat terrein ROC-breed zijn gemaakt. Wet Verbetering Poortwachter Het Cingel College past de wetgeving m.b.t. de Wet Verbetering Poortwachter nauwgezet toe. De stafmedwerker P&O registreert het ziekteverzuim en houdt de termijnen aan die de
Jaarverslag 2011, versie 1
15
wet voorschrijft, in goed overleg en goede samenwerking met de bedrijfsarts van ARBONED Breda. Arbeidstijdenwet Het Cingel College registreert via de vakantiekaart de werktijden voor het onderwijsondersteunend personeel en via het roosterprogramma de werktijden van het onderwijzend personeel. Ook wordt ieder jaar een formulier ingevuld door het personeel op welke dagen en op welke locatie men werkzaam is. Wet Bio De wet BIO speelt een belangrijke rol bij het voeren van de tweejaarlijkse functioneringsgesprekken voor docenten. Voorafgaand aan het gesprek vult de betrokkene de ROC-breed vastgestelde Checklist (zelfevaluatie) in en die vormt vervolgens een leidraad tijdens de gesprekken. De checklist speelt ook een rol bij het voeren van promotiegesprekken. 3.b.
Opbrengsten
Ieder schooljaar wordt een balans opgemaakt van het rendement van de opleidingen van het Cingel College en die wordt met de Inspectie besproken. Zoals vorig jaar vindt aanlevering van de rendementsgegevens aan de Inspectie rechtstreeks plaats via BRON en zal beoordeling van het rendement op instellingsniveau (ROCWB) geschieden. In deze paragraaf zullen achtereenvolgens worden behandeld: -
diplomaresultaat: het percentage, dat tot stand komt door het aantal gediplomeerde (ongeacht wanneer het diploma is behaald) Cingel/ROC WB-verlaters, te delen door het totale aantal Cingel-ROC WB-verlaters (met òf zonder diploma) x 100. Ofwel:
het aantal gediplomeerde CC-verlaters, die ook ROCWB verlaten x 100% alle CC-verlaters, die ook ROCWB verlaten met òf zonder diploma
Æ ongeacht wanneer het diploma is behaald Æ school verlaten in meetperiode 1-10-10 tot 1-10-11
-
jaarresultaat: het percentage, dat tot stand komt door het aantal Cingel-gediplomeerden (instituutsverlaters + doorstromers) te delen door dit zelfde aantal gediplomeerden + de ongediplomeerde Cingel/ROC WB-verlaters Ofwel: het aantal CC-gediplomeerden x 100% het aant. CC-gedipl. + het aant. ongedipl. CC-verlaters, die ook ROCWB verlaten Æ hoogste diploma behaald in meetperiode 1-10-10 tot 1-10-11, ongeacht schoolverlaten of doorstromen Æ school verlaten in meetperiode 1-10-10 tot 1-10-11
-
VSV
Bij het diplomaresultaat is het uitgangspunt dat alleen het diploma, waarmee de student het Cingel College en tevens het ROC West-Brabant verlaat, telt. Een student die bijvoorbeeld een niveau 2-diploma behaalt en doorgaat met een niveau 3-opleiding en gediplomeerd op niveau 3 de school verlaat, wordt als positief rendement beschouwd voor niveau 3 (hetgeen bij doorstroom natuurlijk nadelig werkt voor het rendement op niveau 2). In de berekening worden zowel bekostigde als niet-bekostigde studenten en examendeelnemers meegenomen. Jaarverslag 2011, versie 1
16
De normen van de Inspectie voor 2010-2011, nog steeds gelijk aan die van 2008-2009, luiden als volgt:
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4
Jaarresultaat 60,7% 56,5% 65,3% 64,2%
Diplomaresultaat 45,1% 45,2% 67,3% 67,3%
In tabel 1 Jaarresultaat en Diplomaresultaat is het oordeel opgenomen volgens de inspectienorm.
Tabel 1 Jaarresultaat en diplomaresultaat Periode 1-10-2010 tot 1-10-2011
Niveau
Rendementen inclusief Rendementen exclusief Bedrijfsgroepen Bedrijfsgroepen Jaar- Diploma- Inspectieoordeel Jaar- Diploma- Inspectieoordeel resultaat resultaat resultaat resultaat 1 2 3 4
totaal
100,0% 61,5% 56,5% 51,6% 58,0%
100,0% 50,3% 66,2% 55,4% 56,2%
voldoende voldoende onvoldoende onvoldoende
100,0% 62,4% 56,5% 60,6% 60,9%
100,0% 52,6% 66,2% 66,7% 61,8%
voldoende voldoende onvoldoende onvoldoende
In 2010 scoorde alleen niveau 4 een onvoldoende, nu worden zowel niveau 4 als niveau 3 met onvoldoende beoordeeld. De rendementen van niveau 4, en in mindere mate die van niveau 2, en het totaalrendement, worden in negatieve zin vertekend door de resultaten van de bedrijfsgroepen. Studenten van bedrijfsgroepen niveau 4 kunnen geen diploma behalen, maar sluiten hun studie af met een certificaat. Met dit certificaat hebben zij hun doelstelling behaald, maar dat telt niet mee in het rendement. Binnen de bedrijfsgroepen niveau 2 zijn er twee onderdelen, waarbij de opleiding wel met een diploma kan worden afgesloten, maar er zijn ook groepen, die alleen een certificaat kunnen behalen. Kijken we naar de rendementen exclusief de Bedrijfsgroepen, dan kan opgemerkt worden dat de resultaten van niveau 4 ten opzichte van vorig jaar flink zijn verbeterd. Het jaarresultaat is gestegen met bijna 9% en ligt nu nog maar 4% onder de norm; het diplomaresultaat is met 16% toegenomen en ligt nog slechts 0,6% onder de norm. Maar het is nog steeds niet voldoende! Het diplomaresultaat van niveau 3 is ook verbeterd ten opzichte van de vorige meetperiode. De afdelingen Brood & Banket, Facilitair en Horeca zorgden voor deze stijging. Bij de afdeling Toerisme zijn beide rendementen ten opzichte van vorig jaar gedaald. Het jaarresultaat is met 10% verslechterd. De oorzaak van deze daling is met name te vinden bij de afdelingen Brood & Banket en Toerisme. Een nadere toelichting staat bij Tabel 3b. Het aantal behaalde diploma’s op niveau 3 en 4 is toegenomen en ligt ongeveer op het niveau van 2 jaar geleden of zelfs hoger. Het percentage studenten, dat zonder diploma de studie beëindigt is echter in verhouding te veel toegenomen, waardoor per saldo het rendement onder de norm uitkomt.
Jaarverslag 2011, versie 1
17
3.b.1 Diplomaresultaat naar afdeling en niveau Tabel 2a Diplomaresultaat incl. bedrijfsgroepen niveau 1 Afdeling B&B
met IV dipl 1
result
1 100,0%
Facilitair 1
1 100,0%
Toerisme
5
5 100,0%
7
met IV dipl
result
IV
met dipl
result
23
60,9% 10
8
80,0%
59
14
3 100,0% 28
25
89,3%
14
42,4%
15
51,7% 33
18
43,9%
7 100,0% 155
78
50,3% 71
45,1%
Afwijking
47
78
met IV dipl
result
30
100,0%
38
27
55,6%
21
13
61,9%
25
22
88,0% 113
76
67,3%
46
26
56,5% 113
60
53,1%
60
18
30,0%
55,4% 345
194
56,2%
167
55,5%
0,0% 62
67,3% -11,9% 89
45
50,6% 301
45,1%
45,2%
67,3%
67,3%
Afwijking
54,9%
7,1%
-6,1%
-16,7%
“met dipl” “result”
71,1%
4
Norm inspectie
“IV”
result
10
66,2% 112
61,2%
met IV dipl
4
-1,1%
52,3% 49
totaal
18
67,3%
5,1%
14 100,0% 149
niveau 4
19
45,2%
54,9% 14
47,5% 28
29
Norm inspectie
Resultaten 0910
niveau 3
41
Bedrijfsgroepen Resultaten 1011
niveau 2
3
Horeca
Periode 1-10-2010 tot 1-10-2011
= Instellingsverlaters; het totaal aantal studenten dat het CC en ROCWB hebben verlaten (met en zonder diploma) = het aantal studenten dat met een diploma van dat niveau/die afdeling het CC en ROCWB heeft verlaten = het uiteindelijke rendement: het percentage gediplomeerde schoolverlaters van het totale aantal schoolverlaters
Laten we de bedrijfsgroepen buiten beschouwing, dan ziet het diplomaresultaat er als volgt uit: Tabel 2b Diplomaresultaat excl. bedrijfsgroepen niveau 1 Afdeling B&B
met IV dipl 1
result
1 100,0%
Facilitair
Periode 1-10-2010 tot 1-10-2011
niveau 2
niveau 3
met IV dipl
result
23
60,9% 10
3
14
met IV dipl 8
result 80,0%
3 100,0%
niveau 4 IV
totaal
met dipl
result
IV
met dipl
result
4
4
100,0%
38
27
71,1%
18
10
55,6%
21
13
61,9%
Horeca
1
1 100,0%
59
28
47,5% 28
25
89,3% 25
22
88,0% 113
76
67,3%
Toerisme
5
5 100,0%
29
15
51,7% 33
14
42,4% 46
26
56,5% 113
60
53,1%
Resultaten 1011
7
7 100,0% 114
60
52,6% 71
47
66,2% 93
62
66,7% 285
176
61,8%
148
54,8%
Norm inspectie
45,1%
45,2%
67,3%
67,3%
Afwijking
54,9%
7,4%
-1,1%
-0,6%
Resultaten 0910
14
14 100,0% 119
60
50,4% 48
29
60,4% 89
45
50,6% 270
Norm inspectie
45,1%
45,2%
67,3%
67,3%
Afwijking
54,9%
5,2%
-6,9%
-16,7%
Het totale diplomaresultaat van het Cingel College laat een toename van 7% zien ten opzichte van vorig jaar. Deze verbetering is op alle niveaus zichtbaar, met uitzondering van niveau 1, waar het diplomaresultaat sinds vorig jaar 100% bedraagt, omdat dit niveau alleen nog wordt aangeboden als uitstroomniveau, indien een diploma op niveau 2 niet haalbaar blijkt. Jaarverslag 2011, versie 1
18
Het diplomaresultaat van niveau 2 is gestegen met ruim 2% ten opzichte van vorig jaar. Daarnaast is de doorstroom van niveau 2 naar niveau 3 altijd van invloed op het diplomaresultaat van niveau 2. Een hogere doorstroom heeft een negatief effect op het diplomaresultaat van niveau 2, omdat de gediplomeerden op niveau 2, die doorstromen naar niveau 3, niet mee tellen in het diplomaresultaat van niveau 2. Ten opzichte van vorig jaar is de doorstroom licht gestegen (zie 3.e.3 Doorstroom). Het diplomaresultaat van niveau 3 is in vergelijking met vorig jaar 6% gestegen en ligt nu nog slechts 1% onder de norm. Het negatieve resultaat wordt veroorzaakt door de afdeling Toerisme. Met een rendement van 42% (vorig jaar 54%) ligt zij 25% onder de norm. Ook hier wordt het resultaat negatief beïnvloed door de gediplomeerde doorstroom, nu van niveau 3 naar 4. Deze doorstroom is fors hoger dan die van vorig jaar (zie 3.e.3 Doorstroom). De voornaamste reden, die de student aangeeft als reden van doorstroom, is dat het, gezien de situatie op de arbeidsmarkt, beter is een jaar langer te studeren om een hoger niveau te bereiken en meer kans op een baan te hebben. Een andere oorzaak van het lage resultaat is, dat er minder studenten met een diploma de studie hebben beëindigd, bij een ongeveer gelijkblijvend aantal schoolverlaters. De redenen van uitval hebben vooral te maken met gedrag, motivatie en “niet kunnen” (psychische of fysieke beperkingen). Het rendement van de niveau 4-opleidingen vertoont na de afname van afgelopen jaar nu stijging. De afdeling Facilitair laat een stijging zien van ruim 20%, maar ligt nog 11% onder de norm van de Inspectie. Ook hier is bij de afdeling Toerisme het resultaat afgenomen (-4%), waardoor ze 10% onder de norm scoort. Ook op dit niveau zijn de voornaamste redenen van uitval gedrag, motivatie en “niet kunnen” (psychische of fysieke beperkingen).
3.b.2 Jaarresultaat naar afdeling en niveau van het Cingel College Tabel 3a Jaarresultaat incl. bedrijfsgroepen niveau 1 Afdeling B&B
met IV dipl 2
result
2 100,0%
Facilitair Horeca
3
3 100,0%
Bedrijfsgroepen Resultaten 1011
niveau 2
5
niveau 3
met IV dipl
result
30 1
Toerisme
Periode 1-10-2010 tot 1-10-2011
20
IV
met dipl
result
66,7% 17
9
52,9%
1 100,0%
niveau 4 met IV dipl
Totaal
result
met IV dipl
5
4
80,0%
54
35
64,8%
23
13
56,5%
24
14
58,3%
83
51
61,4% 36
25
69,4%
30
23
76,7% 152
102
67,1%
43
26
60,5% 39
18
46,2%
51
26
51,0% 133
70
52,6%
56
33
58,9%
75
33
44,0%
52
56,5% 128
66
51,6% 438
254
58,0%
222
59,7%
5 100,0% 213 131
61,5% 92
19
0,0%
Norm inspectie
60,7%
56,5%
65,3%
64,2%
Afwijking
39,3%
5,0%
-8,8%
-12,6%
Resultaten 0910
16
16 100,0% 171
98
57,3% 81
54
66,7% 104
54
51,9% 372
Norm inspectie
60,7%
56,5%
65,3%
64,2%
Afwijking
39,3%
0,8%
1,4%
-12,3%
“totaal” “met dipl” “result”
result
= het totaal aantal gediplomeerde CC-studenten in de meetperiode + het aantal ongediplomeerden dat het CC en daarmee het ROCWB hebben verlaten = het totaal aantal gediplomeerde CC-studenten in de meetperiode = het rendement: het percentage gediplomeerden tov het totaal
Jaarverslag 2011, versie 1
19
Het totaal jaarresultaat is met bijna 2% afgenomen ten opzichte van de vorige meetperiode. Ook hier hebben de bedrijfsgroepen een negatieve invloed op het rendement van niveau 2 en 4 en daarmee op het totaalrendement. De resultaten exclusief de bedrijfsgroepen zijn: Tabel 3b Jaarresultaat excl. bedrijfsgroepen niveau 1 Afdeling B&B
met IV dipl 2
result
2 100,0%
Facilitair Horeca
3 100,0%
5
niveau 3
met IV dipl
result
30
20
IV
met dipl
result
66,7% 17
9
52,9%
1 100,0%
niveau 4 met IV dipl
result
result
5
4
80,0%
54
35
64,8%
23
13
56,5%
24
14
58,3%
83
51
61,4% 36
25
69,4%
30
23
76,7% 152
102
67,1%
26
60,5% 39
18
46,2%
51
26
51,0% 133
70
52,6%
5 100,0% 157
98
62,4% 92
52
56,5% 109
66
60,6% 363
221
60,9%
204
59,6%
Norm inspectie
60,7%
56,5%
65,3%
64,2%
Afwijking
39,3%
5,9%
-8,8%
-3,6%
Resultaten 0910
16
totaal met IV dipl
43
Toerisme Resultaten 1011
niveau 2
1 3
Periode 1-10-2010 tot 1-10-2011
16 100,0% 141
80
56,7% 81
54
66,7% 104
54
51,9% 342
Norm inspectie
60,7%
56,5%
65,3%
64,2%
Afwijking
39,3%
0,2%
1,4%
-12,3%
Het totaal jaarresultaat exclusief de bedrijfsgroepen is met ruim 1% gestegen ten opzichte van het vorige jaar. De jaarresultaten van niveau 1 en 2 liggen boven de norm van de Inspectie. Die van niveau 3 en 4 liggen respectievelijk bijna 9% en bijna 4% onder de norm. Ten opzichte van de vorige meetperiode zijn de resultaten van niveau 3 gedaald, maar die van niveau 4 gestegen. De afdeling Toerisme heeft nog steeds te kampen met een aantal niet naar behoren gemotiveerde studenten. Steeds vaker komt het voor dat VMBO-afgestudeerden nog niet goed weten wat te gaan doen en dan lijkt een opleiding Toerisme een mooie tussenoplossing, tot het definitieve carrièrebeeld vorm krijgt. Ook zijn er studenten die, ondanks de uitgebreide voorlichting en intake, toch een verkeerd beeld van de opleiding hadden en na enige tijd terugkomen op hun keuze. Het jaarresultaat van niveau 2 en 3 ligt bij de afdeling Toerisme een stuk hoger dan het diplomaresultaat. Dit komt doordat in het jaarresultaat de gediplomeerde doorstroom wel meetelt. Opvallend is nog dat het jaarresultaat van niveau 3 van de afdeling Brood &Banket ruim 12% onder de norm van de Inspectie ligt. Een aantal studenten heeft langer over de opleiding gedaan, maar heeft na 1 oktober 2011 alsnog de studie met een diploma kunnen afsluiten. We betreuren het dat de rendementen op niveau 3 en 4 niet naar behoren scoren. We blijven met de gehele school de feiten analyseren en waar we niet machteloos staan door redenen van buitenaf, zullen we er alles aan doen om gericht actie te blijven ondernemen. Bij de afdeling Facilitair werpt dit al zijn vruchten af. Er is het Cingel College namelijk enorm veel aan gelegen om het rendement te verbeteren, de programma’s nog aantrekkelijker te maken, de betrokkenheid van de studenten bij hun studie en de school verder te vergroten en de begeleiding te blijven optimaliseren.
Jaarverslag 2011, versie 1
20
3.b.3
Aantal VSV’ers
Doelstelling reductie 2010/2011 (40%)
VSV 05/06 73
Analyse: 1. 2.
Maximum VSV'ers 2010/2011
29
geen specificatie oorzaak bij student
44
Werkelijk aantal VSV'ers 2010/2011
Werkelijk in % van maximum 74
69
- gezondheid (a) - onvoldoende capaciteit - bereikbaarheid - motivatie - omgeving (b) - gedrag
3.
oorzaak bij school
7 11 1 23 4 23 5
- instelling - opleidingsniveau - administratieve redenen (c) a. b. c.
168%
5
Onder het aspect gezondheid zijn begrepen: ziekte en het “niet-kunnen” vanwege psychische dan wel fysieke beperkingen. Tot het aspect omgeving wordt gerekend: geen leerbedrijf/ontslag. Onder administratieve redenen wordt verstaan, dat op het moment van registreren het resultaat nog niet bekend was.
In deze aantallen zijn 3 studenten van de bedrijfsgroepen begrepen. De reden van het voortijdig beëindigen van hun studie is geen leerbedrijf/ontslag (zie aspect ‘omgeving’). In paragraaf 5.a.7 Activiteiten ter voorkoming van Voortijdig Schoolverlaten (VSV) staat uitgelegd wat we zoal aan activiteiten hebben ontplooid op het terrein van het terugdringen van voortijdige schooluitval. Dat ondanks deze maatregelen niet het gewenste effect is gesorteerd, is zondermeer diep teleurstellend en maakt duidelijk dat blijvende aandacht voor dit probleem nodig is en klaarblijkelijk niet alleen op de niveaus 1 en 2, zoals in het verleden werd gedacht. 3.c.
Programma
3.c.1. Samenhang Het Cingel College heeft niet alleen de ontwikkeling van alle CGO-opleidingen zo goed als afgerond in 2011, maar ook (zoals ieder schooljaar gebeurt) zijn voor de aanvang van het schooljaar 2011/2012 alle bestaande CGO-opleidingen gescreend en waar nodig aangepast. Soms vindt zo’n aanpassing plaats vanuit de behoeftes van de studenten zelf; soms vanuit de behoeftes van de bedrijven, geventileerd tijdens klankbordbijeenkomsten. Het kan ook gaan om een actualisering van de opleiding vanwege een nieuw kwalificatiedossier, nieuwe leermiddelen, of onevenwichtigheden die door het team zijn geconstateerd. Gewenste verbeteringen vanuit de oude opleidingen zijn, waar mogelijk, verwerkt in de nieuwe opleidingen.
Jaarverslag 2011, versie 1
21
Zo hebben bijvoorbeeld de volgende verbeteringen plaatsgevonden in 2011: Bij de afdeling Toerisme is de opleiding Leisure niveau 2 vanaf schooljaar 20112012 verkort van 2 naar 1 jaar. Opnieuw zal bij de afdeling Toerisme een wisseling plaatsvinden van de stageperiodes bij reizen, omdat is gebleken dat de vorige verandering niet efficiënt was. De gekozen systematiek voor rekenen werkt goed. Deze systematiek kopen we in bij Malmberg en heet Rekenblokken. Er worden nu naast computerlessen ook meer theorielessen rekenen aangeboden. Samen met Malmberg is er een eerste instellingsexamen georganiseerd. Wij hebben ons op deze wijze kunnen voorbereiden op een centraal examenmoment. In 2011 is afscheid genomen van TOA (ICE) wat betreft het onderdeel Burgerschap. Er worden nu eigen opdrachten gemaakt. Die werken een stuk beter, zijn efficiënter en prettiger voor de studenten en geven minder belasting op ruimtes binnen het gebouw. Door middel van een intervisieprogramma voor de leercoaches trachten wij een Cingel-brede aanpak te bevorderen. In overleg met hen is ook een verbeterd portfolio gelanceerd. In 2011 is er tevens een nieuw fenomeen toegevoegd aan de pijlers van onze zorgstructuur. Door de invoering van Breinleren verwachten wij, dat de studenten met meer succes hun opleiding zullen volgen en afronden. Zij krijgen tijdens deze uren de tools om hun opleiding beter te plannen en efficiënter te leren. 3.c.2
Maatwerk
Maatwerk kennen we binnen het Cingel College in verschillende vormen: Tijdens een intakegesprek van een half uur, dat iedere aangemelde student krijgt, wordt o.a. besproken of er wellicht problemen zijn, die om speciale aandacht van het Cingel-team vragen. Op basis daarvan bekijken we of er aanpassingen nodig zijn in het reguliere programma. Zo worden LGF-studenten via de leercoach/mentor en de trajectbegeleider extra begeleid. Cursisten met dyslexie of andere vormen van belemmeringen kunnen voor examens extra tijd krijgen en in sommige gevallen worden examens zelfs aangepast. Eerder verworven kwalificaties of eerder verkregen certificaten en diploma’s geven vanzelfsprekend ook recht op aanpassingen. Waar mogelijk zullen wij een versneld traject aanbieden en een student eventueel in een hoger jaar plaatsen. Het komt ook voor, dat we accenten in het onderwijsprogramma verleggen: studenten vrijstelling geven van de lessen waar hij goed in is en hem daarvoor in de plaats programmaonderdelen laten volgen die nog extra training/uitleg behoeven. Variatie in tempo is ook mogelijk binnen Nederlands en rekenen. Daarbij hanteren we eveneens het principe van het verleggen van accenten in de opleiding en zo mogelijk het verkorten van de opleiding. Studenten die dat wensen, kunnen een verkort Recreatietraject volgen. Dit is ontwikkeld in samenwerking met Vacansoleil en 4 andere ROC’s in Nederland. De Bedrijfsgroepen volgen volledige maatwerktrajecten, die in overleg met de bedrijven en met P3 worden samengesteld en door het Cingel College worden uitgevoerd. Bij de Brood & Banket-opleidingen is onderzocht, welke mogelijkheden er zijn om studenten eerder door bepaalde taken en vakken te laten gaan. Dit onderzoek heeft ertoe geleid, dat in het schooljaar 2011/2012 men is gaan experimenteren met meer individuele roosters en opleidingstrajecten. Een evaluatie volgt in 2012. In 2010 is tevens onderzocht hoe de niveau 2 opleiding Recreatie verbeterd kon worden, zodat de hoge uitval in die groep kan worden voorkomen. Dit heeft geresulteerd in een verkorte opleiding. Deze is gestart in 2011. De aanmeldingen Jaarverslag 2011, versie 1
22
hebben geleid tot 3 volle klassen. In 2012 zullen de opzet en de resultaten van de opleiding geëvalueerd worden. We willen binnen het Cingel College niet doorslaan in individualistisch onderwijs. Natuurlijk moeten we herhalingen van lesstof trachten uit te bannen en waar dat mogelijk is studenten die dat nodig hebben, extra begeleiden. We mogen echter niet uit het oog verliezen, dat het werken in groepen de saamhorigheid tussen studenten en daarmee de zin in onderwijs bevordert. En…dat is goed in de strijd tegen voortijdige uitval! 3.c.3
Programmatijd
De studiebelasting voor de cursisten staat in ieder OER en in iedere Opleidingswijzer (OLW) vermeld. Ieder schooljaar worden de OER’en / OLW’s besproken en worden er eventuele aanpassingen aangebracht op basis van ervaringen in het daaraan voorafgaande studiejaar. Die evaluatie van studiebelasting en opbouw van het programma vindt plaats met het team tijdens de vergaderingen, met de studenten via panelgesprekken en met het bedrijfsleven via klankbordbijeenkomsten. In 2011 is er een start gemaakt met Kwaliteitsimpuls FD. Dit project moet leiden tot een kwaliteitslag van de opleiding Facilitair Leidinggevende. Niet alleen qua lesstof, programmering, modernisering, maar ook qua persoonlijke ontwikkeling van de docenten. In de verbeterslag worden ook de principes van Focus op vakmanschap al meegenomen en het programma zal geënt zijn op het nieuwste kwalificatiedossier. 3.c.4
Voorzieningen
De onderwijsprogramma’s vinden plaats in goed geoutilleerde lokalen, leerpleinen en praktijkruimtes, die we steeds trachten zo eigentijds, aantrekkelijk en praktisch mogelijk in te richten voor de studenten. In 2011 hebben wij bijvoorbeeld het aantal activeboards met directe internetverbinding verder uitgebreid, verschillende machines en kleine lesmaterialen ten behoeve van het Horeca- en Brood & Banket-onderwijs vervangen en grote lockers voor de studenten aangeschaft aan de Markendaalseweg. Het aantal computers is weliswaar voortdurend een punt van discussie, maar we moeten niet uit het oog verliezen, dat er meer didactische werkvormen zijn en dat de huidige studenten er niet van geporteerd zijn, alle opdrachten digitaal uit te voeren. 3.d.
Leerproces
3.d.1 Leertijd Binnen het Cingel College proberen wij het leerproces zo doelmatig en stimulerend mogelijk in te richten middels aantrekkelijke onderwijsprogramma’s, die zijn vastgelegd in OER’en / OLW’s. Van daaruit wordt een lesrooster voor de studenten en een plan van inzet voor het onderwijspersoneel gemaakt. Wat betreft de controle of studenten deze planning individueel ook volgen, werkt het Cingel College zowel bij theorie- als bij praktijklessen met het systeem PARS. Hiermee wordt de aanwezigheid van de cursisten via een pasje en een scanner geregistreerd. Deze gegevens worden vervolgens gebruikt als uitgangspunt voor gesprekken met studenten en eventueel hun ouders door de coaches en de trajectbegeleider. Gemiste praktijklessen dienen ingehaald te worden, of de student krijgt een vervangende opdracht. Ook kunnen we met dit systeem voldoen aan de wettelijke verplichting om de absentie bij het verzuimloket te melden. Het systeem heeft nogal wat gevolgen gehad voor de werkwijze binnen het Cingel College, maar na een proef- en vervolgens moeilijke startperiode met heel wat te betreuren kinderziektes, hebben we er nu toch vertrouwen in.
Jaarverslag 2011, versie 1
23
3.d.2 Didactisch handelen Het Cingel College werkt bewust met zoveel mogelijk variatie in werkvormen. Het kent een mix van praktijkleren, het klassikale lesgeven, projecten binnen en buiten de school, stages, groepsgesprekken, buitenschoolse praktijk en het gebruik van de taal- en economiepleinen. De binnenschoolse praktijkuren vinden veelal groepsgewijs plaats (in restaurant, keuken, Evenementenbureau en bakkerij) en daarbij kunnen zelfs meerdere niveaus, opleidingen en opleidingsjaren – natuurlijk wel binnen dezelfde branche - door elkaar lopen. Op die manier worden ook managementaspecten getraind en stimuleren de studenten elkaar. Najaar 2011 is er een start gemaakt met een project genaamd Levende talen. Met dit project wordt onderzocht hoe we de moderne vreemde talen (MVT) dichter bij de beroepspraktijk kunnen brengen en hoe we innovatiever te werk kunnen gaan met de MVT’s. Een mooi voorbeeld daarvan is het project Oscar, waarbij de studenten een film moeten maken in het Engels. In 2011 zijn we daar experimenteel mee gestart en hebben het samen met de organisatoren van het Filmfestival Breda tot een succes weten te maken. Voor 2012 wordt gekeken of het festijn vergroot kan worden en of het door meerdere afdelingen gedragen kan worden. Dat onze huidige studenten een andere aanpak vragen dan jaren geleden, is algemeen bekend. Als Cingel College vinden we het belangrijk om onze onderwijscollega’s bij die omslag een steun in de rug te bieden. Daartoe hebben we een traject voor ogen, waarbij zij intensief en veelal individueel worden getraind op het gebied van didactische vernieuwing. In 2011 zijn we gestart met het team Facilitair. De andere teams zullen volgen bij een positieve evaluatie. 3.d.3 Begeleiding Een goede begeleiding is in het MBO van enorm groot belang. Het Cingel College hecht daaraan en probeert door een persoonlijke benadering iedere student zich hier thuis te laten voelen. Terwijl de studenten van de eindtermgerichte opleidingen nog bijgestaan worden door een klassikale mentor, hebben we met ingang van het nieuwe onderwijs gekozen voor een systeem met een persoonlijke leercoach voor iedere student. De ervaring die wij hebben opgedaan in 2010/2011, heeft ertoe geleid, dat wij de uren hebben aangepast per leercoach, per klas en per leerjaar. Daardoor wordt meer recht gedaan aan de verschillen tussen de studenten (zie ook 3.e.2 Studieloopbaanbegeleiding). Eind 2011 hebben we het systeem opnieuw geëvalueerd en bekeken, of er veranderingen noodzakelijk zijn. Een stagiair van de Fontys Hogescholen verricht ook onderzoek naar de leercoachsystematiek binnen het Cingel College. In 2012 zullen dat onderzoek en de eerder gehouden evaluatie met de verschillende teamvoorzitters en leercoaches worden besproken en wellicht t leiden tot een verandering in onze uitvoering van de coach- en begeleidingssystematiek. 3.d.4 Beroepspraktijkvorming Qua beroepspraktijkvorming is er een nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. Er is veelvuldig contact tussen de begeleiders en de praktijkopleiders via persoonlijke bezoeken op het stageadres/leerbedrijf, telefoon en e-mail. Afwezigheid van een student wordt ook geregistreerd tijdens de BPV; school en bedrijf houden elkaar daarvan op de hoogte. Eventuele missers tijdens de beroepspraktijkvorming worden snel gesignaleerd, waarna er direct actie volgt vanuit de BPV-begeleider van het Cingel College. De niveau 2-studenten krijgen in dit proces extra begeleiding d.m.v. speciale lessen “Stagevoorbereiding” en voor de studenten zijn er BPV-spreekuren.
Jaarverslag 2011, versie 1
24
In 2011 is een uitgebreid beleidsplan Internationalisering ontwikkeld, dat in 2012 helemaal afgerond zal worden. Daarin is ook uitgebreid aandacht besteed aan principes en afspraken rond buitenlandstages. Verder is er een calamiteitenplan opgenomen. Via de beroepspraktijkvorming en vele verschillende buitenschoolse projecten en evenementen proberen wij de studenten, bewust, enorm veel praktijkervaring op te laten doen. Die diversiteit en de waarheidsgetrouwe aansluiting van de stof bij het beroepenveld verhogen de motivatie van de student. Door de vele ontmoetingen met andere studenten, met reële gasten en klanten binnen en buiten de school, waarbij aandacht wordt besteed aan sociale en communicatieve vaardigheden naast een correcte beroepshouding, ontwikkelen de studenten zich ook als persoonlijkheid. Verder is er in het najaar van 2011, in het kader van de examenprofielen, een start gemaakt met het benaderen van enkele geselecteerde bedrijven voor structurele samenwerking op beoordelingsterrein. Zo is het facilitair team met Stichting Groenhuysen tot afspraken gekomen, dat daar de huidige 3e jaars examens mogen afnemen. Ook bij het team toerisme is men met een dergelijk onderzoek bezig: dat is in gesprek met De Roompot.
3.d.5 Informatie m.b.t. zeer zwakke opleidingen Ondanks alle inspanningen van de teamleden en hun betrokkenheid bij de studenten is het in 2011 toch gebeurd, dat een onvoldoende is uitgedeeld door de inspectie aan de opleiding Facilitair Leidinggevende. Oorzaken daarvan waren gelegen in een slecht rendement in het schooljaar 2009/2010 enerzijds en onvoldoende onderwijskwaliteit anderzijds. Analyses m.b.t. het rendement in dat jaar wezen uit, dat er in dat schooljaar een ongelukkige samenloop van omstandigheden is geweest. Er bleek een uitstroom te zijn met een examenklas van 15 studenten (waarvan 3 studenten hun diploma pas behaalden als extraneuskandidaat) en een instroom van 27 met het switchgedrag dat 1e jaars bij de meeste opleidingen kenmerkt. In zo’n situatie ontstaat ongewild de piramideproblematiek bij rendementsberekeningen Daarnaast kampten een groter aantal studenten dan gewoonlijk met individuele psychische en maatschappelijk problemen, waardoor zij buiten schuld van de school om voortijdig de opleiding van de school verlieten. Controle van de inspectie in december 2011 op de onderwijskwaliteit stelde evenzeer hevig teleur. Verschillende elementen scoorden een onvoldoende, zoals de leertijd, de eenduidigheid in de begeleiding, de evenwichtigheid en maatwerkmogelijkheden in de programmering en de systematische kwaliteitszorg. Bovendien was Cingel-breed een aanscherping nodig in het melden van verzuim van studenten: i.p.v. 1 x per week moest voortaan 2x per week verzuim gemeld worden bij het verzuimloket om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. Positief was gelukkig, dat al een aantal verbeteringen in gang was gezet vanaf augustus 2011 en dat het team Facilitair samen met het management zelf al het besluit had genomen zo snel mogelijk het nieuwe kwalificatiedossier in te voeren en vanaf augustus 2012 meteen ook al te starten met een 3- i.p.v. 4-jarige opleiding. Dat verbetertraject wordt in 2012 nog geïntensiveerd en zal naar wij hopen, leiden tot een opleiding waar we weer trots op kunnen zijn. 3.e.
Trajectbegeleiding
3.e.1. Voorlichting, intake en plaatsing
Jaarverslag 2011, versie 1
25
Het Cingel College heeft ook in 2011 weer dankbaar gebruik gemaakt van de verschillende mogelijkheden om voorlichting te geven op VMBO’s in groepssessies en via informatiemarkten in de regio Breda en de Drechtsteden. Daarnaast zijn er weer extra voorlichtingstrajecten uitgevoerd op het Markland, het Nassau, het Dongemond en het Florijn College. Om de VMBO-/HAVO-leerling een zo eerlijk mogelijk beeld te geven van het Cingel College en hem optimaal voor te bereiden op zijn toekomstige studie, kent het Cingel ook nog andere activiteiten: De afdelingen Brood & Banket, Facilitair en Horeca hebben samen met het bedrijfsleven georganiseerd, dat een belangstellende VMBO’er voorafgaand aan plaatsing een aantal dagdelen stage gaat lopen in het bedrijfsleven, zodat een goed beeld ontstaat van het wekveld. Verder kent het Cingel College de zogenaamde meeloopdagen. VMBO’ers of HAVO-leerlingen maken binnen een reguliere situatie dan een dagprogramma mee en worden gekoppeld aan een Cingel-student van de studierichting van hun keuze. Die begeleidt hen en beantwoordt hun vragen. In schooljaar 2010/2011 hebben we een 39-tal “mee-lopers” in huis gehad, die we daarna voor een groot deel hebben teruggezien als beginnende Cingel-student. En om VMBO’ers al in een heel vroeg stadium zo goed mogelijk op de hoogte te brengen van de inhoud van de Cingel-opleidingen en bijbehorende beroepen levert het Cingel College een actieve bijdrage aan het Bredase project “Een opleiding nader bekeken”. De intake geschiedt altijd op individuele basis. Potentiële studenten worden z.s.m. na aanmelding uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek van 30 minuten, waarbij ook het met het VMBO ontwikkelde doorstroomdossier wordt gehanteerd. Mits voorhanden, want niet iedere VMBO-school gebruikt dit. Bij dit gesprek zijn de ouders altijd welkom. Het intakegesprek vindt standaard plaats met een vakdocent, terwijl de trajectbegeleider op de achtergrond aanwezig is voor specifieke vragen. Direct na het intakegesprek hoort de student of hij geplaatst is. Zijn aanname wordt bevestigd via een brief. Bij twijfel of een aankomend student een bepaald niveau of een bepaalde branche aankan, schakelen we het Servicecentrum voor Studie en Beroep (SS&B) in. In 2011 hebben wij 8 potentiële studenten doorgestuurd voor verschillende testen. Als na een test bleek, dat er een redelijke kans bestond op het goed doorlopen van een van onze opleidingen, werd de student geplaatst. Was een plaatsing binnen het Cingel College niet zinvol, dan werd via het Servicecentrum gezocht naar een andere passende opleiding binnen het ROC WestBrabant. 3.e.2. Studieloopbaanbegeleiding Een goede begeleiding is in het MBO van enorm groot belang. Het Cingel College hecht daaraan en probeert door een persoonlijke benadering iedere student zich hier thuis te laten voelen. De algemene begeleiding van de Cingel-studenten gebeurt door de mentoren, leercoaches, docenten, de BPV-begeleiders en de trajectbegeleider. Daarnaast kunnen zij in precaire situaties terugvallen op een vertrouwenspersoon en sinds 2011 is ook een schoolmaatschappelijk werker 3 dagdelen aanwezig. Terwijl de studenten van de eindtermgerichte opleidingen nog bijgestaan worden door een klassikale mentor, hebben we met ingang van het nieuwe onderwijs gekozen voor een systeem met een persoonlijke leercoach voor iedere student. Leercoaches zijn extern geschoolde mensen (bureau Celbe), die de leer- en loopbaanvaardigheden van de individuele student monitoren en stimuleren. In het schooljaar 2010-2011 zijn intern door de stafmedewerker O& I nog 6 coaches opgeleid en hebben er verschillende Jaarverslag 2011, versie 1
26
intervisiebijeenkomsten plaatsgevonden om de andere leercoaches nog verder te professionaliseren. In de oorspronkelijke opzet ziet de leercoach elke student elke 4 weken voor een persoonlijk gesprek van 30 minuten. In dit gesprek wordt de voortgang van de studie en de loopbaan besproken. Als handvat wordt hierbij een zelf ontwikkeld Cingel-portfolio gebruikt. De werkwijze rond het portfolio stimuleert de student meteen ook kritisch te kijken naar zijn eigen leerontwikkelingen. Door de intensivering van de contacten met de studenten, kan de leercoach sneller problemen signaleren en zo proberen te voorkomen dat een student vroegtijdig uitstroomt. Aan het einde van schooljaar 2010-2011 is deze werkwijze geëvalueerd. Omdat niet alle studenten hetzelfde aantal uren begeleiding nodig bleken te hebben, is toen besloten te anticiperen op het principe van afnemende sturing van de docent en toenemende zelfsturing door de student gedurende zijn studieloopbaan. Dat houdt in dat het aantal uren leercoaching afneemt naarmate een student een hoger niveau opleiding volgt en/ of in een latere studiefase terecht is gekomen. We doen dit overigens onafhankelijk van de leerweg, waardoor er geen verschil is in uren voor BOL– en BBL- studenten. Ureninzet individuele leercoaching Niveau 2 Niveau opleiding → Leerjaar → Leerjaar 1 7 Leerjaar 2 4 Leerjaar 3 Leerjaar 4
Niveau 3
Niveau 4
6 4 2
6 4 2 2
Minimum aantal leercoachgesprekken Alle Aantal gesprekken→ opleidingen Leerjaar → Leerjaar 1 4 Leerjaar 2 3 Leerjaar 3 2 Leerjaar 4 2 Daarnaast zijn, op basis van de evaluaties door leercoaches, de portfolioformulieren m.b.t. leercoaching verbeterd en vereenvoudigd.
Jaarverslag 2011, versie 1
27
3.e.3. Doorstroom (MBO of HBO)
percentage
aantal gediplomeerden 2008/2009
doorstroom naar schooljaar 2009/2010 percentage
aantal gediplomeerden 2009/2010
doorstroom naar schooljaar 2010/2011 percentage
aantal gediplomeerden 2010/2011
doorstroom naar schooljaar 2011/2012 percentage
Brood&Banket niv. 1 niv. 2 niv. 3
8 15 2
57% 79% 17%
7 25 10
5 11 4
71% 44% 40%
2 17 10
1 12 5
50% 71% 50%
20 6
11 1
55% 17%
Horeca niv. 1 niv. 2 niv. 3
23 3
62% 15%
3 36 21
3 24 1
100% 67% 5%
14 44 21
2 28 3
14% 64% 14%
49 25
29 1
59% 4%
Toerisme niv. 2 niv. 3
12 11
63% 41%
15 19
5 8
33% 42%
21 18
7 2
33% 11%
27 17
8 5
30% 29%
Totalen
74
50%
136
61
45%
147
60
41%
144
55
38%
De neiging door te stromen naar een hoger niveau is in 2011 ten opzichte van 2010 licht afgenomen. Vooral de doorstroom van Brood & Banket-studenten die doorstromen van niveau 3 naar 4 liep fors terug. Een verklaring daarvoor zou kunnen zijn, dat studenten die belangstelling hadden voor een leidinggevende functie, deze keuze al in het begin van studie maakten. We hebben namelijk een toename gezien van studenten die startten met niveau 4. De oorzaak zou echter ook kunnen liggen in de economisch situatie waarin we verkeren. Er moet hard gewerkt worden in de branche om het hoofd boven water te houden en ondernemers zijn dan niet altijd genegen hun personeel nog de mogelijkheid tot een vervolgopleiding te bieden. Eenzelfde situatie zien we namelijk bij Horeca, waar de doorstroom van niveau 3 naar 4 (gespecialiseerd kok) ook sterk is afgenomen. In die branche kan dat bovendien te maken hebben met de hoge kosten van een niveau 4-opleiding.
Jaarverslag 2011, versie 1
28
Bij Toerisme zien we een omgekeerde beweging: daar neemt de doorstroom van niveau 3 naar 4 weer iets toe. Wellicht ligt daar ook de economische situatie aan ten grondslag, maar dan omgekeerd. Het is niet altijd eenvoudig in bijvoorbeeld de reisbranche een baan te vinden, waardoor studenten op het eind van hun opleiding ervoor kiezen om nog maar een niveau hoger te gaan i.p.v. te gaan werken. 3.e.4 Specifieke zorg In het jaar 2011 hebben 14 LGF-studenten hun opleiding gevolgd binnen het Cingel College, van wie de problematiek sterk verschilde, maar die niet zodanig was dat een opleiding binnen ons college onmogelijk was. Een enkeling was inwoner van een justitiële inrichting vanwege verstoorde gezinsverhoudingen of een gebrek aan terughoudendheid bij het toepassen van geweld. De meesten van hen hadden gedragsbeperkingen zoals ADHD, ADD, vormen van autisme of combinaties hiervan. Steeds meer studenten blijken in meer of mindere mate last van dyslexie of dyscalculie te hebben en ook het fenomeen borderline neemt toe. Naast de reguliere begeleidingsuren die iedere Cingel-student ontvangt, zijn zij extra begeleid door – bij voorkeur - hun eigen mentor/coach. De mate waarin en de wijze waarop is steeds afhankelijk geweest van de adviezen van het REC, die waren vastgelegd in het handelingsplan. Vanzelfsprekend werd er regelmatig gecommuniceerd met het REC over de studievoortgang van individuele studenten en werd de wijze van begeleiding waar nodig bijgesteld. Helaas was dit bij enkele studenten niet mogelijk daar zijzelf verkozen niet door een REC maar door hun voorgaande school of anderszins begeleid te worden. Dat resulteerde helaas in het werken zonder handelingsplan en een moeizame communicatie. In 2008 is binnen ROC West-Brabant een zorgnotitie gelanceerd, waarnaar ook het Cingel College zich richt. Die moet ervoor zorgen, dat er optimaal aandacht is voor iedere belangstellende student die zich meldt aan de poorten van ons ROC. 3.e.5. Samenwerking met (keten)partners Om iedere student optimaal van dienst te kunnen zijn en risico’s te vermijden, vindt overleg plaats tussen mentoren/leercoaches en de trajectbegeleider van het Cingel College en, afhankelijk van de situatie, met: de mentor van de toeleverende school ( bespreking van het doorstroomdossier en vragen bij probleemsituaties of begeleidingsmogelijkheden) met ouders leerplichtambtenaren in de regio (bij wijzigingen in trajecten). Voor het Cingel College is dhr. M. Stoel aanspreek-leerplichtambtenaar. Middels een structureel tweewekelijks overleg treedt hij preventief signalerend op voor de colleges in de regio gemeenten. REC-medewerkers (i.v.m. handelingsplannen voor LGF-studenten) met diverse Bureaus Jeugdzorg in voorkomende gevallen met Den Heijacker met politiefunctionarissen (bespreking m.b.t. voorzorgsmaatregelen, begeleiding van riscicojongeren en overleg over handelwijze bij overtredingen). Het Cingel College probeert uitval voor te blijven en ieder de zorg te bieden die hij nodig heeft. In 2009 zijn de mogelijkheden onderzocht om deze zinvolle contacten in 2010 een structureel karakter te geven in een Zorg-Adviesteam (ZAT) samen met het Prinsentuin en Florijn College. Op 11 april 2011 vond de eerste gezamenlijke bijeenkomst plaats, waarbij al direct bleek dat het CJG hierin een spilfunctie moest gaan vervullen. Door de mogelijkheden van het CJG worden studenten niet meer uitvoerig besproken, maar al direct via interne zorgteams naar de gewenste hulpverlener doorverwezen. Jaarverslag 2011, versie 1
29
Daarnaast is er is een zeer levendig contact met het Servicecentrum voor Studie & Beroep binnen ROC West-Brabant. Het gaat dan om het afnemen van benodigde testen en om te adviseren over: beroepskeuze, capaciteiten, faalangstreductie, enz. Met de bedoeling ervaringen uit te wisselen, van elkaar te leren en samen de zorg nog beter te laten verlopen, is een ROC-breed overleg Zorg Coördinatoren opgestart. Dat komt tweemaandelijks bijeen om de 10 bouwstenen te concretiseren tot praktisch toepasbare zorg. 3.f.
Omgang en veiligheid
Bij het Cingel College zijn we graag gastvrij, klantgericht en gaan we respectvol met elkaar om. In de Cingel-agenda en het Deelnemersinstituut staan de gedragsregels voor de omgang met elkaar duidelijk vermeld. Ieder jaar worden deze opnieuw getoetst en aangepast waar dat nodig is. Aan het begin van het schooljaar (introductieprogramma) wijst de mentor/coach op dit belangrijke hoofdstuk in de schoolagenda. Daarnaast vinden we bij het Cingel College een veilig leer- en leefklimaat heel belangrijk. In dat kader is het Schoolveiligheidsplan tot stand gekomen met als doel alle vormen van agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie en pesten binnen of in de directe omgeving van de school zoveel mogelijk te voorkomen. Aandachtspunten daarin zijn ook het zorg dragen voor technische veiligheid van les- en werkruimtes ter voorkoming van incidenten naast het treffen van maatregelen als die incidenten zich wel voordeden. In het Schoolveiligheidsplan worden preventieve maatregelen beschreven en hoe er omgegaan wordt met incidenten en calamiteiten. De verantwoordelijkheid voor een veilig leer- en leefklimaat wordt in eerste instantie gedragen door de directie, maar ook studenten en medewerkers hebben op dit gebied hun verantwoordelijkheid. In 2011 heeft de Arbo-commissie veel onderwerpen nader uitgewerkt op het gebied van een veilig leer- en leefklimaat. Deelname aan het centrale Arbo-netwerk en regelmatig overleg met de Arbo-commissie vormden daarvoor een belangrijke basis. De volgende onderwerpen en/of werkzaamheden zijn aan de orde geweest en/of uitgevoerd: • •
• •
• • •
Het Arbo-beleidsplan van het Cingel College is in 2011 goedgekeurd door de directie en DMR en vormde daarmee de basis voor het onderwerp omgang en veiligheid. De Arbo-commissie heeft verder uitvoering gegeven aan het Schoolveiligheidsplan door een Arbo-studiemiddag te organiseren voor het gehele personeel met als thema ‘Kritische beroepssituaties’ waarbij situaties uit de incidentenmonitor via rollenspellen werden nagespeeld. Alle Plannen van Aanpak van de RI&E van MW 35 en MW 54 zijn uitgevoerd en afgerond in juni 2011. Ook in 2011 zijn er incidenten en calamiteiten gemeld via de incidentenmonitor. Deze zijn besproken met de directie en hebben vanwege het niet structurele of terugkerende karakter verder geen aanleiding gegeven tot aanpassing van beleid, het Schoolveiligheidsplan of van de organisatie. Conform de Arbo-begroting voor 2011 zijn een aantal zaken aangeschaft zoals ergonomische hulpmiddelen en aanvullingen van EHBO-dozen. Bij de start van het schooljaar is beknopte informatie verstrekt over Veiligheid en Arbo aan medewerkers en studenten via de Cingel-agenda in de rubriek ‘Goed te weten om…..’ en de flyer ‘Wat te doen bij calamiteiten’. Alle BHV’ers hebben de herhalingscursus BHV met succes afgerond. De Hoofdconciërge heeft voor de herhalingscursus Ploegleider ook zijn certificaat behaald en kan daarmee het Hoofd BHV vervangen.
Jaarverslag 2011, versie 1
30
• • • •
•
• 3.g.
Er hebben 2 onaangekondigde ontruimingsoefeningen plaatsgevonden. Beide zijn goed verlopen; de aandachtspunten zijn opgenomen in een evaluatieverslag en de actiepunten zijn uitgevoerd. Er zijn goede contacten onderhouden met brandweer en politie; de verslaglegging is op de portal geplaatst. Er zijn lockercontroles uitgevoerd, zowel op de MW 35 als op THW 414 (afdeling Brood&Banket). Hierbij zijn geen onrechtmatigheden gevonden. Er is professioneel werkplekonderzoek verricht bij een van de collega’s met serieuze klachten. Op basis van het rapport zijn er aanpassingen gerealiseerd en is een start gemaakt met verdere werkplekonderzoeken en -aanpassingen. In 2012 zal dit verder worden opgepakt. De voortgangsrapportage over de stand van zaken op het gebied van Arbo is vastgelegd in Besluitenlijsten. Deze worden op de portal geplaatst en regelmatig aangevuld. Ook andere belangrijke notities inzake Arbo zijn gepubliceerd op de portal. Er is een Arbo-jaarverslag 2011 gemaakt. Examinering
Binnen het Cingel College vindt in een continue proces een aantal activiteiten plaats op basis waarvan steeds verbeteringen worden doorgevoerd op het gebied van examinering: Sinds 2010 koopt het Cingel College voor al haar opleidingen de examens in bij Examenwerk. Op die manier borgen we kwaliteit en werken we ook mee aan een vorm van gezonde, landelijke standaardisering. De periodieke product-examenenquêtes onder studenten die binnen iedere examenperiode worden afgenomen, hebben geleid tot de constatering dat de examens goed afgestemd waren op de stof, goed van lengte waren en helder waren opgesteld en geformuleerd. Dat geld ook de instructie bij de opgaven. Wegens onvoorziene omstandigheden is de enquête voor het onderwijspersoneel op het gebied van examenprocessen niet in het najaar van 2011 afgenomen; die zal nu medio juni 2012 plaatsvinden. Het Cingel College heeft besloten om 1 x per 2 jaar de JOB-enquête af te nemen. Deze afname vindt plaats in de even jaren. De Cingel-enquête onder studenten zal voortaan 1 x per 2 jaar in de oneven jaren plaatsvinden en dan speciaal gericht zijn op tevredenheid van examinering. Op die manier proberen we enquêtemoeheid te voorkomen en toch jaarlijks inzicht te krijgen in de mening van onze studenten. De evaluatie op het bestaande Kwaliteitshandboek examinering heeft geleid tot een nieuwe versie voor schooljaar 2012/2013. Dit handboek voldoet op het terrein van competentiegerichte opleidingen en is al zo veel mogelijk geënt op de Examenprofielen. Ieder opleidingsteam maakt een examenzelfevaluatie volgens de inspectiestandaarden via het kwaliteitszorgsysteem Yucan. In Yucan wordt tegelijkertijd de onderwijskwaliteit geëvalueerd en het is de bedoeling van daaruit ook te gaan werken met de Yucan-verbeterplannen. Een van de ROC-auditteams (daartoe opgeleide mensen vanuit andere instituten) onder leiding van Phasis heeft in 2011 een onderzoek uitgevoerd op de examens van de opleiding Horeca ( Basis Kok). Het resultaat was voldoende. In schooljaar 2011/2012 hebben we met een beperkt aantal studenten (65) meegedaan aan de pre-pilot van het CITO op het gebied van Nederlands en rekenen (afgenomen in januari 2012). In 2011 is er tevens een start gemaakt met de instellingsexamens Nederlands en rekenen. Momenteel gebruikt het Cingel College de TOA-toetsen voor Nederlands en maakt het gebruik van Malmberg-toetsen (Rekenblokken) voor rekenen.
Jaarverslag 2011, versie 1
31
-
Voor de instellingexamens moderne vreemde taal gebruikt het Cingel College het materiaal van De Vries.
Een aantal voorbeelden van in 2011 doorgevoerde verbeteracties op het terrein van examinering zijn: Het extern scholen van assessoren Op basis van bevindingen geconstateerd bij interne en externe audits heeft vanuit de vaststellingscommissie een interne herhalingsscholing voor alle examenconstructeurs plaatsgevonden. Daarbij zijn alle toetscriteria aan bod gekomen. Alle nog actief zijnde, eindtermgerichte examens werden in 2011 nogmaals gescreend, gecorrigeerd en vastgesteld door de vaststellingscommissie. Het op de agenda plaatsen van examinering bij de 4 verschillende klankbordgroepen (vertegenwoordiging vanuit het bedrijfsleven) en bij de afdelingsteams. Controle op de uitvoering van de afname van de examens vond plaats door het hoofd van het examenbureau. Na iedere examenperiode werd het verslag hiervan besproken in de examencommissie. Extra controle op functiescheiding constructeur en vaststeller. Het werken met een gecommitteerde en observatielijsten bij mondelinge examens. Het bedrijfsleven betrekken bij praktijkexamens en examens ondernemersplan. Vanuit het examenbureau werden de opleidingsteams bijgepraat over de gang van zaken m.b.t. surveilleren tijdens de afname van examens. Op het gebied van examinering hebben ons in 2011 geen klachten bereikt. De proces-verbalen uit de verschillende examenperiodes bleken na analyse geen zaken te bevatten, die om nadere acties vroegen. Datzelfde gold voor de controles op de uitgifte van de examens en de afname van de examens. 4.
Kwaliteit
4.a.
Kwaliteitszorg
Het Cingel College groeit langzaam toe naar het zich bewuster worden van het belang van de PDCA-cyclus en dat strookt met het belang dat de inspectie hecht aan goede kwaliteitszorg binnen scholen. In 2011 hebben de volgende acties plaatsgehad op het terrein van kwaliteitszorg: Controles op: o de 1 oktober-presentie o de aanwezigheid van OOK’s en POK’s o de volledigheid van de studentendossiers (conform de bekostigingsvoorwaarden) o de aanwezigheid van de juiste diploma’s (conform de bekostigingsvoorwaarden) o de geplande en gerealiseerde onderwijstijd uitgaand van de 850- en 300urennorm o de balansreview o het rendement o het ziekteverzuim o de uitvalgegevens. ROC-breed is het beleidsplan “Onderwijs met Passie 2” gelanceerd met daarin de 7 focuspunten; de resultaten die de instituten op die punten scoren, zullen via een dashbordsysteem de komende jaren worden gevolgd. Jaarverslag 2011, versie 1
32
-
Het jaarplan 2012 van het Cingel College is daarmee in overeenstemming gebracht. Het Cingel-beleidsplan Kwaliteitszorg is eind 2011 gereed gekomen en kan in 2012 worden gepubliceerd. Eind 2010 heeft het Brood & Banketteam deelgenomen aan een ROC-brede pilot door het als team gezamenlijk invullen van Yucan, een digitaal systeem voor systematische kwaliteitszorg, waar een zelfevaluatie en een uitgebreide documentenbibliotheek deel van uitmaken. Begin 2011 is deze pilot geëvalueerd, zijn er aanpassingen aan het systeem verricht en hebben we lering getrokken uit de opmerkingen van het auditteam, dat de zelfevaluatie door ons te negatief was ingevuld. Daarna was het de beurt aan het team Facilitair in het voorjaar van 2011. De wijze van invullen van dat team hebben we vervolgens laten auditen door bureau Phasis, waar we weer lering uit hebben getrokken voor de teams Horeca en Toerisme die Yucan in het najaar van 2011 hebben ingevuld. De volgende stap zal zijn niet alleen de zelfevaluatie en de documentenbibliotheek te hanteren, maar ook de verbeterplannen uit Yucan te genereren en te bepalen welk tijdspad en welke werkwijze het beste leiden tot een goede en structurele implementatie van het systeem binnen onze bedrijfsvoering. We zien allemaal namelijk het belang van zo’n systeem in, het is redelijk gebruiksvriendelijk, maar nog niet flexibel genoeg en het kost allen heel veel tijd om het goed in te vullen.
Gegevens om de kwaliteit te kunnen verbeteren zijn verkregen via: o vergadering van de examencommissie ( maandelijks) o overleg tussen mentoren/leercoaches ( maandelijks) o teambesprekingen (maandelijks) o 2-wekelijkse gesprekken tussen teamvoorzitters en management over de samenwerking, de sfeer, onderwijs- en beleidsaangelegenheden o 2-wekelijkse gesprekken tussen teamvoorzitters, unitdirecteur en stafmedewerker O&I over onderwijszaken o periodiek overleg tussen individuele stafmedewerkers en directeur (3wekelijks) o periodiek overleg tussen teamvoorzitters en unitdirecteur (maandelijks) o overleg stafmedewerkers (4x per jaar) o functionerings- en beoordelingsgesprekken (resp. 2- en 3-jaarlijks) o evaluatiegesprekken met nieuwe medewerkers (na een half jaar) o MARAP (4 x per jaar). 4.b.
Beoordeling
Natuurlijk zal eenieder met hart voor de zaak kritisch kijken naar de eigen behaalde resultaten, maar vanwege de objectiviteit is het van belang de eigen mening met regelmaat te toetsen aan de mening van andere betrokkenen: de stakeholders (studenten, collega’s en bedrijven) en onafhankelijke instanties (auditteams en inspectie). Binnen het Cingel College hanteren we daarvoor de volgende middelen: o de algemene landelijke studenten-enquête (JOB-enquête) die tweejaarlijks plaatsvindt en is afgenomen in de periode december 2011-maart 2012; de resultaten zullen rond de zomer van 2012 bekend zijn o het 3-jaarlijkse Personeelsonderzoek dat plaatsvond in 2011 (zie voor de belangrijkste resultaten 2.b.1 Ontwikkeling gepassioneerd Cingel-team) o het 3-jaarlijkse Bedrijvenonderzoek, dat is voorbereid in 2011 en plaatsvindt in 2012 o periodieke enquêtes onder studenten m.b.t. gemaakte examens (zie 3.g Examinering)
Jaarverslag 2011, versie 1
33
o o o o
o
2 x per schooljaar panelgesprekken met een vertegenwoordiging van studenten over organisatie en onderwijs gesprekken van de directeur met groepen collega’s over de kwaliteit van de Cingel-organisatie gesprekken met de vier klankbordgroepen (4x per schooljaar) halfjaarlijkse examen- en brede audits die worden afgenomen door daartoe opgeleide audiiteams vanuit ander instituten binnen ROC West-Brabant o.l.v. Bureau Phasis; deze resulteren in gedetailleerde auditrapporten en managementreviews inspectieonderzoeken die zijn gebaseerd op het Inspectietoezichtkader en die resulteren in transparante rapporten.
5.
Bedrijfsvoering
5.a.
Financiën
5.a.1. Realisatie versus begroting De begroting voor 2011 liet een tekort zien van € 391.000. Vanzelfsprekend was niemand daar trots op, maar het werd vanuit de Raad van Bestuur geaccepteerd. Door allerlei omstandigheden kon uiteindelijk het boekjaar 2011 afgesloten worden met een tekort van € 162.000. Een verschil in gunstige richting van zo’n € 228.000. We hadden dit enerzijds te danken aan het heel bewust omgaan met onze uitgaven, maar er waren ook belangrijke meevallers: De uiteindelijke rijksbijdrage bleek € 17.000 hoger te zijn door extra gelden t.b.v. invoering CGO. De geoormerkte OC&W-subsidies waren ca. € 27.000 hoger dan begroot. Dit kwam enerzijds door een subsidie “zij-instroom”, die niet voorzien was. Anderzijds door lagere kosten voor het project “Intensivering Taal/rekenen, doordat de begrote scholingskosten ten laste werden gebracht van het project “Taal en rekenen ROC breed”. Tenslotte vielen de kosten gemaakt binnen de stagebox lager uit dan begroot. De niet-geoormerkte subsidies waren ca. € 119.000 lager dan begroot. Dit komt doordat we vanwege de onzekerheid over het wel/niet doorgaan van bedrijfsgroepopleidingen geen voorfinanciering hebben aangevraagd voor de bedrijfsgroepen i.t.t. de begroting. De loonkosten waren € 57.000 lager dan begroot. Oorzaken daarvan zijn: de latere invulling van de vacature RT taal/rekenen (pas in augustus i.p.v in januari) en minder inzet van FTE’s voor vervanging bij ziekte. De kosten voor scholing bleven met ca. € 77.000 achter op de begroting. Dit kwam met name doordat de kosten voor de scholing van de teamvoorzitters nog niet in 2011 verrekend werden en de MBA-opleiding niet plaats heeft gevonden. De training leercoach is via een eigen intervisieproject opgepakt en de trainingen Taal/rekenen zijn via het centrale project gefinancierd. De huisvestingslasten bleven met ca. € 171.000 achter op de begroting. Dit werd grotendeels veroorzaakt door lagere energiekosten (€ 140.000). Dit komt door de vrijval van de balanspost nog te betalen bedragen gas/water/electra 2005 tm 2007 (€ 103.000) en o.b.v. de afrekening 2010 het naar beneden bijstellen van de voorschotten. Anderzijds waren schoonmaakkosten lager (€ 34.000) door de overstap naar een ander schoonmaakbedrijf en de schoonmaak van de keuken werd in 2011 zelf beter bijgehouden. 5.a.2. Innovatiebox
Jaarverslag 2011, versie 1
34
Vanuit de Innovatieboxgelden heeft het Cingel College gebruik kunnen maken van € 23.991. Tesamen met € 15.978 vanuit het eigen budget hebben we daar 3 projecten mee gerealiseerd: Het vernieuwen en verder uitbouwen van de werkwijze van het evenementenbureau. Een instructeur heeft daarbij onder leiding van een docent intern en extern verkregen opdrachten op het terrein van het organiseren van evenementen, excursies en workshops vertaald naar trainingsmogelijkheden voor toerisme- en recreatiestudenten, die passen bij de competenties van hun kwalificatiedossiers. De werkzaamheden bestonden uit: o ontwikkeling van het nieuwe concept, de programma’s en het overleg zowel met het Toerisme- en Managementteam, als het overleg met de andere teams waarvoor opdrachten werden uitgevoerd door de studenten o marketingactiviteiten om de werkzaamheden onder de aandacht te brengen van mogelijke opdrachtgevers o het experimenteren met de instructie aan en begeleiding/beoordeling van de studenten. Het project Internationalisering, waarbij de aandacht uitging naar 4 deelprojecten: Het realiseren van een Cingel-notitie Internationalisering Het realiseren van aanvullend beleid m.b.t. internationale excursies Het uitbouwen van internationale contacten met directies van vergelijkbare scholen via de EUHOFA. Daarbij zijn niet alleen de laatste internationale inzichten gedeeld, maar zijn samen met Kenwerk ook stappen gezet in het teken van uitwisseling van stagebegeleidingsmogelijkheden tussen scholen. Internationale uitwisseling van studenten en hun begeleiders via de AEHTwedstrijden, waaraan studenten van drie van de vier Cingel-afdelingen hebben deelgenomen in 2011. Het Barista-traject: om de studenten alle competenties mee te geven om een goed gastheer of gastvrouw te zijn en zo het centrale thema “het realiseren van waardevolle ontmoetingen” echt inhoud te geven, hebben we in 2010 het Baristaexperiment gestart. In 2011 hebben we dit verder geprofessionaliseerd door: De betrokken instructeur zich te laten diplomeren op dit terrein Een docent toe te voegen aan het project die ervoor heeft gezorgd dat de lesstof werd ingebed in het curriculum van de studenten Voorbereiding en deelname aan de Internationale Barista-wedstrijd door een van onze studenten (met goed resultaat: de 1e prijs!) Onderzoek te doen naar de optimale machines en koffie voor gebruik tijdens de lessen. 5.a.3. Stagebox In het kader van algehele kwaliteitsverbetering van het Cingel-onderwijs, goede stageplaatsen (ook voor moeilijk plaatsbare studenten) en de strijd tegen voortijdige uitval door het voorkomen van stageteleurstellingen, zijn in 2011 de volgende activiteiten ondernomen: In de niveau 2-groepen Toerisme is standaard in het rooster 1 uur Stagevoorbereiding opgevoerd, waarin veel aandacht is besteed aan bedrijfscultuur, beroepsmatig gedrag, persoonlijke presentatie en sollicitatie. Om de begeleiding (werving en voorbereiding) zo servicegericht mogelijk te maken zijn voor alle Horeca-, Toerisme en Faciltiare studenten speciale BPVspreekuren ingevoerd. Het onderwerp BPV-begeleiding en BPV-mogelijkheden- en wensen is uitgebreid onderwerp van bespreking geweest in de volgende vormen van overleg: o In de vier Klankbordgroepen (vertegenwoordigers vanuit het bedrijfslevenonderwijs per branche) o Cingel-breed BPV-overleg (BPV-coördinatoren-Managementteam) Jaarverslag 2011, versie 1
35
BPV-overleg ROC West-Brabant (BPV-coördinatoren) Landelijk overleg georganiseerd vanuit de MBO-raad binnen de werkgroepen voor directeuren en de werkgroepen onderwijs o Leermeesteroverleg binnen de 4 afdelingen. Daarbij zijn 9 collega’s betrokken geweest (die samen 356 uur hieraan besteedden) en vele bedrijfsfunctionarissen met hart voor goed onderwijs. o o
5.a.4. Ontwikkeling competentiegericht onderwijs In 2011 heeft het Cingel College € 58.101 extra ontvangen m.b.t. het goed kunnen invoeren van het competentiegerichte onderwijs. Aangezien we bewust (na de fusieperikelen) laat zijn gestart met het ontwikkelen van CGO-opleidingen en de eigenlijke subsidiekraan daarvoor al was dichtgedraaid, was dat een zeer welkome ondersteuning. Binnen alle vier de afdelingen waren we in 2011 immers nog hard bezig de laatste leerjaren te ontwikkelen, elementen te optimaliseren op basis van opgedane ervaringen, het Breinleerprincipe in te voeren en het leercoachsysteem te verbeteren. In totaliteit is daar binnen het Cingel College door 28 personen 2160 uur aan besteed, hetgeen ten goede kwam aan zo’n 700 huidige en alle toekomstige studenten. De volgende groepen waren daarbij actief: het management samen met de stafmedewerker O&I (richting bepalen, door de stuurgroep geopperde mogelijkheden bestuderen, voortgang monitoren) de coördinatoren van de vakgroepen economie en talen en de 4 teamvoorzitters (kennis actueel houden, structuren ontwikkelen, mogelijkheden onderzoeken, afstemming tussen de verschillende teams, communicatie met de teams en de ontwikkelende docenten) docenten die lesstof ontwikkelden en bijstelden collega’s van het examenbureau (aanpassing procedures aan het CGO en andere archivering) collega’s van de deelnemersadministratie (bouwen van lagen binnen het studentenexamineringssysteem). Het CGO heeft namelijk zijn impact door de gehele organisatie en zorgt dus ook voor aanpassingen op aangrenzende terreinen: het onderzoeken/ontwikkelen van een goed CGO- prestatieregistratie- en studentenvolgsysteem, een goed CGO-begeleidingssysteem met leercoaches, het ontwikkelen van een CGO-examenhandboek en voor het gehele Cingel op dezelfde leest geschoeide CGO-Opleidingswijzers. Er zijn dus veel meer uren hiervoor gemaakt dan de steun betrof, maar het toegekende bedrag was toch een aardig steuntje in de rug. 5.a.5. Intensivering taal/rekenen Cingel College Hierbij volgt een kort overzicht van de verantwoording van de bestede gelden (in totaal € 99.452) uitgesplitst per onderdeel en de daarmee bereikte studenten en betrokken personeelsleden. Verder is het belangrijk te weten dat zaken zijn opgestart in 2010, die vervolgens doorlopen in 2011 en daarna.
Jaarverslag 2011, versie 1
36
Activiteit(en)
Betreft Nederlandse taal (T) en /of rekenen (R)
Hieraan bestede middelen in euro’s
Aantal bereikte deelnemer s
Aantal bereikte personeelsleden
A Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs 1. RT uren ingezet N en R 9000 euro 300 20 2.inzet coaches N en R 38000 euro 3. advies ondersteuning O en I en MT N en R 9000 euro B Toetsing van deelnemers 1.instellingsexamen R 7000 62 5 2.instelingsexamen N 7000 62 5 3. C Extra onderwijstijd 1.niv 2 L 1 uur extra R en N in 3 groepen N en R 3000 euro 60 3 2. 3. D Nieuwe of aangepaste faciliteiten 1.RT methode N en R 77 euro 300 5 2.licentie kn. gecontinueerd N 26000 euro 3. E Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen E.1 Professionalisering van docenten 1. trainingen N en R 375 euro nvt 5 2. 3. R 6.336 n.v.t. 45 E.2 Professionalisering van overige functionarissen 1. 2. 3. De reflectie op basis van de in het schema vermelde zaken: A1 -
In 2011 is er een Remedial Teacher aangesteld voor Nederlands en rekenen, die direct is gestart met het maken van een beleidsnotitie op RT-terrein, die in meerdere overlegsituaties is besproken en van daaruit is bijgesteld. Eind 2011 is dit document voorgelegd aan de Onderdeelcommissie en in orde bevonden. Aangezien remedial Teaching pas in september 2011 is gestart, zijn er nog geen resultaten te vermelden. We kunnen wel stellen, dat studenten het belang van deze lessen beginnen in te zien.
A2 -
Om ervoor te zorgen dat de Cingel-studenten over enige tijd het vereiste taal- en rekenniveau hebben behaald en dat het taal- en rekenonderwijs efficiënt en effectief wordt gegeven, heeft het Cingel College een taalcoördinator en een rekencoördinator aangesteld. Deze twee personen ontwikkelen het beleid en vertalen dit naar de uitvoering in het primaire proces. Zij leiden de taal- en rekensecties die zijn geformeerd en zij werken samen met het management en met de 4 afdelingsteams. In 2011 is er vanwege het doorgroeien van de taalcoach naar een andere baan, een nieuwe taalcoach aangesteld.
Jaarverslag 2011, versie 1
37
A3 -
De unitdirecteur met onderwijszaken in zijn portefeuille en de stafmedewerker O&I begeleiden de taal- en rekencoaches en de RT-docent bij hun werkzaamheden en vormen de schakel naar de teamvoorzitters bij het implementeren van beleid. Zij zorgen voor het vastleggen van documenten en zetten de communicatie in gang.
B1 -
Verschillende functionarissen binnen het Cingel College hebben zich op de hoogte gesteld van de eisen rond het deelnemen aan de pilot-examens van het CITO en alle voorbereidingen getroffen om de studenten te kunnen laten deelnemen aan de proefexamens. Bovendien hebben zij zich ingezet voor een goede terugkoppeling van alle bevindingen en communiceren zij dit weer met de betrokkenen. De resultaten van de proefexamens waren teleurstellend en dat betekent dat we nog een hele weg – inclusief RT – te gaan hebben om de studenten op het juiste niveau te brengen. In 2011 hebben wij nog geen inspanningen van het examenbureau doorberekend hierbij, maar gezien de ervaringen in 2011 weten we dat dat voor 2012 wel een reëel op te nemen kostenpost is.
B2 -
Zie B1
C1 -
Het extra uur RT voor de 1-jarige opleidingen is een experiment dat is ingevoerd in september 2011; de resultaten zullen pas in 2012 bekend zijn.
D1 -
Zie A1.
D2 -
Er zijn verschillende programma’s aangeschaft met de bijbehorende licenties om zowel de docenten als de studenten goed voor te bereiden op het behalen van de juiste niveaus. Deze middelen brengen bij voortzetting jaarlijks terugkerende kosten met zich mee. Daarnaast werken we met instaptoetsen. Iedere student start binnen het Cingel College met het maken van een instaptoets voor Nederlands en rekenen tijdens de eerste schoolweek om zijn niveau te bepalen. Vandaar uit bieden we de studenten lesstof aan op hun startniveau. Dat is motiverender voor de studenten en daarmee hebben we meteen inzichtelijk of een student wel of geen remedial teaching nodig heeft.
E1 -
Veruit het merendeel van de professionalisering van de docenten heeft plaatsgevonden via ROC WB-centraal georganiseerde trainingen en de uitgaven daarvoor zijn dan ook verantwoord in het centrale deel van het Jaarverslag 2011. Daarnaast hebben verschillende collega’s landelijke conferenties en bijeenkomsten bezocht om zich goed op de hoogte te stellen van de laatste ontwikkelingen.
Overige opmerkingen: In de onderwijsorganisatie zijn voor het schooljaar 2010-2011 op reken- en taalterrein de lessentabellen aangepast. De vakken Nederlands en rekenen zijn apart op het rooster gezet en de betreffende docenten zijn geschoold (qua werkwijze programma, beoordeling en qua didactiek). De lessentabellen zijn in 2011 geëvalueerd; er bleken geen aanpassingen nodig te zijn voor het schooljaar 2011-2012. In juni 2012 zal opnieuw evaluatie plaatsvinden. Tenslotte anticipeert het Cingel College op de a.s. centrale examinering Nederlands en rekenen door: • taal-en rekenoverleggen te faciliteren • scholing m.b.t vakdidactiek te stimuleren • deelname aan proefexamens (i.s.m. de uitgeverij) • deel te nemen aan de Kenniskring Taal/rekenen van ROC West-Brabant • het deelnemen aan bijeenkomsten van het Steunpunt taal en rekenen MBO
Jaarverslag 2011, versie 1
38
• 5.a.6
mee te doen aan de pilots van CITO. Schoolmaatschappelijk werk
Helaas kampen nogal wat studenten in onze huidige samenleving met pittige problemen van velerlei aard, die niet zozeer met hun studie te maken hebben, maar die voortvloeien uit situaties in de persoonlijke, familiale of maatschappelijke sfeer. De ernst varieert sterk, van diepe financiële problemen tot het verwerken van traumatische ervaringen. Extra subsidie vanuit het ministerie maakte het ook in 2011 weer mogelijk een schoolmaatschappelijk werker aan te stellen voor 0,33 FTE, die gespecialiseerd is op dergelijke terreinen en professionele hulp kan bieden. Zij doet dit in nauwe samenwerking met de trajectbegeleider van het Cingel College en heeft met regelmaat overleg met de leercoaches van de betrokken studenten, of na hun toestemming met de ouders. Zij heeft 32 studenten begeleid in 2011, waarmee ze met de meeste zo’n 3 gesprekken voerde, maar met sommige studenten lagen die aantallen beduidend hoger. Waar dat nodig bleek, werd externe hulp ingeschakeld. Daarnaast boden verschillende mentoren/leercoaches en de trajectbegeleider zelf extra begeleiding. Het betrof 8 collega’s, die daar samen 316 uren aan besteedden. 5.a.7 Activiteiten ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten (VSV) Vanzelfsprekend heeft een goede begeleiding voortdurend de aandacht van het Cingelteam, aangezien die naast aantrekkelijke onderwijsprogramma’s een belangrijke factor vormt in het voorkomen van voortijdige uitval van studenten. In 2011 hebben we daartoe de volgende activiteiten ondernomen: Iedere student heeft binnen het Cingel College een eigen mentor/leercoach (1e lijnszorg) Studenten die dat nodig hebben, krijgen extra begeleiding van hun leercoach. De leercoaches hebben een uitgebreid intervisietraject achter de rug om zichzelf en elkaar te professionaliseren. Het portfoliosysteem is opnieuw onder de loep gelegd en verbeterd om de studenten nog beter te begeleiden in hun studieloopbaan. Het Cingel heeft een fulltime trajectbegeleider, die verantwoordelijk is voor de 2e lijnszorg en die persoonlijke gesprekken voert met studenten die problemen ervaren bij de voortgang van hun studie. Een schoolmaatschappelijk werker is aangesteld om studenten bij te staan inzake problemen in de persoonlijke sfeer die hun studie belemmeren. Er is extra stagevoorbereiding voor niveau 2-studenten. Het project Breinleren is geïntroduceerd, bestemd voor alle 1e jaars. Zij krijgen minimaal 1 uur per week les van daartoe speciaal opgeleide docenten in het leren-leren en vergroten zo hun inzicht in het eigen leerproces. Er is een nauwe samenwerking met het Servicecentrum voor Studie & Beroep binnen ROC West-Brabant (faalangstreductietraining, hulp bij dyslexie, e.d.) Maandelijks vinden speciale studentenbesprekingen plaats binnen de teams. Deelname van de trajectbegeleider aan het ROC-brede Zorgcoördinatorenoverleg om zo ook de Cingel-zorg verder te professionaliseren. Deelname aan het Zorg Advies Team (een combinatie van Cingel, Florijn en Prinsentuin College). Samenwerking met Matchpoint. Daarnaast is de intake aangescherpt en werkt het Cingel College nauw samen met het VMBO om het keuzeproces te optimaliseren (deelname aan het VMBO-MBO-project “Keuzeprocessen”, “Een opleiding nader bekeken” en “VMBO on stage”) (zie ook 3.e.4 en 3.e.5 Specifieke zorg en Samenwerking met (keten)partners). Jaarverslag 2011, versie 1
39
Desondanks blijft het voortijdig schoolverlaten een behoorlijk probleem dat blijvende aandacht vraagt en niet alleen op de niveaus 1 en 2. 5.b.
Personeel
Het personeel van het Cingel College is de belangrijkste schakel voor het realiseren van ons hoofddoel: jonge mensen een waardevol diploma bezorgen. We willen dan ook een goede werkgever zijn en prettige arbeidsomstandigheden creëren, zodat een gepassioneerd team ontstaat, dat de kernwaarden van het Cingel College en ons centrale thema uitdraagt en zo de student een plezierige en succesvolle studie biedt. Een professioneel Arbobeleid is daarbij van belang en op dat terrein is veel gerealiseerd (zie 3.f Omgang en veiligheid). Het toegroeien naar resultaatverantwoordelijke teams is in 2011 weer een stapje verder gekomen door het voor het eerst werken met het F5-model en een eerste experiment met teambudgetten op die onderdelen, waar direct invloed op uitgeoefend kan worden door het team (zie ook 2.b.1 Ontwikkeling gepassioneerd Cingel-team). In 2011 zijn volgens schema weer functionerings- en beoordelingsgesprekken gehouden waarbij voor het onderwijzend personeel de Wet Bio als leidraad is genomen. Het scholings-/ontwikkelingsoverzicht is ook in 2011 weer geactualiseerd. Daarin zijn opgenomen: workshops, seminars, symposia, trainingen, cursussen, teamontwikkelingsbijeenkomsten, studiedagen de docentenstages (bij bedrijven en/of collegascholen) de aangevraagde carreerscans. Verder maakten drie docenten gebruik van de Lerarenbeurs ter verdere professionalisering van zichzelf en indirect daardoor de kwaliteit van het Cingel-team en het Cingel-onderwijs. Dit gebeurde op het terrein van economie, begeleiding van studenten en psychologie. Al enige jaren blijkt het systeem van melding bij ziek-zijn bij de direct leidinggevende, het persoonlijke contact tijdens de ziekte en bij terugkeer de Welkom-Terug-gesprekken, effectief te zijn. Ondanks de tegenslag die we in 2011 hebben gehad met op enig moment 5 fulltime collega’s die vanwege veelal fysieke redenen uit de running waren, zijn zowel het verzuimpercentage als de verzuimfrequentie verlaagd: Verzuim percentage 2010 6,65 % Streefpercentage ROC WB 4 % Verzuimpercentage 2011 3,89 % Streefpercentage ROCWB 4 % Verzuimfrequentie 2010 1,50 Verzuimfrequentie 2011 1,16
Norm frequentie ROCWB 1,40 Norm frequentie ROCWB 1,30.
In 2011 zijn weer een aantal activiteiten georganiseerd waarbij het personeel steeds in meerderheid (gemiddeld zo’n 68%) aanwezig was .Een aantal activiteiten zijn: • Culinaire middag verzorgd door het personeel en ‘s avonds met partners het diner in ons restaurant • Afsluiting schooljaar excursie naar Den Bosch • Afsluiting kalenderjaar met kerstborrel. Ook zijn collega’s steeds uitgenodigd voor de activiteiten door en met studenten zoals het Cingel-feest, de Gala-avond en Musicals. Het Cingel College is ieder jaar aanwezig met studenten en hun begeleiders bij het Bredase evenement “Smaakvol Breda” en dat wordt niet alleen door de Bredanaars druk bezocht, maar ook vele collega’s van het Cingel College vinden hun weg naar de Cingel-stand. Jaarverslag 2011, versie 1
40
5.c.
Huisvesting
In 2011 is het voor het eerst geweest dat er licht gloorde aan de horizon m.b.t. het samenvoegen van de afdeling Brood & Banket en de andere afdelingen van het Cingel College. Vooral met het oog op de twee specialistische opleidingen – de Cas Sijkers Academie en de Patisserie-opleiding – geniet dat grote voorkeur. Teams kunnen elkaar dan stimuleren en uitdagen, het voorkomt dubbele investeringen en bevordert de eenheid. Bovendien is bekend dat de locatie aan de Terheijdenseweg hoogst eindig is. Er is dit jaar dan ook veel energie gestoken in het op papier zetten van wensen en mogelijkheden. In 2012 zal duidelijkheid ontstaan, of die mogelijkheid van de vestiging van de bakkers aan de Karnemelkstraat ook werkelijk realiseerbaar is. Wat betreft de verdere huisvesting is het Cingel College redelijk op orde. In 2011 zijn weer een aantal ruimtes in overeenstemming gebracht met de huisstijl. Het blijft wel wenselijk dit proces te versnellen, zodat het Cingel niet verwordt tot “lapjeskat”. Een doorn in het oog blijft nog altijd het ontbreken van een goede aula als ontmoetingsplaats voor de studenten en de moeilijke beheersbaarheid van de locatie Markendaalseweg 54. De lesruimtes zijn goed op orde, mits in 2012 aandacht wordt besteed aan: het realiseren van grote examenruimtes voor het afnemen van de centrale examens talen en rekenen de problematiek van het toenemen van computertoepassingen het vernieuwen/herstellen van de Horeca-praktijkruimte het vervangen van de Bakkerij-ovens.
6.
Vooruitblik naar 2012
Vanuit ontwikkelingen, in gang gezette acties en verbeterpunten in 2011 vloeien actiepunten voort voor het jaar 2012. In deze paragraaf hebben we die kort samengevat en – net als in het jaarplan 2012 – gegroepeerd rondom de 7 focuspunten van het ROC-brede beleidsplan “Onderwijs met passie 2 (2010-2015) ”, de drie belangrijkste focuspunten voorop. Het laatste en 8e punt betreft het specifieke Cingel-focuspunt: het realiseren van waardevolle ontmoetingen. 3 ROC-brede hoofdpunten 1. Personeels- en managementontwikkeling a. Scholing in 2012 van de teamvoorzitters via KPC, waarbij we er binnen het Cingel College voor hebben gekozen, dit in veelal in combinatie te doen met het management. Hoofdpunten bij de gezamenlijke sessies zijn: communicatie, effectieve samenwerking teamvoorzitters-management, jaarplanning en PDCA-cyclus, waarbij de nadruk zal worden gelegd op vooral de twee laatste aspecten daarvan: de controle, evaluatie en bij te stellen acties. Daarnaast zal er ook ruimte zijn voor het uitbouwen van individuele competenties zoals timemanagement, vergadertechniek e.d. b. Groei van de resultaatverantwoordelijke teams door te focussen op een goede begeleiding van de teamvoorzitters bij de samenwerking binnen de teams + ervaring opdoen met teambudgetten en de PDCA-cyclus vanuit de teamplannen. c. Scholing van docenten op het terrein van: Didactiek; eigentijdse wijze van lesgeven, passend bij de huidige jeugd Verdieping van het begeleiden van studenten vanuit de Breinlerensystematiek Jaarverslag 2011, versie 1
41
-
Verdere professionalisering van de leercoaches Edictis-begeleidingsmodule in combinatie met het werken met de Edictis-lerarenagenda. d. Scholing van het management op het gebied van onderwijskundig leiderschap en communicatie (wellicht vanuit de ROC Academie). e. Verder zal er ruimte zijn voor OP en OBP om: Zich verder te professionaliseren binnen hun werkterrein d.m.v. het bezoeken van conferenties Via een interne ROC-cursus hun taal- en rekenvaardigheid te verhogen. f. Docentenstages in het bedrijfsleven.
2. Versterking van de beroepskolom a. Deelname van het Cingel College aan het project Keuzeprocessen samen met het VMBO b. Deelname aan VMBO on stage c. Deelname aan ROC-breed overleg VMBO-MBO d. In 2012 zal worden onderzocht welke andere mogelijkheden van samenwerking er zijn tussen VMBO-MBO. e. Samenwerking met het HBO binnen het Vacansoleiltraject f. Opzetten van voorlichtingen voor MBO’ers samen met de NHTV.
3. Implementeren van innovaties a. b. c. d.
Ontwikkelen en uitvoeren van een Barista-cursus voor het bedrijfsleven Ontwikkelen en uitvoeren van de niveau 4 –opleiding tot Patissier Ontwikkelen en uitvoeren van de Cas Spijkers Academie De mogelijkheid onderzoeken van het starten van een opleiding Gastronomie/Sommelier, waarna in 2013 ontwikkeling en uitvoering.
De overige 4 Focuspunten 4. Voldoen aan alle inspectiestandaarden a. Het uitvoeren van het verbeterplan m.b.t. de opleiding Faciltair Leidinggevende in combinatie met de Kwaliteitsimpuls Facilitair b. Scholing van het valideringsteam inzake het beoordelen van examens c. Deelname aan pilots Taal/Rekenen d. Opzetten van een actuele examenorganisatie geënt op nieuwe voorschriften volgens de sectorale Examenprofielen e. Terugdringen van VSV door het professionaliseren van de leercoaches, intervisie van leercoaches en Breinleren. f. Uitbouw van de samenwerking met het bedrijfsleven inzake het opleiden, begeleiden en beoordelen van studenten (via Klankbordgroepen, jaarlijkse Leermeesterbijeenkomsten, training van stagebegeleiders en examensamenwerking met een selectie van geschikte bedrijven per branche). 5. Intensiveren profilering Cingel College a. Uitvoeren merkpijleronderzoek + acties ter verbetering die daaruit voortvloeien
Jaarverslag 2011, versie 1
42
b. Plenaire bijeenkomst Cingel-personeel wijden aan het gewenste gedrag van het team richting de student, uitgaand van ons profiel c. PR-activiteiten die het profiel versterken ( reclame-uitingen + free publicity genereren)
6. “Inclusief” handelen en denken: a. Terugdringen VSV b. Intensiveren samenwerking met de AKA-opleidingen en samen met de andere instituten zoeken naar passende mogelijkheden voor studenten zonder VMBO-diploma, die straks niet meer toelaatbaar zullen zijn tot de niveau 2opleidingen c. Screenen huidig intakebeleid. 7. Kwaliteitsverbetering en –borging a. b. c. d.
Het uitbouwen van het werken met teamplannen volgens de PDCA-cyclus Actualiseren examenorganisatie volgens de sectorale Examenprofielen Onderzoek naar mogelijkheden om te lange opleidingen te verkorten In 2012 zullen de 4 Cingel-teams werken met Yucan inzake zelfevaluatie en verbeterplannen e. Verbeterplannen opstellen op basis van de uitkomsten van de JOB-enquête, het Personeels- en Bedrijvenonderzoek, panelgesprekken met studenten en collega’s.+ uitvoeren
Focuspunt nr. 8: het realiseren van waardevolle ontmoetingen: a. Zinvolle en interessante bedrijfsbezoeken, gastlessen en workshops vanuit het bedrijfsleven realiseren b. Het uitbouwen van deelname aan (internationale) branchewedstrijden c. Het – indien mogelijk - aanhaken bij maatschappelijke projecten zoals: wereldvoedselweek, Kinderpostzegelprojecten in de stijl van het bezoek aan Ethiopië, regionale activiteiten (bv. Smaakvol Breda, Patiëntenverwendag) d. Onderzoeken van mogelijke uitwisseling op elk van de 4 Cingelopleidingsgebieden met vergelijkbare scholen in het buitenland (bv. PIVA in Antwerpen en Spijker in Hoogstraten) e. Uitvoeren van introductie-, kerst- en eindejaarsactiviteiten voor de studenten f. Instructables-activiteiten g. Deelname aan de Bredase Cultuurnacht h. Samenwerking met 24Kitchen.
Langs deze weg proberen we met elkaar de handen ineen te slaan en toe te werken naar een mooie toekomst voor het Cingel College, waarbinnen de studenten verzekerd zullen zijn van kwalitatief goede, uitdagende opleidingen, die verzorgd worden in een fijne en veilige sfeer door vakbekwame collega’s die plezier in hun werk hebben.
Jaarverslag 2011, versie 1
43