N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Economie
ANALYSE De belangrijkste economische beslissingen, zoals het grootste deel van het fiscaal beleid, beslissingen inzake sociale zekerheid of arbeidsmarktbeleid, worden niet op gemeentelijk niveau genomen. Daarvoor hangen de gemeenten af van wat gewestelijk, nationaal of Europees wordt beslist. Desondanks kunnen gemeenten beslissingen nemen die impact hebben op de economische activiteit op hun grondgebied. Ze kunnen bepaalde belastingen heffen, ze nemen beslissingen inzake de vestiging van winkels of ondernemingen, ze kunnen een rol spelen bij de strijd tegen zwartwerk of tegen de illegale economie. Bovendien gebeurt de helft van de overheidsinvesteringen in ons land door de lokale besturen, Vele Brusselse gemeenten beweren sterk in te zetten op hun sociaal beleid. Uit de cijfers inzake werkloosheid en armoede blijkt dat ze daarbij geen resultaat boeken. Bovendien verwaarlozen ze het economisch beleid en versterken ze bij sommige inwoners het beeld dat alle heil van sociale voorzieningen te verwachten is terwijl de private ondernemingen op onverschilligheid kunnen rekenen of zelfs in het verdomhoekje worden geplaatst.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Sociale paradijzen worden nochtans, zoals bekend, niet op economische kerkhoven gebouwd. Sommige gemeentebesturen zijn uitgegroeid tot één groot OCMW-bestuur. Dit is onhoudbaar. Brussel heeft nood aan meer ondernemers en aan een grotere arbeidsparticipatie van haar bevolking. Zonder een versterking van de economie kan ook het sociaal beleid in Brussel geen stand houden. Er worden in Brussel nog veel kansen gemist om op lokaal niveau werkzoekenden en ondernemingen met elkaar in contact te brengen. Het is op het lokale niveau dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt elkaar al dan niet vinden. In bepaalde wijken dreigt een deel van de bevolking te verzanden in een langdurige en structurele uitkeringsafhankelijkheid (RVAwerkloosheidsuitkering of OCMW-leefloon) terwijl bedrijven op zoek zijn naar gemotiveerd personeel. De gemeenten blijven vaak ook in gebreke ten aanzien van de ondernemingen. Vele gemeenten heffen een groot aantal belastingen op bedrijven, dikwijls voor relatief kleine bedragen maar vele kleintjes maken een groot en deze wildgroei aan belastingen zorgt ook voor een administratieve last voor de bedrijven. In de vergunningenprocedures zijn de gemeenten vaak zeer traag en weinig meegaand, bvb. voor wat de betreft de formaliteiten waaraan een vergunningsaanvraag moet beantwoorden. Het wordt al helemaal moeilijk indien een bedrijf vergunningen van twee gemeenten nodig heeft of van een gemeente en het gewest. Tot slot ondervinden bedrijven, zoals de andere inwoners, nadeel van de overlast, vuilheid en onveiligheid die vaak niet worden aangepakt. Er zijn bekende voorbeelden van bedrijven die om deze redenen uit bepaalde gemeenten wegtrekken. Bedrijven ondervinden niet alleen rechtstreeks last van onveiligheid of verwaarlozing van bepaalde buurten, ze ondervinden uiteraard ook nadeel indien hun klanten om die redenen wegblijven.
VISIE De N-VA ziet ondernemers als een belangrijk onderdeel van onze lokale gemeenschap. Een stevig economisch draagvlak vormt een cruciale pijler voor de welvaart en leefbaarheid van de gemeente. Een lokaal bestuur met N-VA kiest voor een ondernemingsvriendelijke gemeente. De gemeente moet naar de bevolking duidelijk communiceren dat ondernemingen en ondernemingszin welkom zijn en erkend en aangemoedigd worden. De gemeente kan dit doen door pro-actief ondernemingen bij te staan en van informatie te voorzien. Het absolute minimum is dat de gemeente samenwerkt met ondernemingen die in de gemeente gevestigd zijn, er zich willen vestigen of er willen uitbreiden en initiatieven nemen. De gemeente kan ook ondernemingen die het bijzonder goed doen of op één of ander domein een bijzondere bijdrage aan de gemeente leveren erkennen, of er bijvoorbeeld aandacht aan besteden in het gemeentelijk informatieblad.
Sander Roelandt 7/9/12 09:36 Opmerking [1]: (ik citeer Rik Van Cauwelaert in Touché.radio1 op 23 augustus)
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Het gemeentebestuur kan ook een belangrijke brug vormen tussen de diverse lokale diensten voor de begeleiding en tewerkstelling van werklozen (ACTIRIS, OCMW, RVA, uitzendkantoren,…). N-VA vraagt in dit verband bijzondere aandacht voor specifieke sectoren met veel openstaande vacatures (knelpuntberoepen), zoals de horeca, social profit of dienstencheque-ondernemingen (poetshulp). Dit zijn bij uitstek sectoren die op lokaal niveau nieuwe kansen kunnen bieden aan (jonge) werkzoekenden zonder veel werkervaring of formele kwalificatie. De N-VA ziet ook een belangrijke rol weggelegd voor de sociale economie (bv. groendienst, klusjesdienst OCMW, kringwinkels,…). Deze lokale projecten bieden immers een belangrijke kans op werk voor de meest kwetsbare groepen. Ze kan lager opgeleiden of langdurig werklozen de gelegenheid geven een eerste werkervaring op te doen of op de arbeidsmarkt te houden.. Ze kunnen ook gebruikt worden voor een versterkte activering van de genieters van een leefloon. De N-VA kiest echter niet voor extra gesubsidieerde jobs bij de lokale overheid of voor een verdringing van de private markt. Qua inhoud zijn deze sociale economie-projecten voor de NVA dan ook beperkt tot de kerntaken van de lokale overheid (bv. groendienst of veiligheid). De prioritaire doelstelling van deze sociale economie-projecten is volgens N-VA het aanbieden van tijdelijke werkervaring voor kwetsbare werkzoekenden, met als doel om hen een opstap te bieden naar een reguliere job. Ook op op lokaal niveau moet de werkbereidheid van werkzoekenden in de praktijk worden getoetst en sociale (uitkerings)fraude moet worden opgespoord en aangepakt. Het toekennen van het leefloon kan afhankelijk gemaakt worden van de activeringsinspanningen van de betrokkene De N-VA wil een einde stellen aan de wildgroei van belastingen en reglementeringen. Het aantal belastingen kan zeker aanzienlijk verminderd worden en ook het bedrag kan omlaag indien de gemeenten zelf bereid zijn een inspanning te leveren om hun efficiëntie te verhogen. De procedures voor het toekennen van vergunningen moeten sneller, transparanter en minder formalistisch worden. Het zou ook vanzelfsprekend moeten zijn dat de verschillende overheden, gemeentelijke en gewestelijke, die bij de vergunningsaanvragen voor eenzelfde project betrokken zijn met elkaar overleg plegen en uiteraard elkaar geen stokken in de wielen steken zoals wel eens voorvalt. De procedures voor het toekennen van bvb. milieu- en stedenbouwkundige vergunningen zouden minimaal op elkaar afgestemd moeten worden. N-VA pleit voor de nodige transparantie en voorspelbaarheid in het beleid t.o.v. ondernemingen onder andere bij openbare aanbestedingen, het toekennen of weigeren van vergunningen en het opstellen van nieuwe reglementen. Bedrijven zullen slechts belangrijke investeringsbeslissingen nemen met een gunstige weerslag op de lokale economie en werkgelegenheid indien ze dat kunnen doen in een stabiele omgeving. Het is de plicht van de gemeenten te zorgen voor een veilige omgeving waarin bedrijven kunnen gedijen en waarin klanten zich beschermd voelen. De ondernemers moeten er ook kunnen van uitgaan dat de wet voor iedereen geldt en dat de gemeente het niet zal dulden dat er een omvangrijk illegaal circuit ontstaat van bedrijfjes die zich aan geen regels houden en zich aan elke fiscale verplichting onttrekken. Een dergelijk circuit
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
betekent in ieder geval oneerlijk concurrentie voor reguliere ondernemingen. Bovendien zorgt het vaak voor een verregaande verloedering van de betrokken buurten. Het is onaanvaardbaar dat dit gebeurt terwijl de politie passief toekijkt. De politie dient integendeel een actieve rol te spelen in de bestrijding van dit fenomeen, waar nuttig in samenwerking met bvb. de arbeidsinspectie.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Integratie: respect voor Brussel
INTEGRATIE IN EEN NOTEDOP: • •
•
•
•
De N-VA wil een beleid dat het groeps- en verantwoordelijkheidsgevoel vergroot en de participatie van allochtone en autochtone Brusselaars in de samenleving verhoogt. OCMW’s kunnen een belangrijke rol spelen in het integratiebeleid en zouden zich niet moeten beperken tot het toekennen van uitkeringen. Het OCMW kan van de hulpbehoevende inspanningen eisen (talen leren, werk zoeken, lessen volgen,...) die hem zullen toelaten zelf een autonoom leven te leiden. N-VA erkent de voorbeeldfunctie van het gemeentebestuur en wil dat bij selectie, aanwerving, vorming en training van gemeentepersoneel rekening wordt gehouden met de diversiteit van de bevolking. De kennis van de taal is een sleutel in elk integratie. De kennis van minstens één van beide landstalen dient aangemoedigd te worden en waar nodig en mogelijk dient het volgen van taalonderricht verplicht te worden. Gemeenten zijn een cruciale spil in het asiel- en migratiebeleid. Indien zij illegaliteit op hun grondgebied gedogen maken zij elk geloofwaardig terugkeerbeleid onmogelijk. Ze kunnen vrijwillige terugkeer aanmoedigen en begeleiden. Daarnaast moet de politie nauwgezet de terugkeer van vreemdelingen opvolgen en hierover verslag uitbrengen in een opvolgingsrapport.
•
ANALYSE Brussel is een diverse stad. De demografische ontwikkeling van Brussel wordt sterk bepaald door migratie. Zeker sinds het begin van de jaren negentig, na de val van de Berlijnse muur en het openen van de grenzen binnen de Europese Unie (EU), is de bevolking sterk geïnternationaliseerd. Door het aantrekkingsbeleid van de vorige nationale regeringen Verhofstadt en Leterme en de door hen georganiseerde massale regularisaties is er recent ook een sterke instroom van illegale migranten geweest. De aanwezigheid van illegale migranten, waarvan de integratie nog veel meer problemen stelt dan van reguliere migranten, doet zich in Brussel nog sterker voelen dan in de rest van het land. Bovendien is er een constant komen en gaan van inwoners en verhuizen mensen ook vaak binnen de 19 gemeenten. Dit zorgt er mede voor dat het groepsgevoel bij de (nieuwe) Brusselaars bijwijlen niet erg groot is. De verantwoordelijkheid die Brusselaars voelen reikt vaak niet verder dan de voordeur. Inwoners van Brussel mogen gerust wat trotser zijn op hun stad en er ook wat meer respect voor hebben.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
We mogen de samenlevingsproblemen die migratie met zich kan meebrengen niet onder de mat vegen. Onder de allochtone bevolking is de werkloosheid bijvoorbeeld erg hoog. Dit heeft onder andere te maken met het lage opleidingsniveau en de gebrekkige talenkennis. De samenlevingsregels worden ook niet altijd gerespecteerd door deze nieuwe Brusselaars. Een ander probleem is het feit dat we in onze stad vaak te veel naast elkaar leven en dat sommige subculturen zich uit de samenleving dreigen terug te trekken.
VISIE Het multiculturalisme als het onverschillig naast elkaar leven van diverse bevolkingsgroepen, elk volledig volgens eigen normen en waarden, biedt geen antwoord en is niet wat de N-VA wil. Een samenleving waar mensen enkel voor de eigen groep verantwoordelijkheid voelen kan nooit een samenleving zijn waarin iedereen zich veilig en thuis voelt. Voor de N-VA valt integratie daarom niet te rijmen met laisser-faire. We willen ervoor zorgen dat iedereen zich bij deze stad betrokken voelt. Het wanbeleid van de federale overheid inzake asiel en migratie zorgde voor een aanzienlijk aanzuigeffect op nieuwkomers waar we niet op voorbereid waren en waar voornamelijk de grootsteden het slachtoffer van werden. Het beleid van sommige steden en OCMW’s heeft niets gedaan om dit aanzuigeffect te stoppen. De N-VA erkent de meerwaarde die migratie kan bieden maar beseft dat als migratie te plots of massaal is en niet in goede banen wordt geleid, het kan leiden tot ernstige maatschappelijke problemen. De N-VA heeft oor voor de bekommernis, ongerustheid en het gevoel van vervreemding die sommige burgers overhouden aan de ingrijpende verandering van hun wijk en stad. N-VA pleit voor een inclusief lokaal migratiebeleid waarbij er intensief wordt samengewerkt tussen alle betrokken diensten (gemeentediensten, politie, OCMW, de opvanginitiatieven maar ook de federale diensten en de parketten). Op lokaal niveau wordt de toepassing van het migratiebeleid opgevolgd en waar mogelijk worden passende maatregelen genomen om aanzuigeffecten te vermijden en illegaliteit tegen te gaan. Optimale dienstverlening betekent echter ook dat verblijfsvergunningen en arbeidskaarten snel en correct worden afgeleverd mits groen licht van de Dienst Vreemdelingenzaken.
INTEGRATIE EN INBURGERING De gemeentelijke overheid dient nieuwkomers in het land en de gemeente een duidelijk kader te bieden, met rechten en plichten. Lokale besturen spelen ook een belangrijke rol om nieuwkomers te verwelkomen en actief te laten deelnemen aan onze samenleving. De N-VA wil projecten stimuleren die het groeps- en
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
verantwoordelijkheidsgevoel vergroten en de participatie van allochtone en autochtone Brusselaars in de samenleving verhoogt. Een hecht sociaal weefsel maakt dat Brussel ‘leeft’ en dat nieuwkomers voelen dat ze er erbij horen. Als voorwaarde voor steun kunnen gemeenten eisen dat nieuwkomers een integratietraject volgen. In Brussel gebeurt dit nog te weinig. Nochtans staan de gemeenten nu reeds de nodige middelen ter beschikking. Via het Brussels Onthaalbureau (BON) biedt de Vlaamse Gemeenschap hulp aan de gemeenten die er gebruik van willen maken. De Brusselse gemeenten sturen echter veel te weinig nieuwkomers naar BON. De gemeenten kunnen ook hun eigen ‘inburgeringcoaches’ aanstellen. De N-VA wil dat gemeenten maximaal alle middelen benutten waarover ze kunnen beschikken. Veel vrouwen van allochtone afkomst komen nauwelijks hun huis uit en nemen niet deel aan het maatschappelijk leven. Het stimuleren van hun emancipatie en van hun betrokkenheid bij de stad en haar inwoners is noodzakelijk Concentratiewijken van nieuwkomers zoals die nu al te vaak voorkomen in het Brusssels Gewest moeten worden afgebouwd en we moeten streven naar een gezonde sociale mix. De gemeenten kunnen hier een actieve rol in spelen door hun beleid inzake huisvesting en ruimtelijke ordening, bvb door sociale huisvesting voldoende af te wisselen met private woonprojecten. Ze kunnen ook het aanbod aan gemeentelijke voorzieningen meer afstemmen op de noden van gezinnen uit de middenklasse, bvb. crèches, naschoolse en buitenschoolse activiteiten. N-VA erkent de voorbeeldfunctie van het gemeentebestuur en wil een doorgedreven diversiteitsbeleid voeren. Bij selectie, aanwerving, vorming en training van gemeentepersoneel wordt rekening gehouden met de diversiteit van de bevolking. N-VA is tegen positieve discriminatie, maar neemt wel maatregelen om mensen aan te werven op basis van functiespecifieke competenties en om onnodige drempels voor de tewerkstelling van kansengroepen af te bouwen.
TAAL De kennis van de taal is een sleutel in elk integratie. Wie in Brussel Nederlands of Frans, en bij voorkeur beiden, leert, verhoogt zijn kansen op de arbeidsmarkt en kan, in het algemeen, ook veel zelfstandiger in het leven staan en zijn eigen keuzes maken. Volgens Actiris wordt tweetaligheid van werkzoekenden in Brussel zelfs voor bepaalde betrekkingen voor laaggeschoolden gevraagd. Leefloners die geen van de twee officiële talen spreken moeten verplicht worden een taalcursus te volgen.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
IEDEREEN AAN HET WERK Het sociale beleid van de OCMW’s is een belangrijk instrument voor gemeenten om op een positieve manier met migratie om te gaan. Het OCMW moet in de eerste plaats aan iedereen die het nodig heeft de mogelijkheid bieden om een menswaardig bestaan uit te bouwen. Het beleid van het OCMW moet echter verder gaan dan enkel het toekennen van uitkeringen. Het OCMW kan van de hulpbehoevende inspanningen eisen (talen leren, werk zoeken, lessen volgen,...) die hem zullen toelaten zelf een autonoom leven te leiden. Gezinshereniging is momenteel het belangrijkste migratiekanaal. 50 procent van de gezinsherenigers doet beroep op OCMW-steun. Het toekennen van OCMW-steun zonder voorwaarden leidt tot inertie en misbruik ten nadele van de betrokkene zelf maar ook van alle andere inwoners van de gemeente. Het OCMW moet meer inzetten op scholing, inburgering en op persoonlijke begeleiding en niet een passief doorgeefluik van leefloon zijn waardoor mensen afhankelijk worden gehouden.
ASIEL EN MIGRATIE Als verstrekkers van opvang, als inschrijver van nieuwkomers, als doorgeefluik voor regularisatieaanvragen en als ordehandhavers zijn gemeenten een cruciale spil in het asiel- en migratiebeleid. De gemeente en haar politie hebben ook een rol te vervullen bij het federale terugkeerbeleid. Indien zij illegaliteit op hun grondgebied gedogen maken zij elk geloofwaardig terugkeerbeleid onmogelijk. Zonder geloofwaardig terugkeerbeleid kan geen werk gemaakt worden van de opvang en de integratie van de nieuwkomers die wettelijk in het land zijn. N-VA zal de samenwerking tussen asielcentra, locale opvanginitiatieven en OCMW’s stimuleren met het oog op een beter informatie- en begeleidingstraject voor vrijwillige terugkeer. Daarnaast moet de politie nauwgezet de terugkeer van vreemdelingen opvolgen en hierover verslag uitbrengen in een opvolgingsrapport. Helaas laten lokale besturen al te vaak na om de regels scherp te stellen en af te dwingen. De gemeentes hebben nochtans de mogelijkheid, in samenwerking met het OCMW, de politie en eventueel het parket, actiever op te treden tegen schijnhuwelijken en domiciliefraude. In geval van fraude dient de gemeente de betrokkenen onmiddellijk aan te geven bij de Dienst Vreemdelingenzaken met het oog op terugkeer. Ook waakzaamheid na de inschrijving in de gemeente en samenwerking met de parketten inzake sociale, domicilie-, identiteits- en fiscale fraude, is noodzakelijk. De gemeenten kunnen ook nauwer toezien op de voorwaarden waaronder OCMW-steun wordt uitgekeerd… N-VA zal er op toezien dat OCMW’s enkel materiële steun (en dus geen geld)
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
toekennen aan asielzoekers die worden opgevangen in de gemeente.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
MOBILITEIT MOBILITEIT IN EEN NOTEDOP: • Een vlot verkeer met ruimte voor alle vervoersmiddelen en voor alle soorten weggebruikers (vrije tijd, professioneel, pendelaars), is essentieel voor de economie van de Brusselse gemeenten. • Daarom willen we in de eerste plaats de knelpunten voor het verkeer wegwerken: de belangrijke verkeersassen moeten voorbehouden blijven voor een vlotte verkeersdoorstroming. • We vinden dat de auto zijn plaats heeft in de stad. Sommige kernen kunnen wel voorbehouden worden voor het openbaar vervoer of voor fietsers of voetgangers. • De capaciteit van het wegennetwerk en van de parkeerplaatsen moeten op elkaar afgestemd zijn. • De mobiliteitsplannen van de Brusselse gemeenten moeten onderling gecoördineerd worden en ook met de gemeenten uit de rand.
ANALYSE
De laatste 10 jaar is de situatie in het Brusselse verkeer enorm veranderd: het aandeel van de auto is fors verminderd, van 56,6 procent naar 37,5 procent. Het fietsverkeer (3,4 % van de totale verplaatsingen) werd in diezelfde 10 jaar dan weer drie keer belangrijker. Voor het woon-‐werk-‐verkeer heeft de fiets zelfs een aandeel van 6,8 percent. Het openbaar vervoer maakte de grootste sprong vooruit: van 15 tot 24,3 procent. Uit onderzoek blijkt ook dat 32,2 procent van de verplaatsingen in de stad te voet gebeurt, 4 procent meer dan 10 jaar geleden. En toch … In het goederenvervoer blijven de dominante vervoersstromen over de weg verlopen. En ook in het woon-‐werkverkeer en het vrijetijdsverkeer blijft de auto omwille van zijn
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
flexibiliteit en comfort niet weg te denken. In absolute cijfers krimpt het autoverkeer maar lichtjes.1 De Belgen verliezen de meeste tijd in de file van alle bestuurders in Europa. Brussel en Antwerpen staan op de tweede en derde plaats in de lijst van ergste filesteden in Europa. In Brussel verliest men jaarlijks gemiddeld 72 uur in het verkeer. VISIE Brussel moet zijn functie als economische hoofdstad blijven valoriseren en dus aandacht hebben voor de mobiliteit van en naar de stad (het gewest), alsook tussen de verschillende kernen (gemeenten) en binnen elke gemeente. Het verkeer zal verder toenemen, zelfs met beperkte economische groeivooruitzichten. Mensen willen zich ontplooien en daar hoort mobiliteit bij. Iedereen zou zich moeten kunnen verplaatsen wanneer hij dat wil, eventueel aan een variërende prijs. Meer verkeer leidt echter tot minder bereikbaarheid en leefbaarheid, tot een verhoogde kans op ongevallen en negatieve milieueffecten. Het komt er dus op aan het toenemend verkeer in goede en veilige banen te leiden. Dit is de juiste beleidsopgave. Voor de N-‐VA is een goede verkeersdoorstroming daarom essentieel – zowel van openbaar vervoer als van wagens en andere vervoersmiddelen alsook een voldoende parkeercapaciteit, en een voortdurend onderhoud van de verkeersinfrastructuur. In Brussel gaat de beleidsaandacht vooral naar het openbaar vervoer. Toch mag men niet vergeten dat ook de voetganger en de fietser hun plaats hebben, net als de wagen. De wagen is nog steeds het meest ‘fijnmazige’ vervoersmiddel en bijna (afhankelijk van woon-‐ werkplaats en school) onontbeerlijk voor tweeverdieners met kinderen. Het is belangrijk dat Brussel aantrekkelijk blijft voor gezinnen met een middeninkomen maar ook voor professionele verkeersgebruikers zoals handelsvertegenwoordigers en leveranciers. Een belangrijk stuk van het autoverkeer in Brussel wordt veroorzaakt door auto’s die een parkeerplaats zoeken. Daarom is het van belang doorstromingscapaciteit en parkeercapaciteit beter op elkaar af te stemmen. Parkeerbeleid en mobiliteitsplannen wisselen in Brussel van gemeente tot gemeente en van gemeentelijke legislatuur tot gemeentelijke legislatuur. Zeker verkeerstechnisch is Brussel één stad(sgewest) en dient het ook zo bestuurd te worden. De hervormingen in het laatste institutioneel akkoord zijn bijzonder beperkt en zullen niet veel verbetering brengen aan de vernippering in het Brusselse mobiliteitsbeleid. 1
Bron: BELDAM (Belgian Daily Mobility)-onderzoek
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
PROGRAMMAPUNTEN 1. Gemeentelijke mobiliteitsplannen moeten, mede door de ondersteuning van een gewestelijk ambtenaar, afgestemd worden op de mobiliteitsplannen van de naburige (Vlaams of Brusselse) gemeenten. Niet het vervoersmiddel is het uitgangspunt, wel het wegnemen van knelpunten. Investeren in het vlot in elkaar passen van infrastructuur en vervoermiddelen staat centraal. 2. De bereikbaarheid van Brussel vanuit Vlaanderen en Wallonië is essentieel. Een duurzame aanpak van de (groot)stedelijke mobiliteitsproblematiek kan alleen lukken als het gewest zich organiseert op het niveau van de problematiek : met zijn directe omgeving. De N-‐VA wil dat het gewest een actieve, constructieve rol opneemt met het oog op overleg en informatie-‐uitwisseling met het Vlaams Gewest. Hetzelfde geldt voor Brusselse gemeenten en nabij liggende gemeenten in de Vlaamse rand. Tenslotte werken – uiteraard -‐ ook de Brusselse gemeenten samen met elkaar en met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (bv. Zuidstation). 3. De voorbije jaren werden al inspanningen geleverd om het Brusselse wegennet van dynamische verkeerssignalisatie te voorzien. Het kan echter veel beter. Uit alle studies blijkt dat hier nog veel te winnen is – we denken aan proefprojecten met proactief filebeheer (slim bufferen en doseren), groene golf,… 4. Innovatieve mobiliteit situeert zich niet enkel op niveau van de technologie, maar ook op conceptueel niveau. De N-‐VA is voorstander van auto-‐delen, fietsdelen, collectieve taxi’s e.d.m. 5. De N-‐VA vindt het evenwel belangrijk dat er waterdichte garanties zijn inzake bijvoorbeeld kwaliteit en tweetaligheid van dienstverlening, inzake veiligheid van Villo-‐ standplaatsen, en dergelijke meer. 6. De N-‐VA wil een stop op het doelbewust doorsnijden, knippen of versmallen van wegen met een doorstromingsfunctie in de gemeente zonder duidelijk compenserende, mobiliteitsmaatregelen (bijkomende wegcapaciteit of openbaar vervoer). Belangrijke verkeersassen moeten prioritair voorbehouden blijven voor verkeersfuncties en niet voor andere functies zoals markten. 7. In de binnenkernen wordt meer gewicht gegeven aan een vlotte afwikkeling van openbaar vervoer en van voetgangers-‐ en fietsverkeer. Op wegen met een belangrijke doorstromingsfunctie krijgen auto en openbaar vervoer prioriteit. 8. De N-‐VA pleit voor een duidelijk leesbaar aanduiding van de verschillende snelheidszones. Snelheidsregimes moeten ondersteund worden door herkenbare en uniforme infrastructurele maatregelen die de huidige kakafonie van verkeersborden en
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
–remmers vervangen. De N-‐VA pleit ook voor meer en duidelijker aanduiding van straatnamen. 9. De N-‐VA vraagt dat de uitbreiding van de zone 30 tot de hele Brusselse binnenstad wordt geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. 10. Steden en gemeenten moeten in hun mobiliteitsplannen meer aandacht besteden aan de verschillende verplaatsingsmotieven van mensen. Die motieven variëren in de tijd (woon-‐werk-‐verkeer, leveranciers voor kleinhandel en horeca, winkelverkeer, vrijetijdsverkeer,…). De N-‐VA pleit voor een flexibel en doelgericht mobiliteits-‐ en snelheidsbeleid. Maximale snelheden kunnen variabel worden aangepast (bv. overdag/nacht). Ook het verkeersvrij of verkeersluw maken van wijken, kernen, pleinen kan variabel ingeschakeld worden (dag/avond of week/weekend). 11. Veiligheid en leefbaarheid gaan op buurtniveau voor op doorstroming. De vormgeving van de publieke ruimte in de buurt wordt bepaald door de aanwezigheid van kinderen en senioren. 12. Structureel onderhoud van alle weginfrastructuur moet preventief zijn en de eerste taak zijn en blijven van wegbeheerders. Voetpaden worden niet over het hoofd gezien en dienen kwalitatief en veilig te zijn. We pleiten voor eeen digitaal meldpunt op de gemeentelijke webstek waar verkeersproblemen of de slechte staat van de weg kan gemeld worden. 13. Uiteraard moet fietsinfrastructuur aangelegd worden volgens de beste kwaliteits-‐ en veiligheidsnormen. Asfalt is de norm, dubbelrichtingsfietspaden in centra zijn uit den boze. 14. Het parkeerbeleid moet deel uitmaken van mobiliteitsmanagement en stuurt met name bezoekers naar de juiste plek via parkeergeleiding. 15. Parkeerzoekverkeer moet zoveel mogelijk worden vermeden. Het aanbod aan P&R parkings moet daarom oordeelkundig worden uitgebreid en bekendgemaakt. 16. De opbrengsten van het parkeren moeten integraal geïnvesteerd worden in het lokale mobiliteitsbeleid: de verdere uitbouw van buurtparkings en (beveiligde) buurtfietsenstallingen is daarbij prioritair. 17. De gemeenten nemen hun verantwoordelijkheid inzake samenwerking met de MIVB. Inzake openbaar vervoer moet werk gemaakt worden van kwaliteit, comfort, veiligheid,
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
frequentie en klantvriendelijkheid. De betalende OV-‐gebruiker moet opnieuw de weg vinden naar tram of bus. 18. Het openbaar vervoer zelf moet vraaggericht werken en ook op latere uren beschikbaar zijn. 19. Verkeersveiligheid moet een belangrijke handhavingsprioriteit zijn voor de politie. Asociaal verkeersgedrag (bvb. dubbelparkeren) mag niet door de vingers gezien worden. Ook ‘zwakke weggebruikers’ moeten de wegcode respecteren. 20. De gemeente maakt werk van een schoolbereikbaarheidskaart. Deze kaart toont de meest veilige routes om vanuit verschillende richtingen de scholen in de gemeente te bereiken. 21. De N-‐VA wil een gedegen verkeersoverlast beleid : foutparkeerders, dubbelparkeerders gevaarlijke verkeersmanoeuvreszwartrijders, roekeloze fietsers, .. moeten systematisch worden aangepakt.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
NETHEID NETHEID IN EEN NOTEDOP: •
Het verwaarlozen van de openbare ruimtes tast de leefbaarheid van de stad aan en is één van de redenen voor de stadsvlucht. Het is ook de voedingsbodem voor zwaardere vormen van overlast of zelfs van criminaliteit.
•
Netheid is essentieel voor de aantrekkelijkheid van de stad voor bezoekers en toeristen en dus ook economische belangrijk: horeca, aantrekken van investeringen....
•
Om overtredingen efficiënt aan te pakken dient vooral de pakkans vergroot te worden.
•
De N-VA wil dat elke gemeente een netheidsplan opmaakt met concrete informatie over de in te zetten middelen en over de doelstellingen. Het netheidsplan moet voor specifiek lokale situaties in een specifieke aanpak voorzien, bvb. schoonmaken van uitgaansbuurten op zondag.
•
Er dient ook aandacht besteed te worden aan infrastructuur zoals verlichting, beplanting om de inwoners aan te zetten tot zorg voor de openbare ruimte en om bvb. sluikstorten te ontmoedigen.
ANALYSE Brussel is zeker geen toonbeeld van netheid en vaak zijn de vuile straten een hoofdstad onwaardig.
Van de Brusselse handelaars vindt 84,5 % dat meer aandacht moet worden besteed aan netheid. Netheid is de belangrijkste bekommernis van deze handelaars. Ook de burgers vinden dat het beter kan. Niet voor niks is er een facebookgroep als ‘Dirty Brussels’, waar de foto’s en getuigenissen zich opstapelen, en een webstek als www.viesbrussel.be .2 Voor sommige Brusselse beleidsmakers is vuil ‘iets relatief’. Alsof men lagere standaarden moet hanteren in sommige wijken, voor een bepaald doelpubliek. Alsof men de indruk geeft dat verloederde wijken reeds opgegeven zijn.
VISIE
2
http://www.facebook.com/groups/dirtybrussels/
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Zwerfvuil dat er al een hele week ligt, voetpaden waarvan de plaveien los liggen, straatverlichting die alweer een tijdje niet werkt, of nog: hondenpoep – eerst eentje, dan meer, waardoor je je kinderen niet meer kan laten spelen op het gras in het park. Het zijn maar enkele voorbeelden van kleine dingen die ons storen. Zulke kleine probleempjes kunnen bovendien de voedingsbodem zijn waarin vandalisme en uiteindelijk zelfs criminaliteit gedijt. Volgens de “Broken Windows” theorie (de theorie van de gebroke ruit) is het beteugelen van kleine probleempjes een succesvolle strategie om te vermijden dat ze ontaarden in grotere problemen zoals vandalisme en criminaliteit. Het verwaarlozen van de openbare ruimtes tast de leefbaarheid van de stad aan en is één van de redenen voor de stadsvlucht. Netheid is essentieel voor de aantrekkelijkheid van de stad voor bezoekers en toeristen en dus ook economische belangrijk: horeca, aantrekken van investeringen.... Wij vinden dan ook dat de gemeente kleine probleempjes wel degelijk pro-actief moet aanpakken, en uiteraard uw eventuele melding au sérieux moet nemen. Een gemeente waar het proper is, is sowieso aangenamer om te wonen. Netheid maakt mensen ook trots op hun stad en draagt bij tot betrokkenheid. Met andere woorden: het is een vicieuze cirkel. De andere optie is fatalisme. Maar dat is niet de keuze van de N-VA. Uiteraard is netheid, zoals andere problemen, ook en vooral een opdracht voor de betrokken Brusselaar. Toch moet ook de overheid zijn verantwoordelijkheid nemen, zowel inzake het net houden van Brussel, als inzake het sensibiliseren en het bestraffen. Om Brussel Deze Week te citeren: “Onze oplossing: maak van Netheid een exclusief gewestelijke bevoegdheid waarbij afvalophaling, een nette openbare ruimte en nultolerantie hand in hand gaan. Eén bestuurs-niveau heeft altijd het voordeel van de duidelijkheid.” (Brussel Deze Week, 22 maart 2012). PROGRAMMAPUNTEN NET HOUDEN •
Voorheen was er een taakverdeling tussen het Gewest en de gemeente. Dit was misschien niet altijd ideaal, maar met het laatste institutioneel akkoord werd beslist dat het onderhoud van de netheid van de gewestwegen en de eigen beddingen van het openbaar
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
vervoer worden overgeheveld naar de gemeenten. Net Brussel houdt slechts een beperkt aantal bevoegdheden over. 3 Voor de N-VA is schaalvergroting aangewezen in plaats van schaalverkleining, en dit om de coördinatie te verhogen en efficiëntiewinsten te organiseren. Openbare netheid organiseren heeft als bedoeling de netheid te verhogen, niet het aantal banen bij de overheid te vergroten of zinloze statuten te creëren. Uiteraard dient afvalophaling, of die nu gewestelijk of gemeentelijk georganiseerd wordt, professioneel te gebeuren. •
• • • • •
•
•
•
3
De N-VA wil dat elke gemeente een netheidsplan opmaakt. Dit plan moet concrete cijfers omvatten inzake inzet van middelen en personen, maar ook beoogde resultaatsverbintenissen. Doorgedreven inspanningen zouden moeten leiden tot minder straatafval en zwerfafval. Het netheidsplan moet voor specifiek lokale situaties in een specifieke aanpak voorzien, bvb. schoonmaken van uitgaansbuurten op zondag. De N-VA pleit voor een snelle aanpak van belangrijke problemen, door snelle, mobiele en gespecialiseerde interventieteams die ook aandacht hebben voor bijvoorbeeld graffiti. De gemeenten dienen uiteraard te zorgen voor voldoende vuilnisbakken. Op gewestelijk niveau moet er gezorgd worden voor meer en gespreid ingeplante containerparken. Gemeenten dienen achtergebleven (fout gesorteerde) zakken dagelijks op te halen en de foutsorteerder dient geïnformeerd en bestraft te worden. Er dient ook aandacht besteed te worden aan infrastructuur zoals verlichting, beplanting om de inwoners aan te zetten tot zorg voor de openbare ruimte en om bvb. sluikstorten te ontmoedigen. Gemeentelijke ambtenaren en agenten kunnen en moeten netheidsboetes (proces-verbaal of een gemeentelijke administratieve sanctie) uitschrijven. En zoals zo vaak: het bedrag is niet eens zo belangrijk. De pakkans is van groter belang. Dat blijkt uit alle studies. De N-VA pleit er voor dat ook de Brusselaar zelf wordt ingeschakeld in het netheidsbeleid. Dit kan door ambassadeurs voor de netheid (zoals in Sint-Gillis)4 aan te duiden, die het goede voorbeeld geven. Het kan ook door wijkcomité’s een rol te geven, bijvoorbeeld door een gezamenlijke straatschoonmaak. Netheidscomité’s (zoals in Brussel-stad) zijn belangrijk zodat Brusselaars zich betrokken voelen én zodat de overheid weet waar het verkeerd loopt, en passend kan optreden.
Het Agentschap “Net Brussel” wordt de voornaamste operator inzake grof vuil en zal het beheer van de containerparken overnemen. 4 http://www.stgilles.irisnet.be/public/uploaded/ComPresse/Mai_2012/CPNetheidInitiativenFinal.pdf
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Onderwijs
ONDERWIJS IN EEN NOTEDOP: •
• • •
•
Het scholentekort in Brussel is nijpend. Ook de gemeenten moeten bijdragen tot een capaciteitsuitbreiding, zeker de gemeenten die nog geen nederlandstalig onderwijs organiseren. De N-VA vindt het belangrijk dat elk kind kwalitatief onderwijs krijgt. We streven naar een werkbare verhouding tussen nederlandstalige en anderstalige leerlingen. Gezien de specifieke situatie van het Brussels onderwijs in een anderstalige omgeving pleiten we voor kleinere klassen. De N-VA zet volop in op de “brede school” die openstaat voor het verenigingsleven en die ook buiten de schooluren en tijdens de vakantie in een kwalitatieve opvang voor kinderen kan voorzien. De gemeenten moeten meer doen om het spijbelen aan te pakken en om de verkeersveiligheid rond de scholen te verhogen.
Analyse Meer dan een vijfde van de Brusselaars is jonger dan 18. Al die Brusselse kinderen en jongeren moeten naar school. Volgens berekeningen zal het aantal leerlingen in 2050 bovendien met 50% gestegen zijn ten opzichte van het jaar 2000. Het Brusselse onderwijs staat dus voor een hele grote uitdaging. Het Nederlandstalige onderwijs is in Brussel erg in trek. Ook bij niet-Nederlandstaligen. De kwaliteit van het onderwijs weet vele ouders te bekoren. Hoewel vanaf 1 september 2013 55% van de plaatsen in een Nederlandstalige school voorbehouden zijn voor bewezen nederlandstaligen, vindt niet elk nederlandstalig kind een plaats in één van de voorkeursscholen. In de meeste klassen van het Nederlandstalig onderwijs zit een (grote) meerderheid anderstaligen. Het is natuurlijk voor iedereen goed dat anderstaligen onderwijs in het Nederlands willen volgen maar een te grote toevloed van leerlingen met een taalachterstand in het Nederlands dreigt de kennisoverdracht te bemoeilijken en het peil van van het onderwijs naar beneden te halen. We zien nu al dat nederlandstalige ouders in reactie op dit probleem hun kinderen soms uit de scholen van het Brussels nederlandstalig onderwijs weghalen om ze naar scholen in de Vlaamse rand te sturen of verhuizen. Daardoor komen de Brusselse scholen nog verder in een negatieve spiraal. We stellen ook vast dat de gemeenten en de Franstalige Gemeenschap in Brussel hun verantwoordelijkheid niet nemen. Terwijl het nederlandstalig onderwijs in Brussel onderwijs geeft aan meer dan 15 % van alle kinderen in het lager en het secundair in het Brussels
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Hoofdstedelijk Gewest, is het aandeel van het nederlandstalig onderwijs in het door de gemeenten ingericht onderwijs slechts 6%. De gemeenten als inrichtende macht blijven dus in gebreke, zij het dat er gemeenten zijn die het opmerkelijk beter doen dan anderen. Ook de Franse Gemeenschap zou in Brussel voluit haar rol moeten spelen.
Visie De N-VA vindt het belangrijk dat elk kind kwalitatief onderwijs krijgt. Het scholentekort in Brussel is zo nijpend, dat alle actoren hun verantwoordelijkheid moeten nemen, ook de gemeenten. De N-VA vraagt de gemeentebesturen om de capaciteit in hun gemeente uit te breiden. Gezien in de klassen meer en meer anderstaligen zitten en dit voor leerkrachten de taak sterk bemoeilijkt pleiten we voor kleinere klassen. Daarnaast willen we ook de “brede school” (de school als schakel in een breed maatschappelijk netwerk) stimuleren en pleiten we voor een kordate aanpak van het spijbelen. Het lokaal bestuur dient actief mee te werken aan een verkeersveilige schoolomgeving met bijvoorbeeld schoolfietsroutes.
Fysieke capaciteitsuitbreiding N-VA wil een beheerste fysieke capaciteitsuitbreiding. In elke Brusselse gemeente moeten per school de uitbreidingsmogelijkheden geëvalueerd en gestimuleerd worden. Waar de bestaande uitbreidingsmogelijkheden onvoldoende zijn, moeten er nieuwe scholen worden gebouwd. Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel in het bijzonder blijft groeien, zowel in het kleuter-, lager als secundair onderwijs. Ook in de komende deccennia zal het aantal leerlingen blijven stijgen. In bijna alle gemeenten is er een capaciteitsprobleem in het Nederlandstalig kleuteronderwijs. In 2011 opende in Ukkel en in Schaarbeek opnieuw een Nederlandstalige gemeenteschool. Bij de voorgestelde capaciteitsuitbreiding moet er wel steeds gezocht worden naar een evenwicht tussen de van huis uit nederlandstalige en anderstalige leerlingen zodat het onderwijs inhoudelijk op een voldoende hoog peil kan blijven en de anderstalige leerlingen effectief de kans krijgen het Nederlands op school te leren. De N-VA wil dat alle gemeenten voldoende Nederlandstalig onderwijs aanbieden, ook de gemeenten die deze taak tot nu verwaarloosd hebben.
Kwaliteit In de klassen van het Nederlandstalig onderwijs zitten steeds minder kinderen die het Nederlands als thuistaal hebben. De aanwezigheid van anderstalige kinderen mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs. Anderstalige kinderen zijn meer dan welkom, maar hebben bijkomende zorg en omkadering nodig. Vele scholen geven aan dat om eenzelfde onderwijsniveau te halen, er minder kinderen in de klas zouden moeten zijn. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt inderdaad dat kinderen in kleine
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
klassen systematisch beter presteren - en zelfs een voorsprong tot één jaar kunnen opbouwen - ten aanzien van kinderen uit grotere klassen, zelfs indien deze grotere klassen bijgestaan worden door een hulpleerkracht. N-VA pleit er dan ook voor om te blijven streven naar een leerling/leerkracht ratio die aangepast is aan de betrokken doelgroepen.
Brede School-beleid De N-‐VA zet volop in op de “brede school” en geeft dit concept een ruime invulling. Volgens ons is een brede school het kloppend hart van de gemeenschap. De schoolgebouwen moeten openstaan voor het verenigingsleven, dat buiten de schooluren en tijdens de vakantie in kwalitatieve opvang kan voorzien. Ook hobby-‐, amateur-‐ en sportclubs moeten er terecht kunnen. Ouders hoeven dus niet langer rond te rijden om hun kinderen van de ene activiteit naar de andere te brengen, deze activiteiten worden zoveel mogelijk op school aangeboden. Door de combinatie van meerdere functies op één school, moeten ouders na de schooluren hun kinderen bv niet naar de academie brengen, omdat de academie naar de school komt. De brede school moet tevens de banden met de ouders aanhalen. Door een betrokkenheid met de ouders te creëren kan aan de gemeenschap gebouwd worden: ouders zetten zich samen in voor hun kinderen en voor de school. Het betrekken van de ouders bij een verregaand “brede school-beleid” biedt anderstalige ouders ook de mogelijk om hun Nederlands op te krikken.
Spijbelen Spijbelen komt spijtig genoeg nog al te vaak voor. De jongere heeft alle er belang bij om maximaal aan goed onderwijs deel te nemen. De gemeente moet samen met alle betrokken actoren een volledig beleid uitwerken: van preventie op de school, een positief schoolklimaat en een betere registratie van afwezigheden over contacten met dokters en ouders tot en met een kordaat beleid waarin de politie haar rol opneemt. De toekomst van de jongere, en die van de maatschappij, verdient het om alles in het werk te stellen om het onderwijs met succes af ronden.
Stages Stages van aspirant-leerkrachten moeten worden aangemoedigd door de gemeenten. De scholen hebben te kampen met een tekort aan leerkrachten, vacatures worden slechts ternauwernood ingevuld. De gemeenten moeten samen met de scholen stages in Brussel aantrekkelijk maken bij de diverse hogescholen in Vlaanderen (vb te Brussel, Leuven, Aalst, Mechelen). De leerlingenpopulatie heeft nood aan voldoende gemotiveerde leerkrachten die van een uitdaging houden.
Verkeersveiligheid rond de scholen De veiligheid van onze kinderen in het verkeer is voor ons een prioriteit. Kinderen en jongeren zijn immers zeer kwetsbaar wanneer zij zich in het verkeer begeven. De gemeente kan een belangrijke bijdrage leveren in het creëren van meer verkeersveiligheid op weg naar school en in
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
de schoolbuurt. Zo kan een veilig schoolrouteplan uitgewerkt en gepubliceerd worden. Verder kan de gemeente de kennis, vaardigheden en attitudes van kinderen en jongeren in het verkeer helpen ontwikkelen. Als meer kinderen met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer naar school komen, zal de verkeersdrukte bij aanvang en bij het einde van de schooldag weer wat dalen. In de omgeving van de school moeten we genoeg oog hebben voor de veiligheid van onze kinderen. Het drukke verkeer noopt ons ertoe om maatregelen te ontwikkelen die onze kinderen moeten beschermen. Zo kunnen in de buurt van de school kiss&ride zones aangelegd worden waar ouders zonder gevaar voor het welzijn van hun kinderen hun kind af kunnen zetten en op kunnen halen. Oudstejaars kunnen fungeren als verkeersbegeleiders bij aanvang/einde school. waardoor zij ook verantwoordelijkheid leren te nemen.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Transparantie, democratie en efficiëntie ANALYSE TRANSPARANTIE, DEMOCRATIE EN EFFICIËNTIE IN EEN NOTEDOP: • •
• • •
•
Van de Brusselse gemeenten kan een coherent lange termijn beleid verwacht worden. Dit zou zijn weerslag moeten vinden in uitgewerkte beleidsplannen die spontaan worden gepubliceerd. De gemeente is niet het voorbehouden jachtterrein van een clubje insiders. De gemeenteraad moet opgewaardeerd worden: alle belangrijke dossiers moeten er ten gronde besproken worden, het interpellatierecht van de burgers moet uitgebreid worden, de gemeenteraad dient voorgezeten te worden door een andere persoon dan de burgemeester. De gemeentelijke financiën moeten op orde zonder belastingverhogingen. De gemeentelijke administratie moet efficiënter werken, met meer inzet van informatietechnologie en minder maar permanent opgeleid personeel. Het gebruik van gemeentelijke VZW’s moet beperkt worden tot de gevallen waarin dit strikt noodzakelijk is. Ze moeten bovendien aan dezelfde transparantie eisen en controle onderworpen worden als de gemeentelijke diensten. Er moeten prioriteiten gesteld worden in het subsidiebeleid. Enkel de subsidies die relevant zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het beleidsplan mogen gehandhaafd worden.
De Brusselse gemeente blinken niet uit door een pro-actief informatiebeleid. Veel gemeenten hebben geen of slechts een rudimentair beleidsplan of stellen het niet spontaan ter beschikking van het publiek. Dit maakt niet enkel elke controle van de burgers op het gemeentelijk beleid zeer moeilijk het heeft vooral ook tot gevolg dat de gemeentebesturen zelf geen kader, of in ieder geval geen bekend kader, hebben voor hun beleid wat ook niet bevorderlijk is voor de efficiëntie. De Brusselse gemeenten schieten vaak tekort in het informeren van de burgers. Informatie over de vordering van gemeentelijke projecten kan dikwijls enkel via interpellaties in de gemeenteraad of in de pers bekomen worden. Geïnteresseerde burgers zijn daarom niet in staat zelfs de belangrijkste dossiers in hun gemeenten op te volgen. De gemeenteraadszittingen zijn in de praktijk zelden de plaats waar grote debatten over belangrijke gemeentelijke dossiers kunnen worden bijgewoond. Het schepencollege is niet altijd even voorkomend in het informeren van de gemeenteraadsleden. Er wordt veel zittingstijd opgeofferd aan beslissingen met een beperkte impact zoals individuele personeelsdossiers, aankopen, subsidies.... Vele gemeenteraadsleden, zeker van de meerderheid, maar ook van de oppositie, zijn niet gemotiveerd om hun tanden in een belangrijk dossier te zetten. De gemeenteraden werden tot nu steeds voorgezeten door de burgemeester die daardoor het verloop van de besprekingen in een voor de meerderheid wenselijke richting kunnen sturen. Vanaf eind dit jaar maakt een Gewestelijke ordonnantie het mogelijk dat een ander gemeenteraadslid de rol van voorzitter van de gemeenteraad op zich neemt mits de helft van de gemeenteraadsleden daar voor stemt. We bepleiten dat dit inderdaad gebeurt. In alle Brusselse gemeenten genieten de inwoners op de zittingen van de gemeenteraad van een interpellatierecht waarvan de contouren geregeld zijn door een gewestelijke ordonnantie. Sommige gemeenten hebben echter een zeer beperkende uitvoering aan deze ordonnantie gegeven. Het instellen van de Politieraden voor het bestuur van de uit meerdere gemeenten samengestelde politiezones wordt sinds de politiehervorming gebruikt als een excuus om aan de gemeenteraadsleden inzagerecht of
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
interpellatierecht te ontzeggen over zaken die tot de bevoegdheid van de politiezones behoren. Aangezien de politie cruciaal is in het veiligheidsbeleid wordt daardoor de facto een belangrijk gemeentelijk thema goeddeels aan de controle van de gemeenteraad onttrokken. De gemeenten maken te weinig en te versnipperd gebruik van informatica. Elektronische dienstverlening aan de burgers (‘e-loketten’, het gebruik van de mogelijkheden van de elektronische identiteitskaart,...) staat nog in zijn kinderschoenen. Ook de geautomatiseerde doorstroming van informatie tussen de gemeentelijke diensten onderling (of, bvb., tussen de gemeentelijke diensten en het OCMW) is nog verre van optimaal. Het zou niet meer mogen voorkomen dat burgers bij één gemeentelijke dienst een attest moeten afhalen om iets te kunnen bekomen van een andere gemeentelijke dienst. De Brusselse gemeenten doen voor hun werking te vaak beroep op VZW’s. Misbruiken zijn niet uit te sluiten. Deze VZW’s nemen taken op zich die eigenlijk gemeentelijke taken zijn zoals wijkwerking of de uitbating van sportinfrastructuur. Ze worden gedeeltelijk of volledig door de gemeente gesubsidieerd en hun bestuursorganen worden bevolkt door personen die politiek met de meerderheid verbonden zijn. Ze vertonen dus alle kenmerken van een gemeentelijke dienst. Het is zeer moeilijk een volledig zicht te krijgen op hun aantal en werking. Dit gebrek aan transparantie is reeds een probleem op zich. Misbreuken zijn niet uit te sluiten en zelfs te verwachten. In het beste geval kwijten deze VZW’s zich van de uitvoering van gemeentelijke taken maar zelfs dan betekent het gebruik van vzw’s een nutteloze versnippering van de gemeentelijke middelen en een hindernis voor een goede controle.
VISIE De gemeentelijke overheid is er niet voor zichzelf maar om zo goed mogelijk de belangen van de inwoners van de gemeente te behartigen. Haar acties moeten steeds gericht zijn op het verbeteren van welvaart en welzijn in de gemeente en niet op het bezetten van het terrein. Het gemeentebestuur is ten aanzien van de inwoners verantwoording verschuldigd over hoe het zich van haar opdracht kwijt. Het moet aankondigen welke doelstellingen het tijdens de legislatuur wil nastreven en uitleggen hoe het dat wil doen. Anders kunnen de inwoners niet nagaan of het gemeentebestuur de juiste prioriteiten legt en of het effectief werk maakt van de verwezenlijking ervan. De lokale democratie houdt meer in dan de zesjaarlijkse gemeenteraadsverkiezingen. De inwoners dienen ook tussentijds betrokken te worden bij belangrijke beslissingen zoals infrastructuurwerken of het aanpakken van structurele problemen zoals de verloedering van een wijk of veiligheidsproblemen. Inspraakrondes zijn er niet omdat het goed staat en nog minder om het gemeentebestuur de gelegenheid te bieden zich van de eigen verantwoordelijkheid te ontdoen maar om met de kennis van het terrein de kwaliteit van de beslissingen te verbeteren en om het draagvlak te verzekeren dat voor het succes van grootschalige en langdurige initiatieven onontbeerlijk is. De gemeentelijke democratie dient uiteraard vooral zichtbaar te zijn in de gemeenteraad. De debatten in de gemeenteraad moeten echte tegensprekelijke debatten zijn. De meerderheid moet de oppositie tijdig en voldoende informeren en er een effectieve dialoog willen mee aangaan. Alle belangrijke dossiers dienen op de gemeenteraad besproken te worden en de gemeenteraad mag geen carte blanche geven aan het college. Het gemeentelijk apparaat dient ook doorzichtig gestructureerd te zijn en te werken. De organisatie van de gemeentelijke administratie moet logisch zijn en het organisatie organigram moet de werkelijke beslissingslijnen weergeven. Van aan de gemeentelijke administratie externe structuren zoals V.Z.W.’s of intercommunales zou enkel gebruik mogen worden gemaakt indien daarvoor zwaarwichtige redenen zijn en indien ze bovendien aan dezelfde controle van de gemeenteraad onderworpen worden als de eigen diensten van de gemeente. Het is ook de verplichting van de gemeentebesturen om zo efficiënt mogelijk te werken. Het overheidsbeslag in België is reeds onder hoogste van alle OESO landen en de lokale belastingsdruk is in vele Brusselse gemeenten nog een stukje hoger dan het landelijk gemiddelde. De komende jaren zullen voor de gemeenten financieel niet
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
gemakkelijk zijn maar dit mag niet opgelost worden door het verder verhogen van de fiscale of para-fiscale druk. De N-VA meent dat er wel ruimte is voor efficiëntieverhoging in het gemeentelijk apparaat en dat het mogelijk moet zijn hetzelfde en zelfs meer te doen met minder. In ieder geval moeten de gemeenten een koers uitzetten naar een begroting in evenwicht. De gemeentelijke begroting moet ook steeds een getrouw beeld geven van de financiële engagementen van de gemeenten. Het personeels- en aanwervingsbeleid van de gemeenten moet uitsluitend ingegeven zijn door de noden van een goed gemeentelijk bestuur en een goede dienstverlening aan de inwoners. Het mag niet gedreven worden door de wens inwoners aan het werk te stellen. Het personeels- en aanwervingsbeleid moet daarom gestoeld worden op rationeel te rechtvaardigen personeelkaders en functieprofielen. Efficiëntieverbeteringen kunnen ook verwezenlijkt worden door het vereenvoudigen van de structuur van het gemeentelijke apparaat en vooral van de structuren die daarmee verbonden zijn zoals de intercommunales of gemeentelijke vzw’s. De gemeenten moeten, als een moderne administratie, maximaal gebruik maken van de middelen die de informaticatechnologie hen biedt. Op deze manier kunnen ze zuiniger en gebruiksvriendelijker werken en zich meer concentreren op beleids- en dienstentaken in plaats van op administratieve taken. Wij zijn er ook voorstander van dat de gemeenten hun subsidiebeleid onder ogen nemen en nagaan welke subsidies effectief bijdragen aan initiatieven die het gemeentelijk beleid verderzetten of ondersteunen en voor welke subsidies er geen goede rechtvaardiging bestaat en kunnen geschrapt worden. N-VA staat tot slot de creatie van een stadsgewest voor waarbij de 19 gemeenten opgaan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en waarbij de bestaande organen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de gemeentelijke bevoegdheden overnemen. Deze fusie operatie laat schaalvoordelen toe, een coherent beleid over het hele gewest alsook een grotere democratische controle. Het voorbeeld van Antwerpen toont ook aan dat enkel via fusies de noodzakelijk gezondmaking van de gemeentefinanciën kon gerealiseerd worden. In een stadsgewest ‘Brussel Hoofdstad’ is wel ruimte voor districten met de bevoegdheid om het gewestelijk beleid aan te passen aan de lokale omstandighheden. Ook kunnen de lokaal administratieve diensten voor het publiek behouden worden (loketfuncties in de huidige gemeentehuizen) terwijl de organisatie van de communicatie via internet en telefoon kan worden gegroepeerd en verbeterd, maar vooral ook nieuwe initiatieven worden genomen om de afstand met de burger te verkleinen, en zijn betrokkenheid te verhogen. Deze districten en lokale dienstencentra moeten niet steeds volgens de huidige gemeentegrenzen georganiseerd worden maar zouden beter dan de huidige gemeenten kunnen aansluiten op bestaande geografische en socio-economische entiteiten (bvb. Laken, Neder-over-Heembeek).
VOORSTELLEN Transparantie
è Het opstellen van een gemeentelijk reglement openbaarheid van bestuur met ruime aandacht niet alleen voor passieve transparantie (waarbij het initiatief van de burger dient uit te gaan) maar ook en vooral voor actieve transparantie (op initiatief van de gemeente). è Het opstellen, bij het begin van de legislatuur, van beleidsplannen voor alle belangrijke gemeentelijke thema’s. Deze beleidsplannen moeten op de website van de gemeente beschikbaar worden gemaakt en moeten wanneer nodig worden bijgewerkt.
Gemeentelijke democratie
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
è De gemeenten zouden gebruik moeten maken van de mogelijkheid de gemeenteraadszittingen door een andere persoon dan de buremeester te laten voorzitten. è Belangrijke gemeentelijke dossiers moeten ten gronde in de gemeenteraad worden besproken en niet slechts in het college of zelfs meer besloten cenakels. è De bevolking moet vaker, tijdig en voorbereid geraadpleegd worden over beslissingen die een belangrijke impact in de wijken hebben, zoals infrastructuurwerken, mobiliteits- of veiligheidsplannen. è Een uitbreiding en versoepeling van het interpellatierecht. Dit dient aan minder strakke en nutteloze formaliteiten onderworpen worden en een echt debat toe te laten. Efficiëntie è Een doeltreffend ICT- en informatiemanagement. è Vermindering van het personeelsbestand, waar mogelijk zonder aantasting van de dienstverlening en het valoriseren en beter opleiden van het blijvend personeel; è Een fusie van gemeenten. è Het maximaal verminderen van het aantal gemeentelijke of intercommunale VZW’s door het integreren van hun werking in de gemeentelijke administratie. è De VZW’s die behouden blijven dien beter aangestuurd te worden vanuit de gemeente en dienen aan dezelfde vereisten te beantwoorden inzake beheer en controle als de gemeentelijke diensten zelf. è Doorlichting van de wirwar aan subsidies: zijn ze relevant voor het gemeentelijk beleid? Prioritiseren van keuzes in de subsidietoekenning en schrappen van de subsidies die niet relevant zijn. è Duidelijke criteria op grond waarvan subsidies worden toegekend en een volledige motivering van alle beslissingen in concrete dossiers. è Een vermindering van het politieke personeel, met als aanzet het schrappen van minstens één schepenambt. è Een fiscale stop. Geen verdere belastingverhogingen. è Vereenvoudiging van het aantal belastingreglementen voor ondernemingen. Een homogenisering van de belastbare grondslag. è Ander ideeën : meer meten (meten is weten), best practices uitwisselen tussen gemeenten, gezamenlijke aankopen door gemeenten, benchmarking tussen gemeenten, outsourcing, meer financiële en HR training voor gemeentebestuur en schepenen.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
VEILIGHEID VEILIGHEID IN EEN NOTEDOP: •
• •
•
•
Veiligheid is een basisrecht, geen luxeprobleem. Voor de N-VA heeft de overheid de plicht de veiligheid van alle burgers te verzekeren en onveiligheid integraal en – zo nodig – radicaal aan te pakken. Veiligheid is ook essentieel voor een bloeiende economie, voor het toerisme, de horeca en voor het aantrekken van investeringen. De N-VA wil in de eerste plaats een doeltreffend preventiebeleid met geïntegreerde acties op diverse beleidsdomeinen: werkgelegenheid, inburgering, onderwijs, armoedebestrijding, huisvesting. De N-VA vraagt dat steden en gemeenten ook werk maken van de strijd tegen overlast. Door een bestuurlijke aanpak van overlast kunnen lokale besturen snel de meest aangewezen maatregelen nemen om overlast daadwerkelijk te bestrijden. De politie moet zich op haar kerntaken kunnen concentreren: de efficiënte bestrijding van de criminaliteit en overlast en de handhaving van de openbare orde. Dit houdt in dat de politie ontlast wordt van overbodige administratieve formaliteiten. Een efficiëntere politie is gemakkelijker te verwezenlijken in een eengemaakte politiezone.
Franstalig journalist Claude Demelenne: “De veiligheid in Brussel is te belangrijk om ze in handen van Franstalig links te laten. Vlaamse vrienden, we hebben jullie nodig. Opdat Brussel geen Far West zou worden.” in de Standaard, donderdag 4 februari 2010. Rudolph Giuliani, burgemeester van New York City van 1994 tot 2001: “The drastic cut in crime in New York City has to do with two principal things and then a lot of other things. One is the "Broken Windows" theory. You've got to pay attention to everything, and you can't give criminals a sense of immunity. The second is the COMSTAT program, the computer program that measures crime every single day in every single part of the city, pin-‐maps it, plots it, and gives you real hard data on which you can make decisions about your law enforcement strategies. So every day, you can look at
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
where crime is going up, where crime is going down, and assign your police not based on some kind of a hunch or guess, but based on the fact that crime is going up in this part of the city.” Bart Brinckman: “Linkse recepten volstaan niet langer om een stedelijke weefsel her op te bouwen. Goedbedoelde principes openen de deur naar een je m'en foutisme dat vroeg of laat abnormale situaties banaliseert. In plaats van zich af te zetten tegen opspelende burgers moet Moureaux dergelijke manifestaties omarmen. Pas als een coalition of the willing de wantoestanden aanpakt, gloort er hoop op een structurele verbetering. Al moet iedereen beseffen dat dit een verhaal van erg lange adem blijft.”, De Standaard, zaterdag 19 november 2011).
Inhoud 1. ANALYSE ........................................................................................................ 28 1.1. Veiligheid – een basisbehoefte en een basisrecht ........................................... 28 1.2. De verschillende dimensies van (on)veiligheid ............................................... 29 2. VISIE ............................................................................................................ 31 3. PROGRAMMAPUNTEN ....................................................................................... 33
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
ANALYSE
Veiligheid – een basisbehoefte en een basisrecht (On)veiligheid en onveiligheidsgevoelens staan hoog op de agenda van de Brusselaar en nemen een belangrijke plaats in het (Brusselse) publieke debat in. En terecht! •
Veiligheid behoort tot de kwaliteit van het leven en is een evident recht. Het verzekeren van de veiligheid is dan ook het minimum minimorum van wat een overheid moet doen. Voor de N-‐VA heeft de overheid de plicht de veiligheid van alle burgers te verzekeren en onveiligheid integraal en – zo nodig – radicaal aan te pakken.
•
Veiligheid is geen luxeprobleem. Een veilige omgeving is immers ook de noodzakelijke voorwaarde voor een normaal gemeenschapsleven waarbij burgers na donker en zelfs overdag nog buiten durven voor andere activiteiten (spelen, sporten, …).
•
Onveiligheid hoort niet bij een grootstad. We moeten er niet ‘mee leren leven’ zoals je ter linkerzijde vaak hoort. Het is de plicht van de overheid om er alles aan te doen Brussel zo veilig mogelijk te maken en alle mogelijke vormen van zware èn ‘kleine’ criminaliteit aan te pakken.
•
Veiligheid is ook essentieel voor een bloeiende economie (denken we maar aan horeca en toerisme), voor het aantrekken van bedrijven én van ‘high potential’ werknemers in een concurrentiële omgeving van Europese grootsteden… Denk aan het Duitse Europarlementslid Bernd Posselt (EVP) die Brussel te onveilig vond om er nog langer het Europese parlement te huisvesten.
•
Zo vindt 77,7 % van de Brusselse handelaars dat meer aandacht moet worden besteed aan veiligheid (enquête in La Capitale, 24 februari 2011). Veiligheid is - na netheid – de belangrijkste bekommernis van deze handelaars. In 2008 verklaarde 48 % van de Brusselaars zich soms, vaak of altijd onveilig te voelen. 47,1% van de Brusselaars mijdt bepaalde wijken; 33% mijdt het openbaar vervoer.5 Van 2007 tot 2010 stijgt het aantal gevallen van agressie op het openbaar vervoer met liefst 65%. Voor bijna 20% van de mensen die Brussel verlaten speelt de onveiligheid een belangrijke rol in de beslissing om te verhuizen.6
• • •
5
Le Soir, 13 april 2011, http://blog.lesoir.be/lettrescapitales/2011/04/13/le-probleme-majeur-le-sentimentd%E2%80%99insecurite-enorme/ Rudi Janssens, “Nederlandstalige verhuizers van en naar Brussel”, Een wetenschappelijk onderzoek naar de verhuisbewegingen van de Nederlandstalige bevolkingsgroep in en uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, BRIO-onderzoek in opdracht van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, 2007, 141 p., http://www.briobrussel.be/assets/onderzoeksprojecten/eindrapportagemigratie2.pdf . “Op de vraag naar een algemene evaluatie van hun buurt zegt 50% van de uitwijkelingen naar Vlaanderen dat de buurt meespeelde in hun evaluatie om al dan niet te verhuizen, bij diegenen die in Brussel bleven is dit slechts de helft hiervan. Beide
6
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
•
Het aantal misdrijven per 100 inwoners schommelt al jaren rond de 17 in het Brussels Gewest. Uitschieters zijn o.m. Brussel-stad, Sint-Gillis, Elsene, Anderlecht , Sint-Joost.7
Straffeloosheid voor de crimineel, moedeloosheid bij de plichtsbewuste burger - dat is het verhaal van veiligheid in Brussel.
De verschillende dimensies van leefbaarheid, overlast en (on)veiligheid Het (on)veiligheidsprobleem kent zowel objectieve als subjectieve aspecten. Alle onveiligheidsgevoelens, wat de verklaring ervoor ook is, moeten echter ernstig worden genomen. •
Overlast alleen al zorgt voor grote ergernis. Het gaat daarbij over de vele vormen van storend gedrag die het samenleven kunnen bederven en het onveiligheidsgevoel kunnen voeden. Dat gaat van eenvoudige dingen, onaangenaam maar op zichzelf niet strafbaar, zoals het samendrommen van mensen op openbare plaatsen, tot kleine overtredingen, zoals vandalisme, sluikstorten of nachtrumoer. De grens tussen overlast en criminaliteit is niet altijd scherp te trekken. Het één kan wel tot het ander leiden, indien er een sfeer van straffeloosheid ontstaat bij gebrek aan sociale controle en afwezigheid van politie.
•
Zo geven agenten ook toe dat er in Brussel wijken zijn die de facto zijn overgenomen door hangjongeren en jongerenbendes; 8 dergelijke wijken waar agenten worden opgewacht door bendes, worden dan toevluchtsoord voor daders van al dan niet kleine criminaliteit. Sommige politieke verantwoordelijken verkiezen de “rust” van de kleine criminaliteit boven de onrust en de rellen die soms het gevolg zijn van controles en arrestaties - boven het recht op veiligheid dus.9
•
De complexiteit van de situatie in Brussel heeft ook met de Brusselse mozaïek te maken: Brussel heeft in 1977 niet meegedaan met de fusie-‐operatie van de gemeenten. Daardoor is de stad nu een mozaïek van 19 gemeenten met onderling grote verschillen op politiek, geografisch, ruimtelijk, demografisch, sociaal-‐economisch en etnisch gebied. Dit wordt versterkt door de hergroepering van 19 gemeentelijke politiediensten in 6 lokale politiezones – helemaal niet ingegeven door argumenten als het soort criminaliteit of sociaal-‐economische of stedenbouwkundige kenmerken. Daardoor is de coördinatie en consistentie van de diverse
groepen storen zich het meest aan het lawaai in de buurt (respectievelijk 32.8% en 30.3%) en de onveiligheid (genoemd door 19.2% en 15.2% als belangrijk in hun beslissing tot verhuizen).” Cijfers Jan Hertogen, zie verder. Zie ook http://www.polfedfedpol.be/crim/crim_statistieken/2011_trim2/comp_prov_pz_gem_bru_nl.php 8 Non, il n’y a pas de zone de non-droit, mais, oui, certains rechignent à traverser certains quartiers « pris en otage par des bandes de jeunes qui se croient tout permis », comme de lancer des pavés sur les voitures, d’insulter les représentants de l’ordre, voire de les frapper. Parfois à coups de batte de base-ball, raconte l’un d’entre eux. 9 P-Magazine … ; “Over de lokale politiek is men evenmin te spreken: “Bepaalde burgemeesters durven geen harde actie te ondernemen, bang om kiezers te verliezen. Gevolg: veel agenten zijn zo gedemotiveerd dat ze haast geen moeite meer doen.” ”( De Morgen Magazine 5/5/2012.) 7
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
gevoerde acties in Brussel zonder meer problematisch. 10 De geplande hervormingen zorgen enkel voor bijkomende structuren, niet voor meer echte integratie van het veiligheidsbeleid.
•
De ongebreidelde migratie van de laatste decennia leidt dan weer tot een constante instroom van vaak ongeschoolde en niet-‐geïntegreerde migranten, die tijd nodig hebben om hun plaats te vinden op de arbeidsmarkt en in onze maatschappij met haar Westerse waarden (cf. Hoofdstuk integratie). Eén derde van de legale migratie naar België verloopt via de hoofdstad. Met alle aanpassingsproblemen vandien, voor de betrokkenen, maar ook voor de draagkracht van de ontvangende samenleving: er ontstaat een sociale dualisering, waar culturele verschillen en misverstanden bovenop komen. Het leidt ook tot heel 11 beperkte sociale controle en/of tot sociaal-‐culturele ghetto’s. Dergelijke politiek overstijgt dan wel het Brusselse gemeentelijke en gewestelijke niveau. Het is daarom belangrijk dat Brusselse politici hun stem laten horen op die niveaus.
•
Het staat vast dat het federale migratiebeleid Brussel niet ontziet. De toename van illegalen leidt quasi 12 automatisch tot straatcriminaliteit en “overlevingsdiefstallen”.
•
Net zoals andere binnen-‐ en buitenlandse grootsteden heeft ook Brussel te maken met problemen zoals prostitutie/tippelen, drugs, bedelaars, huisjesmelkers,…
10
Synthesenota nr. 2 - Veiligheid in Brussel - Chr. Mincke, S. Smeets, E. Enhus Walter Weyns in Knack: “ De onzekerheden nemen toe wanneer een bevolking meer heterogeen is. Enerzijds is een grootstad prikkelend: er gebeurt altijd wel iets, het is alsof je voortdurend op reis bent in je eigen stad. Anderzijds doet het permanente gevoel een vreemdeling te zijn de onzekerheid toenemen. Je weet niet altijd welke taal de mensen rondom je spreken. Je weet niet wat hun achtergrond is, wat hun overtuigingen zijn, of ze een gewelddadig verleden hebben... Er hangt een permanent parfum van wantrouwen over een grootstad.” Paul Ponsaers, criminoloog, in Brussel Deze Week: “En hoe onbekender iedereen is, des te sterker de afname van de sociale controle. Dat geeft een moeilijke omgang, wat dan weer leidt tot confrontaties. Het gaat niet alleen over sociale tegenstellingen; het gaat over tegenstellingen tout court. Hoeveel nationaliteiten zijn er in Brussel? Verschrikkelijk veel. Men kan dus bijna niet meer met elkaar communiceren, en voer maar eens sociale controle uit als je niet met elkaar kunt praten. Dan nemen meer primaire vormen van communicatie over. De vuisten, bijvoorbeeld.” 12 De Morgen, 7 november 2011. “Van Wymersch schrijft de toegenomen straatcriminaliteit toe aan “toxicomanen die hun drugsprobleem moeten onderhouden”, maar meer nog aan “illegalen die in hun illegaliteit dienen te voorzien. Dit soort straatcriminaliteit wijst op overlevingsdiefstallen. De daders hebben doorgaans geen band met ons land. Ze hebben geen papieren en zijn vrijwel altijd afkomstig van een land waarmee België geen uitleveringsverdrag heeft.” De Brusselse korpschef benadrukt dat hij niets tegen ‘vreemdelingen’ heeft. “Maar je kan niet rond de vaststelling dat er tussen de gezinnen met kinderen die hier hun geluk komen beproeven ook criminelen zitten die in hun thuisland al feiten hebben gepleegd.” In politiekringen valt te horen dat het vooral om Algerijnen gaat. De structurele oplossing voor de straatcriminaliteit ligt bij de federale regering, betoogt Van Wymersch.” ““Brussel is een verloren stad”, zeggen anciens. “Alsof je een bodemloos vat probeert te vullen. Enzolang er geen plaats is in de gevangenissen, en illegalen blijven toestromen, zal dat zo blijven.” De Morgen Magazine 5/5/2012. 11
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
VISIE Brussel kent probleemwijken. De overheid mag echter geen enkele wijk ‘opgeven’. Het moet daarentegen de bedoeling zijn om elke wijk leefbaar en veilig te houden. De N-‐VA zet zich evenwel af tegen een al te simpele voorstelling van de veiligheidsproblematiek. Veiligheid is meer dan een goed werkende politie en justitie, ook preventie maakt onderdeel uit van het veiligheidsbeleid. Veiligheid vraagt een integrale aanpak . 1. Een doeltreffend preventiebeleid Onze aanpak vertrekt van een doeltreffend preventiebeleid op alle vlakken en op alle niveaus. De remedie tegen onveiligheid ligt in de eerste plaats in de aanpak van de voedingsbodem ervan. De N-‐VA wil dan ook een doeltreffend preventiebeleid op alle vlakken en op alle niveaus: onderwijs, werkgelegenheid, armoedebestrijding, huisvesting en inburgering. Alle mogelijke oorzaken en gevolgen van onveiligheid moeten in kaart worden gebracht en er moet naar oplossingen wordt gezocht met alle betrokken partners. Gemeenten en steden spelen daarin een belangrijke rol. Het komt de burgemeester en de gemeente-‐ of politieraad toe de prioriteiten van het veiligheidsbeleid vast te stellen, de regierol bij de totstandkoming van een integrale aanpak op te nemen en, finaal, ook de eindverantwoordelijkheid te dragen van het uitgevoerde veiligheidsbeleid. Ook gemeentelijke diensten, verenigingen en bewoners hebben een rol te spelen. Ook de burger kan zelf bijdragen aan een meer veilige samenleving, door preventie de nodige aandacht te geen, via buurtinformatienetwerken, … De N-‐VA vraagt dan ook dat steden en gemeenten werk maken van de strijd tegen overlast. Door een bestuurlijke aanpak van overlast kunnen lokale besturen, die op de meest directe wijze de overlastfenomenen ervaren en kunnen inschatten, snel de best aangewezen maatregelen nemen om overlast daadwerkelijk te bestrijden. Een doordacht lik-‐op-‐stukbeleid kan bijdragen tot een beter samenleven op lokaal niveau. OPMERKING : HET ZOU GOED ZIJN DIT NOG WAT AAN TE VULLEN MET CONCRETE VOORBEELDEN VAN EEN GOED PREVENTIEBELEID.` 2. Een aanwezige politie gericht op haar kerntaken
•
Voor de N-‐VA moet de politie zich op haar kerntaken kunnen concentreren: de efficiënte bestrijding van de criminaliteit en overlast en de handhaving van de openbare orde. Dit houdt in dat de politie ontlast wordt van overbodige administratieve formaliteiten. Oneigenlijke politietaken worden zo nodig doorgeschoven of uitbesteed aan externe (publieke of private) partners.
•
De politie zoekt ook naar synergiën met andere politiekorpsen met het oog op een meer efficiënte inzet van de beschikbare middelen. In het Brussels Gewest is een verdere schaalvergroting in de vorm van een fusie van de zes politiezones tot één politiezone de evidentie zelve. Een schaalvergroting mag niet ten koste gaan van de bereikbaarheid van de politie, integendeel. De capaciteit die vrijkomt door deze maatregelen wil de N-‐VA bij voorkeur aanwenden voor een versterking van de wijkwerking. De politie moet zichtbaar en aanspreekbaar zijn: ‘blauw meer op straat’. Dit betekent niet noodzakelijk ‘meer blauw’ maar wel dat de beschikbare politiemensen meer ‘op straat’ worden ingezet.
•
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
•
•
Een centraal begrip sinds de politiehervorming, zeker bij de lokale politie, is de gemeenschapsgerichte politiezorg. De politie hoort niet tegenover of naast de maatschappij te staan, maar er middenin en aandacht hebben voor de bezorgdheden die bij de bevolking leven. Bijkomende capaciteit wil de N-‐VA bij voorkeur aanwenden voor een versterking van de wijkwerking. De politie moet zichtbaar en aanspreekbaar zijn: ‘blauw meer op straat’. Een wijkwerking op maat houdt ook rekening met de aanwezigheid van specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld studenten). Politiemensen zijn echter geen maatschappelijk assistenten; de focus moet blijven liggen op de kerntaken. Kortom, binnen het korps kan meer efficiëntie worden gerealiseerd door agenten vooral te laten toespitsen op hun kerntaken; aan schaalvergroting te doen (één politiezone); samenwerking met de gemeenschap en het inschakelen van stadswachten, parkwachten edm.
3. Een justitie die volgt Indien justitie niet volgt met effectieve bestraffing en strafuitvoering, heeft repressie geen enkel afschrikeffect, en zijn controles en arrestaties ook niet zinvol om criminaliteit te voorkomen. Onder politiemensen bestaat er dan ook vaak ongenoegen over de gebrekkige politieke aansturing (de burgemeester aan het hoofd van het politiecollege) maar ook over de gebrekkige strafopvolging. het feit dat hun werk onvoldoende wordt opgevolgd door het gerecht. Het veiligheidsbeleid hangt dus ook af van het parket. 13 14
•
Het aantal seponeringen in het arrondissement Brussel ligt ontzettend hoog, op 78 procent.
•
In een rondzendbrief naar de politiezones van het gerechtelijk arrondissement Brussel-‐Halle-‐Vilvoorde somde het Brussels parket misdrijven op waarvoor de dader niet langer meteen verhoord hoeft te worden: autodieven en drugs-‐ of wapenbezitters moeten wel hun vingerafdrukken en foto laten nemen, maar nadien worden ze vrijgelaten. De rondzendbrief is een gevolg van de Salduz-‐wet, die het recht op een advocaat bij een eerste verhoor regelt. Dergelijke aanpak geeft een signaal van straffeloosheid.
•
Zo hangt de toepassing van het middel van de administratieve boeten voor gemengde inbreuken (administratief én strafrechtelijk) grotendeels af van de lokale politie en het parket. De lokale politie is bevoegd voor het vaststellen van de inbreuken en voor de materiële identificatie van de pleger; het parket kan de gemeenten verhinderen om dit middel te gebruiken voor dit soort inbreuken. In het gerechtelijk arrondissement Brussel gebeurt dit systematisch voor eenvoudige diefstallen waarvoor bijgevolg geen gemeentelijke administratieve verwerking mogelijk is. (ongetwijfeld ergens gelezen, toch nog eens checken)
13
“I n 2010 behandelde het Brusselse parket 180.277 zaken, in meerderheid strafzaken. Maar liefst 140.590 daarvan werden geseponeerd, vier vijfde van de gevallen. Vaak wordt een zaak geseponeerd wegens te licht, geen dader of onvoldoende bewijs. Dat blijkt uit de arrondissementsstatistieken van het Openbaar Ministerie.In België scoort alleen het stedelijk arrondissement Bergen hoger; algemeen genomen ligt het aantal seponeringen in steden tien procent lager dan in Brussel.” (http://www.brusselnieuws.be/artikel/geweld-blijft-vaak-onbestraft) 14 “Het Brussels parket heeft geen tijd en middelen om malafide huiseigenaars te vervolgen. Dat resulteert in slechts drie veroordelingen in 122 dossiers van huisjesmelkerij sinds 2006. Het lijkt wel alsof er straffeloosheid in Brussel bestaat voor huiseigenaars die aan veel te hoge prijzen krotten verhuren. Van de 122 dossiers van huisjesmelkerij die tussen 2006 en 2011 door het Brussels parket werden geopend, hebben er slechts drie geleid tot een effectieve veroordeling. 69 procent van alle dossiers werd geklasseerd. Huisjesmelkerij is geen prioriteit voor het Brussels parket. Dat zegt Anne Martin, substituut van de Brusselse procureur des Konings. (HLN, 5/4/2012).
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
PROGRAMMAPUNTEN Aansluitend bij de analyse en visie en samenvattend, pleit de N-‐VA voor volgende pakketten van maatregelen:
1.
Totaalbeleid en preventie 1.1. Preventie vormt de eerste schakel van een integrale veiligheidsaanpak. Informatie verstrekken en kleinschalige, concrete preventieacties opzetten kan met beperkte middelen. We denken bijvoorbeeld aan preventiecampagnes tegen bepaalde plaatselijk, al dan niet tijdelijke, fenomenen zoals handtasdiefstallen, fietsdiefstallen,… 15 of aan het controleren van woningen tegen braak, het stimuleren van camerabewaking bij handelszaken,… 1.2. Goede openbare verlichting, aangepaste beplanting en een degelijk onderhoud van het openbaar domein gaan verloedering tegen en dragen bij tot meer veiligheid en veiligheidsgevoel. Een goed uitgewerkt ‘lichtplan’ kan bijdragen tot het veiligheidsgevoel. Voldoende openbare fietsenstallingen en beveiligde parkings (camera’s) kunnen het aantal fietsdiefstallen naar beneden halen. 1.3. Winkelbuurten, denken we aan de Nieuwstraat, liggen er ’s nachts vaak verlaten bij. Het stimuleren van wonen of zelfs horeca boven winkelruimtes draagt dan ook bij tot de – objectieve en subjectieve – veiligheid van de buurt. 1.4. Bijkomende bewakingscamera’s op openbare plaatsen kunnen als dit noodzakelijk is om de veiligheid te verhogen, overlast terug te dringen of daders van misdrijven makkelijker te identificeren. De stad moet daarom mogelijke locaties onderzoeken en investeren in het camerabeleid op de meest optimale locaties, zoals pleinen waar drugs gedeald wordt of in buurten waar vaak rellen plaats vinden. De politie staat in voor de opvolging van de beelden van deze bewakingscamera’s. 1.5. Opvang van slachtoffers van een misdrijf blijft een prioriteit. Elke politieambtenaar moet in staat zijn slachtoffers snel en adequaat op te vangen en zo nodig in contact te brengen met meer gespecialiseerde opvangdiensten. 2. Nabijheidspolitie en buurt-/gemeenschapswerking 2.1 De wijkinspecteur is bij uitstek de antenne die de ergernis over overlast oppikt en signaleert aan de lokale overheden. De politie is zichtbaar aanwezig in de wijken en aanspreekbaar voor de bevolking. De lokale besturen en de politie streven ernaar dat elk burger de wijkinspecteur kent.
15
“Preventiedienst tegen inbraken controleerde al 3.500 sloten De vzw BRAVVO, de preventiedienst van de stad Brussel, controleerde in anderhalf jaar al 3.500 sloten. De komende maanden staan nog 1.500 woningen, appartementen en handelspanden op het programma.” HLN 21/5/2012
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
2.2 Onverschilligheid voor wat gebeurt in straat of buurt moet plaatsruimen voor betrokkenheid en verantwoordelijkheidszin. Buurtinformatienetwerken (BIN) met bewoners of winkeliers moeten alle kansen krijgen en worden ondersteund door de gemeente. Wanneer een dergelijk netwerk goed wordt ondersteund, versterkt het meteen ook de sociale cohesie in de buurt, wat op zijn beurt ook leidt tot meer sociale controle. In vergelijking met de rest van het land, zijn dergelijke netwerken in Brussel erg beperkt. De Buurt Informatienetwerken worden intensief bij de opmaak van de veiligheidsplannen betrokken. 2.3 Een digitaal of telefonisch (SMS-‐)overlastmeldpunt is een andere manier om de burger mee verantwoordelijk te maken, en snel overlastfenomenen aan te pakken. 2.4 Vanuit dezelfde redenering kunnen lokale besturen zogenaamde knelpuntwandelingen voor ouderen organiseren: wandelingen in groep in hun buurt of wijk, waarbij ze nagaan welke elementen in de omgeving onveilig zijn en wat onveiligheidsgevoelens veroorzaakt. Tegelijk denken de wandelaars samen na hoe deze knelpunten concreet zouden kunnen worden opgelost. De uiteindelijke bedoeling is tevens ouderen een concreter beeld te geven van wat werkelijk onveilig is en daarmee tegelijk hun gevoel van onveiligheid verminderen. 2.5 Jongeren die een overtreding begaan of een misdrijf plegen moeten bijzondere aandacht krijgen van de politie. De ouders worden gecontacteerd en de wijkagent bezoekt de jongeren in hun bijzijn thuis, waarbij in overleg een voorstel wordt gedaan om de situatie in de toekomst te voorkomen. 2.6 Het kan ook zinvol zijn dat lokale jongeren, buurtwerkers en agenten van de lokale politie samen nadenken over onder meer over de manier hoe de overlast in de gemeente/wijk wordt aangepakt.16 2.7 Bij veel scholen verloopt het verkeer aan het begin en het einde van de lessen erg chaotisch en onveilig. De lokale politie kan daarom laatstejaars opleiden tot ‘verkeerscoach’ -‐ wanneer de scholieren zelf hun medeleerlingen aansporen tot correct gedrag, heeft dat een onmiddellijk en groot effect. Deze coaches hebben vanzelfsprekend geen politiebevoegdheden maar proberen alleen met communicatie alle betrokkenen bij de schoolpoort te sensibiliseren. Voor ze aan hun taak beginnen krijgen de jongeren een opleiding in sociale vaardigheden en verkeerskunde. 2.8 Het agentenkorps tracht de weerspiegeling van de Brusselse maatschappij te zijn. Agenten van ‘allochtone’ origine kunnen de voet tussen de deur zijn bij problemen binnen of met de allochtone gemeenschappen in Brussel en een bemiddelende rol spelen. Ze kunnen ook de ‘aversie’ tegenover de politie tegengaan.
16
Tieners in dialoog met agenten In het Centrum West in Sint-Jans-Molenbeek heeft een twintig-tal tieners gisteren voor het eerst samen gezeten met enkele nieuwe agenten van de lokale politie van de zone Brussel-West. De bedoeling van de dialoog is om bepaalde zaken bespreekbaarder te maken en te strijden tegen wederzijdse negatieve veroordelen, zegt jeugdwerker Abdelillah Hadnan. Op termijn is het bedoeling dat politie en jongeren samen voetballen in gemengde teams. In het centrum in de Menenstraat spraken een politiecommissaris en enkele nieuwe agenten met de jongeren tussen dertien en zestien jaar onder meer over de manier hoe de overlast in de gemeente wordt aangepakt. (belga) © 2012 Corelio 14-03-2012 Pag. 26
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
2.9 De (brand)veiligheid is ook gebaat bij een meer actieve betrokkenheid van de bevolking zelf (het concept Community Fire Safety). De lokale overheid en de brandweer stimuleren daarom de inbreng van de burger in de eigen fysieke veiligheid door concrete maatregelen en acties (bijvoorbeeld door huisbezoeken van brandweer, het plaatsen van rookmelders, voorlichting over brandveiligheid aan speciale doelgroepen, … ) 3.
Lik-op-stuk 3.1 Kleine criminaliteit en overlast zorgen voor veel ergernis bij de burger. De lokale besturen en de lokale politie nemen deze ergernis ernstig en pakken de overlastproblemen gericht en kordaat aan. Gemeentelijke administratieve sancties (GAS) ondersteunen een lokaal lik-‐op-‐stukbeleid. Elke Brusselse gemeente kan een reglement uitschrijven voor gemeentelijke administratieve sancties, maar niet elke gemeente heeft dat gedaan. Niet enkel het opstellen van een reglement – ook de toepassing en opvolging zijn belangrijk (nood aan voldoende personeelsbezetting!). N-‐ VA pleit voor meer consistentie in het GAS-‐beleid door meer harmonisering tussen aangrenzende gemeenten. 3.2 Een snelle aanpak van kleine vormen van overlast is noodzakelijk. Moderne technologieën moeten de rapportering en opvolging versnellen.17 3.3 Op federaal niveau pleit de N-‐VA voor een uitbreiding van de mogelijkheden van de gemeentelijke administratieve sancties. Zo steunen we de verlaging van de leeftijdsdrempel om administratieve sancties op te leggen van 16 naar 14 jaar en stellen we de invoering voor van de mogelijkheid een plaatsverbod op te leggen (bvb in het geval van relletjes). Ook de drugsproblematiek is een bron van allerlei vormen van overlast (bedelarij, dealen op openbare plaatsen, achtergelaten naalden en ander afval, verstoring van de openbare orde, …) en zelfs van criminaliteit (diefstal, agressie door drugsverslaafden).18 3.4 N-‐VA pleit voor zero-‐tolerantie voor dealen en andere druggerelateerde criminaliteit, inclusief verslaafdenzorg. De drugproblematiek wordt ook via de vraagzijde aangepakt, zoals in het verleden reeds ook gebeurde in de prostitutieproblematiek. De klanten van drugdealers worden via het GAS-‐reglement op consequente wijze ontmoedigd om nog drugs te kopen in de stad. Wanneer de vraag verdwijnt, zal ook het aanbod slinken. 3.5 Er is nood aan een duidelijk, tussen de gemeenten gecoördineerd prostitutiebeleid. Leefkwaliteit en veiligheid van omwonenden en prostituees staan daarbij voorop. We pleiten voor een beleid dat alle vormen van overlast minimaliseert, zowel qua verkeershinder, als qua rondhangen. Politie en justitie dienen illegale randfenomenen zoals vrouwenhandel en drugshandel hardhandig aan te pakken. Prostitutie wordt gedoogd binnen één duidelijk afgebakend en in ruimte beperkt gebied dat geen woongebied is. Overlast kan dan geconcentreerd aangepakt worden. Voor ‘bars’ pleiten we voor een streng vestigingsbeleid en (vestigingsbelasting).
17
FLUX-project: informatisering van de verslagen van de stadswachten voor meer doeltreffendheid http://www.brussel.be/dwnld/59134635/DP%20FLUX-nl_05062012_sml.pdf Van Wymersch schrijft de toegenomen straatcriminaliteit toe aan “toxicomanen die hun drugsprobleem moeten onderhouden”,
18
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
4.
Efficiëntere organisatie 4.1 De politie moet zich toeleggen op haar kerntaken: de efficiënte bestrijding van de criminaliteit en overlast en de handhaving van de openbare orde.
4.2 Parkwachters, stadswachters, preventiepersoneel op het openbaar vervoersnet zijn belangrijk, zij zijn de ogen van de politie … Zij vervangen de politie echter niet. Zij hebben echter pas een toegevoegde waarde indien ze voldoende opleiding en bevoegdheden krijgen, en voldoende gesteund worden door het politiekorps. 4.3 Ook private veiligheidsondernemingen kunnen bijdragen aan de veiligheid, bijvoorbeeld in industrieparken. Publiek-‐private samenwerking kan voor de politie ruimte scheppen om zich meer op haar kerntaken toe te leggen. Dit dient echter binnen een duidelijk wettelijk kader te gebeuren en in nauw overleg met de lokale politie. 4.4 In het Brussels Gewest is een verdere schaalvergroting in de vorm van een fusie van de zes politiezones tot één politiezone de evidentie zelve. 5.
Doel(groep)gerichte werking 5.1 De lokale overheid en de politie besteden bijzondere aandacht aan het voorkomen en bestrijden van specifieke veiligheids-‐ en overlastproblemen die gekoppeld zijn aan lokale en tijdelijke problemen (bijvoorbeeld een uitgaansbuurt, het einde van de schooldag, grote evenementen, gay bashing in de ‘roze’ buurt, de buurt van een moskee, …). Gericht, efficiënt en specifiek ageren, dat is de boodschap!
5.2 In probleemwijken, op de grote winkelassen of op specifieke momenten worden patrouilles te voet, per fiets of te paard geïntensifieerd.
5.3 Bij de aanpak van overlast heeft de lokale politie bijzondere aandacht voor de problemen waarmee ook winkelbuurten (zowel handelaars als klanten) geconfronteerd worden. Klachten over winkeldiefstallen, handtasdieven, auto-‐inbraken en hinderlijk rondhanggedrag worden altijd ernstig genomen en opgevolgd, o.m. door het inzetten van een techopreventieadviseur, extra politiepatrouilles (bijvoorbeeld tijdens de eindejaarsperiode in winkelbuurten), stadswachten, enz. 19 Hetzelfde voor industrieterreinen, buurten met veel restaurants, statsionsomgevingen, …(?) 5.4 Illegaal wapenbezit, bendevorming, illegale kansspelen en gewelddadige portiers zijn problematisch bij een deel van de Brusselse horeca. Efficiënte en regelmatige controles helpen dit probleem de wereld uit.
19
Uit verkiezingsprogramma ‘Lokale economie’ 2006
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
6.
Het verkeer 6.1 Verkeersveiligheid blijft een belangrijke bekommernis van de burger. Een doeltreffende en correcte verkeershandhaving (verkeerscontroles) maakt daarvan een wezenlijk onderdeel uit. ‘Cowboys’ in het verkeer, dubbelparkeerders, … zijn levensgevaarlijk of storend, maar zorgen ook voor een algemeen gevoel van straffeloosheid. 6.2 Controles op de wegcode / verkeersveiligheid kunnen pas worden afgedwongen wanneer ze realistisch en eenvormig zijn en wanneer ook de pakkans voldoende hoog is. De politie richt zijn (snelheids)controles in de eerste plaats naar de plaatsen en tijdstippen waar de impact voor de verkeersveiligheid en het gevaar voor de zwakke weggebruiker (voetganger, fietser) het grootst is,20 en naar praktijken die eigenlijk het goede voorbeeld zouden moeten geven (taxi’s). 6.3 Ook fietsers en voetgangers dienen het verkeersreglement na te leven: ook roekeloze fietsers en voetgangers zijn onvoorspelbaar en kunnen het verkeer gevaarlijk maken.
20
Doelstelling mag niet zijn zoveel mogelijk verkeersboetes te innen, maar wel de verkeersveiligheid verbeteren.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Woonbeleid, gezinsbeleid, kinderopvang en senioren WOONBELEID, GEZINSBELEID, KINDEROPVANG EN SENIORENBELEID IN EEN NOTEDOP: •
•
•
•
•
Voor de leefbaarheid op lange termijn van de Brusselse gemeenten is het belangrijk dat de bevolking sociaal evenwichtig samengesteld is. Gezinnen uit de middenklasse trekken echter in grote getale weg. De gemeenten moeten investeren om hen in Brussel te houden en om hun levenskwaliteit op peil te houden. Voldoende kinderopvang en scholen, betaalbare woningen, groene ruimtes en nette en veilige straten zijn bijzondere aandachtspunten. Er zal hard moeten gewerkt worden om het woningpark in Brussel kwantitatief en kwalitatief op een aanvaarbaar niveau te brengen. Dit kan door het beschikbaar maken van niet benutte ruimtes (vb. leegstand in openbare en private gebouwen aanpakken), door het aantrekkelijk maken van investeringen in woningen (vb. renovatiepremies, opwaarderen van wijken,…) en door het beter gebruik van de beschikbare woonruimte aan te moedigen (vb. kleinere woningen voor éénpersoonsgezinnen of senioren). De N-VA wil ook een uitbreiding van het aanbod aan sociale woningen, met inbegrip van koopwoningen. De sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen veel efficiënter werken, o.a. door fusies, en dienen transparanter bestuurd te worden Door het inzetten van sociale verhuurkantoren kan een deel van de Brusselse private woningmarkt voor de sociale sector worden opengesteld. De Brusselse bevolking vergrijst. De senioren hebben daarom onze bijzondere aandacht nodig: begeleiding op de woningmarkt, een doelgroepenbeleid op maat van de arme en zorgbehoevende senioren, het verhogen van de mobiliteit van senioren door goede begaanbare voetpaden, het weren van fietsers op de voetpaden, voorzieningen voor slechtzienden en gehandicapten. Het recht op verzorging in eigen taal is een grote zorg van de Nederlandstaligen in Brussel. Het is niet enkel een probleem van ziekenhuizen en de spoedgevallendiensten. Ook in de
Analyse Brussel wordt geconfronteerd met demografische veranderingen die het dagelijks leven van elke Brusselaar beïnvloeden. Tegen 2020 zal Brussel een kwart miljoen inwoners meer tellen. Deze bevolkingsgroei is zowel het gevolg van immigratie als van hoge nataliteitscijfers. In die zin gaat ze samen met de verkleuring van de bevolking. Tegelijkertijd is er nog een derde evolutie en dat is de vergrijzing: het groter wordende aandeel van 65-plussers en gepensioneerden. Het gemeentelijk beslissingsniveau speelt een onmisbare rol om oplossingen te bedenken voor de uitdagingen die deze evoluties met zich meebrengen.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Samen met de vraag naar woningen blijven de grond- en woningprijzen stijgen. De aankoop van een woning of de maandelijkse huur is voor veel gezinnen de belangrijkste hap uit het budget. Jonge middenklassegezinnen trekken vaak weg uit Brussel. Onvoldoende kinderopvang, te hoge huur en huizenprijzen, geen plaats in een school in de buurt, veiligheidsproblemen ... zijn vaak oorzaken van deze stadsvlucht van jonge gezinnen. Leegstand en verkrotting kunnen de leefbaarheid en veiligheid van een buurt grondig aantasten. Huisjesmelkers, sluikstorten, geur- en geluidshinder en vandalisme zorgen in bepaalde wijken voor onaanvaardbare leef- en woonsituaties. De aanwezigheid van groen, voldoende openbaar vervoer, de netheid van de wijk of buurt en de nabijheid van kwalitatieve zorgvoorzieningen en kinderopvang blijven in heel wat gemeenten en steden belangrijke aandachtspunten.
Visie Brusselse gemeenten moeten proberen ook middeninkomens, hoger opgeleiden, gezinnen en actieve senioren aan te trekken. Die mensen vormen hoe je het ook draait of keert de (financiële) ruggengraat van het stedelijk weefsel. Het komt er dus op aan ze aan de stad te binden of ze voor de stad te winnen. De N-VA wil deze doelstelling verwezenlijken door de komende jaren meer te focussen op de totale woonomgeving. We moeten er voor zorgen dat gezinnen in het centrum willen blijven door de leefbaarheid in de Brusselse gemeenten te verhogen. Voldoende groen, goede verkeersinfrastuctuur en kwaliteitsvolle welzijns- en vrijetijdsvoorzieningen zorgen voor een veilige leefomgeving waar het aangenaam is om te winkelen, te wonen en te werken. De N-VA wil meer verscheidenheid in het woningbestand als antwoord op de specifieke woonbehoeften van starters, éénpersoonsgezinnen en senioren. De N-VA zet nog meer in op koopwoningen en via SVK-verhuur verlichten we de druk op sociale huisvestingsmaatschappijen. Eigendomsverwerving is voor de N-VA de belangrijkste drempel tegen armoede en verhoogt de betrokkenheid met de buurt. Betrokken bewoners hebben respect voor buur en buurt. A-sociaal gedrag en overlast worden snel en kordaat aangepakt. Leegstand en verkrotting worden niet getolereerd.
Gezinsbeleid Brussel is het slachtoffer van de stadsvlucht van jonge gezinnen die ervoor kiezen een huisje en tuintje te gaan opzoeken in de veilige en ordelijke zones van de Rand. Sinds 2001 is het aantal personen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verliet met ongeveer 6.000 gestegen naar 15.000 per jaar. Gepaard met de geschetste demografische veranderingen wordt de Brusselse bevolking armer. De gemeenten moeten volop investeren om de gezinnen in Brussel te houden en hun levenskwaliteit op peil houden. Elke maatregel die het gemeentebestuur neemt mag geen schade toebrengen aan het gezinsvriendelijke klimaat van de gemeente. De zogenaamde “gezinstoets” moet in elke gemeente deel uitmaken van de vaste beslissingsprocedure. Een gemeente moet zoveel mogelijk een gemeenschap zijn. Het verenigingsleven in Brussel moet alle financiële en logistieke ondersteuning van de gemeente genieten. Dit versterkt het sociale weefsel en verstevigt het burgerschapsgevoel van de burger. De door de lokale overheid ondersteunde wijk- en buurtfeesten brengen buren dichter bij elkaar. Vrijwilligers spelen een onmisbare rol hierin. Jeugdverenigingen in de buurt versterken het sociale weefsel en bevorderen ontmoetingen tussen de ouders.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Huisvesting – Sociale Huisvestingsmaatschappijen De groeiende vergrijzing, individualisering en gezinsverdunning hebben een grote impact op de draagkracht van de gezinnen en de manier van wonen. N-VA wil meer verscheidenheid in het woningbestand als antwoord op de specifieke woonbehoeften van starters, éénpersoonsgezinnen en senioren. We zoeken en promoten innovatieve woontypologieën (starters-, kangoeroe-, lancelotwoningen,…) en manieren om levenslang wonen betaalbaar en kwaliteitsvol te maken. Ouderen moeten toegang krijgen tot aangepaste woningen. De gemeente zou de senioren moeten ondersteunen en begeleiden op de woonmarkt met informatie en een doelgroepenbeleid op maat van de arme en zorgbehoevende senioren. In het Brussels Gewest staan momenteel 38.000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning. Dat zijn er evenveel als er momenteel in een sociale woning wonen. Voor veel gezinnen blijft het huren van een woning een te groot gedeelte van het maandelijks budget innemen: betaalbaar wonen moet ook voor niet-sociale doelgroepen kunnen Elkeen heeft het recht op een woning en indien nodig een sociale woning. Daartegenover staat de plicht om zowel die sociale woning als de gemeenschappelijke ruimten zelf te onderhouden. De wisselwerking tussen de sociale actoren (OCMW, SHM, SVK), gewest en gemeente moet uitstekend functioneren. Huisvesting is in principe een bevoegdheid van het gewest, maar er zijn wel een paar dingen die de gemeenten kunnen doen: • Huursubsidies zorgen ervoor dat huurders die kandidaat zijn voor een sociale woning maar deze niet krijgen omwille van de lange wachtlijsten, of omdat ze net buiten de doelgroepen vallen, een tegemoetkoming krijgen om, voor een vaste periode, de huur van hun privéwoning te betalen. De huurtoelage dekt het verschil tussen de sociale huurprijs die een gemeente vraagt en een derde van het inkomen van het gezin. • Voor wat huurwoningen betreft moeten we streven naar een maximaal inzetten van lokale sociale verhuurkantoren (SVK) die actief zijn op de private huurmarkt. Dit kan een deel van de druk op de sociale huisvestingsmaatschappijen verminderen. Een SVK huurt op de privémarkt woningen, die ze aan een sociaal tarief doorverhuren aan mensen met een beperkt inkomen en die reeds uit andere sociale dienstverleningen doorverwezen zijn. De bedoeling is het tekort aan woningen voor de sociale huurder op te vangen door een deel van de Brusselse privéwoningmarkt voor de sociale sector open te stellen. Ze zijn duurder dan sociale huisvesting maar goedkoper dan de privémarkt. • Kordate aanpak overlast: elke vorm van overlast wordt snel aangepakt. Het systeem van (administratieve) boetes wordt altijd toegepast en zelfs uitgebreid. Wie zich asociaal opstelt door vandalisme, sluikstorten enz, wordt onheroepelijk het huis uitgezet. Het huishoudelijk reglement van de sociale huisvestingsmaatschappijen streeft een streng maar rechtvaardig beleid na. Elk gemeentehuis moet de burger zo volledig mogelijk informeren, adviseren en eventueel doorverwijzen naar andere gemeentelijke diensten voor bijvoorbeeld het afleveren van stedenkundige vergunningen of voor infrastructuurwerken. In 2007 bestond 8,4% van het totale Brusselse woningbestand uit sociale huisvesting, terwijl dit in Amsterdam 55%, in Londen 25% en in Parijs 16% bedraagt. Het woningaanbod moet uitgebreid worden zodat ook de eenpersoonwoningen en starterswoningen beschikbaar worden voor jonge mensen. Brussel heeft tegen 2020 vijftigduizend nieuwe woningen nodig.
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
Senioren Elke gemeente heeft zowat een eigen sociaal-demografisch profiel dat eerder door verhuizingen en migratie wordt bepaald dan door geboortes en sterfte. De verschillen tussen de verschillende Brusselse gemeentes zijn trouwens ook erg groot. Zo telde Sint-Joost-ten-Node een tweetal jaren geleden het laagste percentage 65-plussers met 8%. Ganshoren daarentegen scoort het hoogst met 21%. Een analyse van deze cijfers leert ons dat de vergrijzing het hardst toeslaat in de rijkere gemeenten: Oudergem, Ukkel, Watermaal-Bosvoorde, SintLambrechts- en Sint-Pieters-Woluwe. Dit zijn juist de gemeenten die het meest hebben geïnvesteerd in scholen en groen. Zij moeten er rekening mee houden dat, over een paar decennia, het aandeel ouderen in hun populatie gevoelig zal zijn toegenomen. Deze gemeenten zullen nood hebben aan veel meer investeringen voor ouderenzorg en infrastructuur. Brussel zal tegen 2050 zijn aantal rust- en verzorgingstehuisbedden moeten verdubbelen. Financiële gevolgen van de vergrijzing in Brussel liggen ook aan de inkomstenzijde. Die zullen zich vlug laten voelen: een gepensioneerde heeft een lager inkomen dan een werkende. Gezien de benarde financiële situatie van tal van Brusselse gemeenten dringt de vraag zich op hoe de gemeenten hierop gaan inspelen. Er zijn te weinig Nederlandstalige rusthuizen. Het overgrote deel van de rusthuizen is Franstalig of bicommunautair. Slechts 2 van de 180 rusthuizen zijn Nederlandstalig, met een totaal van 104 plaatsen (De Overbron vzw in Neder-over-heembeek en Zorgcentrum Bellevue in Vorst). Daarnaast telt Brussel slechts één door de Vlaamse gemeenschap erkende serviceresidentie met 32 serviceflats. Dagverzorgingscentra en centra voor kortverblijf zijn er zelfs helemaal niet. Daarom moeten meer en meer Nederlandstalige bejaarden uitwijken naar de Rand, waar ze vaak op wachtlijsten terechtkomen. Voor bepaalde gemeenten zijn Nederlandstalige centra voor zorgverstrekking van bejaarden geen prioriteit, zodat er geen haast gemaakt wordt van de oprichting hiervan. Het recht op verzorging in eigen taal is een grote zorg van de Nederlandstaligen in Brussel. De wettelijke afdwingbaarheid van de verzorging in de eigen taal is een gekend probleem. Het is niet enkel een probleem van ziekenhuizen en de spoedgevallendiensten. Ook in de rusthuizen in Brussel werken alsmaar meer verzorgenden en verpleegkundigen die geen Nederlands spreken. N-VA wil de eisen van Nederlandstalige ouderen verwoorden. Senioren hebben ook specifieke behoeften op gebied van verkeer en veiligheid. Er kunnen verschillende initiatieven genomen worden om de mobiliteit van de senioren te verhogen: goed begaanbare voetpaden, minder hoge drempels, geen fietsers op de voetpaden, voorzieningen voor slechtzienden en gehandicapten bij straatovergangen en de ingang van metro's.
Leegstand: boetes en subsidies Er is veel leegstand in Brussel. Het gaat om zo’n 30.000 woningen en over 1,5 miljoen m² kantoorruimte. Dit terwijl er in december jongstleden 37.825 gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning staan. Leegstand en verkrotting creëren op termijn zogenaamde ‘stadskankers’. Er is al een gewestelijke boete op leegstand – die niet correct wordt geïnd- maar ook de gemeentes kunnen in actie komen. Er moet een gemeentelijke heffing komen op leegstand en verkrotting en in gemeenten waar deze al bestaat moet de gemeente de moed hebben om deze daadwerkelijk te innen. Momenteel treden nog te weinig gemeenten effectief op tegen leegstaande gebouwen op hun grondgebied. Nadruk moet worden gelegd op leegstand boven winkelpanden. De winkelpanden op het gelijkvloers zijn wel in gebruik, maar de hoger liggende verdiepingen staan leeg. Hier moeten mensen zich kunnen vestigen om te wonen. Het laten verkrotten is vaak een bewuste strategie van de eigenaars. Als de boetes niet hoog genoeg zijn speculeren ze op het stijgen van de prijzen. Er moet niet enkel een boetebeleid gevoerd worden, maar men moet de mensen, de bedrijven en de verschillende overheden ook stimuleren om hun eigendommen niet te laten leeg staan. Bovendien kan een
N-VA gewestelijk basisprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen 2012
gemeente die een leegstaand gebouw aankoopt buiten een zone voor revitalisering, om het te renoveren en voornamelijk te gebruiken voor huisvesting, een subsidie krijgen van de Brusselse regering. De N-VA verwelkomt de recente initiatieven op dit terrein van het Brussel Gewest en hoopt dat ze ook hun weg naar de praktijk op het terrein vinden.
Kinderopvang Brussel kent de jongste jaren een ware babyboom en zal tegen 2020 naar schatting 9.000 extra plaatsen in de kinderopvang nodig hebben. Gemeenten nemen nog altijd te weinig initiatief om meer plaatsen te creëren. Slechts zeven van de negentien Brusselse gemeenten hebben een Nederlandstalig gemeentelijk kinderdagverblijf. Een voorrangsbeleid moet toelaten dat alleenstaande werkende ouders, tweeverdieners en werkzoekenden die een opleiding volgen geen hinder ondervinden met de combinatie van werk-kinderen-stad. De N-VA gaat voor voldoende, betaalbare en flexibele kinderopvang, zowel voorschools als buitenschools (ook ’s avonds) en met een zo optimaal mogelijk gewaarborgde toegang. Ook het aanbieden van een vorm van occasionele kinderopvang hoort daarbij. De combinatie tussen arbeid en gezin moet geoptimaliseerd worden, tegelijk moet elk familielid de kans en de tijd krijgen zich op cultureel en sociaal vlak te ontplooien. Omdat het tekort nu reeds zeer nijpend is moeten de gemeenten gestimuleerd worden om hier ook samen te werken met privé investeerders. Zo’n publiek-private samenwerking kan door openbare aanbesteding worden bepaald waarna er een erfpachtovereenkomst gesloten wordt voor enkele tientallen jaren (voorbeeld van de kindercrèche in de Soldatenstraat 70 met vzw ’t Breugelkind). Zoals reeds van kracht is in het Vlaams kaderdecreet kinderopvang moet elke gemeente voorzien in de oprichting van een lokaal loket kinderopvang, dat moet zorgen dat ouders die een opvangplaats zoeken een overzicht krijgen van alle beschikbare plaatsen in de gemeente. De oprichting van zo’n punt kan bijvoorbeeld kaderen in de functies van een Sociaal Huis, moet een belangrijke taak zijn van het lokaal bestuur. Voor de N-VA is het belangrijk dat de keuzevrijheid tussen twee bestaande systemen van inkomensgerelateerde en niet-inkomensgerelateerde kinderopvang (IKG) blijft bestaan. Steden en gemeenten moeten elk kinderopvanginitiatief ondersteunen, los van het systeem waarin ze opereren. IKG zal in de toekomst de regels van de Vlaamse Gemeenschap moeten volgen, en voor de initiatieven die niet-IKG zijn mogen zelf hun voorrangsregels hanteren. In Brussel moet absoluut het gebruik van het Nederlands gepromoot worden. De actieve kennis van de Nederlandse taal is belangrijk, daarom is het des te belangrijker dat kinderen daar al op heel jonge leeftijd mee geconfronteerd worden. Op die momenten maken ze zich de taal het makkelijkst eigen en zullen ook de ouders misschien gesensibiliseerd worden over het belang van het Nederlands. Tot slot mag niet vergeten worden dat het opvangen van kinderen niet alleen een zaak is van professionele kinderopvang, maar de vrijwillige kinderopvang van de grootouders of andere familieleden evenzeer aanmoedigingen verdienen.