Muziekvakexamens 2010
Algemene Onderwijsleer
Vrijdag 4 juni Tijdstip: 15.30 - 17.00 uur
Naam:
Woonplaats:
Advies:
_________________________________________
_________________________________________
- Vult u uw naam in op het voorblad en het eerste blad, de overige bladen graag voorzien van uw paraaf. - Voor het invullen dient u een pen of ballpoint te gebruiken. - De vragen kunnen in willekeurige volgorde worden beantwoord. - De vragen met keuzevakjes kunt u invullen op het examenformulier. - Vragen met een open karakter kunt u beantwoorden op het bijgevoegde gelinieerde papier. Volzinnen zijn bij de beantwoording ongewenst. Steekwoorden volstaan. Geef de nummering van de vraag daarbij aan: 1B, 2, 6, 8, 9 en 15. - In de vragen wordt kennis van zowel collegestof als verplichte literatuur getoetst.
Blad 1 (van 5)
Aanvangsonderwijs
Vraag 1
Vraag 2
Een belangrijke voorwaarde voor het kunnen volgen van formeel gestructureerd instrumentaal/vocaal muziekonderwijs is het beschikken over coördinatie tussen ademhalen, bewegen en audiëren. A.
Welk aspect van het bewegen komt bij de nodige leerprocessen hiervoor als eerste aan bod? (1 item aankruisen)
G G G G G G G G
snel bewegen
B.
Waarom?
langzaam bewegen indirect door de ruimte bewegen direct door de ruimte bewegen in ongebonden flow bewegen pulserend bewegen zware bewegingen maken lichte bewegingen maken
Zowel in het boek van T. de Vree als in het boek van E.E. Gordon komt een hoofdstuk voor over het instrumentale beginonderwijs (uiteraard betreffen de hoofdstukken ook het vocale beginonderwijs, daar de stem ook een als een instrument beschouwd kan worden). Geef twee overeenkomsten en drie verschillen tussen deze beide teksten.
Leren en studeren
Vraag 3
Een flow-ervaring wordt gekenmerkt door (items die van toepassing zijn aankruisen; Let op - de aankruismogelijkheden gaan door op het volgende blad):
G G G G G G G G G G G G
concentratie op een beperkt veld van stimuli (zintuiglijke prikkels) concentratie op veel stimuli tegelijk vergeten van persoonlijke problemen bewust worden van persoonlijke problemen zichzelf vergeten groter ego dan gebruikelijk vermindering van evaluerend vermogen/ zelfkritiek toename evaluerend vermogen / zelfkritiek overmoed angst op de achtergrond raken van de tijd bewuster zijn van het verstrijken van de tijd
© SNVM, Zwolle
Blad 2 (van 5) (vervolg vraag 3)
G G G G G G G G G G Vraag 4
gevoel van tekortschieten ongeremd uiten van emoties remming / inhibitie gevoel van comfort gevoel van spanning gevoel van beheersen van de situatie grip verliezen harmonie en eenheid met de omgeving gevoel van isolement
Flow is in verband met studeren (items die van toepassing zijn aankruisen):
G G G G G G G G Vraag 5
competentiegevoel
contraproductief mogelijk in alle fasen ongewenst uitsluitend gewenst in de verkennende fase gewenst in alle fasen uitsluitend effectief in verkennende fase uitsluitend gewenst in de eindfase een vanzelfsprekend verkregen resultaat in de eindfase
Het begrip Flow-ervaring is in de jaren 1990 geïntroduceerd door vertegenwoordigers van (1 vakje aankruisen):
G G G G
De humanistische psychologie De cognitieve psychologie Het behaviorisme De dieptepsychologie
Vraag 6
Geef aan waarom in uw visie het onderwerp bij de aangegeven psychologische school behoort.
Vraag 7
Leerplateaus (items die van toepassing zijn aankruisen):
G G G G G
zijn het gevolg van ineffectief studeren tonen het bestaan van grenzen aan het herhalen worden overwonnen door wilskracht worden overwonnen door pauzeren kunnen niet worden overwonnen
© SNVM, Zwolle
Blad 3 (van 5)
Vraag 8
Geef in losse steekwoorden minimaal vier aandachtspunten die u de leerling bij het leren studeren rond het aspect herhalen zou willen meegeven.
Vraag 9
Noem in losse steekwoorden drie toepassingsmogelijkheden binnen het instrumentale / vocale onderwijs voor de leerstrategie “leren binnen een context”.
Muzikale leerinhouden
Vraag 10
De muzikale leerinhoud Interpretatie kent de volgende effectieve werkwijzen: (items die van toepassing zijn aankruisen)
G G G G G G G G G G G Vraag 11
Voordoen Studeren in een langzaam tempo Laten uitvoeren van tegengestelde suggesties Voordoen en beschrijven In acht laten nemen van uitvoeringstekens Na laten denken over relevante uitvoeringspraktijken Experimenteren Solmiseren Normaliseren Analogie met bekende melodieën laten ervaren Enthousiast en poëtisch muzikale effecten van een compositie bespreken
De muzikale leerinhoud Expressie kent de volgende effectieve werkwijzen: (items die van toepassing zijn aankruisen)
G G G G G G G G G G G
Voordoen Normaliseren Voordoen en beschrijven Analogie met bekende melodieën laten ervaren In acht laten nemen van uitvoeringstekens Experimenteren Laten uitvoeren van tegengestelde suggesties Studeren in een langzaam tempo Solmiseren Enthousiast en poëtisch muzikale effecten van een compositie bespreken Na laten denken over relevante uitvoeringspraktijken
© SNVM, Zwolle
Blad 4 (van 5) Vraag 12
Het leren van audiation skills. Zet de onderstaande opdrachten in de juiste chronologische leervolgorde door er een corresponderend nummer voor te zetten, te beginnen met het getal 1. (Let op: het kan voorkomen dat verscheidene van de onderstaande activiteiten bij één “skill” horen. In dat geval krijgen ze hetzelfde rangnummer).
G
Nazingen van tonale en ritmische patronen op neutrale lettergrepen (bijvoorbeeld pompom of pa-pa)
G
Notenbeeld zien bij patronen die worden voorgezongen, zodat een koppeling ontstaat tussen visuele en auditieve gegevens
G
Onbekend neutraal voorgezongen tonaal of ritmisch patroon met verbale lettergrepen (tonaal: do-re-mi; ritmisch: du-de of du-da-di) nazingen en er kenmerken van benoemen
G
Improviseren van een nieuw melodisch of ritmisch patroon na het beluisteren van voorgezongen patronen
G G
Reeds eerder geleerde en ook onbekende patronen opschrijven in muzieknotatie Herkennen van patronen die al eerder zijn geleerd en deze koppelen aan de juiste notatie of naam (kiezen uit enkele mogelijkheden die worden gepresenteerd)
G G
Nazingen van tonale en ritmische patronen op solfège lettergrepen Bekende patronen herkennen, lezen en schrijven en tevens de maatsoort of de toonsoort (majeur, mineur, dorisch, mixolydisch etc) vaststellen
G
Herhaalde bekende en onbekende patronen, waarvan de herhaling al dan niet een wijziging bevat, nazingen; de leerling moet ook aangeven of het patroon al of niet anders klonk
Motivatie
Vraag 13
De motivatiecirkel omvat de fasen: 1 Motieffase, 2 Nieuwsgierigheidfase, 3 Fase van onzekerheid, 4 Fase van inspanning, 5 Resultaatfase. Bij elke fase hoort een aantal adviezen waaruit hieronder een keuze is gemaakt. Zet voor de onderstaande adviezen het nummer van de bijbehorende fasen. (Verscheidene adviezen kunnen bij één fase horen, zodat het kan voorkomen dat een nummer twee of meer keer moet worden gebruikt).
G G G G G G
Zorg voor een beeld van de individuele motieven Stimuleer eigen initiatief en zelfstandigheid Onafwendbare kritiek zakelijk uiten, niet persoonlijk Rond elke les zinvol en positief af Geef opgaven met een voor de leerling middelmatige moeilijkheidsgraad Houd steeds de behoefte aan muzikale en artistieke vormgeving van de leerling in de gaten
G G
Zorg voor afwisseling De leerling moet een eigen waardesysteem opbouwen
© SNVM, Zwolle
Blad 5 (van 5)
Ontwikkelingspsychologie
Vraag 14
A.
Voordat kinderen van gemiddeld zes jaar succesvol tonale en ritmische patronen kunnen audiëren, maken zij in de periode vanaf de geboorte drie typen voorbereidende audiation mee. Onderstreep het juiste type, zodat de goede volgorde ontstaat.
B.
Beschrijf bij de cijfers in steekwoorden de verschillende bijbehorende fasen (op dit blad beantwoorden).
!
Assimilatie Acculturatie Imitatie
1
2
3
!
Assimilatie Acculturatie Imitatie
1
2
!
Assimilatie Acculturatie Imitatie
1
2
Vraag 15
Enkele stereotype problemen/ weerstanden bij volwassen leerlingen worden hieronder in kaart gebracht. Geef in steekwoorden uw reactie/ aanpak weer. A.
Afweermechanismen tegen de spanningen, die worden opgeroepen door de rol van leerling zijn, en het bewust zijn hoe de muziek zou moeten of kunnen klinken, met zich mee brengen.
B.
De leerling verzucht: “Eigenlijk ben ik te oud voor muziekles”
© SNVM, Zwolle