Muziek waar je kippenvel van krijgt Samenvatting In dit onderzoek werd de relatie onderzocht tussen persoonlijkheid en het ervaren van muziekgeïnduceerde frisson. Verwacht werd dat neurotische personen, die tevens open staan voor ervaringen, vaker frisson ervaren bij het luisteren naar muziek. Er werden online vragenlijsten afgenomen onder 64 psychologie studenten. Variantieanalyse laat zien dat ….
Onno Wesselink s1700758
Bacheloronderzoek Psychologie Dagelijks begeleider: Prof. Dr. W.H. Brouwer Rijksuniversiteit Groningen
datum
1
1
Inleiding
1.1
Muziek in de maatschappij
Muziek is altijd al erg belangrijk geweest voor mensen. Waarom is dit zo? Waar komt de grote rol die muziek kan spelen vandaan? Muziek is een belangrijk aspect van het alledaagse leven van mensen. Toch is er tot nu toe weinig aandacht besteed aan muziek in het veld van de persoonlijkheidspsychologie. Het is verrassend dat er nog zo weinig onderzoek is gedaan naar de link tussen de ervaring van muziek en persoonlijkheid. Mensen vinden in het luisteren naar muziek een manier om hun persoonlijkheid en emoties te uiten. Zij zoeken die muzikale omgevingen op waarin zij zich prettig voelen. Algemene inleiding over het belang van dit soort onderzoek..
1.2
Frisson
Frisson kan worden beschreven als een plezierig tintelend gevoel, waarbij je huidharen overeind komen en je kippenvel krijgt. Tegelijkertijd is het een koude sensatie en kan het trillingen veroorzaken. Een frisson veroorzaakt kuiltjes in de huis die zich kunnen verspreiden over het hele lichaam. De ervaring kan een fractie van een seconde duren of meer dan tien seconden aanhouden. Een onderzoek van Grewe, Nagel, Kopiez en Altenmüller (2007) wijst uit dat het ervaren van frisson significant gecorreleerd is met oordelen over de aangenaamheid van muziek. Kippenvel kan ook optreden in andere situaties buiten het luisteren naar muziek om. Er zijn plezierige situaties waarin je kippenvel kan krijgen, zoals het ervaren van natuurlijke schoonheid, het meemaken van een inspirerend of indrukwekkend moment, of het hebben van een orgasme. Maar ook onplezierige situaties kunnen zorgen voor kippenvel. Voorbeelden hiervan zijn de ervaring van angst, het zien van walgelijke afbeeldingen, of bij het horen van vingernagels die over een schoolbord krassen. Per
2
definitie kan frisson alleen optreden in reactie op een positief gevoel. Frisson is sterk gecorreleerd met een toenemende huidgeleiding, en minder sterk gecorreleerd met een verhoging van de hartslag.
1.3
Persoonlijkheidsfactoren
Frisson die wordt geïnduceerd door het luisteren naar muziek wordt niet door iedereen ervaren. Sommige mensen zijn er gevoeliger voor dan anderen. Data van drie verschillende onderzoeken laten zien dat ongeveer de helft van de populatie (respectievelijk 53 procent, 55 procent en 35 procent van de deelnemers) wel eens frisson ervaart bij het luisteren naar muziek. Eén van deze drie onderzoeken (Goldstein, 1980) heeft ook een groep muziek studenten ondervraagd waarbij 90 procent beweerde wel eens muziek-geïnduceerde frisson te ervaren. Panksepp (1995) liet zien dat er meer vrouwen dan mannen zijn die frisson ervaren. Grew et al (2007) heeft persoonlijkheidsfactoren onderzocht die van invloed zijn op het ervaren van frisson. Mensen die laag scoren op de Sensation Seeking Scale, en dus minder spanning of sensatie opzoeken, hebben meer kans frisson te ervaren. De mensen die frisson ervaren zijn over het algemeen minder avontuurlijk en zullen minder risico’s nemen. Dit lijdt tot de veronderstelling dat frisson-ervarende mensen meer gevoelig en terughoudend zijn.
1.4
Huron’s Contrastive Valance theorie
Waar komt frisson vandaan en waar kan het goed voor zijn? De Contrastive Valance theorie van Huron geeft meer inzicht in deze vragen, vanuit een evolutionaire hoek. Huron richt zich op de algemene vorm van frisson, die niet alleen door muziek kan worden geïnduceerd, maar ook door bijvoorbeeld in een heet bad te stappen of door iets angstaanjagends mee te maken. Huron onderscheidt twee reacties op een dergelijke gebeurtenis: een snelle reactie die via de hersenstam loopt (reactive response), en een langzame reactie via de neocortex (appraisal response). 3
De reactive response wordt geprikkeld in (mogelijk) gevaarlijke situaties, en dient als defensieve reactie. Deze snelle reacties gaan uit van het ergste scenario, waarin de persoon veel gevaar loopt. De angst die wordt opgeroepen in een persoon zorgt voor het overeind komen van de haren en het ontstaan van kippenvel. Dit is een standaard fysiologische reactie op gevaar, die ook bij veel dieren is terug te zien. Muzikale aanwijzingen die kunnen leiden tot deze schrikreactie zijn harde geluiden, of geluiden die lijken op menselijke alarmsignalen. Ook het onvermogen om te anticiperen op de toekomst, waardoor een persoon verrast wordt, kan angst induceren. Een verrassend patroon in een muziekstuk kan dus ook zorgen voor de hierboven beschreven schrikreactie. De reactive response zorgt voor een negatieve beoordeling van de situatie. Pas later volgt de cognitieve beoordeling van de situatie, die veel nauwkeuriger is. Dit is de langzame appraisal response en hierbij wordt vaak duidelijk dat er geen gevaar is en dat je juist iets prettigs overkomt. Je komt erachter dat de eerste schrikreactie een overreactie was, en een gevoel van vreugde wordt opgewekt. Door het grote contrast van deze positieve reactie met de negatieve schrikreactie, wordt het positieve gevoel versterkt. Wanneer je je eerst bedreigd of angstig voelt, wordt het gevoel van vreugde dat volgt sterker ervaren dan wanneer er geen negatieve emotie aan vooraf gaat. Gevoelstoestanden worden sterk beïnvloed door contrast-effecten (McGraw, 1999). Huron stelt dat frisson optreedt wanneer een negatieve reactie wordt vervangen door een neutrale of positieve beoordeling van een situatie. Angst, paniek of woede kunnen tot kippenvel leiden. Wanneer er vervolgens een beoordelingsreactie volgt die tegengesteld is aan de eerste reactie, worden de negatieve gevoelens omgezet in iets positiefs.
1.5
Persoonlijkheid en de reacties die tot frisson leiden
Vanuit de Constrastive Valance theorie kan worden gesteld dat de gevoeligheid voor het ervaren van frisson afhankelijk is van de vatbaarheid voor het voelen van angst. Mensen die sterker in hun schoenen staan en minder snel bang worden, zijn minder gevoelig voor 4
frisson. Dit verklaart ook waarom een hoge score op sensation seeking in verband staat met een lage ervaring van frisson. Mensen die graag actie en risico’s opzoeken zijn minder snel bang, waardoor de eerste schrikreactie minder snel optreedt. Een ander persoonlijkheidskenmerk dat in verband kan worden gebracht met frisson-ervaring is neuroticisme. Neuroticisme wordt ook wel emotionele instabiliteit genoemd. Mensen die hoog scoren op deze schaal ervaren sterke emoties en zijn gevoelig voor stress, irritatie en stemmingswisselingen. Zij zien situaties vaak somberder in en ervaren ook veel negatieve emoties. Over het algemeen zijn deze mensen erg emotioneel reactief. Hoog-neurotische mensen zullen dus gevoeliger zijn voor de reactive response, en hierdoor een hogere kans hebben om frisson te ervaren. Voldoende gevoeligheid voor de eerste schrikreactie is niet de enige vereiste voor het ervaren van frisson. Na deze negatieve reactie moet iemand ook in staat zijn om het negatieve gevoel om te zetten in iets positiefs. Zonder deze omzetting kan volgens Huron’s theorie geen frisson worden ervaren. Het klinkt aannemelijk dat er voor het vermogen om deze omzetting te maken ook bepaalde persoonlijkheidsfactoren zijn die een rol spelen. Eén factor die een grote rol zou kunnen spelen is het openstaan voor ervaringen. Mensen met een hoge openheid voor ervaringen zijn meer geïnteresseerd in kunst en emotie, zijn nieuwsgierig aangelegd en hebben een grote waardering voor ongebruikelijke ideëen en gedachtegangen. Zij zijn creatiever en meer zelfbewust van hun gevoelens. Zij zullen zich gemakkelijker openstellen voor onconventionele overtuigingen. Alle aspecten van deze persoonlijkheidseigenschap wijzen op een groter vermogen om negatieve gevoelens om te buigen naar positieve gevoelens. Om frisson te kunnen ervaren, moeten mensen gevoelig zijn voor beide reacties die worden beschreven in Huron’s Contrastive Valance theorie. Het vermogen om deze reacties te ervaren kan worden gelinkt aan persoonlijkheid. Van mensen met een hoog neuroticisme wordt verwacht dat zij gevoeliger zijn voor de reactive response. Mensen die meer openstaan voor ervaringen zouden beter in staat zijn om de appraisal response te ervaren. Een combinatie van een hoge score op beide persoonlijkheidsfactoren zou dus in verband staan met een groot vermogen om frisson te ervaren. Een persoon die emotioneel niet zo stabiel is, en zich daarnaast gemakkelijk openstelt voor het ervaren van 5
wisselende gevoelens, heeft een hoge kans om frisson te ervaren. Deze persoon zal daarom ook vaker frisson ervaren. Een persoon die zich niet gemakkelijk laat beïnvloeden door negatieve emoties, en zich ook minder bewust is van / openstelt voor zijn of haar gevoelens, zal niet of nauwelijks frisson ervaren.
1.6
Openheid en Sensation Seeking
Opmerkelijk resultaat, conflicteert met verwachtingen......
1.7
Vraagstelling en hypothese
De vraag die wij ons stellen in dit onderzoek is: Wat is de invloed van de persoonlijkheidsfactoren neuroticisme en openheid voor ervaringen op het vermogen om frisson te ervaren? De hypothese die hierbij kan worden opgesteld aan de hand van de hierboven beschreven verwachtingen, is: Mensen met een combinatie van hoog neuroticisme en een grote openheid voor ervaringen ervaren vaker frisson dan de gemiddelde persoon.
6
2
Methode
2.1
Deelnemers
Tijdens het onderzoek is onder 52 deelnemers een vragenlijst afgenomen. Een deel van de onderzoeksdeelnemers (36 personen) kreeg de vragenlijst online aangeboden. Deze deelnemers zijn geworven via het SONA proefpersonen systeem, en zijn dus allen studenten psychologie aan de RuG. De overige onderzoeksdeelnemers zijn geworven op een presentatie over Muziek en Emotie door Prof. Brouwer te Leiden. Hier hebben 16 personen een verkorte versie van de vragenlijst op papier ingevuld. De samengestelde steekproef bestaat uit 19 mannen en 33 vrouwen.
2.2
Stimuli
De volledige vragenlijst bestond uit een verkorte 10-item meting van de Big Five persoonlijkheidsfactoren (Ten Item Personality Measure), een 40-item vragenlijst die de drang naar sensatie meet (Sensation Seeking Scale Form V) en een 14-item meting van de voorkeuren voor bepaalde muziekgenres (Short Test of Music Preferences). Naast deze onderdelen werd er naar een aantal demografische factoren van de deelnemer gevraagd, en zijn er een aantal items opgesteld die frisson-ervaring meten. De Ten Item Personality Measure is een erg korte vragenlijst die persoonlijkheid meet. Deze vragenlijst bestaat uit 10 items, waaronder twee voor elk van de vijf persoonlijkheidsfactoren: extraversie, openheid voor ervaringen, neuroticisme, zorgvuldigheid en goedaardigheid. Deelnemers kunnen aangeven in hoeverre een eigenschap op hem of haar van toepassing is, op een schaal van 1 (helemaal niet van toepassing) tot 7 (helemaal van toepassing). Een voorbeeld van een item is: "Dependable, self-disciplined". De Sensation Seeking Scale Form V vragenlijst bevat 40 items, verdeeld over vier subschalen, die elk één klasse van de Sensation Seeking Scale van Zuckerman (1994)
7
meten. Zuckerman omschrijft de eigenschap Sensation seeking als: “a trait defined by the seeking of varied, novel, complex, and intense sensations and experiences and the willingness to take physical, social, legal, and financial risks for the sake of such experiences.” De vier klassen die Zuckerman (1979) binnen de persoonlijkheidseigenschap Sensation seeking onderscheidt, zijn: Boredom Susceptibility, Disinhibition, Experience Seeking, Thrill and Adventure Seeking. Elke subschaal wordt gemeten met tien items. Deelnemers moeten bij elk item kiezen tussen twee uitspraken. De uitspraak die het meest op de deelnemer van toepassing is wordt gekozen. Een voorbeeld van een tweetal uitspraken die de klasse Experience Seeking vertegenwoordigt is: “I like to explore a strange city or section of town by myself, even if it means getting lost” tegenover “I prefer a guide when I am in a place I don’t know well”. De Short Test of Music Preferences (Rentfrow et al., 2003) is een lijst van 14 muziekgenres waarbij de deelnemers voor elk genre aangeven in hoeverre zij een voorkeur hebben voor dit muziekgenre, op een schaal van 1 (“Strongly dislike”) tot 7 (“Strongly like”). Het onderdeel dat frisson-ervaring meet begint met een korte maar bondige uitleg van het fenomeen frisson. De deelnemers wordt gevraagd of zij snappen wat er met het begrip bedoeld wordt, en vervolgens of zij het zelf wel eens hebben ervaren. Wanneer een deelnemer hierop bevestigend antwoordt, wordt er doorgevraagd naar onder meer de situaties waarin iemand frisson ervaart, hoe vaak iemand frisson ervaart en andere aspecten die met frisson-ervaring te maken zouden kunnen hebben. Alle hierboven beschreven onderdelen waren onderdeel van de vragenlijst die online werd aangeboden aan RuG-studenten. De verkorte versie van de vragenlijst die aan de deelnemers in Leiden is gepresenteerd, bevat alleen de onderdelen die daadwerkelijk gebruikt worden bij de statistische analyse van het hoofdeffect waar dit onderzoek betrekking op heeft. Dit zijn de items van de Ten Item Personality Measure die openheid voor ervaringen en neuroticisme meten, uitspraken van de Sensation Seeking Scale Form V die de dimensie Experience Seeking meten en enkele relevante vragen over frisson-ervaring.
8
2.3
Statistische analyse
De onafhankelijke variabelen die gebruikt worden voor de statistische analyse zijn Vermogen om Frisson te Ervaren (VFE) en Frequentie van Frisson Ervaring (FFE). De afhankelijke variabelen zijn de twee persoonlijkheidsdimensies van de Big Five Openheid voor Ervaringen (OE) en Neuroticisme (N), met daarnaast de score op de dimensie Experience Seeking (ES) van de Sensation Seeking Scale. Zie hieronder een overzicht van de gebruikte variabelen met hun mogelijke waarden.
afhankelijke variabelen
onafhankelijke variabelen
afkorting variabele
mogelijke waarden
VFE
ja, nee
FFE
0: nooit 1: eens per jaar 2: eens in de paar maanden 3: een keer per maand 4: twee keer per maand 5: elke week 6: enkele keren per week 7: bijna elke dag
OE
schaal van 1 t/m 7
N
schaal van 1 t/m 7
ES
schaal van 1 t/m 10
Omdat er slechts 3 personen waren die aangaven geen frisson te kunnen ervaren, is de eerste afhankelijke variabele VFE uitgesloten van de analyse. De variabele FFE is de enige gebruikte afhankelijke variabele, en de waarde 0 is gebruikt voor de drie personen die geen frisson ervaren. Alle andere proefpersonen hebben op de afhankelijke variabele een waarde gescoord tussen 1 en 7. De verdeling van de scores op FFE is te zien in figuur 2.1.
9
Figuur 2.1 Verdeling van de scores op de afhankelijke variabele FFE.
Lineaire regressieanalyse.
10
3
Andere Theoriën
3.1
Muzikale eigenschappen die leiden tot frisson
Wanneer proefpersonen zorgvuldig werden geselecteerd op hoge gevoeligheid voor muziek, bleek er een grote overeenkomst te zijn tussen de momenten in een muziekstuk waarop frisson wordt ervaren (Guhn et al, 2007). Er werd een hoge consistentie waargenomen van de punten in tijd waarop hogere huidgeleiding en hartslag van proefpersonen werd gemeten. Op deze manier kunnen dus algemene muzikale eigenschappen aan een muziekstuk worden onttrokken die frisson induceren. Een groot aantal onderzoeken heeft deze eigenschappen benoemd, en de resultaten komen goed overeen. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen akoestiek en muzikale eigenschappen. De belangrijkste akoestische eigenschap die frisson veroorzaakt is een plotselinge grote volumeverandering (vooral volumeverhoging). Een andere eigenschap is een verbreding van het frequentiebereik. Muzikale eigenschappen die leiden tot frisson zijn de toevoeging van extra instrumenten, een abrupte verandering in tempo, ritme, toonhoogte of harmonie, en het terugkeren van een melodie. Verder heeft Panksepp (1995) aangetoond dat treurige muziek een twee keer zo grote kans heeft om frisson te veroorzaken als vrolijke muziek.
3.2
Muzikale voorkeur en persoonlijkheid
Rentfrow en Gosling (2003) waren de eerste onderzoekers die muziekgenres hebben onderverdeeld in een duidelijk classificatiesysteem, door middel van factoranalyses onder grote groepen proefpersonen. Er is veel bevestiging gevonden voor dit systeem. Zij maken onderscheid tussen vier dimensies, of groepen van genres. De eerste is gelabeld Reflective & Complex, en hieronder vallen de genres die zowel positieve als negatieve emoties omvatten en meer complex zijn, zoals klassiek, jazz, folk en blues. De tweede groep is Intense & Rebellious. Hieronder valt rock, alternatief en heavy metal: muziek die
11
gekarakteriseerd wordt door negatieve emoties en ongehoorzaamheid. De derde dimensie wordt Upbeat & Conventional genoemd. Deze dimensie wordt gekenmerkt door positieve emoties en is minder complex, zij bevat de muziekgenres pop, soundtracks, religieus en country. De laatste dimensie is Energetic & Rhythmic, waaronder de stijlen rap, soul en elektronisch vallen. Deze muziek legt de nadruk op energie en zelfvoldoening. In een grootschalig Nederlands onderzoek door Delsing e.a. (2008) wordt ondersteuning gevonden voor deze manier van factorisatie. In een groot aantal onderzoeken worden de muzikale voorkeuren van mensen vergeleken met persoonlijkheidskenmerken. Er worden duidelijke correlaties gevonden. Deze connectie tussen muzikale voorkeur en persoonlijkheid is goed te begrijpen. Mensen die hoog scoren op de schaal voor sensatie zoeken, zijn meer geïnteresseerd in intense muziekstijlen omdat deze muziek hun behoefte aan psychologische stimulatie vervult. Extraverte mensen houden van muziek die gezellig en enthousiast klinkt, omdat dit hun drang naar sociale interactie en een positieve instelling tegemoetkomt. Onbevangen (open-minded) mensen kunnen meer genieten van gevarieerde en creatieve muziekgenres want deze muziek voldoet aan hun experimentele instelling en zoektocht naar nieuwe ervaringen. Slimme mensen luisteren graag naar abstracte en complexe muziek, omdat hiermee hun vraag naar cognitieve stimulatie wordt bevredigd.
12
4
Resultaten
Lineaire regressieanalyse:
Tabel 1: Resultaten van lineaire regressieanalyse met de gecombineerde Z-variabele neuroticisme x experience seeking als voorspeller van frisson frequentie. 95% BHI b Constante Neuroticisme x Experience seeking
SEb
t
Sig.
ondergrens
bovengrens
3.51
.26
13.53 .000
2.99
4.03
.52
.24
2.13 .038
.03
1.01
13
-
ANOVA persoonlijkheidsfactoren en frequentie van frissonervaring
-
Veel gerapporteerde frisson-inducerende muziek, en analyse van structuur van deze muziek
-
De waarden op persoonlijkheidsmetingen vergelijken met NL populatie, verklaring voor het hoge percentage frisson-rapportage geven.
-
Exploratief onderzoek
-
Bespreking van andere factoren die van invloed zijn op of te maken hebben met frissonervaring (emotionele gebeurtenissen gekoppeld aan muziek / situaties waarin frisson optreedt).
-
Hoeveel mensen geven aan herhaaldelijk frisson te ervaren op dezelfde muziek en waarom zou dit zo kunnen zijn?
-
Controleren voor algemene Sensation seeking, en andere persoonlijkheidsfactoren
-
Iets met de Music Preferences schaal
14
5
Discussie
5.1
Conclusies
In dit onderzoek werd afgevraagd of mensen met een hoge score op neuroticisme en openheid voor ervaringen eerder geneigd zijn om frisson te ervaren. De resultaten…..
5.2
Verbeterpunten
We moeten voorzichtig zijn met de interpretatie van onze resultaten. Onze resultaten zouden ten eerste vertekend kunnen zijn door validiteitsverstorende factoren. Een belangrijke opmerking bij de manier van proefpersonen werven is dat de mensen zelf kunnen kiezen aan welke onderzoeken zij meedoen. Dit kan zorgen voor een grote nonrespons bias. Mensen die meer geïnteresseerd zijn in muziek en weten wat er bedoeld wordt met “muziek waar je kippenvel van krijgt” zullen waarschijnlijk sneller kiezen om mee te doen aan dit onderzoek. Mensen die weinig met muziek hebben en/of nog nooit frisson hebben ervaren zijn eerder geneigd dit onderzoek over te slaan. Dit kan verklaren waarom een groot percentage van de respondenten frisson ervaart, en de steekproef dus niet representatief is voor de algehele populatie. Ook de factor evaluation apprehension kan rol spelen in de vertekening van de resultaten. Mensen doen zichzelf (vooral bij een vragenlijstenonderzoek) anders voor dan ze in werkelijkheid zijn. Eén scenario dat zich in dit onderzoek kan hebben afgespeeld, is ….. Er zijn zo nog tal van andere scenario’s te bedenken die onze resultaten kunnen hebben vertekend. Controleren voor verstorende variabelen.
5.3
Vervolgonderzoek
15
5.4
Relevantie voor de praktijk
16
6
Referenties
Rentfrow, P. J., & Gosling, S. D. (2003). The do re mi’s of everyday life: The structure and personality correlates of music preferences. Journal of Personality and Social Psychology, 84, 1236-1256. Zuckerman, M. (1979). Sensation seeking: Beyond the optimal level of arousal. Hillsdale, NJ: Erlbaum. Zuckerman, M. (1994). Behavioral expressions and biosocial bases of sensation seeking. New York: Cambridge University Press.
17