e e r r ia D : 1 1 0 2 e if L Music for We do give a shit s ij rw e d n o ir a d n u c e s t e k Educatief pak
Inhoudstafel 1. Introductie 2. Basisinformatie 3. Doelstellingen educatief pakket Secundair Onderwijs 4. Lesfiches basispakket 5. Uitbreidingen 6. Bronnen 7. Contact
Beste leerkracht, In 2011 staat Music For Life in het teken van de strijd tegen diarree. Diarree is een ernstig probleem in ontwikkelingslanden: per jaar doodt het 1,5 miljoen kinderen. Het Rode Kruis pakt dit probleem op verschillende manieren aan. In de eerste plaats proberen we diarree te voorkomen. Zo informeren we mensen over het belang van hygiëne en zorgen we voor zuiver water en toegang tot latrines. Daarnaast bouwen we gezondheidsposten en leren Rode Kruisvrijwilligers hoe ze diarree kunnen behandelen. Zo kunnen meer zieke mensen een behandeling krijgen. Dit educatief pakket biedt achtergrondinformatie voor jou als leerkracht en een waaier aan werkvormen waarmee je zelf aan de slag kan met jouw klas. Op www.musicforlife. rodekruis.be vind je extra materialen, zoals foto’s, filmpjes, getuigenissen en werkbladen voor je leerlingen. Het pakket is als volgt opgebouwd: 1: Een basispakket over diarree in ontwikkelingslanden: 1.
Diarree, een ernstig probleem?
2. Oorzaken van diarree 3. Hoe voorkomen? 4. Hoe behandelen? 5. Wat doet het Rode Kruis?
2: Uitbreidingsfiche(s): •
biologische en chemische aspecten van diarree: bacteriën, hygiëne…
•
sociale focus: hoe is de samenleving georganiseerd en hoe beïnvloedt dit de thematiek?
•
technische aspecten
Elke lesfiche wordt uitgewerkt volgens het volgende patroon: doel, tijdsindicatie, eindtermen, toelichting werkvorm, materiaal en werkwijze (met concrete tips voor de eventuele nabespreking), aangevuld met suggesties voor variatie (in niveau, in aanpak…). Bij iedere lesfiche uit het basispakket komt een ander thema aan bod. We raden je aan elk van de vijf thema’s minstens kort te behandelen zodat de leerlingen inzicht krijgen in de hele problematiek. Bij iedere lesfiche uit het basispakket komt een ander thema aan bod. We raden je aan elk van de vijf thema’s minstens kort te behandelen zodat de leerlingen inzicht krijgen in de hele problematiek. Waar mogelijk hebben we linken gelegd met vakoverschrijdende eindtermen (VOETen). Daarnaast kan je het educatief pakket integreren in het gezondheidsbeleid op school. Wat wordt er gedaan rond toiletgebruik, handen wassen, water drinken? Wat zijn de afspraken in de klas of in de school? Moet er structureel iets veranderd worden in de school? In de praktijkgids ‘Vitaminen voor een gezondheidsbeleid op school’ vind je uitleg over de gezondheidsmatrix, het instrument om de methodiek ‘Gezonde school’ te integreren. We wensen je veel plezier met dit lespakket!
Jeugd Rode Kruis: het Rode Kruis op kinderen jongerenmaat Jeugd Rode Kruis heeft een ruim netwerk aan lokale afdelingen in heel Vlaanderen. Er zijn er meer dan 100. Deze afdelingen laten je het Rode Kruis beleven in al zijn aspecten, maar dan wel overgoten met een flinke dosis plezier! Eerste hulp vormt een grote brok uit het Jeugd Rode
Kruisaanbod. Zo zijn er eerstehulpinitiaties voor alle leeftijden. Jeugd Rode Kruis biedt ook (les)pakketten over andere Rode Kruisthema’s bijvoorbeeld een spel over kansarmoede, een lespakket over aardbevingen… Jeugdverenigingen kunnen ook bij Jeugd Rode Kruis aankloppen voor een initiatie eerste hulp voor jeugdleiders, een eerstehulprugzak of spelideetjes. Alle info via www.jeugdrodekruis.be. Laat je leerlingen zelf het Rode Kruis ontdekken: www.kids.rodekruis.be.
2
2. Basisinformatie 2.1 Diarree, een ernstig probleem? Diarree is een ernstig probleem in ontwikkelingslanden. Enkele cijfers: •
Diarree is samen met longontsteking de meest voorkomende doodsoorzaak bij kinderen jonger dan 5, terwijl het eenvoudig te voorkomen en te genezen is (WHO, 2010)
•
Door handen met zeep te wassen daalt de incidentie van diarree met 39% bij kinderen in hoge-inkomenslanden en met 32% bij kinderen in ontwikkelingslanden (Ejemot e.a., 2008)
•
Door de toegang tot veilig water te verhogen daalt de incidentie van diarree met 47% (UNICEF, 2009)
•
Diarree doodt jaarlijks 1,5 miljoen kinderen (WHO, 2009)
Waarom sterven er zoveel kinderen aan diarree?
•
In Afrika en Zuid-Azië is 80% van de kindersterfte te wijten aan diarree (UNICEF, 2009)
•
Diarree doodt meer kinderen jonger dan 5 dan malaria, aids en mazelen samen (WHO, 2009)
Hoewel het eenvoudig te voorkomen en te behandelen is, sterven er jaarlijks 1,5 miljoen kinderen aan diarree, hoofdzakelijk in ontwikkelingslanden. Daarvoor zijn er twee redenen.
•
Jaarlijks zijn er ongeveer 2 miljard gevallen van diarree (WHO, 2009)
•
Diarree treft voornamelijk kinderen jonger dan 2 (WHO, 2009)
•
Diarree is een van de belangrijkste redenen waarom kinderen jonger dan 5 aan ondervoeding lijden (WHO, 2009)
•
Mensen die aan diarree sterven, sterven eigenlijk aan zware dehydratie en vochtverlies (WHO, 2009)
•
Wereldwijd hebben 1 miljard mensen geen toegang tot zuiver water (WHO, 2009)
•
Wereldwijd hebben 2,5 miljard mensen geen toegang tot sanitaire voorzieningen (WHO, 2009)
•
Bijna 1 op 4 mensen wereldwijd gebruikt geen sanitaire voorzieningen om zich te ontlasten. 83% woont in 13 landen (Indonesië, Ethiopië, Pakistan, China, Nigeria, Brazilië, Bangladesh, Soedan, Nepal, Niger, Vietnam en Mozambique). (UNICEF, 2008)
•
88% van de diarreegerelateerde doden is te wijten aan onzuiver water, slechte sanitaire voorzieningen en slechte hygiëne (UNICEF, 2009)
•
In ontwikkelingslanden krijgen kinderen jonger dan 3 gemiddeld 3 keer diarree per jaar. Dit veroorzaakt ondervoeding, waardoor de kinderen dan weer vatbaarder zijn voor diarree (WHO, 2009)
•
Diarree is de voornaamste doodsoorzaak bij rampen en in conflictgebieden (UNICEF, 2009)
•
Slechts 39% van kinderen met diarree in ontwikkelingslanden worden daarvoor behandeld (UNICEF, 2009)
´´ Meer kans op besmetting
88% van de diarreegerelateerde doden is te wijten aan onzuiver water, slechte sanitaire voorzieningen en slechte hygiëne. Het meest vatbaar voor diarree zijn kinderen die met ondervoeding kampen, een slechte weerstand hebben, of in slechte hygiënische omstandigheden leven. Kinderen zijn ook vatbaarder voor levensbedreigende dehydratie omdat water proportioneel gezien een groter deel uitmaakt van hun lichaamsgewicht dan bij volwassenen. Jonge kinderen verbruiken dagelijks ook veel meer water waardoor hun nieren minder water kunnen vasthouden in vergelijking met oudere kinderen en volwassenen. ´´ Minder kans op een goede behandeling
Slechts 39% van kinderen met diarree in ontwikkelingslanden worden daarvoor behandeld. Vooral kinderen uit arme gezinnen en uit landelijke gebieden hebben amper toegang tot een behandeling. Verder is er ook nog veel onwetendheid over hoe je diarree behandelt. Minder dan 1 op 4 kinderen drinkt meer als ze diarree hebben, terwijl dat net heel belangrijk is om dehydratie tegen te gaan. Bijna 1 op 3 kinderen met diarree krijgt minder of geen eten, terwijl dit heel belangrijk is om ondervoeding tegen te gaan.
3
2.2 Wat zijn de oorzaken van diarree? Infectie: diarree kan een symptoom zijn van bacteriële, virale of parasitaire infecties, die vooral verspreid worden door water dat besmet is met feces. Deze vorm van diarree komt vooral voor in gebieden waar er een tekort is aan zuiver water om te drinken, koken en poetsen. In 40% van alle hospitalisaties is de diarree veroorzaakt door het rotavirus. Ook de cholerabacterie veroorzaakt vaak diarree, maar voornamelijk bij volwassenen en oudere kinderen. Infecties kunnen opgelopen worden door: •
handen niet te wassen
•
feces aan te raken
•
onveilig voedsel te eten, bijvoorbeeld vis uit vervuilde wateren
•
onzuiver water drinken
•
voedsel te bereiden met onzuiver water
•
voedsel te eten dat niet op een koele plaats bewaard werd en slecht geworden is
Reizigersdiarree Op reis krijgen heel wat mensen last van diarree, vooral toeristen die hun vakantie in een tropisch of subtropisch gebied doorbrengen. Reizigersdiarree wordt meestal veroorzaakt door een infectie met micro-organismen (bacteriën, virussen of darmparasieten). In de meeste gevallen blijft de aandoening vrij onschuldig, maar ze kan een vakantie wel behoorlijk vergallen. Af en toe gaat het om een meer ernstig verlopende ziekte, waarbij een ziekenhuisopname nodig is.
Soms is diarree ook een symptoom van ziektes als hiv/aids en mazelen. Diarree veroorzaakt dehydratie omdat er te veel water en voedingstoffen het lichaam verlaten. Als een zieke geen hulp krijgt, kan hij sterven. Jonge kinderen lopen het meeste gevaar. Welke vormen van diarree bestaan er? -
Acute waterachtige diarree, zoals bij cholera en rotavirusinfectie, met veel vochtverlies en snelle dehydratie
-
Reizigersdiarree (kan veroorzaakt worden door voedselvergiftiging of een infectie)
-
Bloederige diarree, zoals dysenterie, met orgaanschade en vitamineverlies
-
Aanhoudende diarree: kan tot 14 dagen duren en komt vaker voor bij ondervoede kinderen of kinderen die aan andere ziektes lijden zoals hiv/aids.
-
Diarree door voedselvergiftiging (bijvoorbeeld door besmet voedsel of water)
-
Diarree door antibiotica, wegens beschadiging van de darmflora.
Preventieve maatregelen doen het risico op ernstige diarree beduidend afnemen. Toch kunnen deze maatregelen niet altijd voorkomen dat iemand reizigersdiarree krijgt. Reizigers die langere tijd willen verblijven in een (sub)tropisch gebied informeren zich dus best over de mogelijkheden van zelfbehandeling (met bijvoorbeeld antidiarree of antimicrobiële middelen). Een arts kan geneesmiddelen voorschrijven en specifieke richtlijnen geven voor het gebruik ervan als noodbehandeling op reis. (Bron: Help! Eerste hulp voor iedereen, 2011: 388)
4
2.3 Hoe kan je diarree vermijden? De overheid kan volgende preventieve maatregelen nemen: -
Toegang tot veilig drinkwater verhogen
-
Toegang tot betere sanitaire voorzieningen verhogen
-
Gezondheidseducatie over hoe diarree zich verspreidt
-
Vaccinatie tegen het rotavirus & mazelen
2.4 Hoe kan je diarree behandelen? •
Trek wegwerphandschoenen aan om jezelf te beschermen tegen besmetting.
•
Help indien nodig de kledij te verversen.
•
De kleur, de geur, de hoeveelheid en de aanwezigheid van bloed in de ontlasting zijn belangrijke signalen voor gespecialiseerde hulpverleners. Vraag of de zieke nog andere klachten heeft, zoals koorts, hevige buikkrampen of braken.
•
Voorkom uitdroging, zeker als de diarree gepaard gaat met braken, koorts en/of zweten. Zorg daarom dat de zieke regelmatig kleine hoeveelheden drinkt. Een goede keuze is lichte bouillon of soep, wortelsap, rijstwater, cola of verdund fruitsap. Baby’s en jonge kinderen met een milde vorm van diarree kunnen gewoon onverdunde melk blijven drinken.
•
Adviseer de zieke om geen darmprikkelende of gasvormende voedingsstoffen te eten of te drinken. De meeste mensen zijn gevoelig voor bepaalde specerijen (peper, sambal, paprika, knoflook), sterke koffie, alcohol, uien, prei, koolsoorten en spruiten.
•
Bij hinderlijke diarree zonder alarmerende symptomen, kan de zieke medicatie gebruiken om de diarree te stoppen, eventueel gecombineerd met antibiotica. Beiden zijn te verkrijgen op voorschrift van een arts.
Zelf kan je deze preventieve maatregelen nemen: -
Een goede weerstand opbouwen, bijv. door borstvoeding te geven aan baby’s en door voldoende gezond te eten.
-
Goede persoonlijke hygiëne (handen wassen met zeep of as voordat je het eten klaarmaakt, voor de maaltijd en na het verzorgen van een patiënt met diarree, na de ontlasting en na het verschonen van baby’s).
-
Voedsel goed laten koken of bakken, vooral vlees en eieren.
-
Handen en keukengerei wassen na contact met rauw vlees.
-
Eten veilig bewaren op een koude plek, bij voorkeur een koelkast, uit de buurt van afval.
-
Fruit en groenten pellen of wassen voor het eten.
-
Borden, potten en keukengerei afwassen na gebruik.
•
-
Sanitaire voorzieningen gebruiken die niet in de buurt van een waterbewaarplaats staan.
Was je handen met water en zeep na contact met de zieke om besmetting te voorkomen.
•
In minder hygiënische omstandigheden kunnen ernstige infecties gepaard gaan met diarree (bijv. dysenterie of (bloeddiarree)). Let hier zeker op andere klachten en gebruik geen medicatie op eigen houtje (bijv. het gebruik van diarreeremmers bij dysenterie kan gevaarlijk zijn). Laat de zieke geen diarreeremmer nemen als je alarmerende symptomen ziet, namelijk:
-
Water ontsmetten bijv. met chloortabletten, of door het te koken.
-
Water veilig bewaren bijv. in een propere container met nauwe opening.
•
-
bij bloederige diarree;
-
in geval van etter bij de stoelgang;
-
bij hoge koorts (meer dan 38,5°C);
-
bij hevige krampen.
In deze gevallen is een behandeling onder medisch toezicht aangewezen.
Verwijs de zieke door naar gespecialiseerde hulpverleners: -
als hij alarmerende symptomen vertoont (zie hoger);
-
als zijn algemene toestand achteruit gaat;
-
als hij belangrijke medicatie inneemt (bijvoorbeeld hart- of diabetesmedicatie);
-
als het om een zwangere vrouw gaat.
5
2.5 Hoe biedt het Rode Kruis hulp? Toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen Het Rode Kruis voorziet water en sanitaire voorzieningen in bijvoorbeeld Namibië, Burundi, Nepal en Mozambique. Dat maakt deel uit van het meer uitgebreide basisgezondheidsprogramma.
Behandeling van diarree in ontwikkelingslanden Het Rode Kruis heeft een aantal richtlijnen opgesteld die aangepast zijn aan de Afrikaanse context: de Afrikaanse eerstehulprichtlijnen (AFAM). Hierin staan onder andere volgende adviezen voor een patiënt met diarree: -
-
Voorkom dehydratie en geef de patiënt genoeg te drinken. Elke keer de zieke diarree heeft, moet hij de hoeveelheid water drinken die hij verloren heeft (kinderen jonger dan 2 jaar: 50-100 ml, kinderen van 2 tot 10 jaar: 100-200 ml, vanaf 11 jaar: minstens 200 ml). Er bestaan speciale rehydratiemiddelen (ORS), een combinatie van zouten en suikers, die je kan kopen. Zouten en suikers zijn nodig om te zorgen dat de zouten in voldoende mate de darmwand kunnen verlaten en zo in de bloedcirculatie terechtkomen om water vanuit de darm te onttrekken. Je kan eventueel zelf een rehydratiedrank bereiden met 60 gram maïsbloem, 1 liter water en 2 snuifjes zout dat je laat koken.
Bouwt het Rode Kruis een waterput, latrine of waterpomp? Dan doen we dat samen met de lokale gemeenschap. We richten dan een watercomité op, met daarin de lokale overheid, vrouwen, Rode Kruisvrijwilligers… De leden krijgen een opleiding waardoor ze de nieuwe sanitaire installaties en watervoorzieningen zelf kunnen onderhouden. Zo blijft de waterpomp immers het langste werken. Hygiënepromotie Het is heel belangrijk dat de bevolking weet hoe en waarom ze de nieuwe voorzieningen moet gebruiken. Daarom proberen lokale Rode Kruisvrijwilligers via toneeltjes, rollenspellen, educatieve tekeningen en interactieve lessen de bevolking bewust te maken van het verband tussen hygiëne en hun gezondheid. Door het wassen van de handen met zeep of as te promoten, kan de kans op diarree met 40% dalen. Ook andere hygiënetips, zoals dieren niet los te laten lopen waar er gekookt, gegeten en geleefd wordt, helpt het aantal diarreegevallen naar beneden halen. De taak van de lokale Rode Kruisvrijwilliger is dan ook enorm belangrijk. Lokale vrijwilligers kennen immers het beste de plaatselijke gewoontes en kennen de lokale taal. Daarom bevat elk ontwikkelingsprogramma van het Rode Kruis opleidingen voor vrijwilligers. Hulp bij rampen Bij een ramp, zoals een aardbeving of overstroming, moeten mensen vaak hun huizen verlaten. Water- en sanitaire voorzieningen zijn vaak beschadigd en onbruikbaar. Het Rode Kruis zorgt in dat geval voor noodinstallaties zodat de gezondheid van de getroffen bevolking niet in gevaar komt.
6
3. Doelstellingen educatief pakket secundair onderwijs 1.
Algemeen
De leerlingen 1.1 kunnen uitleggen dat diarree een belangrijk gezondheidsprobleem is in ontwikkelingslanden (inzicht). 1.2 kunnen aanzetten tot actie formuleren en uitproberen (vaardigheid).
2. Oorzaken De leerlingen 2.1 kunnen enkele oorzaken van diarree opsommen (kennis). 2.2 kunnen het verschil uitleggen tussen de oorzaken en gevolgen van diarree in hoge-inkomenslanden tegenover deze in ontwikkelingslanden (inzicht). 2.3 kunnen illustreren dat de leefomstandigheden van mensen (bijvoorbeeld in Nepal) het risico op diarree bepalen (inzicht).
4. Behandeling De leerlingen 4.1 kunnen enkele methoden opsommen die we in hogeinkomenslanden gebruiken om diarree te behandelen (kennis). 4.2 kunnen enkele methoden opsommen die in ontwikkelingslanden(zoals in Nepal) gebruikt worden om diarree te behandelen (kennis). 4.3 kunnen met eigen woorden uitleggen dat voorlichting een belangrijk element is bij de behandeling van diarree (inzicht). 4.4 kunnen illustreren dat de opbouw en organisatie van een samenleving of gemeenschap een rol speelt in het (goed kunnen) behandelen van diarree. Bijv. de afstand tot een ziekenhuis of apotheek (inzicht).
5. Wat doet het Rode Kruis? De leerlingen
3. Voorkomen/preventie De leerlingen
5.1 kunnen met eigen woorden uitleggen wat het Rode Kruis doet op vlak van basisgezondheidszorg (2 dingen: preventie en verbeteren van toegang tot gezondheidszorg) (inzicht).
3.1 kunnen enkele methoden opsommen die we in hogeinkomenslanden gebruiken om diarree te voorkomen (kennis).
5.2 kunnen enkele concrete voorbeelden geven van wat het Rode Kruis doet in Nepal ter preventie van diarree (inzicht).
3.2 kunnen enkele methoden opsommen die in ontwikkelingslanden (zoals in Nepal) gebruikt worden om diarree te voorkomen (kennis).
5.3 *kunnen meningen uitwisselen over het nut/ de rol van ontwikkelingshulp (attitude).
3.3 *kunnen kritisch nadenken over de problemen waarmee mensen in Nepal geconfronteerd worden op het vlak van water en sanitair (attitude). 3.4 kunnen met eigen woorden uitleggen dat voorlichting een belangrijk element is bij de preventie van diarree (inzicht).
5.4 *kunnen medeleerlingen overtuigen van het belang van programma’s rond basisgezondheidszorg, op basis van enkele concrete argumenten (cijfers en weetjes) (attitude). De leerlingen 5.5 *zien het belang in van programma’s rond sanitair, proper water en hygiënepromotie (attitude).
3.5 kunnen illustreren dat de problematiek rond het voorkomen van diarree een complex gegeven is dat te maken heeft met (kans)armoede, scholing, geografie, sociale gewoonten, … (inzicht).
7
4. Lesfiches basispakket Fiche 1: Inleidend klasgesprek over oorzaken/preventie/behandeling Tijd 10’
Doelstellingen Oorzaken De leerlingen 2.1 kunnen enkele oorzaken van diarree opsommen
(kennis).
Preventie De leerlingen 3.1 kunnen enkele methoden opsommen die we in
hoge-inkomenslanden gebruiken om diarree te voorkomen (kennis).
Behandeling De leerlingen 4.1 kunnen enkele methoden opsommen die we in
hoge-inkomenslanden gebruiken om diarree te behandelen (kennis).
Eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen… Communicatief vermogen: (1) brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk;
Context: De leerlingen… Lichamelijke gezondheid en veiligheid: (15) beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van levensbeschouwelijke vakken, Nederlands, PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen.
Materiaal -
1 flap voor de hele klas (per vraag)
-
Post-its (2 per leerling, per vraag)
Werkwijze Een inleidend klasgesprek is een interessante werkvorm om een thema of een onderwerp te introduceren. Enkele vragen die kunnen dienen om het klasgesprek te starten: ´´ “Wat zijn de oorzaken van diarree?” ´´ “Hoe kan je diarree voorkomen?” ´´ “Hoe kan je genezen van diarree?” ´´ “Wat weet je over ontwikkelingshulp?” 1.
Schrijf de vraag op een flap.
2. Deel aan elke leerling 2 post-its uit en vraag ze
daarop antwoorden op te schrijven en te plakken op de flap.
3. Groepeer de antwoorden en bespreek kort de
aangebrachte antwoorden klassikaal.
4. Formuleer een conclusie, vul eventueel aan met
behulp van de basisinformatie. Hierbij is het interessant om te focussen op het feit dat diarree hier een klein ongemakje is maar in ontwikkelingslanden een dodelijk problematiek is.
Tips Ook een interessante manier om het Music for Lifethema te introduceren is de leerlingen op internet een kennistestje te laten maken. Dat kan via de website: www.musicforlife.rodekruis.be of www.diarree.be/testje-kennis. Aan de hand van stellingen die je met juist of fout kan beantwoorden test deze website wat je weet over de behandeling van diarree.
Werkvorm Klasgesprek
8
Fiche 2: Wat zijn de oorzaken? Tijd
Materiaal
10’-15’
-
Papier en pennen (voor de leerlingen)
Doelstellingen
-
Timer
Oorzaken
Werkwijze
De leerlingen
1) Denken
2.1 kunnen enkele oorzaken van diarree opsommen
(kennis).
2.2 kunnen het verschil uitleggen tussen de oorzaken
en gevolgen van diarree in de hoge-inkomenslanden tegenover deze in ontwikkelingslanden (inzicht).
Eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen… Communicatief vermogen: (1) brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk.
Context: De leerlingen… Socioculturele samenleving: (1) beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen.
Vakgebonden eindtermen
a. Stel de leerlingen de volgende vragen: • Wat zijn de oorzaken van diarree? • Wat is het verschil tussen de oorzaken en gevolgen van diarree in ontwikkelingslanden tegenover de hoge-inkomenslanden? b. Geef ze ongeveer 2 minuten om erover na te denken. Eventueel kan je leerlingen vragen hun antwoord kort te noteren. 2) Delen: verdeel de leerlingen in duo’s en laat ze hun
antwoorden bespreken zodat ze de mogelijkheid krijgen hun antwoorden bij te stellen.
3) Uitwisselen: wijs willekeurig leerlingen aan om
antwoord te geven. Er wordt niet onmiddellijk inhoudelijk commentaar gegeven, maar de vraag wordt doorgespeeld aan andere leerlingen.
4) Bespreek vervolgens de antwoorden op de vragen
(zie basisinformatie).
Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van levensbeschouwelijke vakken, Nederlands, PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen.
Werkvorm Klasgesprek, denken-delen-uitwisselen, groepswerk
9
Fiche 3: Een kijkje nemen in de eigen omgeving Tijd
Materiaal
15’-30’
-
Werkblad met de vragen en plaats voor antwoord (1 per leerling)
-
Flappen (1 per vraag)
Doelstellingen Oorzaken De leerlingen 2.1 kunnen enkele oorzaken van diarree opsommen
(kennis).
Werkwijze 1)
Laat de leerlingen in hun omgeving (ongeveer 3 mensen) de volgende vragen te stellen:
Preventie
a. Hoe lang is het geleden dat je diarree hebt gehad en hoe kwam dit?
De leerlingen
b. Wat heb je dan gedaan?
3.1 kunnen enkele methoden opsommen die we in
c. Geef 5 situaties waarin diarree zeer lastig/storend is.
hoge-inkomenslanden gebruiken om ziekten als diarree te voorkomen (kennis).
Behandeling De leerlingen 4.1 kunnen enkele methoden opsommen die we in
hoge-inkomenslanden gebruiken om diarree te behandelen (kennis).
4.2 kunnen enkele methoden opsommen die in ontwik-
kelingslanden (zoals in Nepal) gebruikt worden om diarree te behandelen (kennis).
Eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen… Exploreren: (8) benutten leerkansen in diverse situaties. Open en constructieve houding: (17) toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende standpunten.
Context: De leerlingen… Lichamelijke gezondheid en veiligheid: (15) beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van levensbeschouwelijke vakken, Nederlands, PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen, en afhankelijk van de wijze van verwerken van de informatie Informatica, wiskunde,
Werkvorm Klasgesprek, bevraging, individueel opdracht
d. Wat denk je dat de oorzaken zijn van diarree? (Zie basisinformatie.) e. Waarop moet je letten… i. bij een toiletbezoek? (goed doorspoelen, handen wassen met zeep daarna) ii. tijdens het koken? (handen wassen voor en tijdens het koken en na het aanraken van rauw vlees, voedsel goed wassen, rauw vlees en eieren gaar koken, kook- en eetmaterialen afwassen na gebruik, handen wassen voor het eten) iii. bij contact met zieke mensen? (oppassen voor ontsmetting, bij directe aanraking draag je best wegwerphandschoenen of was direct je handen met zeep na het contact) iv. als je een flesje water koopt op reis? (drink enkel water uit een fles die in je bijzijn geopend wordt of uit flessen waarvan het zegel nog niet gebroken is, vermijd ook ijsblokjes aangezien die met besmet water kunnen gemaakt zijn) f. Is kraantjeswater in België veilig om te drinken? (in ons land is leidingwater drinkbaar, het wordt voldoende gecontroleerd. Gebruik geen kraantjeswater als de hygiënische omstandigheden ondermaats zijn, drink dan liefst flessenwater uit een fles die in je bijzijn geopend wordt.) g. Welke oplossingen hebben wij in België om diarree te genezen? (zie basisinformatie) h. Welke oplossingen voor diarree hebben mensen in ontwikkelingslanden? (zie basisinformatie)
10
2) Voeg klassikaal de resultaten samen en concludeer
samen een antwoord op de volgende vraag: “Hoeveel weet de doorsnee Vlaming over de diarreeproblematiek?”. a. Schrijf elke vraag op een flap en verspreid die in de klas. b. Laat de leerlingen zelf hun resultaten kort noteren op de flappen.
c. Bekijk op elke flap de antwoorden en bespreek de belangrijkste resultaten. d. Maak een conclusie voor de hoofdvraag (“Hoeveel weet de doorsnee Vlaming over de diarreeproblematiek?”) e. Vergelijk met wat zij intussen weten? Eigen mening vergelijken met doorsnee Vlaming.
Tips -
Integreer het in een les wiskunde door middel van het berekenen van het percentage mensen dat weinig of veel weet over diarree. Je kan eventueel criteria opstellen door ‘juiste’ antwoorden op voorhand te formuleren.
-
Integreer het in een les informatica door de leerlingen de antwoorden te laten weergeven in grafieken en tabellen.
-
Uit de conclusies kan je met jouw klas eventueel enkele acties opzetten in de school of het naburig lager onderwijs bijv. rond het belang van handen te wassen, propere toiletten,...
11
Fiche 4: wist je dat...? Tijd -
15’ (mededeling opdracht)
-
tijd te bepalen voor zelfstandig werk
-
15’ (nabespreking)
Doelstellingen Oorzaken
Context: De leerlingen… Socioculturele samenleving: (1) beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen. Lichamelijke gezondheid en veiligheid: (15) beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.
De leerlingen
Socio-economische samenleving: (8) geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan.
2.3 kunnen illustreren dat de leefomstandigheden van mensen (bijvoorbeeld in Nepal) het risico op diarree bepalen (inzicht).
Vakgebonden eindtermen
Preventie De leerlingen 3.5 kunnen illustreren dat de problematiek rond het voorkomen van diarree een complex gegeven is dat te maken heeft met (kans)armoede, scholing, geografie, sociale gewoonten, … (inzicht).
Behandeling De leerlingen 4.4 kunnen illustreren dat de opbouw en organisatie van een samenleving of gemeenschap een rol speelt in het (goed kunnen) behandelen van diarree (inzicht).
Wat doet het Rode Kruis? De leerlingen 5.4* kunnen medeleerlingen overtuigen van het belang van programma’s rond basisgezondheidszorg, op basis van enkele concrete argumenten (cijfers en weetjes) (attitude).
Eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen… Creativiteit: (2) kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren; Samenwerken: (19) dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen.
Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van levensbeschouwelijke vakken, Nederlands, PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen.
Werkvorm Klasgesprek, groepswerk
Materiaal -
Werkblad “Wist je dat”-jes.
-
De afbeelding “Wist je dat?” (bijlage 1) dat dient als de hoofding voor de “Wist je dat”-jes van de leerlingen. Biedt het best elektronisch aan.
-
Toegang tot het internet om de website te raadplegen voor foto’s. Eventueel kan je ze zelf uitprinten en geven aan de leerlingen.
-
Eventueel de basisinformatie uitprinten en geven aan de leerlingen.
Werkwijze 1.
Deel de leerlingen in groepjes van ongeveer 4 leerlingen en laat ze “Wist je dat”-jes over Nepal maken zodat iedereen Nepal leert kennen.
2. In de bijlage vind je een voorbeeld. Bekijk dit klas-
sikaal.
3. De leerlingen kunnen de afbeelding in bijlage 1
gebruiken zodat alle “Wist je dat”-jes gemakkelijk herkenbaar zijn. Vraag ze ook om gebruik te maken van de informatie op de website van Music For Life. Gebruiken ze andere informatie? Herinner ze er dan aan om steeds de bronnen erbij te vermelden zodat jij als leerkracht de correctheid kan nagaan.
4. Geef als opdracht om alle weetjes zo ruim mogelijk
binnen de school te verspreiden.
12
5. Vraag aan alle leerlingen om de “Wist je dat”-jes
in het oog te houden en elk een top 3 van interessantste “Wist je dat”-jes door te geven aan jou.
6. Houd als slotactiviteit een klasgesprek waarbij de
interessantste “Wist je dat”-jes worden voorgesteld en besproken (waarom waren ze zo interessant?).
Tips -
Wek nieuwsgierigheid op door een foto te tonen die mensen zich doet afvragen “wat is dat?” en “wat zijn ze aan het doen?”.
-
Maak met de hele klas een blog of een Facebookpagina aan en post om de beurt een “Wist je dat”je.
-
Maak posters of collages van de “Wist je dat”-jes en verspreid ze in de school (hang het op in de eetzaal, op de valven, in de gang).
-
Is er een schoolkrant? Vraag of je voor een paar edities plaats kan krijgen voor “Wist je dat”-jes.
-
Werk je met Smartschool of een andere elektronische platform? Post “Wist je dat”-berichtjes zodat heel de school geïnformeerd is.
´´ Bezorg ons jullie uitwerkingen. Wij zijn alvast
heel benieuwd naar jullie creaties. (mail naar bie.
[email protected] of per post naar Rode KruisVlaanderen, tav Bie Van Giel, Motstraat 40, 2800 Mechelen)
13
Fiche 5: reisbrochure Tijd
Werkvorm
30’
Klasgesprek, individuele opdracht
Doelstellingen
Materiaal
Oorzaken
Werkblad leerlingen (1 per leerling)
De leerlingen 2.3 kunnen illustreren dat de leefomstandigheden van
mensen (bijvoorbeeld in Nepal) het risico op diarree bepalen (inzicht).
Werkwijze 1)
Preventie De leerlingen
2) Laat de leerlingen individueel informatie opzoeken
over eet- en drinkgewoontes in België en Nepal. Zo kunnen ze:
3.3* kunnen kritisch nadenken over de problemen waar-
mee mensen in Nepal geconfronteerd worden op het vlak van water en sanitair (attitude).
a. Reisgidsen halen opzoeken in bibliotheken b. Op het internet zoeken naar reisadvies op de website van de Belgische ambassade of op de website van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken.
3.5 kunnen illustreren dat de problematiek rond het
voorkomen van diarree een complex gegeven is dat te maken heeft met (kans)armoede, scholing, geografie, sociale gewoonten,… (inzicht).
3) Vraag ze de informatie te analyseren en samen te bundelen in het bijbehorende werkblad.
Eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen…
4) Vergelijk ten slotte klassikaal de verschillen tussen beide landen. Leg hierbij uit dat diarree een belangrijk gezondheidsprobleem is in ontwikkelingslanden zoals Nepal, zeker voor de meest kwetsbaren. Bespreek met de leerlingen waarom het volgens hen zo is. Haal hierover meer uitleg in de basisinformatie.
Kritisch denken (13) kunnen onderwerpen behandelen vanuit verschillende invalshoeken.
Context: De leerlingen… Lichamelijke gezondheid en veiligheid: (15) beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.
Leren leren: De leerlingen in de tweede graad… Informatieverwerking: (5) kunnen informatie onder begeleiding kritisch analyseren en samenvatten.
Leren leren: De leerlingen in de derde graad… Informatieverwerking: (5) kunnen informatie samenvatten.
Begin met een klasgesprek waarin ervaringen gedeeld worden over reizen: Wie heeft er al gereisd? Naar waar? Waren er dingen anders dan thuis (toilet, eten, wassen)?
Tips Je kunt de leerlingen ook informatie laten analyseren over: -
Geografische ligging
-
Religieuze gewoontes
-
Culturele/etnische gewoontes
-
Maatschappelijke kenmerken
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van levensbeschouwelijke vakken, Nederlands, PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen.
14
Fiche 6: experiment handen wassen Tijd
Materiaal
50’
-
Een busje afwasbare verf
Doelstellingen
-
Een koffielepel
Oorzaken
-
Kleurpotloden
De leerlingen
-
Lavabo (per duo of om de beurt)
2.1 kunnen enkele oorzaken van diarree kunnen op-
-
Krantenpapier (per duo)
-
Zeep (1 per duo)
-
Oude handdoeken (1 per duo)
-
Timer (1 per duo)
-
Werkblad 1: Handjes (1 per duo)
-
Werkblad 2: Wastijden (1 per duo)
sommen (kennis).
Preventie De leerlingen 3.1 kunnen enkele methoden opsommen die we in
hoge-inkomenslanden gebruiken om diarree te voorkomen (kennis).
3.2 kunnen enkele methoden opsommen die in ont-
wikkelingslanden (zoals in Nepal) gebruikt worden om diarree te voorkomen (kennis).
Eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen… Zorgvuldigheid: (25) stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen.
Context: De leerlingen… Lichamelijke gezondheid en veiligheid: (1) verzorgen en gedragen zich hygiënisch; (6) hanteren richtlijnen voor het hygiënisch omgaan met voeding.
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van levensbeschouwelijke vakken, Nederlands, PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen. Je kan het thema ook behandelen in chemie (de werking van zeep) of biologie (wat zijn bacteriën en hoe verspreiden ze zich).
Werkvorm Experiment, groepswerk, klasgesprek
Werkwijze Intro (5 minuten) 1.
Vraag aan de leerlingen: Hoe denk je dat bacteriën zich verspreiden? Als iemand verkouden is, hoe denk je dat het iemand anders zou besmetten?
2. Mogelijke antwoorden van leerlingen kunnen zijn:
als je naast hem/haar zou zitten, als je van eenzelfde glas drinkt, als ze niezen op jou. Noteer dit allemaal op het bord.
Experiment (30 minuten) 3. Deel per duo een kopie van werkblad 1 “Handjes”
uit.
a. Laat de leerlingen met behulp van kleurpennen/-potloden weergeven wat zij verstaan onder “verschrikkelijk vuil”, “heel vuil”, “vuil” en “een beetje vuil”. b. Label de “verschrikkelijke vuile” handen met ++++, de “heel vuile” handen met +++, enzovoort. Zet een min teken (-) bij de hand die “volledig proper” is. Dit zijn de maten waarop de leerlingen zich gaan baseren tijdens het experiment. c. Geef twee leerlingen als taak om rond te gaan en te kijken of iedereen ongeveer dezelfde maten gebruikt. 4. Verdeel de leerlingen in duo’s. Eén leerling is de
handwasser en de andere leerling is de timekeeper.
15
5. Deel uit aan elke duo
10. De beoordelingen van de beide experimenten wor-
den samengevoegd. De duo’s maken op basis van hun resultaten twee grafieken waarop de scores van properheid/vuilheid per tijdsinterval (0 tot 20 seconden) worden weergegeven. Eén grafiek toont de resultaten van het handwassen met enkel water, de tweede grafiek toont het experiment met water en zeep. De horizontale as van de grafiek toont het tijdsinterval aan dat gaat van 0 tot 20 seconde. De verticale as geeft de mate van properheid/vuilheid aan en gaat van ++++ tot -. Hieronder vind je een voorbeeld.
a. Een kopie van werkblad 2 “Wastijden” b. Krantenpapier om de banken te bedekken. 6. Geef aan elke handwasser een koffielepel afwas-
bare verf.
7. Leg uit.
a. De handwasser smeert de verf gelijkmatig uit op de beide handen (bovenkant, onderkant, huid rondom en onder de nagels). b. Wacht tot de verf op de handen volledig droog is (dit zou normaal gezien slechts 1 tot 2 minuten duren).
Handen wassen (alleen water) ++++
8. Vervolgens begint het experiment officieel. +++
a. De duo’s gaan voor een lavabo staan. b. De handwasser moet geblinddoekt de handen onder het water houden voor 1 seconde.
++
c. Na 1 seconde droogt de timekeeper de handen van de handwasser af door het met een handdoek zachtjes aan te drukken (zeker niet vegen!). d. Dan gebruikt de timekeeper de maten (de ingekleurde handjes) om te beoordelen hoe proper of vuil de handen van de handwasser is. Het resultaat vult hij in werkblad 2 “wastijden” in onder “Wastijden met enkel water”. Het is belangrijk dat de handwasser tijdens het hele proces zijn eigen handen niet kan zien. e. Vervolgens moet de handwasser zijn handen voor 4 seconden in het water wassen. Opnieuw worden de handen lichtjes afgedroogd zonder te vegen met de handdoek, daarna noteert de timekeeper hoe proper/vuil de handen zijn (onder de kolom ‘5 seconden’). f. Daarna wast de handwasser zijn handen voor nog eens 15 seconden. Na het drogen wordt de mate van properheid/vuilheid genoteerd onder de kolom ‘20 seconden’). 9. De partners wisselen van rol en voeren het expe-
riment nog eens uit maar deze keer worden de handen gewassen met water en zeep. Dit wordt opnieuw gedaan voor 1 seconde, dan 4 seconden en uiteindelijk 15 seconden. Alle beoordelingen worden genoteerd op werkblad 2 “Wastijden” onder “Wastijden met water en zeep”.
+ -
5 sec.
10 sec.
15 sec.
20 sec.
Nabespreking (15 minuten) 1.
Bespreek met de leerlingen wat ze geleerd hebben van de experimentjes. Het is niet gemakkelijk om bacteriën te verwijderen. Je hebt daarvoor water en zeep nodig, moet de handen zeker voor 20 seconden wassen en goed schrobben.
2. Bespreek met de leerlingen hoe bacteriën zich snel
verspreiden als de handen niet goed gewassen worden. Virussen en bacteriën worden verspreid door aanrakingen van mensen en objecten. Bij onhygiënische omstandigheden kan een besmette patiënt anderen infecteren via direct contact.
3. Vul eventueel aan met de diarreeproblematiek in
ontwikkelingslanden (zie basisinformatie, 2.1 Diarree, een probleem. 2.2 Wat zijn de oorzaken van diarree? 2.3 Hoe kan je diarree vermijden?).
Bron: BAM! Body and mind, (online), Hand Washing Experiment.
16
Fiche 7: hygiëneles in Nepal Tijd
Werkvorm
15’
Film, luisteroefening, individuele opdracht, klasbespreking.
Doelstellingen Oorzaken De leerlingen 2.1 kunnen enkele oorzaken van diarree opsommen
Materiaal -
Filmpje
-
Werkblad met vragen over het filmpje (1 per leerling).
(kennis).
Preventie
Werkwijze
De leerlingen
1.
3.1 kunnen enkele methoden opsommen die we in
hoge-inkomenslanden gebruiken om diarree te voorkomen (kennis).
3.2 kunnen enkele methoden opsommen die in ont-
wikkelingslanden (zoals in Nepal gebruikt worden om diarree te voorkomen (kennis).
Behandeling De leerlingen 4.1 kunnen enkele methoden opsommen die we in
hoge-inkomenslanden gebruiken om diarree te behandelen (kennis).
Eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen…
Deel de werkbladen met vragen over het filmpje uit.
2. Toon de leerlingen vervolgens het filmpje van
Schooltv.nl. Ze moeten aandachtig luisteren en proberen zo veel mogelijk vragen te beantwoorden.
3. Na het filmpje overloop je de vragen over het film-
pje (eventueel met behulp van bijlage 1).
4. Maak vervolgens een link met de eigen leefwereld
van de jongeren. Hier volgen enkele richtvragen. Vul eventueel aan met behulp van de basisinformatie. -
Als jullie diarree hebben, waardoor komt dat meestal?
-
Wat doen jullie om ervoor te zorgen dat je geen diarree krijgt?
-
Hoe weet je dat je diarree hebt? Welke kenmerken moet je vertonen vooraleer je naar de dokter moet?
-
Als je water nodig hebt, waar haal je dit dan?
-
Is dat in Nepal ook zo?
-
Waarom is het belangrijk dat kinderen op school leren hoe ze hun handen moeten wassen?
Kritisch denken: (13) kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken.
Context: De leerlingen… Lichamelijke gezondheid en veiligheid: (15) beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid. Socioculturele omgeving: (1) beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen.
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van levensbeschouwelijke vakken, Nederlands, PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen.
´´ Belangrijk om mee te geven: via de kinde-
ren worden ook de ouders ‘opgevoed’. De kinderen vertellen wat ze hebben geleerd en brengen zo ook de boodschap over aan hun ouders!
´´ Link met de evolutie in Vlaanderen, België,
Europa: ook hier zorgt scholing voor welvaart voor de hele samenleving.
17
-
Waar ben jij vandaag al naar toilet geweest? Hoe ging dat? ´´ Hoe deden onze voorouders dat? Over-
grootouders?
-
Denk je dat het in Nepal ook zo gaat? ´´ Belangrijk om mee te geven: In Nepal
gebruikt men latrines, maar een groot deel van de bevolking doet zijn behoefte ook gewoon op straat.
Tips Kijk ook eens naar de andere filmpjes op schooltv.nl. Je vindt er heel wat interessante en duidelijke filmpjes over water, hygiëne en waterzuivering voor alle leeftijden.
BIJLAGE Bijlage 1: Oplossingen werkbladen met vragen over het filmpje -
Wat zijn de oorzaken van diarree? ´´ Vuile wc’s ´´ Ongezond water ´´ Bacteriën
-
Wat leren Nepalese kinderen in de les? ´´ Je wordt ziek als je vies water drinkt omdat
daar bacteriën in zitten.
´´ Water dat schoon lijkt, kan toch heel smerig
zijn.
-
Wat gebeurt er in scholen zonder toiletten? ´´ Dan doen de leerlingen hun behoeften op het
veldje.
18
Fiche 8: een kijkje nemen in nepal Tijd
Leren leren: De leerlingen in de derde graad…
40’ + 10’ (nabespreking)
Informatieverwerving: (3) kunnen uit gegeven informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en deze raadplegen met het oog op te bereiken doelen;
Doelstellingen Oorzaken De leerlingen
Informatieverwerking: (5) kunnen informatie samenvatten.
2.3 kunnen illustreren dat de leefomstandigheden van
Vakgebonden eindtermen
Preventie
Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van levensbeschouwelijke vakken, Nederlands, PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen.
mensen (bijv. in Nepal) het risico op diarree bepalen (inzicht).
De leerlingen
Werkvorm
3.5 kunnen illustreren dat de problematiek rond het
Groepswerk, casussen, presentatie, klasgesprek
voorkomen van diarree een complex gegeven is dat te maken heeft met (kans)armoede, scholing, geografie en sociale gewoonten (inzicht).
Materiaal -
Werkbladen, elk met een casus en bijhorende foto(s) zodat elke leerling die in zijn eigen portfolio kan steken.
-
Vragen (bijlage 1, 2 en 3) worden apart aan de leerkrachten gegeven zodat ze zelf kunnen beslissen of ze de vragen gebruiken of niet. Op deze bladen hebben we ook mogelijke antwoorden op de vragen beschikbaar gesteld.
Behandeling De leerlingen 4.3 kunnen met eigen woorden uitleggen dat voorlich-
ting een belangrijk element is bij de behandeling van diarree (inzicht).
Wat doet het Rode Kruis? De leerlingen 5.5* zien het belang in van programma’s rond sanitair,
proper water en educatie rond hygiëne (attitude).
Werkwijze 1.
2. Deel de werkbladen waarop casussen staan (werk-
bladen 1, 2 en 3). De bijhorende vragen kan je zelf selecteren op basis van bijlage 1, 2 en 3. Je kan je selectie apart uitdelen.
Eindtermen: Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen… Samenwerken: (19) dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen.
Deel de klas in groepen van 3 tot 6 leerlingen.
3. De leerlingen ontleden per groep één casus en
beantwoorden de bijhorende vragen.
4. Bespreek klassikaal de casussen. Je kan de groe-
pen die daaraan gewerkt hebben de casussen zelf laten presenteren. Vul eventueel aan met behulp van de mogelijke oplossingen (zie bijlage 1, 2 en 3).
Context: De leerlingen… Lichamelijke gezondheid en veiligheid: (15) beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.
Tips
Leren leren: De leerlingen in de tweede graad…
-
Bij het klasgesprek kan je de leerlingen een presentatie of een collage laten voorbereiden. Interessante foto’s zijn te vinden via deze link of op de website van Music For Life.
-
Een variatie is dat je de casussen eerst klassikaal leest vooraleer de groepen beginnen te werken.
Informatieverwerving: (3) kunnen uit gegeven informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en deze raadplegen met het oog op te bereiken doelen; Informatieverwerking: (5) kunnen gegeven informatie onder begeleiding kritisch analyseren en samenvatten.
19
BIJLAGE Bijlage 1: Vragen Casus 1 - Familie Bantar -
Hoe komt het dat de familie Bantar vaak diarree heeft? Som alle factoren op die dit duiden.
´´ Mogelijke antwoorden:
Bijlage 2: Vragen Casus 2 - Familie Shek -
´´ Mogelijk antwoord: ze koken altijd het water dat ze
drinken omdat ze weten dat ze er anders ziek van worden.
• Wonen bijna letterlijk op een vuilnisbelt (sloppenwijk). • Weinig ruimte voor 13 mensen (dit is problematisch door besmettingsgevaar). • Wonen vlakbij een vervuilde rivier (waar ook een gemeenschapswaterput in de buurt is, mogelijks kan het grondwater vervuild zijn door de vervuiling van de rivier).
-
• Geen huis (zelfgemaakte constructie van stokken en zeilen), dat soms onder water loopt tijdens het regenseizoen. • Verblijven met 6 op 12 m² waarin het gezin kookt, eet en slaapt. Dat verhoogt de kans op besmetting.
• Onvoldoende kennis over preventie (koken drinkwater niet, gebruiken geen filter) en oorzaak (weten niet waarom ze diarree hebben).
• Wonen in een sloppenwijk en aan de stortplaats.
• Hebben geen toilet.
• Rivier dient als badkamer en als werkplaats van de ouders (waterflessen verzamelen en verkopen).
Toch blijkt de familie Bantar wel wat te weten over de behandeling van diarree, waaruit blijkt dit?
´´ Mogelijk antwoord: Hun mengsel van zout en
suiker vertoont veel gelijkenis met het aangeraden mengsel van AFAM (1L water + 2 vuisten maïsbloem + 2 snuifjes zout) en is dus prima om diarree te genezen. AFAM staat voor African First Aid Materials. Het gaat om eerstehulprichtlijnen die op vraag van Afrikaanse Rode Kruisverenigingen werden opgesteld door Rode Kruis-Vlaanderen op basis van evidence-based materiaal, aangepast aan de Afrikaanse context. Meer info: www.afam. redcross.be.
-
Wat zou hun situatie kunnen verbeteren? Tip: denk niet alleen vanuit het standpunt van de familie zelf, de omgeving speelt vaak de grootste rol in het beïnvloeden van de situatie!
´´ Mogelijk antwoord: betere woonsituatie, toegang
hebben tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen, kennis over hygiëne en de link met diarreepreventie.
Waarom is de kans toch groot dat de familie Shek diarree zal hebben? Som alle factoren op die dit duiden.
´´ Mogelijk antwoord:
• Waterput waar ze drink-, kook- en waswater halen is ook de ‘badkamer’ voor de hele buurt.
-
Wat doet de familie Shek goed om diarree te voorkomen?
• Waterput ligt vlak aan een drukke autoweg (veel vervuiling). • Vergeten soms hun handen te wassen voor het eten (gevaar is zelfs nog groter omdat ze met hun handen eten – culturele gewoonte). • Hebben geen toilet. -
De oudste zoon Asman (15) lijkt een negatieve kijk op school te hebben. -
Denk je dat school een rol kan spelen in de preventie van diarree? Zo ja, de welke en waarom?
´´ Mogelijk antwoord: Zie basisinformatie
-
Hoe zou je Asman kunnen overtuigen dat naar school gaan niet stom is?
20
Bijlage 3: Vragen Casus 3 - Familie Muslim -
Hoe schat je de kans in dat de familie Muslim diarree zal hebben? Verklaar je nader.
´´ Mogelijk antwoord: ondanks de moeilijke situatie
blijkt familie Muslim over goede preventieve maatregelen te beschikken, dit zou de kans op diarree verminderen. • De verdeling van de twee kamers (keuken + slaapplaats/living) • Drinkwater wordt gehaald uit een waterbron en gaat door een filter. • Goede kennis over oorzaken van diarree: ze weten dat slecht drinkwater zou leiden tot (symptomen van) ziektes.
-
Denk je dat voorlichting (via het geven van lessen) een rol kan spelen in het voorkomen van diarree? Zo ja, de welke en waarom?
´´ Mogelijk antwoord: Het is belangrijk dat de be-
volking weet hoe en waarom ze nieuwe water- en sanitaire voorzieningen moeten gebruiken. Met behulp van toneeltjes, rollenspellen, educatieve tekeningen en interactieve lessen proberen lokale Rode Kruisvrijwilligers de bevolking bewust te maken van het verband tussen hygiëne en hun gezondheid.
-
Wat zou hun situatie kunnen verbeteren? Tip: denk niet slechts vanuit het standpunt van de familie zelf, de omgeving speelt vaak de grootste rol in het beïnvloeden van een situatie!
´´ Mogelijk antwoord: de woonsituatie en de toegang
tot sanitaire voorzieningen kunnen beter.
21
Fiche 9: word rode kruisvrijwillger Tijd
Materiaal
50’
-
Bijlage: de Nepalese prenten (4 verhalen). Knip de prenten en sorteer ze per verhaal zodat de leerlingen een pakket van prenten krijgen.
-
Filmpje handwassen (hier downloadbaar)
-
Filmpje gezondheids- en sanitairliedje (hier downloadbaar)
Doelstellingen Preventie De leerlingen 3.4 kunnen met eigen woorden uitleggen dat voorlich-
ting een belangrijk element is bij de preventie van diarree. (inzicht)
Wat doet het Rode Kruis? De leerlingen 5.1 kunnen met eigen woorden uitleggen wat het Rode
Kruis doet op vlak van basisgezondheidszorg (2 dingen: preventie en verbeteren van toegang tot gezondheidszorg) (inzicht).
5.2 kunnen enkele concrete voorbeelden geven van
wat het Rode Kruis doet in Nepal ter preventie van diarree (inzicht).
Eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen… Creativiteit: (2) kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren; Samenwerken: (19) dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen.
Context: De leerlingen… Politieke en juridische samenleving: (12) tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen. Lichamelijke gezondheid en veiligheid: (15) beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.
Werkwijze 1.
Je geeft een introductie over de werking van het Rode Kruis in Nepal (zie basisinformatie) aan de hand van korte filmpjes (handwassen en gezondheids- en sanitairliedje) – max. 10 minuten
´´ Vertel de leerlingen op voorhand niet wat de film-
pjes zijn. Laat ze het zelf ontdekken door achteraf de volgende vragen te stellen: i. Wat zijn ze aan het doen volgens jou?
ii. (bij het filmpje handwassen) Wat is de vrouw aan het doen? Wat doet de mannen rechts van haar? En de rest van de mensen die aan het toekijken zijn? iii. (bij het filmpje gezondheids- en sanitairliedje) Wie zouden de zangers zijn? Over wat zou het liedje gaan? ´´ Het zijn Jeugd Rode Kruisvrijwilligers die be-
wustzijn willen creëren omtrent de vervuilende gevolgen van het ontlasten in openbare plaatsen. Het refrein “Jagau jagau jagau hai jagau Nepali, Khulla disha mukta chhetra banaun Nepali” betekent “Wakker worden, wakker worden, wakker worden, oh wakker worden mensen van Nepal, laten we Nepal vrij maken van openbare ontlasting.”
2. Verdeel de klas in 4 groepjes.
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van levensbeschouwelijke vakken, Nederlands, PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen.
Werkvorm Klasgesprek, groepswerk, toneel
22
3. Geef als opdracht: “Jij bent Rode Kruisvrijwilliger
in Nepal en je geeft een les over de preventie van diarree. Maak gebruik van de Nepalese prenten (zie bijlage), deze worden ook in het echt door lokale Rode Kruisvrijwilligers gebruikt (zie afbeelding).” In de bijlagen kan je Nepalese prenten voor 4 verhaallijnen terugvinden. Verdeel ze onder de groepen zodat elk groep 1 verhaal kan uitwerken in het toneeltje waarbij de leerlingen een les simuleren.
4. Bespreek klassikaal waarom voorlichting en
hygiënepromotie belangrijk elementen zijn bij de preventie van diarree (zie basisinformatie).
Tips In plaats van een toneeltje voor te stellen aan de klas, kan je de leerlingen ook een filmpje laten maken waarin ze in de rol van Rode Kruisvrijwilligers kruipen.
23
Fiche 10: ontwikkelingshulp ja/nee? Tijd
Materiaal
50’
-
Timer
Doelstellingen
-
Filmpje
Wat doet het Rode Kruis?
-
Werkblad 1: spelregels debatteren (voor 6 leerlingen)
-
Werkblad 2: rollenfiche moderator (voor 1 leerling)
-
Werkblad 3: rollenfiche observator (voor de resterende leerlingen)
De leerlingen 5.3* kunnen meningen uitwisselen over het nut/ de rol
van ontwikkelingshulp.
5.5* kunnen de leerlingen zien het belang in van pro-
gramma’s rond sanitair, proper water en educatie rond hygiëne.
Eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen… Communicatief vermogen: (1) brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk; Kritisch denken: (11) kunnen gegevens, handelswijzen en redeneringen ter discussie stellen aan de hand van relevante criteria; Open en constructieve houding: (17) toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende standpunten;
Context: De leerlingen… Socio-economische samenleving: (2) toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart; Politieke en juridische samenleving: (12) tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen.
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van levensbeschouwelijke vakken, Nederlands, PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen.
Werkvorm Film, klasgesprek, debat.
Werkwijze 1.
Begin met een klasgesprek (zie lesfiche 3) om te achterhalen wat de leerlingen al weten over ontwikkelingshulp. Ontwikkelingshulp biedt duurzame steun aan ontwikkelingslanden. Het verschil met humanitaire hulp is dat ontwikkelingshulp niet wacht op een ramp om klaar te staan voor anderen. Organisaties zoals het Rode Kruis werken in landen waar veel armoede heerst, weinig medische voorzieningen zijn of het onderwijssysteem onvoldoende uitgebouwd is.
2. Toon het filmpje van een debat over ontwikke-
lingshulp op Schooltv.nl. De leerlingen moeten aandachtig luisteren en schrijven de aangebrachte voor- en tegenargumenten op. Eventueel kan je hen vragen om op te schrijven wat goed of minder goed verliep tijdens het debat (“Wat deden ze goed/minder goed?”).
3. Vraag of duid 6 leerlingen aan die gaan discus-
siëren. Bezorg hen een exemplaar van werkblad 1 ‘spelregels debatteren’. De 6 leerlingen gaan discussiëren over de volgende stelling: “Ontwikkelingshulp als oplossing voor de diarree-problematiek is zinloos”.
4. Drie leerlingen vallen de stelling aan en drie leerlin-
gen verdedigen de stelling.
5. Geef de leerlingen voor de start van het debat kort
de tijd om hun argumenten voor te bereiden.
6. Duid vervolgens een leerling aan die optreedt als
moderator. Bezorg hem een exemplaar van ‘rollenfiche moderator’ (werkblad 2). Hij houdt het gesprek op gang.
24
7. Vraag de rest van de klas om zich (ruimtelijk) bui-
ten het groepsgebeuren te plaatsen en mee te observeren. Bezorg aan elke observant een exemplaar van ‘rollenfiche observator’ (werkblad 3). Laat elke observator zich richten op 1 leerling die mee doet aan het debat.
8. Dan mag het debat beginnen. 9. Beëindig het debat nadat een algemene conclusie
is geformuleerd. Houd dan een nabespreking.
a. Laat eerst de leerlingen die gedebatteerd hebben aan het woord. Ga na of hun eigen meningen al dan niet overeenkomen met de rol die ze moesten spelen. b. Vraag dan aan de observatoren wat ze hebben opgemerkt, en vraag hen naar hun mening over de besproken argumenten. c. Maak een conclusie over de meningen van de klas over ontwikkelingshulp.
Tips -
Je kan als leerkracht ook zelf de rol van moderator opnemen.
-
Enkele andere stellingen: • Alle schulden van ontwikkelingslanden moeten direct worden kwijtgescholden. • Er moet één nationale ontwikkelingshulporganisatie komen. • Rijke mensen zijn verantwoordelijk voor arme mensen. • Ontwikkelingshulp mag alleen aan democratische landen gegeven worden.
-
Voor jongere leerlingen kan je een eenvoudigere versie gebruiken van het lesfiche. In plaats van het debat kan je elke leerling laten deelnemen door ze te vragen om zich te plaatsen in het klaslokaal. Bijvoorbeeld: “Als je akkoord bent met de stelling, dan moet je links van het lokaal gaan staan. Als je tegen de stelling bent, ga dan rechts staan.”
25
Fiche 11: een actieplan rond basisgezondheidszorg Tijd
Eindtermen
50’
Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen…
Doelstellingen Algemeen De leerlingen 1.2 kunnen aanzetten tot actie formuleren en uitprobe-
ren (vaardigheid).
Wat doet het Rode Kruis? De leerlingen 5.1 kunnen met eigen woorden uitleggen wat het
Rode Kruis doet op vlak van basisgezondheidszorg (2 dingen: preventie en verbeteren van toegang tot gezondheidszorg) (inzicht)
*5.5 zien het belang in van programma’s rond sanitair,
proper water en educatie rond hygiëne (attitude).
Creativiteit: (2) kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren; Samenwerken: (19) dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen.
Context: De leerlingen… Politieke en juridische samenleving: (12) tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen. Socioculturele samenleving: (9) illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit.
Leren leren: De leerlingen in de tweede graad… Informatieverwerving: (3) kunnen uit gegeven informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en deze raadplegen met het oog op te bereiken doelen; Informatieverwerking: (5) kunnen gegeven informatie onder begeleiding kritisch analyseren en samenvatten.
Leren leren: De leerlingen in de derde graad… Informatieverwerving: (3) kunnen uit gegeven informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en deze raadplegen met het oog op te bereiken doelen; Informatieverwerking: (5) kunnen informatie samenvatten.
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van levensbeschouwelijke vakken, Nederlands, PAV, gedrags- en cultuurwetenschappen.
Werkvorm Groepswerk, brainstorm, presentatie, klasgesprek
Materiaal -
Flappen (een paar per groep)
-
Pennen
-
Eventueel uitgeprinte documentatie uit de basisinformatie.
-
Eventueel computers (één per groep).
26
Werkwijze 1.
Verdeel de leerlingen in groepjes van 5 tot 6.
b. Leg uit dat bij het brainstormen de volgende afspraken gelden: i. Alle ideeën worden opgeschreven. Ook dubbele ideeën. ii. Alle antwoorden zijn gelijkwaardig en er wordt geen kritiek geleverd of gediscussieerd over elkaars antwoorden. iii. Kijk ook eens naar de ideeën van de anderen: misschien denk je zelf nog aan iets waar je niet eerder aan dacht. iv. Je hoeft nog niet te kijken naar haalbaarheid of realiteit: elk idee is goed.
2. Leg de probleemstelling uit per groep.
“Je werkt bij Rode Kruis-Nepal en wil een actie voeren om… a. “de bevolking te leren hoe ze hun handen moet wassen.” b. “de bevolking te informeren over wat ze moeten doen als ze diarree hebben.” c. “ervoor te zorgen dat de bevolking zich niet zo maar in het openbaar ontlast.” d. “ervoor te zorgen dat de bevolking toegang heeft tot zuiver water.”
c. Werkwijze i. Een vraag wordt bovenaan een flap opgeschreven. ii. Duid 1 leerling aan die alles opschrijft en 1 leerling die ervoor zorgt dat iedereen aan bod kan komen. iii. Na de brainstorm moeten de leerlingen de antwoorden groeperen en de aangebrachte ideeën bespreken. iv. Een brainstorm eindigt met een conclusie.
3. De acties worden uitgewerkt op basis van de vol-
gende richtvragen:
a. Wat houdt de actie in? b. Wat is het doel? c. Wie heb je daarvoor nodig en wat moeten ze doen? d. Welke middelen en materialen heb je nodig? 4. Geef elke groep een paar flappen en pennen.
6. Laat elk groepje het eigen actieplan voorstellen en
maak samen de link met de werking van het Rode Kruis (“Welk van voorgestelde acties doet het Rode Kruis?”). Geef aan dat het Rode Kruis twee soorten acties voert. Ten eerste informeert het de bevolking in Nepal over de problematiek. Daarnaast bestrijden ze de problematiek ook op een directe wijze door bijvoorbeeld latrines te bouwen (zie basisinformatie).
Daarnaast kan je hen eventueel een kopie van de basisinformatie geven. Een andere mogelijkheid is om ze toegang te geven tot het internet zodat ze zelf eventueel bijkomende informatie kunnen zoeken.
5. Raad de groepen aan om steeds te starten met
een brainstorm, zodat ze op korte tijd veel ideeën krijgen. a. Leg uit wat een brainstorm is.
´´ Een creatieve brainstorm is een techniek om
een grote hoeveelheid creatieve ideeën te genereren uit een team of een groep mensen. Brainstormen houdt in dat er een sfeer gecreëerd wordt waarin mensen zich ongehinderd en vrij voelen om wilde en onwaarschijnlijke oplossingen voor problemen te opperen die uiteindelijk vaak wijzen naar de beste manier van handelen.
Tips Laat de groepjes… -
een collage maken om hun actie voor te stellen aan de klas.
-
het actieplan ‘handen leren wassen’ ook echt uitvoeren bij kleuters.
27
Fiche 12: evaluatie met quiz Tijd
BIJLAGE
30’
Bijlage 1: de oplossingen van de quizvragen
Doelstellingen Algemeen De leerlingen 1.1 kunnen uitleggen dat diarree een belangrijk
gezondheidsprobleem is in ontwikkelingslanden (inzicht).
Werkvorm Evaluatie, individuele opdracht
Materiaal Werkblad Quizvragen (1 per leerling)
Werkwijze Jij en je klas zullen ondertussen al veel weten over het diarreeproblematiek. Aan de hand van de quizvragen (zie bijlage) kan je nagaan wat de leerlingen geleerd hebben. Om onze toekomstige educatieve pakketten te optimaliseren en blijvend kwaliteitsvolle ideeën te kunnen bieden, is jouw feedback broodnodig! Daarom vragen we je de ingevulde quizvragen terug te bezorgen aan ons: Rode Kruis-Vlaanderen, t.a.v. Bie Van Giel, Motstraat 40, 2800 Mechelen,
[email protected]. Hartelijk dank!
1.
De meest voorkomende complicatie van diarree is… A. bloedvergiftiging. B. darmperforatie. C. epileptische aanvallen. D. uitdroging.
2. Als je diarree hebt…
A. drink je best minder. B. eet je best minder. C. was je best je handen voor het eten. D. Alle bovenstaande antwoorden. 3. Diarree wordt veroorzaakt door…
A. bacteriën. B. protozoa (eencellige micro-organismen). C. virussen. D. Alle bovenstaande antwoorden. 4. In meer dan 80% van de diarreegevallen is dit te
wijten aan…
A. onveilig water. B. slechte hygiëne. C. slechte of gebrek aan sanitaire voorzieningen. D. Alle bovenstaande antwoorden. 5. Wereldwijd gebruikt … een toilet.
A. 1 op 4 mensen B. 2 op 4 mensen C. 3 op 4 mensen D. iedereen 6. Door … na toiletbezoek daalt de kans op diarree
met meer dan 30%.
A. je handen met zeep te wassen B. propere kleren aan te doen C. vettig voedsel te eten D. water van een rivier te drinken
28
7. Wereldwijd hebben 1 miljard mensen …
A. geen elektriciteit. B. geen huis. C. geen toegang tot sanitaire voorziening. D. geen zuiver drinkwater. 8. Diarree doodt meer kinderen jonger dan 5 dan …
A. aids B. malaria C. mazelen D. Alle bovenstaande antwoorden 9. …speelt een belangrijke rol bij de diarreeproblema-
tiek in ontwikkelingslanden. A. Armoede B. Opleidingsniveau C. Geslacht D. Huidskleur
10. Diarree doodt jaarlijks 1,5 miljoen …
A. dieren. B. kinderen. C. jongeren. D. volwassenen.
29
5. Uitbreidingen Deze uitbreidingen geven je de kans om de materie uit het basispakket te verdiepen of vanuit een bepaalde focus te bekijken, in functie van de interesses van je leerlingen. De uitbreidingen behandelen diarree achtereenvolgens vanuit een biologisch/ chemische, een sociologische en een technologische invalshoek.
1. Biologisch/chemisch Kennismaking met bacteriën (1): zelf bacteriën kweken Tijd
Werkvorm
-
15’ Voorbereiding
Experiment
-
15’ Opzetten experiment
Materiaal
-
Controle op regelmatige basis
•
Petrischaaltjes (of goed afsluitbare potjes)
Doelstellingen
•
Gelatine
Oorzaken
•
Suikerklontjes
•
Warm water
•
Een steelpan
•
Een aantal lepels
•
Een fornuis
•
Microscoop
•
Wattenstaafjes
•
Waterstaal uit een rivier
•
Foto’s Nepal
De leerlingen 2.1 kunnen enkele oorzaken van diarree opsommen
(kennis).
2.3 kunnen illustreren dat de leefomstandigheden van
mensen (bijvoorbeeld in Nepal) het risico op diarree bepalen (inzicht).
Preventie De leerlingen 3.3 * kunnen kritisch nadenken over de problemen waar-
mee mensen in Nepal geconfronteerd worden op het vlak van water en sanitair (attitude).
3.4 kunnen met eigen woorden uitleggen dat voorlich-
ting een belangrijk element is bij de preventie van diarree (inzicht).
Eindtermen
Werkwijze (bron geraadpleegd op 24/10/2011)
Je kan voor dit experiment in groepjes werken of elke leerling individueel laten werken.
Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen…
In dit experiment zal elk groepje een eigen bacteriekweek opzetten. Dit doe je als volgt:
Zorgvuldigheid: (25) stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en dat van anderen.
1.
Context: De leerlingen… Lichamelijke gezondheid en veiligheid: (1) verzorgen en gedragen zich hygiënisch; (15) beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.
Maak een oplossing met 2 suikerklontjes, gelatine en 1/3 kop kokend water.
2. Giet de petrischaaltjes ongeveer voor 1/4 vol met
deze oplossing en plaats het deksel er zo snel mogelijk op. Zo komen er geen andere bacteriën in het potje.
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van PAV, biologie en chemie.
30
3. Laat dit mengsel een tweetal uur afkoelen. Zorg
dat het deksel van het potje niet te veel aandampt. Dit gestolde mengsel wordt de voedingsbodem voor de bacteriën.
4. Breng met een wattenstaafje een staaltje aan op
de gestolde gelatine. Je kan volgende staaltjes gebruiken:
• Vingerafdruk: vinger licht in gestolde gelatine drukken (niet laten wassen). • Speeksel: wattenstaafje kort vochtig maken in de mond en over de gelatine wrijven. • Rivierwater: staafje vochtig maken en over de gelatine wrijven. • Kraantjeswater: staafje vochtig maken en over de gelatine wrijven. • Wc-bril: over de bril wrijven met het staafje en daarna over de gelatine wrijven. Eventueel staafje wat bevochtigen. 5. Sluit de potjes goed af en markeer bij elk potje
welke staal er werd gebruikt.
6. Je kan de evolutie van de kweek dagelijks onder de
microscoop volgen en wijzigingen noteren.
Bespreking Op de staaltjes zal je na verloop van tijd schimmels zien verschijnen. Onder de microscoop zal je dan een bacteriekolonie kunnen waarnemen. Het doel van deze observatie is hoofdzakelijk aangeven dat zelfs bij ons een aantal plaatsen al veel bacteriën bevatten. Daarna kan je de foto’s van de plaatsen waar je de staaltjes genomen hebt, vergelijken met de foto’s uit Nepal. Uit die vergelijking kunnen leerlingen een groot verschil in hygiëne en milieu ontdekken. Wijs leerlingen er op dat dit ook betekent dat er heel wat meer bacteriën aanwezig zijn in de rivieren, op de toiletten, op de handen van de mensen, enzovoort. Vervolgens kan je ook terugkoppelen naar de milieuproblematiek en vervuiling in België. Licht toe wat bacteriën zijn. Daarbij kan je eventueel verwijzen naar de cholerabacterie, die in Nepal een belangrijke oorzaak is van diarree. Met andere woorden: hygiëne is zeer belangrijk. Koppel hier zeker ook terug naar de vingerafdrukken van de leerlingen zelf en het belang van handen wassen!
7. Na een week zou je een duidelijk zichtbaar resul-
taat moeten zien.
Neem een foto van alle plaatsen waar je staaltjes haalt. Deze dienen om later te vergelijken met foto’s uit Nepal.
31
1. Biologisch/chemisch Kennismaking met bacteriën (2): Cholerabacterie Tijd
Werkwijze
20’
Geef de leerlingen een lege Facebookpagina en de infosheet over cholera en de cholerabacterie.
Doelstellingen Oorzaken De leerlingen 2.1 kunnen enkele oorzaken van diarree opsommen
(kennis).
2.3 kunnen illustreren dat de leefomstandigheden van
mensen (bijvoorbeeld in Nepal) het risico op diarree bepalen (inzicht).
Eindtermen
Op basis van de beschikbare informatie, vullen ze het ‘profiel’ van de cholerabacterie aan. Na de oefening bespreek je de oplossingen. Je kan dieper ingaan op de gevolgen van de cholerabacterie in landen als Nepal of Mozambique. Meer info vind je hier. In deze werkvorm hebben we de focus gelegd op de cholerabacterie. Maar de cholerabacterie is niet de enige oorzaak van diarree, in deel 3 bespreken we andere oorzaken.
Vakoverschrijdende eindtermen Leren leren: De leerlingen in de tweede graad… Informatieverwerking: (5) kunnen gegeven informatie onder begeleiding kritisch analyseren en samenvatten.
Leren leren: De leerlingen in de derde graad… Informatieverwerking: (5) kunnen informatie samenvatten.
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van PAV, biologie en chemie.
Materiaal -
Werkblad facebookpagina
-
Infoblad cholera(bacterie)
Werkvorm (Zelfstandige) oefening
32
1. Biologisch/chemisch Kennismaking met bacteriën (3): desinfectie van water Tijd
Werkwijze
25’
Vertel dat besmet water drinken een belangrijke oorzaak van diarree is in ontwikkelingslanden. Waterzuiveringsinstallaties en propere waterleidingen zijn niet overal aanwezig. Buiten de steden moeten mensen het doen met waterputten, pompen of zelfs gewoon rivierwater.
Doelstellingen Oorzaken De leerlingen 2.1 kunnen enkele oorzaken van diarree opsommen
(kennis).
Preventie De leerlingen 3.2 kunnen enkele methoden opsommen die in
ontwikkelingslanden(zoals in Nepal) gebruikt worden om diarree te voorkomen (kennis).
3.3 * kunnen kritisch nadenken over de problemen waar-
mee mensen in Nepal geconfronteerd worden op het vlak van water en sanitair (attitude).
Eindtermen
Bespreek met de leerlingen verschillende manieren waarop water volgens hen kan gezuiverd worden. Vertel dat koken altijd de eerste manier moet zijn om water te desinfecteren. Daarna leg je de focus op twee alternatieve manieren om water te zuiveren zonder te koken en zonder complexe installaties: -
UV-filtering door de zon
-
Chloortabletten
UV-filtering kan je zelf niet uitproberen, maar je vind wel meer info op deze website.
Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen…
De tweede methode, met chloortabletten, kan je wel uitproberen op een aantal stalen onzuiver water.
Zorgvuldigheid: (25) stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en dat van anderen.
Voeg de chloortabletten toe aan het onzuivere water en kijk naar de waarneembare reactie. Vertel dat het ‘gezuiverde’ water enkel vrij is van bacteriën en virussen. Het is wel drinkbaar, maar het blijft ongezond door de chloor die er nu inzit.
Context: De leerlingen… Lichamelijke gezondheid en veiligheid: (1) verzorgen en gedragen zich hygiënisch; (15) beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij leerdoelen van PAV, biologie en chemie.
Na deze bespreking kan je dieper ingaan op de chemische reactie die chloor maakt met water, waardoor het water gezuiverd wordt. Alle informatie hiervoor vind je op deze website.
Koppeling met diarree -
In welke situaties zuiver je water best met een filter of een chloortablet? Waarom? (Als je te maken hebt met ‘onveilig’ water.)
-
Wat zijn de oorzaken van het drinken van onveilig water?
-
Waarom hebben mensen in ontwikkelinglanden veel minder toegang tot zuiver drinkwater?
Werkvorm Experiment en nabespreking
Materiaal -
Chloortabletten
-
Onzuiver water
33
2. sociaal leef je in in het kastensysteem Tijd
Vakgebonden eindtermen
50’
Deze opdracht kan aansluiten bij gedrags- en cultuurwetenschappen, geschiedenis, levensbeschouwelijke vakken en PAV.
Voorkennis Oorzaken, preventie en behandeling van diarree
Werkvorm
Doelstellingen
Groepswerk, rollenspel, klasgesprek
Oorzaken De leerlingen
Materiaal 1:
2.3 kunnen illustreren dat de leefomstandigheden van
mensen (bijvoorbeeld in Nepal) het risico op diarree bepalen (inzicht).
Preventie De leerlingen 3.5 kunnen illustreren dat de problematiek rond het
voorkomen van diarree een complex gegeven is dat te maken heeft met (kans)armoede, scholing, geografie, sociale gewoonten, … (inzicht).
4.4 kunnen illustreren dat de opbouw en organisatie
van een samenleving of gemeenschap een rol speelt in het (goed kunnen) behandelen van diarree. (inzicht)
Respect: (18) gedragen zich respectvol Samenwerken: (19) dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen
Context: De leerlingen… Socio-economische samenleving: (8) geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan. Socioculturele samenleving: (1) beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen; (3) trekken lessen uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie.
Werkblad 1 “De Brahmanen”
-
Werkblad 2 “De Kshatriyas”
-
Werkblad 3 “De Vaishyas”
-
Werkblad 4 “De Sudras”
-
Werkblad 5 “De Dalits”
-
Werkblad 6 “Groepsopdracht”
Voorzie voor elke leerling een sticker. De leerlingen worden twee keer verdeeld in groepen, deze stickers worden tijdens de eerste groepsverdeling uitgedeeld. Hierbij gelden de volgende regels: per groep moet er 1 Brahmaan, 1 Kshatriya, 1 Vaishya en 1 Sudra en minstens 1 Dalit zijn. Er mag dus meer dan één Dalit zijn in de groep. Schrijf daarom “Dalit” op de resterende stickers.
De leerlingen
Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen…
-
2: Blanco stickers waarop je kastennamen schrijft.
Behandeling
Eindtermen
Werkbladen (aantal is afhankelijk van de klasgrootte):
Werkwijze 1.
Je vertelt de leerlingen dat jullie een spel gaan spelen over het kastensysteem.
2. Spreek samen de volgende regels af:
a. Je mag niet van groep veranderen. b. Je mag niet door elkaar praten tijdens het uitvoeren van de opdracht. c. Je krijgt elk een blad met informatie op die enkel voor jou bedoeld is en niet voor de andere groepsleden. Niemand anders dan jij mag weten wat er op het blad staat. d. Je krijgt een naamsticker waarop je rol staat. e. Iedereen speelt een ‘rol’. Neem dit spel niet persoonlijk op.
34
3. Dan gebeurt de eerste groepsverdeling. Deel
de klas op in 5 groepen waarvan 4 groepen uit evenveel leerlingen bestaan. Bijvoorbeeld: je klas telt 17 leerlingen, dan bestaat groep 1, 2, 3 en 4 uit 3 leerlingen; groep 5 bestaat uit 5 leerlingen. De grootste groep is dus steeds groep 5. Plaats de groepen ruimtelijk zo ver mogelijk van elkaar.
4. Geef alle groepsleden de desbetreffende naamstic-
ker en het desbetreffende rollenblad (zie werkblad 1-5). Vertel hen wat hun rolnaam is (Jullie zijn vanaf nu de Krijgers) en vraag hen de beschrijving van de rollen samen te lezen. Op deze bladen staan instructies over hoe de leerlingen zich in hun rol moeten gedragen tegenover anderen. Ze weten dus NIET hoe zij behandeld zullen worden (dat is namelijk het leermoment, zeker voor De Onaanraakbaren).
a. Groep 1 zijn de Brahmanen en krijgen werkblad 1 “De Brahmanen”, b. Groep 2 zijn de Kshatriyas en krijgen werkblad 2 “De Kshatriyas”, c. Groep 3 zijn de Vaishyas en krijgen werkblad 3 “De Vaishyas”, d. Groep 4 zijn de Sudras en krijgen werkblad 4 “De Sudras”, e. Groep 5 zijn de Dalits en krijgen werkblad 5 “De Dalits”. 5. Ga langs bij elke groep om te controleren dat
elke leerling weet wat hij/zij moet doen. Herhaal desnoods de richtlijnen totdat iedereen zijn rol begrijpt.
6. Laat alle leerlingen terug samenkomen en herver-
deel de klas (tweede groepsindeling). In elke groep moet je exact 1 Brahmaan, exact 1 Kshatriya, exact 1 Vaishya, exact 1 Sudra en minstens 1 Dalit hebben. Herinner de leerlingen eraan dat ze elkaar niet mogen vertellen wat er op hun eigen rollenblad staat. Vanaf nu speelt iedereen zijn rol, en worden de Dalits genegeerd.
7. Geef aan elk nieuwgevormde groep werkblad 6
“Groepsopdracht”.
8. Vertel aan de leerlingen dat ze mogen starten
met de opdracht en dat ze daarvoor 20 minuten krijgen. Het is de bedoeling dat ze werkblad 6 “Groepsopdracht” invullen en afgeven aan jou. Waarschijnlijk zullen de leerlingen enkele minuten nodig hebben om in hun rol te komen. Eens ze opgewarmd zijn, zouden ze de Dalits moeten uitsluiten (zowel verbaal als non-verbaal) en ook de andere elementen moeten uitvoeren.
Achtergrondinfo voor de leerkracht Het kastensysteem is een sociale opdeling die veel te maken heeft met het Hindoeïsme. Hindoeïsme is één van de wereldgodsdiensten, zo’n 15 % van de wereldbevolking gelooft in het Hindoeïsme. De meeste aanhangers van de godsdienst wonen in India en haar omringende landen zoals Nepal. De sociale indeling in kasten werd wettelijk vastgelegd in de 15e eeuw, maar bestond al veel langer. Het vindt zijn oorsprong in de arbeidsverdeling binnen de maatschappij. Vandaag bestaat het nog, hoewel het wettelijk verboden is. Het wordt wel veel minder strak toegepast in Nepal dan in India. Het kastensysteem kan je bekijken als een kast. De mensen van de onderste plank hebben geen goede baan en de mensen van de hoogste plank hebben een heel goede baan of een heel hoge functie. Als je geboren bent op de onderste kaste kan je niet gaan studeren om zo een baan te krijgen die eigenlijk bij een kaste hoger hoort. Je kunt tijdens je leven niet van kaste veranderen. Hindoes geloven namelijk in reïncarnatie, dat is dat je opnieuw geboren wordt na je dood. Als je goed leeft, dus als je je aan de Hindoeïstische regels houdt, dan is de kans groot dat je in je volgende leven in een hogere kaste terecht komt. Er zijn verschillende lagen in het kastensysteem. De kasten heten achtereenvolgens de Geleerden, de Krijgers, de Handelaars en de Arbeiders. De Onaanraakbaren horen niet bij de kasten omdat ze onrein zijn. De mensen uit het kastenstysteem mogen een Onaanraakbare niet eens aanraken, anders worden zij ook onrein en komen ze in een volgend leven in een lagere kaste. Wel mogen ze water halen voor een Onaanraakbare, omdat Onaanraakbaren zelf geen water mogen halen. De reden is omdat alles wat ze aanraken, vervolgens ook onrein wordt. Mensen die tot de Onaanraakbaren behoren onder andere mensen met de onreine beroepen zoals schoonmaker, slager, straatveger en lijkverbrander. Bron: www.kennisnet.nl + Muylle, L. (1998), Pal achter Nepal. Brussel: Rode Kruis-Vlaanderen.
35
9. Eindig het spel na 20 minuten. Iedereen verlaat dus
zijn of haar rol en wordt terug zichzelf.
10. Dan volgt de nabespreking.
a. Stoom aflaten: de leerlingen zullen vanzelfsprekend gefrustreerd zijn na het spel. Geef ze genoeg ruimte om hun gevoelens te uiten over de ervaring. Stel vragen als: i. Hoe vond je het spel? ii. Wat vond je leuk aan het spel? Wat vond je niet zo leuk aan het spel? iii. Overloop samen de oplossingen van de quiz (zie bijlage 2) b. Spelverloop: doel is om zoveel mogelijk informatie en ervaringen te achterhalen om van hieruit te leren. i. Wat is er gebeurd? ii. Vond je het gemakkelijk om een andere rol aan te nemen? iii. Aan de Dalits: hoe werd je behandeld en hoe voelde je je daarbij? iv. Wie had er het gevoel dat hij niet alles mocht doen wat hij wilde? (vraag om hun handen op te steken, waarschijnlijk zullen dat er veel zijn) 1. Wat mocht je niet doen en wat wel? 2. Waarom denk je dat je zo werd behandeld? 3. Wat heb je eraan gedaan? 4. Heb je zelf mensen uitgesloten/uitgebuit? Waarom? Hoe voelde je je erbij? v. Wie had er het meest te zeggen? En waarom was dat? c. Waarover ging de oefening? i. Leg het kastensysteem uit aan de hand van de onderstaande tekst. ii. Leg uit dat de leerlingen via dit spel konden ervaren hoe het voelt om in een kaste te zitten en hoe de kasten met elkaar omgaan. d. Link met de realiteit - enkele suggesties: i. Waar je geboren bent, bepaalt je kaste. Je kan je nooit ‘opwerken’ naar een andere kaste. ii. Nuancering: hoewel het kastensysteem nog leeft onder de mensen wordt er meer en meer geprobeerd om de kastenregels te doorbreken. Zo komen huwelijken tussen verschillen kasten meer voor dan
vroeger en mogen verschillende kasten samen een koffie gaan drinken. Een interessante vraag aan de leerlingen kan zijn om te zoeken naar tips voor de bevolking om de kastenregels te doorbreken. iii. Blijven arme en rijke mensen in België heel hun leven arm of rijk? Nee, er zijn meer verschuivingen mogelijk dan in landen waarin het kastensysteem nog toegepast wordt. Enkele voorbeelden: goede job vinden, crisissen, scholing… iv. Maak de link met de Music-for-Life-thema (diarree). De verdeling van de kasten is vergelijkbaar met het verschil tussen rijke en arme mensen. 1. Enkele richtvragen a. Welke kaste heeft de meeste kans om ziek te worden en waarom? b. Welke kaste heeft zeker een eigen toilet thuis? 2. Enkele feiten ter ondersteuning (Bron: het Rode Kruis-Nepal, 2011): a. In Nepal leeft 65% van de bevolking onder het armoedeniveau. b. Aandoeningen zoals diarree, tyfus, dysenterie en cholera zijn nog steeds grote bedreigingen voor de volksgezondheid voor landelijke en stedelijke armen in Nepal. De oorzaken hiervoor zijn gebrekkige watervoorziening, besmet water drinken, slechte sanitaire voorzieningen en armoedige levensomstandigheden. c. De arme en achtergestelde gemeenschappen worden het zwaarst getroffen, en daarbinnen vooral kinderen en vrouwen. d. De toegang tot sanitaire voorzieningen is veel kleiner voor armen (12%) dan voor rijken (80%). e. Het kastensysteem, sociale uitsluiting op basis van etnische verschillen en seksuele discriminatie zijn extreem complex en veelvoorkomend in Nepal. Onaanraakbaren hebben slechts een beperkte toegang tot water.
36
Tips -
Je kan ook de Nederlandse benamingen gebruiken als de originele kastennamen te moeilijk zijn.
BIJLAGE Bijlage 1: Overzicht kasten (Crocker, 1993) -
De Brahmaan. De Brahmaan is de meest belangrijkste persoon in de groep. Zijn mening is de waarheid. Alles wat hij zegt moet dus geaccepteerd worden door heel de groep. Dat is omdat de Brahmaan de meest wijze en intelligente persoon van de groep is. Alle antwoorden die hij geeft, moeten dus opgeschreven worden.
-
De Kshatriya. De Kshatriya is de tweede belangrijkste persoon in de groep. Als een Dalits te dicht bij de anderen komt, dan moeten die vragen de Krijger om bescherming vragen. De Krijger moet hen ook beschermen als leerlingen uit andere groepen naar hen toe komen.
-
De Vaishya. De Vaishya is een belangrijke kaste maar niet zo belangrijk als de Kshatriya en de Brahmaan. Straks moeten de leerlingen in groep een opdrachtblad invullen. Vraag aan de Kshatriya om het blad in te vullen, dat is zijn taak. Lach de Kshatriya uit als hij zelf de antwoorden probeert te geven. Alles wat hij zegt is fout.
-
De Sudra. De Sudra is niet belangrijk in de groep. Negeer alles wat de Sudra zegt. Als het opdrachtenblad ingevuld is, dan moet de Sudra het afgeven aan de leerkracht. Dat is zijn enige taak, voor de rest moet iedereen hem negeren.
-
De Dalits. Iedereen mag de Dalits volledig negeren. Praat er niet mee, doe alsof ze niet bestaan en onzichtbaar zijn. Als ze te dicht komen, ga dan snel weg van hen, niemand wilt namelijk onrein zijn.
• Brahmaan = Geleerde, • Kshatriya = Krijger, • Vaishya = Handelaar, • Sudra = Arbeider, • Dalit = Onaanraakbare. -
Eventueel kan je de link maken met de standensamenleving en/of de klassensamenleving. Beiden zijn net als het kastensysteem manieren waarop men de maatschappij indeelt in sociale groepen. • De drie middeleeuwse standen in het westen vertonen gelijkenissen met de kasten: geestelijkheid, adel en boerenstand. Daarnaast worden mensen net zoals bij de kasten reeds van hun geboorte ingedeeld in standen (lage sociale mobiliteit). • Iemand behoort tot een sociale klasse omwille van zijn/haar economische positie en de daaruit volgende levenskansen. De concrete eigenschappen kunnen variëren. Enkele voorbeelden zijn: geslacht, beroep, inkomen, seksuele geaardheid, … .
-
-
Maak een vergelijking tussen ontwikkelingslanden en hoge-inkomenslanden. In hoge-inkomenslanden zoals België mogen mensen op het eerste zicht meer. Maar is dat ook zo? Je kan ingaan op vormen van ongelijkheden in hoge-inkomenslanden zoals racisme en discriminatie op basis van seksuele geaardheid, kansarmoede, financiële armoede, mensen met beperkingen. Meer weten over het hindoeïsme? • Een interactieve website met quiz • Info voor oudere leerlingen vind je hier
37
Bijlage 2: Oplossing quiz 1. De meest voorkomende complicatie van diarree
6. Door … na toiletbezoek daalt de kans op diarree
is…
met meer dan 30%.
E. bloedvergiftiging.
E. Je handen met zeep te wassen.
F. darmperforatie.
F. Propere kleren aan te doen.
G. epileptische aanvallen.
G. Vettig voedsel te eten.
H. uitdroging.
H. Water van een rivier te drinken.
2. Als je diarree hebt…
7. Wereldwijd hebben 1 miljard mensen …
E. drink je best minder.
E. geen elektriciteit.
F. eet je best minder.
F. geen huis.
G. was je best je handen voor het eten.
G. geen toegang tot sanitaire voorziening.
H. Alle bovenstaande antwoorden.
H. geen zuiver drinkwater.
3. Diarree wordt veroorzaakt door…
8. Diarree doodt meer kinderen jonger dan 5 dan …
E. bacteriën.
E. aids
F. Protozoa (eencellige micro-organismen).
F. malaria
G. virussen.
G. mazelen
H. Alle bovenstaande antwoorden.
H. Alle bovenstaande antwoorden
4. In meer dan 80% van de diarreegevallen is dit te
9. … speelt een belangrijke rol bij de diarreeproblema-
wijten aan …
tiek in ontwikkelingslanden.
E. onveilig water.
E. Armoede
F. slechte hygiëne.
F. Opleidingsniveau
G. slechte of gebrek aan sanitaire voorzieningen.
G. Geslacht
H. Alle bovenstaande antwoorden.
H. Huidskleur
5. Wereldwijd gebruikt … een toilet.
10. Diarree doodt jaarlijks 1,5 miljoen …
E. 1 op 4 mensen.
E. dieren.
F. 2 op 4 mensen.
F. kinderen.
G. 3 op 4 mensen.
G. jongeren.
H. Iedereen.
H. volwassenen.
38
3. techniek Zuiver water Tijd
Werkwijze
Afhankelijk van de gekozen methodiek
Er zijn verschillende methoden mogelijk. Er bestaat al heel wat informatie, dus we verwijzen graag naar enkele lespakketten.
Doelstellingen Preventie De leerlingen 3.3 kunnen kritisch nadenken over de problemen
waarmee mensen in Nepal geconfronteerd worden op het vlak van water en sanitatie (attitude).
-
12+: Bouw een waterfabriek en/ of Zuiveren van water
-
12+: Waterzuivering en zwembadwater maken
-
15+, technische richtingen: Via Techniek 15+, www.techniek15plus.nl Opdrachten 15+ Ontwerpen voor duurzaamheid Praktische opdrachten Zuivering afvalwater. Je vindt er een opgave en een werkblad
-
15+, technische richtingen: Via Techniek 15+, www.techniek15plus.nl Opdrachten 15+ Techniek Praktische opdrachten Scheikunde Waterzuivering
-
Bespreek:
Wat doet het Rode Kruis? De leerlingen 5.2 kunnen enkele concrete voorbeelden geven van
wat Rode Kruis doet in Nepal ter preventie van diarree (inzicht).
Eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen… Kritisch denken: (11) kunnen gegevens, handelswijzen en redeneringen ter discussie stellen aan de hand van relevante criteria.
Context: De leerlingen… Omgeving en duurzame ontwikkeling: (3) zoeken naar mogelijkheden om zelf duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen.
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij technologische vakken.
Werkvorm Experiment
• Vergelijk waterzuivering in België met waterzuivering in Nepal. Hoe maken wij water vuil in huis en op school? En in Nepal? Waar gaat ons vuile water naartoe? En in Nepal? Wat gebeurt het met het vuile water in België? En in Nepal? Is het water uit onze kraan proper? En het water waarmee we douchen en de wc doorspoelen? En in Nepal? • Wat doet Rode Kruis in Nepal: (zie Wat doet Rode Kruis in het basispakket) • Extra: Wat kunnen de leerlingen zelf doen om minder water te vervuilen? Wat kan de school doen?
Materiaal Foto’s
39
BIJLAGE Bekijk deze foto ter illustratie. Tips uit ‘Help! Eerste hulp voor iedereen’, het referentiewerk over eerste hulp van Rode Kruis-Vlaanderen. •
In ons land is leidingwater drinkbaar, het wordt voldoende gecontroleerd.
•
Gebruik geen kraantjeswater als de hygiënische omstandigheden ondermaats zijn. Drink liefst flessenwater uit een fles die in je bijzijn geopend wordt. Vermijd ook ijsblokjes, want die kunnen gemaakt zijn met besmet water.
•
Als je geen flessenwater hebt, moet het water gekookt of ontsmet worden. Vooral voor avontuurlijke reizigers is dit belangrijk. De volgende maatregelen verkleinen de kans op besmetting: • zichtbaar troebel water filteren vooraleer het te ontsmetten of te koken (bijvoorbeeld met een koffiefilter); • het water tot het kookpunt brengen (tot er grote luchtbellen ontstaan); • het water zuiveren in een speciale waterfilter (vraag deskundig advies voor het gebruik ervan); • het water chemisch ontsmetten met chloordruppels of chloortabletten (verkrijgbaar in gespecialiseerde buitensportzaken) is een noodoplossing als de andere methodes onmogelijk zijn.
40
3. techniek creatieve oplossing Tijd
Werkwijze
30’ – 50’
Leg de opdracht uit:
Doelstellingen
-
Wat doet het Rode Kruis?
• hier
De leerlingen 5.1 kunnen met eigen woorden uitleggen wat Rode
Kruis doet op vlak van basisgezondheidszorg (2 dingen: preventie en verbeteren van toegang tot gezondheidszorg) (inzicht).
Einddoel: Bedenk hoe een publiek toilet er moet uit zien om aantrekkelijk te zijn
• in Nepal. -
Stappenplan: • Klasgesprek: - Hier: maak jij gebruik van openbare toiletten: waarom wel, waarom niet, onder welke voorwaarden? (link met de eigen leefwereld) - Nepal: vertel je leerlingen hoe het her in Nepal aan toegaat. (zie bijlage)
5.2 kunnen enkele concrete voorbeelden geven van
wat Rode Kruis doet in Nepal ter preventie van diarree (inzicht).
Eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen…
• Zoek voorbeelden van toiletten zoals ze nu zijn (fotomateriaal, Google): - Hier: mobiele toiletten bij festivals, evenementen, op gemeentepleinen, drukke straten, en publieke toiletten in concertzalen, feestzalen, winkels, parkings, stations… - Nepal: fotomateriaal
Creativiteit: (2) kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren.
Context: De leerlingen… Lichamelijke gezondheid en veiligheid: (15) beseffen dat maatschappelijk fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid.
• Noteer welke elementen aanwezig moeten zijn in jouw publiek (mobiel) toilet: - Mogelijkheid tot handen wassen? - Wat met geurhinder? - Toiletpapier? - Chemische wc of water om te spoelen?
Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij technologische vakken, PAV, plastische vakken.
Werkvorm (groeps)opdracht
• Ga aan de slag met tekengerief: teken een plan/ schets voor een publiek toilet.
Materiaal
• Je kan de leerlingen hun plan/schets laten knutselen met kosteloos materiaal.
-
Tekengerief
-
Knutselmateriaal (kosteloos materiaal)
-
Bespreek: • Waarom heb je je publiek toilet zo ingericht? • Wat is het verschil tussen hoe mensen hier en in Nepal naar toilet gaan? • Waarom is de kans groter dat mensen in Nepal diarree zullen hebben? (geen/minder goede sanitaire voorzieningen) • Wat kan het Rode Kruis doen om de kans op diarree in Nepal te verminderen? (maak de link met wat het Rode Kruis echt doet)
41
Tips -
Je kan een koppeling maken met creatieve denkers als Panamarenko, Leonardo Da Vinci…
-
Laat de leerlingen online zoeken naar leuke ideeën zoals dit.
-
In technische richtingen kan je de leerlingen een concretere opdracht geven en hen het plan laten uitwerken tot een realistisch bouwplan/ technische tekening (eventueel met computerprogramma).
-
Laat de leerlingen samenwerken aan één plan en geef hen de kans om het te bouwen.
42
6. Bronnen Crocker, A. (1993), Into which caste have you been cast?: India’s caste system. Norma OK: Oklahoma Bar Association. Ejemot RI, Ehiri JE, Meremikwu MM, Critchley JA. (2008), Hand washing for preventing diarrhoea. Cochrane Database Syst Rev 2008;(1):CD004265. Muylle, L. (1998), Pal achter Nepal. Brussel: Rode Kruis-Vlaanderen. Rode Kruis-Nepal (2011), WatSan fact sheet of Nepal “Music for Life”. Nepal: Rode Kruis-Nepal. Rode Kruis-Vlaanderen (2011), Help! Eerste hulp voor iedereen. Mechelen: Rode Kruis-Vlaanderen. Rode Kruis-Vlaanderen (2011), African First Aid Materials. Mechelen: Rode Kruis-Vlaanderen.
Websites BAM! Body and mind, (z.j.), Hand Washing Experiment, (online), http://www.bam.gov/teachers/activities/epi_4_hand_ wash.pdf, laatst geraadpleegd op 26-10-2011. Biorelief.com, (z.j.), Stadium Pal Kit, (online), http://biorelief. com/products/portable-toilets/stadium-pal-kit.html, laatst geraadpleegd op 21-10-2011. Educatieve Hogeschool van Amsterdam, (2005), Almanak Biologie, (online), http://www.fontys.nl/lerarenopleiding/ tilburg/biologie/cd%20amsterdam/cdw/almanak/5prcurs/ microbio/bactkwek.htm, laatst geraadpleegd op 21/10/2011. Efs, (2003), Cleaning water, (online), http://www.e4s.org.uk/ biffa/water/sheet05a.html, laatst geraadpleegd op 21-10-2011. Home Water Purifiers And Filters, (2001), Ultraviolet Water Purification – UV, (online), http://www.home-water-purifiersand-filters.com/ultraviolet-filter.php, laatst geraadpleegd op 25/10/2011. I New Idea Homepage, (2011), Toilet Powered Motorcycle (online), http://www.inewidea.com/2011/10/10/40772. html#more-40772, laatst geraadpleegd op 21-10-2011. Kennisnet, (z.j.), (online), http://www.kennisnet.nl; laatst geraadpleegd op 21-10-2011. Lenntech Water Treatment Solutions, (z.j.), Desinfectiemiddelen, (online), http://www.lenntech.nl/processen/desinfectie/chemisch/desinfectiemiddelen-chloor.htm, laatst geraadpleegd op 25/10/2011.
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, (z.j.), Infectieziekten, Cholera, (online), http://www.rivm.nl/cib/ infectieziekten-A-Z/infectieziekten/cholera/index.jsp, laatst geraadpleegd op 25/10/2011. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, (z.j.), Infectieziekten, Rotavirusgroep A, B, C (online), http://www.rivm.nl/ cib/infectieziekten-A-Z/infectieziekten/rotavirusgroep_ABC/ Rotavirus_isi.jsp, laatst geraadpleegd op 26-10-2011. Rode Kruis-Vlaanderen en Jeugd Rode Kruis, (2006), Gezondheid! Proost! Lespakket over Namibië, water en gezondheid, (online), http://www.jeugdrodekruis.be/JRK/index/ JRK_Aanbod/Maak_je_eigen_JRKprofiel!-Gezondheid!_ Proost!.html?opl, laatst geraadpleegd op 21-10-2011. Thuis experimenteren, (z.j.), Bacteriën en schimmels kweken, (online), http://www.thuisexperimenteren.nl/science/microscopie/bacterienkweken/smartllabbacteriafarm.htm, laatst geraadpleegd op 24/10/2011. Unicef, (z.j.), (online), http://www.unicef.org/, laatst geraadpleegd op 26-10-2011. World Heath Organization, (z.j.),(online), http://www.who.int/ en/, laatst geraadpleegd op 26-10-2011.
7. Contact Alle vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij Rode Kruis-Vlaanderen, Didactisch-Pedagogische Cel:
[email protected] of 015 44 35 78 Of per post naar Rode Kruis-Vlaanderen, t.a.v. Liesbeth Adriaenssens, Motstraat 40, 2800 Mechelen Meer weten over het Rode Kruis? Rode Kruis-Vlaanderen Motstraat 40 2800 Mechelen
[email protected] www.rodekruis.be www.jeugdrodekruis.be
Colofon Verantwoordelijke uitgever: Philippe Vandekerckhove, Motstraat 40, 2800 Mechelen Uitgave: november 2011 Foto’s: Rode Kruis-Vlaanderen, Nepalese Rode Kruis, Tom Van Cakenberghe Tekst: Rode Kruis-Vlaanderen
43
44
Music for Life 2011: Diarree We do give a shit Werkbladen Naam:
Fiche 3: een kijkje nemen in de eigen omgeving Naam: 1.
Hoe lang is het geleden dat je diarree hebt gehad en hoe kwam dit?
Datum:
Klas:
5. Waarop moet je letten…
i. bij een toiletbezoek?
2. Wat heb je dan gedaan?
ii. tijdens het koken?
iii. bij contact met zieke mensen?
3. Geef 5 situaties waarin diarree zeer lastig is.
iv. als je een flesje water koopt op reis?
6. Is kraantjeswater in België veilig om te drinken?
7. Welke oplossingen hebben wij in België om diarree
4. Wat denk je dat de oorzaken zijn van diarree?
te genezen?
8. Welke oplossingen voor diarree hebben mensen in
ontwikkelingslanden volgens jou?
2
Fiche 4: wist je dat...?
WIST JE DAT ...
Wist je dat... dit Yellow Flagging heet? Het is een uniek project van Jeugd Rode Kruis in Kathmandu. Jeugd Rode Kruis-Nepal wil de ouders opvoeden via de kinderen. De scholieren houden een parade door het dorp waarbij ze gele vlaggen dragen. De vlaggen planten ze op plaatsen waar dorpelingen zich in het openbaar ontlasten. Het doel? Iedereen in het dorp duidelijk maken hoeveel menselijke uitwerpselen er wel niet liggen. Hopelijk zorgen de vlaggen ervoor dat de mensen in het dorp zich niet meer ontlasten in de open lucht.
Fiche 4: wist je dat...?
WIST JE DAT ...
WIST JE DAT ...
WIST JE DAT ...
Fiche 5: Reisbrochure
België Welk voedsel eten mensen vooral?
Eten mensen op bijzondere dagen of feestdagen iets anders? Zo ja, wat?
Bestaan er speciale eetregels? Zo ja, welke. Waarmee heeft dat te maken?
Nepal
Fiche 6: experiment handen wassen
1
2
++++
+++
3
++ 4
+
5
1
Fiche 6: experiment handen wassen
Naam
Wastijden (in seconde) met enkel water 0
Naam
1
5
20
5
20
Wastijden met water en zeep 0
1
2
Fiche 7: hygiëneles in Nepal Naam:
Los volgende vragen over het filmpje op: 1.
Wat zijn de oorzaken van diarree?
•
•
•
2. Wat leren Nepalese kinderen in de les? 3. Wat gebeurt er in scholen zonder toiletten?
Datum:
Klas:
Fiche 8: een kijkje nemen in nepal (1) Naam:
Datum:
Klas:
Casus 1 - Familie Bantar De ouders Bantar wonen met vijf zonen, drie dochters en drie schoondochters in een sloppenwijk aan de Bagmati, de heilige rivier van Kathmandu. Het water is behoorlijk vervuild en de oevers zijn bedekt met plastic en ander afval dat door de stroming naar de kant wordt gedreven. Fabrieken in de buurt dumpen chemisch afval in de rivier. En talloze riool- en afvalwaterleidingen monden uit in de rivier. De familie Bantar woont in de wijk Teku. Daar is de oever van de Bagmati precies een groot vuilnisbelt. Dagelijks verdienen duizenden mensen hun brood door het afval te sorteren en te verkopen. Dat doet ook de familie Bantar. Elke dag zoeken ze plastic flessen die ze doorverkopen aan recyclagebedrijven die er weer grondstoffen van maken. Hun huis ligt zowat op het vuilnisbelt. Het is gemaakt van stokken en zeilen en bestaat uit twee min of meer afgescheiden ruimtes. De hele familie slaapt, kookt en eet daarin. Het gezin haalt water bij de bron, een tiental meter van hun huis en vlakbij een drukke weg. Met een petfles aan een touwtje halen ze het water uit de waterput. “Ik weet niet of het water veilig is”, zegt vader Bantar. Toch gebruiken ze het om te drinken, eten te bereiden, af te wassen en kleren te wassen. De plek rondom de bron is ook de ‘badkamer’ van de hele buurt. Mensen komen zich er inzepen en spoelen zich dan met bekers of flessen af. De familie heeft geen wc, maar gebruikt de oevers van de rivier als toilet. “Mijn familie heeft wel vaak diarree, maar ik weet niet hoe het komt”, vertelt vader Bantar. “Als we geld hebben, gaan we naar het ziekenhuis. Meestal lossen we water op met zout en suiker om te genezen.” Ze koken hun drinkwater niet en gebruiken geen filter.
1
Fiche 8: een kijkje nemen in nepal (2) Naam:
Datum:
Klas:
Casus 2 - Familie Shek Met z’n zessen woont de familie Shek in een zelfgemaakte constructie van stokken en zeilen in de sloppenwijk Teku. Hun huis is 12 m² en het gezin kookt, eet en slaapt in dezelfde ruimte. Het kleine stuk land waar ze hun woning hebben gebouwd, huren ze voor 700 roepie per maand (7 euro) van de man die ernaast een garage uitbaat. De jongste zoon werkt in de garage als manusje-vanalles. Ook de oudste zoon Aslam (15) werkt: hij helpt in een winkel in de buurt. De middelste zoon Asrad (11) gaat naar school. “Hij is stom”, vindt Aslam. “In plaats van geld te verdienen, wil hij naar school!” Asrad weet nog niet goed wat hij later wil worden, maar zijn lievelingsvak is wiskunde. Asmeri (4) is de jongste van het gezin. “Ze speelt het liefst met haar vriendjes in de modder”, vertelt haar vader. Vader Aaliyas (48) en moeder Samsah (35) verzamelen elke dag waterflessen tussen de afvalbergen aan de rand van de Bagmati, de heilige rivier in Kathmandu. Dat is ook de plek die het gezin als wc gebruikt. Water halen ze uit een waterput op een paar meter van hun huis. “We koken ons water altijd eerst voor we ervan drinken”, vertelt Aaliyas. “Anders worden we ziek.” Net als iedereen in de wijk wassen ze zich aan de waterbron, die vlak aan de weg ligt waar auto’s en brommers toeterend voorbij razen. Het water moeten ze via een fles aan een touwtje naar boven halen. Omdat ze met hun handen eten, is het belangrijk dat ze hun handen goed wassen, maar dat vergeten ze soms.
2
Fiche 8: een kijkje nemen in nepal (3) Naam:
Datum:
Klas:
Casus 3 - Familie Muslim Sopona Muslim (13) woont met haar twee broers, zus, moeder en schoonzus in een huisje in de sloppenwijk Teku in Kathmandu. Het huis ligt verscholen in een put langs de kant van de weg,. Het is met bakstenen gebouwd en heeft twee kamers: eentje waar gekookt wordt en waar broer en schoonzus slapen en een andere kamer waar de familie tv kijkt en slaapt. Sopona gaat naar school en haar lievelingsvakken zijn Engels en Nepali. Als ze niet op school zit, helpt ze haar moeder met allerlei klusjes. Zo gaat ze vaak water halen bij de tempel op de hoek en verzamelt ze net als haar moeder en broers petflessen die ze doorverkoopt aan recyclagebedrijven. Voor ze water uit de bron drinken, gaat het door een filter die in hun woonkamer staat. “Anders worden we ziek”, weet Sopona. Het gezin heeft geen wc, maar gaat daarvoor naar de oever van de rivier – ook de plek waar ze op zoek gaan naar afval om te verkopen. “Later wil ik graag dokter worden”, vertelt Sopona. “Dan kan ik de mensen hier beter maken.” Op zaterdag moet ze haar moeder niet helpen op de vuilnisbelt en heeft ze tijd om te spelen met haar vrienden. Het liefst spelen ze met knikkers. “Ik ben redelijk goed, maar mijn vriendin Asmeri is veel beter”, vertelt ze.
3
Verhaal 1
Verhaal 1
Fiche 9: word rode kruisvrijwilliger (1)
Verhaal 1
Verhaal 1
Verhaal 2
Verhaal 2
Fiche 9: word rode kruisvrijwilliger (2)
Verhaal 2
Verhaal 2
Verhaal 3
Verhaal 3
Fiche 9: word rode kruisvrijwilliger (3)
Verhaal 3
Verhaal 3
Verhaal 4
Verhaal 4
Fiche 9: word rode kruisvrijwilliger (4)
Verhaal 4
Verhaal 4
Fiche 11: ontwikkelingshulp Spelregels debatteren •
Maak tijdens het debat gebruik van jouw voorbereiding.
•
Durf regelmatig het woord te nemen.
•
Blijf bij het onderwerp.
•
Besteed voldoende aandacht aan het taalgebruik (Standaardnederlands, verzorgde zinsconstructies).
•
Luister ook aandachtig naar de inbreng van anderen en reageer hierop.
•
Kom niet nodeloos terug op dezelfde argumenten: bouw verder op wat reeds gezegd is.
•
Wees respectvol tegenover andere personen en hun meningen.
Fiche 11: ontwikkelingshulp Rollenfiche moderator De moderator leest de stelling en brengt het gesprek op gang. Hij zorgt dat iedereen aan bod kan komen tijdens de discussie en vraagt dus naar iedereen zijn mening. Blijft er discussie, dan beslist de moderator hoe het debatteam verder gaat. De moderator zorgt er ook voor dat het debat eindigt met een conclusie.
TIPS 1.
Gesprek starten
´´ Wat is de stelling? 2. Gesprek op gang brengen en houden ´´ Vraag, als dat nodig is, meer uitleg bij wat een
teamlid zei.
´´ Voorkom afdwalen van het onderwerp. ´´ Stel geen ja/nee vragen (“Vind je dit goed?”) maar
vraag “wat vind jij?” en “waarom?”.
´´ Stel vragen om dieper op de zaak in te gaan: Wil
je dat wat verduidelijken? Als ik het goed begrijp, bedoel je dat…?
3. Iedereen betrekken ´´ Stimuleer de teamleden om hun mening te geven. ´´ Geef iedereen de ruimte om uit te praten, en zorg
dat iedereen luistert naar er gezegd wordt.
4. Conclusie formuleren ´´ Laat de groep tot een conclusie komen of vat zelf
samen wat de groep besproken heeft.
Fiche 11: ontwikkelingshulp Rollenfiche observator
Observatieformulier
De observator noteert de observaties van het debatteam. De observator kan achteraf zijn nota’s doorspelen aan de rest van de team.
Wie observeer ik?
TIPS
Wat zijn de argumenten die tijdens het debat aanhaalt?
-
Vul het observatieformulier nauwkeurig in.
-
Kom niet tussen in het debat, beperk jouw taak tot het observeren.
-
Probeer zo objectief mogelijk te zijn en jouw eigen mening er niet bij te betrekken tijdens het observeren.
Na het debat: Duid op de schaal het antwoord aan op de volgende vragen:
Helemaal niet 1
Helemaal wel 2
3
4
5
´´ Is ... een leidersfiguur binnen de groep?
1
2
3
4
5
´´ Brengt ... regelmatig nieuwe argumenten aan?
1
2
3
4
5
´´ Reageert ... op wat de anderen zeggen?
1
2
3
4
5
´´ Lukt het ... om tussen te komen als hij of zij dat wil?
1
2
3
4
5
´´ Zijn de tussenkomsten van ... meestal lang?
1
2
3
4
5
4
5
´´ Volgt ... het gesprek actief?
1
2
3
Fiche 13: evaluatie met quiz Werkblad 1.
De meest voorkomende complicatie van diarree is…
6. Door … na toiletbezoek daalt de kans op diarree
met meer dan 30%.
A. bloedvergiftiging.
A. je handen met zeep te wassen
B. darmperforatie.
B. propere kleren aan te doen
C. epileptische aanvallen.
C. vettig voedsel te eten
D. uitdroging.
D. water van een rivier te drinken
2. Als je diarree hebt…
7. Wereldwijd hebben 1 miljard mensen …
A. drink je best minder.
A. geen elektriciteit.
B. eet je best minder.
B. geen huis.
C. was je best je handen voor het eten.
C. geen toegang tot sanitaire voorziening.
D. Alle bovenstaande antwoorden.
D. geen zuiver drinkwater.
3. Diarree wordt veroorzaakt door…
8. Diarree doodt meer kinderen jonger dan 5 dan …
A. bacteriën.
A. aids.
B. protozoa (eencellige micro-organismen).
B. malaria.
C. virussen.
C. mazelen.
D. Alle bovenstaande antwoorden.
D. alle bovenstaande antwoorden.
4. In meer dan 80% van de diarreegevallen is dit te
9. … speelt een belangrijke rol bij de diarreeproblema-
wijten aan…
tiek in ontwikkelingslanden.
A. onveilig water.
A. Armoede
B. slechte hygiëne.
B. Opleidingsniveau
C. slechte of gebrek aan sanitaire voorzieningen.
C. Geslacht
D. Alle bovenstaande antwoorden.
D. Huidskleur
5. Wereldwijd gebruikt … een toilet.
10. Diarree doodt jaarlijks 1,5 miljoen …
A. 1 op 4 mensen
A. dieren.
B. 2 op 4 mensen
B. kinderen.
C. 3 op 4 mensen
C. jongeren.
D. iedereen
D. volwassenen.
1
biologisch/chemisch: kennismaking met bacteriën
Startpagina
Profiel
Account
Naam: Prikbord
Info
Foto’s
Evenementen
Over mezelf Algemene gegevens
Incubatietijd:
Geboorteplaats:
Woonplaats:
Vrienden
Favoriete plek:
Bezigheden:
2
uitbreiding sociaal: leef je in in het kastensysteem
Bijlage 1: De Brahmanen Je bent een Brahmaan en je behoort tot dezelfde kaste als de rest van de Brahmanen. Je krijgt een naamsticker. Plak die op een zichtbare plaats zodat ook de andere leerlingen kunnen zien tot welke kaste jij behoort. Het is belangrijk dat je iedereen behandelt volgens hun kaste. Dit doe je zo:
De Kshatriya
De Vaishya
De Kshatriya is de tweede belangrijkste persoon. Vraag aan de Kshatriya om je te beschermen tegen de Dalits als ze dicht bij je komen of als leerlingen uit andere groepen naar je toe komen.
De Vaishya is een belangrijke persoon, maar niet zo belangrijk als de Kshatriya. Straks moet je in groep een opdrachtblad invullen. Vraag aan de Vaishya om dat te doen, dat is zijn taak. Als de Vaishya zelf probeert te antwoorden,mag je dat nooit toelaten! Alles wat hij zegt, is fout. Lach hem uit als hij het toch probeert.
De Sudra
De Dalits
De Sudra is niet belangrijk. Negeer alles hij zegt. Als het opdrachtenblad ingevuld is, dan moet de Sudra het afgeven aan de leerkracht. Dat is zijn enige taak, voor de rest moet je hem negeren.
Je moet de Dalits volledig negeren. Praat er niet mee, doe alsof ze niet bestaan en onzichtbaar zijn. Als ze te dicht komen, ga dan snel weg van hen, je wilt namelijk niet onrein worden.
uitbreiding sociaal: leef je in in het kastensysteem
Bijlage 2: De Kshatriya Je bent een Kshatriya je behoort tot dezelfde kaste als de rest van de Kshatriya. Je krijgt een naamsticker. Plak die op een zichtbare plaats zodat ook de andere leerlingen kunnen zien tot welke kaste jij behoort. Het is belangrijk dat je iedereen behandelt volgens hun kaste. Dit doe je zo:
De Brahmaan
De Vaishya
De Brahmaan is de belangrijkste persoon. Zijn mening is de waarheid. Alles wat hij zegt, moet gevolgd worden door de hele groep. Dat is omdat de Brahmaan de slimste persoon is. Alle antwoorden die hij geeft, moeten opgeschreven worden.
De Vaishya is een belangrijke persoon, maar niet zo belangrijk als de Kshatriya. Straks moet je in groep een opdrachtblad invullen. Vraag aan de Vaishya om dat te doen, dat is zijn taak. Als de Vaishya zelf probeert te antwoorden,mag je dat nooit toelaten! Alles wat hij zegt, is fout. Lach hem uit als hij het toch probeert.
De Sudra
De Dalits
De Sudra is niet belangrijk. Negeer alles hij zegt. Als het opdrachtenblad ingevuld is, dan moet de Sudra het afgeven aan de leerkracht. Dat is zijn enige taak, voor de rest moet je hem negeren.
Je moet de Dalits volledig negeren. Praat er niet mee, doe alsof ze niet bestaan en onzichtbaar zijn. Als ze te dicht komen, ga dan snel weg van hen, je wilt namelijk niet onrein worden.
uitbreiding sociaal: leef je in in het kastensysteem
Bijlage 3: De Vaishyas Je bent een Vaishya en je behoort tot dezelfde kaste als de rest van de Vaishyas. Je krijgt een naamsticker. Plak die op een zichtbare plaats zodat ook de andere leerlingen kunnen zien tot welke kaste jij behoort. Het is belangrijk dat je iedereen behandelt volgens hun kaste. Dit doe je zo:
De Brahmaan
De Kshatriya
De Brahmaan is de belangrijkste persoon. Zijn mening is de waarheid. Alles wat hij zegt, moet gevolgd worden door de hele groep. Dat is omdat de Brahmaan de slimste persoon is. Alle antwoorden die hij geeft, moeten opgeschreven worden.
De Kshatriya is de tweede belangrijkste persoon. Vraag aan de Kshatriya om je te beschermen tegen de Dalits als ze dicht bij je komen of als leerlingen uit andere groepen naar je toe komen.
De Sudra
De Dalits
De Sudra is niet belangrijk. Negeer alles hij zegt. Als het opdrachtenblad ingevuld is, dan moet de Sudra het afgeven aan de leerkracht. Dat is zijn enige taak, voor de rest moet je hem negeren.
Je moet de Dalits volledig negeren. Praat er niet mee, doe alsof ze niet bestaan en onzichtbaar zijn. Als ze te dicht komen, ga dan snel weg van hen, je wilt namelijk niet onrein worden.
uitbreiding sociaal: leef je in in het kastensysteem
Bijlage 4: De Sudras Je bent een Sudra en je behoort tot dezelfde kaste als de rest van de Sudras. Je krijgt een naamsticker. Plak die op een zichtbare plaats zodat ook de andere leerlingen kunnen zien tot welke kaste jij behoort. Het is belangrijk dat je iedereen behandelt volgens hun kaste. Dit doe je zo:
De Brahmaan
De Kshatriya
De Brahmaan is de belangrijkste persoon. Zijn mening is de waarheid. Alles wat hij zegt, moet gevolgd worden door de hele groep. Dat is omdat de Brahmaan de slimste persoon is. Alle antwoorden die hij geeft, moeten opgeschreven worden.
De Kshatriya is de tweede belangrijkste persoon. Vraag aan de Kshatriya om je te beschermen tegen de Dalits als ze dicht bij je komen of als leerlingen uit andere groepen naar je toe komen.
De Vaishya
De Dalits
De Vaishya is een belangrijke persoon, maar niet zo belangrijk als de Kshatriya. Straks moet je in groep een opdrachtblad invullen. Vraag aan de Vaishya om dat te doen, dat is zijn taak. Als de Vaishya zelf probeert te antwoorden,mag je dat nooit toelaten! Alles wat hij zegt, is fout. Lach hem uit als hij het toch probeert.
Je moet de Dalits volledig negeren. Praat er niet mee, doe alsof ze niet bestaan en onzichtbaar zijn. Als ze te dicht komen, ga dan snel weg van hen, je wilt namelijk niet onrein worden.
uitbreiding sociaal: leef je in in het kastensysteem
Bijlage 5: De Dalits Je bent een Dalit en je behoort tot dezelfde kaste als de rest van de Dalit. Je krijgt een naamsticker. Plak die op een zichtbare plaats zodat ook de andere leerlingen kunnen zien tot welke kaste jij behoort. Het is belangrijk dat je iedereen behandelt volgens hun kaste. Dit doe je zo:
De Brahmaan
De Kshatriya
De Brahmaan is de belangrijkste persoon. Zijn mening is de waarheid. Alles wat hij zegt, moet gevolgd worden door de hele groep. Dat is omdat de Brahmaan de slimste persoon is. Alle antwoorden die hij geeft, moeten opgeschreven worden.
De Kshatriya is de tweede belangrijkste persoon. Vraag aan de Kshatriya om je te beschermen tegen de Dalits als ze dicht bij je komen of als leerlingen uit andere groepen naar je toe komen.
De Vaishya
De Sudra
De Vaishya is een belangrijke persoon, maar niet zo belangrijk als de Kshatriya. Straks moet je in groep een opdrachtblad invullen. Vraag aan de Vaishya om dat te doen, dat is zijn taak. Als de Vaishya zelf probeert te antwoorden,mag je dat nooit toelaten! Alles wat hij zegt, is fout. Lach hem uit als hij het toch probeert.
De Sudra is niet belangrijk. Negeer alles hij zegt. Als het opdrachtenblad ingevuld is, dan moet de Sudra het afgeven aan de leerkracht. Dat is zijn enige taak, voor de rest moet je hem negeren.
uitbreiding sociaal: leef je in in het kastensysteem Groepsopdracht Quiz 1.
De meest voorkomende complicatie van diarree is…
6. Door … na toiletbezoek daalt de kans op diarree met
meer dan 30%.
A. bloedvergiftiging.
A. je handen met zeep te wassen
B. darmperforatie.
B. propere kleren aan te doen
C. epileptische aanvallen.
C. vettig voedsel te eten
D. uitdroging.
D. water van een rivier te drinken
2. Als je diarree hebt…
7. Wereldwijd hebben 1 miljard mensen …
A. drink je best minder.
A. geen elektriciteit.
B. eet je best minder.
B. geen huis.
C. was je best je handen voor het eten.
C. geen toegang tot sanitaire voorziening.
D. Alle bovenstaande antwoorden.
D. geen zuiver drinkwater.
3. Diarree wordt veroorzaakt door…
8. Diarree doodt meer kinderen jonger dan 5 dan …
A. bacteriën.
A. aids.
B. protozoa (eencellige micro-organismen).
B. malaria.
C. virussen.
C. mazelen.
D. Alle bovenstaande antwoorden.
D. alle bovenstaande antwoorden.
4. In meer dan 80% van de diarreegevallen is dit te
wijten aan …
9. … speelt een belangrijke rol bij de diarreeproblema-
tiek in ontwikkelingslanden.
A. onveilig water.
A. Armoede
B. slechte hygiëne.
B. Opleidingsniveau
C. slechte of gebrek aan sanitaire voorzieningen.
C. Geslacht
D. Alle bovenstaande antwoorden.
D. Huidskleur
5. Wereldwijd gebruikt … een toilet.
10. Diarree doodt jaarlijks 1,5 miljoen …
A. 1 op 4 mensen
A. dieren.
B. 2 op 4 mensen
B. kinderen.
C. 3 op 4 mensen
C. jongeren.
D. iedereen
D. volwassenen.
uitbreiding sociaal: leef je in in het kastensysteem Discussieopdracht Bespreek de volgende vragen in groep en maak een besluit. Vergeet niet rekening te houden met de regels op je rollenblad!
1
Arme mensen moeten geld krijgen van rijke mensen. Ben jij het daar mee eens? Waarom wel of niet?
2
Vind je dat rijke en arme mensen in ons land anders behandeld worden? Waarom wel of niet?