Mukhtasar al-Akhdari Les 4
Deel 2 - uiterlijke & rituele reiniging
1
Sectie: De Zuivering
Vertaling: “Reiniging kent twee soorten - Reiniging van rituele onreinheid (Hadath) - Reiniging van viezigheid (Khabath) Alle vormen van reiniging zijn niet correct, behalve met zuiver en reinigend water. Het is water waarvan de kleur, smaak en geur niet veranderd is door iets wat normaliter gescheiden hiervan, zoals olie (Zayt), boter (Samn), enkel vet (Dasam), mest (Wadhah), zeep (Sabūn), viezigheid (Wasakh) en andere zaken. Er is niets mis met aarde (Turāb), modder (Ham’a), zout bevattend grond (Sabakh), (kalk-)steen (Âjurr) en het soortgelijke ervan.”
“Tahārah” is afgeleid van het werkwoord: “Ta-hu-ra” (zuiver zijn, onvervuild zijn, puur zijn) en een tweede werkwoordsvorm hiervan is: “Tah-ha-ra” (Shaddah op de letter ‘H’ - en betekend: zuiveren, reinigen, schoonmaken). Al-Tahārah betekend algemeen: “zuivering, reiniging, rituele zuiverheid en puurheid”.
2
De bewijzen De moslim juristen (de Fuqaha’) zijn het er allen over eens dat Reiniging van Hadath oftewel “rituele reiniging van het lichaam” bestaat uit drie soorten van reinigen, namelijk: 1. De Wudū’ 2. De Ghusl 3. De Tayammum
De soorten van water
Vertaling: “Alle vormen van reiniging zijn niet correct, behalve met zuiver en reinigend water. Het is water waarvan de kleur, smaak en geur niet veranderd is”
“Mā-u” (water) en meervoud is “Miyāhu” en “Amwāhu” dat oorspronkelijk afstamt van het werkwoord “Mā-ha” en betekend “te mengen, te mixen, te verdunnen” en “een invloed hebben”.
3
Er zijn verschillende benaderingen om de soorten van water uit te leggen en het is een kwestie van taalgebruik. Zo zeggen de geleerden ook: 1. al-Mā-ul-Mutlaq: Dit is water waarvan de kleur, smaak en geur niet is veranderd of aangetast door reine substantie of door een onreine substantie, maar enigszins wel veranderd kan zijn door een water-eigen-substantie zoals aarde (Turāb), modder (Ham’a), zout bevattend grond (Sabakh) en het soortgelijke ervan. Dit water is geschikt van algemene zaken en voor rituele reiniging. 2. al-Mā’-ut-Tāhir: Dit is water waarvan de kleur, smaak en geur wel is veranderd of aangetast door reine substantie zoals iets wat normaliter gescheiden is hiervan, zoals olie (Zayt), boter (Samn), zeep (Sabūn), viezigheid (Wasakh) en andere zaken. Dit water is uitsluitend geschikt voor algemene zaken en niet voor rituele reiniging. 3. al-Mā’-un-Najis: Dit is water waarvan de kleur, smaak en geur wel is veranderd of aangetast door onreine substantie zoals urine (Bawl), ontlasting (Ghā-it) of alcohol (Khamr) en soortgelijke zaken. Dit water is nergens geschikt voor. Wat valt er allemaal onder Mutlaq water absoluut schoon water dat schoon en puur is van zichzelf? 1. Regenwater. 2. Water uit alle waterputten en bronnen, inclusief Zamzam-water. Met uitzondering het water afkomstig uit de waterputten van het volk Thamūd en het water afkomstig uit de bronnen van het volk van ‘Aad en van het volk de profeet Lūth (‘alahi assalam). 3. Zeewater. 4. Zoetwater afkomstig van rivieren, beekjes en meren. 5. Dauw (water dat bijv. ’s ochtends op de planten zit) ochtenddauw. 6. Water dat verkregen is van gesmolten, sneeuw, ijs, hagel en gletsjers.
Allah zegt in de Koran: “En Wij doen rein water uit de hemel nederdalen” (Sūrah al-Furqān, Vers 48) “En Hij doet op u water uit de hemel nederdalen om u daarmede te reinigen.” (Sūrah al-Anfal, Vers 11)
4
Water gemixt met een onreine substantie Water dat is gemixt met een onreine substantie laat een onrein effect achter en tast één of meer eigenschappen van het water aan. Dit water is verboden om te gebruiken voor rituele reiniging en algemeen gebruik. Verder wanneer het water is gemixt met een onreine substantie waarbij de drie eigenschappen niet zijn aangetast (kleur, smaak en geur), dan dit is onwenselijk water.
Water gemixt met een reine substantie
Vertaling: “Het is water waarvan de kleur, smaak en geur niet veranderd is door iets wat normaliter gescheiden hiervan, zoals olie (Zayt), boter (Samn), alle vet (Dasam), mest (Wadhah), zeep (Sabūn), viezigheid (Wasakh), (kalk-)steen (Âjurr) en andere zaken.”
5
Water gemixt met een watereigen substantie
Vertaling: “Er is niets mis met aarde (Turāb), modder (Ham’a), zout bevattend grond (Sabakh), (kalk-)steen (Âjurr) en het soortgelijke ervan.” Het gaat hier om gemixt water dat gemengd is met een reine substantie dat behoort tot het water zelf en niet vermeden kan worden dat het zich mengt met het water.
6
Onreinheden (Najāsah)
Vertaling: “Wanneer men weet dat er zich ergens onreinheid bevindt, dan moet die plaats gewassen worden. Als het onduidelijk is waar de onreinheid zich bevindt, moet het gehele kledingstuk gewassen worden. Als iemand onzeker is of er ergens iets (van onreinheid) heeft geraakt, dan zou hij er water over moeten sprenkelen. Als er iets terecht is gekomen op iemand en hij is onzeker of het behoort tot de onreinheid, dan sprenkelt hij er geen water over heen. En als iemand zich een onreinheid op hem herinnert en hij is aan het bidden, dan behoort hij het gebed te stoppen behalve wanneer hij vreest dat hij de (gebeds-)periode ervan zal missen. Als iemand bidt met deze (onreinheid) uit vergeetachtigheid, en hij herinnert zich het na (het afsluiten van het gebed met) de Salām, moet hij het gebed herhalen als deze nog binnen de (gebeds-)periode valt.”
Al-Najāsah betekend “onreinheid, onzuiver, besmet” ookwel genoemd Najas en komt van het werkwoord: Na-ja-sa – “onrein zijn, vies zijn, bevlekt zijn” en een ander naamwoord hiervan is Najis en betekend o.a. “ongeneselijk en fataal”.
.
7
Wat valt er in de categorie al-Najāsah? Alle vier de wetsscholen zijn er overeens dat er vier zaken zijn, die onrein zijn, namelijk: 1. Lichaamsdelen van warmbloed dieren niet levend in het water, dwz. landdieren. 2. Het vlees van het varken, wat ook de reden van doodsoorzaak mag zijn. 3. Het bloed van het dier dat niet leeft in het water, dwz. landdieren en het bloed ontrokken van een levend en niet-levend dier. 4. Urine en ontlasting van de mens.
Onreinheden 1. Ontlasting en urine van mensen, behalve van de Profeet (salla Allahu ‘alayhi wa sallam). 2. Ontlasting en urine van dieren die verboden zijn om te eten, zoals honden en varkens. 3. Sperma van de mens en dieren. (al-Many) 4. Voorvocht van de mens (en dieren). (al-Madhy) 5. Prostaatvocht. (al-Wady) 6. Bloed en pus en etter, behalve van de Profeet (salla Allahu ‘alayhi wa sallam). 7. Afval en vloeistoffen gescheiden van een dood lichaam (mens en dier), zoals bloed, urine, speeksel, tranen, slijm, melk en eieren. 8. Lichaamsdelen voorzien met bloed van een dood, ongeslacht of een levend dier, zoals huid, nagels, giftanden, tanden, vlees, botten, etc. 9. Veranderd en uitgebraakt voedsel. 10. Verdovende en bedwelmende middelen. 11. Elk deel van een varken, zelf haar melk. 12. Het lijk van niet-menselijke kadavers. 13. Het lijk van een mens: Hier zijn wat meningsverschillen over in de wetsscholen en ook binnen de Maliki wetsschool. - Het lichaam van een mens is rein, maar het lijk, kadaver (wanneer deze is gestorven) is onrein. Bron: eerste hoofdstuk Muqaddimah al-'Izziyah - Abu al-Hasan Ash-Shadili - Alle doden lichamen inclusief lijken, kadavers (behalve de profeten) zijn onrein. Bron: eerste hoofdstuk Kitab 'Ulum al-Mu'amal - Shaykh 'Uthman dan Fodio. De sterkste mening binnen de school is dat het lijk, kadaver (wanneer deze is gestorven) wel rein is. 14. Zwarte gal.
8
15. Ontlasting van dieren die ontlasting eten. (ontlasting van dieren die toegestaan zijn is niet onrein). 16. Serum of gestold bloed. 17. En elke vloeistof dat komt uit een pijnlijke wond of kras, of iets gelijkwaardigs. Indien het veel is en groter dan een muntstuk. 18. Als het dier verboden is om te consumeren, dan de melk, eieren, vlees, ontlasting en urine van dat dier is dan ook verboden en onrein.
Wat is rein? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Alles wat leeft, mens en andere levende wezens. Zweet van levende wezens. Tranen van levende wezens. Slijm van levende wezens. Speeksel, bloed en zweet van een levend schepsel is puur. Eieren van levende wezens, dwz eieren van de dieren die wettelijk zijn toegestaan en zo ook alle eieren van alle soorten vogels, behalve als ze zuur zijn en een verandering zijn ondergaan. 7. Alles dat uitgescheiden is van een geslacht dier. 8. Alles dat uitgescheiden is van een wettelijk toegestaan dier. 9. Hersenvocht. 10. Het menselijk lichaam dat levend is. 11. Niet menselijk en niet-fluïde lichamen, zoals insecten, vliegen, wormen die geboren zijn in verschillende soorten fruit. 12. Lichaamsdelen en bloed van vis. 13. Elk wettelijk toegestaan dier. 14. Haar, bont en wol. 15. Veren. 16. Moedermelk van mens. 17. Ontlasting en urine van dieren die toegestaan zijn om te eten. 18. Melk van wettelijke toegestane dieren. 19. Uitgebraakt water. 20. Onveranderd braaksel, dwz voedsel dat is uitgebraakt en niet is verandert in structuur. 21. Musk een bekende geur, een parfum (misk bekende geur gedragen door mannen in de moskee) en de naam is oorspronkelijk uit het Sanskrit en Perzisch, en vind zijn oorsprong in het bloed en transpiratievocht onttrokken uit de klieren van de Afrikaanse civetkat en een bepaalde hert-soort. 22. Wijn dat is gereinigd door azijn. (wijnazijn) 23. Het as van een onreine substantie. (vuur is reinigend). 24. De rook van onreine substantie. (vuur is reinigend). 9
25. Niet vergoten bloed dat achterblijft in de aders van een dier.
Sectie: De verplichte onderdelen van de Wudū’
Vertaling: “De verplichtingen van de rituele wassing (Wudū’) zijn er zeven: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Intentie (al-Niyyah), Wassen van het gezicht, Wassen van de handen tot en met aan de ellebogen, Het vegen van het hoofd, Wassen van de voeten tot aan en met de enkels, Wrijven [van de lichaamsdelen] (al-Dalk), Continuïteit (al-Fawr).
10