66 / Mr. 4 2016
066-071_MR04_RECHT.indd 66
Mr. 4 2016
21-03-16 16:39
RECHT IN ONDERZOEK
FRAUDEREN MET TURBOLI UIDEREN De turboliquidatie, waarbij een rechtspersoon wordt ontbonden zonder vereffening, is minder eenvoudig en goedkoop dan vaak wordt gedacht. Dat concludeert universitair docente Samantha Renssen in haar onderzoek naar de turboliquidatie van de BV. De huidige wettelijke regeling zet volgens haar de deur open voor misbruik en fraude. Dat is des te opmerkelijker, nu fraudebestrijding speerpunt is van het wetgevingsprogramma Herijking faillissementsrecht. DOOR ALIEKE BRUINS FOTO’S CHRIS VAN HOUTS
S
nel lopen kan Samantha Renssen (26) voorlopig
aandeelhouders en bestuurders. Uit cijfers van de Kamer
blesseerde ze haar knie. Maar lesgeven en schrij-
de rechtspersonen via een turboliquidatie ontbonden
niet. Tijdens haar opleiding parachutespringen
ven, haar hobby, gaat gelukkig prima. Dat schrijven kan ze in een ‘turbo’-tempo, net als promoveren. Naast haar
fulltime baan als docente aan de Universiteit Maastricht
was ze in twee jaar klaar met haar proefschrift, dat ze op 18 november 2015 verdedigde. Wat vond ze het spannend
toen ze van het zweetkamertje naar de aula liep, lacht ze. “Het voelde alsof ik mijn eigen liquidatie tegemoet ging. Maar het was de mooiste dag van mijn leven.”
EENVOUDIG EN GOEDKOOP De wettelijke basis voor de turboliquidatie is te vinden in artikel 2:19 lid 4 BW (zie kader op pagina 66). Dit artikel
maakt het mogelijk een BV te ontbinden zonder een daar-
van Koophandel van 2012 blijkt dat 85 tot 90 procent van wordt. Renssen: “In het merendeel gaat het om BV’s.” Hoewel de turboliquidatie vaak wordt toegepast, is er
nauwelijks onderzoek naar gedaan, ontdekte ze tijdens
een studentstage bij Thuis & Partners Advocaten in Maastricht. “Hoe meer ik me in het onderwerp verdiepte, des
te meer onduidelijkheden ik signaleerde.” Ze besloot uitgebreider onderzoek te doen, daarbij ondersteund en begeleid door haar promotores Kid Schwarz, hoogleraar
handels- en ondernemingsrecht, en universitair hoofddocent rechtspersonen en ondernemingsrecht Jos Hamers, beiden van de Universiteit Maastricht.
FRAUDE
op volgende vereffeningsprocedure, wanneer deze BV ten
Uit het onderzoek van Renssen blijkt dat de turboliquida-
vereffeningsprocedure moet rekening en verantwoording
dacht. “Om tot een weloverwogen besluit tot het al dan
tijde van de ontbinding geen baten meer heeft. In een
worden afgelegd en is naast een plan van verdeling ook
publicatie in een landelijk verspreid dagblad vereist. Tegen de vereffening kan verzet aangetekend worden. Bij
een turboliquidatie ‘verdwijnt’ de BV direct nadat het be-
tie niet zo eenvoudig en goedkoop is als vaak wordt geniet turboliquideren van een BV te komen, is gedegen
RECHT IN ONDERZOEK
stuur opgaaf van ontbinding heeft gedaan bij de Kamer
In de rubriek Recht in onderzoek vertelt een onder-
Deze manier van ontbinding wordt in het algemeen ge-
bezig is. Een jurist uit de praktijk geeft vervolgens
van Koophandel.
zien als snel en goedkoop. Accountants, advocaten en fiscalisten adviseren de turboliquidatie daarom vaak aan
Mr. 4 2016
066-071_MR04_RECHT.indd 67
zoeker op een bepaald rechtsgebied waarmee hij
zijn mening over nut en belang van dit onderzoek.
Mr. 4 2016 / 67
21-03-16 16:39
RECHT IN ONDERZOEK
juridische kennis nodig. Er moet zorgvuldig onderzoek
turboliquidatie onterecht heeft plaatsgevonden, of als
ten baten.”
herleven door een heropening van de vereffening. De
gedaan worden naar bestaande en mogelijk te verwachDe huidige wettelijke regeling kent volgens haar verschillende gebreken en leemten. Dat verbaast haar niet. In de parlementaire stukken bij het wetsvoorstel waarmee artikel 2:19 lid 4 werd geïntrodu-
ceerd, wordt nauwelijks over de turboliquidatie gerept. “De wettelijke regeling is niet
goed doordacht.” Met artikel 2:19 lid 4 BW is volgens Renssen de deur opengezet voor
misbruik en fraude. “Juist omdat een turbogeliquideerde BV direct ophoudt te bestaan,
achteraf van het bestaan van een bate blijkt, kan de BV schuldeiser bevindt zich hier echter in een benarde positie. “Het starten van een heropeningsprocedure brengt
voor hem kosten mee. Op hem rust boven-
“DE WETTELIJKE REGELING VAN DE TURBOLIQUIDATIE IS NIET GOED DOORDACHT”
is de turboliquidatie aantrekkelijk voor fraudeurs en een uitweg om een faillissement te ontwijken. Het toewerken naar een turboli-
dien de bewijslast, terwijl hij geen toegang
heeft tot de administratie van de BV. Daarbij komt dat bestuurders niet verplicht zijn tot
het opmaken van een jaarrekening over het
laatste verkorte boekjaar, waardoor het voor schuldeisers niet eenvoudig is het bestaan van baten aan te tonen.”
Een van Renssens aanbevelingen voor de
wetgever is dan ook om het bestuur te ver-
plichten om over het laatste verkorte boek-
quidatie kan leiden tot frauduleus handelen, met benade-
jaar een jaarrekening of vereenvoudigde balans en winst-
het wetsartikel, op grond waarvan het lijkt dat BV’s met
verplichting komt niet alleen schuldeisers, maar ook het
ling van schuldeisers tot gevolg.” Een strikte uitleg van
schulden maar zonder baten kunnen worden ontbonden
door middel van de turboliquidatie, werkt mogelijk in de hand dat bestuurders en aandeelhouders kunnen weglopen van hun met schulden beladen vennootschap.
BV-fraude tast de integriteit en veiligheid van het han-
delsverkeer aan en leidt tot grote economische schade, aldus Renssen. Het bedrijfsleven draait veelal op voor de
kosten en dit heeft gevolgen voor de consument. Ook de overheid als ontvanger van belastinggeld loopt forse bedragen mis.
In de toekomst neemt het aantal turboliquidaties alleen
maar toe, verwacht Renssen, waarbij ze verwijst naar de
hardere aanpak van faillissementsfraude en de Wet Flex-
BV die op 1 oktober 2012 in werking is getreden. Oprichter-
bestuurders hebben sindsdien niet langer een startkapitaal nodig, terwijl de BV als rechtspersoon wel een beperking van persoonlijke aansprakelijkheid aan hen biedt.
BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID Doordat een turboliquidatie alleen in het handelsregister bekend wordt gemaakt, weten schuldeisers vaak niet dat de BV niet meer bestaat. Wanneer achteraf blijkt dat een
ARTIKEL 2:19 LID 4 BW Het artikel waarop de turboliquidatie is gebaseerd,
2:19 lid 4 BW, luidt: Indien de rechtspersoon op het
tijdstip van zijn ontbinding geen baten meer heeft,
houdt hij alsdan op te bestaan. In dat geval doet het bestuur, of bij toepassing van artikel 19a, de Kamer van Koophandel en Fabrieken, daarvan opgaaf aan
de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven.
68 / Mr. 4 2016
066-071_MR04_RECHT.indd 68
en verliesrekening op te maken. “Zo’n jaarrekeningenbestuur ten goede.”
In de jurisprudentie en literatuur zijn misverstanden ontstaan, onder meer over het begrip ‘baten’, signaleert
Renssen. Een verkeerde interpretatie van dit begrip of misvatting over het ontbreken van baten kan volgens
haar grote gevolgen hebben. “Gelijktijdig met of na herleving kunnen bestuurders aansprakelijk gesteld worden voor onbehoorlijk bestuur van de BV en jegens derden.
Ook kan de BV alsnog failliet verklaard worden. Recente
jurisprudentie laat zien dat rechters sneller concluderen
tot bestuurdersaansprakelijkheid in geval van onterecht turbogeliquideerde BV’s.”
Het risico van persoonlijke aansprakelijkheid voor be-
stuurders wordt verminderd wanneer over het laatste ver-
korte boekjaar een jaarrekening of vereenvoudigde balans en winst- en verliesrekening moet worden opgemaakt.
“Die documenten kunnen een belangrijke rol spelen wanneer het bestuur in een heropeningsprocedure wordt ver-
weten dat er ten tijde van de ontbinding wel baten waren, en dat dus ten onrechte tot turboliquidatie is overge-
gaan.” Door de jaarrekeningenverplichting worden ook de aandeelhouders betrokken bij de turboliquidatie.
Daarnaast pleit Renssen voor meer transparantie. De
ontbinding van een BV door middel van turboliquidatie zou volgens haar gepubliceerd moeten worden in de
Staatscourant en in een landelijk verspreid dagblad. Wanneer een BV herleeft, dan hoeft dat nu niet te worden ingeschreven in het handelsregister. Degenen die de procedure tot heropening van de vereffening niet
hebben gestart, zullen vaak niet van de herleving op de
hoogte zijn en om die reden geen juridische procedures tegen de BV beginnen. “Voor fraudeurs betekent
dit een beperking van het risico van bestuurdersaanspra-
Mr. 4 2016
21-03-16 16:39
RECHT IN ONDERZOEK
CIVIELE CASSATIEADVOCAAT MENNO BRUNING: “PROEFSCHRIFT IS AANRADER VOOR IEDERE PRAKTIJKJURIST ÉN VOOR DE WETGEVER” Menno Bruning is advocaat bij de Hoge
Samantha merkt terecht op dat het arrest
diciële procedures (Lawyers’ Specialist
biedt voor misbruik van turboliquidatie.
Raad in civiele cassatiezaken en preju-
van 18 december 2015 helaas geen oplossing
in Den Haag):
Deze kwestie kwam in het kader van de be-
“Samantha Renssen verantwoordde haar
antwoording van de prejudiciële vragen
promotieonderzoek tijdens de verdediging
niet aan de orde, maar kan nog in nieuwe
op 18 november vanuit de hoge vlucht die
prejudiciële vragen aan de Hoge Raad wor-
de turboliquidatie heeft genomen en de
grote economische schade die deze wijze
den voorgelegd.
Ik deel de mening van Samantha dat voor-
van ontbinding van BV’s kan hebben voor de samenle-
komen moet worden dat in de praktijk een bestuur te
en grote relevantie van dit promotieonderzoek bleek al
baten meer heeft en alleen maar schulden. Zolang de
ving en voor schuldeisers. De hoge actualiteitswaarde
één maand na haar promotie, toen de Hoge Raad op 18
december antwoord gaf op prejudiciële vragen over het
dilemma voor het bestuur van een BV met louter schulden om de vennootschap met een turboliquidatie te la-
ten ‘verdwijnen’ dan wel haar faillissement aan te vragen, wetende dat de ‘lege’ boedel geen verhaal biedt
voor schuldeisers en voor de faillissementskosten zoals het salaris van de faillissementscurator.
Het arrest van de Hoge Raad laat zien dat de bestaande wettelijke regeling in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet tekortschieten in de
rechtsbescherming van schuldeisers, waaronder curatoren. Misbruik van de eigen faillissementsaanvraag
kan volgens de Hoge Raad nu slechts grond opleveren om de BV zelf op grond van artikel 15 lid 3 Faillisse-
mentswet te veroordelen in de faillissementskosten waaronder het salaris van de curator, terwijl de BV
geen verhaal biedt en juist haar bestuurders en aan-
deelhouders haar faillissement aanvroegen. Daarmee
bleef de kans liggen, via redelijke wetsuitleg van artikel 15 lid 3 Fw, hen als eigenlijke aanvragers te laten opdraaien voor onverhaalbare faillissementskosten,
net als in Duitsland. In deze gevallen kan de curator op
grond van interne bestuurdersaansprakelijkheid de bestuurders en aandeelhouders als feitelijke beleidsbepalers achteraf alsnog aanspreken. In zo’n situatie hadden bestuurders en aandeelhouders, aldus de Hoge
Raad, beter kunnen besluiten tot de turboliquidatie van de vennootschap.
gemakkelijk besluit tot turboliquidatie als de BV geen Hoge Raad niet ingrijpt, is de wetgever aan zet om de aan turboliquidatie of faillissement van ‘lege’ BV’s
klevende problemen beter te regelen door de regels
aan te scherpen om zo misbruik van rechtspersonen en faillissementsfraude te voorkomen.
Ik onderschrijf Samantha’s oproep om in het belang
van de rechtszekerheid in het handelsverkeer in nieuwe wetgeving te bepalen dat de turboliquidatie alleen
nog toelaatbaar zal zijn als de rechtspersoon noch baten
noch schulden heeft. De door Samantha (proefschrift blz. 221) voorgestelde bepaling in artikel 2:19 lid 4 NBW zal voorkomen dat met turboliquidatie nog misbruik van
rechtspersonen wordt gemaakt en schuldeisers met oninbare schulden achterblijven. Ik acht het raadzaam
dat de wetgever alle aanbevelingen van Samantha ter
harte neemt en haar overige voorstellen overneemt, zoals wijziging van artikel 2:23c lid 1 BW (herleving
rechtspersoon met terugwerkende kracht bij nagekomen
bate) en artikel 2:248 lid 6 BW (vervallen driejaarster-
mijn voor aansprakelijkheid bij misbruik turboliquidatie).
Het proefschrift van Samantha bevat niet alleen een
helder geschreven en instructieve bespreking van een
nog niet in kaart gebracht leerstuk, ze reikt ook oplos-
singen aan voor de door haar gesignaleerde problemen die bij turboliquidatie binnen en buiten rechtspersonen kunnen spelen. Daarmee is dit proefschrift niet
alleen een aanrader voor iedere praktijkjurist, van advocaat tot rechter, maar ook voor de wetgever.”
BATEN NOCH SCHULDEN
kelijkheid.”
Ook de herleving van een na turboliquidatie verdwenen
Om misbruik van de turboliquidatie te voorkomen zou-
worden ingeschreven en gepubliceerd in de Staatscou-
baten maar ook geen schulden mogen bestaan, vindt Rens-
BV zou volgens Renssen in het handelsregister moeten rant en een landelijk verspreid dagblad.
Mr. 4 2016
066-071_MR04_RECHT.indd 69
den ten tijde van het ontbindingsbesluit niet alleen geen sen. Zeer kritisch is ze over het arrest van de Hoge Raad
Mr. 4 2016 / 69
21-03-16 16:39
046-070_MR04_ADV.indd 70
21-03-16 16:08
RECHT IN ONDERZOEK
van 18 december 2015 (ECLI:NL:HR:2015:3636), waarin
door de Rechtbank Overijssel gestelde prejudiciële vragen worden beantwoord (Rechtbank Overijssel, 11 mei
2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:2323). Het betrof de vragen of de curator kan worden aangemerkt als belanghebbende
in de zin van artikel 10 lid 1 Faillissementswet, en of hij
gelet op zijn neutrale en onafhankelijke rol in verzet kan komen tegen een faillissementsvonnis, waarbij hij constateert dat er geen baten zijn of te verwachten vallen. Volgens de Hoge Raad levert het doen van aangifte tot
eigen faillietverklaring in gevallen waarin de schulde-
naar geen baten heeft en er ook geen baten te verwach-
ten zijn, misbruik van bevoegdheid op. Zo’n BV moet de
weg van ontbinding bewandelen. De advocaat-generaal, die Renssen in zijn conclusie verschillende keren aan-
haalt, is zelfs van mening dat artikel 2:19 lid 4 BW ook kan worden toegepast als een vennootschap schulden
heeft. Renssen, ineens feller nu: “Ik kan mij hier niet in vinden. Misbruik wordt zo als het ware bevorderd.” Over deze materie schreef ze onlangs een artikel voor het Maandblad voor Ondernemingsrecht.
THRILLER De rechtspraktijk heeft behoefte aan meer informatie en duidelijkheid over turboliquidaties, constateert ze. Na
SAMANTHA RENSSEN IN JAARTALLEN • 2008 - 2013: bachelor rechtsgeleerdheid en master arbeid & onderneming (cum laude), Universiteit Maastricht
• 2010 - 2013: student-stagiaire bij verschillende advocatenkantoren, juridisch medewerker bij verschillende bedrijven, student-assistente bij het
Institute for Corporate Law, Governance and Inno-
haar promotie kreeg ze verschillende vragen van advoca-
vocaten
wetenschappelijk artikel te schrijven over de turboliqui-
vation Policies, paralegal Friedberg & Partners ad• 2013 - heden: coördinator ICGI PREMIUM Masterclassreeks, Universiteit Maastricht, redactielid
ICGI Young Corporate Lawyers bundel en auteur van verschillende publicaties over vennootschapsrechtelijke onderwerpen
• 2013 - 2015: promovenda ‘De turboliquidatie van de Besloten Vennootschap’, Institute for Corporate Law, Governance and Innovation Policies, UM
• 2014 - 2016: docent privaatrecht, UM
• 2016 - heden: universitair docent ondernemingsen insolventierecht en research fellow, Institute
for Corporate Law, Governance and Innovation Policies, UM
datie. Graag zet ze haar tanden in een vervolgonderzoek
met daarin een rechtsvergelijkend aspect. Hiervoor wil ze een aanvraag voor financiering indienen bij de Neder-
landse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.
Maar eerst moeten haar boeken af: één over de herijking van het faillissementsrecht voor de Serie Recht en Prak-
tijk Insolventierecht, en een boek over de parlementaire geschiedenis van de NV, dat zij met collega Bastiaan
Kemp schrijft. Ze lacht. “En als ik tijd over heb, zou ik ook wel een juridische thriller willen schrijven.”
Op 30 juni 2016 geeft Samantha Renssen i.s.m. Wolters Kluwer een cur-
sus over de turboliquidatie in BCN Amsterdam Arena (meer informatie: www.wolterskluwer.nl/opleidingen).
Mr. 4 2016
066-071_MR04_RECHT.indd 71
ten. Ook werd ze door enkele tijdschriften gevraagd een
Mr. 4 2016 / 71
21-03-16 16:39