MOSKOU - CHELYABINSK (5) Een zalig weertje verwelkomt ons als we het luchthavengebouw van Chelyabinsk buiten stappen. Raar maar waar, ons busje staat klaar, voor alle zekerheid hadden we een transfer geboekt. Het hotel waar we twee jaar geleden verbleven zat vol met judoka’s, we waren verplicht iets anders zoeken. Wie vooral weer opviel, maar dan wel door zijn afwezigheid, was mijnheer Poetin. Hij wist verdorie maar al te goed dat we gingen komen, maar niets daarvan, als reden gaf hij op dat er nog peren moesten geplukt en varkens moesten gevoerd worden. We zullen hem maar laten doen. Veel schijnt er niet veranderd te zijn, de lanen zijn nog even lang en breed, aan hoge buildings geen gebrek en zo te zien zijn er weer enkele exemplaren bijgekomen. We rijden wel een andere richting uit tot we een kleine verharde weg inslaan en stoppen. Waar zijn we nu weer beland? Hotel is nogal een groot woord, een grote bakstenen chalet met één verdieping, ze zag er wel nieuw uit, wat opviel was de zware ijzeren deur. Even aanbellen en er wordt opengedaan. Eerlijk gezegd hadden we onze twijfels over de foto’s van de kamers op de website, maar het interieur viel goed mee. Een zwembad was wel aanwezig, maar vermits nog in aanbouw, bleef het zwemgerief onder in onze valies zitten. De kamers waren prachtig, zeker die van mij en Alf, dat was meer een kleine balzaal, volledig afgewerkt in hout en de badkamer spiksplinternieuw, nee we mogen zeker niet klagen. Gelukkig is er toch iemand van het personeel die enkele woorden Engels spreekt want we staan al klaar om op verkenning te gaan. Twintig minuten tot het centrum wordt ons gezegd. Opgepast, één Russische minuut = 3 Europese minuten. Gelukkig kunnen we ons oriënteren op enkele gebouwen die bekend voorkomen van ons vorig bezoek. Na een uurtje flink stappen staan we in het centrum. Hier kennen we het. Ik ga geen afzonderlijk verslag maken per dag want dat heb ik twee jaar geleden al gedaan toen we het EK bijwoonden. We zoeken ons een restaurant uit waar we sushi eten, want dat waren we al van plan in Moskou. Het is al donker maar besluiten om dezelfde weg terug te volgen. We zijn hier enkele uurtjes en hebben al 10 km in de benen, tijd om te gaan slapen want morgen moeten we zeker en vast op tijd in de sporthal zijn. Volgens mij moet er hier ergens een kieken kot in de buurt zijn want ’s morgens kunnen we kiezen tussen een gewoon spiegelei, één met spek of één met groenten, je kan ook gaan voor de omelet of een hard/zacht gekookt eitje. Gelukkig zijn er nog de overheerlijke pannenkoekjes. Brood schijnen ze hier niet te kennen, als je er naar vraagt krijg je wel iets dat er op lijkt. We voelen ons een beetje beschaamd, de taxichauffeur heeft ongeveer twintig minuten gereden tot aan de sporthal en hij vraagt slechts 200 roebel. Eerst onze inkomkaarten ophalen die we op voorhand besteld hadden. We komen in een klein bureeltje waar drie vrouwen achter een tafeltje zitten. We geven onze documenten aan de eerste, die ze op haar beurt doorgeeft aan de tweede en de tweede, inderdaad, die geeft ze aan de derde. Na wat gezoek nemen we de tickets in ontvangst, toch al deze voor de voormiddag. Om tijd te winnen vragen we deze van de namiddag ook al. Mevrouw drie begint te zoeken, dan mevrouw twee en tenslotte mevrouw één. Oei, we zitten met een probleem, niets te vinden. Geen paniek, vijf minuutjes wachten, maar omdat we een stoel krijgen moeten we dit ook maal drie doen. Patrick krijgt het op zijn heupen, hij begeeft zich al naar de zaal, wij zullen nog wel wat wachten. Enkele dozen later komen ze toch tot de
constatatie dat onze tickets op de tafel liggen bij mevrouw drie. (het leek wel een variant op het TV programma “Wie van de drie?”). Gelukkig is Ilse vrijgeloot de eerste ronde. Gelukkig? Laat het maar achterwege, in totaal waren er ongeveer 50 deelneemsters en tegen wie moet Ilse kampen? De Cubaanse Bermoy Acosta (Yanet voor de vrienden, maar zo noemen wij haar niet). Het wil weer eens lukken, in elk groot tornooi (WK Rotterdam en Rio, OS Londen) en tot hiertoe alle andere tornooien waar ze Bernmoy als tegenstreefster had, moest Ilse spijtig genoeg de duimen leggen tegen de Cubaanse. We zullen dan maar duimen zeker dat het ditmaal andersom zal zijn. De kamp gaat gelijk opgaand van start. Na twintig seconden plaatst Bermoy haar befaamde kikkersprong op de knieën, in Rio mocht ze dit driemaal doen zonder bestraffing, nu krijgt ze echter een shido (strafpunt). Ilse staat dus voor, eindelijk een scheidsrechter die het reglement deftig toepast. Maar dan, een half minuutje later, ligt Ilse in een houdgreep, ze raakt er niet uit en na twintig seconden is het WK over. De ontgoocheling druipt van onze gezichten af. Op identieke wijze (dezelfde houdgreep) verslaat Bermoy de Japanse Hashimoto. Ilse en Olivier komen bij ons zitten en Szandra (onze gids in Londen en Boedapest) is ook van de partij. Spijtig, veel meer kunnen we niet zeggen, de voorbereiding was optimaal verlopen (goud in Chili en brons in Miami) en ze had er zin in, maar dit kan nu eenmaal gebeuren in het judo, wij supporters weten dit ook. We vliegen buiten, de voorrondes zijn afgelopen. Afscheid nemen van Ilse en Olivier en nog een wandelingetje maken tot de finales beginnen. Heel de boulevard zijn we afgelopen, op zoek naar wat eetbaars, maar tevergeefs, enkel wat winkeltjes zijn we tegen gekomen, verglijkbaar met onze nachtwinkels. Terug naar de sporthal dan maar. Bermoy verliest de kamp om het brons van de Braziliaanse Miranda. Kelmendi verlengt haar wereldtitel, de Roemeense Chitu neemt het zilver mee naar huis (onterecht want in de eerste ronde werd ook zij gevloerd met ippon, deze werd echter teruggeschroefd naar waza-ari en ze won alsnog haar kamp), de andere bronzen medaille ging naar de Russische Kuziutina (die voor mij de mooiste worp (ippon) van de reeks -52kg uit haar mouw schudde). Na de uitreiking van de medailles begroeten we buiten nog enkele Belgische judoka’s. Nog een praatje slaan met de Poolse bondscoach (ook ex-Belgische) en op zoek gaan naar een taxi. Deze chauffeur had zijn meter op speed gezet, 500 Roebel leek ons in elk geval overdreven. Een bezoekje aan het park dat naar het universiteitsgebouw leidde was ons vorige maal niet gelukt. Men was bezig met nieuwe paden aan te leggen en in het midden een… fontein. Nu kunnen we ook eens een fontein in aanbouw bewonderen, dat zit wel knap in elkaar. Afzakken naar de hoofdstraat, want daar zijn restaurants genoeg. Nog wat foto’s nemen, enkele souvenirtjes kopen op het marktje en dan een restaurant opzoeken. Wat we allemaal hebben gegeten weet ik niet meer, maar slecht was het zeker niet, want dat zou ik nog wel weten. We lopen door de hoofdstraat en ineens komt er een agent naar Marijntje met de melding dat er niet mag gerookt worden. Er is vanaf juni 2013 een nieuwe wet in voege dat er in openbare gebouwen en restaurants niet meer mag gerookt worden, politieagenten moeten het goede voorbeeld geven want deze mogen ook niet meer roken tijdens de diensturen. In restaurants OK, maar buiten op straat? Volgens hem mochten we van geluk spreken dat hij Engels sprak zodat het bij een waarschuwing bleef. Als het niet mag, mag het niet, daar hebben
we geen probleem mee, wel met het feit dat in de eerste de beste zijstraat twee agenten rustig en sigaretje staan te roken. We houden de eerste de beste taxi tegen. Ver van het hotel zaten we niet meer, nog een kopje koffie drinken, wat napraten en dan ons bed in. De weerman had spijtig genoeg gelijk, het was nog wel droog toen we vertrokken maar na tien minuten moesten de regenjasjes bovengehaald worden. Wat we twee jaar geleden niet konden bezoeken wegens tijdsgebrek zou dit jaar aan de beurt komen. Eerst en vooral de kerk met de groene uivormige torentjes. Na een halfuurtje stappen in de regen zijn we blij even te kunnen schuilen. Maar heel veel kunnen we niet zien, een ijzeren hek belet ons verder te gaan dan het portaal. Er is juist een doop bezig, het wil weer eens lukken, ze hebben 365 dagen tijd om al die klein mannen te dopen maar uitgerekend vandaag en dan nog wel deze morgen 10u zullen ze er eens aan beginnen. Pech voor ons, maar we kunnen aannemen dat dit voor de familie een belangrijke dag is en dat gaat natuurlijk voor. Niet getreurd, we steken over en wippen de supermarkt binnen, niets speciaals op aan te merken. Opgepast voor de plassen als je oversteekt. Hier staat een mooi gebouw, een soort theater aan de zuilen te zien, doch leeg van binnen (’s avonds is dit mooi verlicht en al van ver te zien). De brug over en dan richting hoofdstraat. Vermits het nog steeds regent besluiten we een bezoekje te brengen aan het Regionaal museum. Het is een zeer modern gebouw en lijkt een beetje op een vesting. Even onze jassen weghangen en rugzakken afgeven (ze kennen ons hier al). We komen voorbij een zaaltje waar we mooi houten speelgoed zien staan. Tot onze verbazing mogen we niet binnen van de juffrouw die daar zit. We dringen nog wat aan, maar ze blijft bij haar standpunt, daar ze wat Engels sprak, konden we uiteindelijk opmaken dat dit het zaaltje was voor de kinderopvang, we zijn in stilte verder gegaan… De eerste zaal behandelt de tijd tussen 1850 en 1965. Alles komt hier aan bod, fotografie, keukengerei, tapijten, meubelen en vooral kleding (met inbegrip van legeruniformen). Ieder item krijgt een afzonderlijk plaatsje. Ook treffen we vele foto’s, affiches en spotprenten aan, vooral over de oorlog. Tijdens de oorlog werd Chelyabinsk Tank-city genoemd door Stalin. Alles wat uit metaal bestaat wordt hier gemaakt, nu zijn dit vooral tractoren, vandaar de naam van de sporthal Ice Arena Tractor. Landbouw is bijna onbestaande, na raadpleging van enkele websites denk ik wel het antwoord te weten. Op 80km van de stad werd er in 1940 een kerncentrale (Mayak complex) gebouwd (tot 1992 was de provincie Chelyabinsk verboden terrein voor buitenlanders) waar enkele grote rampen plaats vonden. Een daarvan was zelfs te vergelijken met Chernobyl, doch slechts een halve procent van de 270000 inwoners werd geëvacueerd. De laatste ramp betrof het dumpen van radioactief afval in een meer, dit laatste droogde uit en door de wind verspreidde het afval zich over een gebied van 25000 km², de radioactiviteit die vrij kwam kan men vergelijken met de atoombom op Hiroshima. In het museum wordt hierover echter met geen woord gerept. Hopelijk geven we vanavond geen licht af in het donker. De volgende zaal leert ons meer over de geschiedenis van de Oeral. Archeologische vondsten staan netjes tentoongesteld alsook mineralen en verschillende steensoorten afkomstig uit het Oeral gebergte, buiten liggen enorme blokken van alle soorten steen die men in de Oeral vindt, maar die krijg ik toch niet in mijn rugzakje.
De laatste zaal staat vol met opgezette dieren en er staan ook enkele skeletten van uitgestorven diersoorten tussen. Doch het voornaamste is een brokstuk van een meteoor. Ik heb reeds in een der vorige reisverhalen verteld dat de kans bestaat dat er iets erg gebeurd na onze doortocht (in Tokyo was het de tsunami, Boedapest stond bijna onder water, in Rio sloten ze de favela die we bezochten). Op 15 februari 2013 ontplofte een meteoor op 80km hoogte. Een film laat ons zien hoe ’s avonds de straten verlicht werden en na een luide knal sprongen honderden ramen stuk, gelukkig vielen er geen doden. Een stuk van deze meteoor (600kg) viel in een meer en staat hier nu tentoongesteld voor onze neus. Naar het schijnt is de plaatselijke glazenmaker binnen voor de rest van zijn leven en ligt deze ergens aan een strand te genieten. In heel Chelyabinsk zijn er maar enkele musea, maar dit is echt een bezoekje waard. Het is gestopt met regenen. In plaats van de hoofdstraat te nemen begeven we ons naar links, via het theater. Veel is er echter niet te zien, soms mooie houten huizen, krotten maar ook moderne buildings. We zullen de hoofdstraat even voorbij lopen en eens kijken wat daar te zien valt. Te zien niet zo veel, maar tegen een vieruurtje zeggen we niet neen. De slagroom smaakt overheerlijk! Een groot park geeft toegang tot de Saint Alexander Nevsky kathedraal. Deze bestaat uit rode baksteen en de schilder had maar één kleurtje denk ik, want de uivormige torentjes zijn ook in het groen geschilderd. Ze zijn juist de klokken aan het stemmen, in plaats van binnen te gaan blijven we buiten zitten op een bank want de zon is er doorgekomen. Verder in het park zien we nog restanten van de vorige kerk. Even bellen naar Ilse en Olivier en vragen of ze geen zin hebben om samen iets te gaan eten. We kiezen hetzelfde restaurant als de eerste dag, want tegen sushi zeggen ze niet neen. Om de tijd vol te maken zetten we ons neer in de hoofdstraat, want er staan grote borden waarop we live de finales van de judokampen kunnen volgen, van een service gesproken. Gewoon wijzen op de kaart wat je wenst te eten, dan is de kans het grootst dat ze het juiste brengen. Olivier studeert Russisch, de gelegenheid om iets in de plaatselijke taal te bestellen (een mojito). Na tien minuten even teken doen of ze het niet vergeten zijn, neen, neen, het komt er direct aan. Even later komt de dienster met een reuze hamburger aan… blijven oefenen Olivier. We gaan nog even mee langs het hotel waar we een taxi kunnen versieren. Ongelooflijk maar waar, we komen in ons hotel en wie zien wij daar zitten? De moeder van Clarisse Agbegnenou. De naam zegt U misschien niets, maar diezelfde moeder zat samen met nog een supportster in ons hotel te Rio en we hebben (echt waar) niet afgesproken. Dat wordt nog een uurtje kletsen, maar aan alles komt een eind, dus ook aan deze reis. De volgende dag rijden we richting luchthaven, de lucht is helderblauw en de zon straalt. Vliegtuig naar Moskou (de rokersplaats is gesloten met vermelding van de wet en de datum), ga echter niet naar de WC, want daar is het niet uit te houden van de sigarettenrook! En dan richting Zaventem zonder problemen. Einde van de reis. We hebben ervan genoten, spijtig van het judo, maar er worden al nieuwe plannen gesmeed, onze volgende bestemming is : Tunis. Tot dan, Guy. (ter info : Clarisse heeft goud gehaald in de -63kg, moeder zal blij zijn en wij voor haar).