Morgendienst Delft, 12 januari 10h00. Johannes 2,1-11 (Jezus in Kana) Vorige week stonden we stil bij het getuigenis van Johannes de Doper: wie ik ben is niet zo belangrijk. Je moet bij Jezus zijn. Hij is het Lam van God, Gods Selfie voor de wereld. Er zijn inmiddels drie boeken verschenen over het leven van Jezus. Als laatste voegt Johannes zijn boek over het leven van Jezus daaraan toe. Hij hoeft niet alles te vertellen (bijv. kerst, de doop van Jezus). Wat gaat hij wèl vertellen? En waarom? Het boek van Johannes bevat een aantal hints. Het is net een speurtocht. “Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste wonderteken;” Dit, schrijft Johannes, is mijn eerste aanwijzing als je wilt begrijpen wie Jezus was en is, waarvoor Hij naar deze wereld kwam. We staan achtereenvolgens stil bij wat het betekent dat Jezus op een feest verschijnt, bij de rol van Maria en bij het antwoord van Jezus aan Maria. Johannes begint zijn verslag van het publieke optreden van Jezus niet met een oproep tot bekering (Matt.). Of met een genezing (Marcus). Of met een preek (Lucas). Maar met een feest. Er was dus een bruiloft in Kana, in het noorden van Israël. En Jezus is er, met zijn leerlingen. Laten we er niet overheen lezen: Jezus is niet alleen uitgenodigd, maar Hij is er ook! Ik denk dat dit het eerste is dat moet opvallen aan de manier waarop Johannes vertelt over het begin van Jezus’ optreden. Waarom? Johannes de Doper was een asceet.
Hij at sprinkhanen met wilde honing en verbleef in de woestijn. Deze Johannes verwijst naar Jezus, en wat blijkt? Deze Jezus staat, heel anders dan Johannes, midden in het leven! Het was de Farizeeën in ieder geval opgevallen. Zij kwamen Jezus eens vragen waarom zij (en de leerlingen van Johannes de Doper) wel vastten, maar de leerlingen van Jezus niet: “De leerlingen van Johannes vasten dikwijls en zeggen hun gebeden, zoals ook de leerlingen van de farizeeën doen, maar die van u eten en drinken maar.” Het antwoord was toen en het punt is ook hier even simpel als onthutsend. Jezus is gekomen om van dit leven één groot feest te maken. Was het nodig om dit te vertellen? Wellicht was, na een aantal jaren, het leven van de christelijke wat losgeraakt van de concrete werkelijkheid. De kerk ontwikkelt een eigen taal, een eigen liturgie. (Docetische) opvattingen over Jezus, gecombineerd met een ascetische levensstijl (geen vlees, alcohol, seks). Er zijn ook wel aanwijzingen voor in de brieven van Johannes (1 Joh. 1,1). Door sommigen werd Jezus wel vereerd als een goddelijk wezen, maar in een schijn-lichaam. Echt God, tja. Maar echt mens? Johannes bedoelt maar: weten jullie nog hoe het begon in Kana? Daar waren twee mensen die gingen trouwen. Zoals mensen dat doen, in dit leven. Daar was een feest. En dát feest, was Zijn visitekaartje. Mede mogelijk gemaakt door Jezus. In afwachting van een nog groter feest. De bruiloft van het Lam.
Is het voor jou ook nodig om dit weer eens te horen? Ga maar eens na, als je dit begin ergens een apart begin vindt (zoals ik), dan heb je misschien toch niet helemaal begrepen wat Jezus eigenlijk kwam doen. Jezus geeft zijn visitekaartje af met een feest. Jezus zet zijn hele goddelijke glorie in (zijn grootheid, vers 11) om een cateringprobleem op te lossen. Zodat een feest door kon gaan. Op een aspect dat hiermee te maken heeft wijzen de zes stenen watervaten die daar waren neergezet om aan alle reinigingsvoorschriften van de wet te kunnen voldoen. Zo’n zevenhonderd liter water, bestemd om aan alle voorschriften van de wet te kunnen voldoen. Dit was niet zomaar een bruiloft met een hoop gelal en verder niks. Met de reinigingsvoorschriften van wet en traditie werd rekening gehouden. De ernstige kant van het leven, dáár was aan gedacht. Maar aan de vreugdevolle kant van het feest was minder aandacht besteed. Zo hoort feesten echt bij het christelijke leven. Vrolijke muziek, gezellig samenzijn. Een kerstdiner. ICE’s. (o ja!) Noem maar op … slide 1 Het is de eerste hint/aanwijzing van Johannes – begrijp hem goed: Jezus is gekomen om het leven te geven in al zijn volheid (Joh. 10,10). En: Jesaja 25, weet je nog? Geen wijn. Dat was in die tijd een schande voor de familie van de bruidegom. Stel je eens voor: je hebt de kerstinkopen gedaan. Het is eerste kerstdag, iedereen komt – de winkels zijn dicht – en je bent de kalkoen vergeten. Dat is niet best natuurlijk.
Nu, bedenk dat het in Kana niet gaat om een kerstdiner maar om een 7-daagse bruiloft voor honderden mensen in een shame-cultuur en je begrijpt een beetje wat hier aan de hand is. De wijn is op. En Jezus komt, zodat het feest toch door kan gaan. Johannes schrijft op: zo liet Jezus zijn grootheid zien. Niet door een publiek wonder. Maar door de verborgen inzet van zijn kracht. Met welke bedoeling? Ook dat heeft Johannes voor ons opgeschreven: “hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in hem”. Het is een kernpunt van het boek van Johannes. Hij is er zelf uiteindelijk heel duidelijk over dat hij wil dat jij dat doet. Slide 2 Zie hoofdstuk 20,30-31: “Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam.” Nu, degene die ons allemaal voorgaat in dit geloof is …. Maria. Maria komt twee keer voor in het boekje van Johannes, beide keren op een veelzeggend moment. Aan het begin van Jezus’ optreden en aan het einde. Johannes noemt haar steeds ‘de moeder van Jezus.’ Zoals in dit bijbelgedeelte trouwens niemand bij naam genoemd wordt. Behalve Jezus dan. Maar dat is precies het punt, lijkt mij. Laten we hier eens over doordenken. Over de rol van de moeder van Jezus. In de protestantse traditie vaak onderschat. Maria zong over zichzelf:
“Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen.” (Luk. 1,48)
geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.” (Luk. 1,45).
Wij doen in dat koor niet zo mee. Want, zeggen we dan: het gaat om Jezus. En dat is natuurlijk ook zo. Maar Maria brengt mensen bij Jezus. En Jezus brengt mensen bij elkaar, Johannes en Maria bijvoorbeeld, aan de voet van het kruis. Maria staat dus niet boven Jezus, maar onder Jezus. Anders gezegd: ze is niet in de eerste plaats Jezus’ moeder maar onze moeder. Daarmee bedoel ik: ze ging ons allemaal voor in het geloof. Maria was de eerste christen nog voordat er sprake was van een openbaar optreden van Jezus, nog voor zijn kruis en opstanding. Ze was en is dé gelovige. Omdat ze ontvankelijk was voor de woorden van de engel Gabriël. Omdat zij die bewaarde in haar hart. Omdat zij ervoor open blééf staan om te ontdekken wat die woorden nu echt betekenden. Denk bijvoorbeeld aan de geschiedenis van de 12-jarige Jezus in de tempel.
Dat is dan ook het kernpunt in het evangelie van Johannes wanneer het gaat over Maria; het gaat om de vraag of je net als zij ontvankelijk bent voor de woorden en de beloften van God, of je gelooft. Of niet. van Maria leren we: het gaat om geloof. En geloof is gewoon doen – God liefhebben is de ander liefhebben.
Of neem nu onze tekst. Maria komt bij Jezus. En dan poeiert Jezus haar af. De NBV is hier veel te soft. Er staat: ‘vrouw, wat wilt u van mij’? En het is een aanwijzing dat het Johannes in het noemen van Maria niet gaat omdat zij de moeder van Jezus is, maar omdat ze als eerste geloofde. Er zijn niet mensen die ‘van nature’ dichter bij Jezus staan dan anderen maar er zijn wel mensen die anderen voor gingen in het geloof. Elisabet zong over Maria: “Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?” En: “De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! (…) Gelukkig is zij die
Laten we afronden met een laatste hint. Er zit nog een wat cryptische passage in het bijbelgedeelte dat we zojuist gelezen hebben; het antwoord van Jezus aan Maria. Wat bedoelde Jezus met dat: “mijn tijd (uur) is nog niet gekomen”? Waar zat Hij aan te denken? Mijn tijd voor wat / om wat te doen? Nou, volgens mij niet aan een wonder (als in: “wil je een wonder doen? Nee, geen zin in. Nou, vooruit dan maar”). Maar waar heeft Jezus het wèl over? Waar denkt Hij aan? Verplaats je even in de huid van een vrijgezel op een bruiloft. Die denkt natuurlijk aan zijn of haar eigen bruiloft. Jezus heeft het, op een diepzinnige manier, óók over zijn eigen bruiloft. Hij denkt aan het moment dat er een nieuw trouwverbond gesloten zal worden. Niet met wijn maar met bloed. Jezus’ bloed. Johannes heeft het in zijn evangelie een paar keer over ‘het uur’ van Jezus. Vlak voor zijn lijden, in Johannes 17 bidt Jezus bijvoorbeeld: “Vader, nu is de tijd gekomen, toon nu de grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen.” (Joh. 17,1)
Er is inderdaad veel geloof voor nodig om het moment van Jezus’ lijden en sterven als het bruiloftsfeest van Jezus te zien. Maar dat is dan ook het punt van Johannes. De grootheid van de Vader aan een kruis. Een feest met bloed. Met twee genodigden: Johannes en Maria – door Jezus zelf bij elkaar gebracht. Zo brengt Jezus mensen bij elkaar. Rond zijn bloed. Om een nieuwe werkelijkheid te vieren. Die echt hier begint. Tot slot. Wat leveren deze hints voor ons op? Volgens mij vooral: een prachtig uitzicht dat het heden al doet glanzen. Een nieuw verbond door het bloed van Jezus. Er wacht ons een fantastische toekomst. Het moment waarop het huwelijk met Jezus zal worden geconsumeerd. Het zegt ook iets prachtigs over wat christen worden inhoudt. Jezus denkt aan zijn eigen bruiloft. Hij is de bruidegom. Als Jezus de bruidegom is, dan betekent dat dus wij de bruid zijn. Je bent niet zomaar een gast, maar de bruid. En het mooie van de rol van de bruid is: de familie van de bruidegom betaalt het feest. En de bruid die krijgt de credits. Zij mag stralen. Zo is het ook met Jezus. Jezus doet al het werk. En jij krijgt de credits! [amen] Infoblad NL Johannes begint zijn verslag van het leven van Jezus met de geschiedenis van de bruiloft in Kana, waar Jezus water in wijn veranderde. Het was Jezus’ visitekaartje. Of, zoals Johannes zelf schrijft: “zijn eerste wonderteken.” Het boek van Johannes bevat een aantal hints. Het is net een speurtocht. Deze geschiedenis, schrijft Johannes, is mijn eerste aanwijzing
voor wie wil begrijpen wie Jezus is, waarom Hij naar deze wereld kwam en hoe je Hem kunt volgen. Infoblad E John begins his report of the life of Jesus with the history of the wedding at Cana, where Jesus turned water into wine. It was Jesus' business card. Or, as John writes: "his first miracle." The book of John contains several clues. It's like a treasure hunt. This history, writes John, is my first clue for those who want to understand who Jesus is, why He came to this world and how to follow Him. Liturgie Toewijding en begroeting namens God Psalm 98:1,3,4E (wisselzang: vers 1, eerste regel: vrouwen; tweede regel: mannen; derde regel: vrouwen; vierde regel: mannen; regel 5-8: allen; vers 3, regels 1-4: vrouwen; regels 5-8: mannen; vers 4: allen) Psalm 98:4E Let seas and oceans roar and thunder. Praise God, all you who dwell on earth. Let rivers clap their hands rejoicing; let every mountain shout with mirth. He comes, he comes to rule the nations, and every wrong he will redress. The mighty God of our salvation will judge the world in righteousness.
Jesaja 25: 6-9 Lied 284 Gebed voor de opening van het Woord
Johannes 2,1-11 Preek Psalm 99:1,2E,3,4 Psalm 99:2E Let them spread the fame of his awesome name; holy is the LORD and to be adored. Let them praise their King, of his justice sing. Worship him uprightly. He, the King, is mighty.
De wet van God (1 Joh. 3,18-23) Lied 166:1,3,4 Gebeden Inzameling van de giften Gezang 111 Zegen