Monitor Wel Thuis!2
Provincie Utrecht, oktober 2009 Postbus 80300 3508 TH Utrecht T: 030 258 9111
www.provincie-utrecht.nl Meer exemplaren zijn te bestellen via email:
[email protected]
©Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. (MMC 10842]
Monitor Wel Thuis!2 Provincie Utrecht Oktober 2009
Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet
[email protected] www.companen.nl
Projectnr. 3400.100/NG
1
2
Inhoud Samenvatting 5 1. Inleiding 8 1.1. Doelstelling en onderzoeksvragen 8 1.2. Werkwijze 8 1.3. Leeswijzer 9 2. Inkadering 10 2.1. Provinciale opgave 10 2.2. Definities 11 2.3. Monitoring van provinciale opgave 12 3. Inzicht in de woningvoorraad op basis van het sterrensysteem 14 3.1. 1 / 2-sterwoningen (nultredenwoning) 14 3.2. 3-sterwoningen (aanpasbare woning) 15 3.3. 4-sterwoningen (zorgwoning) 15 3.4. Conclusie 16 4. Vraag en aanbod beschermd wonen per doelgroep 17 4.1. Bepaling van vraag en aanbod 17 4.2. Doelgroep ouderen 18 4.3. Doelgroep: lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten 19 4.4. Doelgroep: mensen met een psychische beperking 20 4.5. Doelgroep: onbekend 20 4.6. Totaalbeeld 21 5. De provinciale opgave 2003-2008 gemonitord 22 5.1. Toegankelijke woningen met zorg en welzijn 22 5.2. Zorgwoningen 24 6. De provinciale opgave 2009-2014 27 7. Monitor Wel Thuis!2: nulmeting en vervolgmetingen 28 7.1. Nulmeting: een monitorrapport per gemeente 28 7.2. Vervolgmetingen 28 Bijlage1: Vraag naar en aanbod van sterwoningen en beschermde woonvormen volgens opgave van de gemeenten 30 Bijlage 2: Onderbouwing van de gehanteerde normen voor de vraag naar beschermd wonen 34 Bijlage 3: Aanbod kleinschalig en grootschalig beschermd wonen per doelgroep (in plaatsen) en per gemeente, inventarisatie provincie Utrecht 1 januari 2009 39 Bijlage 4: Nieuwbouw 2003-2008 per gemeente en aantal 3- en 4-sterwoningen in woonservicezones 41
3
4
Samenvatting Doelstelling monitor In het kader van het programma Wel Thuis!2 is een monitor uitgewerkt die voorziet in de volgende doelen. Met de monitor kan gevolgd worden hoe het staat met de realisatie van de provinciale opgave aan “toegankelijke woningen met zorg en welzijn” en “zorgwoningen. De monitor biedt handvatten om samen met de gemeenten na te gaan waar nog een extra impuls gewenst is om te komen tot een adequate wonen-welzijn-zorg-structuur. Werkwijze en resultaat Er is een nulmeting uitgevoerd, waarbij gebruik is gemaakt van bestaande gegevensbronnen, zoals uitvoeringsprogramma’s, projectplannen, gemeentelijke woonvisies en onderzoeksrapporten, gemeentegidsen, internet, het Lisa-bedrijvenbestand met gegevens over instellingen op het gebied van zorg en welzijn. Het resultaat is zowel een provinciebreed beeld als een beeld per gemeente over: het aantal nieuw gerealiseerde toegankelijke woningen met zorg en welzijn in de periode 2003 tot 2009; het aantal nieuw gerealiseerde zorgwoningen (4-sterwoningen en kleinschalig beschermd wonen) in de periode 2003 tot 2009; het totaal aantal plekken in beschermde woonvormen in 2009 per doelgroep; de verwachte vraag naar beschermd wonen in 2015 per doelgroep; de verwachte vraag naar zorgwoningen in 2015. Definities Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat er diverse definities in omloop zijn voor de verschillende woningen met welzijn en zorg. In de monitor zijn deze samengebracht tot eenduidige definities, zodat vergelijking mogelijk wordt en een provinciebreed beeld kan worden samengesteld. Voor deze definities is gekozen omdat ze aansluiten bij de begrippen die in twee van de vier regio’s in de provincie en door veel woningbouwcorporaties worden gebruikt. Definities 1/2-sterwoning
Rollator-toegankelijk of rollator-doorgankelijk.
(nultredenwoning) 3-sterwoning
Rolstoel-toegankelijke woning.
(aanpasbare woning) 4-sterwoning
Rolstoel-doorgankelijke woning met de mogelijkheid van zorg op afroep of 24-
(zorgwoning)
uurszorg vanuit een zorg- en dienstverleningspunt in de directe nabijheid.
Kleinschalig
Individuele, maar niet- zelfstandige wooneenheden, met 24- uurs begeleiding,
beschermd wonen
zorg en toezicht, gemeenschappelijke ruimte en zorgruimte.
Grootschalig
Wonen in een intramurale instelling, met 24-uurs begeleiding, zorg en toezicht.
beschermd wonen
5
De opgave van Wel Thuis! Periode 2003-2014 (12 jaar) In 2003 is de provincie van start gegaan met het programma Wel Thuis!1, waarbij de volgende opgave1 als uitgangspunt is aangehouden: het realiseren van 24.000 toegankelijke woningen met zorg en welzijn (realisatie en in de voorbereiding zijnde plannen); waaronder 9.500 zorgwoningen. Een evaluatie van de behoefte aan zorgwoningen heeft geleerd dat de opgave die in 2003 is geformuleerd te ambitieus is. Uit herberekening blijkt dat de vraag vermoedelijk rond de 7.200 zorgwoningen ligt.
24.000 toegankelijke woningen met zorg en welzijn 7.200 zorgwoningen
De opgave toegankelijke woningen met zorg en welzijn ligt op schema Onderstaande tabel biedt inzicht in realisatie van toegankelijke woningen met zorg en welzijn voor de periode 2003-2008 en de nog resterende opgave. Tabel 1:
Provincie Utrecht. Realisatie en restopgave aan toegankelijke woningen met zorg en welzijn ( - is een tekort en + een overschot)) 3-sterwoningen in
4-sterwoningen
Kleinschalig
woonservicezones
(zorgwoningen)
beschermd wonen
Totaal
.
.
.
24.000 11.600
Opgave 2003-2014 Realisatie 2003-2007
9.000
Ca 2.100
Ca 500
Realisatie 2008
2.200
Ca 600
Ca 100
2.900
- 1.500
- 9.500
Tekort / overschot
- 8.000
2009-2014
Geconcludeerd kan worden dat de realisatie van toegankelijke woningen met zorg en welzijn in de afgelopen jaren op schema ligt. De opgave voor de periode 2003-2008 bedroeg 12.000 toegankelijke woningen met zorg en welzijn en er zijn er ongeveer 14.500 gerealiseerd. In de afgelopen jaren hebben de betrokken partijen zich fors ingespannen om plannen te ontwikkelen ter vergroting van het aanbod toegankelijke woningen met zorg en welzijn. Echter, door de economische recessie stagneert de woningbouw en het is aannemelijk dat dit ook zijn weerslag gaat krijgen op dit woningsegment.
1
Deze opgave voor de periode 2003-2012 heeft betrekking op gerealiseerde woningen en beschikbare plannen per 1 januari 2013. In realisatietermen (opgeleverde woningen) heeft deze opgave betrekking op de periode 2003-2014. In het vervolg van deze rapportage spreken wij over de realisatieopgave voor de periode 20032014.
6
Opgave zorgwoningen blijft nog wat achter Onderstaande tabel biedt inzicht in de realisatie van zorgwoningen voor de periode 20032008 en de nog resterende opgave. Tabel 2:
Provincie Utrecht. Realisatie en restopgave aan zorgwoningen (- is een tekort en + een overschot))
Opgave 2003-2014
4-sterwoningen
Kleinschalig
(zorgwoningen)
beschermd wonen
Grootschalig Totaal
beschermd wonen
.
.
7.200
.
Ca 2.100
Ca 500
Ca 2.600
.
Realisatie 2008
Ca 600
Ca 100
Ca 700
.
Tekort / overschot
- 2.400
- 1.500
- 3.900
+ 3.150
Realisatie 2003-2007
2009-2014
Er zijn in de periode 2003-2008 ca 3.300 zorgwoningen gerealiseerd. Uitgaande van een opgave van 7.200 zorgwoningen, resteert er nog een opgave van 3.900 voor de periode 2009-2014. Daaronder bevinden zich ongeveer 1.500 plaatsen in kleinschalig beschermde woonvormen. In zeer overwegende mate heeft dit betrekking op kleinschalig beschermde woonvormen voor ouderen. De behoefte aan toegankelijke woningen met zorg en welzijn en zorgwoningen vloeit onder meer voort uit de afnemende behoefte aan wonen in grootschalige zorginstellingen. Dit is de kern van het proces van extramuralisering. Naar schatting kan het aantal plaatsen in grootschalige woonvormen in de komende jaren met ruim 3.100 worden verminderd. Dit betreft merendeels plaatsen in verzorgingshuizen en in mindere mate ook plaatsen op instellingsterreinen voor lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapten en mensen met een psychische beperking. Voorts blijkt dat bewoners in verzorgingshuizen een zwaardere zorgvraag hebben dan vroeger; een deel van de capaciteit in verzorgingshuizen zal dan ook worden omgebouwd tot verpleeghuiscapaciteit. Vervolgmetingen monitor Wel Thuis!2 Uit de nulmeting blijkt dat het volgen van de provinciale opgave om toegankelijke woningen en zorgwoningen te realiseren op basis van de bestaande gegevensbronnen niet nauwkeurig mogelijk is. Ook een aanvullende inventarisatie bij de gemeenten heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. Slechts een beperkt aantal gemeenten heeft de gevraagde gegevens kunnen aanleveren; in bestaande registraties wordt de kwaliteit van de woning (zorgwoning, etc.) niet vastgelegd. Op grond van deze ervaring, wordt voorgesteld de jaarlijkse monitor uit te voeren op een wijze zoals ook nu is gebeurd (actualisering van de monitor met gegevens voor het jaar 2008). Aanvullend is het gewenst om vanaf volgend jaar (opleveringscijfers 2009) ook een check uit te voeren op het aantal 4-sterwoningen dat in woonservicezones is gebouwd. Tevens is het gewenst om jaarlijks of tweejaarlijks de informatie over de aanwezige capaciteit aan kleinschalig beschermd wonen en grootschalig beschermd wonen te verifiëren bij de zorginstellingen.
7
1. Inleiding 1.1.
Doelstelling en onderzoeksvragen
Doelstelling monitor De provincie heeft besloten om het programma van Wel Thuis!1 nog een vierjaarsperiode te continueren. In het kader van deze doorstart bestaat behoefte aan het uitwerken van een monitor die voorziet in een tweeledig doel: 1. Inzicht krijgen in de feitelijke situatie per gemeente op het gebied van wonen, welzijn en zorg om witte vlekken op te sporen EN om samen met gemeenten een extra impuls te geven aan de realisatie van een toereikend integraal aanbod voor de nabije toekomst. 2. Een basis leggen voor de monitoring gedurende de uitvoering van het programma en de eindmeting in 2011. Onderzoeksvragen Op grond van het voorgaande zijn voor de uitwerking van de monitor de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: Hoe zal de bevolkingssamenstelling zich tot 2030 per gemeente ontwikkelen en hoe groot is het aandeel van de verschillende zorggroepen (ouderen en mensen met een zorgvraag, te weten: dementerenden, mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, mensen met een psychiatrische beperking)? Hoe groot is per gemeente de vraag naar de verschillende woonvormen inclusief de vraag naar intramuraal wonen (grootschalige en kleinschalige woonvormen)? Hoe groot is per gemeente het aanwezige aanbod aan de verschillende woonvormen inclusief het intramuraal wonen (grootschalige en kleinschalige woonvormen)? Wat is per gemeente het geplande aanbod aan verschillende woonvormen inclusief het geplande aanbod aan intramuraal wonen (grootschalige en kleinschalige woonvormen)? Hoe groot zijn per gemeente de fricties tussen vraag en aanbod die nog bestaan na realisatie van het geplande aanbod? Hoe zijn de welzijns- en zorgvoorzieningen binnen de gemeente gespreid?
1.2.
Werkwijze
De integrale aanpak van wonen, welzijn en zorg is inmiddels in de provincie Utrecht gemeengoed. Gemeenten en regio’s zijn aan de slag gegaan en bij het opzetten van de provinciale monitor was bekend dat er in de provincie Utrecht dan ook gebruik wordt gemaakt van verschillende begrippenkaders om de WWZ-problematiek op te pakken. Dit is niet erg praktisch als het erom gaat één provinciale monitor op te stellen. Toch is besloten om de provinciale monitor te baseren op bestaande gegevens zoals die bij de gemeenten en instellingen bekend zijn en de verschillen in begrippenkaders als uitgangspunt te nemen. De provinciale monitor is op de volgende wijze tot stand gekomen.
8
Bij gemeenten, het Zorgkantoor en Klankbordgroep andere instellingen is nagegaan De uitwerking van de monitor Wel Thuis 2 is begeleid welke rapporten beschikbaar zijn die door een klankbordgroep, met vertegenwoordigers inzicht bieden in de vraag naar en uit: het aanbod van voorzieningen op het Gemeente Utrecht vlak van wonen, welzijn en zorg. Gemeente Ronde Venen Cliëntenbelang Utrecht Op basis daarvan is een format Vereniging Gehandicaptenzorg Utrecht opgesteld om de beschikbare Vereniging van Instellingen voor Verpleging en gegevens per gemeente vast te Verzorging in Utrecht leggen. Deze gegevens zijn opgeslagen in een spreadsheet en gepresenteerd in de vorm van een monitorrapportage per gemeente. Tevens is een raming opgesteld van de vraag naar kleinschalig en grootschalig beschermd wonen voor de doelgroepen ouderen, lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten en mensen met een psychische beperking. De belangrijkste uitkomsten van de monitor worden in deze provinciale rapportage weergegeven. In de eerste helft van 2009 heeft de provincie gesprekken gevoerd met de afzonderlijke gemeenten. Daarin is nagegaan op welke punten nog een extra impuls gegeven moet worden om adequaat in te spelen op de veranderende behoeften van de zorgdoelgroep. Gezamenlijk is ook nagegaan welke bijdrage nog door de provincie kan worden geboden en hierover zal met de gemeenten desgewenst ook bestuurlijk overleg gevoerd gaan worden. In deze gesprekken zijn de monitoruitkomsten aan de gemeenten beschikbaar gesteld en is gevraagd de gegevens te verifiëren. De door de gemeente gemaakte opmerkingen / aanvullingen zijn inmiddels verwerkt in de monitor.
1.3.
Leeswijzer
De opzet van deze provinciale rapportage is als volgt: Hoofdstuk 2: hierin worden de gehanteerde definities nader toegelicht. Tevens wordt aangegeven hoe de in 2003 geformuleerde provinciale opgave wordt gemonitord. Hoofdstuk 3: Daarin wordt in beeld gebracht welk inzicht de gemeenten hebben in de vraag naar en het aanbod van woningen volgens het sterrensysteem. Hoofdstuk 4: Daarin wordt de vraag naar beschermde woonvormen per doelgroep gepresenteerd. Deze wordt geconfronteerd met het nu beschikbare aanbod, waarmee inzicht wordt verkregen in de restopgave tot 2015. Hoofdstuk 5: In dit hoofdstuk wordt de stand van zaken weergegeven met betrekking tot de provinciale opgave in de periode 2003-2008. Hoofdstuk 6: Daarin wordt de resterende opgave voor de periode 2009-2012 beschreven. Hoofdstuk 7: Daarin wordt beschreven hoe de vervolgmetingen in het kader van de monitor Wel Thuis!2 kunnen worden uitgevoerd, om een nog beter inzicht te krijgen in de stand van zaken. Belangrijk resultaat: Een belangrijk resultaat van de Nulmeting Monitor Wel Thuis!2 zijn de monitorrapporten die voor alle gemeenten zijn opgesteld.
9
2. Inkadering 2.1.
Provinciale opgave
In 2003 is de provincie van start gegaan met het programma Wel Thuis!1, waarbij de volgende opgave als uitgangspunt is aangehouden voor de periode 2003-2014: realisatie van 24.000 toegankelijke woningen met zorg en welzijn (realisatie inclusief plannen2), waaronder 9.500 zorgwoningen. Destijds zijn de volgende definities3 aangehouden: Toegankelijke woningen met zorg en welzijn: woningen die met een rolstoel toegankelijk zijn en waar in de directe nabijheid sprake is van zorg- en / of welzijnsvoorzieningen. Zorgwoningen: woningen waar de infrastructuur aanwezig is om 24-uurszorg te bieden. De opgave om 24.000 toegankelijke woningen met zorg en welzijn te realiseren, werd gebaseerd op een onderzoek4 van de Ministeries van VROM en VWS. Voor de provincie Utrecht werd er een tekort berekend van ongeveer 24.000 geschikte / nultredenwoningen voor de periode tot 2015. De rijksdefinitie betreft woningen met een wat lager kwaliteitsniveau dan de definitie van de provincie Utrecht. De provincie Utrecht heeft er destijds echter bewust voor gekozen om de lat wat hoger te leggen ten aanzien van het kwaliteitsniveau van de woningen en de eis van nabijheid van een zorg- of welzijnsvoorziening te stellen. Een deel van de 24.000 toegankelijke woningen moet gerealiseerd worden in de vorm van een zorgwoning waar 24-uurszorg geboden kan worden. In 2003 is die opgave aan zorgwoningen voor de periode 2003-2014 bepaald op ca 9.500 woningen. Een prognose van de Ministeries van VROM en VWS raamde de behoefte voor de provincie Utrecht destijds op bijna 6.000 zorgwoningen. In het kader van de Nulmeting monitor Wel Thuis!2 is een nieuwe raming opgesteld voor de vraag naar zorgwoningen op basis van de nieuwe normen die het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg heeft ontwikkeld. Deze nieuwe raming komt voor de periode 2003-2014 uit op 7.200 zorgwoningen. Een onderbouwing van deze nieuwe raming wordt in hoofdstuk 5 beschreven. In deze rapportage wordt het aantal zorgwoningen van 7.200 aangehouden als provinciale opgave voor de periode 2003-2014.
2
3 4
De opgave heeft betrekking op gerealiseerde woningen in de periode 2003-2012 en beschikbare plannen per 1 januari 2013. In realisatietermen (opgeleverde woningen) heeft deze opgave betrekking op de periode 2003-2014. In het vervolg van deze rapportage spreken wij over de realisatieopgave voor de periode 2003-2014. Bron: Evaluatie Programma Wel Thuis!, 10 december 2007, provincie Utrecht. Bron: Investeren in de toekomst, Ministeries van VROM en VWS.
10
2.2.
Definities
In de afgelopen jaren hebben de gemeenten in de provincie Utrecht, in samenwerking met corporaties, zorginstellingen, welzijnsinstellingen en consumentenvertegenwoordigers hard gewerkt aan de invulling van de opgave op het terrein van wonen, welzijn en zorg. Meestal waren hiervoor nog geen reguliere overlegplatformen bij de gemeenten aanwezig en moest het overleg tussen deze partijen worden opgestart. De samenwerking tussen de verschillende partijen op het vlak van wonen, welzijn en zorg was tot dan toe nog lang niet vanzelfsprekend, en de partijen moesten onderling ook elkaars verantwoordelijkheden leren kennen, elkaars taal leren spreken, etc. In zekere mate was sprake van een ontdekkingsreis, waarvan het routeschema vooraf lang niet altijd vastlag. Tijdens die ontdekkingsreis zijn geleidelijk aan ook nieuwe inzichten ontstaan, zoals een nieuw begrippenkader, nieuwe normcijfers voor het bepalen van de toekomstige vraag naar de verschillende typen (zorg)woningen, nieuwe inzichten over de gewenste mate van extramuralisering, toenemende aandacht en vraag naar kleinschalige woonvormen voor demente ouderen, etc. Dit heeft ertoe geleid dat de WWZ-aanpak naar inhoud en proces verschillend is geweest. Onder meer heeft dat ertoe geleid dat de gemeenten in de provincie Utrecht een diversiteit aan begrippen hanteren om de verschillende huisvestingsvormen voor de zorgdoelgroep te benoemen. Dit is uit de inventarisatie naar voren gekomen. Het hanteren van verschillende begrippenkaders en definities voor het onderscheid tussen de verschillende woonvormen, leidt ertoe dat ook de omvang van de vraag naar de verschillende woonvormen en uiteraard ook het aanbod tussen gemeenten verschillen vertoont. Om toch op provinciaal niveau een indruk te krijgen of op een effectieve wijze in de woningvraag van de zorgdoelgroep wordt voorzien, is gezocht naar het definitiestelsel dat het meest gebruikt wordt cq waarbinnen de meeste definitiestelsels in hoofdlijnen kunnen worden ingepast. Dit is de indeling waarbij de woningen zijn ingedeeld volgens een sterrensysteem5. Dit classificatiesysteem is door de gemeenten en corporaties in de regio’s Utrecht West en Eemland toegepast.
5
Dit systeem is in de basis enkele jaren geleden door corporaties in Rotterdam samen met de gemeente ontwikkeld
11
Definities 1/2-sterwoning
Rollator-toegankelijk of rollator-doorgankelijk: de toegang van de woning en het
(nultredenwoning)
woongebouw is zonder belemmeringen bereikbaar. De woning en het woongebouw hebben geen of minimale drempels
3-sterwoning
Rolstoel-toegankelijke woning. De woning is relatief geschikt om te worden
(aanpasbare woning)
aangepast tot 4-sterwoning (zorgwoning). Aanpasbaarheid stelt wel eisen aan de minimale maten binnen de woning. Bij nieuwbouw is het niveau rolstoeltoegankelijk (3 sterren), bij het opplussen van bestaande woningen kan volstaan worden met het niveau van rollator-toegankelijk (1 of 2 sterren)
4-sterwoning
Rolstoel-doorgankelijke woning met de mogelijkheid van zorg op afroep of 24-
(zorgwoning)
uurszorg vanuit een zorg- en dienstverleningspunt in de directe nabijheid. Vaak gaat het om geclusterde vormen van wonen.
Kleinschalig
Individuele, maar niet- zelfstandige wooneenheden, met 24- uurs begeleiding,
beschermd wonen
zorg en toezicht, gemeenschappelijke ruimte en zorgruimte. Voorbeelden: kleine geclusterde woonvormen voor dementerende ouderen, gezinsvervangende tehuis, woonboerderij waar onder 24-uurstoezicht ook kan worden gewoond, beschermde woonvormen voor ggz-cliënten, beschermde woonvormen voor lichamelijk / verstandelijk gehandicapten
Grootschalig
Wonen in een intramurale instelling, met 24-uurs begeleiding, zorg en toezicht.
beschermd wonen
Voorbeelden: verzorgingshuizen , verpleeghuizen, instellingen voor gehandi-
6
capten, psychiatrische tehuizen, etc. Bron: Gemeente Rotterdam.
2.3.
Monitoring van provinciale opgave
Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de begrippen die in 2003 werden gebruikt om de provinciale opgave te formuleren, niet meer aansluiten op het begrippenkader dat momenteel veelal wordt gehanteerd. Het destijds gehanteerde begrippenkader, waarbij toegankelijke woningen en zorgwoningen werden onderscheiden, is globaler dan wat nu gebruikelijk is. Dit maakt het lastig om de provinciale opgave zoals die in 2003 is geformuleerd, te monitoren. Het is dan ook noodzakelijk om een vertaalslag te maken tussen het begrippenkader uit 2003 en heden. Die vertaalslag wordt in de volgende figuur schematisch weergegeven. Zelfstandig wonen Í---------------------------------------------------Î Intramuraal wonen grootschalig 1 / 2 -sterwoning (nultreden) Provinciale opgave: 24.000 toegankelijke woningen met zorg en welzijn:
3-sterwoning (aanpasbare woning) 3sterwoning in woonservicezone
Provinciale opgave: 7.200 zorgwoningen
beschermd wonen
4-sterwoning (zorgwoning) kleinschalig beschermd wonen
Æ
Waarvan
6
4-sterwoning (zorgwoning)
kleinschalig beschermd wonen
4-sterwoning (zorgwoning)
Æ kleinschalig beschermd wonen
In de Nulmeting WWZ-monitor Bestuursregio Utrecht, juni 2008 zijn de plaatsen in verzorgingshuizen aangemerkt als zorgwoning.
12
De provinciale opgave om 24.000 toegankelijke woningen met zorg en welzijn te realiseren in de periode 2003-2014 wordt als volgt gemonitord: het aantal nieuw gebouwde 3- en 4-sterwoningen in woonservicezones met een straal van 500 meter (nieuwe woningen worden vrijwel alle aanpasbaar gebouwd en hebben dus minimaal het label 3-sterwoning); plus het aantal toegevoegde plaatsen in kleinschalig beschermde woonvormen; plus het aantal 3-sterwoningen in de bestaande woningvoorraad waar binnen een straal van 500 meter sinds 2003 een zorg- en / of welzijnsvoorziening is gerealiseerd voor de doelgroep. De provinciale opgave voor de realisatie van 7.200 zorgwoningen, die een onderdeel is van de opgave om 24.000 toegankelijke woningen toe te voegen, wordt als volgt gemonitord: het aantal nieuw gebouwde 4-sterwoningen in woonservicezones, binnen een straal van 200 meter van het zorgpunt; plus het aantal toegevoegde plaatsen in kleinschalig beschermde woonvormen. De indruk bestaat dat deze wijze van monitoring het beste aansluit op de in 2003 gehanteerde definities. In de gespreksronde met gemeenten is ook gevraagd een inventarisatieformulier in te vullen, dat inzicht biedt in de uitbreiding van de voorraad “woningen met zorg en welzijn” en “zorgwoningen” in de afgelopen jaren. Dit bleek voor veel gemeenten een lastig te beantwoorden vraag en daarom wordt in de monitoring uitgegaan van de werkwijze zoals hierboven is beschreven.
13
3. Inzicht in de woningvoorraad op basis van het sterrensysteem De gemeenten zijn in de afgelopen jaren intensief bezig geweest met het onderwerp wonen, welzijn en zorg. Er zijn op lokaal niveau tal van onderzoeken uitgevoerd om meer zicht te krijgen op de vraag naar de diverse woonvormen en andere benodigde voorzieningen. Ook zijn inventarisaties uitgevoerd naar het reeds beschikbare aanbod, zodat bepaald kon worden hoe groot de nog resterende opgave is. Uit een analyse van al deze lokale plannen is gebleken dat veel gemeenten in die startfase gebruik hebben gemaakt van een woningindeling volgens eigen definities, en ook daarbij behorende normcijfers voor het bepalen van de woningvraag. Deze situatie was bij de ontwikkeling van de provinciale monitor Wel Thuis!2 bekend en dit is als een gegeven geaccepteerd. Immers, de gemeenten hadden zich de problematiek eigen gemaakt volgens hun eigen inzichten en het was raadzaam om die initiatieven niet te dwarsbomen met een provinciale wens tot uniformering van definities en methoden. Dit temeer, daar de inzichten over de gewenste woonvormen voor de verschillende zorggroepen in beweging waren en landelijk nog steeds in beweging zijn. De provincie heeft er in het kader van de monitor Wel Thuis!2 dan ook van afgezien om een nieuwe prognose op te stellen voor de vraag naar de verschillende woonvormen per gemeente7, te weten: de vraag naar en het aanbod van 1/2-sterwoningen, 3sterwoningen en 4-sterwoningen. Wel is gepoogd de gemeentelijke cijfers zoveel mogelijk te vertalen naar deze woningtypologie volgens het sterrensysteem. Dit heeft tot het volgende beeld geleid.
3.1.
1 / 2-sterwoningen (nultredenwoning)
1/2-sterwoning
Rollator-toegankelijk of rollator-doorgankelijk: de toegang van de woning en het
(nultredenwoning)
woongebouw is zonder belemmeringen bereikbaar. De woning en het woongebouw hebben geen of minimale drempels
Tabel 3.1. Provincie Utrecht. Vraag en aanbod van 1/2-sterwoningen per regio, volgens opgave van de gemeenten 1) (gegevens per gemeente in Bijlage 1) 1/2-sterwoningen
Vraag 2015
Aanbod 2) 2007
(huur en koop) BRU
38.125
49.950
Gewest Eemland
.
.
Utrecht Zuidoost
.
.
10.439
2.924
.
.
Utrecht West Provincie Utrecht 1)
Bron: gemeenten
2)
Daadwerkelijk aanwezig aanbod in 2007
7
Voor het bepalen van de vraag naar beschermde woonvormen per gemeente heeft de provincie wel een nieuwe prognose opgesteld (zie hoofdstuk 4).
14
In Bijlage 1 wordt een overzicht gepresenteerd van de gegevens over vraag en aanbod per gemeente. Uit tabel 3.1. blijkt dat alle gemeente in het BRU en Utrecht-West inzicht hebben in de vraag naar en het aanbod van 1/2-sterwoningen. In de andere regio’s ligt de situatie anders: doordat niet alle gemeenten dit inzicht hebben, is het niet mogelijk een regionaal totaalbeeld te presenteren.
3.2.
3-sterwoningen (aanpasbare woning)
3-sterwoning
Rolstoel-toegankelijke woning. De woning is relatief geschikt om te worden
(aanpasbare woning)
aangepast tot 4-sterwoning (zorgwoning). Aanpasbaarheid stelt wel eisen aan de minimale maten binnen de woning. Bij nieuwbouw is het niveau rolstoeltoegankelijk (3 sterren), bij het opplussen van bestaande woningen kan volstaan worden met het niveau van rollator-toegankelijk (1 of 2 sterren)
Tabel 3.2. Provincie Utrecht. Vraag, en aanbod van 3-sterwoningen per regio volgens opgave van de gemeenten 1) (gegevens per gemeente in Bijlage 1) 3-sterwoningen
Vraag 2015
Aanbod 2) 2007
(huur en koop) BRU 3)
35575
14.810
Gewest Eemland
.
.
Utrecht Zuidoost
.
.
8003
11.409
.
.
Utrecht West Provincie Utrecht 1)
Bron: gemeenten
2)
Daadwerkelijk aanwezig aanbod in 2007
3)
De opgave voor de BRU-gemeenten is inclusief rolstoelgeschikte woningen.
In Bijlage 1 wordt een overzicht gepresenteerd van de gegevens over vraag en het aanbod per gemeente. Uit tabel 3.2. blijkt, dat blijkt alle gemeente in het BRU en Utrecht-West ook inzicht hebben in de vraag naar en het aanbod van 3-sterwoningen. Voor de andere regio’s is dit totaalbeeld niet samen te stellen, omdat niet alle gemeenten dit inzicht hebben.
3.3.
4-sterwoningen (zorgwoning)
4-sterwoning
Rolstoel-doorgankelijke woning met de mogelijkheid van zorg op afroep of 24-
(zorgwoning)
uurszorg vanuit een zorg- en dienstverleningspunt in de directe nabijheid. Vaak gaat het om geclusterde vormen van wonen.
Tabel 3.3. Provincie Utrecht. Vraag en aanbod van 4-sterwoningen per regio volgens opgave van de gemeenten 1) (gegevens per gemeente in Bijlage 1) 4-sterwoningen BRU
Vraag 2015
Aanbod 2) 2007
6950
.
Gewest Eemland
.
.
Utrecht Zuidoost
.
.
15
Utrecht West Provincie Utrecht
1558
868
.
.
1)
Bron: gemeenten
2)
Daadwerkelijk aanwezig aanbod in 2007
In Bijlage 1 wordt een overzicht gepresenteerd van de gegevens over vraag en aanbod per gemeente. Ook uit tabel 3.3. blijkt dat lang niet alle gemeenten inzicht hebben in de vraag naar en het aanbod van 4-sterwoningen.
3.4.
Conclusie
In algemene zin kan worden geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de provinciale opgave aan “woningen met zorg en welzijn” en “zorgwoningen” te monitoren op basis van beschikbare gemeentelijke bronnen. Dit zou een incompleet beeld opleveren. De definities lopen uiteen en de beschikbare informatie bij de gemeenten is lang niet altijd compleet en actueel. Met deze kennis in het achterhoofd, is er voor dit moment voor gekozen om het monitoren op een andere manier te doen. In hoofdstuk 5 is een alternatief uitgewerkt om de provinciale opgave te monitoren. Daarbij is wel zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de beschikbare gemeentelijke informatie.
16
4. Vraag en aanbod beschermd wonen per doelgroep Veel gemeenten in de provincie Utrecht hebben op de een of andere manier in de afgelopen jaren de vraag naar de verschillende (zorg)woonvormen in beeld gebracht. Vaak bleef die vraagbepaling beperkt tot de groep ouderen, terwijl de zorgdoelgroep veel breder is samengesteld en bestaat uit mensen met een lichte functiebeperking, lichamelijk en of verstandelijk gehandicapten en mensen met een psychische beperking. In de praktijk is veelvuldig de klacht gehoord, dat er geen inzicht bestaat in de woningvraag per doelgroep. Om in die informatielacune te voorzien is een nieuwe prognose opgesteld, waarin de vraag naar beschermd wonen per doelgroep en per gemeente is bepaald. In dit hoofdstuk wordt de vraag naar en het aanbod van beschermde woonvormen gepresenteerd. Op basis daarvan is ook bepaald waar nog sprake is van een tekort.
4.1.
Bepaling van vraag en aanbod
Definitie Kleinschalig
Individuele, maar niet- zelfstandige wooneenheden, met 24 uur aanwezige
beschermd wonen
begeleiding, zorg en toezicht, gemeenschappelijke ruimte en zorgruimte. Voorbeelden: kleine geclusterde woonvormen voor dementerende ouderen, gezinsvervangende tehuis, woonboerderij waar onder 24-uurstoezicht ook kan worden gewoond, beschermde woonvormen voor ggz-cliënten, beschermde woonvormen voor lichamelijk / verstandelijk gehandicapten
Grootschalig
Wonen in een intramurale instelling, met 24-uurs begeleiding, zorg en toezicht.
beschermd wonen
Voorbeelden: verzorgingshuizen , verpleeghuizen, instellingen voor gehandi-
8
capten, psychiatrische tehuizen, etc.
Nadrukkelijk wordt aangetekend dat ook de bestaande verzorgingshuizen tot het grootschalig beschermd wonen zijn gerekend. In deze verzorgingshuizen beschikken de bewoners niet over een zelfstandige woning, zodat sprake is van intramurale huisvesting. Een opgave in de komende jaren is het omzetten van een aanzienlijk deel van deze intramurale capaciteit naar zelfstandige woonvormen met een zeker zorgaanbod. Vraag In Bijlage 2 wordt beschreven hoe de vraag naar beschermde woonvormen per doelgroep is berekend. Voor de toekomstige bevolkingsontwikkeling per gemeente is gebruik gemaakt van de meest recente Primos-prognose 2007. De vraag per doelgroep en per gemeente wordt in Bijlage 3 gepresenteerd. In dit hoofdstuk wordt een samengevat overzicht per regio weergegeven. Bij het bepalen van de vraag naar beschermde woonvormen is aangesloten op de extramuraliseringsprincipes die ook aan de AAK-normen9 voor het zogenoemde Andantescenario10 ten grondslag liggen. Dit komt op het volgende neer: 8
In de Nulmeting WWZ-monitor Bestuursregio Utrecht, juni 2008 zijn de verzorgingshuizen toegerekend aan het verzorgd wonen. 9 Bron: Aedes-Arcares Kenniscentrum Wonen - Zorg, mei 2004
17
Groei van capaciteit in verpleeghuizen met +33%. Extramuralisering van verzorgingshuizen met -50%. Extramuralisering van internaten voor gehandicapten met -33%. Extramuralisering van woonvormen / gezinsvervangende tehuizen voor gehandicapten met -50%. .
Feitelijk aanbod (daadwerkelijk aanwezig) Ook het aanbod van kleinschalig en grootschalig beschermde woonvormen is geïnventariseerd. Dit is in de eerste plaats gebaseerd op gemeentelijke beleidsdocumenten, zoals Woonvisies, Wmo-beleidsplannen, Uitvoeringsprogramma’s Wel Thuis!1, etc. Die opgave is aangevuld met gegevens van het Zorgkantoor, Lisa (het vestigingsregister van de overkoepelende organisatie van provinciale arbeidsplaatsenregisters), inventarisatiegegevens van de provincie Utrecht uit 2002 en 2005, websites van zorginstellingen / MEE / Kies beter, etc. De indruk bestaat dat hiermee een (bijna) compleet beeld is verkregen van de capaciteit aan kleinschalig en grootschalig beschermde woonvormen per gemeente.
4.2.
Doelgroep ouderen
Tabel 4.1:
Provincie Utrecht. Vraag, feitelijk aanbod en restopgave voor kleinschalig en grootschalig beschermd wonen door ouderen (met dementie) per regio, uitgedrukt in plaatsen voor 2009 en 2015 (Andante-scenario; - is een tekort en + een overschot). Tekort / overschot 2009Feitelijk aanbod 1.1.2009 Vraag 1.1.2015 2014 Doelgroep Kleinschalig Grootschalig Kleinschalig Grootschalig Kleinschalig Grootschalig ouderen beschermd beschermd beschermd beschermd beschermd beschermd BRU
210
5.670
670
3.450
- 460
+ 2.220
Gewest Eemland
80
2.350
380
1.860
- 300
+ 490
Utrecht Zuidoost
100
1.150
210
1.120
-110
+ 30
20
1.120
170
980
-150
+ 140
410
10.290
1.430
7.410
- 1.020
+ 2.880
Utrecht West Provincie Utrecht Bron: Companen.
Het feitelijke aanbod aan beschermde woonvormen voor ouderen in de provincie Utrecht bestaat grotendeels nog uit grootschalige woonvormen in de vorm van verpleeghuizen en verzorgingshuizen. Kleinschalige woonvormen voor met name dementerende ouderen verkeren vooral in de planningsfase. De vraag naar kleinschalig beschermde woonvormen zal de komende jaren toenemen. Door de omvorming van verzorgingsplaatsen naar enerzijds zelfstandig blijven wonen en anderzijds naar verpleeghuisplaatsen, zal het aanbod naar grootschalig beschermd wonen in de komende jaren afnemen. In de restopgave voor de periode 2009-2014 komt dit tot uitdrukking in een overschot: de afname van het aantal verzorgingshuisplaatsen is groter dan de benodigde toename van aantal verpleeghuisplaatsen in instellingen. In alle regio’s kan de capaciteit aan grootschalig beschermd wonen afnemen, zij het dat in de regio Utrecht Zuidoost nagenoeg sprake is van een evenwicht tussen vraag en aanbod; daarbij moet wel worden aangetekend dat ook in de regio Utrecht Zuidoost nog sprake zal zijn van ombouw van verzorgingshuisplaatsen naar verpleeghuisplaatsen.
10
Het Andante-scenario gaat uit van een gematigd tempo van extramuralisering en het Presto-scenario gaat uit van een hoger tempo van extramuralisering.
18
4.3.
Doelgroep: lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten
Tabel 4.2: Provincie Utrecht. Vraag, feitelijk aanbod en restopgave voor kleinschalig en grootschalig beschermd wonen door lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten per regio, uitgedrukt in plaatsen voor 2009 en 2015 (Andante-scenario; - is een tekort en + een overschot))
Doelgroep lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten
Tekort / overschot 2009-
Feitelijk aanbod 1.1.2009
Vraag 1.1.2015
Kleinschalig Grootschalig
Kleinschalig Grootschalig
Kleinschalig Grootschalig
beschermd
beschermd
beschermd
beschermd
2014
beschermd
beschermd
BRU
930
450
1.320
830
- 390
- 380
Gewest Eemland 1)
560
850
600
380
- 40
+ 470
Utrecht Zuidoost
410
240
330
200
+ 80
+ 40
Utrecht West
410
0
320
190
+ 90
- 190
2.310
1.540
2.570
1.600
- 260
- 60
Provincie Utrecht Bron: Companen. 1)
Het aanbod vervult deels een bovenprovinciale functie.
De groep lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten is samengevoegd omdat vaak sprake is van een gecombineerde handicap. De groep personen tot 65 jaar met uitsluitend een lichamelijke handicap die aangewezen is op 24-uurszorg (grootschalig of kleinschalig), is zeer klein. De afbakening tussen kleinschalig en grootschalig beschermde wonen is voor deze doelgroep in de praktijk moeilijker te maken dan voor de andere doelgroepen. Zo wordt er op instellingsterreinen vaak ook in een kleinschalige woonvorm gewoond; in de inventarisatie zijn dergelijke woningen op instellingsterreinen echter toegedeeld aan het grootschalig beschermd wonen. Als het kleinschalig en grootschalig beschermd wonen in zijn totaliteit wordt beoordeeld, kan worden geconcludeerd dat er vooral in het BRU en in veel mindere mate in UtrechtWest sprake is van een normatief tekort aan huisvestingsplaatsen voor deze doelgroep. In de overige regio’s is sprake van een overschot. Voor de provincie als geheel is sprake van een beperkt tekort. De normatief bepaalde vraag is groter dan het feitelijke aanbod. Een tekort aan capaciteit zou er op duiden dat lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten in de provincie Utrecht langer thuis wonen en / of langer zelfstandig wonen en / of in een andere provincie in een beschermde woonvorm wonen.
19
4.4.
Doelgroep: mensen met een psychische beperking
Tabel 4.3: Provincie Utrecht. Vraag, feitelijk aanbod en restopgave voor kleinschalig en grootschalig beschermd wonen door mensen met een psychische beperking per regio, uitgedrukt in plaatsen voor 2009 en 2015 (Andante-scenario; - is een tekort en + een overschot)). Tekort / overschot Doelgroep Feitelijk aanbod 1.1.2009 Vraag 1.1.2015 2009-2014 mensen met een psychische Kleinschalig Grootschalig Kleinschalig Grootschalig Kleinschalig Grootschalig beperking beschermd beschermd beschermd beschermd beschermd beschermd BRU
410
960
Gewest Eemland
60
510
Utrecht Zuidoost
110
0
30
30
610
1.500
Utrecht West Provincie Utrecht
530
610
- 200
+ 350
250
280
- 190
+ 230
130
140
- 20
- 140
130
140
- 100
- 110
1.040
1.170
- 430
+ 330
Bron: Companen.
De capaciteit aan kleinschalig en grootschalig beschermd wonen voor mensen met een psychische beperking is in de provincie Utrecht bij benadering toereikend om in de toekomstige vraag te voorzien. Wel zal nog verder invulling moeten worden gegeven aan de ombouw van grootschalig beschermd wonen naar kleinschalig beschermd wonen.
4.5.
Doelgroep: onbekend
Tabel 4.4: Provincie Utrecht. Feitelijk aanbod van kleinschalig en grootschalig beschermd wonen waarvan de doelgroep onbekend is per regio, uitgedrukt in plaatsen voor 2009. Feitelijk aanbod 1.1.2009
Doelgroep onbekend
Kleinschalig beschermd
Grootschalig beschermd
BRU Gewest Eemland Utrecht Zuidoost Utrecht West
160 70 10 0
0 0 0 0
Provincie Utrecht
240
0
Bron: Companen.
Volledigheidshalve is in tabel 4.4 het aanbod weergegeven aan plaatsen in beschermde woonvormen, waarvoor de doelgroep in het kader van dit onderzoek niet kon worden achterhaald. Ook kan er sprake zijn van een woonvorm voor een combinatie van doelgroepen.
20
4.6.
Totaalbeeld
Tabel 4.5: Provincie Utrecht. Vraag, feitelijk aanbod en restopgave voor beschermd wonen (kleinschalig en grootschalig) door ouderen, lichamelijk en verstandelijk gehandicapten en mensen met een psychische beperking per regio, uitgedrukt in plaatsen voor 2009 en 2015 (Andante-scenario; - is een tekort en + een overschot)) Feitelijk 1) aanbod
Totaal BRU
Tekort / overschot
Vraag 1.1.2015
1.1.2009
2009-2014
Kleinschalig Grootschalig
Kleinschalig Grootschalig
Kleinschalig Grootschalig
beschermd
beschermd
beschermd
beschermd
beschermd
beschermd
1.710
7.080
2.520
4.890
- 810
+ 2.190
Gewest Eemland
770
3.710
1.230
2.520
- 460
+ 1.190
Utrecht Zuidoost
630
1.390
670
1.460
- 40
- 70
Utrecht West
460
1.150
620
1.310
- 160
- 160
3.570
13.330
5.040
10.180
- 1.470
+ 3.150
Provincie Utrecht Bron: Companen
1) Inclusief het aanbod aan kleinschalige woonvormen waarvoor de doelgroep onbekend is.
Het totaalbeeld uit tabel 4.5 wekt de indruk dat het aanbod aan beschermde woonvormen in de provincie Utrecht meer dan toereikend is om goed te voorzien in de toekomstige vraag. Immers het toekomstige overschot aan grootschalig beschermde woonvormen is veel groter dan het tekort aan kleinschalig beschermde woonvormen. Deze twee woonvormen zijn echter maar in beperkte mate onderling uitwisselbaar11. Achter deze cijfers gaan de volgende processen schuil. Het proces van omvorming van bestaande verzorgingshuizen die in dit totaalbeeld onder het grootschalig beschermd wonen zijn gerangschikt. Een omvangrijk deel van de capaciteit in bestaande verzorgingshuizen zal in de komende jaren worden omgezet naar zelfstandig wonen (al of niet met een zeker zorgaanbod in de buurt) en naar verpleeghuisplaatsen. De vernieuwing van verpleeghuisinstellingen en de deconcentratie / vermaatschappelijking van de zorg naar kleinschalige woonvormen voor met name demente ouderen in woonwijken. De deconcentratie / vermaatschappelijking van de zorg naar kleinschalige woonvormen in woonwijken voor lichamelijk en / of verstandelijk en mensen met een psychische beperking. Dit betreft de vernieuwing van de huisvestingssituatie voor cliënten die nu op de instellingsterreinen wonen.
11
Diverse zorginstellingen beschikken over een grootschalig woongebouw waarin de zorg kleinschalig is georganiseerd en zij spreken dan soms over een kleinschalige woonvorm. In deze rapportage is een dergelijke woonvorm als grootschalig beschermd wonen aangemerkt.
21
5. De provinciale opgave 2003-2008 gemonitord In dit hoofdstuk wordt specifiek ingegaan op de provinciale opgave aan toegankelijke woningen met zorg en welzijn en zorgwoningen voor de periode 2003-2008. Op basis van de beschikbare gegevens wordt inzicht geboden in de mate waarin invulling is gegeven aan de provinciale opgave. Uitsluitend wordt ingegaan op de concrete realisatie, dus exclusief plannen. Niet ingegaan wordt op de inspanningen in menskracht en subsidies die wel in de periode 2003-2008 zijn gedaan, maar die pas in de komende jaren “tot uitbetaling komen”.
5.1.
Toegankelijke woningen met zorg en welzijn
De opgave geoperationaliseerd Provinciale opgave 2003-
3-sterwoning
4-sterwoning
kleinschalig beschermd
2014: 24.000 toeganke-
in woonservicezone
(zorgwoning)
wonen
lijke woningen met zorg en welzijn
De provinciale opgave om 24.000 toegankelijke woningen met zorg en welzijn te realiseren in de periode 2003-2014 wordt als volgt gemonitord: het aantal nieuw gebouwde 3- en 4-sterwoningen in woonservicezones met een straal van 500 meter (nieuwe woningen worden vrijwel alle aanpasbaar gebouwd en hebben dus minimaal het label 3-sterwoning) plus; het aantal toegevoegde plaatsen in kleinschalig beschermde woonvormen plus; het aantal 3-sterwoningen in de bestaande woningvoorraad waar binnen een straal van 500 meter sinds 2003 een zorg- en / of welzijnsvoorziening is gerealiseerd voor de doelgroep. Samenvattend overzicht Onderstaande tabel biedt inzicht in de realisatie van toegankelijke woningen met zorg en welzijn voor de periode 2003-2008. In het vervolg wordt een onderbouwing gegeven voor de realisatie-aantallen. Tabel 5.1: Provincie Utrecht. Realisatie1) van toegankelijke woningen met zorg en welzijn in de periode 20032008
Nieuw gebouwde 3- en 4sterwoningen in woonservicezones 7.900
BRU
Toegevoegde plaatsen in kleinschalig beschermde woonvormen .
3-sterwoningen in de bestaande woningvoorraad in woonservicezones waar sinds 2003 een zorg- en / of welzijnsvoorziening is gerealiseerd voor de doelgroep .
Gewest Eemland
2.700
.
.
Utrecht Zuidoost
800
.
.
Utrecht West Provincie Utrecht 1)
1.000
.
.
12.400
Ca 600
Minimaal 1.500
Totaal toegankelijke woningen met zorg en welzijn
Minimaal 14.500
De opgave van 24.000 toegankelijke woningen voor de periode 2003-2014 betekent gemiddeld per jaar een opgave van 2.000 woningen.
22
In de periode 2003-2008 zijn in de provincie Utrecht in totaal minimaal 14.500 toegankelijke woningen met zorg en welzijn toegevoegd. Voor een beperkt deel zijn deze realisatiecijfers gebaseerd op een gefundeerde schatting (zie vervolg). De opgave voor de periode 2003-2008 bedroeg 12.000 te realiseren woningen. De conclusie kan dan ook worden getrokken dat de realisatie op schema ligt. Gelet op de huidige economische crisis moet rekening worden gehouden met een forse vertraging in de woningbouw en daarmee ook in een vertraging in de realisatie van toegankelijke woningen met zorg en welzijn. Hieronder wordt een nadere toelichting gegeven op de in tabel 5.1. gepresenteerde cijfers. Toelichting: nieuw gebouwde 3-en 4-sterwoningen in woonservicezones In woonservicezones wordt, veelal onder de regie van gemeenten, door de betrokken partijen op een optimale wijze invulling gegeven aan een maximale samenhang van de aspecten wonen, welzijn en zorg. Soms zijn deze woonservicezones al aanwezig, maar vaak zijn deze nog in ontwikkeling. Bij de gemeenten is geïnventariseerd welke plannen er bestaan om tot de ontwikkeling van woonservicezones te komen. Het resultaat van die inventarisatie wordt in tabel 5.2. gepresenteerd. Tabel 5.2: Provincie Utrecht. Aanwezige en nog te ontwikkelen woonservicezones per gemeente. Aantal
Woonservicezones
Woonservicezones
woonservicezones
Aantal
woonservicezones
Bunnik
1
Renswoude
.
De Bilt
9
Rhenen
3
Houten
3
Utrechtse Heuvelrug
.
IJsselstein
3
Veenendaal
.
Maarssen
3
Wijk bij Duurstede
3
3
Zuidoost Utrecht
6
Nieuwegein Utrecht
17
Vianen
1
Abcoude
1
Zeist
9
Breukelen
2
BRU
49
De Ronde Venen
4
Amersfoort
15
Loenen
1
Lopik
2 2
Baarn
1
Montfoort
Bunschoten
1
Oudewater
2
Eemnes
1
Woerden
6
Leusden
3
Utrecht West
20
Soest
. Provincie Utrecht
97
Woudenberg Gewest Eemland
1 22
Voor een aantal gemeenten is niet bekend of en waar woonservicezones worden ontwikkeld. Voor de gemeenten in het BRU is aangenomen dat er rond de verzorgingshuizen en verpleeghuizen woonservicezones worden ontwikkeld. In totaal worden in de provincie Utrecht bijna 100 woonservicezones ontwikkeld. Binnen deze woonservicezones zijn ook in de afgelopen jaren nieuwe woningen gerealiseerd die zeer overwegend aanpasbaar zijn gebouwd en minimaal voldoen aan de eisen van een 3-sterwoning. Een deel van deze woningen kan zelfs aangemerkt worden
23
als een 4-sterwoningen (zorgwoning). In het kader van de Nulmeting monitor Wel Thuis!2 is een GIS-applicatie ontwikkeld waarbij de adressen van nieuwbouwwoningen (gegevens CBS) zijn gekoppeld aan een kaartbeeld met de (potentiële) woonservicezones. Op basis van deze applicatie is bekend hoeveel nieuwe 3-en 4-sterwoningen in de periode 2003-2008 zijn gebouwd. In totaal betreft dit ca 12.400 woningen. In Bijlage 4 is een gespecificeerd overzicht per gemeente opgenomen. Toelichting: toegevoegde plaatsen in kleinschalig beschermde woonvormen. Niet bekend is hoeveel plaatsen kleinschalig beschermde woonvormen zijn gerealiseerd in de afgelopen jaren. Dit aantal wordt geraamd op ca 600 plaatsen. Dit is gebaseerd op de registratie van de provincie in het kader van Wel Thuis. Daaruit blijkt dat een bijdrage is geleverd aan de tot stand koming van ruim 1.000 nieuwbouwwoningen. Dit betreft zeer overwegend nieuwbouw voor (kleinschalige) zorgwoningen of woonzorgcomplexen; een deel van deze plannen is echter nog niet gerealiseerd. Toelichting: 3-sterwoningen in de bestaande woningvoorraad waar binnen een straal van 500 meter sinds 2003 een zorg- en / of welzijnsvoorziening is gerealiseerd voor de doelgroep Over deze categorie woningen wordt door de gemeenten geen systematische informatie bijgehouden. Door de provincie wordt een projectregistratie bijgehouden van projecten waarvoor een financiële bijdrage is verstrekt in het kader van de Wel Thuis!1, het Investeringskrediet Stedelijke Vernieuwing en de Opplusregeling (2003-2005). In dit verband zijn de volgende gegevens relevant: Opplussen bestaande woningen: ca 1.800 woningen. Toevoegen van zorginfrastructuur (dit zijn projecten waarbij alarmering, domotica, zorgposten ed. zijn toegevoegd aan bestaande wooncomplexen waardoor de woningen geschikter zijn geworden voor doelgroepen): ca 4.300 woningen. In totaal gaat het om ruim 6.000 woningen. Uit de provinciale registratie kan echter niet worden afgeleid of de woningen cq zorginfrastructuur inmiddels zijn gerealiseerd. Zodoende kan niet exact bepaald worden hoeveel 3-sterwoningen in de bestaande woningvoorraad in de afgelopen jaren geschikter zijn geworden voor de doelgroep door het toevoegen van zorginfrastructuur. Vooralsnog wordt aangenomen dat tenminste 25% van de ruim 6.000 woningen is verbeterd tot een 3-sterwoning waar binnen een straal van 500 meter een zorg- en /of welzijnsvoorziening is gerealiseerd.
5.2.
Zorgwoningen
Herziening van de vraag naar zorgwoningen In 2003 is de provinciale opgave aan zorgwoningen voor de periode 2003-2014 bepaald op ca 9.500 woningen. In het kader van de Nulmeting monitor Wel Thuis!2 is een nieuwe raming opgesteld voor de vraag naar zorgwoningen op basis van de nieuwe normen die het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg heeft ontwikkeld. Dit leidt tot de volgende inzichten. De opgave aan 4-sterwoningen wordt voor de periode 2003-2014 voor de provincie Utrecht als geheel geraamd op ongeveer 5.100 te realiseren woningen. Dit betreft zorgwoningen.
24
De restopgave aan kleinschalig beschermde woonvormen is voor 2009-2014 geraamd op ca 1.500 plaatsen (zie hoofdstuk 4). De vraag naar kleinschalig beschermde woonvormen voor de periode 2003-2008 wordt gelijk gesteld aan het aantal gerealiseerde plaatsen. Dit aantal wordt geschat op ca 600. De totale vraag naar zorgwoningen voor de periode 2003-2014 komt daarmee op 5.100 + 1.500 + 600 = 7.200 woningen / plaatsen. Dit aantal is als uitgangspunt genomen voor de provinciale opgave aan zorgwoningen. De opgave geoperationaliseerd Provinciale opgave 2003-2014:
4-sterwoning
7.200 zorgwoningen
(zorgwoning)
kleinschalig beschermd wonen
De provinciale opgave om 7.200 zorgwoningen te realiseren in de periode 2003-2014 is als volgt gemonitord: het aantal nieuw gebouwde 4-sterwoningen in woonservicezones, binnen een straal van 200 meter van het zorgpunt plus; het aantal toegevoegde plaatsen in kleinschalig beschermde woonvormen. Samenvattend overzicht Onderstaande tabel biedt inzicht in het verloop van de opgave aan zorgwoningen voor de periode 2003-2008. Tabel 5.3: Provincie Utrecht. Realisatie1) van zorgwoningen in de periode 2003-2008 Nieuw gebouwde woningen in woonservicezones
Provincie Utrecht 1)
binnen een straal van
Toegevoegde plaatsen in
200 meter van het
kleinschalig beschermde
zorgpunt
woonvormen
Totaal zorgwoningen
2.700
Ca 600
3.300
De opgave van 7.200 zorgwoningen voor de periode 2003-2014 betekent gemiddeld per jaar een opgave van 600 woningen.
Op basis van deze aannamen zijn in de periode 2003-2008 ca 3.300 zorgwoningen daadwerkelijk gerealiseerd in de provincie Utrecht. Uitgaande van een opgave van 7.200 zorgwoningen, zouden er in de periode 2003-2008 ca 3.600 zorgwoningen moeten worden gerealiseerd. Geconcludeerd kan worden dat de realisatie iets achter blijft ten opzichte van de opgave. Hieronder wordt een nadere toelichting gegeven op de in tabel 5.3. gepresenteerde cijfers. Toelichting: nieuw gebouwde 4-sterwoningen in woonservicezones, binnen een straal van 200 meter van het zorgpunt Dit betreft de 4-sterwoningen die in woonservicezones zijn gebouwd. Hierover zijn geen harde gegevens beschikbaar. Wel is bekend hoeveel nieuwbouwwoningen zijn gerealiseerd binnen een straal van 100 en 200 meter van het hart van een woonservicezone (veelal een zorgpunt). Voor de periode 2003-2009 gaat het om respectievelijk ca 1.000 (straal van 100 meter) en ca 2.700 woningen (straal van 200 meter). De
25
praktijk leert dat veel van de nieuwbouw, die in de afgelopen jaren in de directe nabijheid van een zorgpunt is gerealiseerd, in de markt is gezet voor de doelgroep ouderen met als extra de mogelijkheid van een zorgarrangement. Toelichting: toegevoegde plaatsen in kleinschalig beschermde woonvormen. Niet bekend is hoeveel plaatsen kleinschalig beschermde woonvormen zijn gerealiseerd in de afgelopen jaren. Dit aantal wordt geraamd op ca 600 plaatsen. Dit is gebaseerd op de registratie van de provincie in het kader van Wel Thuis.
26
6. De provinciale opgave 2009-2014 Op basis van de informatie uit de voorgaande hoofdstukken kan de resterende opgave voor de periode 2009-2014 worden afgeleid. Toegankelijke woningen met zorg en welzijn Tabel 6.1: Provincie Utrecht. Resterende opgave aan toegankelijke woningen met zorg en welzijn in de periode 2009 – 2014 ( - is een tekort en + een overschot)) Kleinschalig 3-sterwoningen in
4-sterwoningen
beschermd
woonservicezones
(zorgwoningen)
wonen
Totaal
.
.
.
24.000 11.600
Opgave 2003-2014 Realisatie 2003-2007
9.000
Ca 2.100
Ca 500
Realisatie 2008
2.200
Ca 600
Ca 100
2.900
- 1.500
- 9.500
Tekort / overschot
- 8.000
2009-2014
Uitgaande van hetgeen is gerealiseerd in de periode 2003-2008 resteert er nog een opgave voor het realiseren van ongeveer 9.500 toegankelijke woningen door nieuwbouw of aanpassing van de bestaande woningvoorraad voor de periode 2009-2014. Daaronder bevinden zich 1.500 plaatsen in kleinschalige woonvormen voor (met name demente) ouderen, lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapten en mensen met een psychische beperking. Zorgwoningen Tabel 6.2: Provincie Utrecht. Resterende opgave aan zorgwoningen in de periode 2009 – 2014 (- is een tekort en + een overschot))
Opgave 2003-2014 Realisatie 2003-2007
4-sterwoningen
Kleinschalig
(zorgwoningen)
beschermd wonen
Totaal
beschermd wonen
Grootschalig
.
.
7.200
. .
Ca 2.100
Ca 500
Ca 2.600
Realisatie 2008
Ca 600
Ca 100
Ca 700
.
Tekort / overschot
- 2.400
- 1.500
- 3.900
+ 3.150
2009-2014
Er zijn in de periode 2003-2008 ca 3.300 zorgwoningen gerealiseerd. Uitgaande van een opgave van 7.200 zorgwoningen, resteert er nog een opgave van 3.900 zorgwoningen voor de periode 2009-2014. Daaronder bevinden zich ongeveer 1.500 plaatsen in kleinschalig beschermde woonvormen. Voorts moet nog een extramuraliseringsopgave worden gerealiseerd. Naar schatting kan het aantal plaatsen in grootschalige woonvormen met ruim 3.000 worden verminderd. Dit betreft merendeels plaatsen in verzorgingshuizen en in mindere mate ook plaatsen op instellingsterreinen voor lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapten en mensen met een psychische beperking.
27
7. Monitor Wel Thuis!2: nulmeting en vervolgmetingen 7.1.
Nulmeting: een monitorrapport per gemeente
In het kader van de nulmeting is per gemeente een monitorrapport opgesteld dat inzicht geeft in de situatie op het gebied van wonen, welzijn en zorg. De volgende gegevens zijn vastgelegd, waarbij overigens direct moet worden opgemerkt, dat lang niet alle gegevens aanwezig waren voor de gemeenten: Paragraaf 1: Demografische ontwikkeling 2006-2030. Paragraaf 2: Vraag in 2006 en 2015 naar beschermde woonvormen per doelgroep. Paragraaf 3: Vraag, aanbod en plannen voor de onderscheiden woonvormen voor de gemeente als geheel. De gegevens zijn gebaseerd op een rapportage van de gemeente. Bijlage 1: Aanwezige voorzieningen. Bijlage 2: Aanbod van beschermde woonvormen per locatie gespecificeerd. Bijlage 3: Plannen met betrekking tot beschermde woonvormen per locatie, gebaseerd op een rapportage van de gemeente. Bijlage 4: Nieuwbouw. Presentatie per jaar van het aantal gebouwde woningen en het aantal nieuwbouwwoningen dat binnen een woonservicezone valt. Tevens is dit op kaartbeelden weergegeven. Bijlage 5: Kaartbeelden waarop de voorzieningen, zorginstellingen en woonservicezones (500 meter) zijn weergegeven. Deze gegevens zijn inmiddels aan de gemeenten beschikbaar gesteld.
7.2.
Vervolgmetingen
Uit de nulmeting blijkt dat het volgen van de provinciale opgave om toegankelijke woningen en zorgwoningen te realiseren op basis van de bestaande gegevensbronnen niet nauwkeurig mogelijk is. Om die reden is een inventarisatieformulier aan de gemeenten uitgereikt, waarin gevraagd werd naar de aantallen gerealiseerde toegankelijke woningen en zorgwoningen. Dit is in de eerste helft van 2009 gebeurd en in de gesprekken tussen de provincie en de afzonderlijke gemeenten is een en ander toegelicht. Die inventarisatie heeft echter niet het gewenste resultaat opgeleverd. Slechts een beperkt aantal gemeenten heeft de gevraagde gegevens aangeleverd. Het merendeel van de gemeenten was niet in staat de gevraagde gegevens compleet aan te leveren cq heeft hieraan geen prioriteit kunnen toekennen. Uit de beschikbare registraties bij gemeenten met betrekking tot de nieuwbouw, kan niet worden afgeleid of de nieuwbouwwoning aangemerkt kan worden als een “toegankelijke woning met zorg en welzijn” of een “zorgwoning”. Dit moet handmatig worden nagezocht en dit is voor wat grotere gemeenten een bewerkelijke activiteit. Op grond van deze ervaring, wordt voorgesteld de jaarlijkse monitor uit te voeren op een wijze zoals ook nu is gebeurd (actualisering van de monitor met gegevens voor het jaar
28
2008). Aanvullend is het gewenst om vanaf volgend jaar (opleveringscijfers 2009) ook een check uit te voeren op het aantal 4-sterwoningen dat in woonservicezones is gebouwd. Die check kan gebeuren aan de hand van de WO15-formulieren die de gemeenten voor het CBS aanleveren en waarin de realisatie van nieuwbouw wordt geregistreerd. In telefonisch overleg met de gemeente zal worden bepaald welke nieuwbouw in woonservicezones kan worden aangemerkt als een zorgwoning. Tevens is het gewenst om jaarlijks of tweejaarlijks de informatie over de aanwezige capaciteit aan kleinschalig beschermd wonen en grootschalig beschermd wonen te verifiëren. In de eerste plaats kan dit gebeuren door de provinciale monitor te updaten aan de hand van informatie van het Zorgkantoor, raadplegen van sites van instellingen, etc. In de tweede plaats kan deze informatie per instelling op een overzichtelijke wijze worden gerubriceerd en vervolgens ter verificatie aan de instellingen worden voorgelegd. De daaruit voortkomende wijzigingen kunnen in de provinciale monitor worden opgenomen.
29
Bijlage1: Vraag naar en aanbod van sterwoningen en beschermde woonvormen volgens opgave van de gemeenten In deze Bijlage worden per gemeente de gegevens gepresenteerd die beschikbaar zijn voor: De totale vraag (huur en koop) in 2015. Het totale aanbod (huur en koop) rond 2007. De plannen (huur en koop) om het aanbod tussen 2008 en 2015 uit te breiden door nieuwbouw. Deze gegevens zijn gebaseerd op gemeentelijke onderzoeksrapporten, uitvoeringsprogramma’s, gegevens die de gemeenten hebben verstrekt in het kader van de provinciale inventarisatie 2009, etc.
30
Beschermd wonen 3-woning
Huur en koop: Vraag 2015
(kleinschalig
(aanpasbaar)
4-woning
en
1/2-woning
1)
(zorgwoning)
grootschalig)
Bunnik
1250
1275
275
150
De Bilt
3550
3600
775
350
Houten
2775
2450
450
300
IJsselstein
2100
1900
350
225
Maarssen
2650
2450
475
275
Nieuwegein
3975
3600
625
275
Utrecht
15725
14300
2775
1775
Vianen
1275
1200
225
150
Zeist
4825
4800
1000
600
BRU
38125
35575
6950
4100
Amersfoort Baarn (huur)
600
430
725
Bunschoten
2281
216
202
Eemnes Leusden (huur)
375
386
139
Soest
650
645
680
Woudenberg (huur)
133
143
160
Gewest Eemland Renswoude Rhenen
251
212
925
796
330
120
50
Utrechtse Heuvelrug Veenendaal (huur) Wijk bij Duurstede
990
(huur) Zuidoost Utrecht Abcoude
690
550
100
Breukelen
1077
852
188
De Ronde Venen
2401
1831
350
Loenen
631
490
90
70
Lopik
850
620
120
100
Montfoort
810
590
110
90 80
Oudewater Woerden Utrecht West
740
590
130
3240
2480
470
10439
8003
1558
212
Provincie Utrecht 1) De opgave voor de BRU-gemeenten is inclusief de behoefte aan rolstoelgeschikte woningen.
31
Beschermd wonen
Huur en koop: Aanbod rond 2007
(kleinschalig 1/2-woning
3-woning
4-woning
en
(aanpasbaar) 1)
(zorgwoning)
grootschalig)
Bunnik
650
400
95
65
De Bilt
3250
930
760
280
Houten
1510
1110
185
295
IJsselstein
2480
1350
355
130
Maarssen
1850
620
240
170
Nieuwegein
4930
1990
240
225
Utrecht
29060
7020
Vianen
880
370
140
60
Zeist
5180
1180
1090
1470
BRU
49790
14970
95
380
Amersfoort Baarn (huur)
595
Bunschoten Eemnes Leusden (huur) Soest Woudenberg (huur)
413
1065
1455
515
45
60
144
61
Gewest Eemland Renswoude Rhenen
22
259
239
846
119
64
Utrechtse Heuvelrug Veenendaal (huur) Wijk
bij
Duurstede
560
(huur) Utrecht Zuidoost Abcoude
94
907
14
22
Breukelen
893
1101
97
157
De Ronde Venen
681
2644
157
423
Loenen 2)
390
862
76
82
Lopik
214
1159
90
33
Montfoort
300
1194
103
35
80
859
32
165
272
3546
343
592
2924
11322
912
1509
Oudewater Woerden Utrecht West Provincie Utrecht
1) De opgave voor de BRU-gemeenten is inclusief rolstoelgeschikte woningen. 2) Inclusief bouwplannen periode 2008-2014.
32
Beschermd wonen
Huur en koop: Plannen 20082014 1)
(kleinschalig 1/2-woning
3-woning
4-woning
en
(aanpasbaar)
(zorgwoning)
grootschalig)
Bunnik De Bilt
0
Houten
296
IJsselstein Maarssen Nieuwegein
141
Utrecht
811
677
109
275
85
Vianen Zeist BRU Amersfoort Baarn
-145
Bunschoten Eemnes Leusden
50 10
58
55
Soest
170
160
105
Woudenberg
-12
140
Gewest Eemland Renswoude Rhenen Utrechtse Heuvelrug Veenendaal
37
Wijk bij Duurstede
360
302
105
Zuidoost Utrecht Abcoude
0
394
72
258
0
121
7
De Ronde Venen
0
1462
94
0
Loenen 2)
0
0
Breukelen
0
0
63
0
48
26
45
115
-41
3313
120
46
Lopik Montfoort Oudewater
0 313
Woerden
20
466
Utrecht West Provincie Utrecht 1)
De beschikbare gegevens per gemeente zijn vaak niet compleet. Diverse gemeenten hebben slechts een opgave verstrekt van de bouwplannen in de huursector. Sommige gemeenten hebben informatie verstrekt over een kortere planningsperiode.
2)
De plannen zijn opgenomen onder aanbod rond 2007 (zie voorgaande tabel).
33
Bijlage 2: Onderbouwing van de gehanteerde normen voor de vraag naar beschermd wonen De berekening van de vraag naar beschermde woonvormen per doelgroep en per gemeente is gebaseerd op de volgende algemene normen. Deze normen zijn bovendien leeftijdsspecifiek toegepast, waarmee de vraag is bepaald rekening houdend met de specifieke bevolkingssamenstelling van de gemeente. Normen per 10.000
Kleinschalig beschermd wonen
Grootschalig beschermd wonen
inwoners
Rond 2005
2015, Andante 1)
Rond 2005
2015, Andante
0
14
104
62
13,7
20,7
21
13
3,4
8,4
14,5
9,5
17,1
38,1
139,5
89,5
Ouderen (verzorging en verpleging) Lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten Mensen met een psychische beperking Totaal
1) Andante-scenario. Tempo van extramuralisering voor verpleeghuizen (+33%), verzorgingshuizen (-50%), internaten gehandicapten (-33%) en woonvormen / tehuizen gehandicapten (-50%). Bron: Aedes-Arcares Kenniscentrum Wonen - Zorg, mei 2004.
NB. De normen voor de vraag in 2005 zijn gebaseerd op het aanwezige aanbod. Het aanbod van kleinschalig beschermd wonen voor ouderen was toen nog zeer beperkt in Nederland. Op grond hiervan is deze norm voor ouderen op 0 gesteld. Ouderen De behoefte aan kleinschalige beschermde woonvormen heeft zeer overwegend betrekking op mensen met dementie. Het aantal demente ouderen in Nederland in 2005 wordt geraamd op ca 180.000. Daarvan woont ongeveer 35% in een verpleeghuis of verzorgingshuis. Het College Bouw Zorginstellingen12 gaat ervan uit dat in de toekomst nog ongeveer 30% van de dementerende ouderen in een kleinschalig of grootschalig beschermde woonvorm woont. Aangenomen is dat de verhouding kleinschalig : grootschalig = 1:2. De behoefte aan kleinschalige woonvormen voor deze doelgroep komt daarmee op 14 plaatsen per 10.000 inwoners in 2015. Lichamelijk en verstandelijk gehandicapten AAK13 gaat er in het Andante-scenario van uit, dat lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten voor 33% zullen extramuraliseren. Aangenomen wordt dat dit neerkomt op het verminderen van de capaciteit grootschalig beschermd wonen (instellingen) ten gunste van het kleinschalig beschermd wonen. Rond 2005 woonde al een aanzienlijk deel van de lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten in een kleinschalige woonvorm. Normatief kwam dit neer op 13,4 plaatsen in beschermde woonvormen per 10.000 inwoners. Het aanbod aan grootschalig beschermd wonen lag op 21 plaatsen per 10.000
12
13
Notitie “Horizon: een instrument voor het ramen van de vraag naar verpleging en verzorging voor ouderen” (15 oktober 2007) van het College Bouw Zorginstellingen. Bron: Toekomstscenario’s en planologische kengetallen wonen en zorg, Utrecht 2004.
34
inwoners. Bij 33% extramuralisering neemt de behoefte aan kleinschalig beschermd wonen toe met (33% van 21 =) 7 plaatsen tot 20,4 plaatsen per 10.000 inwoners. Mensen met een psychische beperking AAK14 gaat er in het Andante-scenario van uit, dat ook de woonvormen voor mensen met een psychische beperking voor 33% worden geëxtramuraliseerd. Rond 2005 woonde nog maar een beperkt deel van de mensen met een psychische beperking in een kleinschalige woonvorm. Normatief kwam dit neer op 3,4 plaatsen in beschermde woonvormen per 10.000 inwoners. Het aanbod aan grootschalig beschermd wonen lag op 14,5 plaatsen per 10.000 inwoners. Bij 33% extramuralisering neemt de behoefte aan kleinschalig beschermd wonen toe met (33% van 14,5 =) 5 plaatsen tot 8,4 plaatsen per 10.000 inwoners. Conclusie In totaal groeit de behoefte aan kleinschalig beschermd wonen voor de doelgroepen ouderen, lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten en mensen met een psychische beperking van 17,1 in 2005 naar 38,1 in 2015 (Andante-scenario) per 10.000 inwoners. Het AAK heeft de behoefte aan beschermd wonen in de wijken (dit is kleinschalig beschermd wonen) geraamd op 20 per 10.000 inwoners. Dit ligt aanmerkelijk onder de behoeftecijfers die in dit rapport worden aangehouden. Dit kan als volgt verklaard worden. AAK houdt geen of in elk geval onvoldoende rekening met het feit dat er in 2004 al mensen in een kleinschalige woonvorm woonden (reeds beschikbaar aanbod). Dit lag in 2006 al op ruim 17 plaatsen per 10.000 inwoners. AAK gaat in het Andante-scenario uit van een groei van de capaciteit in verpleeghuizen, die geheel in grootschalige woonvormen zal worden gerealiseerd. Inmiddels is een ontwikkeling in gang gezet dat nieuwe capaciteit veelal in de vorm van kleinschalig beschermd wonen tot stand worden gebracht.
14
Bron: Toekomstscenario’s en planologische kengetallen wonen en zorg, Utrecht 2004.
35
Tabel 1: Provincie Utrecht. Vraag naar kleinschalig en grootschalig beschermd wonen door ouderen (met dementie) per gemeente, voor 2007 en 2015 2007
2015
Kleinschalig
Grootschalig
Kleinschalig
Grootschalig
beschermd 1)
beschermd
beschermd
beschermd
Bunnik
0
160
20
110
De Bilt
0
780
80
420
Houten
0
290
40
200
IJsselstein
0
250
30
170
Maarssen
0
330
40
230
Nieuwegein
0
470
60
320
Utrecht
0
2.480
280
1.360
Vianen
0
160
20
110
Zeist
0
990
100
530
BRU
0
5.910
670
3.450
Amersfoort
0
1.360
160
800
Baarn
0
410
50
270
Bunschoten
0
130
20
90
Eemnes
0
60
10
50
Doelgroep ouderen
Leusden
0
300
40
200
Soest
0
610
80
370
Woudenberg
0
110
20
80
Gewest Eemland
0
2.980
380
1.860
Renswoude
0
30
0
20
Rhenen
0
190
30
130
Utrechtse Heuvelrug
0
870
90
490
Veenendaal
0
590
70
370
Wijk bij Duurstede
0
150
20
110
Utrecht Zuidoost
0
1.830
210
1.120
Abcoude
0
90
10
60
Breukelen
0
180
20
120
De Ronde Venen
0
310
40
210
Loenen
0
100
10
70
Lopik
0
100
10
70
Montfoort
0
90
10
70
Oudewater
0
120
10
80
Woerden
0
440
60
300
Utrecht West
0
1.430
170
980
Provincie Utrecht
0
12.150
1.430
7.410
1) De norm voor 2005 is op 0 gesteld omdat het aanbod aan kleinschalig beschermd wonen in Nederland toen nog zeer klein was.
36
Tabel 2: Provincie Utrecht. Vraag naar kleinschalig en grootschalig beschermd wonen door lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapten per gemeente, voor 2007 en 2015
Doelgroep: lichamelijk en verstandelijk gehandicapten
2007
2015
Kleinschalig
Grootschalig
Kleinschalig
Grootschalig
beschermd
beschermd
beschermd
beschermd
Bunnik
20
30
30
20
De Bilt
60
90
80
50
Houten
60
100
90
60
IJsselstein
50
70
70
40
Maarssen
50
80
80
50
Nieuwegein
80
130
130
80
Utrecht
390
600
670
420
Vianen
30
40
40
30
Zeist
80
130
130
80
BRU
820
1270
1320
830
Amersfoort
190
290
320
200
Baarn
30
50
50
30
Bunschoten
30
40
40
30
Eemnes
10
20
20
10
Leusden
40
60
60
40
Soest
60
90
90
60
Woudenberg
20
20
20
10
380
570
600
380
Renswoude
10
10
10
10
Rhenen
30
40
40
20
Utrechtse Heuvelrug
70
100
100
60
Veenendaal
80
130
130
80
Wijk bij Duurstede
30
50
50
30
Utrecht Zuidoost
220
330
330
200
Abcoude
10
20
20
10
Breukelen
20
30
30
20
De Ronde Venen
50
70
70
40
Loenen
10
20
20
10
Lopik
20
30
30
20
Montfoort
20
30
30
20
Oudewater
10
20
20
10
Woerden
70
100
100
60
210
320
320
190
1630
2490
2570
1600
Gewest Eemland
Utrecht West
Provincie Utrecht
37
Tabel 3: Provincie Utrecht. Vraag naar kleinschalig en grootschalig beschermd wonen door mensen met een psychische beperking per gemeente, voor 2007 en 2015
Doelgroep: mensen met een psychische beperking
2007
2015
Kleinschalig beschermd
Grootschalig beschermd
Kleinschalig beschermd
Grootschalig beschermd
Bunnik
0
20
10
10
De Bilt
10
60
30
40
Houten
20
70
40
40
IJsselstein
10
50
30
30
Maarssen
10
60
30
40
Nieuwegein
20
90
50
60
Utrecht
100
410
270
310
Vianen
10
30
20
20
Zeist
20
90
50
60
BRU
200
880
530
610
Amersfoort
50
200
130
150
Baarn
10
40
20
20
Bunschoten
10
30
20
20
Eemnes
0
10
10
10
Leusden
10
40
20
30
Soest
20
70
40
40
0
20
10
10
100
410
250
280
0
10
0
0
Rhenen
10
30
20
20
Utrechtse Heuvelrug
20
70
40
40
Veenendaal
20
90
50
60
Wijk bij Duurstede
10
30
20
20
Utrecht Zuidoost
60
230
130
140
Abcoude
0
10
10
10
Breukelen
0
20
10
10
10
50
30
30
Loenen
0
10
10
10
Lopik
0
20
10
10
Montfoort
0
20
10
10
Woudenberg Gewest Eemland
Renswoude
De Ronde Venen
0
10
10
10
Woerden
20
70
40
50
Utrecht West
30
210
130
140
390
1730
1040
1170
Oudewater
Provincie Utrecht
38
Bijlage 3: Aanbod kleinschalig en grootschalig beschermd wonen per doelgroep (in plaatsen) en per gemeente, inventarisatie provincie Utrecht 1 januari 2009 Kleinschalig
Aanbod kleinschalige woonvormen
Kleinschalig
Mensen met
Kleinschalig
lichamelijk /
een psychische
Kleinschalig
Kleinschalig
ouderen
verstandelijk
beperking
overig
totaal
Bunnik
0
34
0
0
34
De Bilt
49
50
0
0
99
Houten
0
94
15
0
109
IJsselstein
0
44
0
0
44
Maarssen
0
85
0
0
85
Nieuwegein
0
99
126
0
225
Utrecht
90
370
238
121
819
Vianen
0
0
0
0
0
Zeist
70
154
34
38
296
BRU
209
930
413
159
1.711 398
Amersfoort
52
256
40
50
Baarn
0
32
0
16
48
Bunschoten
0
61
0
0
61
Eemnes
0
8
0
0
8
Leusden
0
46
0
0
46
30
154
24
0
208
0
0
0
0
0
82
557
64
66
769
Soest Woudenberg Gewest Eemland Renswoude
6
0
0
0
6
Rhenen
0
13
0
0
13
Utrechtse Heuvelrug
24
122
30
7
193
Veenendaal
45
229
83
0
357
Wijk bij Duurstede
26
38
0
0
62
Utrecht Zuidoost
101
412
113
7
633
Abcoude
0
22
0
0
22
Breukelen
0
48
0
0
48
De Ronde Venen
0
74
0
0
74
Loenen
0
0
0
0
0
Lopik
0
71
0
0
71
22
11
0
0
33
0
18
0
0
18 195
Montfoort Oudewater Woerden Utrecht West Provincie Utrecht
0
164
31
0
22
408
31
0
461
414
2.307
621
232
3.574
39
Grootschalig Mensen met
Aanbod grootschalige woonvormen
Grootschalig
een
Grootschalig
lichamelijk /
psychische
Grootschalig
Grootschalig
ouderen
verstandelijk
beperking
overig
totaal
Bunnik
69
0
0
0
69
De Bilt
690
0
45
0
735
Houten
264
13
0
0
277
IJsselstein
241
0
0
0
241
Maarssen
302
0
0
0
302
Nieuwegein
413
0
65
0
478 2.978
Utrecht
2.761
0
217
0
Vianen
158
0
0
0
158
Zeist
774
437
635
0
1.846
BRU
5.672
450
962
0
7.084
Amersfoort
1.263
0
506
0
1.769
Baarn
257
727
0
0
984
Bunschoten
139
0
0
0
139
Eemnes
0
0
0
0
0
Leusden
317
0
0
0
317
Soest
338
0
0
0
338
37
126
0
0
163
2.351
853
506
0
3.710
Woudenberg Gewest Eemland Renswoude
0
0
0
0
0
70
148
0
0
218
Utrechtse Heuvelrug
607
93
0
0
700
Veenendaal
437
0
0
0
437
Rhenen
Wijk bij Duurstede
36
0
0
0
36
Utrecht Zuidoost
1.150
241
0
0
1.391
0
0
0
0
0
Abcoude Breukelen
85
0
0
0
85
354
0
0
0
354
Loenen
82
0
0
0
82
Lopik
34
0
0
0
34
0
0
0
0
0
129
0
0
0
129
De Ronde Venen
Montfoort Oudewater Woerden Utrecht West
Provincie Utrecht
438
0
28
0
438
1.122
0
28
0
1.150
10.295
1.544
1.496
0
13.335
40
Bijlage 4: Nieuwbouw 2003-2008 per gemeente en aantal 3- en 4-sterwoningen in woonservicezones Aantal 3- en 4-sterwoningen
Nieuwbouw 20032008
Aantal 4-sterwoningen met
met zorg en welzijn (in
zorg en welzijn (in
Nieuwbouw
woonservicezone van 500m)
woonservicezone van 200m)
Bunnik
245
11
3
De Bilt
54
23
1
Houten
3.091
738
32
IJsselstein
504
196
8
Maarssen
561
282
80
Nieuwegein
854
41
23
Utrecht
14.734
6.233
Ca 1.350
Vianen
439
214
0
Zeist
659
145
32
BRU
21.141
7.883
1.529
6.024
2..067
667
Baarn
231
59
0
Bunschoten
691
112
63
Eemnes
209
Ca 45
.
Leusden
438
35
2
Soest
720
Ca 190
.
Amersfoort
Woudenberg
444
221
121
8.757
2.729
793
Renswoude
109
Ca 30
0
Rhenen
423
161
40
Gewest Eemland
Utrechtse Heuvelrug
227
Ca 50
.
1.483
Ca 440
.
Wijk bij Duurstede
228
139
37
Utrecht Zuidoost
2.470
820
77
Veenendaal
Abcoude
103
49
33
Breukelen
135
70
28
De Ronde Venen
523
100
27
Loenen
205
164
39
Lopik
335
45
21
Montfoort
280
33
10
Oudewater
178
55
0
Woerden
1.236
520
93
Utrecht West
2.995
1.036
251
35.395
12.468
2.710
Provincie Utrecht
41