Producenten Elektriciteit PE-MON-04-11
uitgave november 2004
MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE
Dienst uitvoering en toezicht Energie
- 1/ 7 -
PE-MON-04-11.doc
Producenten Elektriciteit PE-MON-04-11
uitgave november 2004
Inhoudsopgave 1.
DOEL VAN HET INFORMATIEVERZOEK ...................................................................................................3
2.
INVULINSTRUCTIE MONITOR PRODUCENTEN........................................................................................4 2.1. Tabel 1 gegevens producent elektriciteit ......................................................................................4 2.2. Tabel 2 overzicht gegevens productie-eenheden.........................................................................5 2.3 Gerealiseerde elektriciteitsproductie zoals ingevoed op het net, gemeten op het netaansluitpunt .............................................................................................................................6 2.4. Begrippenlijst................................................................................................................................7
Dienst uitvoering en toezicht Energie
- 2 /7 -
PE-MON-04-11.doc
Producenten Elektriciteit PE-MON-04-11
1.
uitgave november 2004
DOEL VAN HET INFORMATIEVERZOEK Dit CODATA-informatieverzoek is bestemd voor elektriciteitsproducenten die beschikken over tenminste één productie-eenheid met een elektrisch vermogen van 15 MWe of meer die is aangesloten op het net. De informatie die via deze module wordt opgevraagd zal door de DTe worden gebruikt om haar monitoringstaak uit te voeren, zoals neergelegd in de Elektriciteitswet 1998, artikel 5 lid 3. Dit betekent dat DTe de informatie zal gebruiken om jaarlijks te rapporteren aan het Ministerie van Economische Zaken over mededingen op de markt voor elektriciteit en gas. De gegevens zoals die worden opgevraagd in dit informatieverzoek dienen uiterlijk 20 december 2004 in het bezit te zijn van DTe.
Dienst uitvoering en toezicht Energie
- 3/7-
PE-MON-04-11.doc
Producenten Elektriciteit PE-MON-04-11
2.
uitgave november 2004
INVULINSTRUCTIE MONITOR PRODUCENTEN Deze invulmodule bestaat uit een MS Excel bestand met de volgende zes tabellen: ̌ ̌
Tabel 1 Tabel 2
̌
Tabel 3
̌
Tabel 4
̌
Tabel 5
̌
Tabel 6
̌
Tabel 7
̌
Tabel 8
̌
Tabel 9
̌
Tabel 10
̌
Tabel 11
Gegevens Producent Elektriciteit Eénmalige opvraag overzicht gegevens productieeenheden Gerealiseerde elektriciteitsproductie zoals ingevoed op het net, gemeten op het netaansluitpunt per uur per productie-eenheid per half kalenderjaar. productie-eenheid 1 Gerealiseerde elektriciteitsproductie zoals ingevoed op het net, gemeten op het netaansluitpunt per uur per productie-eenheid per half kalenderjaar. productie-eenheid 2 Gerealiseerde elektriciteitsproductie zoals ingevoed op het net, gemeten op het netaansluitpunt per uur per productie-eenheid per half kalenderjaar. productie-eenheid 3 Gerealiseerde elektriciteitsproductie zoals ingevoed op het net, gemeten op het netaansluitpunt per uur per productie-eenheid per half kalenderjaar. productie-eenheid 4 Gerealiseerde elektriciteitsproductie zoals ingevoed op het net, gemeten op het netaansluitpunt per uur per productie-eenheid per half kalenderjaar. productie-eenheid 5 Gerealiseerde elektriciteitsproductie zoals ingevoed op het net, gemeten op het netaansluitpunt per uur per productie-eenheid per half kalenderjaar. productie-eenheid 6 Gerealiseerde elektriciteitsproductie zoals ingevoed op het net, gemeten op het netaansluitpunt per uur per productie-eenheid per half kalenderjaar. productie-eenheid 7 Gerealiseerde elektriciteitsproductie zoals ingevoed op het net, gemeten op het netaansluitpunt per uur per productie-eenheid per half kalenderjaar. productie-eenheid 8 Gerealiseerde elektriciteitsproductie zoals ingevoed op het net, gemeten op het netaansluitpunt per uur per productie-eenheid per half kalenderjaar. productie-eenheid 9
De invulinstructies zijn uitsluitend gericht op het leveren van randvoorwaarden en aandachtspunten bij het invullen van de binnen de tabellen aangegeven, groen gemarkeerde invoergebieden. 2.1.
Tabel 1 gegevens producent elektriciteit Op dit blad vult u de adresgegevens van de onderneming in. Voorts dient u de contactgegevens van een door de directeur van uw elektriciteitsproductiebedrijf aangewezen en gemachtigde contactpersoon te vermelden die door DTe kan worden benaderd voor eventuele vragen.
Dienst uitvoering en toezicht Energie
- 4 /7-
PE-MON-04-11.doc
Producenten Elektriciteit PE-MON-04-11
2.2.
uitgave november 2004
Tabel 2 overzicht gegevens productie-eenheden De gevraagde gegevens in deze tabel worden éénmalig opgevraagd. Het gaat hierbij om de gegevens voor iedere productielocatie waar ten minste één productie-eenheid met een opgesteld vermogen van 15 MW of meer staat opgesteld en die is aangesloten op het net. Bij een volgend informatieverzoek wordt deze tabel eveneens mee gestuurd met de gegevens zoals u die gedurende het voorgaande informatieverzoek heeft ingevuld. U kunt dan eventuele wijzigingen aangeven. Type eenheid Onder de kolom ‘Type eenheid’ vult u alle productie-eenheden van uw bedrijf in. Onder productieeenheid wordt verstaan: “ een (deel van een) productiemiddel, dat zelfstandig (ofwel onafhankelijk van de andere delen van het desbetreffende productiemiddel) kan worden ingezet voor het opwekken van elektriciteit. Van een productie-eenheid kunnen één of meer generatoren deel uitmaken.1” WKK Bij de betreffende productie-eenheid vult u vervolgens in of het een WKK-eenheid betreft. Hoofdbrandstoftype en Alternatieve Brandstof Bij hoofdbrandstoftype vult u de type van de hoofdbrandstof op de locatie en het eerste alternatief daarvoor in. Hoofdzakelijk gebruikte brandstof type Hier vult u het hoofdzakelijk gebruikte brandstoftype in, indien dit mocht afwijken van het Hoofdbrandstoftype. Gemiddelde jaartemperatuur op de locatie ( C) Hier dient u de nominale gemiddelde jaartemperatuur op de locatie in te vullen. Bouwjaar U vult hier het bouwjaar van de productie-eenheid in. Voor WKK vult u het bouwjaar in volgens de MEP-definitie. Koeltorenbedrijf mogelijk? Hier vult u per eenheid in of er koeltorenbedrijf mogelijk is. Rendement Hieronder vult u het gezamenlijk ontwerp elektriciteitsrendement van de op uw Productielocatie opgestelde Productie-eenheden. Dit gezamenlijk ontwerp elektriciteitsrendement is gedefinieerd als ‘de relatie tussen brandstofverbruik [GJ/ h] versus het elektrisch vermogen [MW], weergeven in een rechte lijn, volgens onderstaande formule: Brandstof [GJ/ h] = C1 + C2 * E [MW]. De componenten C1 en C2 dient u in de hiervoor aangegeven cellen in te vullen. Deze componenten kunt u berekenen aan de hand van bovenstaande formule. Voor WKK-installaties kan ter verduidelijking het volgende voorbeeld dienen: De component E is het nominaal elektrisch vermogen (MW), zoals ingevoed op het Net en gemeten op het Netaansluitpunt.
1
Algemene begrippenlijst Technische Codes.
Dienst uitvoering en toezicht Energie
- 5/7 -
PE-MON-04-11.doc
Producenten Elektriciteit PE-MON-04-11
uitgave november 2004
De component is de brandstof (GJ/ h) die wordt verbruikt ten behoeve bovenstaand nominaal elektrisch vermogen. De lineaire relatie tussen E en Brandstof, vastgelegd door de getallen C1 en C2, kan eenvoudig worden afgeleid aan de hand van bijgaand voorbeeld. Stel uw productielocatie heeft de volgende karakteristiek. De WKK op uw productielocatie heeft een nominaal vermogen (bij nominale warmtevraag etc, zie ‘overige parameters’) van 25 MW. Het nominaal gasverbruik van uw WKC is 250 GJ/ h. Het gasverbruik van uw productielocatie waarbij uw productielocatie netto begint met de export van elektriciteit naar het net (het punt ‘start export’), is 180 GJ/ h. C1 wordt hiermee 180. Uw productielocatie exporteert nominaal 10 MW. C2 wordt hiermee (250 - 180)/ 10 = 7 GJ/ h/ MW. Uw relatie wordt dan : B = 180 + 7 * E Minimum en maximum elektrisch vermogen (MW) De minimum en maximum E productie die hierbij moeten worden opgegeven, zijn bedoeld om de operationele begrenzingen voor deze lijn aan te geven. Stel uw locatie start in het punt ‘start export’ wel met exporteren van elektriciteit, maar een eerste stabiel bedrijfspunt voor uw productielocatie vindt pas plaats bij 3 MW netto export. Het maximum blijft 10 MW. U geeft bij de tweede bullet op als range: 3 – 10 MW.
Nominaal gemiddeld percentage jaarlijks eigen elektriciteitsverbruik (MWh/ a). Hier geeft u het jaargemiddelde van het eigen elektricitetisverbruik van uw locatie op. Bijzondere gevallen: Stel u exporteert normaliter (nominaal) niet naar het net. U geeft op dat de gevraagde relatie ontbreekt door het ontbreken van netto export. Stel uw productielocatie kent geen vaste verbanden, maar deze hangen af van de buitentemperatuur, de warmtevraag, de interne elektriciteitsvraag, de soort brandstof en het al dan niet bijstaan van een condenserende staart van de WKK. Hiervoor zijn de ‘overige parameters‘ gedefinieerd. Alles wordt dan bevroren op jaargemiddeldes. Het eventueel aanwezige condenserende deel dient in de relatie mee te worden genomen zoals dat op werkdagen onder nominale condities wordt bedreven. Brandstofverbruik ten behoeve van overige productiedoeleinden (b.v. een gasgestookte standalone productdroger) telt voor de gevraagde relatie niet mee. Zodra een essentieel deel van de brandstof wel mede bijdraagt aan de productie van elektriciteit (ammoniakfabriek, krakers etc.) telt deze brandstof ofwel in zijn geheel of voor een naar evenredigheid toe te rekenen deel mee voor de gevraagde relatie. 2.3.
Tabel 3 Gerealiseerde elektriciteitsproductie zoals ingevoed op het net, gemeten op het netaansluitpunt Op dit blad vult u in een overzicht van de gerealiseerde productie elektriciteit (MW) per productielocatie zoals ingevoed op het Net en gemeten op het Netaansluitpunt gedurende het eerste half (kalender)jaar van 2004 in, dat is van 1 januari 2004 t/ m 30 juni 2004. U dient de gegevens per tijdseenheid van één uur in te vullen. Deze formulering sluit aan bij paragraaf 2.4.1 aanleveren gegevens uit de systeemcode, zoals is vastgesteld met besluitnr 101696/ 15 “ Beslissing op bezwaar Transparantiebesluit”. Tabellen 4 tot en met 11zijn analoog te interpreteren.
Dienst uitvoering en toezicht Energie
- 6 /7-
PE-MON-04-11.doc
Producenten Elektriciteit PE-MON-04-11
2.4.
uitgave november 2004
Begrippenlijst : Het maximale vermogen (van een productie-eenheid) dat onder nominale condities benut kan worden voor het leveren van elektrische energie (name-plate capacity). (Dit is de definitie zoals is vastgesteld met besluitnr 101696/ 15 “Beslissing op bezwaar Transparantiebesluit)
: Een onroerend zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering onroerende zaken waarop zich één of meer productiemiddelen bevinden. Een (deel van een) productiemiddel, dat zelfstandig (ofwel onafhankelijk van de andere delen van het desbetreffende productiemiddel) kan worden ingezet voor het opwekken van elektriciteit. Van een productie-eenheid kunnen één of meer generatoren deel uitmaken. Eén of meer verbindingen voor het transport van elektriciteit en de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer. Het fysieke punt dat de grens tussen de aansluiting en het net van de netbeheerder aangeeft. Een natuurlijk persoon of rechtspersoon, die beschikt over een aansluiting op een net. Het opgesteld vermogen verminderd met het vermogen dat niet beschikbaar is om de in artikel 2.4.1.3 sub b van de Systeemcode genoemde redenen.
Dienst uitvoering en toezicht Energie
- 7 /7 -
PE-MON-04-11.doc