Moeilijke woorden Afghanistan, Albanië, Azië, Abchazië, Absurdistan, Australië, Amerika, Bussumer, Dokkumer, Blaricummer, Hilversummer, Goereese, Geademd, geabsorbeerd, geëist, geëerd, gecreëerd, geëvenaard, geëmancipeerd, geëvacueerd, geëlectrocuteerd, geëist, geïnd, geëvenaard, geëisd, geëscaleerd, gecoöpteerd, gecoördineerd, geordend, geopperd, geünificeerd (maar ook mag ge-ünificeerd), geijsd, geijzeld, Jan van Gent sprookje?
Goedemorgen, goedemiddag, goedenacht, goedenavond, goedendag, merendeels, knock-out, Coca-Cola, een colaatje, et cetera, etc. talenknobbel. Althans, nochtans, niettemin, waardeloos, kruidje-roer-me-niet, Nederlands, Nederlandse Staat, Staatscourant, Nederlandse provincie Zuid- Holland, ZuidHolland, Groningen. foeyonghai, hondenhok, hobby’s, hobby’tje, hockeyelftal, West-Europeaan, crossen, hij croste, racen, hij racet, hij racete, hij heeft geracet, controle, pannenkoek, Lindelaan, schroevendraaier, spinnenweb, spinnenkop, maar: spinnewiel, kroket, frikadel, worstenbroodje, logees, café, cafés, cafeetje, café-chantant, café-chantants, bureaus, Eskimo’s, Bosjesmannen, haaienvinnensoep, koninginnensoep, zee-egel, portemonnee, preciseren, hartenlust, zwanenzang, hatsiekadee, hattrick, kruidje-roer-me-niet, weifelen en twijfelen, rabiaat (=doldriftig), rabiate, meid, hooimijt, pilav (=rijst in vleesnat), serieus, iets au sérieux nemen, leeuweriken, kieviten, dreumesen, lemmeten. trochee, trocheïsch, trocheeën, tweeën, farizeeër, farizeïsch, hebreeër, Europeeër, Pyreneeën, assemblee, creëren, creëerde, attaché(m), attachee(v), employé(m), employee(v), een inivité(m), een invitee(v), oliën, product, co-educatie, electrocutie, enquête, diffuse, sexappeal, e-mail, pay-tv, voicemail, byebye, rock-‘n-roll, hifi, hifitoren, entartete kunst (ontaarde kunst), desalniettemin, harerzijds, harekrisjna, haricots verts, harteloos, hartenkreet, hartenleed, hartenlust, mispooche, misogamie (=afkeer vh huwelijk hebben), mise-en-place (= alle voorbereidingen voor eten) , mise-en-scène (=planning), misère, miserere, missie-ijver, misswet-T-shirtverkiezing, mitaine =bepaalde handschoen), MKZ-crisis. Mnemotechniek (=geheugenleer), mo A-akte, mobilhome, mobilisabel, modeacademie, modeartikel, modeindustrie, przewalskipaard Verorberen, hete bliksem, brijige, stamppot, in den beginne, gecreëerd, chef-kok, ten eeuwigen dage, Jakobs, Betel, Beth-El, Genesis 28 vers 12, jakobsladder, Jakob, serieus, serieuze (=vernederlandst), iets au sérieux nemen (= nog Frans)
Losse (bij)woorden: op en neer, boven aan, boven op, eraan toe, van jongs af aan, wijd open, ter wille van, zo dadelijk, zonder meer, nooit ofte nimmer, broertje dood,
Aan elkaar bijwoorden: (met: - achter -, er-, waar-, wel-, etc) achteraan, achteraf, achtereen, achtereenvolgens, achterelkaar, achterin, achterlangs, achterna, achterom, achterop, achterover, achteruit, achterwaarts, achterwege, allang, alsmede, alsof elkaar, elkeen, eenieder, eraan, erachter, erachteraan, eraf, erbij, erbinnen, erboven, erbovenop, erbovenuit, erbuiten, erdoor, erdoorheen, erheen, erin, erlangs, ermede, ermee, erna, ernaar, ernaartoe, ernaast, erom, eromheen, eronder, eronderdoor, eronderuit, erop, eropaan, eropaf, eropin, eropna, eropuit, erover, eroverheen, ertegen, ertegenaan, ertegenin, ertegenop, ertegenover, ertoe, ertussen, ertussendoor, ertussenin, ertussenuit, eruit, ervan, ervandaan, ervandoor, ervoor,
hierin, hiervoor, hierna, hierachter, hiertussenin, intussen, voorin, waaraan, waarachter, waaraf, waarbij, waarbinnen, waarboven, waarbuiten, waardoor, waardoorheen, waarheen, waarin, waarlangs, waarna, waarnaar, waarom, waaromheen, waaromtrent, waaronder, waarop, waarover, waartegen, waartegenover, waartoe, waartussen, waaruit, waarvan, waarvandaan, waarvoor, weeral, welaan, weleens, weleer, welnu, welnee,
Niet aan elkaar of wel aan elkaar? achter in - achterin (zie: spellinggids blz 28) al lang - allang alles behalve - allesbehalve dichtbij - dichtbij (beiden hetzelfde) even goed - evengoed hoe lang (=lengte of afstand) - hoelang (= tijdsduur) te kort (=te weinig) - tekort (= tekortkomen\tekortschieten; =zlfstnw, bv het tekort aan scheidsrechters) te ver - te ver
te veel - teveel ten minste(=aantal) - tenminste(=minstens) ten slotte (= letterlijk: tot slot) – tenslotte (=figuurlijk: immers\ per slot v rekening\welbeschouwd) twee maal - tweemaal vlak bij - vlakbij oud = vast, als het niet de betekenis ‘voormalig’ heeft: oudkomer, oudoom, oudpapier, mijn oude vader, maar: oud-burgemeester(=voormalig), oud-secretaris, oud-Indonesiëganger,
Aan elkaar woorden: watjekouw, vanjewelste, eenieder, rodekool’, ‘wittekool’, ‘groenekool’, ‘bloemkool’, ‘boerenkool’, ‘savooiekool’ •Bredase koolsoort savooiekool synoniem: groenekool (maar in Groene Boekje[blz 47] staat ‘een portie groene kool’!!!???) •wilde koolsynoniem: akkerkool, savooiekool, koolrapen,bloemkool en boerenkool, akkerkool, (maar: Chinese kool, groene of Bredase kool).
Koppelteken of liggendstreepje Tafeltje-dek-je, geen tafeltje-welbereid, welles-nietesspel,, mise-en-place , mise-en-scène, door-en-door kruidje-roer-me-niet doe-het-zelfzaak nek-aan-nek-race kant-en-klare laag-bij-de-gronds Onze-Lieve-Vrouw face-à-maine rez-de-chaussee heen-en-weerdienst rock-'n-roll huis-aan-huisblad tête-à-tête aan-en-uit jantje-lacht-en-jantje-huilt, jantje-secuur, jantje-rechtuit, jantje-zonder-erg, Jan-contant, Jan en alleman, pietje-precies, pietje-bel pietje-rechtuit, Piet Snot en pietje-secuur Koks rijden soms ook paard, maar meestal bereiden ze spijzen.
een spel van kat en muis, een kat-en-muisspelletje dus Gejeu-de-bould ditjes-en-datjes koek-en-zopie appeltje-eitje VERKLEINWOORDEN A’tje, A4’tje, abc’tje, accuutje, acuut), baby’tje, boulevardje, caketje, milkshakeje, doucheje, cafeetje (cafés), taxitje (mag ook: taxietje),cognacje, laatje,(la’s), 2’tjes,
Woordenlijst, alphabetisch a. a’tje, A4-formaat, A4’tje, abc’s, abc’tje, aanbelangt, wat aanbelangt, aandachtspunt, aandachtsstreep, aandelenkoersindex, aandelenlease, aan den lijve ondervinden, aanloophuis, aanmerkelijk, aanstalten maken, aanvalssein, abat-jour (=lampenkap, bovenlicht), ABCeilanden, A-biljet, ablaut, Aboriginal, A-bom, abscis, abces, acanthusblad, a capella, acapellakoor, accent circonflexe, accent grave, accountant-administratieconsultant, accountantscontrole, achenebbisj, achtduizend, b. baby’tje, c. canaille, champoos
d. (blz 316+317) drive-inwoning, dromedaris, drop-out, dropshot, droste-effect, drs.-titel
geolied, brillantine, neergevlijd, exquise, melkzuurbacteriën, tekeergingen, fijngesneden, wittekool (maar: groene kool, ), vaders, Schriftlezing, verstomd, oudtestamentische, scène, geïnterpreteerd, plafondschildering, Udine, Tiepolo’s, Bijbelse, De droom van Jakob, Ponzi schem (=piramidespel), EU, IMF, junk-status, Centraal Bureau voor de Statistiek (=CBS), De Nederlandse Bank (=DNB), ECB, FED, IMF-infuus, Actuarieel Genootschap, default (=wanbetaling), de centrale bank, langoest (=kreeft), langoustine, Nekeine (= Israëlische vrouw), exceptioneel, Probleemwoorden (vanuit o.a. dictees): a’s, a’tje à-(twintig gulden) Osse dictee: 14-1-2011 een tenhemelschreiend jaar worstcasescenario annonce choquerend creëerden demissionair minister-president nooit ofte nimmer Champions Leagefinale no-goarea college van B en W debacle appeltje-eitje in het gevlij te komen, vleien wij zonder meer vanjewelste tenslotte acte de présence malicieuze taliban ebolavirus eenieder klaar alzheimerpatiënten yathzeeënde EHBO’ers Gigadance defiblilleren knock-out haantje-de-voorste gepiercete xtc-pillen hasjiesj portemonnee crapaudje przewalskipaard trompe-l’oeil tseetseevlieg miss-wet-T-shirtverkiezing
Taaldictee: Beatjuggelen, watjekouw, guichelheil, statten antimakassartje (=kleedje over stoelen of canapés [canapeetje]) whistleblower (=klokkenluider)