HANDLEIDING VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN
MODULE- OF LEERTHEMAWERKSTUK
Handleiding schrijven module- of leerthemawerkstuk © VIA VINCI ACADEMY 2014
-1-
In het portfolio worden per module* eindwerkstukken opgeslagen, welke door de docent positief zijn beoordeeld. In deze handleiding worden adviezen en richtlijnen gegeven voor het opstellen van deze modulewerkstukken. Elke module heeft een eindopdracht, of er wordt één werkstuk geschreven over meerdere modulen samen. Deze richtlijnen staan op de ELO, per module bij ‘Documenten’. Criteria Bij ieder werkstuk worden enkele algemene beoordelingscriteria gebruikt: - Past het onderwerp van het werkstuk in het thema en bij de doelen van de module? - Wordt het in het werkstuk aan de orde gestelde onderwerp voldoende onderbouwd vanuit de aangeboden literatuur? - Maakt de student in het werkstuk voldoende duidelijk de doelen zoals geformuleerdin de studentenhandleiding, te hebben behaald? - Heeft de student in het werkstuk ook een koppeling gelegd naar eigen leer/ontwikkelpunten uit het eigen POP? - Voldoet het werkstuk aan de eisen die aan lengte en lay-out zijn gesteld? Opbouw Elk werkstuk bestaat uit drie delen: 1. Theoriegedeelte: een verwerking van de aangeboden thema-inhoud zoals deze in relevante literatuur te vinden is, waarin het kennis- als toepassingsaspect beide duidelijk aanwezig moeten zijn: wat heb je geleerd uit de verplichte literatuur, welke aanvullende literatuur heb je erbij betrokken; wat leert jou dat en wat kun je ermee? 2. Praktijkgedeelte: een beschrijving van action-learning: u bent in de praktijk op onderzoek gegaan of u heeft een innovatie of een project geleid dat voortvloeit uit de module-inhoud. Breng een logische lijn aan tussen theorie en praktijk: u bent geïnteresseerd geraakt en u wilt dit zowel in de wetenschap als in de praktijk onderzoeken. 3. Een reflectie op het persoonlijke leerrendement. a. een reflectie op kwaliteitsverbetering van persoonlijk handelen zichtbaar is; gebruik een goed reflectiemodel, zoals de reflectieniveaus van Korthagen. b. de reflectie dient als spiegel voor het persoonlijk leren. Wat is precies de invloed geweest van de thema-inhoud en van de bijeenkomsten op het persoonlijk leren en het functioneren in de praktijk (proces en resultaat)? Het document dient te zijn opgesteld in een prettig leesbare lay-out. Daarnaast wordt per werkstuk minimaal verwacht:
Een titelpagina met naam, opleiding, groepsniveau en organisatie en titel werkstuk Elke pagina is voorzien van een voettekst met uw naam, opleidingsgroep, titel werkstuk en paginanummer Een duidelijke inhoudsopgave Een verantwoording / inleiding waarin u duidelijk maakt waarom u bent gekomen tot deze keuze (waarom deze interesse?) Literatuuronderzoek Praktijkonderzoek Resultaten, conclusies en eventueel adviezen Reflectie op persoonlijk en groepsleerproces; Literatuuropgaven / bronvermeldingen Bijlagen
*Waar ‘module’ staat, kan ook ‘leerthema’ gelezen worden Handleiding schrijven module- of leerthemawerkstuk © VIA VINCI ACADEMY 2014
-2-
De modulespecifieke criteria waaraan het werkstuk moet voldoen en richtlijnen voor de begeleiding worden per module op de ELO gezet en door de docent toegelicht. Beoordeling van werkstukken gebeurt altijd schriftelijk. Inzage in de beoordeling hoort standaard geregeld te zijn. Tijdens de bijeenkomsten wordt met de docent een einddatum bepaald voor inlevering van de werkopdrachten. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van zowel de studenten als de docent. Echter, als algemene regel geldt dat maximaal 6 weken na de laatste bijeenkomst van een module, het werkstuk wordt verwacht bij de docent die het thema heeft uitgevoerd. Het werkstuk dient te worden geplaatst in de ‘dropbox’ van de betreffende docent, bij de module waarop het werkstuk betrekking heeft. Groepswerkstukken Het werkstuk dient in principe individueel en zelfstandig gemaakt te worden, tenzij in de module-opdracht of door de docent expliciet samenwerking met medestudenten wordt toegestaan of voorgeschreven. Worden collectief geschreven werkstukken toegestaan of voorgeschreven, dan is een individuele beoordeling alleen mogelijk indien in het werkstuk verantwoord is welke student voor welk(e) gedeelte(n) verantwoordelijk is. Is zo’n verantwoording niet gegeven terwijl dit wel was voorgeschreven, dan kan het werkstuk door de docent worden beoordeeld als onvoldoende en/of als niet aan de eisen voldoet. Controleerbaarheid Alle gepresenteerde feiten, meningen, argumenten, etc., kortom alle beweringen, moeten controleerbaar zijn. Dit gebeurt door het opnemen van een lijst van geraadpleegde literatuur en bronnen, of naar de voorschriften die in de module-opdracht of anderszins door de docent bekendgemaakt zijn, en in het geven van verwijzingen in de tekst of via noten. Plagiaat Het overnemen van tekst van iemand anders en het doen voorkomen alsof dit eigen werk is, is plagiaat. Plagiaat is in alle gevallen onaanvaardbaar. Bronvermelding voorkomt plagiaat, maar is niet altijd afdoende. Ook een werkstuk dat grotendeels of geheel bestaat uit knip- en plakwerk is onaanvaardbaar, hoewel het strikt genomen geen plagiaat betreft. We hanteren in dat geval de bovengrens van 20% (van de totale tekstomvang) aan citaten en overname uit bronnen, ook als deze goed verantwoord zijn. Beoordeling werkstukken Het werkstuk wordt kritisch gelezen door de docent. M.b.v. de checklist ‘werkstukken’ wordt het werkstuk van de student doorlopen. Aan de hand van opvallende zaken uit de checklist en uit het doorlezen wordt schriftelijke feedback gegeven over het werkstuk. Bij het feedbackformulier wordt tevens de beoordeling toegevoegd. Dit is een waardering waarbij duidelijk aangegeven wordt of iemand heeft voldaan aan de opdracht. In geval van twijfel bij de beoordeling wordt bij de thema-opdrachten altijd door een tweede docent gekeken naar werkstukken. Elk thema is pas afgesloten als deze minimaal met een ‘voldoende’ of ‘voldaan’ is beoordeeld. Vormgeving Tot de vereisten van de uiterlijke verzorging behoren: een goede lay-out (gebruik lettertypes (Arial 11), gebruik van interlinie (1,5 regelafstand) en van redelijk ruime marges (2,5 cm), paginanummering, consistente typografie met betrekking tot hoofdstuk- en paragraaftitels); Handleiding schrijven module- of leerthemawerkstuk © VIA VINCI ACADEMY 2014
-3-
geen spellings-, type- en grammaticale fouten, een correcte interpunctie en een functionele en heldere weergave van schema’s, tabellen en grafieken. Omvang De omvang van het werkstuk verschillen per opleiding. Tenzij anders aangegeven, gelden de volgende normen: -
post-HBO opleiding, per module: minimaal 6 (3 delen x 2) en maximaal 15 (3 delen x 4), zuivere tekst
-
masteropleiding, per module: minimaal 15 (3 delen x 5) en maximaal 21 (3 delen x 7) bladzijden, zuivere tekst
Iedere bladzijde is op A4, zuivere tekst. Daarbij wordt uitgegaan van regelafstand 1,5, een 11puntsletter en marges van 2,5 cm. ‘Zuivere tekst’ is exclusief noten, literatuurlijst en eventuele bijlagen. In overleg met de begeleider kan van deze regel worden afgeweken. De gewenste omvang hangt af van wat in de module behandeld wordt. Literatuurverwijzingen en –verantwoordingen De American Psychological Association (APA) heeft regels gepubliceerd over de wijze waarop literatuurverwijzingen dienen te worden gemaakt in de tijdschriften die de APA uitgeeft. Veel tijdschriften op andere gebieden volgen deze voorschriften. Speciale kenmerken van de APA methode, met enige aanvullingen
Titel van boek of naam van het tijdschrift cursief of onderstreept Verwijzingen in de tekst met de naam van de eerste auteur(s). Literatuurlijst alfabetisch op auteur; dus geen rubrieken indeling als Boeken, Tijdschriften, Internet e.d. De auteursnaam altijd een beetje laten uitspringen, zie verderop Boeken onder redactie geschreven staan op naam van redacteur.
Voorbeeld Heerden, J. (1986). Drie interpretaties van afweermechanismen, Tijdschrift voor Psychiatrie 28 (p.279-290). Huizinga, J. (1979). Homo Ludens: proeve ener bepaling van het spel-element der cultuur, Groningen: Wolters Noordhoff. Vaags, D.W. (1987). Stimulansen voor creatief gedrag in opvoeding en onderwijs. In: L. Feenstra en R.O. Fock (red), De Creatieve Factor, p.40-56. Meppel: Boom. Vlaming, J. en Paul, S. (2004). Tekeningen van seksueel misbruikte kinderen als diagnostisch instrument: een onderzoek naar indicatoren van seksueel misbruik in de kindertekening. Praktijkonderzoek, niet gepubliceerd. Amersfoort: Hogeschool van Utrecht
Handleiding schrijven module- of leerthemawerkstuk © VIA VINCI ACADEMY 2014
-4-
Verwijzingen in de tekst Citaten in de tekst moeten kort aangeven wat de bron is en moeten de lezer in staat stellen de literatuuropgave terug te vinden in de alfabetische literatuurlijst op het einde van het boek/hoofdstuk/artikel. Als de naam van de geciteerde auteur zelf in de tekst vermeld wordt, is het jaartal van de publicatie tussen haakjes voldoende: Bijv: Glass (1972) vergeleek 34 onderzoeken naar de invloed van... Wordt de auteur niet met name genoemd in de tekst, dan worden naam en jaartal, gescheiden door een komma, tussen haakjes vermeld: Bijv: Onderzoek naar de ideale klasgrootte (Glass, 1972) toont aan, dat... Indien er twee auteurs van de geciteerd publicatie zijn als volgt: Bijv: Glass en Smith (1972) vergeleken de resultaten ... Onderzoek naar de ideale klasgrootte (Glass & Smith, 1972) toont... Indien er drie of meer auteurs en minder dan 6 van de geciteerde publicatie zijn als volgt: De eerste keer alle auteurs noemen, bij de volgende verwijzing de achternaam van eerste auteur gevolgd door et al., bij meer dan zes auteurs vanaf de eerste verwijzing. Bijv: Glass e.a. (1972) analyseerden 34 onderzoeken naar de klasgrootte…. Een analyse van 34 onderzoeken naar de klasgrootte (Glass et al., 1972).... Indien twee of meer artikelen over hetzelfde onderwerp worden aangehaald wordt de verwijzing in de tekst als volgt: Bijv: Diverse studies (Glass, 1980; Smith, 1984) laten zien dat... Indien twee of meer artikelen van een auteur worden aangehaald: Bijv.: Diverse studies (Glass, 1972, 1980, 1981a, 1981b; Smith, 1984a, 1984b) laten zien dat... De literatuurlijst De literatuurlijst wordt afgedrukt na het artikel of op het einde van het boek. De literatuurlijst is alfabetisch geordend: -
Alfabetiseer op de achternaam van de eerste auteur (zowel bij boek als bij tijdschrift; ook bij een boek dat door een redacteur is samengesteld) Neem letter voor letter en ga uit van de stelregel: ‘Niets gaat voor iets'. Dus Smit, T. komt voor Smith, A. Neem M', Mc, en Mac zoals het er staat: niet alsof overal Mac staat. Dus: MacArthur komt voor McAllister en MacNeil komt voor M'Carthy
Let op punten, komma's en volgorde Onderstreep de titel van het boek, de titel en het volume van het tijdschrift of (in afwijking van de APA-regel) je maakt ze cursief Schrijf de titels van de tijdschriften volledig uit. De eerste auteursnaam in vet en deze laten inspringen. Wees consequent: dus of alle titels cursief of alle titels onderstreept. Voorbeelden: Handleiding schrijven module- of leerthemawerkstuk © VIA VINCI ACADEMY 2014
-5-
(1) Boek met één auteur Verhoeven, Nel (2003). Wat is onderzoek: praktijkboek methoden en technieken voor het hoger beroepsonderwijs. Amsterdam: Boom. (2) Boek met twee auteurs Baarda, D.B. & de Goede, M.P.M. (2001). Basisboek Methoden en Technieken: handleiding voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Groningen/Houten: Stenfert Kroese (3) Boek met drie auteurs Krech, D., Crutchfield, R.S. & Ballachey, E.L. (1962). Individual in society: a textbook of social psychology. New York: McGraw-Hill. (4) Boek met één redacteur, samensteller of voorzitter als redacteur Eysneck, H.J. (Red.) (1963). Experiments with drugs: studies in the relation between personality, learning theory and drug action. Oxford: Pergamon Press. Opmerking: betreft het Engels zet er dan Ed. als afkorting voor Redactie (5) Boek met twee redacteuren (ook bij drie redacteuren allen vermelden) Money, J. & Musaph, H. (Eds.) (1977). Handbook of sexuology. Amsterdam: Excerpta Medica. (6) Proefschrift, Praktijkonderzoek e.d. (niet officieel gepubliceerd) Cairns, R.B. (1965). Infrared spectroscope studies of solid oxygen. Unpublished doctoral dissertation, Academy of California, California. (7) Tijdschriftartikel, één auteur Mears, P. (1974). Structuring communication in a working group. Journal of communication, 24, 71-79 (8) Tijdschriftartikel, twee auteurs, paginering per nummer Becker, L.J. & Seligman, C. (1981). Welcome to the energy crisis. Journal of Social Issues, 37(2), 1-7. (9) Tijdschriftartikel, zeven auteurs Altijd alle auteurs noemen, gescheiden door komma's, de laatste met een ampersand (&). (10) Tijdschriftartikel, collectieve auteur The Royal Marsden Hospital Bone-Marrow Transplantation Team (1977). Failure of syngenetic bone-marrow graft wthout preconditioning in post-hepatitis marrow aplasia. Lancet, 2, 242-244. Handleiding schrijven module- of leerthemawerkstuk © VIA VINCI ACADEMY 2014
-6-
(11) Tijdschriftartikel, ongenoemde auteur Coffeedrinking and cancer of the pancreas. (1981). British Medical Journal, 283, 628. (12) Artikel in boek met één of meer redacteuren Vaags, D.W. (1987). Stimulansen voor creatief gedrag in opvoeding en onderwijs. In: L. Feenstra en R.O. Fock (Red.), De Creatieve Factor. p.40-56. Meppel: Boom. (13) Krantenartikel Slob, M. (2005, 9 juli). In ons brein zit geen ‘zelf’. De filosoof Thomas Metzinger over implicaties van recente bevindingen in de hersenwetenschappen. NRC Handelsblad, pagina 43. (14) Artikel in een populair weekblad Cohen, M. (2005, week 52). Schrijvers tegen spellingherziening. Vrij Nederland, pp. 45 – 47. (15) Verwijzing naar ongepubliceerd manuscript, scriptie, werkstuk. Vlaming, J. & Paul, S. (2004). Tekeningen van seksueel misbruikte kinderen als diagnostisch instrument: een onderzoek naar indicatoren van seksueel misbruik in de kindertekening. Praktijkonderzoek, niet gepubliceerd. Amersfoort: Hogeschool van Utrecht. (16) Toevoeging: Informatie van websites behandel je in principe net zo als een boek. Dus: vermelding auteursnaam etc. Is het een gecompliceerd webadres geef dan alleen de homepage aan en vermeld via welke items (doorklikpunten) het document is in te zien of als er een zoekfunctie is geef dan trefwoorden op. Je kunt eventueel ook nog het exacte adres vermelden. Maar dat geeft geen zekerheid, want veel adressen veranderen heel snel. Alleen het adres van de homepages blijft wel hetzelfde. Keken, Hans van (1979). De Sociogenese van de begrippen beschaafd en beschaving. www.hansvankeken.nl, zie onder Beschaving. Of bij een grote website met een zoekfunctie kun je het basisadres geven en vervolgens de zoekwoorden waarmee de desbetreffende informatie is te vinden op deze website, bijvoorbeeld. Humanistisch Archief http://archief.uvh.nl trefwoorden Griekse filosoof Socrates
Handleiding schrijven module- of leerthemawerkstuk © VIA VINCI ACADEMY 2014
-7-