Module I - Informatica 1) Iemand wilt een nieuwe auto aanschaffen. Gezien de gestegen brandstofprijzen wil de persoon een auto, die zuinig in brandstofgebruik is. Maak duidelijk hoe de persoon een weloverwogen keuze kan maken, waarbij je gebruik maakt van de begrippen gegevens, informatie en besluitvorming. Uit je verhaal blijkt duidelijk dat je de betekenis van deze begrippen begrijpt. De persoon zal via Internet data kunnen verzamelen over het brandstof gebruik van de verschillende type auto’s. Door deze data (=gegevens) naast elkaar te plaatsten met eventuele andere data, bijv de aanschafkosten van een dergelijke auto, ontstaat een overzicht die deze persoon de informatie verschaft op basis waarvan hij/zij een goede beslissing kan nemen. Immers goede besluitvorming kan alleen plaatsvinden, indien je over goede informatie beschikt. 2) Noem 3 afdelingen van het bedrijf Kooyman B.V. die de primaire processen ondersteunen en 3 afdelingen die de secundaire processen ondersteunen. Primaire: Inkoop Marketing Logistiek Secundaire: Automatisering Financiële Administratie Interne Controle 3) Hoe noem je een informatie systeem die de directie van Kooyman B.V. zal ondersteunen bij het nemen van beslissingen ter verbetering van de bedrijfsvoering en voor het verkrijgen van strategische voordelen. Management Informatie Systeem 4) De eisen die de afdeling Interne Controle van Kooyman B.V. stelt aan de informatie op de afdeling ‘Financiele Administratie’ is dat de informatie tijdig, volledig en accuraat is. a) Waarom denk je dat de afdeling Interne Controle deze eisen stelt? Tijdig – een boekhouding mag nooit ver achterlopen anders heeft een organisatie geen overzicht meer over zijn inkomsten en uitgaven. Bijvoorbeeld de einde maand afsluiting dwingt de afdeling ‘Financiële Administratie’ op tijd te zijn. Volledig – Men kan op deze afdeling niet met halve informatie werken. Alle stukken moeten aanwezig zijn, zodat de financiële data ook controleerbaar is. Accuraat – De informatie die een ‘Financiële Administratie’ verstrekt moet goed zijn, anders kunnen derden verkeerde beslissingen gaan nemen op basis van de foute cijfers. b) Welke eisen zou de afdeling Interne Controle nog meer aan de informatie op de afdeling ‘Financiële Administratie’ kunnen stellen? (Noem minimaal twee eisen) Controleerbaar, beveiligd en relevant
Module II - Hardware 5) Je vindt een memory stick op straat. Helaas kun je aan de buitenkant niet lezen hoeveel geheugen er op deze stick staat. Beschrijf de stappen die je moet nemen om er via een PC toch achter te komen hoeveel geheugen deze stick heeft. Stop de memory stick in de USB drive van de computer. Ga bijvoorbeeld dmv MS Explorer naar de drive letter toe. Right-click met je muis op de drive letter en ga naar properties. 6) Met welk programma op de PC kun je controleren of alle hardware onderdelen goed werken? Kies het beste antwoord. A) component services B) device manager C) control panel D) administrative tools B) Device Manager 7) Op een kantoor wil men een zo eenvoudig mogelijke computer aanschaffen, die als server kan dienen voor in totaal tien werkstations, die op het op het kantoor zijn geplaatst. Welke soort computer moet men aanschaffen? A) een microcomputer B) een minicomputer C) een mainframe D) een super computer A) een microcomputer 8) Computers werken met bits en bytes. a) Hoeveel bits passen in een byte? Er gaan 8 bits in een byte b) Welke waarden kan een bit aannemen? Een bit kan de waarde 0 of 1 bevatten c) Bijgevoegd zijn twee hulp tabellen. Schrijf uit wat het woord Bar! binair in bytes wordt. Maak hierbij gebruik van onderstaand sjabloon, maar vul je antwoord gewoon in op je antwoordenblad en niet op het opgavenblad. Ascii Karakter Decimaal A 65 B 66 R 85 a 97 b 98 r 114 ! 33
B 0 1 r 0 1
Decimaal 1 2 4 8 16 32 64 128
0
0
0
0
1
0
1
1
0
0
1
0
a 0 ! 0
Binair 00000001 00000010 00000100 00001000 00010000 00100000 01000000 10000000
1
1
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
1
Onderstaand zie je een schematisch overzicht van de opbouw en werking van een computer
Intern geheugen (ROM, RAM)
Invoer
Centrale verwerkingseenheid (Processor)
Uitvoer
Extern geheugen 9) Welke onderdelen rekenen we tot randapparatuur? A) Invoer, Uitvoer B) Invoer, Centrale verwerkingseenheid, Uitvoer C) Invoer, Extern geheugen, Uitvoer D) Invoer, Intern geheugen, Uitvoer C) Invoer, Extern geheugen, Uitvoer 10) Computers maken gebruik van ROM en RAM geheugen a) Waar staan deze afkortingen voor? ROM = Read Only Memory RAM = Random Acces Memory b) Wanneer je Windows Vista wilt instaleren op een PC gekocht 2005 met een wat kleiner geheugen zou je dan het ROM of RAM geheugen uitbreiden? RAM 11) Noem vier taken van de centrale verwerkingseenheid (Processor) 1. Het ophalen van opdrachten uit het interne geheugen 2. Het opslaan van resultaten in het interne geheugen 3. Het uitvoeren van berekeningen 4. Communiceert met rand apparatuur
Module III - Software 12) Wat is de functie van een browser? A) Aansluiting tot het telefoonnetwerk verzorgen B) Chat berichten opnemen en interpreteren C) Gegevens zoeken op het world wide web D) HTML codes lezen en interpreteren D) HTML code lezen en interpreteren 13) Bij welk soort programma geldt dat “besturing van de computer door middel van een muis” voorop staat? A) bij een DBMS, ‘database management systeem’ B) bij een GUI, ‘graphical user interface’ C) bij OCR, ‘optical character recognition’ D) bij SQL, ‘structures query language’ B) bij een GUI, ‘graphical user interface’ Hieronder worden programma’s genoemd. MS DOS, Mac OS, Windows Explorer, Windows XP, Unix, Internet Explorer, Control Panel, Linux 14) In welke rij hieronder worden vijf systeemprogramma’s genoemd? A) Linux, MS DOS, Windows XP, Mac OS, Windows Explorer B) Linux, MS DOS, Windows XP, Mac OS, Unix C) MS DOS, Unix, Mac OS, Internet Explorer, Windows XP D) Control Panel, Linux, Unix, Mac OS, Windows XP B) Linux, MS DOS, Windows XP, Mac OS, Unix 15) Ten behoeve van Kooyman B.V. wordt een applicatie geschreven die voor de chauffeurs van het magazijn de ideale route uitstippelt om goederen tijdens een rit bij verschillende klanten af te leveren. Hier is sprake van: A) Standaard toepassing B) Programma’s voor specifieke toepassingen C) Maatwerktoepassing D) Systeem ondersteunend programma C) Maatwerktoepassing 16) Microsoft Sharepoint is een applicatie die in te delen valt onder: A) Desktop publishing B) Office suites C) Personal Information Manager (PIM) D) Groupware D) Groupware
17) Terwijl je bezig bent een MP3 bestand te downloaden van internet ben je bezig te werken in MS Word en met je headphone aangesloten op dezelfde PC luister je naar het nieuwste liedje van ‘Nickelback’. Hier is sprake van: A) Multi-threading B) Multi-user C) Multi-processing D) Multi-tasking D) Multi-tasking 18) I. Microsoft Access is een voorbeeld van een DBMS (‘Database Management System) II. Visual Basic for Applications is een programmeertaal waarmee je kunt programmeren in MS Excel, MS Word en MS Access. A) Stelling I en II zijn juist B) Stelling I is juist en stelling II is onjuist C) Stelling I is onjuist en stelling II is juist D) Stelling I en II zijn onjuist C) Stelling I is onjuist en stelling II is juist Module V - Programmeren Gegeven is onderstaand MS Access programma Sub proefwerk_19() Dim intCounter As Integer Dim intWaarde As Integer intCounter = 0 intWaarde = 20 While intCounter < 10 intCounter = intCounter + 1 intWaarde = intCounter Wend MsgBox intWaarde End Sub 19) Het programma wordt gestart. a) Welke waarde heeft intWaarde het einde van het programma? b) Welke waarde heeft intCounter aan het einde van het programma? a) intWaarde = 10 b) inCount = 10
Gegeven is onderstaand MS Access programma Sub proefwerk_20() Dim MyValue As String MyValue = InputBox("Enter a value") While MyValue < 1 Or MyValue > 3 MyValue = InputBox("Enter a value") Wend MsgBox MyValue & " x 3 = " & MyValue * 3 End Sub 20) Het programma wordt gestart. Wat gebeurd er als een gebruiker de waarde 3 intikt en op enter drukt
20) Er verschijnt een window (Messagebox) op het scherm met de melding 3 x 3 = 9 Gegeven is onderstaand MS Access programma Sub proefwerk_21() Dim a, b As Integer a = 10 b = 20 Do a=a+b Loop Until a < b MsgBox a End Sub 21) Het programma wordt gestart. Wat gebeurt er?
21) Het programma beland in een oneindige loop, want 30 wordt nooit kleiner dan 20. D.m.v.
en kun je het programma onderbreken en stoppen.
Een school organiseert een schoolfeest. De prijs van een entreekaartje is afhankelijk van wie het koopt. Als een leerling van de school de kaartjes koopt is de prijs 10 gulden per kaartje. Als een willekeurige persoon het kaartje koopt is de prijs 15 gulden per kaartje. Verder is het zo dat als leerlingen van klas 3A kaartjes kopen, er een korting van 5% gegeven wordt wegens hun goede resultaten van het afgelopen trimester. De kaartjes worden bij de ingang tussen 19:00 uur en 21:00 uur verkocht. Bij de ingang heeft men een computer staan. Hiermee wordt het bedrag dat een bezoeker moet betalen berekend en afgedrukt. Een bezoeker kan één of meerdere kaartjes tegelijkertijd kopen. Het programma werkt als volgt: Als een bezoeker kaartjes koopt, wordt: • Een koperscode ingelezen • Het aantal te kopen kaartjes ingelezen • Het te betalen bedrag berekend en afgedrukt Na afloop van het verkopen van kaartjes wordt het totaal bedrag aan kaart verkoop van de avond afgedrukt. Als sluitcode wordt voor de koperscode “stop” ingelezen. De in te lezen koperscodes zijn: H3A, LL en IC • H3A is de koperscode als het een leerling van Havo 3A betreft • LL is de koperscode als het een andere leerling betreft • WP is de koperscode voor een willekeurige persoon 22) Neem de bijgevoegde PSD over op het antwoordenblad en werk het uit. Lees Koperscode TotaleVerkoop = 0 Zolang Koperscode <> “stop” Lees AantalKaarten Koperscode = ‘H3A’ Koperscode = ‘LL’ TeBetalenBedrag = AantalKaarten x 0.95 x 10
TeBetalenBedrag = AantalKaarten x 10
Druk af TeBetalenBedrag TotaleVerkoop = TotaleVerkoop + TeBetalenBedrag Lees Koperscode Druk af TotaleVerkoop
TeBetalenBedrag = AantalKaarten x 15