Modellen voor taal in het VO
Rapportage Onderzoek naar modellen voor taal in het VO
In opdracht van:
APS
Contactpersoon:
H. Kroon, G. Bootsma en B. de Vos
Utrecht, april 2013
DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Liesbeth van der Woud dr. Eric Elphick
Postbus 681 3500 AR Utrecht 030 263 1080 (t) 030 261 6944 (f)
[email protected] www.duomarketresearch.nl
Modellen voor taal in het VO
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING .......................................................................................................................................... 2
2
ONDERZOEKSDOELSTELLINGEN................................................................................................ 3
3
ONDERZOEKSOPZET ....................................................................................................................... 4 3.1
Onderzoeksmethode ........................................................................................................................... 4
3.2
Onderzoeksgroepen en respons ........................................................................................................ 5
3.3
Vragenlijst ............................................................................................................................................ 6
4
SAMENVATTING EN CONCLUSIES ............................................................................................. 7
5
RESULTATEN ................................................................................................................................... 13 5.1
Inleiding ............................................................................................................................................. 13
5.2
Visies op het taalonderwijs .............................................................................................................. 14
5.3
Taalbeleid ........................................................................................................................................... 20
5.3.1
Beleidsplan voor taal ............................................................................................................... 20
5.3.2
Kennis van taal ......................................................................................................................... 25
5.3.3
Registratie van leerlingenresultaten ...................................................................................... 32
5.4
De praktische uitvoering van het taalbeleid .................................................................................. 37
5.5
Invulling van taallessen in het rooster ........................................................................................... 42
5.6
Het gebruik van lesmaterialen bij het taalonderwijs .................................................................... 52
5.7
Niveauverschillen tussen leerlingen............................................................................................... 54
5.8
De kosten van het taalbeleid ............................................................................................................ 56
5.8.1
Na- en/of bijscholing ............................................................................................................... 59
5.8.2
Inrichting van het taalbeleid ................................................................................................... 60
5.9
Een vergelijking tussen scholen ...................................................................................................... 62
5.10 Algemene kenmerken scholen ........................................................................................................ 63 5.10.1
Algemene kenmerken onderzoeksgroep Modellen voor taal in het VO .......................... 63
5.10.2
Vergelijking onderzoeksgroepen Modellen voor taal in het VO (2013) en Modellen voor
rekenen in het VO (2013) ........................................................................................................................ 66
Bijlage - Antwoorden open vragen - Vergelijking tussen scholen
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
1
Modellen voor taal in het VO
1
INLEIDING
Op iedere school staat Nederlands op het rooster. Daarnaast zijn er scholen die extra uren taal organiseren, andere scholen hebben taal schoolbreed een plek in de vaklessen gegeven en er zijn scholen die niets extra’s aan taal doen (omdat de noodzaak er niet is, men er het nut niet van inziet of omdat de middelen ontbreken). APS, een onderwijsadviesbureau dat zich bezighoudt met het professioneel begeleiden en adviseren van docenten en management van scholen en onderwijsinstellingen, wil – op verzoek van OCW – de verschillende modellen die VO-scholen hanteren om taal een plaats in het onderwijs te geven, in kaart brengen. APS heeft tegen deze achtergrond DUO Market Research gevraagd om in kaart te brengen hoe VOscholen taal hebben georganiseerd en vormgegeven. In dit rapport worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
2
Modellen voor taal in het VO
2
ONDERZOEKSDOELSTELLINGEN
De globale doelstellingen van het onderzoek zijn: -
Het krijgen van inzicht in de (verschillende) visie(s) van VO-scholen (althans, van de verantwoordelijken op de VO-scholen) met betrekking tot het taalonderwijs in het VO.
-
Het krijgen van inzicht in het taalbeleid van scholen.
-
Het inventariseren van de (praktische) uitvoering van het taalbeleid (inrichting van de lessen)
-
Inzicht krijgen in de invulling van taallessen in het rooster en in de uitvoering van taallessen.
-
Het krijgen van inzicht in het omgaan met (niveau)verschillen tussen de leerlingen.
-
Inzicht krijgen in de kosten van leermiddelen en inrichting van het taalbeleid.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
3
Modellen voor taal in het VO
3
3.1
ONDERZOEKSOPZET
Onderzoeksmethode
Het onderzoek is kwantitatief van aard en is online uitgevoerd. Het veldwerk heeft plaatsgevonden in de periode januari 2013 – februari 2013. Het online veldwerk is als volgt verlopen: -
De verschillende onderzoeksdoelgroepen (de verantwoordelijken op de VO-scholen voor het taalonderwijs) hebben een invitation e-mail ontvangen waarin ze zijn uitgenodigd om deel te nemen aan het online onderzoek. Deze e-mail bevatte een URL waarmee men direct in de online vragenlijst terecht kwam;
-
De vragenlijst kon via de browser worden bekeken en ingevuld;
-
Na enige tijd is een herinneringsmail (en een tweede herinneringsmail) gestuurd naar degenen die op dat moment nog niet aan het onderzoek hadden deelgenomen;
-
Voorzieningen zijn getroffen dat een respondent slechts één vragenlijst kon invullen. Bovendien was het mogelijk om, indien de deelnemer het invullen van de vragenlijst moest afbreken, door opnieuw op de URL/persoonlijke inlogcode uit de e-mail te klikken, met het invullen van de online vragenlijst verder te gaan op het punt waar hij/zij gebleven was.
De technische realisatie van het online onderzoek is door DUO Onderwijsonderzoek in eigen beheer uitgevoerd en gemanaged.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
4
Modellen voor taal in het VO
3.2
Onderzoeksgroepen en respons
In het onderzoek maken we een onderscheid naar de volgende doelgroepen: vmbo-breed, mavo (vmbo-t), mavo (vmbo-t)/havo, havo/vwo en gymnasium. Dit onderscheid is vooral ingegeven door praktische overwegingen. De bevindingen van een pilot-onderzoek wezen uit dat, praktisch gezien, respondenten voor maximaal twee afdelingen/leerwegen gevraagd kond worden de vragenlijst in te vullen. Dit met het oog op het risico van verhoogde responsuitval.
We hebben de volgende steekproef gerealiseerd: Onderzoeksgroepen
Gerealiseerde steekproef n=
Vmbo-breed
n=144
Mavo (Vmbo-t)
n=26
Mavo (Vmbo-t)/Havo
n=33
Havo/Vwo
n=153
Gymnasium
n=13
Totaal
n=369
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
5
Modellen voor taal in het VO
Om inzicht te geven in de nauwkeurigheidsmarges bij diverse steekproefgroottes is hieronder een tabel opgenomen waarin bij verschillende steekproefgroottes de bijbehorende nauwkeurigheidsmarges zijn vermeld. Hierbij is uitgegaan van een betrouwbaarheid van de resultaten van 95% (betrouwbaarheid = de mate waarin bij herhaalde meting, dezelfde resultaten worden verkregen). Bij de berekening van de marges zijn we uitgegaan van een populatie van N=1.300 VO-locaties.
Steekproefgrootte
Uitkomst 50%-50%
Uitkomst 75%-25%
Uitkomst 90%-10%
100
9,4%
8,2%
5,6%
150
7,5%
6,5%
4,5%
200
6,4%
5,5%
3,8%
300
5,0%
4,3%
3,0%
400
4,1%
3,5%
2,4%
Toelichting op de tabel Bij een steekproef van 300 schoolleiders/sectieleiders Nederlands dient er bij een resultaat ‘25% van de scholen zet aparte taallessen in’ en ‘75% niet’ rekening te worden gehouden dat de werkelijke percentages zullen liggen tussen: -
% scholen dat wel aparte taallessen inzet:
20,7% (25% -/- 4,3%) – 29,3% (25% + 4,3%);
-
% scholen dat geen aparte taallessen inzet:
70,7% (75% -/- 4,3%) – 79,3% (75% + 4,3%).
3.3
Vragenlijst
De vragenlijst is gebaseerd op een door APS ontwikkelde (concept)vragenlijst en is in nauw overleg met DUO Onderwijsonderzoek aangepast. Naar aanleiding van de resultaten van een pilot-onderzoek onder een vijftal schoolleiders is de oorspronkelijke vragenlijst, in overleg met APS, aangepast. De definitieve vragenlijst omvat ongeveer 40 vragen, waarvan ongeveer tien (deels) open vragen.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
6
Modellen voor taal in het VO
4
SAMENVATTING EN CONCLUSIES
Visies op het taalonderwijs De meerderheid van de scholen (58%) informeert de ouders over ontwikkelingen in het taalonderwijs op hun school. Dit gebeurt vooral via de ouderavonden (70%) en in mindere mate via een digitale nieuwsbrief (43%) en via de website van de school (33%). Ruim driekwart van de scholen (77%) heeft een door de docenten breed gedragen visie op het onderwijs. Minder dan de helft van de scholen (37%) heeft een door de docenten breed gedragen visie op taal. Opvallend is dat respondenten werkzaam op Vmbo-Breed vaker aangeven dat hun school een door de docenten breed gedragen visie heeft op taal (50%). Scholen met een door de docenten breed gedragen visie op taal (37% van de scholen): -
Hebben relatief vaak een vastgesteld beleidsplan voor taal (67% versus 33%);
-
Zijn relatief vaak een zelfstandig vmbo (24% versus 13%);
-
Zijn relatief minder vaak een havo/vwo scholengemeenschap (10% versus 20%);
-
Zijn relatief minder vaak een grote school (met meer dan 1.000 leerlingen (33% versus 45%);
-
Hebben relatief vaak alle docenten geïnformeerd over de inhoud van de Referentieniveaus (39% versus 29%);
-
Hebben relatief vaak 75% of meer docenten geïnformeerd over de inhoud van de Referentieniveaus (22% versus 11%);
-
Volgen relatief vaak de leerlingenresultaten van het taalonderwijs (86% versus 73%);
-
Hebben relatief vaak aparte taallessen opgenomen in de lessentabel (73% versus 55%);
-
Besteden relatief vaak in ander vakken expliciet aandacht aan taal (35% versus 20%);
-
Hebben relatief vaak schoolbrede afspraken gemaakt over leesdidactiek (19% versus 8%), taalverzorging (25% versus 8%), formuleren bij toetsen (21% versus 5%) en schrijven (21% versus 10%).
Met betrekking tot de bekendheid van de docenten met de Referentieniveaus taal en rekenen geldt dat op tweederde van de scholen (68%) alle docenten (voor zover men weet) geïnformeerd zijn over het bestaan van de referentieniveaus; op een veel kleinere groep scholen (33%) blijken alle docenten geïnformeerd te zijn over de inhoud van de referentieniveaus. Het taalbeleid van scholen en de praktische uitvoering ervan Minder dan de helft van de scholen (45%) heeft een vastgesteld beleidsplan voor taal; wel is een groot deel (47%) bezig met het opstellen van een beleidsplan. In meer dan de helft van de gevallen is de taalcoördinator (63%) en een schoolleider (59%) betrokken of betrokken geweest bij het opstellen van het beleidsplan. Vaak is ook een taalwerkgroep/commissie betrokken of betrokken geweest bij het opstellen van het beleidsplan.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
7
Modellen voor taal in het VO
Scholen met een vastgesteld beleidsplan voor taal (45% van de scholen): -
Hebben relatief vaak een breed gedragen visie op taal (54% versus 22%);
-
Zijn relatief minder vaak een mavo/havo/vwo scholengemeenschap (16% versus 29%);
-
Hebben relatief vaak alle docenten geïnformeerd over de inhoud van de Referentieniveaus (41% versus 26%);
-
Geven relatief vaak aan dat de taalcoördinator het meest betrokken is bij het opstellen van het taalbeleid (71% versus 56%);
-
Geven relatief vaak aan dat de schoolleider het meest betrokken is bij het opstellen van het taalbeleid (65% versus 54%);
-
Informeren ouders relatief vaak over het taalonderwijs (67% versus 54%);
-
Volgen relatief vaak de leerlingenresultaten van het taalonderwijs (90% versus 67%);
-
Hebben relatief vaak aparte taallessen opgenomen in de lessentabel (69% versus 55%);
-
Hebben relatief vaak een vast uur taallessen verdeeld over het hele schooljaar (56% versus 45%);
-
Besteden relatief vaak in ander vakken expliciet aandacht aan taal (34% versus 18%);
-
Hebben relatief vaak een speciaal programma voor taalzwakke leerlingen (56% versus 45%);
-
Hebben relatief vaak schoolbrede afspraken gemaakt over taalverzorging (23% versus 8%), formuleren bij toetsen (17% versus 6%), schrijven (22% versus 8%) en presenteren (21% versus 7%).
Over de inhoudelijke- en de didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven van de taalcoördinator blijkt de meerderheid van de ondervraagden (die zelf geen taalcoördinator zijn) tevreden te zijn. Een vijfde tot een kwart van hen vindt de inhoudelijke- dan wel didactische kennis van de taalcoördinator deels voldoende, deels onvoldoende. De inhoudelijke- en de didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven van de docenten wordt door een minderheid van de ondervraagden als voldoende beoordeeld; de grootste groep vindt de inhoudelijke- dan wel de didactische kennis van de docenten deels voldoende, deels onvoldoende (respectievelijk 49% en 54%). De taalcoördinatoren blijken vooral behoefte te hebben aan bij- en/of nascholing op het gebied van taalontwikkeling gericht op didactische kennis. Daarnaast heeft circa de helft (52%) ook behoefte aan bij- en/of nascholing gericht op inhoudelijke kennis. De leerlingenresultaten van het taalonderwijs worden door een ruime meerderheid van de scholen gevolgd (78%). Op verreweg de meeste van deze scholen (86%) worden de leerlingenresultaten bovendien systematisch geregistreerd. Veelal wordt hiervoor een leerlingvolgsysteem gebruikt (74%). Het voornaamste doel van de registratie van de leerlingenresultaten is de terugkoppeling naar de leerlingen (80%), de docenten (77%) en de ouders (76%).
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
8
Modellen voor taal in het VO
De taalcoördinator is voor gemiddeld 79 klokuren (op jaarbasis) benoemd. De tijd die door de taalcoördinator daadwerkelijk wordt besteed aan het coördineren van het taalonderwijs bedraagt volgens de taalcoördinatoren zelf gemiddeld 13 klokuren per week; volgens de overige ondervraagden is dit gemiddeld 16 klokuren per week. De meest genoemde werkzaamheden die volgens de ondervraagden behoren tot het takenpakket van de taalcoördinator zijn: de communicatie met de directie over taal (90%), het bijhouden van ontwikkelingen op taalgebied (82%), de communicatie over taal met de overige medewerkers van de school (76%) en het zelf geven van lessen Nederlands (71%). De invulling en uitvoering van taallessen en omgaan met verschillen tussen leerlingen Op de school van de meerderheid van de ondervraagden (61%) zijn aparte taallessen voor leerlingen opgenomen in de lessentabel. In de meeste gevallen zijn deze lessen niet voor alle leerlingen, maar voor een deel van de leerlingen opgenomen (voor leerlingen in een bepaald jaar/bepaalde jaren 24% en voor taalzwakke leerlingen 22%. Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/Havo geven minder vaak en respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat op hun school aparte taallessen in de lessentabel zijn opgenomen voor alle leerlingen. In de helft van de gevallen dat er sprake is van aparte taallessen geldt dat voor deze taallessen een vast uur, verdeeld over het hele schooljaar, beschikbaar is. Verreweg het belangrijkste doel van de aparte taallessen is het remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied van lezen (77%), gevolgd door het oefenen van kennis en vaardigheden (66%). Scholen met aparte taallessen in de lessentabel (61% van de scholen): -
Hebben relatief vaak een breed gedragen visie op taal (43% versus 26%);
-
Hebben relatief vaak een vastgesteld beleidsplan voor taal (51% versus 36%);
-
Zijn relatief vaak een zelfstandig vmbo (23% versus 7%);
-
Zijn relatief minder vaak een vmbo/havo/vwo scholengemeenschap (26% versus 42%);
-
Zijn relatief minder vaak een grote school (met meer dan 1.000 leerlingen (37% versus 48%);
-
Geven relatief vaak aan dat de taalcoördinator het meest betrokken is bij het opstellen van het taalbeleid (69% versus 54%);
-
Geven relatief vaak aan dat de schoolleider het meest betrokken is bij het opstellen van het taalbeleid (65% versus 50%);
-
Informeren ouders relatief vaak over het taalonderwijs (66% versus 47%);
-
Volgen relatief vaak de leerlingenresultaten van het taalonderwijs (84% versus 67%).
Alhoewel op het merendeel van de scholen waar geen aparte taallessen worden georganiseerd ook niet in andere vakken expliciet aandacht wordt besteed aan taal (69%), is ruim de helft van de scholen wel bezig dit te gaan organiseren.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
9
Modellen voor taal in het VO
Naast het organiseren van aparte taallessen en het expliciet aandacht besteden aan taal in andere vakken, wordt volgens tweederde van de ondervraagden nog op andere manieren aan taal aandacht besteed. In de meeste gevallen gaat het dan om bijlessen (64%) en schrijvers op school (50%). De meest gebruikte lesmaterialen bij het taalonderwijs (naast de materialen gebruikt voor het vak Nederlands) zijn: zelf samengesteld materiaal (69%), een lesmethode (67%) en vrij leesboeken (62%). Andere materialen die op meer dan de helft van de scholen worden ingezet, zijn Nieuwsbegrip (56%) en digitale materialen bij de methode (54%). In het omgaan met niveauverschillen tussen leerlingen blijken de scholen vooral gericht op leerlingen die zwak zijn in taal. De helft van de ondervraagden geeft aan dat op hun school/schoollocatie een apart lesprogramma wordt gebruikt voor leerlingen die zwak zijn in taal. Voor leerlingen die sterk zijn in taal gebruikt 10% een apart lesprogramma. Kosten van het taalbeleid Gemiddeld wordt dit schooljaar (2012-2013) € 85,-- per leerling aan lesmaterialen voor het taalonderwijs uitgegeven (de aanschaf van schoolboeken voor leerlingen, kopieerkosten voor leerlingenmateriaal, licenties voor leerlingen etc.). In de meerderheid van de gevallen (61%) blijken deze kosten uit de reguliere gelden te worden betaald. Circa een derde van de ondervraagden geeft echter aan niet te weten uit welke middelen deze kosten worden betaald. De gemiddelde kosten voor bij- en/of nascholing (op het gebied van taal) van docenten Nederlands, vakdocenten en taalcoördinatoren bedroegen het afgelopen schooljaar (2011-2012) respectievelijk € 400,--, € 501,-- en € 816,-- per persoon. Op de school van circa een vijfde van de ondervraagden (21%) zijn, naar aanleiding van de invoering van de Referentieniveaus taal en rekenen, extra kosten gemaakt voor de aanschaf van hardware ten behoeve van de inzet van ICT-materialen voor het taalonderwijs. Gemiddeld werd hier in het schooljaar (2011-2012) € 12.720,-- per school aan besteed.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
10
Modellen voor taal in het VO
Overall conclusies: 1.
Scholen met een door de docenten breed gedragen visie op taal, scholen met een vastgesteld beleidsplan voor taal en scholen met aparte taallessen (opgenomen in de lessentabel) zijn verder en actiever als het gaat om ‘taal een plek in het onderwijs geven’ dan scholen die dat niet hebben: -
Scholen met een breed gedragen visie op taal hebben veel vaker een vastgesteld beleidsplan voor taal en hebben veel vaker aparte taallessen opgenomen in de lessentabel dan scholen die geen breed gedragen visie op taal hebben. Ook besteden zij relatief vaak in andere vakken expliciet aandacht aan taal ;
-
Scholen met een beleidsplan voor taal hebben veel vaker een door de docenten breed gedragen visie op taal en hebben vaker aparte taallessen opgenomen in de lessentabel dan scholen die geen beleidsplan hebben. Zij blijken de aparte taallessen relatief vaak een vast uur per week te geven, verdeeld over het hele schooljaar. Ook besteden zij relatief vaak in andere vakken expliciet aandacht aan taal en hebben zij relatief vaak een speciaal programma voor taalzwakke leerlingen;
-
Scholen met aparte taallessen in de lessentabel hebben vaker een door de docenten breed gedragen visie op taal en hebben vaker een beleidsplan voor taal dan scholen die geen aparte taallessen hebben.
2.
Zelfstandige vmbo-scholen hebben relatief vaak een door de docenten breed gedragen visie op taal en hebben relatief vaak aparte taallessen in de lessentabel opgenomen. Scholengemeenschappen met in ieder geval een havo- en vwo-afdeling hebben relatief minder vaak een door de docenten breed gedragen visie op taal, een beleidsplan voor taal en aparte taallessen.
3.
Grote scholen (meer meer dan 1.000 leerlingen) hebben relatief minder vaak een door de docenten breed gedragen visie op taal en hebben relatief minder vaak aparte taallessen in de lessentabel opgenomen.
4.
Slechts ruim een derde van de scholen heeft alle docenten over de inhoud van de Referentieniveaus geïnformeerd. Scholen met een breed gedragen visie op taal en scholen met een beleidsplan voor taal, hebben relatief vaker alle docenten geïnformeerd over de inhoud van de Referentieniveaus dan scholen die dit niet hebben.
5.
Het merendeel van de scholen informeert de ouders over ontwikkelingen in het taalonderwijs. Scholen die een vastgesteld beleidsplan voor taal hebben en scholen die aparte taallessen hebben opgenomen in de lessentabel, zijn hier overigens actiever in.
6.
Ruim driekwart van de scholen volgt de leerlingenresultaten van het taalonderwijs. Scholen met een breed gedragen visie op taal, scholen met een beleidsplan voor taal en scholen met aparte taallessen doen dit nog vaker.
7.
De taalcoördinator en de schoolleider zijn verreweg het meest betrokken bij het opstellen van het taalbeleid. Dit geldt nog sterker voor scholen die een vastgesteld beleidsplan voor taal hebben en voor scholen die aparte taallessen hebben opgenomen in de lessentabel.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
11
Modellen voor taal in het VO
8.
De meeste scholen hebben geen schoolbrede afspraken gemaakt over specifieke onderwerpen op het gebied van taal. Scholen met een breed gedragen visie op taal en scholen met een beleidsplan voor taal hebben relatief vaak schoolbrede afspraken gemaakt over taalverzorging, formuleren bij toetsen en schrijven.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
12
Modellen voor taal in het VO
5
5.1
RESULTATEN
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek beschreven. De volgende onderwerpen zullen worden beschreven: −
Visies op het taalonderwijs (§ 5.2);
−
Taalbeleid (§ 5.3);
−
De praktische uitvoering van het taalbeleid (§ 5.4);
−
Invulling van taallessen in het rooster (§ 5.5);
−
Het gebruik van lesmaterialen naast materialen gebruikt voor het vak Nederlands (§ 5.6);
−
Niveauverschillen tussen leerlingen (§ 5.7);
−
De kosten van het taalbeleid (§ 5.8);
−
Algemene kenmerken van scholen (§ 5.9).
In de rapportage wordt onderscheid gemaakt in de volgende onderzoeksgroepen: −
Vmbo-breed (n=144);
−
Mavo (vmbo-t) (n=26);
−
Mavo (vmbo-t)/Havo (n=33);
−
Havo/Vwo (n=153);
−
Gymnasium (n=13).
Daar waar sprake is van significante verschillen binnen de onderzoeksgroepen worden deze beschreven1.
1
Als gevolg van de beperkte omvang van de onderzoeksgroep respondenten werkzaam op het gymnasium is deze
onderzoeksgroep niet in de vergelijking tussen de onderzoeksgroepen betrokken.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
13
Modellen voor taal in het VO
5.2
Visies op het taalonderwijs
Informeert uw school/schoollocatie de ouders over de ontwikkelingen in het taalonderwijs op uw school/schoollocatie? Totaal
58%
Gymnasium
27%
15%
62%
Havo/Vwo
38%
50%
Vmbo-t (mavo)/Havo
29%
55%
21%
Vmbo-t (mavo)
65%
Vmbo-Breed
67% 0%
20%
Ja, de ouders worden door school geïnformeerd
21% 24% 19% 25%
40%
60%
15% 8%
80%
Nee, ouders worden niet geïnformeerd door school
100% Weet niet
Vraag 9a: Informeert uw school/schoollocatie de ouders over de ontwikkelingen in het taalonderwijs op uw school/schoollocatie? Zo ja, op welke manier worden de ouders geïnformeerd?
Een meerderheid van de ondervraagden (58%) geeft aan dat hun school/schoollocatie de ouders informeert over ontwikkelingen in het taalonderwijs op hun school/schoollocatie. Circa een kwart geeft te kennen ouders niet te informeren. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven minder vaak aan niet te weten of de ouders over de ontwikkelingen in het taalonderwijs worden geïnformeerd.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
14
Modellen voor taal in het VO
Op welke manier(en) worden de ouders geïnformeerd over de ontwikkelingen in het taalonderwijs? 70% 75% 67% 72% 65% 73%
Via ouderavonden
43% 38% 42%
Via een digitale nieuwsbrief
67% 59%
36% 33% 36% 33%
Via de website van de school 18%
32% 30% 38% 34%
Via de mail
29% 22% 13% Door middel van brieven
50%
50% Totaal
29% 32% 33% 35% 27%
Gymnasium Havo/Vwo Vmbo-t (mavo)/Havo Vmbo-t (mavo)
19% 13% 18% 11% 18% 22%
Anders
0%
20%
Vmbo-Breed
40%
60%
80%
100%
Vraag 9b: Op welke manier(en) worden de ouders geïnformeerd over de ontwikkelingen in het taalonderwijs? Meerdere antwoorden mogelijk.
Degenen die aangeven dat de ouders door de school geïnformeerd worden over het taalonderwijs, laten weten dat dit veelal via ouderavonden gebeurt (70%). Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t(mavo)/Havo geven vaker aan dat ouders worden
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven minder vaak aan dat ouders worden
geïnformeerd via een digitale nieuwsbrief of via de mail. geïnformeerd via de website van de school.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
15
Modellen voor taal in het VO
De meest voorkomende antwoorden in de antwoordcategorie ‘anders’ zijn: -
Via een papieren nieuwsbrief/blad/bulletin voor ouders;
-
Via de schoolgids/studiegids;
-
Via open dagen;
-
Via de ouderraad;
-
Via uitslagen van toetsen/rapportage van toetsresultaten;
-
Via oudergesprekken.
Voor een volledig overzicht van de genoemde antwoorden verwijzen we naar de bijlage van dit rapport.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
16
Modellen voor taal in het VO
Heeft uw school/schoollocatie een door de docenten breed (door meer dan 80%) gedragen visie op: 77% 71%
Het onderwijs
92%
82% 81% 81% Totaal
51% 47%
Hoe jongeren leren
51% 37% 31% 25% 33% 35%
Taal
0%
20%
40%
Gymnasium
62%
Havo/Vwo
61% 60%
Vmbo-t (mavo)/Havo Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed
50% 60%
80%
100%
Vraag 10: Heeft uw school/schoollocatie een door de docenten breed (door meer dan 80%) gedragen visie op het onderwijs, hoe jonger en leren en/of taal?
Ruim driekwart van de scholen heeft een door de docenten breed gedragen visie op het onderwijs. Circa de helft van de scholen heeft een door de docenten breed gedragen visie op hoe jongeren leren. Minder dan de helft van de scholen (37%) heeft een door de docenten breed gedragen visie op taal. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t(mavo)/Havo en respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven vaker aan dat hun school een door de docenten breed gedragen visie heeft op hoe jongeren leren.
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat hun school een door de docenten breed gedragen visie heeft op taal.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
17
Modellen voor taal in het VO
Zijn alle docenten op uw school/schoollocatie (dus het hele team), voor zover u weet, geïnformeerd over het bestaan van de referentieniveaus? Totaal
68%
Gymnasium
69%
14%
8%
Havo/Vwo
58%
16%
Vmbo-t (mavo)/Havo
58%
18%
5% 4%3% 6%
8%
8%
8%
10% 5% 5% 6%
3% 6% 3% 12%
Vmbo-t (mavo)
81%
8% 4% 8%
Vmbo-Breed
79%
13%1%1%2%3%
0% Ja
20%
Nee, 75% of meer
40%
Nee, 50% tot 75%
60%
80%
Nee, 25% tot 50%
100%
Nee, minder dan 25%
Weet niet
Vraag 6: Zijn alle docenten op uw school/schoollocatie (dus het hele team) voor zover u weet geïnformeerd over het bestaan van de referentieniveaus?
Zijn alle docenten op uw school/schoollocatie (dus het hele team), voor zover u weet, geïnformeerd over de inhoud van de referentieniveaus? Totaal
Gymnasium
33%
8%
8%
8%
Havo/Vwo
27%
Vmbo-t (mavo)/Havo
27%
15%
20%
18%
0% Nee, 75% of meer
20%
14%
12%
19% 40%
Nee, 50% tot 75%
8%
18%
15%
60% Nee, 25% tot 50%
12%
15%
13%
7%
8%
21%
12%
38%
14%
31%
50%
Vmbo-Breed
16%
38%
12%
Vmbo-t (mavo)
Ja
15%
8%
9%
4% 12%
10% 4%
80% Nee, minder dan 25%
100% Weet niet
Vraag 7: Zijn alle docenten op uw school/schoollocatie (dus het hele team) voor zover u weet geïnformeerd over de inhoud van de referentieniveaus?
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
18
Modellen voor taal in het VO
Voor tweederde van de scholen geldt dat alle docenten (voor zover men weet) geïnformeerd zijn over het bestaan van de referentieniveaus. Een beperkte groep ondervraagden (7%) geeft aan dat een minderheid van de docenten op hun school/schoollocatie hierover geïnformeerd is. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) en respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat alle docenten op hun school geïnformeerd zijn over het bestaan van de referentieniveaus.
Over de inhoud van de referentieniveaus is een veel kleinere groep van de docenten geïnformeerd. Een derde van de ondervraagden geeft aan dat alle docenten op hun school/schoollocatie hierover geïnformeerd zijn. Eveneens bijna een derde (31%) laat weten dat een minderheid van de docenten op hun school/schoollocatie hierover geïnformeerd is. Degenen die hebben aangegeven dat niet alle docenten geïnformeerd zijn over het bestaan en/of de inhoud van de referentieniveaus, is gevraagd om een toelichting. Uit de toelichtingen komen vooral de volgende verklaringen voor het niet geïnformeerd zijn naar voren: -
Docenten van andere vakken (dan wiskunde, Nederlands en MVT) denken dat de referentieniveaus voor hun vakgebied niet relevant zijn;
-
De referentieniveaus zijn vakspecifiek (rekenen) en abstract geformuleerd (taal);
-
Niet iedereen heeft zich er daadwerkelijk in verdiept (men is weinig geïnteresseerd, weinig betrokken, leest alleen wat voor hem/haar relevant is, etc.)/docenten hebben het voor kennisgeving aangenomen;
-
Niet iedereen is/was aanwezig bij de informatiebijeenkomst(en)/studiedag (bijvoorbeeld vanwege ziekte of parttime werken);
-
Er is nog geen beleid/strategie ontwikkeld/ingevoerd of het staat nog in de kinderschoenen;
-
Er moet nog een (centrale) bijeenkomst georganiseerd worden/het moet nog naar het hele team worden gecommuniceerd;
-
Het heeft geen prioriteit/prioriteiten liggen elders;
-
Er is cynisme over ‘de zoveelste onderwijsvernieuwing’;
-
Nieuwe docenten zijn nog niet geïnformeerd.
Voor een volledig overzicht van de gegeven toelichtingen verwijzen we naar de bijlage van dit rapport.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
19
Modellen voor taal in het VO
5.3
Taalbeleid
5.3.1
Beleidsplan voor taal
Heeft uw school/schoollocatie een vastgesteld beleidsplan voor taal?
Totaal
45%
Gymnasium
47%
38%
Havo/Vwo
38%
15%
42%
Vmbo-t (mavo)/Havo
48%
36%
Vmbo-t (mavo)
Ja
20%
4% 42%
40%
Nee, maar daar zijn we wel mee bezig
60%
3%
3% 6%
62% 53%
0%
8% 8%
55%
35%
Vmbo-Breed
6% 2%
3% 1% 80%
Nee, en daar zijn we ook niet mee bezig
100% Weet niet
Vraag 11: Heeft uw school/schoollocatie een vastgesteld beleidsplan voor taal?
Minder dan de helft van de scholen (45%) heeft een vastgesteld beleidsplan voor taal. Wel is een groot deel van de scholen (47%) bezig met een dergelijk plan.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
20
Modellen voor taal in het VO
Wie zijn op uw school/schoollocatie betrokken bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs (bijvoorbeeld in de vorm van het voorbereiden van een beleidsdocument)? Meer antwoorden mogelijk 63% 61% 63% 60% 66%
Een taalcoördinator
59% 60% 57% 48% 59%
Een schoolleider
80%
33% 30% 36% 43% 32% 28%
Er is een taalwerkgroep/commissie samengesteld, bestaand uit docenten van diverse vakken
Totaal Gymnasium Havo/Vwo
26% 20% 20% 20% 24% 34%
Er is een taalwerkgroep/commissie samengesteld, bestaand uit uitsluitend docenten Nederlands
21% 18% 20% 24% 22%
Anders
Weet niet
80%
Vmbo-t (mavo)/Havo Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed
50%
2% 0% 3% 3% 0% 1% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Vraag 12: Wie zijn op uw school/schoollocatie betrokken bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs (bijvoorbeeld in de vorm van het voorbereiden van een beleidsdocument)?
Aan degenen die op school een vastgesteld beleidsplan voor taal hebben of daarmee bezig zijn, is vervolgens gevraagd wie er op school betrokken zijn bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs. In meer dan de helft van de gevallen zijn de taalcoördinator en de schoolleider hierbij betrokken (respectievelijk 63% en 59%). Ook is er vaak een taalwerkgroep/commissie samengesteld. In de taalwerkgroepen/commissies die bestaan uit docenten van diverse vakken, zitten naast de veelal genoemde vakken Nederlands, Engels, Frans en Duits ook relatief vaak docenten die de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en wiskunde geven.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
21
Modellen voor taal in het VO
In de antwoordcategorie ‘anders’ komt het antwoord ‘docenten Nederlands/de sectie Nederlands’ verreweg het meest voor. Voor een compleet overzicht van de genoemde combinaties verwijzen we naar de bijlage van dit rapport. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven minder vaak aan dat een schoolleider betrokken is bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs.
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/Havo geven vaker aan dat een taalwerkgroep, bestaand uit docenten van diverse vakken, betrokken is bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs.
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat een taalwerkgroep, uitsluitend bestaand uit docenten Nederlands, betrokken is bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
22
Modellen voor taal in het VO
We hebben ook gekeken naar combinaties van schoolfunctionarissen die betrokken zijn bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs. De resultaten zijn weergegeven in onderstaande grafiek. Alleen (combinaties van) functionarissen die door 5% of meer van de respondenten zijn genoemd, zijn weergegeven in de grafiek.
Wie zijn op uw school/schoollocatie betrokken bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs (bijvoorbeeld in de vorm van het voorbereiden van een beleidsdocument)? Schoolleider en taalcoordinator
16%
Schoolleider, taalcoordinator en docenten diverse vakken
13%
Schoolleider, taalcoordinator en docenten Nederlands
7%
Taalcoordinator
7%
Docenten Nederlands
7%
Taalcoordinator en docenten diverse vakken
6%
Docenten diverse vakken
6%
Schoolleider en docenten diverse vakken
6%
Andere functionarissen
5% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
De meest genoemde combinaties van functionarissen die betrokken zijn bij het opstellen van het beleid voor taalonderwijs zijn ‘Schoolleider en taalcoördinator’ (16%) en ‘Schoolleider, taalcoördinator en docenten diverse vakken’ (13%).
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
23
Modellen voor taal in het VO
We hebben de respondenten die hebben aangegeven dat op hun school een taalwerkgroep is samengesteld, gevraagd hoeveel keer per schooljaar deze werkgroep bijeenkomt. Gemiddeld aantal bijeenkomsten per jaar
Totaal
7,1
Gymnasium
6,2
Havo/Vwo
6,9
Mavo(vmbo-t)/Havo
9,1
Mavo(vmbo-t)
5,1
Vmbo-breed
7,7
Vraag 13: Hoeveel keer per schooljaar komt de taalwerkgroep/commissie (de betrokkenen bij het taalbeleid) gemiddeld bij elkaar voor overleg over taalbeleid?
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
24
Modellen voor taal in het VO
5.3.2
Kennis van taal
Respondenten die niet werkzaam zijn als taalcoördinator hebben we gevraagd of zij vinden dat de taalcoördinator over voldoende inhoudelijke- en didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt. De resultaten zijn weergegeven in de volgende twee grafieken. Een meerderheid van de ondervraagden vindt dat de taalcoördinator over voldoende inhoudelijke (59%) en didactische (54%) kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt. Een relatief groot deel vindt de inhoudelijke dan wel de didactische kennis van de taalcoördinator deel voldoende, deels onvoldoende (respectievelijk 20% en 24%).
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
25
Modellen voor taal in het VO
Vindt u dat de taalcoördinator op uw school/schoollocatie over voldoende inhoudelijke kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt? Totaal
59%
Gymnasium
55%
Havo/Vwo
54%
Vmbo-t (mavo)/Havo
20%
10%
8%
75%
20%
17%
25%
10%
64% 0%
15%
25% 40%
60%
Deels voldoende, deels onvoldoende kennis
15%
36%
21%
Vmbo-Breed
6%
9%
46%
Vmbo-t (mavo)
Ja, voldoende kennis
20%
3% 8%
80%
100%
Nee, onvoldoende kennis
Weet niet
Vraag 14a: Vindt u dat de taalcoördinator op uw school/schoollocatie over voldoende inhoudelijke kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt?
Vindt u dat de taalcoördinator op uw school/schoollocatie over voldoende didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt? Totaal
54%
Gymnasium
55%
Havo/Vwo
25%
Vmbo-Breed 20%
27% 40%
60%
Deels voldoende, deels onvoldoende kennis
17%
25%
20%
60% 0%
10%
8%
65%
15%
36%
24%
42%
Vmbo-t (mavo)
7%
9%
49%
Vmbo-t (mavo)/Havo
Ja, voldoende kennis
24%
80%
15%
6% 7% 100%
Nee, onvoldoende kennis
Weet niet
Vraag 14b: Vindt u dat de taalcoördinator op uw school/schoollocatie over voldoende didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt?
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
26
Modellen voor taal in het VO
De respondenten die zelf werkzaam zijn als taalcoördinator hebben we gevraagd of zij behoefte hebben aan bij- en/of nascholing (inhoudelijk en/of didactisch) op het gebied van taal en taalontwikkeling. De resultaten zijn weergegeven in de volgende twee grafieken. Taalcoördinatoren blijken vooral behoefte te hebben aan bij- en/of nascholing op het gebied van taalontwikkeling die gericht is op didactische kennis (64% heeft hier behoefte aan, waarvan het grootste deel er enigszins behoefte aan heeft). Maar circa de helft van de taalcoördinatoren heeft ook behoefte aan bij- en nascholing op het gebied van taalontwikkeling die gericht is op inhoudelijke kennis (52% heeft hier behoefte aan, waarvan het grootste deel er enigszins behoefte aan heeft).
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
27
Modellen voor taal in het VO
Heeft u behoefte aan bij- en/of nascholing (inhoudelijke kennis) op het gebied van taal en taalontwikkeling?
Totaal
7%
45%
47%
Gymnasium
2%
100%
Havo/Vwo
7%
Vmbo-t (mavo)/Havo
39%
51%
11%
Vmbo-t (mavo)
67%
22%
17%
Vmbo-Breed
83%
7% 0%
51% 20%
Ja, grote behoefte
2%
40% 40%
60%
Ja, enigszins behoefte
2%
80%
100%
Nee, geen behoefte
Weet niet
Vraag 15a: Heeft u behoefte aan bij- en/of nascholing (inhoudelijke kennis) op het gebied van taal en taalontwikkeling?
Heeft u wat behoefte aan bij- en/of nascholing (didactische kennis) op het gebied van taal en taalontwikkeling?
Totaal
9%
55%
34%
Gymnasium
2%
100%
Havo/Vwo
10%
Vmbo-t (mavo)/Havo
11%
Vmbo-t (mavo)
56%
32%
67%
22%
33%
Vmbo-Breed
9% 0%
Ja, grote behoefte
67%
58% 20%
2%
40%
Ja, enigszins behoefte
30% 60%
80%
Nee, geen behoefte
2% 100% Weet niet
Vraag 15b: Heeft u behoefte aan bij- en/of nascholing (didactische kennis) op het gebied van taal en taalontwikkeling?
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
28
Modellen voor taal in het VO
Vervolgens hebben we alle respondenten gevraagd of zij vinden dat de docent(en) die betrokken zijn bij de taalontwikkeling van leerlingen of extra taallessen geven over voldoende inhoudelijke- en didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt(beschikken). De resultaten zijn wederom weergegeven in de volgende twee grafieken. Een minderheid van de ondervraagden vindt dat de docenten over voldoende inhoudelijke (34%) en didactische (29%) kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt. De grootste groep vindt de inhoudelijke dan wel de didactische kennis van de docenten deel voldoende, deels onvoldoende (respectievelijk 49% en 54%).
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
29
Modellen voor taal in het VO
Vindt u dat de docent(en) betrokken bij de taalontwikkeling van leerlingen of extra taallessen gevend, over voldoende inhoudelijke kennis beschikt (beschikken)?
Totaal
34%
Gymnasium
49%
31%
Havo/Vwo
35%
Vmbo-t (mavo)/Havo
36%
Vmbo-t (mavo)
54%
36%
20%
12%
6% 12% 4%
57% 40%
7%
21% 42%
32% 0%
15%
46%
42%
Vmbo-Breed
12% 5%
60%
10%1% 80%
100%
Ja, merendeel heeft voldoende kennis
Deels voldoende, deels onvoldoende kennis
Nee, het merendeel heeft onvoldoende kennis
Weet niet
Vraag 16a: En vindt u dat de docent(en) die op uw school/schoollocatie betrokken zijn bij de taalontwikkeling van leerlingen of extra taallessen geven over voldoende inhoudelijke kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt(beschikken)?
Vindt u dat de docent(en) betrokken zijn bij de taalontwikkeling van leerlingen of extra taallessen gevend, over voldoende didactische kennis beschikt (beschikken)?
Totaal
29%
Gymnasium
54%
15%
69%
Havo/Vwo
29%
Vmbo-t (mavo)/Havo
30%
Vmbo-t (mavo)
42%
20%
10% 21%
46%
30% 0%
15%
54%
35%
Vmbo-Breed
12% 5%
40%
60%
6%
15%
56%
7%
4%
13% 1% 80%
100%
Ja, merendeel heeft voldoende kennis
Deels voldoende, deels onvoldoende kennis
Nee, het merendeel heeft onvoldoende kennis
Weet niet
Vraag 16b: En vindt u dat de docent(en) die op uw school/schoollocatie betrokken zijn bij de taalontwikkeling van leerlingen of extra taallessen geven over voldoende didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt(beschikken)?
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
30
Modellen voor taal in het VO
Samenvattend:
Vindt u dat de docenten/de taalcoördinator op uw school/schoollocatie over voldoende inhoudelijke- en didactische kennis op het gebied van taal en taalontwikkeling beschikken? Docenten: didactische kennis
29%
Docenten: inhoudelijke kennis
54%
34%
Taalcoördinatoren: didactische kennis
12% 5%
49%
54%
Taalcoördinatoren: inhoudelijke kennis
24%
59% 0%
20%
Ja, (merendeel) voldoende kennis Nee, onvoldoende kennis
12% 5%
20% 40%
60%
7% 15% 6% 15% 80%
100%
Deels voldoende, deels onvoldoende kennis Weet niet
Vragen 14 en 16 samengevat.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
31
Modellen voor taal in het VO
5.3.3
Registratie van leerlingenresultaten
Worden op uw school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch gevolgd? Zo ja, welk systeem wordt hiervoor gebruikt? 49% 8%
Ja, de school gebruikt hiervoor het Cito volgsysteem/VAS
38% 39% 65% 63% 24% 38% 26% 30% 19% 19%
Ja, de school gebruikt hiervoor Diataal
19% 15% 14% 12% 23% 25%
Ja, de school gebruikt hiervoor een ander toetssysteem
Totaal Gymnasium Havo/Vwo Vmbo-t (mavo)/Havo
22% 46%
Nee, de resultaten worden (nog) niet systematisch gevolgd
Vmbo-t (mavo)
31% 24%
Vmbo-Breed
15% 12% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Vraag 17: Worden op uw school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch gevolgd? Zo ja, welk systeem wordt hiervoor door de school/schoollocatie gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk
Een ruime meerderheid van de ondervraagden (78%) geeft aan dat op hun school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch gevolgd worden. Het meest gebruikte systeem hiervoor is het Cito volgsysteem/VAS (49%), op ruime afstand gevolgd door Diataal (24%). Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) en respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat hun school het Cito volgsysteem/VAS gebruikt voor het systematisch volgen van de leerlingenresultaten van het taalonderwijs.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
32
Modellen voor taal in het VO
In de antwoordcategorie ‘ja, de school gebruikt hiervoor een ander toetssysteem’ komen de volgende antwoorden het meest voor: -
TOA (van Bureau ICE);
-
Muiswerk;
-
Score;
-
Zelfgemaakt toetsen/eigen systeem.
Voor een compleet overzicht van de genoemde antwoorden verwijzen we naar de bijlage van dit rapport.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
33
Modellen voor taal in het VO
Worden op uw school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch geregistreerd? Zo ja, welk systeem wordt hiervoor gebruikt? 74% 86% 77% 76% 82%
Ja, de school gebruikt hiervoor een leerlingvolgsysteem 68%
12% 14% 6%
Ja, de school gebruikt hiervoor een ander systeem
12% 9% 17% Totaal Gymnasium
14%
Havo/Vwo
17% 12% 9% 14%
Nee, de resultaten worden niet systematisch geregistreerd
0%
20%
Vmbo-t (mavo)/Havo Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed
40%
60%
80%
100%
Vraag 18: Worden op uw school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch geregistreerd? Zo ja, welk systeem wordt hiervoor door de school/schoollocatie gebruikt?
Een ruime meerderheid van de ondervraagden (86%) geeft aan dat op hun school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch geregistreerd worden. Verreweg het meest gebruikte systeem hiervoor is een leerlingvolgsysteem (74%). In de antwoordcategorie ‘ja, de school gebruikt hiervoor een ander systeem’ komt het antwoord ‘eigen systeem (bijvoorbeeld in Excel)’ het meest voor. Voor een volledig overzicht van de genoemde antwoorden verwijzen we naar de bijlage.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
34
Modellen voor taal in het VO
Waarvoor worden de systematisch geregistreerde leerlingenresultaten van het taalonderwijs gebruikt? Meer antwoorden mogelijk 80% 71% 78% 72% 82% 83%
Terugkoppeling van de resultaten naar de leerlingen
77% 71% 71% 76% 82% 81%
Terugkoppeling naar docenten
57%
Terugkoppeling van de resultaten naar de ouders
61%
43%
58% 48% 55%
Bijstellen schoolbeleid op taal
Meewegen in de overgangsregeling (bijvoorbeeld van de tweede naar de derde klas)
14%
15% 17% 12% 9% 13%
Anders
0%
20%
76% 74% 76% 77% 78%
69%
35% Totaal
35% 40% 36% 35%
Gymnasium Havo/Vwo Vmbo-t (mavo)/Havo
29%
Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed
40%
60%
80%
100%
Vraag 19: Waarvoor worden de leerlingenresultaten van het taalonderwijs gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk
De systematisch geregistreerde leerlingenresultaten van het taalonderwijs worden met name gebruikt voor terugkoppeling van de resultaten. De resultaten worden teruggekoppeld naar: -
de leerlingen (80%);
-
docenten (77%);
-
de ouders (76%).
Het meest gegeven antwoord in de antwoordcategorie ‘anders’ is dat de resultaten worden gebruikt om te signaleren welke leerlingen ‘uitvallen’/te selecteren welke leerlingen in aanmerking komen voor extra ondersteuning (bijvoorbeeld in de vorm van bijles, rt, steunlessen, maatwerkuren en extra begeleiding). Voor een volledig overzicht van de gegeven antwoorden verwijzen we naar de bijlage van dit rapport.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
35
Modellen voor taal in het VO
Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/Havo geven minder vaak aan dat de systematisch geregistreerde leerlingenresultaten van het taalonderwijs worden gebruikt voor het bijstellen van het schoolbeleid op taal.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
36
Modellen voor taal in het VO
5.4
De praktische uitvoering van het taalbeleid
Vervolgens hebben we de respondenten gevraagd voor hoeveel klokuren (op jaarbasis) de taalcoördinator is benoemd. Zowel de taalcoördinatoren zelf als de overige respondenten geven aan dat de taalcoördinator voor gemiddeld 79 klokuren (op jaarbasis) is benoemd. Alle respondenten
Respondenten exclusief docenten Nederlands2
Gemiddeld aantal
Gemiddeld aantal
Gemiddeld aantal
Gemiddeld aantal
klokuren (op
klokuren (op
klokuren (op
klokuren (op
jaarbasis) –
jaarbasis) –
jaarbasis) –
jaarbasis) –
Taalcoördinatoren
Overige
Taalcoördinatoren
functionarissen Totaal
Overige functionarissen
79 (n=83)
79 (n=111)
74 (n=20)
79 (n=73)
Gymnasium
46
78
80
85
Havo/Vwo
77
90
86
85
Mavo(vmbo-t)/Havo
55
66
70
68
Mavo(vmbo-t)
81
108
28
128
Vmbo-breed
87
70
77
71
Vraag 20 en 21: Voor hoeveel klokuren (op jaarbasis) is de taalcoördinator benoemd? Indien u niet exact het aantal klokuren weet, geeft u dan a.u.b. een zo nauwkeurig mogelijke schatting van het aantal klokuren
2
Daar een relatief grote groep respondenten de vraag naar het aantal klokuren niet heeft beantwoord is het gemiddelde
gebaseerd op een beperkt aantal respondenten. De gemiddelden dienen daarom met terughoudendheid te worden geïnterpreteerd.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
37
Modellen voor taal in het VO
Vervolgens hebben we de respondenten gevraagd hoeveel klokuren gemiddeld per week daadwerkelijk door de taalcoördinator worden besteed aan het coördineren van het taalonderwijs. De taalcoördinatoren zelf geven aan dat zij gemiddeld 13 klokuren per week aan het coördineren van het taalonderwijs besteden; volgens de overige respondenten is dit gemiddeld 16 klokuren per week. Alle respondenten
Respondenten exclusief docenten Nederlands3
Totaal
Gemiddeld aantal
Gemiddeld aantal
Gemiddeld aantal
klokuren (per
klokuren (per
klokuren (per
Gemiddeld aantal klokuren (per
week) –
week) – Overige
week) -
week) – Overige
Taalcoördinatoren
functionarissen
Taalcoördinatoren
functionarissen
13 (n=75)
16 (n=95)
14 (n=18)
18 (n=64)
Gymnasium
2
5
3
6
Havo/Vwo
17
20
27
24
Mavo(vmbo-t)/Havo
16
9
4
8
Mavo(vmbo-t)
2
33
2
52
Vmbo-breed
11
11
9
13
Vraag 22 en 23: Hoeveel klokuren worden er door de taalcoördinator gemiddeld per week daadwerkelijk besteed aan het coördineren van het taalonderwijs? Indien u niet exact het aantal klokuren weet, geeft u dan a.u.b. een zo nauwkeurig mogelijke schatting van het aantal klokuren.
3
Daar een relatief grote groep respondenten de vraag naar het aantal klokuren niet heeft beantwoord is het gemiddelde
gebaseerd op een beperkt aantal respondenten. De gemiddelden dienen daarom met terughoudendheid te worden geïnterpreteerd.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
38
Modellen voor taal in het VO
De respondenten die eerder hebben aangegeven dat op hun school/schoollocatie een taalcoördinator betrokken is bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs, hebben we vervolgens gevraagd welke werkzaamheden op hun school/schoollocatie behoren tot het takenpakket van de taalcoördinator.
Welke werkzaamheden behoren op uw school/schoollocatie tot het takenpakket van de taalcoördinator? Meer antwoorden mogelijk Communicatie met de directie over taal
79%
90% 100% 92% 87% 90%
Bijhouden van de ontwikkelingen op taalgebied
82% 80% 84% 87% 82%
Communicatie over taal met de overige medewerkers van de school
76% 88% 73% 74% 80% 77% 64% 60%
Het zelf geven van lessen Nederlands
71% 75% 79% 78%
58%
25%
Regelen van de beschikbaarheid van leermiddelen voor taal
43%
74% 80% 68%
55% 75% 49% 68% 60% 56%
Organiseren van de activiteiten van de taalwerkgroep
53%
Regelen van de beschikbaarheid van toetsen voor taal
41%
Totaal Gymnasium Havo/Vwo Vmbo-t (mavo)/Havo Vmbo-t (mavo)
63% 63% 60% 58%
45%
Het bijhouden van de vorderingen van leerlingen
100%
Vmbo-Breed
51% 50% 53%
68% 67%
50% 63% 48% 53% 53% 50%
Organiseren van de scholing/professionalisering van docenten Andere werkzaamheden 7%
17% 18% 16% 17%
38%
3% 6% 7%
Weet niet
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Vraag 24: Welke werkzaamheden behoren op uw school/schoollocatie tot het takenpakket van de taalcoördinator? Meer antwoorden mogelijk
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
39
Modellen voor taal in het VO
Voor alle bovengenoemde werkzaamheden geldt dat minimaal de helft van de respondenten aangeeft dat deze tot het takenpakket van de taalcoördinator behoren. Verreweg de meest genoemde werkzaamheden zijn: -
Communicatie met de directie over taal (90%);
-
Bijhouden van de ontwikkelingen op taalgebied (82%);
-
Communicatie over taal met de overige medewerkers van de school (76%);
-
Het zelf geven van lessen Nederlands (71%).
In de antwoordcategorie ‘andere werkzaamheden’ komen de volgende antwoorden relatief vaak voor: -
Het opstellen/opzetten van taalbeleid of van een taalbeleidsplan;
-
Overleg voeren met betrokkenen;
-
Bijeenkomsten/informatieavonden organiseren;
-
Betrokkenen informeren.
In de bijlage staat een compleet overzicht van de genoemde antwoorden. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/Havo geven minder vaak aan dat ‘Communicatie met de directie over taal’ behoort tot het takenpakket van de taalcoördinator en geven vaker aan dat ‘Organiseren van de activiteiten van de taalwerkgroep’ en ‘Het bijhouden van de vorderingen van de leerlingen’ tot het takenpakket behoren.
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven minder vaak aan dat ‘Het zelf geven van lessen Nederlands’ behoort tot het takenpakket van de taalcoördinator en geven vaker aan dat ‘Regelen van de beschikbaarheid van leermiddelen voor taal’ en ‘Het bijhouden van de vorderingen van de leerlingen’ tot het takenpakket behoren.
−
Respondenten werkzaam op Havo/Vwo geven minder vaak aan dat ‘Regelen van de beschikbaarheid van leermiddelen voor taal’ behoort tot het takenpakket van de taalcoördinator.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
40
Modellen voor taal in het VO
Ook met betrekking tot de werkzaamheden behorend tot het takenpakket van de taalcoördinator hebben we een vergelijking gemaakt tussen de totale groep respondenten en de groep respondenten exclusief de docenten Nederlands. De resultaten zijn weergegeven in de volgende grafiek.
Welke werkzaamheden behoren op uw school/schoollocatie tot het takenpakket van de taalcoördinator? Meer antwoorden mogelijk 90%
Communicatie met de directie over taal
92%
Bijhouden van de ontwikkelingen op taalgebied
82% 86%
Communicatie over taal met de overige medewerkers van de school
76% 80%
71%
Het zelf geven van lessen Nederlands
69%
Regelen van de beschikbaarheid van leermiddelen voor taal
58% 58%
Organiseren van de activiteiten van de taalwerkgroep
Totale groep respondenten
55% 66%
Regelen van de beschikbaarheid van toetsen voor taal
49%
Het bijhouden van de vorderingen van leerlingen
48%
Respondenten exlusief docenten Nederlands
53%
51%
Organiseren van de scholing/professionalisering van docenten
50% 46%
17%
Andere werkzaamheden
21%
3%
Weet niet
0%
20%
40%
60%
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
80%
100%
41
Modellen voor taal in het VO
5.5
Invulling van taallessen in het rooster
Zijn er op uw school/schoollocatie voor leerlingen aparte taallessen in de lessentabel opgenomen? Totaal
15%
Gymnasium Havo/Vwo
24%
46% 8%
Vmbo-t (mavo)/Havo Vmbo-t (mavo)
22%
8%
Vmbo-Breed
44% 15%
27%
42%
23% 16%
20%
46%
24% 24%
25% 0%
8%
25% 18%
39%
42% 28%
40%
60%
31% 80%
Ja, voor alle leerlingen
Ja, alleen voor taalzwakke leerlingen
Ja, alleen voor leerlingen in een bepaald jaar/bepaalde jaren
Nee
100%
Vraag 25: Zijn er op uw school/schoollocatie voor leerlingen aparte taallessen in de lessentabel opgenomen?
Een meerderheid van de ondervraagden (61%) laat weten dat er op hun school/schoollocatie aparte taallessen voor leerlingen zijn opgenomen in de lessentabel. In de meeste gevallen zijn deze lessen niet voor alle leerlingen opgenomen, maar voor een deel van de leerlingen: -
Voor leerlingen in een bepaald jaar/bepaalde jaren (24%);
-
Voor taalzwakke leerlingen (22%).
Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/Havo geven minder vaak aan dat op hun school aparte taallessen in de lessentabel zijn opgenomen alleen voor leerlinge in een bepaald jaar/bepaalde jaren.
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat op hun school aparte taallessen in de lessentabel zijn opgenomen voor alle leerlingen.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
42
Modellen voor taal in het VO
De respondenten die hebben aangegeven dat hun school/schoollocatie aparte taallessen voor alle leerlingen in de lessentabel heeft opgenomen, hebben we vervolgens gevraagd aan te geven hoeveel uur per jaar is opgenomen voor aparte taallessen4.
Leerjaar 1
Leerjaar 2
Leerjaar 3
Leerjaar 4
Leerjaar 5
Leerjaar 6
(gemiddeld
(gemiddeld
(gemiddeld
(gemiddeld
(gemiddeld
(gemiddeld
aantal uren)
aantal uren)
aantal uren)
aantal uren)
aantal uren)
aantal uren)
Lwoo
9,8 (n=50)
11,0 (n=46)
10,7 (n=35)
9,7 (n=27)
---
---
Basis
9,9 (n=49)
11,3 (n=48)
12,6 (n=31)
10,8 (n=24)
---
---
Kader
9,7 (n=50)
10,9 (n=46)
11,4 (n=31)
10,8 (n=24)
---
---
Gemengd
9,8 (n=33)
11,4 (n=30)
9,8 (n=21)
7,9 (n=15)
---
---
Theoretisch
6,5 (n=35)
8,3 (n=34)
5,5 (n=20)
4,6 (n=14)
---
---
Mavo(Vmbo-t)
11,1 (n=7)
10,1 (n=7)
2,5 (n=4)
2,5 (n=4)
---
---
Mavo
20,1 (n=10)
17,9 (n=9)
12,0 (n=5)
4,0 (n=5)
---
---
Havo
20,1 (n=8)
17,8 (n=8)
8,0 (n=5)
8,0 (n=5)
1,3 (n=4)
---
Havo
8,5 (n=35)
4,6 (n=26)
5,1 (n=20)
2,3 (n=23)
3,3 (n=12)
---
Vwo
8,3 (n=33)
4,3 (n=26)
5,6 (n=18)
1,3 (n=19)
2,4 (n=8)
0,8 (n=4)
1,0
---
---
---
---
---
Vmbo breed:
Mavo/Havo:
Havo/Vwo:
Gymnasium (n=1)
Vraag 27a: Hoeveel uur is er per jaar voor de onderstaande leerwegen en leerjaren in de lessentabel opgenomen voor aparte taallessen? Meer antwoorden mogelijk. Indien u niet exact het aantal uren voor aparte taallessen weet, geeft u dan a.u.b. een zo nauwkeurige mogelijke schatting van het aantal uren.
4
Het gemiddeld aantal uren dat in de lessentabel is opgenomen voor aparte taallessen voor alle leerlingen is gebaseerd
op een beperkt aantal respondenten. De gemiddelden dienen daarom met terughoudendheid te worden geïnterpreteerd.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
43
Modellen voor taal in het VO
Ook de respondenten die hebben aangegeven dat hun school/schoollocatie aparte taallessen voor taalzwakke leerlingen in de lessentabel heeft opgenomen, hebben we gevraagd aan te geven hoeveel uur per jaar is opgenomen voor aparte taallessen5.
Leerjaar 1
Leerjaar 2
Leerjaar 3
Leerjaar 4
Leerjaar 5
Leerjaar 6
(gemiddeld
(gemiddeld
(gemiddeld
(gemiddeld
(gemiddeld
(gemiddeld
aantal uren)
aantal uren)
aantal uren)
aantal uren)
aantal uren)
aantal uren)
Lwoo
4,4 (n=12)
5,3 (n=9)
1,0 (n=6)
0,8 (n=5)
---
---
Basis
4,6 (n=11)
5,8 (n=8)
0,8 (n=6)
0,6 (n=5)
---
---
Kader
7,6 (n=12)
9,6 (n=9)
0,8 (n=6)
0,5 (n=4)
---
---
Gemengd
4,9 (n=10)
5,2 (n=9)
0,9 (n=7)
0,6 (n=5)
---
---
Theoretisch
7,1 (n=13)
7,3 (n=12)
4,4 (n=11)
3,3 (n=9)
---
---
Mavo(Vmbo-t)
1,0 (n=3)
1,0 (n=2)
1,0 (n=3)
0,5 (n=2)
---
---
Mavo
22,4 (n=5)
20,3 (n=4)
0,5 (n=2)
0,5 (n=2)
---
---
Havo
30,0 (n=3)
30,0 (n=2)
Havo
11,4 (n=32)
9,8 (n=25)
9,0 (n=18)
11,1 (n=16)
5,3 (n=12)
---
Vwo
10,2 (n=27)
9,5 (n=20)
8,5 (n=15)
5,1 (n=10)
4,7 (n=11)
2,3 (n=10)
9,0 (n=5)
8,8 (n=5)
0,3 (n=3)
0 (n=2)
5,0 (n=1)
Vmbo breed:
Mavo/Havo: ---
Havo/Vwo:
Gymnasium (n=1)
Vraag 27b: Hoeveel uur is er per jaar voor de onderstaande leerwegen en leerjaren in de lessentabel opgenomen voor aparte taallessen die deze leerlingen krijgen? Meer antwoorden mogelijk. Indien u niet exact het aantal uren voor aparte taallessen weet, geeft u dan a.u.b. een zo nauwkeurige mogelijke schatting van het aantal uren.
5
Het gemiddeld aantal uren dat in de lessentabel is opgenomen voor aparte taallessen voor taalzwakke leerlingen is
gebaseerd op een beperkt aantal respondenten. De gemiddelden dienen daarom met terughoudendheid te worden geïnterpreteerd.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
44
Modellen voor taal in het VO
Hoe worden de uren die voor aparte taallessen in de lessentabel zijn opgenomen, verdeeld over het jaar? 50% Een vast uur voor aparte taallessen over het hele schooljaar
45% 53%
20%
71%
57%
20% 21%
Een vast uur over het hele schooljaar, afwisselend voor rekenen en taal
11% 17%
47%
8% 14% 12%
Uren verdeeld in blokken over een vaste periode
Totaal Gymnasium
8%
Havo/Vwo Vmbo-t (mavo)/Havo
Om de week een uur
Vmbo-t (mavo)
1%
Vmbo-Breed
16% 14% 15% 21% 27% 15%
Een andere verdeling
5% 7%
Weet niet
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Vraag 26: Hoe worden de uren die voor aparte taallessen in de lessentabel zijn opgenomen, verdeeld over het jaar?
De helft van de respondenten die op school aparte taallessen hebben voor (een deel van de) leerlingen, geeft aan dat voor deze taallessen een vast uur beschikbaar is, verdeeld over het hele schooljaar. Eén vijfde van hen laat weten dat er een vast uur over het hele schooljaar is, maar dan afwisselend voor rekenen en taal. In de antwoordcategorie ‘een andere verdeling’ komen de volgende antwoorden relatief vaak voor: -
1 uur per week gedurende een beperkte periode (niet het hele schooljaar, maar bijvoorbeeld een blok of een periode);
-
Dat gaat via steunlessen/ondersteuningslessen;
-
Dat verschilt per studiejaar/niveau.
In de bijlage staat een volledig overzicht van de gegeven antwoorden.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
45
Modellen voor taal in het VO
Wat is het doel/zijn de doelen van de aparte taallessen? Meer antwoorden mogelijk 77% 86% 71% 84% 80% 80%
Remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied: Lezen
66% 71% 55% 63% 53% 78%
Het oefenen van kennis en vaardigheden
62% 64% 68% 60% 60%
43%
Remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied: Spelling
54%
Remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied: Woordenschat
42% 60% 60%
71% 68%
48% 49% 42% 40% 46%
Remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied: Grammatica 29%
Het leren gebruiken en toepassen van kennis en vaardigheden
46% 38% 42%
86%
53% 53%
35% 29% 31% 37% 40% 38%
Remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied: Schrijven 17%
Remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied: Spreekvaardigheid
Totaal
8% 20%
37% 33%
Gymnasium Havo/Vwo
15% 14% 13% 16% 7% 18%
Voorbereiding op de taaltoets
Vmbo-t (mavo)/Havo Vmbo-t (mavo)
6% 5%
Dat verschilt per afdeling (bijvoorbeeld in vmbo anders dan in havo/vwo)
Vmbo-Breed 27%
5% 6% 7%
Een ander doel
7%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Vraag 28: Wat is het doel/zijn de doelen van de aparte taallessen? Meer antwoorden mogelijk
Verreweg het belangrijkste doel van de aparte taallessen is het remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied van lezen (77%), gevolgd door het oefenen van kennis en vaardigheden (66%) en het remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied van spelling (62%).
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
46
Modellen voor taal in het VO
Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven minder vaak aan dat ‘Het oefenen van kennis en vaardigheden’ het doel is van de aparte taallessen en geven vaker aan dat ‘Remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied: Spreekvaardigheid’ het doel is van de aparte taallessen.
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/Havo geven vaker aan dat ‘Remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied: Woordenschat’ het doel is van de aparte taallessen.
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat ‘Het oefenen van kennis en
−
Respondenten werkzaam op Havo/Vwo geven minder vaak aan dat ‘Het oefenen van kennis
vaardigheden’ het doel is van de aparte taallessen. en vaardigheden’ en ‘Remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied: Woordenschat’ het doel is van de aparte taallessen.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
47
Modellen voor taal in het VO
Respondenten die werkzaam zijn op scholen die geen aparte taallessen organiseren, hebben we gevraagd of zij in andere vakken expliciet aandacht besteden aan taal. Het merendeel geeft aan dit niet te doen (69%), maar ruim de helft is wel bezig om dat te gaan doen.
Wordt er in andere vakken expliciet aandacht besteed aan taal? Totaal
25%
Gymnasium
55% 38%
Havo/Vwo
38%
25%
Vmbo-t (mavo)/Havo
49%
27%
Vmbo-t (mavo)
0%
19%
40%
60%
6%
8% 4%
60% 20%
7%
12%
69%
25%
6%
23%
55%
19%
Vmbo-Breed
14%
10% 6% 80%
100%
Ja
Nee, maar we zijn wel bezig om dat te gaan doen
Nee, en we zijn ook niet bezig om dat te gaan doen
Weet niet
Vraag 29: Wordt er in andere vakken expliciet aandacht besteed aan taal?
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
48
Modellen voor taal in het VO
Alle respondenten hebben we vervolgens gevraagd of er, naast de taal- en vaklessen, nog op andere manieren aandacht wordt besteed aan taal. Tweederde van de ondervraagden geeft aan dat dit het geval is. In de meeste gevallen gaat het om bijlessen (64%) en schrijvers op school (50%). De antwoordcategorie ‘anders’ is relatief groot (43%). De volgende antwoorden worden relatief vaak genoemd: -
Wedstrijden (debatteren, dictee, gedichten/poëzie, voorlezen, etc.);
-
Poëzieproject/workshop/dag
-
Debatteren;
-
Schooldictee/(groot) dictee;
-
Gedichtendag;
-
De Jonge Jury;
-
Taaldorp/taaldag/taalolympiade;
-
Lezen op school.
Voor een compleet overzicht van de genoemde andere manieren verwijzen we naar de bijlage van dit rapport.
Wordt er, naast de taal- en vaklessen, nog op andere manieren aandacht aan taal besteed, bijvoorbeeld in de vorm van bijlessen, online taalonderwijs, taalkr8-dagen, voorleeswedstrijd, schrijvers op school etc.? Totaal
29%
Gymnasium
68%
15%
Havo/Vwo
77%
18%
Vmbo-t (mavo)
6% 73%
36% 0%
2%
76%
27%
Vmbo-Breed
8% 71%
27%
Vmbo-t (mavo)/Havo
3%
61%
20%
40% Nee
60% Ja
3% 80%
100%
Weet niet
Vraag 30a: Wordt er - naast de taal- en vaklessen en de eventuele extra taallessen - nog op andere manieren aandacht aan taal besteed, bijvoorbeeld in de vorm van bijlessen, online taalonderwijs, taalkr8-dagen, voorleeswedstrijd, schrijvers op school etc.?
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
49
Modellen voor taal in het VO
Op welke andere manieren wordt er nog meer aandacht aan taal besteed? 64% 60% 62% 71% 74% 64%
Bijlessen
50% 57% 46% 53% 41%
Schrijvers op school
19%
30% 21% 25% 26% 12%
Voorleeswedstrijd
Totaal Gymnasium Havo/Vwo
16%
Vmbo-t (mavo)/Havo
12%
Online taalonderwijs
25% 32% 18%
Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed
7% 3% 4% 11% 13%
Taalkr8-dagen
43% 42% 42% 37% 44%
Anders
0%
20%
40%
60%
60%
80%
100%
Vraag 30b: Op welke manieren wordt er nog meer aandacht besteed aan taal? Meerdere antwoorden mogelijk.
Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven vaker aan dat (nog) meer aandacht aan taal wordt besteed door het geven van bijlessen en het aanbieden van online taalonderwijs.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
50
Modellen voor taal in het VO
Zijn er op uw school/schoollocatie afspraken gemaakt over de volgende onderwerpen? Luisteren
6%
Presenteren
13%
Schrijven (bij werkstukken bijv.)
14%
Formuleren bij toetsen
31%
0%
16%
33% 41% 26% 40%
1%
20% 29%
37% 20%
14% 2%
31%
34%
12%
7%
28%
38%
14%
Leesdidactiek
35%
42%
11%
Taalverzorging (spelling)
21%
60%
2%
15% 19% 80%
6% 100%
Ja, schoolbrede afspraken waar iedereen zich aan houdt
Nee, niet schoolbreed maar wel teambreed of afdelingsbreed
Nee, maar we zijn wel bezig daar afspraken ver te maken
Nee, en we zijn ook niet bezig daar afspraken over te maken
Weet niet
Vraag 31: Zijn er op uw school/schoollocatie afspraken gemaakt over de volgende onderwerpen?
Op een minderheid van de scholen zijn schoolbrede afspraken gemaakt over bovengenoemde onderwerpen op het gebied van taal waar iedereen zich aan houdt. Veel scholen – maar geen meerderheid – hebben op dit gebied wel teambrede, afdelingsbrede of sectiebrede afspraken. Eén vijfde tot een kwart van de scholen geeft aan bezig te zijn met het maken van afspraken hierover. Op het gebied van luisteren zijn en worden de minste afspraken gemaakt. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/Havo geven vaker aan dat hun school schoolbrede afspraken heeft gemaakt over het formuleren bij toetsen.
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven vaker aan dat hun school geen afspraken heeft gemaakt over het formuleren bij toetsen maar hier wel mee bezig is.
−
Respondenten werkzaam op Havo/Vwo geven vaker aan dat hun school geen schoolbrede maar wel teambreed, afdelingsbreed of sectiebreed afspraken heeft gemaakt over het formuleren bij toetsen.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
51
Modellen voor taal in het VO
5.6
Het gebruik van lesmaterialen bij het taalonderwijs
We hebben de respondenten de volgende vraag voorgelegd “Welke van de onderstaande lesmaterialen worden op uw school/schoollocatie ingezet bij het taalonderwijs (Nederlands, taalbeleid schoolbreed, RT, etc.)?”.
Welke van de onderstaande lesmaterialen worden op uw school/schoollocatie ingezet bij het taalonderwijs? Meer antwoorden mogelijk 69% 74% 77%
Zelf samengesteld materiaal door middel van bijvoorbeeld kopieën, downloads
61% 64%
67% 67% 68% 73% 73% 64%
Methode
62% 67%
52%
Vrij leesboeken
62% 68% 56%
25%
Nieuwsbegrip
46%
61% 58% 68%
54% 51% 52% 54%
Digitale materialen bij de methode 8%
Muiswerk
36% 35%
73%
Totaal
45% 46%
Gymnasium
50%
Havo/Vwo
41% 46% 45% 42% 35%
Oefentoetsen Digitale hulp (bijvoorbeeld Meester Kees, Juf Melis, CambiumNed, etc.)
82%
25%
Vmbo-t (mavo)/Havo Vmbo-t (mavo)
41% 43% 48% 42% 39%
Vmbo-Breed
19% 17% 13% 30% 19% 23%
Extra woordenschatboekjes
8% 11% 3% 12% 5%
Dia Plus
25%
5% 5% 6% 4% 6%
TiO
13% 8% 13% 9% 8% 16%
Ander materiaal 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Vraag 34: Welke van de onderstaande lesmaterialen worden op uw school/schoollocatie ingezet bij het taalonderwijs? Meer antwoorden mogelijk
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
52
Modellen voor taal in het VO
De meest gebruikte lesmaterialen bij het taalonderwijs zijn zelf samengesteld materiaal (69%), een methode (67%) en vrij leesboeken (62%). Andere materialen die op meer dan de helft van de scholen worden ingezet, zijn Nieuwsbegrip (56%) en digitale materialen bij de methode (54%). In de antwoordcategorie ‘ander materiaal’ komen de volgende antwoorden relatief vaak voor: -
Leesboeken;
-
Score (van de basisacademie);
-
Onbekend/weet niet.
Voor een compleet overzicht van de genoemde materialen verwijzen we naar de bijlage van dit rapport. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/Havo geven vaker aan dat hun school vrij leesboeken en extra woordenschatboekjes inzet bij het taalonderwijs.
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven vaker aan dat hun school digitale materialen ij de methode inzet bij het taalonderwijs.
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat hun school nieuwsbegrip inzet bij het taalonderwijs.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
53
Modellen voor taal in het VO
5.7
Niveauverschillen tussen leerlingen
Wordt op uw school/schoollocatie gebruik gemaakt van een speciaal lesprogramma voor leerlingen die 'zwak' zijn in taal? Totaal
50%
Gymnasium
50%
62%
Havo/Vwo
38%
53%
Vmbo-t (mavo)/Havo
47%
48%
52%
Vmbo-t (mavo)
46%
54%
Vmbo-Breed
47%
53%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Nee, geen speciaal programma voor leerlingen die ‘zwak’ zijn
Ja
Vraag 32: Wordt op uw school/schoollocatie gebruik gemaakt van een speciaal lesprogramma voor leerlingen die ‘zwak’ zijn in taal? Zo ja, kunt u kort dit programma omschrijven?
En wordt op uw school/schoollocatie gebruik gemaakt van een speciaal lesprogramma voor leerlingen die ‘sterk’ zijn in taal? Totaal
90%
Gymnasium
10%
77%
Havo/Vwo
23% 91%
9%
Vmbo-t (mavo)/Havo
88%
13%
Vmbo-t (mavo)
88%
12%
Vmbo-Breed
90% 0%
20%
40%
10% 60%
80%
Nee, geen speciaal programma voor leerlingen die ‘sterk’ zij
100% Ja
Vraag 33: En wordt op uw school/schoollocatie gebruik gemaakt van een speciaal lesprogramma voor leerlingen die ‘sterk’ zijn in taal? Zo ja, kunt u kort dit programma omschrijven?
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
54
Modellen voor taal in het VO
De helft van de ondervraagden geeft aan dat op hun school/schoollocatie een apart lesprogramma wordt gebruikt voor leerlingen die zwak zijn in taal. Voor leerlingen die sterk zijn in taal gebruikt 10% een apart lesprogramma. Aan degenen die werkzaam zijn op een school met een apart lesprogramma voor leerlingen die zwak dan wel sterk in taal zijn, is vervolgens gevraagd dit programma te omschrijven. De meest genoemde omschrijvingen voor lesprogramma’s voor leerlingen die zwak zijn in taal, zijn: -
Muiswerk;
-
Nieuwsbegrip;
-
Dia… (plus, taal, etc.);
-
RT/remediërende lessen;
-
Extra lessen/steunlessen/bijlessen;
-
Eigen ontwikkeld materiaal.
De meest genoemde omschrijvingen voor lesprogramma’s voor leerlingen die sterk zijn in taal, zijn: -
Cambridge (Engels);
-
Goethe (Duits);
-
Delf (Frans);
-
Verdiepingsstof/verrijkingsstof;
-
Speciale projecten;
-
Nieuwsbegrip;
-
Muiswerk.
Voor een volledig overzicht verwijzen we naar de bijlage van dit rapport.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
55
Modellen voor taal in het VO
5.8
De kosten van het taalbeleid
We hebben de respondenten gevraagd een indicatie te geven van de kosten (schooljaar 2012-2013) voor alle lesmaterialen tezamen voor het taalonderwijs op hun school/schoollocatie. Het gaat om de optelsom van kosten voor de aanschaf van boeken voor leerlingen, kopieerkosten voor leerlingenmateriaal, licenties voor leerlingen etc. Gemiddeld wordt (dit schooljaar 2012-2013) € 85,-per leerling aan lesmaterialen voor het taalonderwijs uitgegeven.
n= Totaal
Gemiddelde kosten per leerling
209
€ 85
Gymnasium
7
€ 31
Havo/Vwo
86
€ 95
Mavo(vmbo-t)/Havo
16
€ 61
Mavo(vmbo-t)
13
€ 130
Vmbo-breed
87
€ 77
Vraag 35: Kunt u een indicatie geven van de kosten (schooljaar 2012-2013) voor alle lesmaterialen tezamen voor het taalonderwijs op uw school/schoollocatie? Het gaat dus om de optelsom van kosten voor de aanschaf van boeken voor leerlingen, kopieerkosten voor leerlingenmateriaal, licenties voor leerlingen, etc. Wij verzoeken u vriendelijk om de kosten per leerling te noteren, uitgaande van alle leerlingen van de school/schoollocatie.
De vraag naar de kosten voor alle lesmaterialen tezamen voor het taalonderwijs is door circa de helft van de respondenten beantwoord.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
56
Modellen voor taal in het VO
Vervolgens hebben we gevraagd uit welke middelen de kosten voor lesmaterialen voor het taalonderwijs worden betaald. Het blijkt dat deze in de meerderheid van de gevallen uit de reguliere gelden worden betaald (61%). Een relatief groot deel van de respondenten (32%) weet niet uit welke middelen deze kosten worden betaald. In de antwoordcategorie ‘andere middelen’ worden de volgende antwoorden relatief vaak genoemd: -
Ouderbijdrage/bijdrage ouderraad;
-
LWOO-gelden.
Voor een volledig overzicht van de genoemde antwoorden verwijzen we naar de bijlage.
Uit welke middelen worden de kosten voor lesmaterialen voor het taalonderwijs door uw school/schoollocatie betaald? Meer antwoorden mogelijk 61% 58% 47% 58% 66%
Uit de reguliere gelden
8%
Uit de additionele gelden, namelijk prestatiebox/’ Beter Presteren’ (vanaf 2012)
83%
24%
24% 16% 22%
50%
7% Uit de additionele gelden, namelijk samenwerkingsverbanden
Totaal
3%
Gymnasium
19% 10%
Havo/Vwo
4% Uit de additionele gelden, namelijk regionale subsidies
Vmbo-t (mavo)/Havo
2%
Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed
7% 5% 8% 3% 3% 8% 7%
Andere middelen
17%
32% 34%
Weet niet
35% 28% 0%
20%
40%
47%
60%
80%
100%
Vraag 36: Uit welke middelen worden de kosten voor lesmaterialen voor het taalonderwijs door uw school/schoollocatie betaald? Meer antwoorden mogelijk
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
57
Modellen voor taal in het VO
Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) −
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/Havo geven minder vaak aan dat hun school de kosten voor het taalonderwijs betaalt uit de reguliere gelden en geven vaker aan niet te weten uit welke middelen de kosten worden betaald.
−
Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven vaker aan dat hun school de kosten voor het taalonderwijs betaalt uit de additionele gelden (Prestatiebox/’Beter Presteren’ (vanaf 2012) en additionele gelden uit samenwerkingsverbanden.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
58
Modellen voor taal in het VO
5.8.1
Na- en/of bijscholing
We hebben de respondenten gevraagd of op hun school/schoollocatie één of meerdere docenten en/of taalcoördinatoren in het afgelopen schooljaar (2011-2012) bij- en/of nascholing op het gebied van taal hebben gevolgd.
Wel bij- en/of nascholing
Gemiddeld aantal
Gemiddelde kosten per
gevolg in afgelopen
docenten/taalcoördi-
docent/taalcoördinator
schooljaar
natoren dat bij- en/of nascholing heeft gevolgd
Docenten Nederlands
55%
4
€ 400 (n=91)
Vakdocenten
50%
17
€ 501 (n=32)
Taalcoördinator(en)
53%
6
€ 816 (n=71)
Vraag 37: Hebben één of meerdere van onderstaande docenten en/of taalcoördinator(en) van uw school/schoollocatie in het afgelopen schooljaar (2011-2012) bij- en/of nascholing op het gebied van taal gevolgd en zo ja, hoeveel kosten voor de school/schoollocatie zijn daarmee gemoeid? Indien bijv. meerdere vakdocenten extra scholing hebben gevolgd, geeft u dan a.u.b. de gemiddelde kosten per vakdocent aan
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
59
Modellen voor taal in het VO
5.8.2
Inrichting van het taalbeleid
Heeft uw school/schoollocatie, naar aanleiding van de invoering van de wet Referentieniveaus taal en rekenen, extra kosten gemaakt voor de aanschaf van hardware ten behoeve van de inzet van ICT-materialen voor het taalonderwijs? Totaal
21%
59%
Gymnasium
20%
77%
Havo/Vwo
16%
Vmbo-t (mavo)/Havo
66%
27%
Vmbo-t (mavo)
24%
38%
24% 0%
18%
48%
35%
Vmbo-Breed
23%
27%
56% 20% Ja
40% Nee
19% 60%
80%
100%
Weet niet
Vraag 38: Heeft uw school/schoollocatie, naar aanleiding van de invoering van de wet Referentieniveaus taal en rekenen, extra kosten gemaakt voor de aanschaf van hardware ten behoeve van de inzet van ICT-materialen voor het taalonderwijs (bijvoorbeeld voor de aanschaf van PC’s)?
Circa een vijfde van de ondervraagden geeft aan dat hun school/schoollocatie naar aanleiding van de invoering van de wet Referentieniveaus taal en rekenen, extra kosten heeft gemaakt voor de aanschaf van hardware ten behoeve van de inzet van ICT-materialen voor het taalonderwijs.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
60
Modellen voor taal in het VO
Respondenten die hebben aangegeven dat de school/schoollocatie extra kosten heeft gemaakt voor de aanschaf van hardware ten behoeve van de inzet van ICT-materialen voor het taalonderwijs, hebben we gevraagd hoeveel deze kosten het afgelopen schooljaar (2011-2012) hebben bedragen. Daar een relatief kleine groep respondenten deze vraag heeft beantwoord moeten de beschreven gemiddelden met terughoudendheid worden geïnterpreteerd.
Gemiddelde kosten schooljaar 2011-2012 Totaal (n=33)
€ 12.720
Havo/Vwo (n=8)
€ 8.844
Mavo(vmbo-t)/Havo (n=3)
€ 5.667
Mavo(vmbo-t) (n=3)
€ 10.000
Vmbo-breed (n=19)
€ 15.895
Vraag 39: U heeft aangegeven dat uw school/schoollocatie extra kosten heeft gemaakt voor de aanschaf van hardware ten behoeve van de inzet van ICT-materialen voor het taalonderwijs. Wilt u aangeven hoeveel kosten de school/schoollocatie het afgelopen schooljaar (2011-2012) hiervoor heeft gemaakt?
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
61
Modellen voor taal in het VO
5.9
Een vergelijking tussen scholen
We een vergelijking gemaakt tussen scholen op basis van een drietal kenmerken: −
De aanwezigheid van een door docenten breed gedragen visie op taal;
−
De aanwezigheid op de school van een vastgesteld beleidsplan voor taal;
−
De opname van aparte taallessen voor de leerlingen in de lessentabel.
De resultaten van de vergelijking zijn weergegeven in de tabel in bijlage 1.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
62
Modellen voor taal in het VO
5.10
Algemene kenmerken scholen
5.10.1
Algemene kenmerken onderzoeksgroep Modellen voor taal in het VO
Op wat voor school bent u werkzaam? Scholengemeenschap met vmbo (breed)/havo en vwo
32%
Scholengemeenschap met mavo (vmbo-t)/havo en vwo
23%
Zelfstandig vmbo
17%
Scholengemeenschap met havo/vwo
16%
Vmbo dat onderdeel is van een ROC/AOC
7%
Categoraal (zelfstandig) gymnasium of atheneum
4%
Scholengemeenschap met mavo (vmbo-t)/havo
2% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Vraag 3a: Op wat voor school/schoollocatie bent u werkzaam? Indien uw schooltype niet genoemd wordt, kies dan het antwoord dat het meest met uw schooltype overeenkomt.
De meeste ondervraagden zijn werkzaam op een brede scholengemeenschap met vmbo (breed of alleen vmbo-t), havo en vwo.
Modellen voor taal in het VO
Wat is uw functie? Meer antwoorden mogelijk Docent Nederlands
52%
Schoolleider/locatieleider/afdelingsleider/ sectorleider
30%
Taalcoördinator
27%
Sectieleider/sectievoorzitter
18%
Teamleider
14%
Docent ander vak
12%
Docent ‘extra taaluur’
6%
Remedial teacher
5%
Andere functie
10% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Vraag 2: Wat is uw functie? Meer antwoorden mogelijk
Circa de helft van de ondervraagden is docent Nederlands. De meest voorkomende antwoorden in de antwoordcategorie ‘docent ander vak’ zijn: -
Docent Engels;
-
Docent Frans;
-
Docent Duits.
De antwoordcategorie ‘andere functie’ bevat allerlei verschillende functies. De meest voorkomende zijn: -
Een functie op het gebied van dyslexie;
-
Een functie op het gebied van examens;
-
Lid/voorzitter werkgroep taalbeleid/taalbeleidgroep.
Voor een compleet overzicht verwijzen we naar de bijlage van dit rapport.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
64
Modellen voor taal in het VO
Hoeveel leerlingen heeft de school/schoollocatie waar u deze vragenlijst voor invult? 1001 of meer
41%
751 – 1000
15%
501 – 750
18%
201 – 500
21%
0 – 200
5% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Vraag 5: Hoeveel leerlingen heeft de school/schoollocatie waar u deze vragenlijst voor invult?
De grootste groep ondervraagden (maar geen meerderheid, 41%) is werkzaam op een school/schoollocatie met meer dan 1.000 leerlingen.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
65
Modellen voor taal in het VO
5.10.2
Vergelijking onderzoeksgroepen Modellen voor taal in het VO (2013) en Modellen voor rekenen in het VO (2013)
In vergelijking met de deelname van rekencoördinatoren aan het ‘rekenonderzoek’ hebben relatief weinig taalcoördinatoren deelgenomen aan het ‘taalonderzoek’.
Wat is uw functie? Meer antwoorden mogelijk
52%
Docent Nederlands/Wiskunde
55%
32%
Sectieleider/sectievoorzitter/te amleider
24%
30%
Schoolleider/locatieleider/afdel ingsleider/sectorleider
Taal-/Rekencoordinator
27%
Taal (APS, 2013 (n=369))
27%
Rekenen (APS, 2013 (n=303)) 40%
33%
Andere functie
25% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
66
Modellen voor taal in het VO
In vergelijking met het ‘rekenonderzoek’ hebben relatief veel zelfstandige vmbo-scholen deelgenomen aan het ‘taalonderzoek’.
Op wat voor school bent u werkzaam? Scholengemeenschap met vmbo (breed)/havo en vwo
32% 32%
Scholengemeenschap met mavo (vmbo-t)/havo en vwo
23% 25% 17% 12%
Zelfstandig vmbo
Scholengemeenschap havo/vwo
16% 16%
Vmbo dat onderdeel is van een ROC/AOC
Taal (APS, 2013 (n=369)) Rekenen (APS, 2013 (n=303))
7% 7%
Categoraal (zelfstandig) gymnasium
4% 3%
Scholengemeenschap met mavo (vmbo-t)/havo
2% 4% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
67
Modellen voor taal in het VO
Hoeveel leerlingen heeft de school/schoollocatie waar u deze vragenlijst voor invult?
41%
1001 of meer
41%
33%
501 - 1000
30% Taal (APS, 2013 (n=369)) 21%
201 - 500
Rekenen (APS, 2013 (n=303))
25%
5%
0 - 200
4%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
68
Modellen voor taal in het VO
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
69
Modellen voor taal in het VO
BIJLAGE – Antwoorden open vragen
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
70
Modellen voor taal in het VO
Antwoorden open vragen Vraag 2 Wat is uw functie? Docent ander vak, nl… •
Aardrijkskunde
•
Biologie (2x)
•
Ckv
•
Duits (6x)
•
Engels (14x)
•
Engels / Duits
•
Frans (9x)
•
Geschiedenis
•
Levensbeschouwing en maatschappijleer
•
M&M
•
NT2 (2x)
•
Rekenen (2x)
•
Verzorging
•
Wiskunde
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
71
Modellen voor taal in het VO
Vraag 2 Wat is uw functie? Andere functie, nl… •
Afdelingscoördinator
•
Begeleider nieuwe docenten
•
Beleidsmedewerker (3x)
•
Bewaker kwaliteit Nederlands
•
Commissie van Begeleiding, onderwijscoördinator
•
Dyslexiebegeleider
•
Dyslexiecoach
•
Dyslexiespecialist
•
Examencoördinator
•
Examensecretaris (2x)
•
Expertgroep Taalbeleid
•
Hoofd examenbureau
•
Hoofd Onderwijs & Kwaliteit
•
IB-er
•
Intern begeleider op vso zmlk, wij werken met het niveau 'op weg naar 1F’
•
Lid examencommissie
•
Lid van de werkgroep 'Taalbeleid'
•
Lid werkgroep taalbeleid
•
Lid werkgroep taalbeleid en docent ne
•
OBIT-coach
•
Onderwijscoördinator bovenbouw h/v
•
Ontwikkeldocent
•
Opleider
•
Orthopedagoog
•
Studiecoördinator vwo 4, 5 en 6
•
Taalbeleidgroep
•
Taalcoach
•
Teamcoördinator
•
Voorzitter werkgroep taal
•
Voorzitter commissie Taalbeleid
•
Werkgroep Taalbeleid
•
Zorgcoördinator (2x)
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
72
Modellen voor taal in het VO
Vraag 6 Waarom zijn niet alle docenten geïnformeerd over het bestaan en/of de inhoud van de referentieniveaus? Wat maakt het lastig om alle docenten te informeren? •
Aantal docenten geeft geen les in onderbouw, weet wel van bovenbouw eisen. En vice versa. Referentieniveaus aanduiding loopt niet parallel met die van onze int. Afdeling. Verwarring! IB A1 is hoog, ERK laag.
•
Aantal docenten heeft er niet vee mee te maken denk ik en info vanuit de leiding is summier.
•
Aanwezigheid op het moment dat informatie wordt gegeven (veel parttime docenten). Interesse in het onderwerp is niet optimaal.
•
Aanwezigheid van parttime docenten, zieke of afwezige docenten
•
Alle docenten behoren geïnformeerd te zijn, maar niet alle docenten zijn altijd aanwezig bij de informatieverstrekking.
•
Alle docenten van de exacte vakken zijn bekend met het referentiekader rekenen. All docenten Nederlands zijn bekend met het referentiekader Nederlands. De andere docenten voelen zich niet erg betrokken bij de referentiekaders
•
Alle docenten weten van de referentieniveaus, maar het is de vraag of alle docenten zich er in verdiept hebben.
•
Alle docenten worden wel geïnformeerd over het bestaan van de referentieniveaus, maar met de exacte inhoud houdt niet iedereen zich bezig. Een docent techniek heeft op dit moment bv. Zijn handen vol aan een teamscholing pleinmanagement. Op onderdelen krijgen ze wel de opdracht om mee te werken, bv. het hanteren van een leesstrategie.
•
Alle docenten zijn geïnformeerd, de vraag is of de inhoud ook bij alle docenten bekend is. Dat is (nog) niet het geval, voor enkele docenten is de inhoud te abstract.
•
Alle docenten zijn geïnformeerd, echter in de praktijk wordt er slechts in beperkte mate invulling gegeven op klassenniveau aan de ref.niveau's.
•
Alle docenten zijn geïnformeerd, maar een aantal docenten pakt het niet op.
•
Alle docenten zijn geïnformeerd, maar niet alle docenten (h)erkennen het belang voor het eigen vakgebied
•
Alle docenten zijn wel geïnformeerd maar niet iedereen volgt de urgentie. Alle taal- en rekendocenten zijn er wel mee bezig.
•
Alle talendocenten zijn volledig op de hoogte, de collega's van 'humanities' zijn ook op de hoogte. Docenten in de crea-hoek en lo-hoek zijn niet volledig op de hoogte.
•
Alleen de talensecties zijn geïnformeerd.
•
Betrokkenheid en voor de niet-talen docenten affiniteit
•
Betrokkenheid is niet voor alle collega's even groot. Relevantie ontbreekt in de ogen van collega's van andere vakken. Een ieder is geïnformeerd over het bestaan, de inhoud is grotendeels voor kennisgeving aangenomen.
•
Bijvoorbeeld een docent expressie heeft minder affiniteit met het onderwerp.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
73
Modellen voor taal in het VO
•
Binnen de (zes) verschillende teams op onze school (en iedere docent zit in één team) is er gesproken over het bestaan van de referentiekaders. De inhoud ervan is bekend bij teamleiders, docenten wiskunde (en andere B-vakken) en economie (rekenen) en bij de docenten Nederlands (taal). Ik neem aan dat onze schoolleiding kennis van de inhoud niet van direct belang vond voor de andere vakdocenten.
•
Collega's van andere vakken zijn niet altijd geïnteresseerd.
•
Communicatie naar alle OP-ers schiet tekort.
•
Complexiteit van de inhoud en tijdgebrek
•
Dat is niet lastig, maar is een onderwerp wat nog op de agenda moet komen. Nu zijn in ieder geval de desbetreffende vakken op de hoogte en de mentoren in de onderbouw.
•
Dat wij geen onderwijskundige studiemiddagen hebben. Alles gaat dus via gesprekken van de Schoolleiding en de vaksecties. Vandaar dat ik er geen zekerheid over heb, wie er wel en wie er niet van weet.
•
De docenten die geen Taal of rekenen geven zijn zich nog onvoldoende bewust van de invoering van de referentieniveaus. Zij denken dat het hen (nog) niet betreft. Zij denken dat hun rol maar zeer beperkt of nihil is bij de invoering van de niveaus.
•
De docenten zijn geïnformeerd over het bestaan van de referentieniveaus tijdens een studiebijeenkomst. Hier is ook inhoudelijk aandacht besteedt en gewezen op informatiebronnen om kennis te nemen van de inhoud van de niveaus. Niet iedere collega verdiept zich echter inhoudelijk goed. Er is hierbij een verschil tussen de docenten Nederlands/taal en de docenten die bijvoorbeeld lesgeven in de praktijkvakken.
•
De docenten zijn op de hoogte dat er referentieniveaus zijn voor taal en rekenen, maar het kost tijd om hen ook inhoudelijk te informeren. Die tijd is er nog niet geweest.
•
De info wordt verspreid via taalcoördinatoren, in een volgorde AVO taal docenten, AVO docenten alle vakken, praktijkdocenten. De info wordt versprei in de vorm van een deskundigheidsbevordering, vanwege de groepsgrootte is voor deze vorm gekozen.
•
De informatie is wel verspreid, maar of deze ook bekend is bij collega's (informatie gelezen?) Is onbekend
•
De inhoud van de referentieniveaus taal en rekenen zijn behoorlijk vakspecifiek en bovendien onduidelijk. De referentieniveaus taal althans zijn behoorlijk abstract geformuleerd. Persoonlijk heb ik voor Cito een aantal examens getoetst op referentieniveau. Dan blijken bepaalde omschrijvingen behoorlijk polyinterpretabel en blijkt het onderscheid tussen de referentieniveaus vaag. Zolang het vooral afwachten is hoe de referentieniveaus taal precies gaan uitpakken, kan mijn collega's alleen maar bang maken met vage dreigementen: taal wordt, ook bij jouw vak, steeds belangrijker en het CE wordt steeds taliger. Mij is het intussen nog altijd volstrekt onduidelijk of en hoe ik mijn pta moet aanpassen. In de referentieniveaus rekenen heb ik mij inhoudelijk niet erg verdiept.
•
De meesten denken weer dat het de zoveelste verandering uit Den Haag is, die niet haalbaar is.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
74
Modellen voor taal in het VO
•
De mogelijkheden om dat te doen. Het is lastig om mensen bij elkaar te krijgen. We zijn wel bezig om binnen teams iets op touw te zetten.
•
De praktijkdocenten zijn wel geïnformeerd over het bestaan en in globale zin over het niveau, maar niet over de specifieke vaardigheden die de leerlingen op deze gebieden moeten beheersen.
•
De rekencoördinator heeft al een wat breder bereik, maar met het taalcoördinaat zijn we pas net actief begonnen. Dat houdt voornamelijk in de leerlingen toetsen en bijspijkeren m.b.v. Muiswerk
•
De school is vwb het taalbeleid nog in ontwikkeling. Er zijn Taalpluslessen ingevoerd en er is een start gemaakt met het Citotoetsenapparaat. Het gesprek over taalbeleid heeft plenair plaatsgevonden. Niet iedereen was aanwezig. Voor niet-taaldocenten is de specifieke inhoud van de referentieniveaus slecht te koppelen aan de eigen lespraktijk.
•
De taal, reken- en wiskundedocenten zijn op de hoogte. Voor de anderen is het nog te veel: "de ver van mijn bed-show".
•
De toelichting over het bestaan is geweest, door veranderingen in het personeelsbestand weet ik niet of iedereen het nu weet. De inhoudelijk consequenties zijn globaal gepresenteerd, op korte termijn is er een unitbijeenkomst om dat nader uit te leggen
•
Directe betrokkenheid
•
Dit ligt aan de sectievoorzitter
•
Dit onderwerp komt in maart aan de orde op een studiedag.
•
Diverse docenten hebben moeite met onderwijsvernieuwingen
•
Diverse docenten zitten enkele jaren voor hun pensioen en kunnen deze vernieuwing niet meer meemaken. Het moet naast veel andere vernieuwingen. Wat zij moeten weten is niet in voldoende mate beschikbaar
•
Docenten die er weinig mee te maken hebben i.v.m. Het vak dat ze geven, weten wel van het bestaan van de referentieniveaus, maar inhoudelijk denk ik zeker te weten dat ze geen idee hebben wat leerlingen uiteindelijk moeten beheersen.
•
Docenten die niet betrokken zijn bij de vakken wiskunde en/of Nederlands denken dat ze er niet mee te maken hebben/krijgen
•
Docenten richten zich met name op hun eigen vak. Vanuit taalbeleid hebben we nog niet alle docenten rechtstreeks geïnformeerd over de referentieniveaus, er hangen wel op diverse plaatsen posters hierover op school.
•
Docenten van vakken die niet direct met de referentieniveaus te maken hebben, hoeven daar op dit moment niets mee en moeten eerst hun eigen vak op orde hebben.
•
Docenten werken vooral adhv de afspraken die binnen de secties gemaakt worden. Teams zijn overkoepelend, maar beschikken over minder gedetailleerde kennis van de inhoudelijke zaken.
•
Docenten weten wel merendeels over het bestaan van de referentieniveaus, maar echt aandacht aan de inhoud is er nog niet geweest, dat kun je volgens mij ook niet kort even doen, dat moet eerder op een teambijeenkomst of een studiedag gebeuren.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
75
Modellen voor taal in het VO
•
Docenten worden via de nieuwsbrief geïnformeerd over de referentiekaders, maar het niet lezen van deze nieuwsbrief heeft geen consequentie. Verder is de inhoud te breed om aan alle docenten mee te geven. De reken- en taaldocenten hebben de materialen gekregen om zich in te lezen in de inhoud.
•
Docenten zijn geïnformeerd over het bestaan, over de inhoud zijn tot nu toe alleen de betrokken taaldocenten en schoolleiding geïnformeerd. Het staat wel schoolbreed op de agenda.
•
Docenten zijn te lui om kennis te nemen van de inhoud van de referentieniveaus. Zij denken dat ze er wel komen als ze het boek aanhouden.
•
Docenten zijn wel geïnformeerd over de invoering van de referentieniveaus maar niet over de inhoud. Het gaat hier om de niet taaldocenten
•
Door hoge werkdruk denk men m.i. Dat kennis hebben van het bestaan volstaat. Enkele nieuwe docenten zullen niet weten van het bestaan. Verder vertrouwt men erop dat collega's die zich bezighouden met die niveaus hun taak goed doen.
•
Druk bezet managementteam. Andere prioriteiten. Wisseling verantwoordelijk persoon.
•
Een aantal docenten, lees instructeurs , hebben niet direct te maken met de ref. Niveaus. Diegenen die er daadwerkelijk wel mee te maken hebben , zijn wel op de hoogte
•
Een deel van de docenten heeft vakmatig weinig van doen met de referentieniveaus en zijn vandaar uit weinig gemotiveerd om zich te informeren.
•
Er is aandacht aan besteed door middel van een informatiemiddag voor alle docenten. Desondanks blijft is het afhankelijk van de docent in hoeverre hij/zij bij blijft voor wat betreft de inhoud.
•
Er is afgelopen jaar een redelijk aantal nieuwe docenten gestart.
•
Er is dit schooljaar één schriftelijke toelichting behandeld in een teamvergadering waarbij een aantal collega's andere verplichtingen had. In dat schrijven wordt kort aandacht besteed aan alle domeinen met als bijlage de referentieniveaus 1F en 2F voor leesvaardigheid en 4F voor schrijfvaardigheid (= eigen niveaus van het OP). Nadere informatie volgt binnenkort.
•
Er is een informatiemiddag geweest maar ik heb geen zicht op het aantal aanwezigen. Waarschijnlijk is het voor de afwezigen een 'ver van mijn bed' verhaal??? Daarnaast zijn de talendocenten door het zgn. Talencluster ook inhoudelijk geïnformeerd. Maar dit zijn dus lang niet alle docenten op school!
•
Er is een studiemiddag geweest over de referentieniveaus en over het taalbeleid, maar hierbij hoefden niet alle vakgroepen aanwezig te zijn. De directie heeft een keus gemaakt, blijkbaar vinden ze dit niet voor alle vakgroepen van belang.
•
Er is geen aansturing vanuit de directie op het gebeid van taal. Er is ook geen taalbeleid, noch iemand die taalbeleid coördineert.
•
Er is geen duidelijke managementstrategie om hierop in te haken. Geheel is een beetje afhankelijk van het goedwillende individu.
•
Er is nog geen beleid ontwikkeld voor taal. Te ingewikkeld. Voor rekenen is het wel al gelukt.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
76
Modellen voor taal in het VO
•
Er is nog niet veel diepgaande informatie over gegeven. Wel tijdens vergaderingen aangegeven, dat er referentieniveaus rekenen en taal komen. Dus over het algemeen is iedereen op de hoogte gebracht. Het is dan aan de docent zelf om hier meer over op te zoeken. Er wordt binnenkort wel een bijeenkomst gepland om het taalbeleid door te nemen.
•
Er is wel aandacht aan besteed in meerdere personeelsbijeenkomsten, dat wil echter nog niet zeggen dat het beklijft. "Geïnformeerd" heb ik hier gelezen als "kennen de inhoud van...."
•
Er moet een bijeenkomst gepland worden om dit te doen.
•
Er was tot voor kort geen taalcoördinator die hier aandacht aan besteedt. Nu wel, dus zal dit wel verbeterd worden. Veel docenten hebben de behoefte niet zich hierin te verdiepen.
•
Er weinig schoolse sturing. Relevantie wordt niet gezien.
•
Er wordt geen tijd voor uitgetrokken om op de inhoud in te gaan
•
Er zijn bijeenkomsten georganiseerd. Niet ieder is altijd aanwezig.
•
Er zijn informatiebijeenkomsten geweest. Gedetailleerd bij taal- en rekenvakken. Bij de andere vakken zou het bekend moeten zijn wat de grote lijnen zijn. Het verschil tussen 1s en 1f etc op inhoudelijk niveau zal niet bij alle docenten bekend zijn.
•
Er zijn onvoldoende mogelijkheden om leraren kort te informeren over inhoud 1F en 2F en tussendoelen zijn nog niet voor alle vaardigheden beschikbaar. Nu hebben we de APS producten genomen die in leerlingentaal hebben opgeschreven wat de niveaus 1F, 2F en 3F inhouden. Maar daarmee zit het nog niet ' tussen' de oren. Een herhaling van zetten is absoluut nodig. Keer op keer.
•
Er zijn zo veel ontwikkelingen die ons aller aandacht behoeven dat dit een ondergeschoven kindje is buiten het leergebied talen.
•
Exacte inhoud is ter kennisgeving aangeboden maar niet voor iedereen tot in detail relevant om te onthouden.
•
Gaat dit schooljaar nog gebeuren in een personeelsbijeenkomst.
•
Gebrek aan interesse bij collega's. Referentieniveaus Taal zien de meeste docenten als uitsluitend van belang voor docenten Nederlands of MVT. Niet van belang voor docent Bio of Wi bijv.
•
Gebrek aan tijd, en moeten veel dingen gebeuren.
•
Geen binding met het vak Nederlands; niet het belang zien van het kennis moeten hebben van.
•
Geen gemeenschappelijke scholing georganiseerd
•
Geen noodzaak.
•
Geen overlegmomenten met alle sectieleden. Geen briefing vanuit schoolleiding hierover.
•
Geen taalcoördinator en veel andere zaken die ook moeten gebeuren (tijdsdruk)
•
Gescheiden taakopvatting
•
Globaal weten de meesten er wel wat van, maar wat welk niveau inhoudt is vrijwel onbekend. Het gaat hierbij ook om redelijk veel informatie die bij veel vakken nauwelijks praktisch toepasbaar of interessant is. Over een slechte taalbeheersing klaagt echter iedereen. Of de
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
77
Modellen voor taal in het VO
indeling in referentieniveaus daarbij helpt, is de vraag. Bij het vak Nederlands wel, maar daar geeft de methode doorgaans een goede opbouw die ongeveer overeenkomt met de niveaus. •
Grote team. Belang voor het vak. Prioriteiten binnen school
•
Grote werkdruk,geen bovenbouw klassen
•
Heb ik geen zicht op.
•
Heeft met de professionele grondhouding van docenten te maken, men moet zich zelf ook inlezen
•
Het bestaan is bekend, wat het precies inhoudt nog niet, onder andere door nieuwe instroom van docenten en docenten die nog niet op cursus zijn geweest/
•
Het blijft hangen bij de sectie Nederlands. Die pakt het wel op en heeft extra materiaal gemaakt. Er is nog nooit algemene info verspreid, naar ik weet.
•
Het feit dat leermethodes al aansluiten bij de referentieniveaus maakt het minder urgent om de docenten Nederlands hierover te informeren. Bovendien vind ik dat er geen handzame informatie beschikbaar is. Overal staat wat, er zijn kaarten voor aan de muur, maar een kleine brochure zou dienstig zijn.
•
Het is altijd lastig om aan te geven; geïnformeerd ben je als je het je eigen kunt maken. Natuurlijk is elke docent op de hoogte gesteld, maar of hij/zij het kan verwoorden kan ik niet met zekerheid zeggen. Dus JA ieder is op de hoogte gesteld, en NEE niet ieder kan het vertalen.
•
Het is één keer op een studiedag gepresenteerd. Niet alle docenten waren aanwezig.
•
Het is een lastig onderwerp, sommige docenten zijn traag.
•
Het is geen prioriteit voor docenten, heeft weinig te maken met de praktijk van alledag. Het is allemaal erg theoretisch. Je leest wat door en denkt jaja blabla, ik ga weer verder met mijn lessen. Je wordt er niet op afgerekend, er wordt niet naar gevraagd etc
•
Het is lastig om niet talendocenten te betrekken bij het taalbeleid en hen ervan te overtuigen dat ook zij verantwoordelijk zijn voor een deel van de taalontwikkeling van leerlingen.
•
Het is lastig omdat de collega's die zich inhoudelijk met onderwijs bezighouden niet de focus hebben op taal- en rekenonderwijs. We zijn bezig met het ontwikkelen van een nieuwe ELO en daardoor staan de referentieniveaus wat minder in de belangstelling
•
Het is men niet bekend of nieuwbenoemde voldoende zijn geïnformeerd. Ook vakdocenten vmbo zijn onvoldoende op de hoogte.
•
Het is niet voor alle docenten even urgent. Bovendien is er nog veel onduidelijkheid.
•
Het leeft onvoldoende bij de docenten, vooral bij de niet talen docenten.
•
Het taalbeleid staat nog in de kinderschoenen.
•
Het taalniveau van docenten vraagt aandacht. Kennis over referentieniveaus dalen slecht in.
•
Het vakgebied van de docenten staat verder af van taal. Eerst beginnen met de docenten die enigszins betrokken zijn. Prioriteit ligt daarbij, daarom worden niet alle docenten geïnformeerd.
•
Hun eigen interesse en gevoel voor noodzakelijkheid
•
Ik denk dat vooral de talendocenten goed op de hoogte zijn en de andere docenten veelal minder. Er bestaat op deze school nog geen inspirerend taalbeleidsplan.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
78
Modellen voor taal in het VO
•
Ieder weet wel van het bestaan van referentieniveaus, maar degene die er niet mee werken verdiepen zich niet inhoudelijk.
•
Iedereen weet wel van het bestaan van de niveaus, maar wat ze precies inhouden is eigenlijk niet helder
•
Ik denk dat de vakgroepcoördinator en degenen die de toetsen verzorgen wel op de hoogte zijn, maar van de overige docenten niet iedereen. Mensen krijgen al zoveel informatie binnen en maken keuzes.
•
Ik denk wel dat iedereen geïnformeerd is. Ik denk niet dat iedereen bewust is van hetgeen het inhoud.
•
Ik geloof niet dat er buiten de sectie Nederlands aandacht is voor de referentieniveaus.
•
Ik heb aangegeven 75% of meer aangezien er ook nieuwe collega's bijkomen (tijdelijk) van wie ik niet weet of zij weet hebben van de referentieniveaus.
•
Ik heb het gevoel dat de schoolleiding de inhoud vooral bij Nederlands en de mvt vindt zitten en dat de inhoud DUS niet relevant is voor andere vakken. Niet alle docenten zien het belang in van de referentiekaders en zij weten niet welk belang zij erbij hebben en dat het een taak is voor alle docenten.
•
Ik kan mensen niet dwingen te lezen!
•
Ik maak onderscheid tussen geïnformeerd zijn en weten. Ze zijn wel allen geïnformeerd, maar kunnen het niet allemaal navertellen. Daarvoor zijn niet alle docenten betrokken genoeg als het gaat om het taal-/rekenniveau.
•
Ik weet niet zeker of alle leerkrachten zijn geïnformeerd. Als het goed is, moeten ze het wel allemaal weten.
•
In beginsel is dit de verantwoordelijkheid van de desbetreffende secties (Nederlands en Wiskunde) Die zijn volledig op de hoogte
•
Informatieoverdracht tijdens plenaire bijeenkomsten is lastig/beklijft niet. Taalbeleid is vanuit de sectie Nederlands begonnen. Daar is bewustzijn. Het sijpelt nu via teams en individuen de organisatie in.
•
Informeren is niet zo moeilijk, maar of ze het een maand later nog weten.....?
•
Inhoud is niet centraal bekend gemaakt, wordt aan docenten binnen de secties overgelaten
•
Inhoud is niet voor alle docenten even relevant.
•
Interesse
•
Interesse, motivatie, intelligentie, fulltime-time is bepalend voor opnemen kennis.
•
Interesses van enkele docenten ontbreekt hiertoe
•
Invalcollega's, net begonnen in mijn functie als vestigingsmanager, nog niet alles in kaart
•
Is er nog niet van gekomen
•
Is in Vlaanderen minder gebruikelijk.
•
Is niet lastig maar niet iedereen is betrokken
•
Ivm een studie ben ik de ERK aan het introduceren in de school. Alleen leergebieden taal en directie zijn op de hoogte. Het leeft nog niet, maar daar wordt hard aan gewerkt
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
79
Modellen voor taal in het VO
•
Je probeert de docenten wel te informeren maar zij lezen niet daadwerkelijk alles.
•
Men is wel geïnformeerd over de referentieniveaus maar niet specifiek over de onderdelen die in het ref. Niveau worden genoemd. Wel zijn de taaldocenten en de rekendocenten voor 100 % op de hoogte. We zitten nu nog in een invoeringstraject om alle andere docenten te informeren.
•
Misschien door werkdruk! Beroepsgerichte vakken hebben minder binding met taal. Zijn meer op praktijk gericht.
•
Mogelijk komt dit doordat de expertise bij een aantal personen ligt. Deze mensen zijn volledig geïnformeerd. Anderen zijn op een ander gebied meer expert en minder betrokken bij de inhoud van de referentieniveaus. Neemt niet weg dat met name taal in alle vakken een prominente plek inneemt.
•
Niet alle docenten hebben direct te maken met de referentieniveaus. Via de taal- en rekencoördinatoren is tijdens een studiedag/informatiemarkt voorlichting gegeven voor alle belangstellenden. Momenteel wordt gewerkt aan een taalbeleidsplan waarbij gaandeweg steeds meer docenten bij taalonderwijs worden betrokken. Daar hoort ook informatie over de referentieniveaus bij.
•
Niet alle docenten hebben ermee te maken. Talen/wiskunde/beta docenten zijn 100% geïnformeerd. Andere docenten in algemene zin.
•
Niet alle docenten waren aanwezig op de studiedag over de referentieniveaus.
•
Niet elke docent heeft daar in de praktijk mee te maken, dus speelt de informatie daarover voor hen geen wezenlijke rol.
•
Niet elke docent heeft er vooralsnog mee te maken. Men weet het allemaal maar inhoudelijk vermoed ik dat niet iedereen op de hoogte is. Komt wel natuurlijk.
•
Niet elke docent is aanwezig op de vergadermiddagen waarop dit soort informatie gegeven wordt.
•
Niet iedere docent voelt zich tevens taaldocent. De meesten weten van het bestaan van de referentieniveaus, maar kennen hierbij niet de eindtermen.
•
Niet iedereen neemt tot zich wat er gecommuniceerd wordt. Men haalt er vaak uit wat zij zelf belangrijk vinden. Vandaar mijn lagere inschatting van de kennis over de inhoud.
•
Nieuwe collega's die geen docent Nederlands zijn, moeten nog geïnformeerd worden.
•
Nieuwe docenten en verloop van docenten
•
Nog niet in alle teams is de inhoud besproken, taalcoördinator pas oktober 2012 benoemd
•
Nog veel onduidelijkheid over inhoud referentie niveau
•
Omdat ik eerst zelf als docent Nederlands geïnformeerd moet worden en veel van die info ontbreekt nog, of krijg ik maar mondjesmaat.
•
Omdat met name de taaldocenten met de concrete inhoud te maken hebben in hun lessen/toetsen/examens
•
Onderdeel taalbeleid is wel op studiedag aan de orde geweest maar de opkomst was geen 100%. Over de referentieniveaus zijn nog net de docenten Nederlands geïnformeerd.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
80
Modellen voor taal in het VO
•
Onze onderwijssoort is praktijkonderwijs en we werken op individueel niveau aan het streven naar 1F
•
Onzekerheid over veranderingen. Eigenaarschap wordt niet door iedere docent ervaren. Overlegtijd is schaars en het bij elkaar krijgen van docenten rondom zo'n thema buiten de verplichte overlegmomenten gaat moeizaam.
•
Ooit wel geïnformeerd geweest maar hebben zeker die kennis nu niet paraat.
•
Op dit moment zijn we druk bezig met de invoering van de referentieniveaus. Dit schooljaar is rekenen een hot item. Op het gebied van taal zijn de voorbereidingen in volle gang, maar deze zijn nog niet duidelijk gecommuniceerd naar het team.
•
Over het bestaan weet iedereen. Ik merk dat zelfs na vergaderingen, aanpassingen in het curriculum enz nog steeds mijn collega's niet precies de inhoud kennen of ook de drang niet hebben te onderzoeken hoe het in het referentiekader staat.
•
Parttimers zijn niet altijd goed te "bereiken".
•
Praktijkdocenten zijn minder op de hoogte.
•
Rectorwisseling, problemen in het management. Taalbeleid heeft heel lang op een laag pitje gestaan.
•
Referentieniveaus vaak het domein van de talensecties; andere vakgroepen staan daar verder vandaan. Dus heeft dit onderwerp voor niet-taalsecties een lagere prioriteit.
•
Referentieniveaus zijn tot nu toe vooral onderwerp van gesprek in de sectie Nederlands en moderne vreemde talen. Het is van belang dat dit op onze school breder wordt getrokken.
•
Regelmatig nieuwe collega's, die de handen vol hebben aan de basisvaardigheden. De informatie beklijft pas wanneer docenten er direct mee te maken hebben.
•
Relevantie vakgebied. Verantwoordelijkheid voor het waarborgen van de vereiste niveaus. Interesse
•
Sommige docenten denken dat ze er niks mee te maken hebben
•
Sommige docenten voelen zich niet betrokken bij taal.
•
Sommige docenten zijn gedurende het schooljaar bij ons komen werken en hebben het informatieve moment gemist. Ik weet niet of iedereen nu is bij gepraat!
•
Sommige secties hebben er niet mee te maken. Ze zijn oppervlakkig op de hoogte als mentor of decaan. De commissie taalbeleid doet soms in plenaire vergaderingen verslag, maar dat zal voor menigeen het enige zijn dat ze er van weten.
•
Sommige vakdocenten, niet zijnde docenten Nederlands en vooral van de oudere generatie, vinden dat taal en Nederlands hoort bij de docenten Nederlands
•
Sterke gerichtheid op eigen vakgebied; (nog)geen schoolbreed taalbeleid, wel in uitvoering
•
Taal leeft nu nog alleen bij de docenten Nederlands en de mentoren van leerlingen in klas 1, 3, 4 en 5. We zijn klein begonnen. In het voorjaar komt er een studiedag voor alle docenten over taal in alle vakken.
•
Taalbeleid en referentieniveaus zijn een complexe materie en iedere docent is voornamelijk bezig met de inhoud van zijn/haar vak.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
81
Modellen voor taal in het VO
•
Taalbeleid is nog niet ingevoerd, geen faciliteiten. Als directie het niet op de agenda zet en faciliteert, is het lastig om docenten te informeren.
•
Taalbeleid staat in de kinderschoenen. Referentieniveaus worden nog erg als verantwoordelijkheid van sectie Nederlands gezien.
•
Te weinig tijd/ goede mogelijkheid tot informeren van docenten. Het bestaan is al duidelijk, de inhoud staat op de agenda op 25 feb.
•
Tijdgebrek
•
Tijdgebrek / desinteresse / overvloed aan info
•
Van het bestaan weet men wel, maar welke consequenties het heeft, is voor een aantal mensen nog een ander verhaal.
•
Vanwege het feit dat het MT pas dit jaar taal- en rekenbeleid vlotgetrokken heeft, moet er een inhaalslag plaatsvinden in de informatievoorziening.
•
Veel docenten zien het probleem niet. Zij denken dat de manier van lesgeven/de aangeboden stof wel voldoende is om de referentieniveaus te halen.
•
Veel docenten zien niet het belang van de referentieniveaus als het om hun vak gaat. Zij beschouwen zichzelf meer een vakdocent dan een taaldocent.
•
Veel informatie wordt verspreid via mail, of alle docenten alle mails altijd even goed doorlezen valt te betwijfelen. Bij navraag, algemene vergaderingen blijkt dat niet iedereen voldoende op de hoogte is van de inhoud van de referentieniveaus.
•
Veel onduidelijkheid rondom referentieniveaus. Relatief weinig info hierover vanuit werkgroep naar docenten.
•
Velen voelen zich niet aangesproken.
•
Vermoedelijk betreft het niet hun vak
•
Via mail wordt er informatie verstrekt, maar dat betekent niet dat iedereen de mail leest en onthoudt. En wat betreft alle docenten: sommigen zijn er ook minder bij betrokken (vervangers, mensen die bijna met pensioen gaan, mensen die 1 of 2 klassen lesgeven)
•
Voor mijn docenten voor bijvoorbeeld gym of cultuur is het minder van belang om te weten wat het 2F niveau inhoud. Dat het bestaat en dat onze leerlingen eraan moeten voldoen is iedereen duidelijk wat het niveau precies inhoud is niet bij iedereen bekend.
•
Voor veel docenten is de inhoud van de referentieniveaus iets waar zij zich niet echt bij betrokken voelen.
•
Voor veel docenten is de inhoud van het referentieniveau taal niet belangrijk. Dat laten zij over aan de docenten Nederlands.
•
Voor zaakvakken lijkt het invoeren van de referentieniveaus minder relevant. Wel zijn alle docenten op meerdere wijzen geïnformeerd over de referentieniveaus.
•
Voorafgaande aan enig schooljaar worden er beleidsplannen vastgesteld welke in het komende jaar of jaren verder uitgewerkt worden. Nieuwe ontwikkelingen zoals deze moeten daarin tussentijds geïmplementeerd worden dat vraagt voorbereiding en tijd. Het informeren van de teams en het doel wat wij gesteld hebben: iedere docent moet in feite taaldocent zijn, wordt juist
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
82
Modellen voor taal in het VO
in deze maanden binnen de teams besproken. Ook de inhoud van de referentieniveaus hoort daarbij. Wanneer de vorige vraag twee maanden later gesteld zou worden dan zou het antwoord 100% zijn. •
Vooral de mentoren en de docenten die talen geven zijn hiervan op de hoogte. Verspreiding volgt wel, omdat ook de vakken Economie en Wiskunde/Natuurkunde betrokken worden bij Rekenen; Engels en Duits worden betrokken bij Taal. Docenten van de beroepsgerichte vakken zijn moeilijker te bereiken. Worden wel geïnformeerd via de Nieuwsbrief.
•
Vorig schooljaar is dit uitgebreid besproken in 2 studiemiddagen, nu weet ik niet zeker of nieuwe docenten (begonnen in augustus 2012) allemaal goed geïnformeerd zijn.
•
Waarschijnlijk heeft niet iedere docent er rechtstreeks mee te maken. Dan is de noodzaak om kennis van de inhoud te hebben minder groot.
•
Wat betreft rekenen zijn er inmiddels meer docenten op de hoogte, voor taal minder. Dit komt ook omdat lang niet iedereen hier mee te maken heeft. Zij worden hierover niet meteen ingelicht. De school wordt overspoeld met vernieuwingen, we gaan niet alle docenten hiermee belasten als het niet direct nodig is.
•
We gaan ervan uit dat de eisen van de referentieniveaus toch wel gehaald worden. Het taalniveau ligt bij ons bij alle vakken hoog. We voelen niet de noodzaak er expliciet aandacht aan te besteden bij alle vakken
•
We hebben er een studieochtend aan besteed, helaas waren sommige collega's toen verhinderd.
•
We hebben twee studiemiddagen georganiseerd voor het voltallige team over referentieniveaus. De vertaling naar de lespraktijk bij alle vakken is echter niet geborgd. Taal is iets vakoverstijgends en dat vraagt tijd, dus geld, en die/dat is er niet. Bovendien zijn docenten vooral heel druk met hun eigen vak.
•
We steken hier geen tijd in aangezien alles over twee jaar toch weer anders moet, m.a.w. Wat van de overheid/inspectie komt nemen we al lang niet meer serieus.
•
We werken met ongeveer 300 collega's. Door teamvorming is het lastig om ze allemaal te bereiken. Er is wel een informatiefolder gemaild, maar ik kan niet inschatten hoeveel collega's deze daadwerkelijk hebben gelezen.
•
We werken regelmatig met invallers, die zijn niet altijd op de hoogte.
•
We zijn een VSO cluster 2 school. Iedereen is wel geïnformeerd. We hebben nu een pilot. Een aantal docenten is bezig met de uitvoering van deze pilot. We volgen de leerlingen al wel met referentieniveautoetsen. (VAS, AMN-toetsen op niveau 1F en 2F, Toetsen van Deviant(rekenen)). Tevens werken we samen met de Scholingsboulevard Enschede om te kijken wat we onze leerlingen verder nog kunnen aanbieden om op een juist niveau te komen.
•
We zijn nooit als alle docenten bij elkaar omdat we volledig in teams werken. Binnen de team is dit niet aan de orde.
•
Weet ik niet. Geen aansturing vanuit de directie. Het idee dat taal alleen iets is van Nederlands. Boeit niet is een veelgehoorde reactie.
•
Weet niet (3x)
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
83
Modellen voor taal in het VO
•
Wel over het bestaan. De inhoud zullen ze niet allemaal kunnen reproduceren
•
Wellicht zijn alle docenten wel geïnformeerd, maar dat wil niet zegen dat ze ook op de hoogte zijn.
•
Wij hebben het tot nu toe gezien als iets wat bij het vak Nederlands hoort.
•
Wij zijn een vs school voor zeer moeilijk lerenden. De leerlingen die iets kunnen met het deel op weg naar 1f zijn er maar een aantal. Alleen de docenten rekenen/lezen zijn op de hoogte en dat is op dit moment voldoende.
•
Wij zijn in het eerste leerjaar begonnen met het implementeren van taalbeleid. Volgend jaar wordt dit uitgebreid naar de hele school. De medewerkers die betrokken zijn bij het eerste leerjaar krijgen op een meer intensieve manier informatie over de referentieniveaus.
•
Wij zijn op school momenteel bezig om een breed taalbeleid vorm te geven. Het taalbeleidsplan is nu klaar en wordt in februari aan het team voorgelegd. Op dat moment worden alle docenten breed over de referentiekaders voorgelicht.
•
Wordt als de verantwoordelijkheid van een deel van de school 9wiskunde, rekenvaardigheid) ervaren
•
Ze hebben er allemaal informatie over gehad, maar ze zijn zich er niet bewust van. Dus, informatie is verstrekt, bewustwording is minder.
•
Ze weten ervan, hebben alle info ontvangen maar als het gaat om weten wat de inhoud precies is ben ik ervan overtuigd dat ze zich er niet voldoende in hebben verdiept.
•
Ze zijn wel geïnformeerd over het bestaan van de niveaus, maar niet over de inhoud ervan. Het lastige hieraan is dat veel docenten taal wel belangrijk genoeg vinden om de invoering van referentieniveaus toe te juichen, maar de 'details' betreffen niet hun eigen lespraktijk (vinden zij), dat ligt bij de sectie Nederlands of de taalcoördinator. Wij proberen ze stapje voor stapje bij de inhoudelijke details te betrekken.
•
Ze zijn wel geïnformeerd, maar niet iedereen raakt het direct.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
84
Modellen voor taal in het VO
Vraag 9 Op welke manier(en) worden ouders geïnformeerd over de ontwikkelingen in het taalonderwijs? Anders, nl… •
Begeleidende brief bij Cito
•
Blad voor de ouders
•
Cito uitslagen van de CITO toetsen
•
Contactblad
•
Door de planning en afname van de CITO VAS-toetsen
•
Door de uitslagen van de CITO VAS toets met ze te bespreken, daar komen namelijk ook de vorderingen uit m.b.t. De ref. Niveaus.
•
Door een nieuwsbrief (niet digitaal)
•
Een algemene ouderavond, als eerste stap
•
Een brief n.a.v. De eerste f-toetsen
•
Inzet instrumenten
•
Open dag, folders
•
Open dagen (4x)
•
Ouderavond
•
Ouderberaad
•
Ouderbulletin
•
Ouderen Raad
•
Oudergesprekken
•
Ouderpanels
•
Ouderraad
•
Papieren nieuwsbrief
•
Portal
•
Rapportage
•
Resultaten CITO scores op rapport
•
Schoolblad
•
Schoolgids
•
Schoolondersteuningsplan en zorgplan
•
Studiegids
•
Tijdens de kennismakings mentoravond
•
Tijdens gesprekken
•
Toetsresultaten
•
Via een plan van aanpak over taalbeleid
•
Via oudergesprekken
•
Via ouderraad
•
Via ouderraad en resonansgroepen
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
85
Modellen voor taal in het VO
•
Via rapportage op het rapport
•
Vooral als Cito 0 toets slecht gemaakt is en leerling extra begeleiding behoeft
•
Voorlichting Cito 0 t/m 3 toets
•
Vorderingen van hun leerlingen op gebied van rekenen en taal
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
86
Modellen voor taal in het VO
Vraag 12 Wie zijn betrokken bij het opstellen van beleid voor het taalonderwijs? Er is een taalwerkgroep/commissie samengesteld, bestaand uit docenten van diverse vakken, nl… •
Aardrijkskunde Engels Nederlands
•
Ak, gs, talen, lo
•
Ak, wi, Ned, Eng, Du, Zorg en welzijn
•
Alle talen (3x)
•
Alle vakken
•
Biologie Nederlands en wiskunde
•
Biologie, economie, Nederlands, Frans, Engels, natuurkunde
•
Biologie, geschiedenis, aardrijkskunde, economie
•
Cie taal en rekenen bestaande uit docenten afkomstig uit verschillende vakgebieden
•
Communicatie
•
Directeur, pedagogisch-didactisch medewerker, docent ne, docent en, docent spaans
•
Docenten Ne en gs
•
Docenten Nederlands en geschiedenis
•
Economie, wiskunde en Nederlands
•
Eigenlijk mentoren brugklas en enkele docenten Nederlands
•
Engels, Duits, Nederlands, expressie
•
Engels, Frans, Duits
•
Engels, Frans en Duits (MVT-team) implementeren van ERK
•
Engels, Nederlands, verzorging, schoolleider
•
FA, DU,NE
•
Geschiedenis, Frans
•
Geschiedenis, Frans, Nederlands, biologie
•
Het betreft een werkgroep rekenen en taal; docent Nederlands en docent wiskunde
•
M&M
•
M&M, thema-leren, Community Service, M&N, Wiskunde, S&B, KC,
•
Maatschappijleer (2X), biologie, Duits, Frans, Nederlands (3X) Engels, verzorging
•
Mens en maatschappij
•
MVT, ak en gs
•
MVT, klassieken en NL
•
Mvt, vertegenwoordiging vanuit de teams
•
Mvt, zaakvakken, exacte vakken
•
Ne-En-Du-Ak
•
Ne en MVT
•
Ne, en, na, gs , ak
•
Ne, gs, Fa
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
87
Modellen voor taal in het VO
•
Ne, mvt, maatschappijvakken ict-coo
•
NE, praktijkvakken
•
Ne,Ak,Gs,Wi
•
Ned-Eng-Natuurk
•
Nederlands science
•
Nederlands, Engels, avo
•
Nederlands en Geschiedenis
•
Nederlands en groepsdocenten die meerdere vakken geven
•
Nederlands en zaakvakken
•
Nederlands, aardrijkskunde, biologie
•
Nederlands, aardrijkskunde, economie
•
Nederlands, aardrijkskunde, Frans
•
Nederlands, aardrijkskunde, geschiedenis
•
Nederlands, Biologie, Aardrijkskunde en Geschiedenis
•
Nederlands, docenten MVT
•
Nederlands, Duits
•
Nederlands, Duits, Engels
•
Nederlands, Duits, Engels, Biologie, Wiskunde, Filosofie, Geschiedenis, Muziek
•
Nederlands, Duits, geschiedenis, wiskunde en RT
•
Nederlands, Engels (4x)
•
Nederlands, Engels en wiskunde
•
Nederlands, Engels, aardrijkskunde
•
Nederlands, Engels, Duits, Biologie
•
Nederlands, Engels, Duits, Frans
•
Nederlands, Engels, Frans
•
Nederlands, Engels, Geschiedenis, Aardrijkskunde
•
Nederlands, Engels, geschiedenis, economie
•
Nederlands, Engels, Mode (op vrijwillige basis)
•
Nederlands, Engels, rekenen en M&M
•
Nederlands, Engels, Spaans, remedial teaching
•
Nederlands, Frans
•
Nederlands, Frans, Engels, klassieke talen
•
Nederlands, Frans, geschiedenis, wiskunde/schoolleiding
•
Nederlands, geschiedenis, Frans en een Remedial Teacher
•
Nederlands, geschiedenis, wiskunde, engels
•
Nederlands, geschiedenis, wiskunde, maatschappijleer, biologie, RT
•
Nederlands, klassikale talen en leden van de SL
•
Nederlands, scheikunde / natuurkunde, wiskunde
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
88
Modellen voor taal in het VO
•
Nederlands, Spaans, Engels
•
Nederlands, verzorging, groene inkleuring, m ene m, bloemschikken.
•
Nederlands,klassieke talen,Duits
•
Nederlands/wiskunde
•
Onderwijscoördinator + taaldocenten
•
Praktijk, avo
•
Projectteam Taalbeleid bestaande uit twee taalcoördinatoren, docenten Nederlands
•
Taaldocenten, Teamleider, taalcoördinator
•
Talen, mens en maatschappij,
•
Techniek, "nt2", Rt, Nask, Ne + 1 teamleider (LWOO)
•
Twee docenten Nederlands twee docenten andere vakken en docent isk
•
Wi, bi, ne, fr, ha
•
Wiskunde en Nederlands
•
Wiskunde, geschiedenis, Nederlands, schoolleider
•
Zal in de nabije toekomst gebeuren
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
89
Modellen voor taal in het VO
Vraag 12 Wie zijn betrokken bij het opstellen van beleid voor het taalonderwijs? Anders, nl… •
Ad hoc informatie-uitwisseling en overleg met docenten (vooral Nederlands)
•
Alleen ik
•
Begeleiding van CED groep
•
Beleidsmedewerker
•
Beleidsmedewerker taal en rekenen en een docent Nederlands
•
Collega's van andere gymnasia uit de stad
•
Combinatie van vakgroepvoorzitters NE - EN en MVT
•
Commissie taal: twee docenten Nederland en een docent Engels + teamleider
•
Coördinator leerling-zaken
•
Coördinator onderwijs + docenten Nederlands
•
De sectie Nederlands (3x)
•
Directie en docenten talen
•
Directie, 4x afdelingsdirecteur, taalcoördinator
•
Docent Nederlands (uitvoerend) en een beleidsmedewerker
•
Docenten die de taallessen geven
•
Docenten Nederlands (3x)
•
Docenten Nederlands en remedial teachers
•
Docenten, schoolleiding en onderwijsbureau (ed de boer)
•
Een collega en ik
•
Een docent Nederlands
•
Een onderwijskundige
•
Een regiegroep met teamleiders, coord. Po-vo, en schoolleider
•
Een teamleider en docenten Nederlands
•
En de rt docenten ook
•
En ook nog programmamanagers onder- en bovenbouw
•
En voor de moderne vreemde talen is er een werkgroep om te werken met ERK
•
Enkele docenten Nederlands en taal
•
Er is 1 coördinator voor diverse locaties bezig met inventariseren en verwerken van de huidige stand van zaken op de diverse locaties. Daaruit moet 1 beleid komen.
•
Er is een Taal/Rekenen werkgroep, bestaand uit docenten Nederlands en docenten wiskunde
•
Er is een taalbeleidgroep in oprichting en er zijn trainingen verzorgd over taalbeleid
•
Er is een taalwerkgroep in oprichting
•
Er is een werkgroep taalbeleid. In deze werkgroep moet elk onderwijsteam vertegenwoordigd zijn. Bij voorkeur docenten uit diverse secties. De werkgroep heeft een directe lijn naar een lid van het vestigingsmanagementteam.
•
Er komt een taalwerkgroep
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
90
Modellen voor taal in het VO
•
Expert van buitenaf
•
Geïnteresseerde docenten denken vrijwillig mee
•
ICE Culemborg
•
Iemand is aangetrokken voor het schrijven van een reken- en taalbeleid, maar richt zich op dit moment vooral op het rekenbeleid. Het taalbeleid wordt voor gezien als een verantwoordelijkheid van de vakgroep Nederlands
•
Ik kan alleen spreken vanuit de sectie Nederlands
•
Incidenteel bemoei ik mij nadrukkelijk met het taalbeleid, andere sectievoorzitters worden erbij betrokken
•
Input vanuit de sectie Nederlands
•
Logopedie, zorgcoördinatie,
•
Medewerker kwaliteit
•
Nog niet, er wordt een taalwerkgroep samengesteld.
•
Onderwijsontwikkelgroep
•
RT (2x)
•
RT docenten i.s.m. Leergebied Nederlands
•
Samenwerking met ITTA
•
Samenwerkingsverband van 4 gymnasia
•
Sectie Nederlands (2x)
•
Stagiaire met teamleider
•
Taalcoördinator is docent Engels en hij moest nog wat doen. Verder ondersteun ik als docent Nederlands. Een teamleider stuurt ons aan
•
Team
•
Teamleider (2x)
•
Twee docenten Nederlands, RT-er, teamleider
•
Twee schoolleiders, vijf taalcoördinatoren, vier taalteams - een per vestiging
•
Vakgroep Nederlands probeert het erbij te doen
•
Vakgroepvoorzitters
•
Vaksectie Nederlands met dyslectiespecialist
•
Vestigingsoverstijgende werkgroep
•
Werkgroep ( bovenschools) bestaande uit een locatiedirecteur en diverse docenten NL
•
Werkgroep met taalcoördinator, schoolleider en extern adviseur
•
Werkgroep prestatiebox verbeteren resultaten
•
Werkgroep taal met teamleider,docenten Nederlands en beleidsmedewerker
•
Werkgroep van zorg en begeleiding van leerlingen: dyslexie, e.a.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
91
Modellen voor taal in het VO
Vraag 17 Welk systeem wordt gebruikt voor het systematisch volgen van de leerlingenresultaten van het taalonderwijs? Een ander toetssysteem, nl… •
AMN (3x)
•
AMN + methodegebonden toetsen + proeftoetsing CITO voor de praktijkstroom.
•
Behorende bij methode
•
CITO voor speciale leerlingen bao
•
Cito voor zml
•
Daarnaast drempelonderzoek
•
Deviant
•
Diataal
•
Diataal alleen voor klas drie
•
Edictis
•
Een mix van allerlei toetsen en screening
•
Eerste en 3e jaar Diataal, 2e jaar DAT-test, 1e jaar dictee en stillees-toets Protocol Dyslexie VO
•
En DLE-toetsen
•
Het systeem van ICE, maar we stappen over naar Got-it?
•
LVS
•
Magister (2x)
•
Methodetoets
•
Muiswerk (7x)
•
Muiswerk Drempeltoets Taal
•
Muiswerk e.d. De resultaten worden vastgelegd in Magister. We zijn op zoek naar een ander systeem...
•
Muiswerk en waarschijnlijk per 2014 cito lvs
•
Muiswerk testsuite 7
•
Nieuwsbegrip
•
Portfolio taal gaan we invoeren pilot dit jaar
•
Rapporten en inspectieoverzichten
•
Referentieniveautest van Cito
•
Rekenen toetsen 1s niveau klas 1/2 en pilot bovenbouw
•
Score (4x)
•
Score, basisacademie
•
Score, verkeert nog in opstartfase wegens computertekort
•
Stappen over op ICE TOA
•
Studiemeter
•
Taaltoetsen van AMN
•
Taaltoetsvo.nl
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
92
Modellen voor taal in het VO
•
Testen, interne begeleider
•
TOA van Bureau ICE (8x)
•
Vakwerkplan en Magister
•
Vanaf leerjaar 1 TOA ICE
•
Vensters voor verantwoording
•
Voor sommige klassen TOA
•
Zelf gemaakte toetsen/eigen systeem (6x)
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
93
Modellen voor taal in het VO
Vraag 18 Welk systeem wordt gebruikt voor het systematisch registreren van de leerlingenresultaten van het taalonderwijs? Een ander systeem, nl… •
AMN
•
CITO + andere systemen zoals AMN en van Deviant
•
Cito, nabije toekomst: Trajectplanner
•
Database
•
DATACARE
•
Diataal (2x)
•
Digitale dossierkast
•
Docenten informeren met relevante overzichten die worden uitgeprint. Aan koppeling met SOM wordt op dit moment gewerkt.
•
Edictis
•
Educus
•
Eigen LVS (3x)
•
Eigen programma in Excel, cohort per jaargroep
•
Excel
•
Excel voor 'eigen beheer', mt, mentoren en docenten taal en Nederlands
•
Excel. In Magister is het niet mogelijk, helaas..
•
ICE
•
Kinderstafrapport
•
Lvs
•
Naast SOM worden ook de handelingsplannen gebruikt
•
Otk-b, studiemeter
•
PDF's van een Excelbestand publiceren in It's learning
•
SCORE
•
Score en Magister
•
TOA
•
Verslag CITO in dossier
•
Voor spelling en grammatica eigen methode voor thv
•
Weet niet
•
Zelf ontwikkeld
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
94
Modellen voor taal in het VO
Vraag 19 Waarvoor worden de leerlingenresultaten van het taalonderwijs gebruikt? Anders, nl… •
Aanbieden van extra opdrachten om het taalniveau te verhogen
•
Aanbieden van programma op maat
•
Bekijken of leerlingen een remediërend programma moeten volgen
•
Bijles leerlingen
•
Bijlessen
•
Controleren van prestatie afspraken
•
De gesprekken binnen de CVO.
•
Determinatie juiste niveau
•
Dit is nog in de beginfase
•
Eerste bijeenkomst omtrent gebruik uitslagen VAS-toetsen moet nog komen
•
Extra ondersteuning
•
Extra ondersteuning op taalgebied indien nodig
•
Het opbouwen van een doorgaande lijn in dezen (nog in ontwikkeling)
•
In de klas inzetten op de behoefte van een leerling op het gebied van taal
•
Indelen in groepen voor lessen leesvaardigheid en woordenschatontwikkeling
•
Invulling gedifferentieerd lesgeven
•
Leerlingen die dat nodig hebben worden geselecteerd en bijgespijkerd
•
Leerlingen moeten voor spelling en grammatica een voldoende halen; anders bijles
•
Medeargument voor extra begeleiding
•
Meenemen bij de bespreking van leerlingen in het kader van de kernvakken regeling bij overgang van 3e naar 4e klas
•
Meenemen in verandering van leerweg
•
Niet of nauwelijks
•
Nu nog wel meewegen maar volgend schooljaar niet meer, omdat lln immers 4 jaar de tijd hebben om het 2 f niveau te halen.
•
Onbekend
•
Onderdeel van IOP + IOP-gesprekken
•
Ontwikkelingsperspectieven
•
Opsporen achterstanden om die weg te werken
•
Opstellen handelingsplannen en wegwerken achterstanden.
•
Ouders volgen
•
Plannen
•
Remediëring
•
RT (2x)
•
Selecteren voor steunlessen
•
Signaleren mogelijke dyslectici, signaleren zwakke lezers
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
95
Modellen voor taal in het VO
•
Steunlessen
•
Streven naar maatwerk per leerling
•
Terugkoppeling basisscholen en mbo
•
Terugkoppeling naar mentor
•
Vaststellen niveau en resultaat t.o.v. Referentieniveaus
•
Voor indeling in maatwerkuren
•
Vorderingen tweetalig onderwijs en ondersteuningslessen taal
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
96
Modellen voor taal in het VO
Vraag 24 Welke werkzaamheden behoren tot het takenpakket van de taalcoördinator? Andere werkzaamheden, nl… •
Aanpassing kerndoelen onderbouw, alle talen, aanpassing eindtermen SO /PTA, alle talen
•
Actieonderzoek
•
Afstemming met sectie Ned.
•
Analyse resultaten VAS/CVS
•
Bezoeken informatiebijeenkomsten
•
Bijeenkomsten bijwonen bijv. ‘De brugklas leest’ in Amsterdam
•
Collega's aansturen die de afname van toetsen organiseren, onderzoekjes uitvoeren op het gebied van taal, lesinhoudelijk zaken verbeteren/organiseren
•
Docent Engels
•
Eigen uitgaven verzorgen
•
Het organiseren van de 0-1-2-3 toetsen cito
•
Informatieavonden
•
Informeren ouders
•
Maken van jaarverslag
•
Netwerk deelname locatieoverstijgend
•
Opstellen taalbeleid (in afrondende fase)
•
Opstellen taalbeleidsplan samen met teamleider
•
Opstellen van het taal/rekenbeleidsplan (passend in het schoolbeleid), korte en middellange termijnplanning opstellen i.s.m. Directie, ontwikkelen en bijstellen van de schoolvisie op taal en reken i.s.m. Directie, organiseren, voorzitten en voorbereiden van overlegmomenten om de inzet van mensen, middelen en materialen adequaat vorm te geven, bewaken van het proces van implementatie, uitvoering en borging, contact onderhouden met (regionaal) netwerk, organiseren van schoolbrede informatiebijeenkomsten over vakoverstijgend taal/rekenbeleid, afdelingshoofden/teamleiders en mentoren informeren inzake testresultaten en handelingsplannen
•
Opzetten van een taalbeleidsplan (het plan is geschreven, maar er moet voor de rest nog veel gedaan worden).
•
Opzetten van taalbeleidsplan
•
Organiseren samenwerkingsprojecten met OBA, brieven aan ouders over toetsresultaten
•
Organiseren van bijeenkomsten mbt taal in de school
•
Organiseren van naaiatelier activiteiten voor leerlingen met taalachterstanden
•
Overleg met andere taalcoördinatoren van andere vestigingen en het volgen van scholing
•
Overleg met de andere school
•
Overleg met programmamanagers
•
Overleg met taalcoördinatoren andere gymnasia
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
97
Modellen voor taal in het VO
•
Presentaties geven op congressen
•
Remedial teaching
•
Rest weet ik niet
•
Rt lessen
•
Samen met directie opstellen taalverbeterplan
•
Schrijven leesbeleidsplan, informatief praatje ouders, voorbereiden studiedag taalbeleid
•
Stukjes over taal in Weekinfo, o.a. Woordenvandeweek
•
Taalbeleidsplan schrijven
•
Voorstel voor beleid en gesprekken met SL
•
Zelf geven van de lessen Engels en Wiskunde
•
Zorgen voor draagvlak, sectie Ne informeren, motiveren.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
98
Modellen voor taal in het VO
Vraag 26 Hoe worden de uren die voor aparte taallessen in de lessentabel zijn opgenomen, verdeeld over het jaar? Een andere verdeling, nl… •
1 uur per week gedurende een periode van toetsweek tot toetsweek (ongeveer 8-9 weken)
•
1 uur taalles voor alle leerlingen en 1 uur rekenles voor alle leerlingen elke week het hele jaar door
•
1 vast uur, soms hele jaar soms 1 semester (ligt aan de jaarlaag) en blokken van 10 lessen remediërend
•
10 lesuren per jaar in klas 1, 3 (alleen havo) en 4.
•
1uur per week gedurende 6 weken
•
2 vaste uren, afwisselend reken- en taallessen
•
2 uren p.w.
•
3 keer 20 min verdeeld over de week
•
6x één uur les
•
Aparte lessen voor mondelinge taalvaardigheid (COVA), woordenschatontwikkeling en begrijpend lezen voor de hele school.
•
Buiten rooster om
•
Een extra taaluur en een extra rekenuur over het hele schooljaar
•
Een half uur iedere week
•
Eén uur per week per periode, per periode kan een leerling wel of niet ingedeeld zijn.
•
Een vast uur voor taal en een vast uur voor rekenen
•
Elke dag
•
En individuele uren
•
In het leerjaar met problemen worden er extra lessen ingezet
•
Klas 1 en 2: 4 blokken van 7 weken een half uur, havo 4: vier blokken 7 weken 70 minuten
•
Kwart jaar extra taalles
•
Leerlingen die extra hulp nodig hebben, krijgen 1 keer per week/per 2 weken individueel hulp van een docent
•
Maakt onderdeel uit van de lessen Nederlands, uur per week
•
Maatwerk
•
Na schooltijd een periode
•
NT2 taalmethodes afhankelijk van beheersen taalniveau
•
Onderdeel van basisvaardigheden voor leerlingen tot ongeveer 16 jaar
•
Ondersteuningslessen 3x per week waar de leerlingen ondersteuning kunnen krijgen voor taal, rekenen maar ook ondersteuning bij andere vakken of leergebieden
•
Op aanvraag
•
Steunlessen voor Nederlands, Engels, Wiskunde
•
Studiebegeleidinglessen á 1 uur per week, vastgelegd per periode van 6-7 weken.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
99
Modellen voor taal in het VO
•
Twee periodes in het eerste en tweede jaar
•
Twee uren per week, afwisselend voor reken- en taallessen. Dit vindt op maat plaats.....
•
Verschillend per leerjaar. Soms afwisselend taal/rekenen, soms vast uur heel schooljaar voor ieder.
•
Via steunlessen voor verschillende vakken op 1e en 8 e uur
•
Voor het 1e jaar elke week een uur taal, voor het 2e jaar een half jaar taal, voor het 3e jaar worden de lessen taal geïntegreerd in Nederlands
•
Wekelijks twee plusuren met diverse inhouden
•
Wij werken met een leerling specifiek aanbod
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
100
Modellen voor taal in het VO
Vraag 28 Wat is het doel/zijn de doelen van de aparte taallessen? Dat verschilt per afdeling…. •
Alle leerlingen basis/kader werken minimaal 20 lesuren per jaar met muiswerk
•
Bovenbouw havo/vwo extra aandacht voor schrijfonderwijs;
•
In het vmbo zijn geen steunlessen, maar staan extra uren rekenen/taal op het rooster
•
Op de Mavo afdeling is dit structureel op de andere afdelingen n.a.v. Uitval op de testen
•
Remediëren gebeurt alleen in onderbouw en met name in de lwoo klassen en voor de lwoo leerlingen niet geplaatst in lwoo klas ivm hoog niveau
•
Vmbo bk zie boven voor mhv-leerlingen kleine groepjes die in de onderbouw hulp krijgen.
•
Vmbo: bijspijkeren havo/vwo: lln. Zijn met taal/rekenen bezig in projectvorm- meer uitdaging
•
Vmbo: voornamelijk remediëren op het gebied van technisch lezen
•
Weet niet
Vraag 28 Wat is het doel/zijn de doelen van de aparte taallessen? Een ander doel, nl… •
Delf, Goethe, Cambridge
•
Er was een uur over en dat wordt nu gebruikt voor taal
•
Hardnekkigheidcriterium dyslexie
•
Leesmotivatie verhogen, taalvaardigheid ontwikkelen
•
Nog te onduidelijk wat er gebeurt
•
Oefenen op begrijpend lezen
•
Ook de goede leerlingen uitdagen
•
Op peil /houden van kennis
•
Sociale (zelf)redzaamheid
•
Taalvaardigheid vergroten door gevarieerde didactiek. Niet meer van hetzelfde maar ander invalshoek en didactiek
•
Verbeteren niveau
•
Vrij lezen; ieder leerjaar 1 uur per week verplicht
•
Wij zijn een taalschool waar communicatie centraal staat.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
101
Modellen voor taal in het VO
Vraag 30 Op welke andere manieren wordt er nog meer aandacht besteed aan taal? Anders, nl… •
Aandacht voor schooltaal in vaklessen
•
Alle verslagen die leerlingen maken
•
Andere dingen incidenteel
•
Bibliotheekactiviteiten
•
Bibliotheekbezoek
•
Bibliotheekbezoek, Jonge Jury project
•
Bijspijkeruur
•
Contest-wedstrijd in het Engels
•
Creatief schrijven, Delf, Goethe, Cambridge
•
Cultuurdag: Poëzieworkshop, Klas 3: Poëziewedstrijd; Klas 2: Jonge Jury; bovenbouw: Debat
•
Cultuurfestival, debatwedstrijd
•
De HIT (poëzie wedstrijd)
•
De Jonge jury, Groningse les
•
Debating, presenteren
•
Debatteren (2x)
•
Debatwedstrijden
•
Deelname aan 'poëzierevue'
•
Deelname aan "wedstrijden"die met taal te maken hebben
•
Deelname aan debatten
•
Deelname Inktaap, schoolkrant
•
Deelname VERS
•
Deutsch olympiade; opstelwedstrijd Alliance Française; Dag van de Literatuur; (inter)nationale debatten; gymnasiale olympiade klassieke talen; Cambridge Engels, Delf Frans, Goethe Duits; Nederlands Plus is in ontwikkeling
•
Dichtwedstrijden
•
Dictee
•
Dictee voor iedereen, vrij lezen tijdens lessen en waarneemuren
•
Dictee wedstrijd
•
Doe maar dicht maar- week van de liefde(poëzie)
•
Dyslexiebegeleiding
•
Een verplicht leesuur per week voor iedere klas
•
Gedichten op muren project Veenendaal
•
Gedichten schrijven wedstrijd
•
Gedichten wedstrijd
•
Gedichtendag
•
Gedichtendag (hv3), Avond van de poëzie (v6), leesblogs (v5)
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
102
Modellen voor taal in het VO
•
Groepslezen
•
Groot dictee (2x)
•
Groot dictee voor groep 8 leerlingen binnen onze school
•
Groot Leerparkdictee met andere scholen VO
•
Het jaarlijks dictee (4e klassers, schoolbreed)
•
Jonge Jury
•
Krant in de klas
•
Krant lezen
•
Kringgesprekken
•
Leesboek mee in schooltas en lezen na toetsen
•
Leesdossier
•
Leesproject
•
Lezen aan het begin van de les
•
Lezen heeft een grote prioriteit gekregen. Leerlingen hebben altijd een boek bij zich en lezen in ieder vak als er gelegenheid voor is (bijv. Na een toets)
•
Lezen op school, bezoek bibliotheek, leespromotie
•
Logopedielessen en bezoek aan de bibliotheek.
•
Meedoen aan de Jonge Jury, Gedichtendag e.d.
•
Meedoen aan wedstrijden, bij andere vakken aandacht voor het Nederlands, incidenteel schrijver op school - verhaal leren schrijven
•
Muiswerk
•
Naschoolse activiteit lezen en creatief schrijven
•
Nieuwsbegrip, Veel leesboeken aangeschaft.
•
Op onze school is drama een vak dat elke leerling kan kiezen, ook als examenvak. Daar speelt taal een grote rol.
•
Per thema wordt er een boek gelezen. Ook wordt er per thema een fout die vaak gemaakt wordt bij taal centraal gesteld bij ieder vak
•
Periodeonderwijs
•
Periodeonderwijs: lln maken eigen "boeken" voor elk vak
•
Poetry slam
•
Poëzieproject, presentaties van projecten
•
Poëzie festival
•
Poëzie wedstrijd
•
Poëziedagen, verhalenwedstrijd
•
Poëzieproject en andere projecten
•
Poëzieproject en nog andere projecten bij sectie Nederlands
•
Poëzieprojecten
•
Poëzieworkshops etc
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
103
Modellen voor taal in het VO
•
Posterproject
•
Project Vrij Lezen
•
Projectdag "Ik hou van Hollands"
•
Projecten
•
Reteaching
•
RT
•
School der Poëzie
•
Schooldictee (2x)
•
Schooldictee; voor brugklas voorleeswedstrijd;
•
Schooltaalwoordenlijst
•
Schrijfwedstrijd Radboud universiteit
•
Schrijvers in de Bibliotheek, De Weddenschap
•
Spelling en formuleren Nederlands meewegen bij toetsing andere talige vakken
•
Spraakwaterfestival
•
Steunlessen en RT lessen
•
Taal in de vakken: hoofdonderwijs
•
Taaldorp
•
Taaldorp bijv.
•
Taaldorp/taaldag
•
Taalgerichte aanpak
•
Taalolympiade
•
Taalsyllabus voor iedereen, vakwoordenlijst en taalsticker op inleverwerk bij alle vakken
•
Taalwedstrijden
•
Technisch leestraining
•
Theater (donkere kamer van Damocles) V4, literatuur/theaterproject onmogelijke liefde V5, opvanglessen poëzieproject klas 1 en 2
•
Thema,s
•
Uitjes leerlingen naar OBA of Lett. Museum of Muscom.
•
Vakkenspreekuur, afstemming afspreken met andere vakken over onderdelen van taal, zoals samenvatten e.d.
•
Vakoverstijgend aandacht voor het strategisch lezen van zakelijke teksten
•
Verhalenvertellers (Donderelf)
•
Voorleeswedstrijd, debat
•
Vrij lezen na een toets
•
Werken aan langere taalopdrachten (tekstverklaring)
•
Zaterdag- + vakantielessen
•
Zelfgeschreven gedichten voordragen
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
104
Modellen voor taal in het VO
Vraag 31 Zijn er afspraken gemaakt over de volgende onderwerpen? Anders, nl… •
Afspraken omtrent het meetellen van spelfouten bij alle vakken
•
Alles sectiebreed
•
Bovengenoemde antwoorden gelden voor mijn vak (Engels), voor NE weet ik het niet.
•
Elke docent taaldocent
•
Gebruik schoolwoorden, zoals bv uniformiteit in opgeven huiswerk
•
Informatievaardigheden
•
Lay-out van toetsen
•
Leerlingen in de onderbouw lezen tijdens tussenuren in een boek van de schoolbibliotheek
•
Leesstrategieën
•
Nadruk ligt op Engelse taalverwerving
•
Staat in de kinderschoenen
•
Taalrijk vakonderwijs
•
We hebben een stijlboek voor alle docenten
•
Wel mee bezig, maar schoolbreed? We hebben veel vestigingen
•
Wel schoolbrede afspraken op het gebied van bronnen verwerken/schrijven van werkstukken en presenteren. Waarschijnlijk houdt niet iedereen zich daaraan, dat is een natuurlijk een lang proces voordat dat bereikt is...
•
Wijze van vragen stellen in les
•
Woordenschatdidactiek (2x)
•
Zit in het vak Nederlands, het profielwerkstuk en is onderdeel bij de meeste andere vakken
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
105
Modellen voor taal in het VO
Vraag 32 Kunt u het programma voor leerlingen die zwak zijn in taal omschrijven? •
Allerlei verschillende methodes
•
Als na screening in de brugklas blijkt dat een leerling taalsteun nodig heeft, komt hij of zij in aanmerking voor rt. Als uit de toetsresultaten van diataal blijkt dat een leerling tot de zwakste 25% lezers behoort, wordt leerlingen uit klas 1, 2 en havo 4 geadviseerd steunlessen leesvaardigheid/woordenschat te volgen.
•
Bijlessen Nederlands worden gegeven en verrijkingsuren worden ontwikkeld
•
Claroread
•
Computerprogramma Muiswerk voor thuis- en schoolgebruik
•
Deviant
•
Diaplus
•
Diaplus en muiswerk, (nog) niet door alle zwakke lln gebruikt
•
Diaplus n.a.v. De resultaten van Diatekst voor leerlingen in klas 1 en V4 (materiaal voor klas 3). Boekjes van uitgeverij Pak om zwakke spellers te remediëren.
•
Diataal (2x)
•
Diatekst en Diawoord
•
Digitale methode: praktische stroom
•
Diverse versies van Muiswerk en Score.
•
Door middel van RT in de onderbouw.
•
Dyslexiecoach die spellingzwakke en dyslectische lln bijles geeft
•
Eigen materiaal (2x)
•
Eigen ontwikkelde leergang voor spelling en grammatica, posterproject voor thv en het digitale programma Muiswerk
•
Eigen ontwikkelde lespakketten, die aansluiten bij het probleem van de leerling.
•
Enkele leerlingen werken met Kurzweiler en één leerling heeft een omzet programma taal naar verbaal...
•
Er is een dyslectiecoördinator en een zorgteam; die beide zorgen ervoor dat lln. die taalzwak zijn de beschikking krijgen over hulpmiddelen, extra tijd bij toetsen en/of lees(strategie)training.
•
Er is een remedial teacher beschikbaar
•
Er zijn leerlingen die niet lezen, zij leren gebruik te maken van pictogrammen, alles is dan gericht op de zelfredzaamheid in de maatschappij
•
Eventueel rt
•
Extra aandacht voor woordenschat en spelling.
•
Extra bijles
•
Extra oefenen met teksten/vragen en extra opdrachten maken voor woordenschatuitbreiding.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
106
Modellen voor taal in het VO
•
Extra ondersteuning in de klas tijdens Nieuwsbegrip, taalzwakke leerlingen werken dan in een klein groepje met extra ondersteuner
•
Extra taallessen in keuzeband
•
Extra uur les
•
Geen idee hoe het programma heet
•
Groeps remedial teaching
•
Hulplessen
•
Ik weet de naam even niet
•
In de onderbouw de zogenaamde topuren, vooral voor leesvaardigheid en woordenschat.
•
In kleine groepjes training op het gebied begrijpend Lezen
•
In ontwikkeling
•
In samenwerking met de rt docent wordt dan met wisselende programma's een handelingsplan gemaakt en uitgevoerd (oa door stagiaires pedagogiek
•
Incidentele NT-2 hulp na schooltijd
•
Keuze werktijd, extra programma spelling, rt voor dyslecten
•
Kurzweil (3x)
•
Leerlingen kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan de begeleidingsklas
•
Leerlingen met dyslexie kunnen werken met een cd-rom waarop alle tekst en opdrachten uit het boek wordt voorgelezen. De leerling mag dit ook in de les gebruiken. Daarnaast hebben we 3 verschillende leesgroepen.
•
Leerlingen met Vmbo-k advies krijgen de eerste 2 leerjaren taalvaardig (60 minuten per week).
•
Leesboeken op allerlei niveaus
•
Leesgroepen, hulp bij planning en aparte hulp voor dyslectische leerlingen. Programma: muiswerk
•
Leespraat
•
Lln. die uitvallen bij CVS worden doorgetest met Muiswerk, wie echt zwak blijkt te zijn (een heel kleine minderheid) krijgt handelingsplan en individuele begeleiding van vakdocent en/of taalcoach.
•
Met name voor cumi leerlingen
•
Methode de haan, diataal
•
Muiswerk online
•
Muiswerk (30x)
•
Muiswerk als RT instrument. De leerlingen zijn bij ons getoetst (Drempeltoets en VAS toets) en worden op niveau ingedeeld. Alleen de leerlingen met een meer dan gemiddelde leerachterstand krijgen RT
•
Muiswerk en steunlessen
•
Muiswerk en/of Nieuwsbegrip
•
Muiswerk taalzee nieuwsbegrip
•
Muiswerk voor Brugklasleerlingen die bijles nodig hebben.
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
107
Modellen voor taal in het VO
•
Muiswerk, digitaal programma voor spelling, woordenschat en begrijpend lezen
•
Muiswerk, dit programma differentieert op het gebied van spelling, lezen en woordenschat en heeft een remediërende functie. De leerlingen volgen dit programma onder begeleiding van een remedial teacher.
•
Muiswerk, nieuws begrip, Nedercom
•
Muiswerk, NT2 taalmenu, Oefenen.nl
•
Muiswerk, opniveauonline.nl
•
Muiswerk, Taalkist
•
Muiswerk, Zuid Vallei, Nieuwsbegrip
•
Muiswerk. Programma dat lln. op school en thuis kunnen oefenen.
•
Nedercom en Nieuwsbegrip
•
Nieuwsbegrip (13x)
•
Nieuwsbegrip en Muiswerk
•
Nieuwsbegrip en zelf uitgezochte delen van methodes.
•
Nieuwsbegrip XL
•
Nieuwsbegrip, Diataal, eigen materiaal
•
Nieuwsbegrip, Muiswerk
•
Nieuwsbegrip, oefenboekjes van uitgever Pak op gebied van woordenschat, stijl en spelling
•
Nieuwsbegrip. XL, juf melis, Ambrasoft
•
Nt2
•
O.a. Nieuwsbegrip
•
Oefenprogramma Muiswerk tijdens enkele mentorlessen.
•
Ondersteuning bij leesstrategieën of bij schrijven (met name verwoordingproblematiek)
•
Ondersteuning individueel of in groepen en NT2
•
Op weg naar 1F
•
Programma's op maat.
•
Programma voor dyslectische leerlingen, individuele extra begeleiding
•
Remediale programma's (o.a. Muiswerk)
•
Remediërende cursussen als memoriseren, spelling, begrijpend lezen, leerstrategieën
•
Remediërend materiaal van Diaplus
•
Remediërende lessen in brugklas
•
Rijk lezen, actuele teksten waar leerlingen vervolgens over gaan praten.
•
RT (7x)
•
RT/Muiswerk/bijlessen tijdens KWT/
•
RT: oefenen met o.a. Muiswerk, Diaplus, Nieuwsbegrip.
•
Score (basisacademie) (2x)
•
SCORE, maar dat gebruiken we voor iedereen. Het tempo verschilt.
•
Spellingklas, evt. Bijles in banduur, taal(en reken-) kist met opdrachten
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
108
Modellen voor taal in het VO
•
Sprint
•
Sprint+
•
Sprintlessen: minimaal 1 keer en maximaal 2 keer in de week volgen taalzwakken deze lessen (staan in het lesrooster)waarin ze ondersteuning krijgen met een methode (ik weet niet precies welke)
•
Steunles taal in klas 1
•
Steunlessen bij NL
•
Steunlessen, en in het vmbo uiteraard aangepaste didactiek.
•
Steunlessen, met behulp van bv. Muiswerk
•
Taal de Baas en Taalperfect
•
Taal kist en d-uren
•
Taalcoaches (voor dyslectische leerlingen en taalzwakke leerlingen); volgens mij alleen in brugklas; men gebruikte muiswerk, maar is nu volgens mij op een andere wijze ermee bezig
•
Taalondersteuningslessen
•
Taalperfect diataal
•
Taalperfect. Hiermee kunnen leerlingen op vier onderdelen hun niveau van het Nederlands bij te spijkeren.
•
Taalzwakke leerlingen worden bijgespijkerd bij remedial teaching. Er zijn hier diverse digitale programma's voor in gebruik.
•
Technisch lezen oefenen, begrijpend lezen, muiswerk
•
Tijdens de taalondersteuning kunnen docenten die begeleiden er gebruik van maken. Dit gebeurt niet altijd.
•
Tio
•
Verlengde instructie, meer individuele ondersteuning op zwakke punten binnen klassenverband
•
Via remedial teaching, zorgcoördinatoren
•
Via rt (methode weet ik niet)
•
Voor spelling: 'Spel correct' (uitg. Die Keure)
•
We hebben in de basisleerweg geëxperimenteerd met "taal de baas" en met "score"
•
We hebben vorig jaar middels diataal getoetst op leerlingen die taalzwak zijn/waren. Of daar vervolgens een vervolgtraject is opgestart weet ik niet.
•
We verkennen momenteel het programma SCORE
•
Weet niet
•
Wel een dyslexieprotocol. Ook extra ondersteuninngslessen. Huiswerkklas.
•
Wordt verzorgd door de RT
•
Wrts
•
Zuid Vallei en Nieuwsbegrip
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
109
Modellen voor taal in het VO
Vraag 33 Kunt u het programma voor leerlingen die sterk zijn in taal omschrijven? •
Cambridge Engels
•
Cambridge Engels, Goethe Duits, Delf Frans en Nederlands Plus is in ontwikkeling
•
Creatief schrijven, Goethe, Cambridge, Delfcertificaten, uitdagingsprojecten (META), pwswedstrijden
•
Debatwedstrijden
•
Delf, Goethe, Cambridge
•
Deze lln. worden gestimuleerd om deel te nemen aan zgn talige projecten
•
Diaplus is aangeschaft, maar het gebruik is nog niet in kaart gebracht
•
Diataal xl
•
Differentiatie in de vaklessen
•
Eigen materiaal
•
Extra lessen
•
Hoogbegaafdenonderwijs
•
IJsbreker plus op koers
•
In de 40 minutenband werken we met verrijking woordenschat voor H/V leerlingen.
•
Leerlingen kunnen op een hoger niveau werken
•
Met name gericht op leerlingen die sterk zijn in Engels. Projectmatig werk in kader van BPS
•
Mogelijkheid om lessen te missen en andere uitdagende dingen te onderzoeken; meedoen aan spreekwedstrijd
•
Muiswerk (3x)
•
Muiswerk en Score
•
Nieuwsbegrip
•
Nieuwsbegrip hoger niveau, juf melis
•
Nieuwsbegrip op hoger niveau - bao groep 6.
•
O.a. Nieuwsbegrip
•
Oefenmateriaal op hoger niveau van Diaplus
•
Plusprojecten
•
Poëzie ne upgrade
•
Projecten uit VIA B2 of havo stof
•
Schoolkranten en tutorcursus, waarbij de betere leerling opgeleid wordt om tutees te ondersteunen bij het schrijven van teksten/verslagen e.d.
•
Tio
•
Tio, maar dat is ook geschikt voor leerlingen die niet speciaal sterk zijn in taal.
•
Verdiepings- en verrijkingsstof
•
Verdiepingsstof
•
Voor MTV alle soorten certificaten
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
110
Modellen voor taal in het VO
Vraag 34 Welke van de onderstaande lesmaterialen worden ingezet bij het taalonderwijs? Ander materiaal, nl… •
7days, tiptoets
•
Bibliotheek NE en EN op school
•
Boeken boeien
•
Boekjes van uitgeverij Pak
•
Clearoread
•
Communicatielessen aan de hand van methodes en doelen per leerling
•
Digitale klas (mavo)
•
Digitale programma's
•
Dit weet ik niet; ik ben schoolleider
•
Extra spellingboekje "Vlekkeloos Nederlands"
•
Goed Gebekt
•
Got it als proef
•
Gymnasiaal materiaal
•
Het programma score van de basisacademie
•
In de bovenbouw krantenartikelen uit kwaliteitskranten
•
Krant in de klas, overstijgende projecten met CKV
•
Leesboeken ism bibliotheek
•
Leesdok van de CED-groep
•
Leespraat
•
Lijsters
•
Materiaal CPS voor leerlingen met lees- en spellingproblemen
•
Mij niet bekend (2x)
•
N.B. Niet ieder team gebruikt alles.
•
Nedercom
•
Nieuwsbegrip
•
Nieuwsbegrip XL
•
Nt2-materiaal
•
Onbekend
•
Posterproject
•
Route 2F
•
Score (basisacademie) (3x)
•
Taalkaarten van Taalkist
•
Taalkist
•
Taalperfect (2x)
•
Taaltoetsvo.nl
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
111
Modellen voor taal in het VO
•
We gaan materiaal van diataal bekijken naast de lesmethode
•
Weet niet (3x)
•
Woordenboeken
•
Www.beterspellen.nl
•
Zuid Vallei
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
112
Modellen voor taal in het VO
Vraag 36 Uit welke middelen worden de kosten voor lesmaterialen voor het taalonderwijs betaald? Andere middelen, nl… •
Bijdrage ouders
•
Bijdragen van de Ouderraad
•
Boekenfonds
•
ESF
•
Geen idee, daar houd ik me absoluut niet meegezogen!
•
Kwaliteitszorg
•
Lwoo-gelden en gelden die bovenschools worden vrijgemaakt
•
LWOO (2x)
•
Mediatheek, sectie
•
Onderwijstijdverlenging (voor achterstandsleerlingen die al op de basisschool in dit project zaten)
•
Ouderbijdrage (4x)
•
Project gemeente
•
Projectgelden
•
Rugzakjes
•
Schoolfonds
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
113
Modellen voor taal in het VO
BIJLAGE – Vergelijking tussen scholen
Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO – april 2013 – DUO Onderwijsonderzoek
114
Scholen met breed gedragen visie op taal
Scholen met een vastgesteld beleidsplan voor
Scholen met aparte taallessen in de lessentabel
taal
% scholen met breed gedragen visie op taal
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
---
---
54%
22%
43%
26%
% scholen met vastgesteld beleidsplan voor taal
67%
33%
---
---
51%
36%
Schooltype zelfstandig vmbo
24%
13%
22%
13%
23%
7%
Schooltype vmbo (onderdeel ROC/AOC)
9%
6%
8%
6%
9%
4%
Schooltype SG mavo(vmbo-t)/havo
2%
2%
2%
2%
2%
1%
Schooltype SG mavo(vmbo-t)/havo en vwo
16%
27%
16%
29%
20%
28%
Schooltype SG vmbo (breed)/havo en vwo
36%
30%
36%
29%
26%
42%
Schooltype SG havo/vwo
10%
20%
15%
17%
18%
13%
Schoolgrootte: 200 leerlingen of minder
8%
3%
3%
6%
4%
6%
Schoolgrootte: 201 – 500 leerlingen
27%
18%
24%
19%
24%
16%
Schoolgrootte: 501 – 750 leerlingen
19%
17%
20%
16%
19%
15%
Schoolgrootte: 751 – 1000 leerlingen
12%
18%
15%
16%
16%
15%
Schoolgrootte: meer dan 1000 leerlingen
33%
45%
39%
43%
37%
48%
Ja
39%
29%
41%
26%
35%
29%
Nee, 75% of meer
22%
11%
19%
12%
16%
13%
Nee, 50% tot 75%
15%
16%
11%
19%
15%
16%
Nee, 25% tot 50%
10%
19%
15%
17%
14%
19%
Nee, minder dan 25%
10%
16%
11%
16%
15%
12%
Taalcoördinator (65%) Schoolleider (63%)
Taalcoördinator (62%) Schoolleider (56%)
Taalcoördinator (71%) Schoolleider (65%)
Taalcoördinator (56%) Schoolleider (54%)
Taalcoördinator (69%) Schoolleider (65%)
Taalcoördinator (54%) Schoolleider (50%)
% scholen dat ouders informeert over taalonderwijs
64%
55%
67%
51%
66%
47%
% scholen dat systematisch leerling-resultaten
86%
73%
90%
67%
84%
67%
Alle docenten geïnformeerd over inhoud?
Meest frequent betrokken functionaris bij opstellen beleid taalonderwijs: -1 -2
taalonderwijs volgt % scholen dat systematisch leerling-resultaten taalonderwijs registreert Gemiddeld aantal klokuren aanstelling taalcoördinator (jaarbasis) - taalcoördinator Gemiddeld aantal klokuren aanstelling taalcoördinator (jaarbasis) - overig Gemiddeld aantal klokuren besteed door taalcoördinator (per week) - taalcoördinator Gemiddeld aantal klokuren besteed door taalcoördinator (per week) – overig
90%
82%
87%
84%
86%
85%
75 uur
80 uur
82 uur
75 uur
76 uur
85 uur
74 uur
84 uur
72 uur
89 uur
75 uur
87 uur
8 uur
15 uur
15 uur
10 uur
12 uur
15 uur
19 uur
13 uur
17 uur
13 uur
15 uur
17 uur
% scholen MET aparte taallessen in de lessentabel
73%
55%
69%
55%
---
---
% scholen ZONDER aparte taallessen in de lessentabel
27%
45%
31%
45%
---
---
- Vast uur aparte taallessen hele schooljaar
54%
48%
56%
45%
50%
- Vast uur hele schooljaar afwisselend taal/rekenen
22%
18%
17%
22%
20%
- Om de week een uur
0%
1%
1%
6%
0%
- Uren verdeeld in blokken over vaste periode
6%
10%
11%
20%
Wijze waarop aparte taallessen in lessentabel zijn opgenomen
Top 3 doelen aparte taallessen: -1 -2 -3 % scholen waar in andere vakken expliciet aandacht besteed aan taal % scholen dat naast taal- en vaklessen en extra taallessen op andere manier aandacht besteed aan taal % scholen met speciaal programma voor leerlingen die zwak zijn in taal % scholen met speciaal programma voor leerlingen die sterk zijn in taal Gemiddelde kosten voor alle lesmaterialen voor het taalonderwijs (2012-2013) Gemiddelde kosten bij-/nascholing docenten Nederlands (2011-2012)
− Remediëren: lezen − Oefenen kennis en vaardigheden − Remediëren: woordenschat
− Remediëren: lezen − Remediëren: spelling − Oefenen kennis en vaardigheden
− Remediëren: lezen − Oefenen kennis en vaardigheden − Remediëren: woordenschat
− Remediëren: lezen − Oefenen kennis en vaardigheden − Remediëren: spelling
---
8% − Remediëren: lezen − Oefenen kennis en vaardigheden − Remediëren: spelling
---
35%
20%
34%
18%
27%
23%
73%
65%
72%
65%
69%
67%
52%
49%
56%
45%
53%
46%
16%
7%
13%
9%
12%
9%
€ 81,--
€ 87,--
€ 70,--
€ 97,--
€ 91,--
€ 75,--
€ 346,--
€ 433,--
€ 404,--
€ 395,--
€ 435,--
€ 338,--
Gemiddelde kosten bij-/nascholing vakdocenten (2011-
€ 458,--
€ 527,--
€ 410,--
€ 652,--
€ 466,--
€ 568,--
€ 811,--
€ 819,--
€ 862,--
€ 749,--
€ 851,--
€ 720,--
24%
19%
24%
18%
24%
17%
€ 11.250,--
€ 13.803,--
€ 15.342,--
€ 9161,--
€ 14.220,--
€ 8031,--
% Schoolbrede afspraken over leesdidactiek
19%
8%
17%
8%
15%
8%
% Schoolbrede afspraken over taalverzorging (spelling)
25%
8%
23%
8%
16%
12%
% Schoolbrede afspraken over formuleren bij toetsen
21%
5%
17%
6%
12%
9%
21%
10%
22%
8%
16%
11%
% Schoolbrede afspraken over presenteren
18%
11%
21%
7%
14%
12%
% Schoolbrede afspraken over luisteren
11%
4%
11%
3%
6%
6%
2012) Gemiddelde kosten bij-/nascholing Taalcoördinatoren (2011-2012) % scholen dat nav invoering Referentieniveaus extra kosten hebben gemaakt voor hardware Gemiddelde kosten aanschaf hardware
% Schoolbrede afspraken over schrijven (bij werkstukken bijv.)