Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid van de verloskundige praktijk met als uitgangspunt de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding
Zorg voor borstvoeding certificering Postbus 2047 2930 AA Krimpen aan de Lek
2014 1 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding
Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid van de verloskundige praktijk
Inhoudsopgave Inleiding Analyse van de huidige situatie (0-meting) Vuistregel 1 Vuistregel 2 Vuistregel 3 Vuistregel 4 Vuistregel 5 Vuistregel 6 Vuistregel 7 Vuistregel 8 Vuistregel 9 Vuistregel 10 Evaluatie van het beleid
3 4 5 6 7 7 8 9 10 10 10 11 12
Bijlagen te downloaden op www.zorgvoorborstvoeding.nl Bijlage 1: Voorbeeld van een checklist voor borstvoeding in de kraamtijd Bijlage 2: Voorbeeld van een evaluatieformulier voor cliënten Bijlage 3: Voorbeeld van inhoud en fasering van de prenatale voorlichting over borstvoeding Bijlage 4: Vragenlijst over borstvoeding voor aanstaande ouders Bijlage 5: Voorbeeld voorlichtingsposter voor cliënten Bijlage 6: Vragenlijst zuigelingenvoeding Bijlage 7: Borstvoedingsbeleid verloskundige praktijk, een voorbeeld
2 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding
Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid met als uitgangspunt de Tien Vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding (UNICEF/WHO)
Inleiding Zorg voor Borstvoeding certificering beoogt een bijdrage te leveren aan de verbetering van de kwaliteit van voorlichting en begeleiding bij borstvoeding. Borstvoeding draagt in belangrijke mate bij aan de gezondheid van kinderen. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat borstgevoede kinderen zich beter ontwikkelen dan kinderen die kunstmatige zuigelingenvoeding krijgen. Zo’n 80% van de vrouwen begint met borstvoeding, maar dit percentage daalt snel. De WHO en UNICEF hebben in 1989 de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding opgesteld en deze uitgewerkt in een programma: het Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI). Zorg voor borstvoeding certificering informeert instellingen in de gezondheidszorg over deze vuistregels en adviseert en begeleidt bij de implementatie. Wanneer de werkwijze van voldoende hoge kwaliteit is, kan een Eerste Audit plaatsvinden. Deze is gebaseerd op de Internationale Criteria voor het BFHI. Voldoende beoordeling leidt tot het internationale WHO/UNICEF-certificaat Zorg voor Borstvoeding. Het BFHI richt zich in eerste instantie op gezonde voldragen pasgeborenen en hun moeders. Het implementatieproces is een planmatige manier om resultaten van onderzoek naar bewezen effectieve interventies in te voeren. Veranderingen in beleid gaan niet vanzelf; het is een proces dat een investering vergt in verspreiding van kennis, in vertaling naar concrete maatregelen, en in invoering van die maatregelen. Als handvat voor implementatie van de Tien vuistregels hebben wij een Model plan-van–aanpak ontwikkeld. Centraal in dit Model plan-van-aanpak staan de Tien vuistregels. Daaraan voorafgaand benoemen we de voorbereidingen voor implementatie ervan in de paragraaf ‘Analyse van de situatie en nulmeting’. Het geheel wordt afgesloten met een opsomming van activiteiten die van belang zijn voor een goede evaluatie van het gevoerde beleid. Per onderdeel van het gehele traject wordt een aantal aandachts- of actiepunten geformuleerd, met daarachter vier kolommen, te weten: middelen, wie, wanneer en kosten. U zult zien dat in de kolom ‘middelen’ een en ander is ingevuld; het zijn reeds ontwikkelde producten of voorbeelden daarvan, die u ten dele als bijlage vindt toegevoegd aan dit document. Uiteraard dient alles naar de eigen praktijk vertaald te worden en is aanpassing daarom vaak gewenst. In tal van verloskundigenpraktijken is al veel ontwikkeld; maak waar mogelijk gebruik van elkaars expertise en materiaal. Zorg voor borstvoeding certificering heeft door haar contacten met (gecertificeerde) instellingen goed zicht op ontwikkelingen en publiceert hierover regelmatig in ‘Goed Gevoed’.
3 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding
Acties Analyse van de huidige situatie (0-meting) 0.1. oprichten van/deelnemen aan werkgroep borstvoeding (intern of transmuraal) of vaststellen wie van de collega’s contactpersoon borstvoeding is (intern en extern)
Middelen
0.2. verzamelen borstvoedingscijfers (bij start en ontslag zorg)
vragenlijst zuigelingenvoeding (bijlage 6)
0.3. inventarisatie huidige situatie van de borstvoedingsbegeleiding
Criteria en Interne Beoordeling voor de verloskundige praktijk www.zorgvoorborstvoeding.nl
Wie
Wanneer
Kosten
0.4. onderzoek naar afspraken/contracten met babyvoedingsindustrie
4 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding
Acties Middelen 1. Vuistregel 1 Een beleid t.a.v. borstvoeding op papier hebben, dat standaard bekend wordt gemaakt aan alle betrokken medewerkers 1.1. vaststellen beleidsplan waarin zijn opgenomen: de 10 vuistregels, beschrijving huidige situatie, borstvoedingscijfers, doelstelling, actieplan en procedure om de effectiviteit van beleid te evalueren 1.2. vaststellen borstvoedingsbeleid, waarin een borstvoedingsbeleid verloskundige aantal zaken minimaal is vastgelegd praktijk, een voorbeeld (bijlage 7)
1.3. cliënten in alle uitingen (schriftelijk, voorlichtingsbijeenkomsten) informeren over het borstvoedingsbeleid in begrijpelijke taal
Wie
Wanneer
Kosten
voorbeeld voorlichtingsposter voor cliënten (bijlage 5)
1.4. eerste en tweede lijnsvoorzieningen op de hoogte stellen van het nieuw gevoerde borstvoedingsbeleid, inclusief (regionale) borstvoedingsorganisaties 1.5. informeren contactpersonen babyvoedingsindustrie 1.6. screenen beschikbaar foldermateriaal, eigen materiaal herzien of nieuw ontwikkelen
1.7. continuïteit waarborgen (zie ook paragraaf
folders borstvoedingorganisaties en Zorg voor borstvoeding certificering folder ‘2 x 10 dingen die je moet weten over borstvoeding’ evaluatieformulier (bijlage 2), 5 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding
over evaluatie, blz 11) Acties 2. Vuistregel 2 Alle betrokken medewerkers leren de vaardigheden aan, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dat beleid 2.1
2.2
borstvoedingswerkgroep (E.4) Middelen
Wie
Wanneer
Kosten
implementatie van de planning en het (nieuwe) borstvoedingsbeleid, waarin is vastgelegd hoe alle medewerkers geïnformeerd worden en hoe de uitvoering bewaakt wordt scholingsplan ontwikkelen
2.3
uitvoering (interne) scholing; deze scholing is verplicht
2.4
vastleggen inwerkprogramma nieuwe medewerkers, scholing binnen zes maanden na indiensttreding
2.5
bijhouden kennis, uitwisseling praktijkervaringen, nieuwe inzichten
6 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding
Acties 3 Vuistregel 3 Alle zwangere vrouwen worden voorgelicht over de voordelen en de praktijk van borstvoeding geven
Middelen
3.3
vastleggen inhoud en fasering van prenataal voorbeeld van inhoud en fasering gegeven voorlichting van de prenatale voorlichting over borstvoeding (bijlage 3)
3.4
vastleggen prenatale gegevens
vragenlijst over borstvoeding voor aanstaande ouders (bijlage 4)
3.5
samenstellen pakket met informatie over beleid instelling t.a.v. borstvoedingsbegeleiding, voordelen van borstvoeding, praktijk borstvoeding geven, borstvoeding en een baan, nuttige adressen (zie 1.6)
informatiepakket a.s. ouders, maak gebruik van folders van de borstvoedingsorganisaties
Acties 4 Vuistregel 4 Moeders worden binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen met borstvoeding opnemen in borstvoedingsbeleid, (bij)scholingsprogramma en prenatale voorlichting
Middelen
Wie
Wanneer
Kosten
Wie
Wanneer
Kosten
7 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding
Acties 5 Vuistregel 5 Aan vrouwen wordt uitgelegd hoe ze hun baby aan moeten leggen en hoe zij de melkproductie in stand kunnen houden, zelfs als de baby van de moeder gescheiden moet worden opnemen in borstvoedingsbeleid en (bij)scholingsprogramma 5.3 keuze bepalen voor merk(en) kolven, die geadviseerd worden
Middelen
5.4
cliëntinformatie over kolven, bewaren van moedermelk en keuze kolfapparatuur
schriftelijk foldermateriaal, adreslijst
5.5
kolf-en/of voedingsbeleid voor eigen personeel schriftelijk vastleggen, faciliteiten verstrekken
Wie
Wanneer
Kosten
8 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding
Acties 6 Vuistregel 6 Pasgeborenen krijgen geen andere voeding dan moedermelk, noch extra vocht, tenzij op medische indicatie 6.1
6.2
6.3
6.4
Middelen
Wie
Wanneer
Kosten
algemene medische indicaties voor noodzakelijke bijvoeding zijn vastgelegd; bij geven van bijvoeding wordt het beleid in overleg met de kraamverzorgende vastgelegd in dossier/zorgplan alle vervangingsmiddelen voor moedermelk, inclusief specialistische producten worden gekocht. De maximale korting is 20%. Er wordt geen gratis zuigelingenvoeding verstrekt er wordt op geen enkele manier reclame gemaakt voor kunstmatige zuigelingenvoeding in de contacten met ouders, noch in schriftelijke uitingen van de instelling. De WHO Code en de Warenwetregeling Zuigelingenvoeding wordt nageleefd vertegenwoordigers van de babyvoedingindustrie worden op de hoogte gesteld van het gevoerde beleid. Er is één aanspreekpunt
9 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding
Acties Middelen 7 Vuistregel 7 Moeder en kind mogen dag en nacht bij elkaar op een kamer blijven opnemen in beleidsplan, (bij)scholingsprogramma en prenatale voorlichting
Wie
Wanneer
Kosten
8 Vuistregel 8 Borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd opnemen in beleidsplan, (bij)scholingsprogramma en prenatale voorlichting 9 Vuistregel 9 Aan pasgeborenen die borstvoeding krijgen wordt geen speen of fopspeen gegeven 9.1 opnemen in beleidsplan en bij)scholingsprogramma 9.2 cliënteninformatiemateriaal screenen op reclame-uitingen voor deze producten
10 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding
Acties 10. Vuistregel 10 de instellingen onderhouden contacten met andere instellingen en disciplines over de begeleiding van borstvoeding, en ze verwijzen de ouders naar de borstvoedingorganisaties
Middelen
Wie
Wanneer
Kosten
10.1. samenwerken en afstemmen met overige organisaties en bevorderen van regionaal beleid (zie 3.1)
10.2. onderzoeken of er borstvoedingbegeleidingsgroepen in het werkgebied aanwezig zijn
10.3. informatie over lokale of regionale borstvoedinggroepen opnemen in alle schriftelijke uitingen
informatiefolder van borstvoedingorganisatie met stempel of telefoonnummer van de contactpersoon in de regio
11 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding
Acties E. Evaluatie van beleid
Middelen
E.0. overdracht van kraamzorg naar JGZ
overdrachtsformulier
E.1. evaluatie onder cliënten om op de hoogte te blijven van de uitvoering van en tevredenheid met het borstvoedingsbeleid
voorbeeld van een evaluatieformulier voor cliënten (bijlage 2)
E.2. regelmatige bepaling borstvoedingscijfers
vragenlijst zuigelingenvoeding (bijlage 6)
Wie
Wanneer
Kosten
E.3. jaarlijkse evaluatie met werkgroep borstvoeding (zitten we nog op het goede spoor, verbeteringen, leeft project voldoende, is nieuwe impuls nodig) E.4. op de hoogte houden ZvB: borstvoedingspercentages, nieuwe ontwikkelingen
12 Copyright Zorg voor borstvoeding certificering© 2014 WHO/UNICEF/Zorg voor Borstvoeding