MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) Bij de beoordeling van het PWS wordt uitgegaan van vier verschillende fasen, te weten: 1. De voorbereidingsfase 2. De onderzoeksfase 3. Het verslag. 4. De presentatie.
De nadruk in de beoordeling ligt op fase 2 en 3: De onderzoeksfase en het verslag. De fasen hebben in de eindbeoordeling het volgende gewicht: 1. De voorbereidingsfase 15% 2. De onderzoeksfase I en II 25% 3. Het verslag: 40% 4. De presentatie: 20% Er zijn binnen de Binask vakken verschillende profielwerkstukken mogelijk. Aan de ene kant zijn dat werkstukken die vooral uit een experiment bestaan. Andere werkstukken zijn vooral een literatuur studie met slechts een klein experimenteel deel. Beide soorten werkstukken worden door dit model beoordeeld.
De voorbereidingsfase: Het traject tot het verslag beoordeeld aan de hand van drie toetsmomenten. De begeleider stelt in overleg met de leerlingen de momenten van toetsing vast. Wanneer leerlingen zich niet houden aan gemaakte afspraken, kan dat in de beoordeling tot uitdrukking komen en de voortgang belemmeren.
TOETSMOMENT VOORBEREIDINGSFASE: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot: Onvoldoende Punten:
Voldoende Punten:
Het afbakenen van het gekozen onderwerp.
1
2
Goed Punte n: 3
Het formuleren van een (voorlopige) onderzoeks- of hoofdvraag, die past binnen het profiel van de leerlingen en die vakinhoudelijk aansluit bij het niveau van Havo of Vwo.
1
2
3
Het komen tot een globale opzet van het experimentele onderzoek/ het opsplitsen van de (voorlopige) onderzoeks- of hoofdvraag in relevante deelvragen. Denk hierbij aan: Het vakinhoudelijk niveau De concreetheid De uitvoerbaarheid De beschikbaarheid van te zoeken bronnen Een logische hypothese voor het onderzoek De relatie tot de hoofdvraag. Dus geeft het experiment/ de deelvragen een antwoord op de hoofdvraag? Is het onderzoek in logische deelstappen uitgeschreven?
1-4
5-6
Totaal toetsmoment I: ( max. 15 punten )
GO/NO GO
TOETSMOMENT ONDERZOEKSFASE I: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot: Onvoldoende Voldoende Punten Punten Het maken van een gedegen opzet van het 2 4 onderzoek n.a.v. het vaststellen van de hoofdvraag en de deelvragen? Denk hierbij aan: De gekozen onderzoeksmethode Het benoemen van de juiste (deel)activiteten. Het vinden van relevante informatiebronnen voor een concrete onderzoeksopzet/ voor het beantwoorden van de deelvragen. Denk hierbij aan: Duidelijk uitgeschreven benodigdheden en uitvoering Passen de bronnen en de informatie binnen de onderzoeksopzet? Is er voldoende informatie die de andere deelstappen van het onderwerp betreffen? De betrouwbaarheid van de bronnen. De volledigheid en actualiteit. Het werken vanuit verschillende perspectieven
1-4
Totaal toetsmoment II: ( max. 15 punten )
GO/ NO GO
5-6
7-9
Goed Punten 6
7-9
TOETSMOMENT ONDERZOEKSFASE II: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze te komen tot:
Een ordening van de gevonden informatie op een wijze die correspondeert met de deelvragen / Is het experiment uitgevoerd zoals bedoeld was? Zijn de resultaten correct weergegeven?
Een reflectie over de gevonden resultaten? Is er nagedacht over vervolg onderzoek/ verbeteringen/ verdiepingen?/ Een ordelijke registratie van de informatie i.v.m. de annotatie van het werkstuk?
Onvoldoende Voldoende Punten Punten 1-2 3-4
Goed Punten 5-6
1-2
4
3
Totaal toetsmoment III: ( max. 10 punten )
Het verslag: De beoordeling bestaat uit één toetsmoment nadat de leerlingen de eindversie van hun werkstuk bij de begeleider hebben ingeleverd. De begeleider dient voordat de eindversie is ingeleverd met de leerlingen de eisen en normering m.b.t. het werkstuk te hebben doorgesproken. In de periode voorafgaand aan het inlevermoment dient de begeleider de leerlingen waar nodig aan te sturen, zodat het uiteindelijke werk voldoet aan de gestelde eisen. Een profielwerkstuk (hoofdstuk) waarin een wetenschappelijk experiment wordt beschreven moet altijd bestaan uit: - Een inhoudsopgave - Een inleiding - Materialen en methode - Waarnemingen, resultaten en conclusie - Discussie - Een bronnenlijst Een profielwerkstuk dat vooral bestaat uit een literatuur studie en waarin het experiment een klein deel uitmaakt moet altijd bestaan uit: - Een inhoudsopgave - Een inleiding - Een hoofdtekst - Het experiment volgens bovenstaande indeling
-
Conclusie Een bronnenlijst Een notenapparaat
Wanneer één van bovenstaande onderdelen ontbreekt, is het werkstuk niet geschikt voor beoordeling.
SCORE- EN BEOORDELINGSMODEL SCHRIFTELIJK WERKSTUK OF VERSLAG
Hoe is de inleiding? Denk hierbij aan: De expliciete vermelding van de hoofd- en deelvragen. De formulering van een eventuele hypothese. De introductie van het onderwerp. De ( korte ) beschrijving van de onderzoeksopzet en de uitvoering ervan.
Hoe is de hoofdtekst? Denk hierbij aan: Geschreven volgens de stappen van de natuurwetenschappelijke methode De duidelijke uitwerking van de deelvragen. De vraag of de uitwerking van de deelvragen doet recht doet aan de hoofdvraag. Een reproduceerbare beschrijving van de uitvoering van het experiment Een objectieve beschrijving van de resultaten Het vereiste niveau. ( Havo of Vwo ) Het hanteren van relevante afbeeldingen, die verwijzen naar de tekst.
Onvoldoende Voldoende Goed Punten Punten Punten 1-2 3-4 5-6
1-9
Hoe is de conclusie? Denk hierbij aan: 1-4 Een correcte samenvatting van de inhoud van de hoofdtekst. De ( korte ) weergave van de antwoorden op de deelvragen en daarmee op de hoofdvraag. Het feit dat er geen nieuwe informatie in de conclusie naar voren mag worden gebracht. Een goed bij de vraagstelling aansluitende eindconclusie. Een foutendiscussie met opzet voor verder onderzoek
10-15
16-19
5-7
8-9
Hoe is de uiterlijke verzorging? Denk hierbij aan: De omvang. Voldoet deze aan de gestelde eisen? Het taalgebruik. De zorg die is besteed aan de tekstverwerking, de illustraties, de kantlijnen en de lay out. Het al of niet aanwezig zijn van een bronnenlijst.
1-2
3-4
5-6
Totaalscore ( max. 40 punten )
De presentatie. De presentatie vormt de afsluiting van het PWS. De leerlingen zijn verplicht de presentatie te houden. De beoordeling van de presentatie gaat als volgt: SCORE- EN BEOORDELINGSMODEL PRESENTATIE Onvoldoende Voldoende Goed Punten Punten Punten Presentatievaardigheden: Hoe beoordeelt u de inleiding? Denk hierbij aan: 1 2-3 4 Introductie van het onderwerp
De uitleg van de onderzoeksvraag/ hoofdvraag, deelstappen en hypothese
Een uitleg van de onderzoeksopzet en uitvoering
In welke mate geeft de leerling een uiteenzettend antwoord op de hoofdvraag? Denk hierbij aan: Logische ordening van informatie
Duidelijke en objectieve weergave van de onderzoeksresultaten en waarnemingen
Objectieve en heldere informatie over gevonden literatuur de het onderzoek ondersteunen
De argumentatie
1
2- 3
4
Hoe beoordeelt u de conclusie? Denk hierbij aan: Het aansluiten van de conclusie bij de onderzoeksvraag
Het aansluiten van de conclusie bij de gepresenteerde informatie
Het vermijden van nieuwe informatie
Hoe beoordeelt u de techniek en uiterlijke verzorging? Denk hierbij aan: (oog)contact met het publiek
lichaamshouding
Eventuele ondersteunende middelen als dvd, powerpoint, voorbeeldmateriaal etc.
het correct reageren op vragen
Hoe beoordeelt u het spreekgemak en de verstaanbaarheid? Denk hierbij aan: intonatie, woordkeus, volume, tempo
voorkomen van zelfcorrecties, haperingen en lange denkpauzes
begrijpelijkheid van het gepresenteerde
1
2-3
4
1
2-3
4
1
2-3
4
Totaalscore presentatie: (max.. 20 punten) Totaalscore: 1. Voorbereidingsfase: 2. Onderzoeksfase I 3. Onderzoeksfase II 4. Verslag 5. Presentatie _________________________________________________________________________+ Eindscore: