DUURZAME PALMOLIE PWS FASE 2
Marlies Drooger// Femke Eikelboom // Thom van der Sluijs // VWO 6
Het bronnenonderzoek
Voorwoord Voor u ligt ons bronnenonderzoek over de RSPO, duurzame palmolie en de impact hiervan op palmolie verwerkende bedrijven. De oorspronkelijke aanleiding van dit onderzoek was onze deelname aan het YES-project, waarbij we een onderwerp zochten dat te maken had met het hoofdonderwerp ‘Climate and Energy Research – scenarios, policy and politics’. Vervolgens hebben we besloten dit onderzoek verder voor ons profielwerkstuk voort te zetten. Dit is het uiteindelijke resultaat. Ons uiteindelijke doel is om op grond van dit bronnenonderzoek een adviesplan te schrijven, bestemd voor mevrouw Sharon Dijksma van het Ministerie van Economische Zaken. We hebben met drie personen aan dit onderzoek gezeten. Alles is in goede samenwerking verlopen. Iedereen heeft een paar deelvragen voor zijn rekening genomen en we hebben regelmatig gekeken hoever een ieder was. Ook hebben we knelpunten en problemen die tijdens het werkproces voorkwamen, eerst met elkaar proberen op te lossen. Daarnaast was er altijd de mogelijkheid om een docent om hulp te vragen. Voor hulp en begeleiding tijdens het YES-project willen we dhr. K. A. de Vries hartelijk bedanken. Dhr. A. Knulst, die ons begeleid heeft tijdens de verdere ontwikkeling van ons profielwerkstuk, willen we op deze manier graag onze dank overbrengen. Ook willen we onze dank uitbrengen aan de organisatoren van het YES-project. Tijdens alle bezoeken en evenementen hebben we veel geleerd. De georganiseerde dagen hebben ons geholpen bij de opzet van ons onderzoek en ze gaven ons ook elke keer weer nieuwe energie om door te gaan. Aan iedereen die hoe dan ook heeft meegewerkt aan deze dagen, willen we onze dank uitbrengen. We willen vervolgens Stefano Savi van de RSPO van harte bedanken. Als we iets niet begrepen op gebied van duurzame palmolie, konden we bij hem terecht met onze vragen. Verder willen we Caroline Sikking van Cargill, Sam Muller van Olenex, Erwin van Ramshorst van Lonka en Ronald Nossent van Marine Olie Handelmij hartelijk bedanken voor de tijd die ze in ons gestoken hebben door mee te werken aan het interview. Alle andere bedrijven die via e-mail antwoorden hebben gegeven, willen we ook hartelijk danken. Zonder bovengenoemden had dit nooit tot stand kunnen komen. Nogmaals onze dank! Marlies Drooger, Femke Eikelboom, Thom van der Sluijs Csg Prins Maurits, Middelharnis 10 december 2013
1
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 5 Hoofd- en deelvragen .......................................................................................................................... 6 Hoofdvraag ...................................................................................................................................... 6 Deelvragen....................................................................................................................................... 6 1. Alles wat je moet weten over palmolie ............................................................................................... 7 Algemeen............................................................................................................................................. 7 Belangrijke feiten ............................................................................................................................ 7 Duurzaam ............................................................................................................................................ 7 Mijlpalen in de RSPO-geschiedenis ................................................................................................. 8 Duurzame palmolie in de supermarkt ............................................................................................. 8 RSPO en de continenten.................................................................................................................. 9 Belangrijke productiegebieden ......................................................................................................... 15 Belangrijk voor de economie............................................................................................................. 15 Problemen ......................................................................................................................................... 16 Gevolgen flora en fauna ................................................................................................................ 16 Gevolgen op sociaal gebied ........................................................................................................... 17 Productieproces ................................................................................................................................ 17 2. Wat maakt volgens de RSPO palmolie duurzaam en hoe wordt er gecontroleerd of duurzame palmolie ook echt duurzaam is?............................................................................................................ 19 De RSPO ............................................................................................................................................. 19 Wat maakt volgens de RSPO palmolie duurzaam? ........................................................................... 19 De 8 principes van de RSPO:.......................................................................................................... 20 En hoe wordt er gecontroleerd of de palmolie ook echt duurzaam is?............................................ 23 RSPO Accreditation Process (het erkenningsproces) .................................................................... 24 ‘Kan een organisatie vals spelen door middel van niet gecertificeerde palmolie te mengen met gecertificeerde palmolie?’ ............................................................................................................. 24 En wat dan als de RSPO constateert dat de criteria niet nageleefd worden? .............................. 25 Conclusie ....................................................................................................................................... 25 3. Waarom bevindt de palmolieproductie zich in een stijgende trend? ............................................... 25 Zal duurzame palmolie duurder zijn ten opzichte van de ‘normale’ palmolie? ............................... 26 Wat zijn de oplossingen om palmolie productie te laten reduceren? .............................................. 27 4. Wat zijn de voor- en nadelen van (duurzame palmolie ten opzichte van normale) palmolie op het sociale gebied en het gebied van milieu? ............................................................................................. 29 Inleiding ............................................................................................................................................. 29 Sociale kwesties................................................................................................................................. 29 Voordeel: Bron van werkgelegenheid en verbetering van infrastructuur .................................... 29 Nadeel: Ontstaan van conflicten ................................................................................................... 29 2
Gedeeltelijk voor- en gedeeltelijk nadeel: Ontstaan oneerlijke verdelingen................................ 30 Milieuvraagstukken ........................................................................................................................... 30 Nadeel: Ontbossing, afname water- en bodemkwaliteit en bosbranden ..................................... 30 Figuur 11 Zuidoostelijke hoek van de Raui provincie van Indonesië: ontwikkeling van de palmolieplantages tussen 1989 en 2005(lichtgroen is palmplantage, donkergroen is het tropisch regenwoud) ................................................................................................................................... 33 Nadeel: De uitstoot van broeikasgassen ....................................................................................... 33 Nadeel: Verminderde biodiversiteit en habitat vernietiging ........................................................ 33 Nadeel: Watervervuiling................................................................................................................ 34 Voordeel: Alle nutriënten zouden in het systeem kunnen blijven ............................................... 34 Voordeel: Opbrengst hoog dus koolzaad zou vervangen kunnen worden ................................... 34 Voordeel: Palmolie als biobrandstof ............................................................................................. 34 Conclusie ........................................................................................................................................... 34 5. Rol Europese Unie ............................................................................................................................. 35 6. Duurzame palmolie voor bedrijven: voor- en nadelen ..................................................................... 36 Productie ....................................................................................................................................... 37 Vraag.............................................................................................................................................. 38 Diverse soorten duurzaam ................................................................................................................ 39 Identity preserved ......................................................................................................................... 39 Segregation.................................................................................................................................... 40 Mass-balance................................................................................................................................. 40 Book and Claim(Green Palm Certificate) ....................................................................................... 41 Voor- en nadelen voor bedrijven ...................................................................................................... 42 Voordelen ...................................................................................................................................... 42 Nadelen ......................................................................................................................................... 43 Verdere voor- en nadelen ............................................................................................................. 45 Conclusie ............................................................................................................................................... 45 Bibliografie ............................................................................................................................................ 46 Lijst met afbeeldingen ........................................................................................................................... 49 Logboeken ............................................................................................................................................. 50 Logboek Femke.................................................................................................................................. 50 Logboek Marlies ................................................................................................................................ 53 Logboek Thom ................................................................................................................................... 55 Bijlage 1: Interviews .............................................................................................................................. 57 Cargill, Caroline Sikking ..................................................................................................................... 57 Olenex, Sam Muller ........................................................................................................................... 59 Lonka, Erwin van Ramshorst ............................................................................................................. 61 Marine Olie Handelmij BV, Ronald Nossent ...................................................................................... 62 3
Bijlage 2: Belangrijk mailcontact ........................................................................................................... 64 Unilever ............................................................................................................................................. 64 Mevrouw Slavenburg .................................................................................................................... 64 Mevrouw Haast ............................................................................................................................. 65 RSPO .................................................................................................................................................. 66 Stefano Savi ................................................................................................................................... 66 Verder… ............................................................................................................................................. 68
4
Inleiding In Oktober 2012 kwam meneer de Vries in de aardrijkskunde les aan met een nieuwe mogelijkheid., een mogelijkheid om mee te doen aan het YES!- project. Het YES!-project is een project gefinancierd door onder andere het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Europese Unie. Het is project voornamelijk georganiseerd door een team van heel veel enthousiaste mensen onder leiding van Erik Vos. Het project is opgezet met als doel de bovenbouw scholieren bewust en enthousiast te maken voor de Europese Unie en leren wetenschappelijk onderzoek te doen. En dat is gelukt. Dit YES!-project was opgebouwd in 4 stromingen waarvan je er 1 mocht kiezen: 1. Climate and Energy Research – science 2. Climate and Energy Research – scenarios, policy and politics 3. European Values 4. Global Development Programme: project Consultancy, Research & Design (CRD) Figuur 1 YES! logo
Hierbij wij gekozen voor nummer 2 omdat dit al onze profielen paste. We hebben net de eerste studiedag gehad op de universiteit van Wageningen. We kregen te horen dat ons onderzoek aan 2 eisen moest voldoen: 1. Het moest iets te maken hebben met het klimaat 2. De Europese Unie moest er op een of andere manier in terugkomen. Wij alle drie zijn helemaal enthousiast en gaan vol goede moed ons oriënteren op een onderwerp. Dit bleek nog best lastig. Snel willen we al teveel, te breed en te brongericht. Na heel lang zoeken en oriënteren hebben we na een tijd dan toch een onderwerp: Duurzame palmolie. Duurzame palmolie leek ons een ideaal onderwerp omdat we na nader onderzoek achter kwamen dat het nog een redelijk nieuw onderwerp is en daar dus ook een uitdaging in ligt. Voor de rest voldoet het aan de eisen die het YES!-project ons gaf en als laatste en belangrijkste het had onze interesse en zo kwamen wij dus op het idee om ons PWS over Duurzame palmolie met relatie tot de Europes Unie te doen. Op de volgende pagina zal u onze hoofd- en deelvragen zien.
5
Hoofd- en deelvragen Hoofdvraag Hoe kan de EU de overgang naar productie en import van duurzame palmolie stimuleren bij palm olie verwerkende bedrijven in de komende 20 jaar? Deelvragen 1. Palmolie in het algemeen 2. Wat maakt volgens de RSPO palmolie duurzaam en hoe wordt er gecontroleerd of duurzame palmolie ook echt duurzaam is? 3. Waarom bevindt de palmolieproductie zich in een stijgende trend?? 4. Wat zijn de voor- en nadelen van (duurzame palmolie ten opzichte van normale) palmolie op het sociale gebied en het gebied van milieu? 5. Welke rol speelt EU op gebied van palmolie consumptie in Europa en verduurzaming hiervan? 6. Welke voordelen en of nadelen zien palmolie verwerkende bedrijven in de overgang naar duurzame palmolie?
Met deze hoofd- en deelvragen willen wij een wettenschappelijk onderbouwd onderzoek maken en wij hopen dan ook zeer dat onze opdrachtgevers want aan dit onderzoek zullen hebben.
6
1. Alles wat je moet weten over palmolie Algemeen
Palmolie is een plantaardige olie, geproduceerd uit de vruchten van de oliepalm. Oliepalmen kunnen twintig meter hoog worden met bladeren van wel vijf meter lang. Aan de oliepalm groeien grote trossen vruchten die wel vijftig kilo kunnen wegen. Meestal wegen ze tussen de tien en veertig kilo. Ongeveer vijftig procent van de vrucht bestaat uit olie. De vruchten zijn rood en hebben ongeveer de grootte van een pruim. De ontwikkeling van de vruchten duurt 5 à 6 maanden, van bestuiving tot volwassenheid. In de ‘oliepruim’ zit één zaad, de palmpit. Zowel de pit als het vruchtvlees rond de pit bevat olie. Uit het vruchtvlees wordt palmolie geproduceerd, rood door bèta-caroteen. Palmpitolie wordt gemaakt van het zaad. Het afval van de pit wordt in veevoer verwerkt. De oliepalm werd van oorsprong verbouwd in Noord-Afrika, maar is rond 1900 geïntroduceerd in Maleisië en Indonesië. Bij elkaar vormen deze gebieden 80% van de wereldproductie in palmolie. Palmolie kent veel voordelen, onder andere dat relatief grote opbrengsten op een klein oppervlak verkregen kunnen worden in vergelijking met andere oliën. Belangrijke feiten • In de laatste tien jaar is de palmolieproductie meer dan verdubbeld. • Per jaar wordt er 50 miljoen ton palmolie geproduceerd. • In Gabon, Kameroen en Liberia is 1,5 miljoen hectare land geschikt gemaakt voor de productie van palmolie. Gigantische oppervlaktes die men voor de palmolieproductie gebruikt dus. • 50% van de producten in de supermarkt bevatten palmolie. • 90% van de wereldproductie van palmolie wordt geproduceerd in Maleisië en Indonesië.
Duurzaam
De Roundtable on Sustainable Palm Oil(RSPO) is opgericht om de productie en het gebruik van gecertificeerde, duurzame palmolie(CSPO) te bevorderen. Het hoofddoel hierbij is om duurzame palmolieproductie een wereldwijde norm te maken. RSPO is een non-profitorganisatie die palmolieproducenten, verwerkers, ondernemers, fabrikanten van consumptieproducten, detailhandelaren, banken, beleggers en sociaal- en milieugerichte NGO’s bij elkaar brengt om samen een mondiale standaard voor duurzame palmolie te ontwikkelen en toe te passen. Deze mondiale standaard is vastgelegd in ‘The Principles and Criteria on Sustainable Palm Oil Production’. Dit zijn acht principes en negenendertig praktische criteria die ervoor zorgen dat de fundamentele rechten van de voormalige grondbezitters, lokale gemeenschappen, plantagearbeiders, kleine boeren en hun gezinnen worden gerespecteerd. Ook wordt er op toegezien dat er vanaf 2005 geen bossen meer worden omgekapt. Bovendien moeten plantage-eigenaren en maalderijen de belasting van het ecosysteem minimaliseren: het gebruik van chemicaliën is verboden. Als RSPO-lid ben je genoodzaakt deze regels na te leven. Al deze criteria zijn er om er zeker van te zijn dat palmolieproductie mogelijk blijft op economisch gebied, toepasbaar blijft op gebied van milieu en geen nadelige gevolgen heeft op sociaal gebied. Naast het ontwikkelen en toepassen van de Principes en Criteria, heeft de RSPO ook tot doel… …stakeholders(aandeelhouders, belanghebbenden) in de hele palmolieproductieketen, inclusief de regering en consumenten, bij zijn activiteiten te betrekken. …vooruitgang te boeken bij de productie, aanschaf, financiering en gebruik van producten die gecertificeerde, duurzame palmolie bevatten. …de impact van het gebruik van producten die CSPO bevatten op gebied van milieu en economie en op sociaal gebied in de gaten te houden en te evalueren. 7
Maar als er geen bossen gekapt mogen worden, hoe kan de productie van palmolie dan op een gegeven moment doorgaan? Er mogen geen ‘High Conservation Value Forests’ omgekapt worden en er zijn nog genoeg bossen die hier niet toe behoren. Ook zijn er genoeg moerassen die drooggelegd kunnen worden, alleen van de veengronden moet je afblijven, want die zijn belangrijk voor de opslag van CO2. Na een bepaald aantal jaar kunnen afgebrande plantages ook weer in gebruik genomen worden. Genoeg mogelijkheden dus. Hoe ver is de RSPO op dit moment? Het is allemaal nog vrij nieuw, maar het aantal leden stijgt gestaag en ook de hoeveelheid aan certificeringen groeit. Op dit moment(2013) is… …8,2 miljoen ton palmolie als duurzame palmolie gecertificeerd. …15% van de mondiale hoeveelheid palmolie RSPOgecertificeerd. …een plantagegebied van 1,8 miljoen hectares RSPOgecertificeerd. …RSPO 1239 leden rijk. …121 keer een vergunning om het RSPO-handelsmerk te dragen, uitgegeven. 24 landen hebben deze vergunningen in bezit. …RSPO-gecertificeerde palmolie vooral afkomstig van Indonesië(46,8%) en Maleisië(45,3%) Hiernaast is het te zien: op alle gebieden is RSPO in de groei. Met als doel uiteindelijk 100% van alle palmolie duurzaam geproduceerd te krijgen. Of daar alle problemen op fysisch, sociaal, economisch en op geografisch gebied worden Figuur 2 Ontwikkelingen van de RSPO, RSPO opgelost? We zullen het zien… Mijlpalen in de RSPO-geschiedenis • 2008: De eerste oliepalmplantages zijn RSPO-gecertificeerd. • Oktober 2009: Rond de 195 duizend ton gecertificeerde, duurzame palmolie(CSPO) wordt verhandeld. WWF werkt aan het bemoedigen van bedrijven om over te gaan op de productie en verkoop van 100% CSPO. • 2013: De hoeveelheid RSPO-gecertificeerde, duurzame palmolie op de markt groeit naar 2,3 miljoen ton. De verkoop van duurzame palmolie is verdrievoudigd: 1,3 miljoen ton wordt verkocht. • 2013: 15% van alle palmolie op de wereld is gecertificeerd als duurzaam door de RSPO. In 2011 was dit 10%. Deze 15% komt overeen met ruim 8 miljoen ton palmolie, wat 2,4 miljoen hectare palmolieplantages bedekt. Dat is elf keer de oppervlakte van Luxemburg. Duurzame palmolie in de supermarkt Een kleine, maar groeiende groep van bedrijven die lid zijn van de RSPO, maken gebruik van het RSPO-handelsmerk, een soort ecolabel, op CSPO bevattende producten. Producten die duurzame palmolie bevatten zijn onder andere zeep, cosmetica, kaarsen, bakoliën, koek, snacks, margarine, graanproducten, bouillonblokjes en pindakaas. Bedrijven die dit handelsmerk al gebruiken op enkele producten in hun assortiment, zijn de detailhandelaren
Figuur 3 Volume gecertificeerde, duurzame palmolie, RSPO
8
Carrefour, The Body Shop, Marks & Spencer, Waitrose en Walmart. Ook fabrikanten als L’Occitane, Oriflame, Jordan’s, Kelly en Whole Earth Foods gebruiken het. Figuur4 RSPO handelsmerk, RSPO
RSPO en de continenten Hiernaast ziet u een tabelletje met het aantal leden van RSPO en de percentages van deze 1239 leden per categorie. Hieronder per continent een uitleg van hun relatie met de RSPO en een tabel waarin te zien is welke palmolie gerelateerde bedrijven op dat continent het rijkst vertegenwoordigd zijn. Noord-Amerika Hoewel Noord-Amerika één van ’s werelds belangrijke consumptiemarkten is, wordt er relatief weinig palmolie gebruikt. Dit omdat er veel soja- en korenolie in hun eigen gebied geproduceerd wordt. Als gevolg hiervan heeft het produceren van duurzame palmolie voor bedrijven hier Figuur5 RSPO leden per categorie, RSPO ook niet zo’n hoge prioriteit. Consumenten zijn niet voldoende op de hoogte van de impact van palmolieproductie. In 2011 stond de VS zevende op de ranglijst met betrekking tot de hoeveelheid RSPOlidmaatschappen. Hier kent men een breed spectrum aan lidmaatschappen: Onder andere fabrikanten van consumptiegoederen, cosmeticabedrijven, ondernemers en verwerkers, de financiële sector, detailhandelaren en NGO’s zijn lid van de RSPO. Hieronder een tabel waarin per categorie het aantal leden in Noord-Amerika te zien is:
Zuid- en Centraal Amerika Deze gebieden worden beschouwd als veelbelovende gebieden voor de uitbreiding van de oliepalmplantages, aangezien het beschikbare en geschikte land in Maleisië en Indonesië steeds kleiner wordt. Dit terwijl de wereldwijde vraag naar palmolie nog steeds toeneemt. Zowel productie als consumptie van palmolie neemt toe in Zuid- en Centraal Amerika. In 2011 werd wereldwijd een oppervlakte van een miljoen hectare plantages bedekt waar productie van RSPO-gecertificeerde palmolievruchten plaatsvond. Dit was mogelijk gemaakt door de 9
certificering van Agropalma’s oliemolens en leveranciers in Brazilië. Dit betekende de inwijding van Brazilië in de gecertificeerde palmolieproductie. Brazilië is trouwens ook één van de grootste exporteurs van soja, suiker, rundvlees en koffie. Hieronder ook voor dit gebied het aantal RSPO-lidmaten per categorie. Een mindere spreiding en variëteit in leden in vergelijking met Noord-Amerika. Hier zijn vele oliepalmplantages te vinden, waarvan 17 lid van de RSPO. In Noord-Amerika heb je deze niet. Daar wordt de palmolie juist veel meer in producten verwerkt.
Europa Europa is een belangrijk continent voor de verkoop van gecertificeerde, duurzame palmolie aan fabrikanten van consumptiegoederen en aan detailhandelaren. Vele van deze Europese bedrijven hebben tijdgebonden afspraken gemaakt om 100% gecertificeerde, duurzame palmolie(CSPO) te gaan gebruiken. In 2011 importeerde de Europese Unie 5,3 miljoen ton palmolie en 5,18 miljoen ton werd geconsumeerd. Na India en China is EU-27 het gebied dat de meeste palmolie importeert. Qua consumptie daarvan staan ze op de vierde plaats. Nog steeds is er een duidelijke groei te zien in bedrijven die lid worden van de RSPO in de EU. Dit ontdekten wij ook door middel van onze interviews: Lonka was nog maar sinds oktober 2013 lid van de RSPO. Het hele RSPO-principe is nog vrij nieuw, dus dat er groei is en dat de groei misschien zelfs nog wel toe gaat nemen, is niet onwaarschijnlijk. Hun initiatieven, ideeën en certificeringen hebben duidelijk succes. Nederland is van plan om in 2015 alleen nog maar RSPO-gecertificeerde palmolie te gebruiken. Om de extra kosten te drukken, zijn er plannen om het tarief op de invoer van producten met duurzame palmolie te verlagen. Fabrikanten verhullen nog steeds het feit dat in hun producten palmolie wordt gebruikt. Door het onder de plantaardige oliën te scharen, kan de consument niet zien of er palmolie in zit. Hieruit blijkt wel dat deze olie toch een wat negatief imago heeft. Vanaf december 2014 is het verplicht voor fabrikanten om alle gebruikte oliën duidelijk op hun producten aan te geven. In onderstaande tabel is ook van Europa te zien in welke categorieën leden van de RSPO te vinden zijn. In de EU zijn er in alle categorieën wel leden te vinden. Vooral fabrikanten van consumptiegoederen, raffinaderijen en handelaren in palmolie, maar ook detailhandelaren zijn in Europa rijk vertegenwoordigt bij de RSPO.
10
Afrika Afrika, maar vooral West-Afrika is een nieuw front wat betreft de productie van palmolie. Veel palmolieproducenten en andere ondernemers die al in andere gebieden vertegenwoordigt zijn, kijken of Afrika ook voor hen een geschikte locatie zal zijn. Uitbreiding om aan de groeiende vraag naar palmolie gehoor te kunnen blijven geven. De palmolieplant vindt zijn oorsprong in West-Afrika, waar het nog steeds overvloedig groeit. Vaak zijn het kleine bedrijfjes die op kleine schaal geld met palmolie proberen te verdienen, maar daar komt verandering in: ook grotere bedrijven gaan ook hier hun bron van inkomsten zoeken. De opbrengst van palmolie(vruchten) is in Afrika veel kleiner dan in Zuidoost-Azië. Dit vanwege een minder geschikt klimaat, een slechtere infrastructuur en veel meer productie op kleine schaal. Het is niet waarschijnlijk dat door investeringen en verbeterde groeitechnieken de opbrengst in WestAfrika gelijk zal worden aan die in Zuidoost-Azië. Het aandeel van kleine boeren in de palmolieproductie in West-Afrika varieert van 70% tot 90%. Dat hangt af van het land. Eigenlijk is palmolie nu nog geen goede bron van inkomsten. Op dit moment wordt er aan rubber en cacao veel meer verdient. Ontwikkelingen voor duurzame palmolie staan dan ook nog helemaal aan het begin en hangen voor een groot deel af van de vooruitgang van agrarischindustriële projecten. In maart 2011 is de National Interpretation(NI) van de RSPO Principles and Criteria voor duurzame palmolie goedgekeurd in Ghana. Dit is het eerste Afrikaanse land dat deze goedkeuring ontving. De NI maakt de weg vrij tot de RSPO-certificering van oliepalmplantages in Ghana. Dit houdt in dat duidelijke aanwijzingen worden gegeven voor de ontwikkeling van duurzame palmolie die volgens de lokale maatstaven geschikt is. In 2011 was een oppervlakte van 336 duizend hectares bezet met oliepalmen. Volgens de cijfers van dat jaar moest Ghana nog palmolie importeren om aan de vraag te voldoen. Na jaren van burgeroorlog, voedselonveiligheid en armoede, ziet Liberia nu serieuze kansen tot ontwikkeling in de productie van palmolie. Ze willen kleine boeren benaderen om met de nieuwe technieken en technologieën palmolie te produceren. Dat er dan voor deze boeren nog veel onderwijs nodig is, wordt erkend. De boeren hebben kennis nodig om deze nieuwe taak tot ontwikkeling op zich te nemen. Het RSPO-fenomeen is nog vrij nieuw in Afrika. Er zijn daardoor ook nog maar weinig bedrijven die te maken hebben met palmolie, lid van de RSPO. Maar de belangrijkste categorieën van ondernemingen hebben al enkele vertegenwoordigers die lid zijn van de RSPO en die op deze manier bijdragen aan meer duurzaamheid.
11
Centraal Azië Na India is China de grootste importeur van palmolie. In de periode 2010-2011 werd de mijlpaal van 6 miljoen ton al bijna bereikt. 70% van deze olie wordt gebruikt spijsolie, voor door het voedsel. Voor de productie van noedels is ook veel olie nodig. Er wordt verwacht dat de consumptie van palmolie jaarlijks met 10% zal groeien in de komende periode. Dit is te wijten aan de groei in welvaart. Aandeelhouders op gebied van palmolie zijn eigenlijk helemaal geïntegreerd in de complete keten van palmolieproductie. Ze importeren en verwerken ruwe palmolie, maar ook fabrikanten en detailhandelaren zijn vertegenwoordigd. Alleen op gebied van duurzame palmolie stuit men in China tegen een muur: de markt is nogal gevoelig wat geld betreft. Naast weinig vraag naar duurzame palmolie is men ook niet gewillig om extra geld te betalen voor RSPO gecertificeerde, duurzame palmolie. Men kiest het liefst voor de goedkoopste weg. Deze onwilligheid is wel te zien in onder staande tabel: slecht zeven RSPO-leden in Centraal-Azië. Sinds 2011 twee ‘Palm oil processors and traders’ en twee ‘Consumer goods manufacturers’. De rest volgde later.
Zuid-Azië Hieronder behandelen we de twee belangrijkste landen wat betreft palmolieproductie in Zuid-Azië. Indonesië Indonesië is eigenlijk een belangrijke kern wat betreft de productie, bewerking en het verhandelen van palmolie. Ook is het een zeer groot en belangrijk land wat betreft de consumptie ervan. Indonesië is het belangrijkst en grootst op het gebied van palmolieproductie en het op één na belangrijkst wat betreft de productie van gecertificeerde, duurzame palmolie(CSPO). 41% van de 12
jaarproductie CSPO komt uit Indonesië. 9% van de door Indonesië geëxporteerde palmolie is RSPOgecertificeerd. In 2011 had Indonesië een grotere groei van het gecertificeerde palmolieproductiegebied dan Maleisië. Ook kwamen er in dit jaar nieuwe RSPO-leden bij. In dit jaar testte de Indonesische regering ook hun ISPO(Indonesian Sustainable Palm Oil) certificatie plan. Bij dit plan is het de bedoeling dat nationale wetten en regelingen beter in Indonesische palmoliebedrijven worden doorgevoerd. Voor het eind van 2014 moet deze regeling bij alle telers in gebruik zijn. In 2011 verliet de Indonesian Palm Oil Association dan ook de RSPO om zich bij de ISPO te voegen. In onderstaande tabel is al wel te zien dat Indonesië vrij ver is op het gebied van duurzame palmolie productie. Veel verder dan in Afrika, hoewel daar de plant, waardoor al dit werk door is veroorzaakt, zijn wortels hier heeft liggen.
Maleisië Maleisië is ook een kernland wat betreft het verbouwen, bewerken en verhandelen van palmolie. 49% van de jaarlijkse productiecapaciteit CSPO is van deze oorsprong. 14% van de palmolie-export is RSPO-gecertificeerd, 5% meer dan in Indonesië. In 2011 breidde het gecertificeerde productiegebied zich uit met 26 molens en 194 duizend hectares. Er komen nog steeds nieuwe RSPO-leden bij in dit gebied. Dat zijn dan vooral middelgrote telers en bewerkers van palmolie. Dat op deze gebieden het aantal leden nog steeds groeit en het meest aantrekkelijk lijkt te zijn hier, is uit onderstaande tabel op te maken: Ook India en Thailand zijn wat betreft palmolie belangrijk in dit gebied. Thailand vanwege zijn grote aandeel in verbouwen, verwerken en verhandelen. India is het grootste land wat betreft de import van palmolie: het land importeert zeven miljoen ton. Daarin zijn ze dan toch echt groter dan China.
13
Australazië Australië en Nieuw-Zeeland Deze gebieden hebben een belangrijke fabrieks- en detailhandelsmarkt. De producten die ze hier hebben worden uitsluitend aan de relatief lage bevolking verkocht. In 2011 is de wet om op een product duidelijk aan te geven dat het bijvoorbeeld palmolie bevat, niet doorgevoerd. Palmolie zal voorlopig nog steeds gerekend worden onder de term plantaardige olie. De RSPO vindt het nog moeilijk hier zijn werk te starten omdat ze bang zijn palmolie te scheiden van andere oliën door deze het belang van labeling toe te kennen. De indruk zou dan gewekt kunnen worden dat de productie van andere oliën geen gelijke betrokkenheid heeft om de uitdagingen op sociaal gebied en op gebied van milieu aan te gaan. De Progressive Enterprises supermarkt labelt palmolie nu op al hun private-label- en nonfoodproducten. Hieronder is wel te zien dat deze gebieden inderdaad nog in het beginstadium zijn.
Papua Nieuw-Guinea Dit is een belangrijk land voor de productie van palmolie. Omdat het nog volop in ontwikkeling is, heeft het land op de Europese markt recht op lagere importtarieven. Hoewel er grote boerderijen zijn, hebben ook kleine boeren een belangrijk aandeel in de palmolieproductie: van de 100% bestaat 30% van de telers uit kleine boeren. 7% van de jaarlijkse productie CSPO wordt in dit land geproduceerd. Hierdoor produceert het na Maleisië en Indonesië de grootste hoeveelheid gecertificeerde, duurzame palmolie. Alle RSPO-leden hier zijn telersbedrijven: SIPEF, NBPOL en SPZ Enterprises. Laatstgenoemde werd in 2011 lid van RSPO. Het verbouwen van oliepalmen en het verkopen van de oogst is een belangrijke inkomstenbron voor dit land.
14
Belangrijke productiegebieden
Oliepalmen zijn geschikt om in de tropen gepland te worden. Indonesië is het meest belangrijke gebied voor de palmolieproductie. Zoals op onderstaand kaartje wel te zien is, wordt in Indonesië een heel groot oppervlak bezet met oliepalmen. Verder zijn Maleisië, Thailand, Zuidoost Azië, Nigeria, Colombia, Ecuador en Papua Nieuw Guinea ook gebieden waar oliepalmen worden verbouwd. Er wordt verwacht dat in 2020 de vraag naar palmolie verdubbeld zal zijn ten opzichte van het jaar 2011. Men is hard bezig om nieuwe, potentiële locaties voor nieuwe oliepalmplantages te bepalen. Deze gebieden zie je ook liggen op onderstaande kaart. Van ‘Very high’ tot ‘Not suitable’ wordt de mate van geschiktheid van het gebied aangegeven. Nieuwe plantages worden opgericht en al bestaande plantages worden uitgebreid. De gevolgen die dit met zich zou meebrengen voor het milieu, worden in Azië uitgebreid bestudeerd omdat in Indonesië en Maleisië al 85% van de wereldproductie aan palmolie plaatsvindt.
Figuur 6 Bebouwde oppervlakten met oliepalmen en geschikte gebieden tot uitbreiding van de productie (IlASA and FAO, 2002; FAO 2009)
Belangrijk voor de economie
Palmolie is één van de belangrijkste plantaardige oliën wereldwijd. Een kwart van alle geconsumeerde plantaardige oliën bestaat uit palmolie. Het bezet 60% van de wereldhandel op dit gebied. De olie afkomstig van de palm wordt verwerkt in vele alledaagse producten zoals margarine, snoep, bakproducten en cosmetica. 74% van de palmolie wordt gebruikt in voedselproducten en 24% voor industriële doeleinden. Sinds de jaren ’90 is het oppervlak bestemd voor oliepalmbebouwing toegenomen met maar liefst 43%. Dit vaak vanwege de vraag hiernaar vanuit India, China en de Europese Unie.
15
Figuur 7 Top tien palmolieproducenten, -importeurs en –consumenten (FaoStar, 2009; USDA, 2009)
Oliepalmen behoren tot de beste tropische gewassen voor de productie van biobrandstoffen. Sommige oliepalmsoorten kunnen wel tot 20 ton vruchten produceren per hectare per jaar onder ideale omstandigheden. Uit deze 20 ton kan 5 ton palmolie worden gehaald, exclusief de olie die nog uit de pit van de vrucht wordt gehaald. 10% van de vrucht is droog en onbruikbaar. De overgebleven 90%, bestaande uit vezels en cellulose, zou gebruikt kunnen worden voor de tweede generatie biobrandstofproductie. De laatste jaren is deze productie flink toegenomen, vooral in Afrika en Latijns Amerika. Hieronder ziet u een afbeelding waarin u kunt zien dat de oliepalm veruit het belangrijkst is voor de productie van oliezaad: Figuur 8 De oliepalm is één van de grootste massaproducenten van oliezaad voor de eerste generatie biobrandstof (Lester, 2006)
Problemen Ongeveer 15 miljoen hectares land zijn bezet met oliepalmen. De palmolie wordt gebruikt voor zowel huishoudproducten als productie van biodiesel. Door de toenemende vraag naar voedsel en brandstof worden er nog steeds oliepalmen bij geplant waardoor tropische regenwouden verdwijnen. Deze zijn juist zeer belangrijk voor ons ecosysteem, onder andere door de koolstofdioxideopslag. Dit is een essentiële functie in het tegengaan van klimaatverandering. Gevolgen flora en fauna De palmolieproductie heeft naast zijn grote impact op de economie, ook nadelige gevolgen voor de flora en fauna in het productiegebied. Dit door het vele gebruik van pesticides en meststoffen, de gigantische hoeveelheden bos die gekapt worden, het achteruitgaan van biodiversiteit en de vervuiling van natuurlijke hulpbronnen voor de lokale bevolking. In een latere deelvraag wordt op al deze punten verder ingegaan.
16
Gevolgen op sociaal gebied Het oppervlakte aan oliepalmplantages is gigantisch en het breidt zich alleen nog maar verder uit. Door de wereldwijde markt in palmolie is meer land nodig. Men wordt gedwongen tot landovername, wat vaak uitbuiting van de plaatselijke bevolking tot gevolg heeft. Ook mensenrechten worden geschonden. Een grote uitdaging in de palmoliegebieden is ook om de ongelijkheid tussen producenten op kleine schaal en grote internationale oliepalmbedrijven tegen te gaan. Duurzame palmolieplantages hebben enkele mogelijke voordelen voor arbeiders, zoals verlichting van de armoede en meer mogelijkheden voor werkgelegenheid op lange termijn. Het deel van de winst dat de arbeiders krijgen kan een extra stimulans zijn, wat ook weer zorgt voor het aantrekken van meer arbeiders in de palmoliesector. Ook zijn goede leef- en werkomstandigheden voor arbeiders op duurzame palmolieplantages van groot belang. Afhankelijk van de plaatselijke autoriteiten en kleinschalige coöperaties, kunnen kleinschalige bedrijven in hoge mate profiteren van palmolieproductie in Indonesië: ze krijgen hogere vergoedingen voor het land dat ze afstaan en het werk dat ze doen; er wordt veel meer verdient dan met andere landbouwgewassen. Bossen vernietigen voor oliepalmen levert meer op dan om vee te laten grazen.
Productieproces Omdat het productieproces niet van uitermate groot belang is voor het doel waarmee wij dit profielwerkstuk maken, zal beknopt een uitleg worden gegeven bij onderstaande afbeelding van het proces dat in de palmoliemaalderijen plaatsvindt.
Figuur 9 Van oliepalmvrucht naar palmolie (KMEC engineering)
17
Om de maalderijen te laten draaien, wordt elektriciteit opgewekt. Dit doen de fabrieken meestal zelf door de afvalproducten van de vruchten, de vezels en het omhulsel in een boiler te koken. Er wordt stoom geproduceerd waardoor een stoomturbine aangedreven wordt. Er is elektriciteit. Water komt meestal ook uit de omgeving waar de fabriek staat. Rijpe oliepalmvruchten van de plantages worden naar de maalderij vervoerd voor de extractie van palmolie. De bossen vruchten worden in een grote trechter gestort. Het wordt overgebracht naar zogenaamde kooien. De kooien gevuld met trossen palmolievruchten komen in een sterilisator terecht. Daar wordt het geheel gedurende een uur verwarmd met stoom. Dit kookproces zorgt ervoor dat de vruchten zacht worden en gescheiden kunnen worden van de trossen. Verder zorgt het ervoor dat de enzymen die voor de ontwikkeling van vetzuren in de vruchten zorgen, worden gestopt. Na het koken worden de vruchten naar een dorsmachine getransporteerd. Dit is een grote molen(denk aan een droogmolen) met een diameter van ongeveer twee meter. Hier worden de trossen in gedumpt. De molen gaat draaien. Wanneer een tros bovenin komt, valt hij naar beneden. Zo worden de vruchten van de trossen gescheiden. Deze vruchten vallen door de gaten in de molen en komen op een transportband terecht. De vruchten worden naar de verteerder getransporteerd. De vruchten worden platgestampt zodat de olie in de schroefpers op een efficiënte manier van de ontstane vruchtenprut gescheiden kan worden. Er ontstaat ruwe palm olie, een mengsel van zand, fruitdeeltjes, water en vuil. Ook ontstaat er een geperste koek bestaande uit palmvezels en noten uit de kern van de vrucht. De koek wordt vervoerd om verder behandeld te worden. Door de ruwe palmolie eerst naar een trillende zeef te vervoeren, wordt deze ontdaan van vuil en de meest grove vezels. Vervolgens wordt het weggepompt naar een zuiveringsstation voor verdere behandeling. In het zuiveringsstation wordt de palmolie verwarmd en door middel van de zwaartekracht gescheiden van slib(mengsel van water en vuil). Vervolgens wordt de olie naar een vacuüm ruimte gepompt om het te scheiden van achtergebleven vocht. Nu kan het naar de opslagtanks gepompt worden om het als ruwe palmolie te kunnen verkopen. En de koek, bestaande uit noten en vezels? Deze werden na het persen over een lopende band naar een soort grote trommel. Hier komen de noten en vezels in terecht. Door een grote zuigkracht worden de vezels weggezogen naar de ‘fibre cyclone’. De vezels komen in een ketel terecht waar het wordt verbrand. Brandstof voor het opwekken van stroom. De zware noten komen op de bodem terecht van de trommel. Ze worden gereinigd en naar een silo vervoerd voor tussenopslag. De noten gaan naar een notenkraker. Na het kraken heb je een mengsel van kernen en omhulsels. Deze worden van elkaar gescheiden in windzuilen en in een waterbad waar het water ronddraait. Ook het omhulsel gaat naar de boiler om verbrand te worden voor energie om stroom op te wekken. De pit wordt gedroogd en in zakken verpakt om verkocht te worden. Andere fabrieken winnen olie uit deze pitten, palmpitolie.
18
2. Wat maakt volgens de RSPO palmolie duurzaam en hoe wordt er gecontroleerd of duurzame palmolie ook echt duurzaam is? De RSPO RSPO staat voor de ‘Roundtable on Sustainable Palm Oil.’ De RSPO is een internationaal platform waarin heel veel verschillende organen een rol spelen. Maatschappelijke organisaties, industrie en retail willen vanuit de RSPO de wereldwijde palmolieproductie duurzaam maken. Binnen dit platform zijn criteria tot stand gekomen die een goede zorg waarborgen voor mens, dier en milieu en die naast het sociale en ecologische aspect ook rekening houden met economische aspecten.
Wat maakt volgens de RSPO palmolie duurzaam? Volgens de RSPO kan er gesproken worden over duurzame palmolie als deze is geproduceerd volgens een set van milieu-en sociale criteria die door de Roundtable on Sustainable Palm Oil zijn vastgesteld. Deze set van regels bestaat uit 8 grote principes en 39 praktische criteria. Deze regels bepalen sinds 2008 wanneer palmolie wel of niet duurzaam is. Zij zorgen ervoor dat de fundamentele rechten van de vorige grondeigenaren , lokale gemeenschappen , plantage- arbeiders , kleine boeren en hun gezinnen worden gerespecteerd en volledig rekening met hen wordt gehouden. Ook zorgt het ervoor dat er geen nieuwe oerbossen of High Conservation Value gebieden zijn vrijgegeven voor de productie van palmolie sinds November 2005 en dat molens en plantageeigenaars hun ecologische voetafdruk minimaliseren . Wanneer dit deze criteria goed worden toegepast helpen ze om de negatieve gevolgen in verband met conventionele palmolie teelt te minimaliseren . Als aan al deze eisen wordt voldaan krijgt bijvoorbeeld de telers of het bedrijf dat duurzame palmolie in zijn product gebruikt het RSPO keurmerk, zoals hieronder te zien.
19
De 8 principes van de RSPO:
Figuur 1 Het RSPO keurmerk
PRINCIPE 1 : streven naar transparantie • Telers en molenaars adequate informatie aan de belanghebbenden op milieu- , sociale en juridische kwesties aan RSPO criteria relevant zijn , in de juiste taal en formulieren te zorgen voor effectieve participatie in besluitvorming . • Management documenten zijn openbaar , behalve wanneer dit wordt voorkomen door commerciële vertrouwelijkheid of wanneer de openbaarmaking van informatie zou leiden tot negatieve milieu -of sociale resultaten . • Telers en molenaars verbinden tot ethisch gedrag in alle zakelijke activiteiten en transacties . PRINCIPE 2 : naleving van geldende wet –en regelgeving • Er is overeenstemming met alle van toepassing zijnde lokale , nationale en geratificeerde internationale wet -en regelgeving . • Het recht om het land te gebruiken wordt aangetoond , en wordt niet rechtmatig door lokale mensen die kunnen aantonen dat zij over juridische , gewoonterecht of gebruikersrechten betwist . • Gebruik van de grond voor oliepalm niet de juridische , gewoonterecht of gebruikersrechten van andere gebruikers te verminderen zonder hun vrije , voorafgaande en geïnformeerde toestemming . PRINCIPE 3 : Inzet voor lange termijn economische en financiële levensvatbaarheid • Er is een geïmplementeerd beheersplan dat tot doel heeft de economische en financiële levensvatbaarheid op lange termijn te realiseren . PRINCIPE 4 : Gebruik van toepassing goede werkwijzen van ‘growers en millers’ • • • • • • •
Operationele procedures op passende wijze worden gedocumenteerd , consequent uitgevoerd en gecontroleerd . Praktijken behouden vruchtbaarheid van de bodem op , of waar mogelijk verbetering van de bodemvruchtbaarheid op , een niveau dat een optimale en duurzame opbrengst garandeert Praktijken minimaliseren en beheersen erosie en degradatie van de bodem . Praktijken handhaven van de kwaliteit en de beschikbaarheid van oppervlakte-en grondwater Parasieten, ziekten , onkruid en invasieve exoten effectief worden beheerd met behulp van passende Integrated Pest Management -technieken. Pesticiden worden gebruikt op een manier die niet de gezondheid of het milieu niet in gevaar brengen Een gezondheid en veiligheid van plan is gedocumenteerd , effectief gecommuniceerd en geïmplementeerd . Alle personeelsleden, arbeiders , kleine boeren en werknemers met een contract naar behoren worden opgeleid .
20
PRINCIPE 5 : Milieu en behoud van natuurlijke hulpbronnen en biodiversiteit • Aspecten van plantage en molen beheer , waaronder herbeplanting , dat hebben milieueffecten worden geïdentificeerd , en de plannen om de negatieve effecten te verzachten en de positieve te bevorderen worden gemaakt , uitgevoerd en gemonitord , om continue verbetering te tonen . • De status van zeldzame of bedreigde diersoorten en andere High Conservation alue habitats , indien aanwezig , die bestaan in de plantage of die kunnen worden beïnvloed door de plantage of molen beheer , moet worden geïdentificeerd en operaties geslaagd om de beste ervoor te zorgen dat deze worden gehandhaafd en / of verbeterde . • Afval wordt verminderd , gerecycleerd , hergebruikt en verwijderd worden op een milieuvriendelijke en sociaal verantwoorde manier . • Efficiëntie van gebruik van fossiele brandstoffen en het gebruik van hernieuwbare energie wordt geoptimaliseerd . • Het gebruik van vuur voor het bereiden van het land of de herbeplanting wordt vermeden , tenzij in specifieke situaties zoals die in de ASEAN richtlijnen of andere regionale best practices . • Plannen om vervuiling en uitstoot te verminderen , met inbegrip van broeikasgassen , worden ontwikkeld , uitgevoerd en gecontroleerd . PRINCIPE 6 : Verantwoordelijke onderzoek van werknemers en van individuen en gemeenschappen getroffen door telers en millers • Er is een onderling overeengekomen en gedocumenteerd systeem voor de behandeling van klachten en grieven , die wordt uitgevoerd en aanvaard door alle betrokken partijen . • Eventuele onderhandelingen over compensatie voor het verlies van juridische , gewoonterecht of gebruikersrechten worden behandeld door middel van een gedocumenteerd systeem dat autochtone bevolkingsgroepen , lokale gemeenschappen en andere belanghebbenden in staat stelt om hun mening te uiten door middel van hun eigen vertegenwoordigende instellingen . • Betalen en de voorwaarden voor werknemers en werknemers met een contract altijd minstens aan wettelijke of industriële minimumnormen en zijn voldoende om fatsoenlijk leven lonen bieden . • De werkgever respecteert de rechten van alle personeelsleden om vakbonden van hun keuze te vormen en te bundelen en collectief te onderhandelen . Wanneer het recht op vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen worden beperkt door de wet de werkgever faciliteert parallelle middel van onafhankelijke en vrije vereniging en onderhandeling voor al deze personeelsleden . • Kinderen zijn niet in dienst of uitgebuit . • Elke vorm van discriminatie op grond van ras , kaste , afkomst , religie , handicap, geslacht , seksuele geaardheid , lidmaatschap van een vakbond , politieke overtuiging of leeftijd , is verboden . • Er is geen intimidatie of misbruik op de werkplek , en reproductieve rechten zijn beschermd . • Telers en molenaars eerlijk en transparant omgaan met kleine boeren en andere lokale bedrijven • Telers en molenaars bijdragen aan lokale duurzame ontwikkeling waar nodig . • Geen vormen van gedwongen of verhandeld arbeid worden gebruikt . • Telers en molenaars eerbiediging van de mensenrechten .
21
PRINCIPE 7 : verantwoorde ontwikkeling van nieuwe aanplant • Een uitgebreide en participatieve onafhankelijke sociale en milieu -effectrapportage is dat voorafgaat aan de oprichting van nieuwe aanplant of operaties , of het uitbreiden van bestaande , en de resultaten opgenomen in de planning , het beheer en de exploitatie. • Bodem enquêtes en topografische gegevens worden gebruikt voor gebiedsinrichting bij de oprichting van nieuwe aanplant , en de resultaten worden verwerkt in de plannen en operaties . • Nieuwe aanplant sinds november 2005 niet hebben vervangen primair bos of een oppervlak dat nodig is om een of meer High Conservation Values handhaven of verbeteren . • Uitgebreide planten op steile hellingen en / of marginale en kwetsbare bodems , met turf , wordt vermeden . • Geen nieuwe aanplant zijn gevestigd op het land lokale bevolking ' wanneer kan worden aangetoond dat er juridische , gewoonterecht of gebruikersrechten , zonder hun vrije , voorafgaande en geïnformeerde toestemming . Dit wordt behandeld door middel van een gedocumenteerd systeem waarmee deze en andere belanghebbenden om hun mening te uiten door middel van hun eigen vertegenwoordigende instellingen . • Wanneer kan worden aangetoond dat de lokale bevolking hebben juridische , gewoonterecht of gebruikersrechten , worden ze gecompenseerd voor eventuele overeengekomen grondaankopen en de afstand van het recht , onder voorbehoud van hun vrije , voorafgaande en geïnformeerde toestemming en convenanten . • Geen gebruik van vuur bij de bereiding van andere dan in specifieke situaties , zoals die in de ASEAN richtlijnen of andere regionale best practices nieuwe aanplant . • Nieuwe plantage ontwikkelingen zijn ontworpen om de netto uitstoot van broeikasgassen te beperken . PRINCIPE 8 : streven naar gestage verbetering in belangrijke werkterreinen en molenaars regelmatig te controleren en beoordelen van activiteiten , en actieplannen die aantoonbare voortdurende verbetering in de belangrijkste operaties kunnen ontwikkelen en uitvoeren .
• Telers
hun de
22
Figuur 2: De 8 Hoofdprincipes van de RSPO
En hoe wordt er gecontroleerd of de palmolie ook echt duurzaam is? In een E-mailwisseling 1 met Stefano Savi ( de Communications Manager van de Roundtable on Sustainable Palm Oil) zegt hij het volgende over de wie en hoe de controle doet van de RSPO: “ Independent third party certification bodies which are approved by the RSPO carry out the audits and take care of the certification procedure. There are currently 19 CBs (Certification Bodies) approved by the RSPO comprising 12 CBs for P&C (Principles & Criteria) Certification for growers and 14 for Supply Chain Certification; several CBs are approved for both certification programs. Accreditation Services International (ASI) leads and oversees the accreditation of the certification bodies. ASI is an established accreditation body and has demonstrable expertise in monitoring the performance of certification bodies globally through a welldeveloped accreditation process. Certification of sustainable palm oil production is handled through the palm oil mill and its supply base. The certification includes plantations managed by the mill and Figuur 3 Stefano Savi (Communications manager RSPO) plantations managed by other suppliers, including smallholders. To have its oil mill certified, a palm oil producer must show a plan to have 100% of its associated smallholders meet RSPO standards within 3 years. Oil mills and their supply base hire an RSPO-approved third party certification body to set up audits testing their compliance with the RSPO Principles and Criteria. “ Stefano Savi zegt hier dus dat onafhankelijke derde partijen het certificeringsproces uitvoeren. Er zijn 19 certificatie instellingen door de RSPO goedgekeurd. 12 voor de principes en eisen en 14 voor 1
Stefano Savi (Communications manager RSPO) op 11 september 2013.
23
de ‘Supply’ ketting certificatie. De Accreditation Services International ( ASI ) leidt en houdt toezicht op de accreditatie van de certificatie-instellingen . ASI is een gevestigde accreditatie- instelling en heeft volgens de RSPO aantoonbare ervaring in het toezicht op de uitvoering van certificatieinstellingen wereldwijd door middel van een goed ontwikkelde accreditatieproces . Certificering van de duurzame productie van palmolie wordt afgehandeld door de palmolie molen en zijn ‘supply’ base . De certificering omvat plantages beheerd door de molen en plantages beheerd door andere leveranciers , waaronder kleine boeren . Om het desbetreffende gebied te certificeren moet de eigenaar binnen 3 jaar 100% voldoen aan de eisen van de RSPO. Deze mensen huren een RSPO goedgekeurde derde partij certificatie-instelling in voor het opzetten van audits die testen of ze de RSPO Principes en Criteria naleven.
RSPO Accreditation Process (het erkenningsproces) Tot nu toe heeft de RSPO de goedkeuring van hun certificatie-instellingen ( CAB genaamd ) voor RSPO Principes en Criteria en RSPO ketencertificering uitgevoerd . De ASI (accreditation services international) is gecontracteerd geweest van de periode 2010 tot november 2013 om dit proces te ondersteunen en te informeren naar dit certificeringsproces. De ASI keek en herzag de documentatie van de CAB en voerde verschillende dingen uit. Na deze proefperiode van samenwerking hebben de ASI en de RSPO afgesproken dat de ASI de volledige accreditatie op zich zou nemen na 1 november 2013 en zo gezegd, zo gebeurd. Er valt nog wel even op te merken dat tot 31 december 2013 aan de eisen voldaan moet worden die door de ASI gesteld zijn. ‘Kan een organisatie vals spelen door middel van niet gecertificeerde palmolie te mengen met gecertificeerde palmolie?’ Dit is een vraag die bij men bij nader onderzoek al snel tegen komt. Ook hier geeft een woordvoerder van de RSPO antwoordt op: “It would be very difficult with the system of certification used. Because, the mill being assessed is deemed to have an annual production of, say, 50,000 tonnes palm oil (based on the previous year's production, which would not change quickly for technical reasons). From assessment of its supply of fruits, only 70 percent (i.e., for 35,000 tonnes of oil) is deemed sustainable. If the organization has other uncertified mills, diverting all their uncertified oils to the certified mill would not benefit at all because only the 35,000 tonnes would be certified. The figures can, of course, be adjusted annually, if new fields come into cropping for example, based on the annual surveillance audit which forms an integral part of the certification process. “ De RSPO is dus van mening dat het heel moeilijk zou zijn kijkend naar het certificeringsproces wat nu gebruikt wordt. En ze geven hiervoor een pracht voorbeeld zoals hierboven te lezen.
24
En wat dan als de RSPO constateert dat de criteria niet nageleefd worden? Ook al lopen de P&C (principles en criteria) and SCCS (supply chains) vergunningen normaal voor 5 jaar, krijgt men slechts een 1 jaar vergunning. Ieder jaar is er een jaarlijkse surveillance om naleving van de wetten te controleren, na een succesvolle jaarlijkse controle-evaluatie zal de licentie met de bijgewerkte resultaten van het toezicht worden verlengd . Bij kleine overtredingen moeten snel aangepast worden en belangrijke inbreuken op de vergunningen moeten binnen 60 dagen worden opgelost, als er na een schorsing van 60 dagen nog steeds niets veranderd is wordt de certificering ingetrokken en verliest de instantie zijn RSPO keurmerk. Conclusie Kort gezegd lijkt het zo dat de RSPO de zaakjes goed onder controle heeft. Er zijn verschillende instellingen aan het werk die controleren of het certificeringsproces veilig verloopt en er zijn duidelijk regels gesteld wat betreft de certificering en regels die daarop volgen als er niet aan de eisen wordt voldaan. Uit verschillende interviews met bedrijven (zie bijlagen) is gebleken dat de RSPO zijn zaakjes goed op orde heeft en inderdaad doet wat de instantie zegt dat hij doet.
3. Waarom bevindt de palmolieproductie zich in een stijgende trend? Waarom bevindt de palmolieproductie zich in een stijgende trend? Dit lijkt op het eerste gezicht een simpele vraag. ‘Omdat het goedkoper is’ zouden de meeste mensen zeggen. Als je goed zou nadenken dan ga je daar misschien wel je vraagtekens bij zetten. Is het werkelijk goedkoper? De kosten voor 1 ton palmolie was begin 2013 rond de 600 euro. Dit is inderdaad goedkoper dan Zonnebloemolie dat per ton 1100 euro kost, koolzaadolie is ook duurder dan palmolie dit kost 900 euro per ton. De prognoses die worden gesteld m.b.t. de vraag naar palmolie stellen dat de prijs steeds meer zal stijgen. Dit komt door de toenemende vraag naar biobrandstof. Het idee van biobrandstof is het verminderen van co2 uitstoot. Hiervoor gebruiken ze i.p.v. een fossiele bron die uitgeput raken een biologische bron. De uitstoot is nog steeds hetzelfde maar deze zou worden opgeheven, doordat de verwerkte planten tijdens de groei co2 zou opgenomen hebben en het daardoor elkaar opheft. Deze theorie staat ter discussie. Hoe zit het dan met de kunstmest ( die uit fossiele brandstof is gemaakt?) en de uitstoot die de tractors bij de oogst? 2 Er zijn verschillende oliën geschikt voor het produceren van biobrandstof. Zo zijn palmolie, duurzame palmolie, zonnebloemolie en koolzaadolie geschikt om in biobrandstof te worden verwerkt. De oliën zijn alle drie duurder dan palmolie, maar ze zijn wel beter voor het milieu. Een ton palmolie kost in 2013 rond de 600 euro, een ton zonnebloem olie kost 1100 en een ton koolzaadolie kost rond de 900 euro. Dit zijn zeker grote verschillen. Helemaal als je gaat bekijken wat dit per jaar schilt. In 2009 importeerde Nederland 2 miljoen ton palmolie. Olie
Totaal:
Palmolie: Zonnebloemolie:
2000000 x 600 2000000 x 1100
Koolzaadolie:
2000000 x 900
1.2 x 10⁹ =1200000000 2.2 x 10⁹= 2200000000 1.8 x 10⁹=1800000000
Verschil ten opzicht van palmolie: 1000000000 600000000
2
http://delta.tudelft.nl/artikel/-een-op-import-gebaseerd-beleid-van-biobrandstoffen-betekent-eenwereldwijde-export-van-het-europese-energieprobleem/25698
25
•
De olie prijzen zijn gebaseerd op prijzen van 2013.
Als een ondernemer een palmolie plantage wil beginnen moet hij eerst plaats maken voor een plantage. Dit gebeurt meestal in oerwouden. Ze moeten dan eerst de bomen die er al stonden verbranden, daarna de bodem onttrekken aan grondwater. Door het onttrekken van grondwater ontstaat er veen. Bij deze eerste stappen komt er al veel co2 vrij, door deze hoge co2 uitstoot wordt het broeikas effect versterkt. Hierdoor komen er problemen zoals zeespiegel stijging. In de toekomst wordt er verwacht dat er, 3 mondiaal honderd zesendertig grote kuststeden worden bedreigt, veertig miljoen bewoners komen in gevaar en dit zal ons in totaal 2.5 Biljoen euro gaan kosten. Dit is niet het enige probleem wat zal komen, Klimaat zones gaan zich verplaatsen waardoor het voedseltekorten toenemen. Dit zal lijden tot oorlogen (oorlogen kosten enorm veel geld, kijk naar de VS. Zij heeft tot nu toe tussen de vier en zes biljoen uitgegeven aan de oorlog in het midden oosten.) Dit zijn eigenlijk nog maar twee problemen, maar daar zal het niet bij blijven. Deze twee problemen zullen ons bij elkaar al biljarden euro’s gaan kosten.
Zal duurzame palmolie duurder zijn ten opzichte van de ‘normale’ palmolie? Het verbouwen van ‘normale’ palmolie is schadelijk voor het milieu. Gevolgen zijn ontbossing van oerwouden waardoor het Co2 gehalte stijgt en dus slecht is voor mens en dier. Nu zijn er bedrijven zoals Unilever die proberen om producten te produceren, die alleen met duurzame palmolie zijn geproduceerd. Duurzame palmolie moet voldoen aan de criteria voldoen die de RSPO heeft gesteld. Ze waarborgen de goede zorg voor mens, dier, milieu, sociaal en ecologische aspecten.
RSPO principes en criteria De RSPO heeft 8 basisprincipes en 39 criteria vastgesteld voor de productie van duurzame palmolie. Een belangrijk criterium is dat nieuwe plantages geen ‘primary forest’ gebieden of gebieden met ‘High Conservation Values’ mogen vervangen. De andere criteria gaan over het respecteren van rechten van lokale bewoners en werknemers, en het instandhouden van de leefomgeving van bedreigde diersoorten. De inkoop prijs van ruwe palmolie is rond de 600 euro per ton, het bedrag wat je voor duurzame palmolie betaalt is per ton ongeveer 7.65 tot 20 euro duurder. Dit betekent dat de kosten iets hoger zijn. Bij duurzame palmolie moet er met aspecten worden rekening gehouden. Zo moeten de mensen die op de plantages werken voor een respectabel bedrag werken. het vervoer moet ook duurzaam zijn zo zal er biobrandstof worden gebruikt. bepaalde bestrijdingsmiddelen mogen niet worden gebruikt. Dit levert bedrijven zo’n 190.000 euro op, door het verminderen van bestrijdingsmiddelen. Deze factoren spelen ook allemaal mee waardoor de prijs hoger wordt. Voor kleine ondernemers is door al deze bijkomstigheden het produceren van duurzame palmolie niet aantrekkelijk. Voor bedrijven in de EU zitten er bepaalde voordelen aan. Het is makkelijker om kapitaal aan te trekken op financiële markten. Doordat Duurzame palmolie een verkleind risico met zich meebrengt zijn er lagere rentepercentages. Ook kan een producent hogere prijzen rekenen voor producten. 3
National Geographic nummer 8 jaargang 2013
26
Toch zijn er wel nadelen aan het overstappen naar duurzame palmolie. De kosten voor het certificeringtraject zijn erg hoog en het is een grote investering om de productie duurzaam een niet duurzaam van elkaar te scheiden. De primaire kosten voor de transitie liggen tussen de 1.63 en 2.71 (euro) per hectare. 4 Conclusie: Er moet wel iets meer voor worden betaald, maar doordat je er ook meer voor kunt vragen is duurzame palmolie niet perse duurder. Wel zitten er verschillende nadelen aan, die het minder aantrekkelijk kunnen maken.
Wat zijn de oplossingen om palmolie productie te laten reduceren? In juni 2012 werd er door de tate en lyle food systems het Hamulsion stabiliser system gelanceerd. Dit zijn emulgatoren die geen palmolie bevatten Deze worden vooral toegepast in zuivelproducten. In 2012 zijn er 66 producten gemaakt die geen palmolie bevatten. Dit is 0.2 procent van de productontwikkelingen in deze tijd. Het andere moeilijke is dat het vooral in bepaalde sectoren wordt toegepast, zoals van de 66 producten zijn de meeste voor de bakkerijsector. Een olie die in de toekomst zou kunnen dienen als nieuwe en schonere bron is koolzaad en zonnebloemen. Deze kunnen geteeld worden op onze eigen bodem. Het nadeel van deze bronnen is dat de prijs per ton hoger is, maar ook dat de opbrengst per hectare veel lager is dan palmolie. Er zal dus meer hectare nodig zijn voor koolzaadolie en zonnebloem olie.
Month
Jan 4
Palm oil Price (Euro per Metric Ton) 584.55
Sunflower oil Price (Euro per Metric Ton) 1,134.24
Palm oil ROC -
Sunflower oil ROC -
Palm oil / Sunflower oil Price Ratio 0.5154
http://www.duurzaambedrijfsleven.nl/41032/duurzame-palmolie-levert-winst-op/
27
2013 Feb 2013 Mar 2013 Apr 2013 May 2013 Jun 2013 Jul 2013
Month
Jan 2013 Feb 2013 Mar 2013 Apr 2013 May 2013 Jun 2013 Jul 2013
593.21
1,132.40
1.48 %
-0.16 %
0.5239
595.44
1,127.83
0.38 %
-0.40 %
0.5280
580.76
1,104.95
-2.46 %
-2.03 %
0.5256
587.97
1,129.89
1.24 %
2.26 %
0.5204
578.60
1,116.25
-1.59 %
-1.21 %
0.5183
557.87
1,051.36
-3.58 %
-5.81 %
0.5306
Palm oil Price (Euro per Metric Ton) 584.55
Rapeseed Oil Price (Euro per Metric Ton) 909.39
Palm oil ROC -
-
Palm oil / Rapeseed Oil Price Ratio 0.6428
593.21
911.58
1.48 %
0.24 %
0.6508
595.44
896.72
0.38 %
-1.63 %
0.6640
580.76
868.08
-2.46 %
-3.19 %
0.6690
587.97
860.85
1.24 %
-0.83 %
0.6830
578.60
846.14
-1.59 %
-1.71 %
0.6838
557.87
766.93
-3.58 %
-9.36 %
0.7274
Rapeseed Oil ROC
28
4. Wat zijn de voor- en nadelen van (duurzame palmolie ten opzichte van normale) palmolie op het sociale gebied en het gebied van milieu? Inleiding Een van de redenen waarom bedrijven de keuze wat betreft het produceren van duurzame palmolie maken is de gevolgen die het heeft op hun omgeving. Op sociaal en op het gebied van milieu zitten er heel wat gevolgen aan het produceren van palmolie, het maakt dus ook wel degelijk verschil uit hoe de palmolie precies geproduceerd wordt. In deze deelvraag zal ik op deze 2 gebieden zowel voor- als nadelen benoemen en deze verder redelijk beknopt uitleggen. Ik doe dit beknopt omdat je over deze deelvraag alleen al een PWS zou kunnen maken en wij bewust niet op heel veel details ingaan omdat het niet relevant is voor óns onderzoek.
Sociale kwesties Voordeel: Bron van werkgelegenheid en verbetering van infrastructuur De oliepalm is een waardevol economische gewas en biedt een bron van werkgelegenheid . Het maakt het mogelijk voor kleine grondbezitters om deel te nemen in de cash economie. Ook resulteert meer inkomsten vaak in verbetering van de lokale infrastructuur en een betere toegang tot diensten zoals scholen en gezondheidsvoorzieningen. Bedrijven die kiezen voor het maken van palmolie op een duurzame manier geven de werknemers goede degelijke lonen en werkomstandigheden, bij grote internationale palmolie bedrijven die normale palmolie produceren is het nog wel eens de vraag of er op de juiste manier rekening wordt gehouden met de werknemers. Nadeel: Ontstaan van conflicten In sommige landen wordt er niet goed gecommuniceerd tussen de overheid en de inheemse mensen. Er is geen sprake van overleg of compensatie tussen de leiding van het land en de inheemse mensen 29
die het land bezetten waarop de palmolieplantages gunstig zijn. Vaak krijgen de inheemse mensen geen recht om te spreken en dan kan er een conflict ontstaan. Het oppervlakte aan oliepalmplantages is gigantisch en het breidt zich alleen nog maar verder uit. Door de wereldwijde markt in palmolie is meer land nodig. Men wordt gedwongen tot landovername, wat vaak uitbuiting van de plaatselijke bevolking tot gevolg heeft. Ook mensenrechten worden geschonden. Dit leidt ook tot conflicten tussen de plantages en de lokale bewoners in bijvoorbeeld Indonesië en Maleisië . Bovendien zijn sommige Indonesische oliepalmplantages afhankelijk van geïmporteerde arbeid of illegale immigranten , die heeft geleid tot bezorgdheid over de arbeidsomstandigheden en de sociale gevolgen van deze praktijken .
Volgens een rapport uit 2008 van de NGO's , waaronder Friends of the Earth , is er al regelmatig geweld gebruikt om grond te verwerven van inheemse gemeenschappen in Indonesië . Organisaties zoals de RSPO willen ervoor zorgen dat de communicatie tussen de lokale inheemse mensen en de palmolie producerende bedrijven zo goed mogelijk verloopt. Het bedrijf wil ervoor zorgen dat beide partijen een eerlijke en gelijke kans krijgen om hun zegje te doen en hun mening te uiten. Gedeeltelijk voor- en gedeeltelijk nadeel: Ontstaan oneerlijke verdelingen Een grote uitdaging in de palmoliegebieden is om de ongelijkheid tussen producenten op kleine schaal en grote internationale oliepalmbedrijven tegen te gaan. Afhankelijk van de plaatselijke autoriteiten en kleinschalige coöperaties, kunnen kleinschalige bedrijven in hoge mate profiteren van palmolieproductie in Indonesië: ze krijgen hogere vergoedingen voor het land dat ze afstaan en het werk dat ze doen; er wordt veel meer verdient dan met andere landbouwgewassen. Maar dit is natuurlijk niet altijd zo, er kunnen grote oneerlijke verdelingen ontstaan en dit kan heel erg nadelig zijn voor de lokale bevolking que werkstuk en werkomstandigheden enzovoort.
Milieuvraagstukken Nadeel: Ontbossing, afname water- en bodemkwaliteit en bosbranden In Indonesië hebben de stijgende vraag naar palmolie en hout , hebben geleid tot het kappen van tropische bossen in de Indonesische nationale parken . Volgens een rapport uit 2007 gepubliceerd door UNEP , op het tempo van de ontbossing in die tijd , zou naar schatting 98 procent van de Indonesische bossen worden vernietigd in 2022 als gevolg van legale en illegale houtkap , bosbranden en de ontwikkeling van palmolieplantages. Het is dus zeker om te zeggen dat dit een deze wijze van palmolieproductie schadelijk is voor het milieu. Ongeveer 15 miljoen hectares land zijn bezet met oliepalmen. De palmolie wordt gebruikt voor zowel huishoudproducten als productie van biodiesel. Door de toenemende vraag naar voedsel en brandstof worden er nog steeds oliepalmen bij geplant waardoor tropische oerwouden verdwijnen. 30
Deze zijn juist zeer belangrijk voor ons ecosysteem, onder andere door de koolstofdioxideopslag. Een essentiële functie in het tegengaan van klimaatverandering. In het begin was het zo dat de palmolieproductie plaatsvond in bedrijven met een gemengd assortiment aan gewassen. Dit gebeurde vooral in West-Afrika. Nu worden oliepalmen verbouwd voor massaproductie op grote velden en worden ze industrieel verwerkt. Dit brengt grote risico’s voor het milieu met zich mee en ook lokale bewoners, vooral degenen met lage economisch capaciteiten, lijden hieronder. Voor de enorme hoeveelheden oliepalmen, verbouwd op enorme stukken grond, worden grote hoeveelheden meststoffen en pesticides gebruikt. Tot het twintigste jaar van de oliepalm neemt de hoeveelheid vruchten toe. Vervolgens worden de plantages waar allemaal even oude oliepalmen staan vernietigd. Na 25 tot 30 jaar kan er weer opnieuw geplant worden. De palmolieproductie heeft afname van water- en bodemkwaliteit tot gevolg. Ook de lokale samenleving lijdt onder de productie: de natuurlijke hulpbronnen waar ze onder andere hun voedsel en medicijnen vandaan halen, worden aangetast. Door verwijdering van de bossen wordt de voortgang van de hydrologisch cyclus en de bescherming van de bodem in gevaar gebracht. Volgens rapporten van de VN uit 2007 veroorzaakte de vestiging van oliepalmplantages wijdverspreide vernietiging van bossen in Indonesië en Maleisië. In deze twee gebieden ligt het overgrote deel van de plantages. Naar schatting zijn de tussen 1990 en 2005 gevestigde palmolieplantages voor 55 tot 60 procent aangeplant op voormalig tropisch oerwoud. Rond het jaar 2000 was 8,3 miljoen hectare grond op Maleisië bedekt met het bladerdak, opgebouwd uit ontelbare oliepalmen. Eén tiende deel van deze 8,3 miljoen hectare bevindt zich op veengrond. Het verwijderen van de veenmoerassen resulteerde in een verlies van ongeveer 4,6 miljoen gram koolstof door veenoxidatie. Door het verwijderen van de veenmoeraswouden, kan er veel minder koolstof worden vastgelegd. Dit gaat om ongeveer 660 duizend milligram koolstof per jaar. Rond 2010 was er al 2,3 miljoen hectare veenmoerasbos gekapt. Wanneer ontwaterde veengronden verbrand worden, komt er ook veel CO 2 vrij. Hieronder is te zien op welke plekken in 2011 oliepalmplantages gevestigd waren en waar nog veengronden zijn overgebleven.
31
Figuur 10 Gebieden bedekt met oliepalmplantages en veengronden in de laaglanden van Maleisië, Borneo en Sumatra (Ko hand others 2011)
Het verlies van de oerwoudecosystemen op dit eiland is nog niet alles… Het verbouwen van oliepalmen ging gepaard met gigantische branden, vooral gedurende 1997/1998, die vooral voorkwamen tijdens het egaliseren van grote stukken oerwoud voor het verbouwen van oliepalmen. Deze vuren hadden negatieve gevolgen voor de gezondheid van de plaatselijke bevolking. Mensen die kiezen om duurzame palmolie te produceren hebben 2 woorden centraal staan: Herbeplanting en geen bestrijdingsmiddelen. Door geen bestrijdingsmiddelen te gebruiken is het land een stuk langer bruikbaar voor productie en is het veiliger voor dier en mens zich in die omgeving te bevinden. Als het gebied dan uitgeput raakt wordt het bos herbeplant zodat er meer CO2 uit de lucht (zie volgend deelkopje voor nadere uitleg) gehaald kan worden en de dieren en water en bodem hun gunstige omgeving blijven houden. Op de volgende pagina is de snelle opmars van de palmolieplantages en de verdwijning van het oorspronkelijke oerwoud nog eens goed te zien.
32
Figuur 11 Zuidoostelijke hoek van de Raui provincie van Indonesië: ontwikkeling van de palmolieplantages tussen 1989 en 2005(lichtgroen is palmplantage, donkergroen is het tropisch regenwoud)
Nadeel: De uitstoot van broeikasgassen Ontbossing in tropische gebieden is goed voor naar schatting 10 procent van de door de mens veroorzaakte CO 2-uitstoot. Op deze manier is ontbossing dus een belangrijke factor wat betreft de gevaarlijke klimaatverandering. Schade aan veengebieden( door onder andere palmolie productie) wordt beweerd om bij te dragen tot aantasting van het milieu , waaronder vier procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen en acht procent van alle wereldwijde uitstoot jaarlijks veroorzaakt door het verbranden van fossiele brandstoffen , als gevolg van de opruimen van grote delen van het regenwoud voor palmolieplantages . Veel Indonesische regenwouden liggen boven op veengronden die grote hoeveelheden koolstof op te slaan . Bos verwijdering en veen drainage om plaats te maken voor plantages zet deze koolstof weer vrij in de open lucht. Duurzame palmolie producerende bedrijven willen dan ook ervoor zorgen dat het ontbossing proces en de veen drainage vermindert of zelfs gestopt wordt. Nadeel: Verminderde biodiversiteit en habitat vernietiging De oliepalmplantages kunnen ook een barrière zijn voor de migratie van dieren. Door veranderingen in de natuurlijke bossen wordt de habitat van de dierlijke bewoners gefragmenteerd. Ook is er mede hierdoor een gevaar voor het verlies van biodiversiteit. Bijeffecten van het kappen van bossen zijn het vrije spel dat wind hierdoor heeft, verdroging en het vóórkomen van branden.
33
Voorbeelden van de bedreiging van de biodiversiteit is het minder worden van het aantal: wildpopulaties waaronder olifanten, Sumatraanse neushoorns en de Sumatraanse tijger. Ook de orang-oetans in ZuidoostAzië is een groep om bezorgd over te zijn. Door de boskap verdwijnt hun natuurlijke habitat… Nadeel: Watervervuiling Lakse handhaving van de milieuwetgeving kan leiden Figuur 12 De sumatraanse tijger is inmiddels een bedreigde diersoort, mede door de tot aantasting van de plantages in oeverstroken. Dat palmolieproductie. kan weer leiden tot het vrijkomen van verontreinigende stoffen zoals Palm Oil Mill Effluent ( POME ) in het milieu. En dat is natuurlijk niet goed, zowel de bodem als het water kan hierdoor vervuild raken. Duurzame palmolie producerende bedrijven zijn aan regels en wetten verbonden en zijn deze verplicht om na de komen en worden ook actief gecontroleerd of dit proces ook echt op een goede manier gebeurd. Ook maken sommige duurzame palmolie bedrijven geen gebruik van bestrijdingsmiddelen en andere schadelijke stoffen, op deze manier loopt het milieu een minder groot gevaar om vervuild te raken. Voordeel: Alle nutriënten zouden in het systeem kunnen blijven Omdat de mens vooral geïnteresseerd is in de palmolie en deze door de oliepalm uit koolstofdioxide en water worden gemaakt, zouden in principe alle nutriënten in het systeem kunnen blijven. Hierdoor zijn weinig kunstmatige meststoffen nodig, zolang de uitgeperste oliepalmpitten maar als bemesting worden gebruikt. Dit is voor een groep mensen dus ook een heel groot voordeel om palmolie te produceren. Voordeel: Opbrengst hoog dus koolzaad zou vervangen kunnen worden De opbrengst per hectare is hoog, zodat één hectare oliepalm meerdere hectaren koolzaad zou kunnen vervangen en hierop tarwe verbouwd kan worden, zo wordt geredeneerd en dit kan dus een voordeel zijn voor het stimuleren van palmolie produceren. Voordeel: Palmolie als biobrandstof Ook zou er een milieuvoordeel liggen in het feit dat palmolie als biobrandstof gebruikt kan worden om fossiele brandstoffen te vervangen. Dit zou heel veel schadelijke
Conclusie Zowel voor het sociale aspect als voor het milieu aspect geldt dat er voor- en nadelen aanhangen, dit maakt het heel lastig. De duurzame palmolie productie geeft in ieder geval wel een betere kans aan zowel de mens als de natuur, maar er zijn nog steeds heel veel verschillende kanten die ieder een mening hebben.
34
5. Rol Europese Unie -
Europa speelt een belangrijke rol in het palmolie circuit. Ze importeert ongeveer 5.4 miljoen ton per jaar. Dit is ongeveer 13 procent van de mondiale palmolie die er op dit moment wordt geproduceerd. Met deze wetenschap ga ik er vanuit dat er veel regels zijn voor palmolie. 1. Al de duurzame palmolie die op dit moment wordt geïmporteerd door de EU moet voldoen aan de voorwaarden die de RSPO stelt. Suggestie: Deze eisen zijn erg hoog en er daardoor hebben wij twee eisen die de RSPO heeft ‘versoepelt’. Dit zorgt ervoor dat het toegankelijker is voor producenten. 2. Voor bedrijven kan het als negatief worden ervaren door de hogere kosten om over te gaan op duurzame palmolie. Dit komt door certificeringen en het vele papierwerk wat erbij komt en de lange periode die erover heen gaat voordat bedrijven het duurzaamheidslabel krijgen Suggestie: Een manier ontwikkelen dat dit proces om het duurzaamheidslabel te krijgen te versnellen, goedkoper en makkelijker te maken. Bv. Een digitaal programma. Zodat het gestimuleerd wordt om duurzame palmolie te gaan produceren 3. Op dit moment kun je op veel producten de term plantaardige olie vinden. Eind 2014 mag dit niet meer, dan moet op alle producten de oliesoort gespecificeerd zijn. Suggestie: Uit een enquête die we hebben gehouden is gebleken dat veel mensen niet weten wat palmolie is. Als dus op de achterzijde van een product palmolie zal staan, is het niet duidelijk wat dit nu daadwerkelijk inhoudt. Wij denken dat het daardoor goed is om bv, een voorlichtingsfilmpje te maken. (Hier hebben wij een voorbeeld bij) 4. De Eu-landen hebben afgesproken dat in 2020 maximaal 6 procent in biobrandstof gemaakt mag worden uit voedselgewassen. 5. Op dit moment wordt 3.8 procent import belasting gerekend op duurzame palmolie. Suggestie: Door deze importbelasting af te schaffen, zal de stap voor bedrijven om duurzame palmolie te gaan gebruiken makkelijker zijn. 6. Vanuit de EU kan duurzame palmolie ook gestimuleerd worden als ze door subsidies de prijzen van duurzame producten naar beneden halen.
In het adviesplan zullen wij het echter gaan hebben over de band met Nederland in plaats van met de EU omdat wij tot de conclusie zijn gekomen dat de band met de EU nauwelijks bestaat.
35
6. Duurzame palmolie voor bedrijven: voor- en nadelen
Voordat we in deze deelvragen de voordelen en nadelen van de overgang naar duurzame palmolie voor verschillende bedrijven behandelen, zult u eerst wat informatie krijgen over de tijdgebonden plannen op gebied van RSPO-certificaten. Vervolgens worden ook de verschillende manieren waarop bedrijven hun palmolie RSPO kunnen laten certificeren, uitgelegd.
Wanneer 100% duurzaam?
Voor alle RSPO-leden bestaan er tijdgebonden plannen(TBP=Time Bound Plans). Jaarlijks komen er per bedrijf verslagen uit over de vooruitgang op gebied RSPO-gecertificeerde, duurzame palmolie(ACOP=Annual Communications of Progress). Bedrijven hebben beloftes gedaan en afspraken gemaakt met de RSPO. Deze moeten natuurlijk ook uitgevoerd worden. Op basis van al deze afspraken maakt de RSPO verslagen op waarin te zien is, hoe de certificering van palmolie door de jaren heen zal verlopen in diverse onderdelen van de duurzame palmolie productieketen. Hieronder is een voorbeeld te zien van de grafiek uit het ACOP verslag van 2012/2013. Hierin is van 2008 tot 2022 te zien hoeveel bedrijven per jaar beloftes hebben afgelegd om hun eerste landerijen of 100% van hun landerijen RSPO te certificeren:
Figuur 13 Beloftes van oliepalmplantagehouders of gebied van RSPO-certificering, ACOP(2012/2013)
Op de verticale as zijn de hoeveelheid beloftes per jaar te zien. In 2015 wordt het hoogtepunt bereikt van het aantal bedrijven dat zijn palmolieplantages 100% RSPO zal laten certificeren. In 2022 is er nog maar één belofte. Dan zal het grootste deel van de plantages wel gecertificeerd zijn. Tot 2019 zullen er nog plantages zijn die beginnen met het laten certificeren van hun landerijen. Als je als bedrijf eenmaal aan de RSPO begint, wordt er ook echt van je verwacht dat je serieus werkt naar de verduurzaming van het gebruik en de productie van palmolie binnen je onderneming. De informatie die nu volgt, vertelt over verschillende productie- en importgebieden hoe ver ze zijn op gebied van RSPO-certificatie.
36
Productie Maleisië en Indonesië In onderstaande afbeelding is te zien hoe ver Maleisië en Indonesië al zijn met de certificeringen op verschillende gebieden in de productieketen:
Figuur 14 RSPO-certificatie in de productiegebieden, ACOP(29 nov. 2013)
Dit is informatie die door de ACOP, Annual Communication of Progress, wordt vrijgegeven. Men kan hierin zien hoe door de jaren heen bedrijven zich ontwikkelen op gebied van de certificatie. Zoals je kunt opmaken uit de afbeelding, betekent lid zijn van de RSPO niet direct dat je 100% duurzame palmolie produceert. In Maleisië is wel het overgrote deel gecertificeerd, maar in Indonesië zitten ze nog maar net over één derde deel heen. In beide landen is nog een groot deel van de plantages niet gecertificeerd, maar wel zijn er nog steeds nieuwe aanmeldingen om de productie van palmolie naar RSPO maatstaven aan te passen. Rest van de wereld Naast Maleisië en Indonesië zijn er nog een paar kleinere productiegebieden van palmolie. Van de overige, ruim 1,9 miljoen ton is 57,3% RSPO-gecertificeerd. Ruim 77% van de plantages waar deze palmolie vandaan komt is ook RSPO-gecertificeerd. Van de management units is slechts 13,41% gecertificeerd. Daar moet nog wat aan gedaan worden.
37
Vraag Europa
Figuur 15 Palmoliebehoefte in Europa, RSPO
In bovenstaande afbeelding is te zien dat er een gigantische hoeveelheid aan palmolie en bijproducten daarvan in Europa gebruikt wordt. Een klein deel daarvan is duurzaam gecertificeerd. Van de 276 leden die het ACOP-rapport ingevuld hebben, heeft het overgrote deel als doel in 2015 alleen nog maar duurzaam gecertificeerde palmolie te gebruiken. Slechts één bedrijf heeft dit doel helemaal naar 2040 te schuiven. Ook dit jaar(2013) wil een relatief groot aantal bedrijven op 100% CSPO overgaan. Verenigde Staten van Amerika
In de VS wordt beduidend minder palmolie geconsumeerd. Wel wordt er relatief meer gebruik gemaakt van gecertificeerde, duurzame palmolie in vergelijking met Europa. De leden die de RSPO nu in Amerika heeft en die de gegevens hebben ingevuld, zijn van plan niet later dan in 2020 voor 100% duurzame palmolie te gebruiken. Ook hier ligt de top van bedrijven die deze doelstelling willen halen, bij 2015.
38
Australië Australië heeft nog maar heel weinig RSPO-leden. Dat is ook wel te zien aan de hoeveelheid die het ACOP-rapport ingevuld heeft. Ruim 64 duizend ton palmolie wordt hier geconsumeerd, waarvan ruim tweeduizend gecertificeerd. Zowel in 2014 als 2015 hopen twee bedrijven op 100% duurzaamheid wat betreft palmolie over te gaan. Dat zijn de toppen op dit moment. India en China In deze landen zijn ook zeer weinig RSPO-leden. In India vijf en in China twee. Van het weinige palmoliegebruik op de Chinese markt, is geen enkele geregistreerde ton gecertificeerd. In India zijn dat slechts 144 duizend tonnen van de ruim 1,6 miljoen. In 2015 is in India en China één bedrijf van plan om voor 100% op RSPO-gecertificeerde, duurzame palmolie over te zijn gegaan.
Diverse soorten duurzaam
Er zijn voor bedrijven vier verschillende mogelijkheden waarop ze hun palmolie kunnen certificeren. Zo ontstaan er dus vier verschillende productieketens van palmolie. Elke keten kent zijn eigen regels, eisen en controles voor duurzaamheid. Hieronder een tabel waarin heel beknopt is uitgelegd wat elk van deze vier soorten certificaten inhoudt: Certificaattype Identity Preserved Segregation Mass Balance Green Palm Certificate
Omschrijving 100% traceerbaar van plantage tot consument 100% scheiding van niet-RSPO gecertificeerde palmolieproducten RSPO gecertificeerde palmolie kan gemixt zijn met niet-RSPO gecertificeerde palmolie Handelssysteem van certificaten, geven duurzaam geproduceerde palmolie binnen je bedrijf weer
Identity preserved
Figuur 16 Identity preserved productieketen, RSPO
Dit is de meest intensieve certificering. De RSPO-gecertificeerde palmolie die bij de eindgebruiker aankomt, is voor 100% te traceren tot aan de molen toe. Ook wordt de duurzame palmolie in heel de keten apart gehouden van andere palmolie. De klant kan er ten volste van verzekerd zijn dat bij elke stap in de productie- en transportketen de RSPO-gecertificeerde, duurzame palmolie 100% gescheiden en traceerbaar blijft. Op geen enkel punt 39
komt de traditionele productieketen in contact met de RSPO-keten. Op elk punt vinden controles plaats. Dit maakt de perfecte traceerbaarheid mogelijk. De voordelen van IP-palmolie is dat het 100% traceerbaar is en 100% RSPO-gecertificeerd. De hoge kosten zijn een nadeel.
Segregation
Figuur 17 Segragation productieketen, RSPO
De Segregation-productieketen verzekert dat RSPO-gecertificeerde palmolie en bijproducten die de eindgebruiker bereikt voor 100% van RSPO-gecertificeerde bronnen afkomstig is. Het is wel toegestaan dat palmolie van verschillende bronnen vermengd wordt. Dus… de palmolie is enkel naar RSPO-gecertificeerde landgoederen en plantages te herleiden, maar in tegenstelling tot Identity Preserved zijn er verschillende bronnen waar de RSPO-gecertificeerde palmolie vandaan komt. Van elke stap in de productieketen is men verzekerd van een scheiding van niet-RSPO producten. De RSPO-keten blijft op alle punten gescheiden van de traditionele palmolieketen zoals uit bovenstaande afbeelding af te leiden is. Op elk punt in de keten is het daardoor van belang dat er controle plaatsvindt. De voordelen en nadelen van Segregation zijn bijna hetzelfde als bij IP, alleen wordt er geen 100% traceerbaarheid gegarandeerd. Ook is de palmolie minder makkelijk als RSPO-gecertificeerd te claimen omdat het van verschillende bronnen komt. De kosten zijn t.o.v. IP, lager.
Massbalance
40
Figuur 18 Mass-balance productieketen, RSPO
Met het Mass-balance model wordt de weg van RSPO-gecertificeerde palmolie door heel de productieketen administratief in de gaten gehouden. Hierbij is de duurzame palmolie een ‘passagier’ die gewoon gemengd is met de traditionele, niet duurzame palmolie. Door het Mass-balance model kunnen allerlei bedrijven in de palmolieketen hun verbintenis met de duurzame palmolieproductie tonen en tegelijkertijd kunnen ze het verhandelen van RSPOgecertificeerde palmolie actief promoten. Dit stimuleert het verhandelen van gecertificeerde producten. Misschien is het ook wel de aanzet voor een bedrijf om een gescheiden keten op te zetten, zodat ze tot één hoofdstroom van duurzame palmolie zullen komen. Het Mass-balance model staat dus toe dat RSPO en niet-RSPO producten gemengd worden. Bij elk punt in de keten wordt in de gaten gehouden hoeveel duurzame palmolie binnenkomt en vertrekt. Het mag natuurlijk niet zo zijn dat de hoeveelheid RSPO-gecertificeerde palmolie in het complete mengsel dat ingescheept wordt, verschilt van de hoeveelheid duurzame palmolie die zijn eindbestemming bereikt. Bij dit model, net als bij het volgende model, zijn de deelnemers vooral bedrijven die de RSPO willen steunen door gecertificeerde, duurzame palmolie in te kopen. Zo willen ze hun bereidwilligheid en medewerking op gebied van verduurzaming van de productie tonen. De palmolie die afgeleverd wordt, staat niet direct in contact met de duurzame palmolie geproduceerd op RSPO-gecertificeerde locaties. Het is moeilijk herleidbaar. Ook kan je moeilijk de duurzaamheid van je producten claimen: duurzaam en niet-duurzaam is compleet gemengd, je kent de oorsprong en de verschillende bronnen niet. Wel zijn er weinig kosten t.o.v. eerder genoemde modellen. Ook is het mooi dat in dit model verschillende bedrijven actief bij de RSPO worden betrokken met als doel uiteindelijk een gescheiden, duurzame keten op te zetten.
Book and Claim(Green Palm Certificate)
41
Figuur 19 Book&claim productieketen, RSPO
Bij dit type certificaat krijgen bedrijven aan het begin van de palmolieproductieketen, dus de plantages en oliemolens, de mogelijkheid om voor een bepaald aantal ton RSPO-gecertificeerde palmolie, certificaten in te kopen. Deze kunnen ze dan op hun beurt via web transacties verkopen aan producenten aan het eind van de keten die bepaalde hoeveelheden RSPO gecertificeerde palmolie in hun producten willen gebruiken. Dit zijn dus bedrijven die gewoon deelnemen aan de traditionele, niet-duurzame productieketen, maar wel de initiatieven en ontwikkelingen van RSPO willen steunen. Dus… een bedrijf kan, onafhankelijk van heel de materiële productieketen, via certificaten een tegoed aan RSPO-gecertificeerde, duurzame palmolie kopen. Via de traditionele keten zend een RSPO-gecertificeerde oliemolen de aangevraagde hoeveelheid. Door de certificaten weet men dan dat ergens in de wereld een zelfde hoeveelheid RSPO-gecertificeerde palmolie geproduceerd is als de hoeveelheid die de ontvanger gebruikt. Green Palm verstrekt deze certificaten. De duurzame palmolie wordt niet gescheiden gehouden. De palmolie wordt van verschillende bedrijven geclaimd. Deze geclaimde hoeveelheden worden op bepaalde punten bij elkaar gevoegd. Certificaten worden alleen aan RSPO-gecertificeerde oliemolens verstrekt. Deze worden dan direct en elektronisch verkocht aan eindproducenten. Alleen fabrikanten krijgen dus te weten wat de bron van de palmolie is. Dit om te controleren of deze palmolie ook echt RSPO-gecertificeerd is. Hieronder de voordelen en beperkingen van Book&claim-gecertificeerde palmolie: Dus slecht traceerbaar, niet 100% RSPO gecertificeerd, weinig kosten.
Voor- en nadelen voor bedrijven
We hebben vele RSPO-leden gemaild om te vragen of er een mogelijkheid zou zijn een interview te houden over de rol van duurzame palmolie binnen hun bedrijf. Ook wilden we dan graag vragen stellen over de eisen van de RSPO die voor die onderneming persoonlijk golden en over de invloed van de EU op de import van duurzame palmolie. Uiteindelijk, na herhaaldelijk gemaild te hebben, kregen we van het grootste deel een antwoord. Met onderstaande behandelde bedrijven hebben we interviews gehouden en via e-mail contact gehad. Van ongeveer vijf andere bedrijven kregen we een afwijzing en van nog eens vijf bedrijven hebben we niks gehoord. Hieronder zijn de voordelen en nadelen die de geïnterviewde bedrijven zien in de overgang naar duurzame palmolie, uitgewerkt. De punten die we noemen, hebben we letterlijk uit de interviews overgenomen om een zo natuurlijk en eerlijk mogelijk beeld te geven van de antwoorden vanuit diverse bedrijven. Voordelen Hieronder staan de voordelen of positieve punten die de geïnterviewde bedrijven noemen van het gebruik van duurzame palmolie in het bedrijf. In de bijlage staan de complete interviews en een klein stukje informatie over de bedrijven. Cargill, Caroline Sikking Principes: beter voor het milieu, beter voor de arbeiders, samen groeien naar meer duurzaamheid. Onze klanten willen meer en meer duurzame palmolie in hun producten opnemen. Daarom zijn wij ook bezig om met onze leveranciers de keten verder te verduurzamen. 42
Beter voor imago Olenex, Sam Muller De vraag van consumenten naar producten met duurzame palmolie is voor ons de reden van de overgang. Producenten vragen naar duurzame palmolie om in hun producten te verwerken. Hoewel door de eisen van RSPO de productie van duurzame palmolie veel beter is voor zowel het milieu als de arbeiders en de lokale bevolking, staat de consument toch nog steeds negatief tegenover het palmolieverhaal. De overgang naar duurzame palmolie zorgt dan ook niet zozeer voor een beter imago, maar voor de bescherming van het imago. Tegenhouden slecht imago. Voor bedrijven zijn er niet echt voordelen. Natuurlijk wel voor concurrentie, als je net iets sneller bent dan je concurrent. Ook voor tegenhouden slecht imago. Lonka, Erwin van Ramshorst Garandeert continuïteit voor klant, want als ze overgang niet hadden gemaakt, zouden er geen producten van Lonka meer in Engelse supermarkten zijn. Ook verkoopargument: klant wil het graag Ook een doelstelling van Lonka: milieu sparen Marine Olie Handelmij, Ronald Nossent De bedrijven wilden eigenlijk alleen maar duurzame palmolie kopen. Er is een vraag uit de markt, en natuurlijk gaan wij op zoek naar die mogelijkheden. Ook speelt het milieuaspect natuurlijk een rol, een mooi visiteplaatje is altijd welkom. Op zich niks. Voornamelijk aan de positieve invloed ten opzichte van de buitenwereld en het meedragen aan betere wereld. Het is simpelweg ethisch meer verantwoord. Als bedrijf zoeken wij natuurlijk wel naar marges, wij moeten wel in staat zijn duurzame palmolie in te zetten en kijken of we net zoals concurrentie mee kunnen doen. Geeft een positieve plaatje. We willen ons profileren, biodiesel en groene energie doen wij ook. Het is eigenlijk ook een soort visitekaartje van het bedrijf. Zaken doen met bepaalde bedrijven kan door het lidmaatschap bij RSPO beter werken. Unilever, M. Slavenburg Met Unilever hebben we enkel mailcontact gehad. Bepaalde informatie konden ze niet aan derden verstrekken. Ze hebben een mooi verhaal gebracht, wat in bijlage 2, ‘Belangrijk mailcontact’, te lezen is. Unilever is al heel ver wat betreft duurzame palmolie. Dit is het belangrijkste voordeel wat uit de mails naar voren kwam: “Wij denken dat onze plannen een belangrijk en positief effect zullen hebben, zowel op klimaatverandering als op de bescherming van de regenwouden.” Verdere informatie wat betreft de stand van zaken en de visie van Unilever op gebied van palmolie, is dus in bijlage 2 te vinden. Nadelen Hieronder staan de nadelen of negatieve punten die de geïnterviewde bedrijven noemen van het gebruik van duurzame palmolie in het bedrijf. In de bijlage staan de complete interviews en een klein stukje informatie over de bedrijven. Cargill, Caroline Sikking De overgang naar duurzaam zorgt voor extra complexiteit. Er moet veel veranderen: geen bossenkap, veiligheid, op een goede manier gebruik maken van voedingsstoffen etc. Daarnaast zijn er eisen gesteld aan de voorzieningsketen. Om duurzame palm olie te kunnen inkopen moet ook deze keten gecertificeerd zijn. 43
Veel extra kosten zitten in veel extra papierwerk, certificeringen etc. Voordat de nadelen van de duurzame productie omslaan naar voordelen, als alles geregeld is en aan de RSPO-regels voldaan wordt, zijn we al weer jaren verder. Voor kleine, lokale palmolieproducenten is dit een hele lange weg. Hun dagelijkse prioriteit is hoe ze geld verdienen. De palmolie industrie zal dus gezamenlijk veel moeten doen om de hele industrie te verduurzamen. Dit is een proces van jaren. Wij betalen $15-25 extra voor 1 mt duurzaam geproduceerde palm olie ten opzicht van niet-duurzaam geproduceerde palmolie. De EU stimuleert op dit moment de overstap nog niet extra. Er zijn wel initiatieven gaande en er worden veel vragen gesteld op EU niveau over palm olie als ingrediënt. De RSPO heeft veel criteria, maar het is ook niet niks: je hebt niet zomaar duurzame palmolie. De RSPO-standaard is tot stand gekomen op basis van het multi-stakeholder principe. Dat betekent dat alle stakeholders inclusief plantages hun bijdrage hebben kunnen leveren aan de inhoud van de standaard. Wij vinden dat proces belangrijk en relevant om zo in ieder geval iedereen aan boord te krijgen van de standaard. Het is zeker veel werk op te controleren of elke stap van het productieproces volgens de regels verloopt. Ook voor de bedrijven zelf om duurzaam gecertificeerd te worden. Olenex Veel meer organisatie Duurzame palmolie moet gescheiden worden van het niet-duurzame, in verschillende tanks, extra werk en kosten. Ingewikkeldere administratie, veel certificeringen. Hierdoor ook extra kosten. Overal moet gecontroleerd worden. Veel werk, veel extra kosten. Er is veel meer duurzame palmolie beschikbaar dan dat er verkocht wordt. In het oosten(Maleisië etc.) zijn ze hier niet blij mee. Raffinaderijen kopen alleen wat ze nodig hebben om weer door te verkopen. De vraag van consumenten naar duurzame palmolie was groot, maar door de extra kosten van de producten laten ze het vaak afweten. De kosten zijn de grote drempel. Voor consumenten en zo ook uiteindelijk voor producenten. Er wordt ingekocht naar de afname. Als de consument niet bereidt is meer te betalen, dan zal de Europese Unie die extra kosten moeten vergoeden door subsidies om de import van duurzame palmolie te stimuleren. Er zijn nog verschillende kleine boeren die de overgang naar duurzame palmolie nog niet hebben gemaakt. Lang niet altijd lucratief. Ze hebben er niks aan, want er wordt veel extra moeite voor gedaan en uiteindelijk gaat de oogst naar grotere bedrijven waar het duurzame en niet-duurzame niet van elkaar gescheiden blijft. Het kost teveel om alles zelf in verschillende tanks te doen voor de kleine bedrijven. Controle is op alle gebieden, alle schakels heel streng. Er wordt overal streng gecontroleerd of de mass-balance wel klopt: er moet niet meer duurzame palmolie worden verkocht als dat er binnen is gekomen. Zolang dat zeker is, kun je mass-balance palmolie verkopen. Segregated palm oil: dan weet je zeker dat er 100% duurzame palmolie in je producten zit. Is wel veel duurder, ook om het gescheiden te houden. Segregatie, strikt geschieden, een duur systeem. Verder kan een probleem ook zijn dat de kennis over duurzame palmolie bij consumenten niet echt hoog ligt. Bij supermarktketens zoals Albert Heijn en Aldi wel. Bedrijven zoals Unilever en Nestlé zijn al wel bezig met campagnes om de consument meer te informeren over het onderwerp en te overtuigen van het belang ervan. Lonka, Erwin van Ramshorst Er is vraag naar duurzame palmolie in producten, maar ze(consumenten) hebben er geen extra geld voor over. Hogere kosten: rond 30 euro per ton, 650 ton 44
Audit die jaarlijks terugkeert, controle of alles echt wel volgens de regels van de RSPO gebeurd. Stuk ingrijpender dan UTZ. Deze controle heeft dan vooral te maken met administratie: inkoop gecertificeerde palmolie-verkoop producten met palmolie: klopt het? Contributie voor lidmaatschap RSPO Erwin: “De regels van RSPO zijn nogal streng, zeker in vergelijking met UTZ.” Marine Olie Handelmij, Ronald Nossent Sommige bedrijven maken geen gebruik van duurzame palmolie en kunnen ze dus goedkoper produceren, dat geeft hen een gunstig kostenplaatje. Sommige bedrijven willen palmolie maar nemen duurzame palmolie niet als een ‘must.’ Wij als West- Europa trekken op dit moment het touw wat betreft maatregelen voor duurzame palmolie. Veel bedrijven in Oost-Europa en bijvoorbeeld Afrika zijn hier nog helemaal niet mee bezig, zij kiezen dus ook voor de goedkoopste optie, dit is nadelig voor bedrijven die wel RSPO gecertificeerd zijn omdat zij door de extra kosten duurdere producten hebben. Vanuit de RSPO zijn strenge controles of alles volgens de regels geproduceerd wordt. Nu is al het extra werk en zijn al de extra kosten misschien wel een nadeel, maar je kan maar beter alvast op weg zijn. Want als je nog moet beginnen als er een regelgeving voor duurzame palmolie is, kan de druk vanuit de overheid en andere bedrijven wel hoog worden. Verdere voor- en nadelen Sommige voor- en nadelen worden in interviews niet genoemd, maar zijn daarom niet minder belangrijk. Dit komt ook omdat mensen die we interviewen niet alle kennis paraat hebben en soms ook met bepaalde onderdelen van de palmolieketen helemaal niks te maken hebben. Voordelen Duurzame palmolieproductie bespaart kosten op bestrijdingsmiddelen. Zo kunnen gecertificeerde bedrijven 190.000 euro per jaar besparen. Nadelen De productie van 1000 kilo duurzame palmolie kost 15 tot 25 dollar extra. De extra kosten per hectare door het certificeringsproces liggen tussen de €1,63 en €2,71. Europese bedrijven kunnen de duurzame palmolie niet goedkoper verkopen omdat ze geen subsidies krijgen en ook moet er een importbelasting van 3,8% worden betaald.
Conclusie Het begin van dit werkstuk was alweer een heel eind terug, dus hier nog even een herhaling van onze hoofdvraag: Hoe kan de EU de overgang naar productie en import van duurzame palmolie stimuleren bij palm olie verwerkende bedrijven in de komende 20 jaar? We hebben ontdekt dat de Europese Unie nog niet echt veel doet op het gebied van duurzame palmolie. Er wordt wel veel over gesproken en plannen worden gemaakt. Maar wanneer de EU een beleid zal opstellen wat betreft palmolie? Vanuit de Europese Unie is er geen stimulans voor bedrijven. Eigenlijk regelt de RSPO alles. 45
Uit een interview kwam de wens dat dit moet veranderen, duidelijk naar voren. Er moet één groot leidinggevend orgaan zijn dat de taak van de RSPO overneemt en dat is de Europese Unie. Als er vanuit één plek een beleid wordt opgesteld, kan er veel verwarring voorkomen worden. Nu is het nog wel eens zo dat landelijke organisaties en de EU op bepaalde punten ongelijk lopen. Als de Europese Unie de taak van de RSPO overneemt en een duidelijk beleid opstelt, kan dit voor bedrijven op zich al een extra stimulans zijn om de overgang naar duurzame palmolie te maken. Natuurlijk zijn er ook andere redenen voor een overgang, maar een duidelijk beleid geeft bedrijven meer zekerheid op dit gebied. Een duidelijk antwoord op onze hoofdvraag zal aan het eind van dit profielwerkstukproces tot uiting komen. We hebben als einddoel een adviesplan op te stellen voor het Ministerie van Economische Zaken, als deze bereid is als opdrachtgever te fungeren. Daarin hopen we een onderbouwd antwoord te geven op onze hoofdvraag.
Bibliografie Addbot. (2013, Maart 12). Palmolie . Opgeroepen op April 26, 2013, van Wikipedia : http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Palmolie&action=history Administrator. (2011, maart 25). The Extraction of Palm oil. Opgehaald van palmoilmill.co: http://palmoilmill.co.nz/index.php?option=com_content&view=article&id=48:theextraction-of-palm-oil&catid=47:ffb-reception&Itemid=71 Armstrong, S. (2011 , Augustus 30). Pilot project on palm oil accreditation . Opgeroepen op September 2, 2013 , van A(ccreditation) S(ervices) I(nternational) : http://www.accreditationservices.com/archives/pilot-project-on-palm-oil-accreditation?output=pdf Begrippen databank . (2000 ). Definitie duurzaam . Opgeroepen op September 2013 , van Encyclo : http://oud.digischool.nl/ak/onderbouw-vmbo/materiaal/begrip/b_milieu.htm Brown, E. (2005, mei). Cruel Oil. Opgehaald van cspinet.org: http://www.cspinet.org/palm/PalmOilReport.pdf 46
Cargill. (sd). Company at a glance. Opgehaald van cargill.com: http://www.cargill.com/company/glance/index.jsp Different Oils and their advantages and disadvantages. (2011). Opgeroepen op Augustus 25, 2013, van http://www.esvasa.com/?q=OilsIII Division, C. (2013, november 29). ACOP Digest 2012/2013. Opgehaald van rspo.org: http://www.rspo.org/file/acop2013/RSPO%20ACOP%20Digest%202013.pdf Dobbs, S. (2013, juni 21). OLENEX & NEW BRITAIN PALM OIL LIMITED. Opgehaald van olenex.com: http://www.olenex.com/img/Olenex_New_Britain_Release_21jun13_FINAL.pdf DO-IT. (sd). News & Career. Opgehaald van DO-IT: http://www.organic.nl/interest.php?item=nieuws Duurzaam bedrijfsleven. (2012, April 10). Duurzame palmolie levert winst op. Opgeroepen op Augustus 28, 2013, van Duurzaam bedrijfsleven: http://www.duurzaambedrijfsleven.nl/41032/duurzame-palmolie-levert-winst-op/ Ecosystem Management and Resource Efficiency. (2011, december). Opgeroepen op september 5, 2013, van UNEP: https://na.unep.net/geas/getUNEPPageWithArticleIDScript.php?article_id=73 Encyclo.nl. (sd). Opgehaald van encyclo.nl: http://www.encyclo.nl Entius, M. (2012, november 16). Hoe duurzaam is duurzame palmolie? Opgehaald van duurzaambedrijfsleven.nl: http://www.duurzaambedrijfsleven.nl/47940/hoe-duurzaam-isduurzame-palmolie/ General FAQs. (sd). Opgehaald van rspo.org: http://www.rspo.org/en/general_faqs Importheffing duurzame palmolie. (2011, December 19). Opgeroepen op September 7, 2013, van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2011/12/19/importheffingen-voorduurzame-palmolie-afschaffen.html Index Mundi. (2012, Oktober 2). Opgeroepen op Augustus 20, 2013, van http://www.indexmundi.com/commodities/?commodity=palmoil¤cy=eur&commodity=sunflower-oil Invloed van ontbossing. (2013, Juli 16). Opgeroepen op September 3, 2013, van Reformatorisch dagblad: http://www.refdag.nl/nieuws/economie/invloed_europese_consumptie_op_ontbossing_is_ groot_1_754540 Lonka. (sd). Bedrijfshistorie. Opgehaald van lonka.nl: http://www.lonka.nl/lonka/bedrijf/historie Marine Olie Handelmij. (sd). Welkom bij Marine Olie. Opgehaald van marine-olie.nl: http://www.marine-olie.nl/index.htm Muller, S. (2013, september 25). Olenex, Specialists in Edible Oils en duurzame palmolie. (T. v. Sluijs, Interviewer) MVO . (2013 ). Duurzame palmolie - een bewuste keuze . Opgehaald van Vette Feiten : http://www.vettefeiten.nl/downloads/VETTEfeiten-duurzaamheid-factsheet-palmolie.pdf MVO . (2013 ). Hoe koop ik duurzame palmolie in? . Opgeroepen op Juni 2013 , van Vette Feiten : http://www.vettefeiten.nl/duurzaamheid/hoe-koop-ik-duurzame-palmolie-in.html MVO Nederland. (2012, December 11). MVO Nederland. Opgeroepen op September 3, 2013, van marktinformatie: http://www.mvonederland.nl/dossier/2/63/dossier_description/3145 Nossent, R. (2013, december 10). Marine Olie Handelmij BV en duurzame palmolie. (T. v. Sluijs, Interviewer) Olenex. (sd). The partnership for performance. Opgehaald van olenex.com: http://www.olenex.com/page1.php Palm Oil Extraction. (sd). Opgehaald van oilmillmachinery.net: http://www.oilmillmachinery.net/palm-oil-extraction.html Productschap MVO. (2013, Januari 5). Info over duurzaamheid. Opgeroepen op Augustus 20, 2013, van Website van Vette Feiten: http://www.vettefeiten.nl/duurzaamheid/palmolie_rspo.html Ramshorst, E. v. (2013, december 3). Lonka en duurzame palmolie. (T. v. Sluijs, Interviewer) Roundtable of sustainable palm oil. (2013, Mei 31). Executive board . Opgeroepen op Augustus 2013, van RSPO: http://www.rspo.org/en/executive_board 47
Roundtable of sustainable palmoil . (2013, Februari 3). Palmoil. Opgeroepen op Augustus 15, 2013, van About palmoil: http://www.betterpalmoil.org/about Roundtable on sustainable palm oil . (2013). Why become a member of RSPO? . Opgeroepen op Augustus 2013, van RSPO : http://www.rspo.org/en/why_become_a_member_of_rspo Roundtable on sustainable palm oil. (2012, December). Duurzaam geproduceerde palmolie moet de norm worden. Opgeroepen op Juli 26, 2013, van Roundtable of sustainable palm oil: http://www.rspo.org/file/IG1%20-%20Dutch.pdf RSPO. (2008, september 24). Book and Claim. Opgehaald van rspo.org: http://www.rspo.org/file/fact_sheet_-_book_and_claim_240908%5B1%5D.pdf RSPO. (2008, September 24). Identity Preserved. Opgehaald van RSPO: http://www.rspo.org/file/fact_sheet_-_identity_preserved_240908[1].pdf RSPO. (2008, september 24). Mass-balance. Opgehaald van rspo.org: http://www.rspo.org/file/fact_sheet_-_mass_balance_240908%5B1%5D.pdf RSPO. (24, september 2008). Segregation. Opgehaald van rspo.org: http://www.rspo.org/file/fact_sheet_-_segregation_240908%5B1%5D.pdf RSPO. (sd). ACOP 2012-2013. Opgehaald van rspo.org: http://www.rspo.org/en/acop_2012-2013 RSPO Executive Board . (2013, Juli). RSPO. Opgeroepen op Juli 2013, van Principals and criteria for the production of sustainable palm oil 2013: http://www.rspo.org/file/PnC_RSPO_Rev1.pdf RSPO. (sd). RSPO members. Opgehaald van rspo.org: http://rspo.org./en/rspo_members RSPO Secretariat. (2013, Juli). FAQ on Producers Certification. Opgeroepen op Augustus 23, 2013, van The Executive Board of RSPO : http://www.rspo.org/files/pdf/Factsheet-RSPOProducerCertification.pdf Ruth, p. S. (2012 ). Duurzame Palmolie . Opgeroepen op Augustus 20, 2013 , van WageningenUR : http://www.wageningenur.nl/nl/show/Duurzame-Palmolie.htm Savi, S. (2013, Juni ). Employee Profiles And Responsibilities . Opgeroepen op Augustus 5 , 2013 , van RSPO : http://www.rspo.org/en/employees_responsibilities_and_profile Sikking, C. (2013, september 16). Cargill Refined Oils Europe en duurzame palmolie. (T. v. Sluijs, Interviewer) Sonnenfeld, D. (2013, Juni 24). Roundtable on sustainable palm oil . Opgeroepen op Juni 2013 , van Wikipedia : http://en.wikipedia.org/wiki/Roundtable_on_Sustainable_Palm_Oil Sonnenfeld, D. (2013, Juni 26). Social and environmental impact of palm oil . Opgeroepen op september 2013, van Wikipedia The Free Encyclopedia : http://en.wikipedia.org/wiki/Social_and_environmental_impact_of_palm_oil#Environmental _issues Task Force sustainable palm oil . (2012). Sustainable produced palm oil: the norm in 2015 . Opgeroepen op Augustus 2013, van http://www.taskforceduurzamepalmolie.nl/Portals/4/download/DuurzamePalmoliefactsheetEN.pdf Than, K. (2013). What’s Behind the Heat Wave: Climate Change or Weather? National Geographic, 64-69. The Roundtable on Sustainable Palm Oil. (sd). Opgehaald van cargill.com: http://www.cargill.com/corporate-responsibility/pov/palm-oil/rspo/index.jsp Unilever. (2013, juni 5). Unilever en duurzame palmolie. (T. v. Sluijs, Interviewer) Wassink, J. (2012, Oktober 1). Een op import gebaseerd beleid van biobrandstoffen betekent een wereldwijde export van het Europese energieprobleem’. Opgeroepen op Augustus 24, 2013, van Delta: http://delta.tudelft.nl/artikel/-een-op-import-gebaseerd-beleid-vanbiobrandstoffen-betekent-een-wereldwijde-export-van-het-europeseenergieprobleem/25698 WWF. (2012). palmolie. Opgeroepen op September 3 , 2013, van World Wildlife Fund: http://www.wnf.nl/nl/wat_wnf_doet/dossiers/pakt_mit_dem_panda/palmolie/ WWF. (2012, Maart). Profitability and Sustainability in Palm Oil Production. Opgehaald van panda.org: 48
http://awsassets.panda.org/downloads/profitability_and_sustainability_in_palm_oil_produc tion__update_.pdf WWF. (sd). Roundtable on Sustainable Palm Oil. Opgehaald van wwf.panda.org: http://wwf.panda.org/what_we_do/footprint/agriculture/palm_oil/solutions/roundtable_on _sustainable_palm_oil/ ZSL. (sd). Palm Oil by Region. Opgehaald van sustainablepalmoil.org: http://www.sustainablepalmoil.org/palm-oil-by-region/
Lijst met afbeeldingen Figuur 1 YES! logo .................................................................................................................................... 5 Figuur 2 Ontwikkelingen van de RSPO, RSPO.......................................................................................... 8 Figuur 3 Volume gecertificeerde, duurzame palmolie, RSPO ................................................................. 8 Figuur4 RSPO handelsmerk, RSPO........................................................................................................... 9 Figuur5 RSPO leden per categorie, RSPO ................................................................................................ 9 Figuur 6 Bebouwde oppervlakten met oliepalmen en geschikte gebieden tot uitbreiding van de productie (IlASA and FAO, 2002; FAO 2009) ......................................................................................... 15 Figuur 7 Top tien palmolieproducenten, -importeurs en –consumenten (FaoStar, 2009; USDA, 2009) ............................................................................................................................................................... 16 Figuur 8 De oliepalm is één van de grootste massaproducenten van oliezaad voor de eerste generatie biobrandstof (Lester, 2006) ................................................................................................................... 16 Figuur 9 Van oliepalmvrucht naar palmolie (KMEC engineering) ......................................................... 17 Figuur 10 Gebieden bedekt met oliepalmplantages en veengronden in de laaglanden van Maleisië, Borneo en Sumatra (Ko hand others 2011)........................................................................................... 32 49
Figuur 11 Zuidoostelijke hoek van de Raui provincie van Indonesië: ontwikkeling van de palmolieplantages tussen 1989 en 2005(lichtgroen is palmplantage, donkergroen is het tropisch regenwoud) ........................................................................................................................................... 33 Figuur 12 De sumatraanse tijger is inmiddels een bedreigde diersoort, mede door de palmolieproductie. ................................................................................................................................ 34 Figuur 13 Beloftes van oliepalmplantagehouders of gebied van RSPO-certificering, ACOP(2012/2013) ............................................................................................................................................................... 36 Figuur 14 RSPO-certificatie in de productiegebieden, ACOP(29 nov. 2013) ......................................... 37 Figuur 15 Palmoliebehoefte in Europa, RSPO ....................................................................................... 38 Figuur 16 Identity preserved productieketen, RSPO ............................................................................. 39 Figuur 17 Segragation productieketen, RSPO ....................................................................................... 40 Figuur 18 Mass-balance productieketen, RSPO .................................................................................... 40 Figuur 19 Book&claim productieketen, RSPO ....................................................................................... 42
Logboeken Logboek Femke
50
Datum
Wie
Wat
Tijd(min.)
24-12-2012
Aanmelden YES!project Definitieve inschrijving
X
1e studiedag YES!
360
18-03-2013 23-03-2013 04-03-2013
Marlies, Femke en Thom Marlies, Femke en Thom Marlies, Thom en Femke Femke Femke Femke en Marlies
60 60 100
05-03-2013 08-03-2013
Femke en Marlies Femke
12-03-2013
Femke
19-03-2013 20-03-2013
Marlies en Femke Marlies, Femke en Thom
Meivakantie
Marlies, Femke en Thom
Diverse data
Marlies, Thom en Femke Marlies, Thom en Femke Marlies, Thom en Femke
Oriëntatie onderwerp Oriëntatie onderwerp Plan van aanpak en onderwerp afbakening 2e studiedag YES! Oriënteren wat voor onderzoek we gaan doen Oriënteren onderzoek: ‘De PM en milieubewust eten’ Afspraak Knulst Overleg wel/niet doorgaan met dit onderzoek Keuze: ander ond. Mogelijkheden zoeken. Overleg onderwerp mogelijkheden Introductie PWS-pilot 7x PWS-pilot : onderwerp keuze: Palmolie. Oriënteren. Maken en inleveren plan van aanpak Oriëntatie onderwerp: research. Deelvragen beginnen Ordenen criteria 2x PWS Documentatie Presentatie voorbereiding PWS uur: Verdelen en finishing touch presentatie Utrecht YES!- conferentie
350
17-01-2013 6-03-2013
04-04-2013 Diverse data 1-07-2013 20-07-2013//1-09-2013 (Zomervakantie) 8-09-2013 10-09-2013 12-09-2013 (AK-les) 17-09-2013
18-09-2013
Marlies, Thom en Femke Femke Femke Femke Marlies, Thom en Femke Marlies, Thom en Femke
Marlies, Femke, Thom
e
3 studiedag. Preconference Ministerie van Buitenlandse
X
270 60 120 20
120 60 50
120 400 60 80 100 80
51 300
24-09-2013
Femke
1-10-2013
Femke
04-10-2013
Femke
06-10-2013
Femke
07-10-2013
Marlies, Thom en Femke
08-10-2013
Femke
11-10-2013
Femke
14-10-2013
Femke
15-10-2013
Femke
16-10-2013
Femke Femke
18-10-2013 21-10-2013 29-10-2013
Marlies, Thom en Femke Femke Femke
45/46 47
Femke Femke
12-11-2013
Femke
19-11-2013
Femke
23-11-2013 26-11-2013
Femke Femke
7-12-2013
Femke
Zaken, Den Haag Praten over hoe verder Werken aan presentatie deel Utrecht Presentatie Utrecht voorbereiding Voorbereiding presentatie, powerpoint, tekst afmaken 4e YES! Dag. Presentatie Mediaplaza Utrecht Alles in Dropbox zetten en werken aan PWS deel 1. Deel 1 PWS Verantwoording onderwerp Deel 1 PWS Partnerkeuze Samenvoegen + overleg deel 1 PWS Deel 1 PWS planning Klaarmaken PWS deel 1 Inleveren PWS deel 1
80 80 50 180
300 80 60 20 80 60 30 X
Herfstvakantie 2x PWS- uur: Kijken hoe en wat nu verder: Overleg Thom en Marlies Toetsweek 1 Meeloopdagen en herkansingen 2x PWS- uur: Bedrijven mail opzetten 2x PWS- uur: Bedrijven mailen Bronnenlijst bijwerken 2x PWS- uur : Vertalen van bronnen
X 80
Accreditatieproces aanscherpen en die deelvraag afronden
120
X X 80 80 20 80
52
8-12-2013
Femke
9-12-2013
Femke
9-12-2013 Datum
Femke Wie
10-12-2013
Marlies, Thom en Femke
Alle uren tot en met periode 2 (2013-2014)
Femke
Werken aan nadelen milieuvraagstukken Alles afronden en inleiding schrijven Interview met 2 Wat bedrijven samen met Thom PWS deel 2: Inleveren volledig bronnenonderzoek en opzet adviesplan 4510 minuten
60 120 80 Tijd(min.) X
75,2 uur.
Logboek Marlies
53
24-12-2012
15-03-2013 04-03-2013
Marlies, Femke en Thom Marlies, Femke en Thom Marlies, Thom en Femke Marlies Femke en Marlies
05-03-2013 07-03-2013
Femke en Marlies Marlies
16-03-2013
Marlies
19-03-2013 20-03-2013
Marlies en Femke Marlies, Femke en Thom
Meivakantie
Marlies, Femke en Thom
Diverse data
Marlies, Thom en Femke Marlies, Thom en Femke Marlies, Thom en Femke
17-01-2013 6-03-2013
04-04-2013 Diverse data 01-07-2013 20-07-2013//1-09-2013 (Zomervakantie)
Marlies, Thom en Femke Marlies
9-09-2013 11-09-2013
Marlies Marlies
12-09-2013 (AK-les)
Marlies, Thom en Femke Marlies, Thom en Femke
17-09-2013 18-09-2013
Marlies, Femke, Thom
Aanmelden YES!project Definitieve inschrijving
X
1e studiedag YES!
360
Oriëntatie onderwerp Plan van aanpak en onderwerp afbakening 2e studiedag YES! Oriënteren wat voor onderzoek we gaan doen Oriënteren onderzoek: ‘De PM en milieubewust eten’ en Nadenken over een mogelijke hoofdvraag Afspraak Knulst Overleg wel/niet doorgaan met dit onderzoek Keuze: ander ond. Mogelijkheden zoeken. Overleg onderwerp mogelijkheden Introductie PWS-pilot
60 100
7x PWS-pilot : onderwerp keuze: Palmolie. Oriënteren. Maken en inleveren plan van aanpak Oriëntatie onderwerp: beginnen deelvragen Economische plaatje + regels van de EU m.b.t. palmolie Afronding deelvragen Afronding deelvragen Begin presentatie Presentatie voorbereiding PWS uur: Verdelen en finishing touch presentatie morgen 3e studiedag. Preconference Ministerie van Buitenlandse
350
X
270 60 120
20 30 120 60 50
120 380
80 90 100 80 300
54
24-09-2013
Marlies
02-10-2013
Marlies
03-10-2013
Marlies
05-10-2013
Marlies
07-10-2013
Marlies, Thom en Femke
09-10-2013
Marlies
11-10-2013 18-10-2013
Marlies Marlies, Thom en Femke Marlies
Periode 4(2012-2013) en periode 1(2013-2014) 21-10-2013 29-10-2013
Marlies Marlies
12-11-2013
Marlies
25-11-2013 26-11-2013
Marlies Marlies
7-12-2013 9-12-2013
Marlies Marlies
9-12-2013
Marlies
10-12-2013
Marlies
Zaken, Den Haag Praten over hoe verder Werken aan presentatie deel Utrecht Presentatie Utrecht voorbereiding Voorbereidingen Utrecht Yes-dag 4e YES! Dag. Presentatie Mediaplaza Utrecht Deel 1 PWS Onderzoeksopzet Delen samenvoegen Inleveren PWS deel 1 Deel 1 PWS en bronnenonderzoek Herfstvakantie Overleggen met Femke en Thom hoe nu verder + afronding deelvragen Mailen naar SGP fractie en Afronden Deelvragen Overleggen met Knulst en verdeling aanbevelingsplan Begin adviesplan Begin inleiding adviesplan Alles in een document zetten/ ordenen + logboek bijwerken Inlevering PWS deel 2
80 75 60 140 300 50 90 X 59 uur 80
80 120 80 90 45 120 -
72,.5
Logboek Thom Datum
Wie
Wat
Tijd(min.)
V.a. begin project
Thom
Zoeken van info ter verdieping, mails
600 55
06-09-2013 10-09-2013 12-09-2013
Thom Thom Thom
13-09-2013 16-09-2013
Thom Thom
16-09-2013
Thom
17-09-2013
Thom
18-09-2013
Marlies, Femke, Thom
25-09-2013
Thom
01-10-2013
Thom
04-10-2013
Thom
07-10-2013 10-10-2013
Thom Thom
14-10-2013
Thom
19-11-2013 25-11-2013
Thom Thom
sturen naar bedrijven, Wageningen Universiteit voor informatie etc. Palmolie algemeen Palmolie algemeen Palmolie algemeen Voorbereiden telefonisch interview Palmolie algemeen Voorbereiding interview + interview met Caroline Sikking (Cargill) Voorbereiden presentatie preconference Voorbereiden presentatie preconference, hoofdstuk maken over het productieproces van ruwe palmolie Pre-conference Ministerie van Binnenlandse Zaken, Den Haag Voorbereiding interview + interview met Sam Muller (Olenex) Presentatie Utrecht voorbereiding Voorbereiding presentatie, powerpoint, tekst afmaken Presentatie Utrecht Fase 1 klaar maken voor inleveren Info tot nu toe ordenen voor inlevering bij meneer Knulst, werken fase 1 PWS-uur RSPO-bedrijven zoeken + cijfers over hun voortgang wat betreft duurzame palmolie en mailen sturen voor interviews + uitleg
60 30 60 120 90
150 200
300
90
50 180
300 50 120
40 90
56
26-11-2013
Thom
29-11-2013
Thom
02-12-2013
Thom
03-12-2013
Thom
07-12-2013
Thom
09-12-2013
Thom
10-12-2013
Thom
10-12-2013
Thom
onderzoek en doel interview Lonka PWS uren, Stefano Savi vraag, andere bedrijven mailen, info zoeken diverse soorten duurzame palmolie Mailtjes sturen, info opzoeken voor deelvraag 6 Afspraken maken voor interviews Verder bronnenonderzoek deelvraag 1 Interview houden met Lonka Voorbereiden ander interview Bronnenonderzoek Bronnenonderzoek voor fase 2 Bronnenonderzoek fase 2 deelvragen afronden, alles er netjes inzetten, uit Engels info vertalen, voorbereiden interview PWS-uren: afronden PWS fase 2, interview met Ronald Nossent Totaal aantal minuten fase 1 en fase 2
100
30 240
100
120 300
240 3660
Bijlage 1: Interviews Cargill, Caroline Sikking
Cargill is een internationale producent en handelaar van voedsel-, landbouw- en industriële producten. Ook leveren ze financiële service. Ze helpen klanten te slagen in samenwerking en 57
innovatie. Ze werken mee aan het delen van kennis en ervaring over de hele wereld om economische, sociale en milieugerichte uitdagingen aan te gaan. 1. Wat heeft jullie bedrijf er nou eigenlijk toe gebracht om de overgang naar duurzame palmolie te maken? Principes: beter voor het milieu, beter voor de arbeiders, samen groeien naar meer duurzaamheid. Wij hebben onze eigen standaards als het gaat om productie van palm olie (inmiddels RSPO gecertificeerd), daarnaast is het zo dat onze klanten meer en meer duurzame palmolie in hun producten willen opnemen. Wij zijn dus ook bezig met onze leveranciers om de keten verder te verduurzamen. Beter voor imago bedrijf. 2. Was het een grote stap om de overgang naar de productie van duurzame palmolie te maken? Ja, grote stap. De overgang is nog steeds in volle gang. In eerste instantie ligt de omslag aan de kant van de plantages. De overgang naar duurzaam zorgt voor extra complexiteit. Er moet veel veranderen: geen bossenkap, veiligheid, op een goede manier gebruik maken van voedings stoffen etc. Daarnaast zijn er eisen gesteld aan de supply chain. Om duurzame palm olie te kunnen inkopen moet ook de supply chain gecertificeerd zijn. . Veel extra kosten zitten in t veel extra papierwerk, certificeringen etc. geeft veel extra kosten. Voordat de nadelen van de duurzame productie omslaan naar voordelen, als alles geregeld is, aan de RSPO-regels voldaan wordt, daar gaan jaren overheen. Voor kleine, lokale palmolieproducenten is dit een hele lange weg. Hun dagelijkse prioriteit is hoe ze geld verdienen. De palm olie industrie zal dus gezamenlijk veel moeten doen om de hele industrie te verduurzamen. Dit is een proces van jaren.. Wij betalen $15-25 extra voor 1 mt duurzaam geproduceerde palm olie ten opzicht van nietduurzaam geproduceerde palmolie. De certificering begint bij de oliemolen. Daar komt de oogst van de plantages en kleine boeren binnen en vanuit die plek wordt de ruwe palmolie vervoerd naar de havens. Vanuit de grote havens in Maleisië of Indonesië wordt vervolgens de ruwe olie geëxporteerd naar bijv. Europa, waar de ruwe palm olie verder geraffineerd en verwerkt wordt. . De oogst die bij een olie molen binnenkomt, is niet per direct allemaal RSPO-gecertificeerd . Als iets niet RSPO-gecertificeerd is, wil dat nog niet zeggen dat de productie niet duurzaam is. Alleen voldoet die producent dan nog niet aan alle eisen. Bij de oliemolen komen zowel duurzaam als niet duurzaam geproduceerde vruchten binnen. Deze worden naar wens van de inkopers van de palmolie soms gescheiden gehouden. Er zijn verschillende mogelijkheden om de gecertificeerde palm olie te kopen. Via certificaten, mass balance of volledig gesegregeerde stromen.. Cargill en andere bedrijven stimuleren het mass-balance systeem en certificaten, net als bij Eneco: je betaalt extra voor de ontwikkeling van groene energie, dus voor de windmolens, zonnepanelen enz., maar dat betekent niet dat je daadwerkelijk groene energie binnenkrijgt. Zo is het ook bij veel producten die olie bevatten afkomstig van Cargill: de producent betaalt mee aan de ontwikkeling van duurzaamheid van palmolie: de eerder extra genoemde kosten moeten weer rechtgezet worden. Maar dat betekent niet dat dat product ook werkelijk duurzame palmolie bevat. In fabriek kan het gemengd worden met niet-duurzame palmolie. Ook komt er in de verdere ontwikkeling naar consumptiemiddelen andere vetten en oliën bij. Je hebt dus twee soorten duurzame palmolieproducten: • Producten met certificaten ingekocht van duurzaam producerende producenten; • Producten die enkel duurzame palmolie bevatten. 58
Op de tweede genoemde kan het RSPO-keurmerk staan, op eerder genoemde kan gebruik worden gemaakt van het Greenpalm logo. . 3. Kunt u wat vertellen de rol die de Europese Unie binnen jullie bedrijf speelt? Voor implementatie zijn nog geen regels. Er wordt al wel gewerkt aan een regelgeving. Dit zal op korte termijn uitgevoerd worden. RED: Renewable Energy Directive. Wel al regels van palmolie op gebied van biogas. Heeft te maken met de Greenhouse criteria. Plantaardige olieen moeten een positievere bijdrage leveren als het gaat om ghg emissies ten opzichte van minerale oliën. Kan de EU ook een van de drempels zijn voor de overgang naar duurzame palmolie? Of stimuleert de EU deze overgang juist? Hoe? De EU stimuleert op dit moment de overstap nog niet extra; er zijn wel initiatieven gaande en er worden veel vragen gesteld op EU niveau over palm olie als ingrediënt. 4. Wat vindt u van de criteria die de RSPO stelt voordat de palmolie echt gecertificeerd kan worden als duurzame palmolie? Een hoge drempel? De standaard is tot stand gekomen op basis van het multi-stakeholder principe; dat betekent dat alle stakeholder inclusief plantages hun bijdrage hebben kunnen leveren aan de inhoud van de standaard. Wij vinden dat proces belangrijk en relevant om zo in ieder geval iedereen aan boord te krijgen van de standaard. Er zijn veel criteria, maar het is ook niet niks: je hebt niet zomaar duurzame palmolie. 5. Kunt u tot slot nog iets vertellen over de manier waarop gecontroleerd wordt of de palmolie ook daadwerkelijk op een duurzame wijze geproduceerd wordt? Elke molen wordt gecertificeerd door onafhankelijke certificatie bureaus, die door de RSPO zijn goedgekeurd. Een certificatie is geldig en daarna wordt op basis van her-audits gewerkt. Een audit is een onderzoek naar het functioneren van een bedrijf als geheel of op onderdelen. Dat is toch heel veel werk op te controleren of elke stap van het productieproces volgens de regels verloopt? Ja het is zeker veel werk ook voor de bedrijven zelf om duurzaam gecertificeerd te worden. Allemaal papierwerk, of wordt er ook echt gekeken of het goed gebeurt? Ja er wordt met name gekeken naar de processen van het bedrijf alsmede naar de praktijken “on-the-ground” Kan het zijn dat er veel fraude wordt gepleegd waardoor duurzaam gecertificeerde palmolie eigenlijk helemaal niet duurzaam is? Dat kan ik me niet voorstellen. Als dit gebeurt kan iedereen dit aan de kaak stellen via de zogenaamde ‘grievance procedure’ bij RSPO.
Olenex, Sam Muller
Olenex is een samenwerkingsverband tussen Archer Daniels Midland Company (ADM) en Wilmar International Limited (Wilmar). Ze zijn samen gegaan om geraffineerde, plantaardige oliën en vetten binnen het Europees economische gebied en in Zwitserland te verkopen en te verhandelen. 1. Wat heeft jullie bedrijf er nou eigenlijk toe gebracht om de overgang naar de productie van duurzame palmolie te maken? De vraag van consumenten naar producten met duurzame palmolie is voor ons de reden van de overgang. Producenten vragen naar duurzame palmolie om in hun producten te verwerken. 1 op de 10 producten bevat duurzame palmolie. Hoewel door de eisen van RSPO de productie van duurzame palmolie veel beter is voor zowel het milieu als de arbeiders en de lokale bevolking, staat de consument toch nog steeds negatief 59
tegenover het palmolieverhaal. De overgang naar duurzame palmolie zorgt dan ook niet zozeer voor een beter imago, maar voor de bescherming van het imago. Tegenhouden slecht imago. Nadelen: Veel meer organisatie Book & claim – grijze stroom is hetzelfde principe Segregated en massbalance production 2. Kunt u wat vertellen over de voor- en nadelen van de overgang naar duurzame palmolie? Drempels, extra regels, extra kosten? Duurzame palmolie moet gescheiden worden van het niet-duurzame, in verschillende tanks, extra werk en kosten. Ingewikkeldere administratie, extra kosten, veel certificeringen Olenex: de raffinaderijen. De controle en certificeringen vinden plaats op de plantages, tussenbedrijven, andere bedrijven, raffinaderijen enz. Overal moet gecontroleerd worden. Veel werk, veel extra kosten. Er is veel meer duurzame palmolie beschikbaar dan dat er verkocht wordt. In het oosten(Maleisië etc.) zijn ze hier niet blij mee. Raffinaderijen kopen alleen wat ze nodig hebben om weer door te verkopen. De vraag van consumenten naar duurzame palmolie was groot, maar door de extra kosten van de producten laten ze het vaak afweten. De kosten zijn de grote drempel. Voor consumenten en zo ook uiteindelijk voor producenten. Er wordt ingekocht naar de afname. Voordelen: voor bedrijven zijn er niet echt voordelen. Natuurlijk wel voor concurrentie, als je net iets sneller bent dan je concurrent. Ook voor tegenhouden slecht imago. 3. En wat zijn voor de smallholders(de boeren) waar jullie palmolievruchten vandaan halen de moeilijkheden om de overgang naar duurzaam te maken? Er zijn nog verschillende kleine boeren die de overgang naar duurzame palmolie nog niet hebben gemaakt. Lang niet altijd lucratief. Ze hebben er niks aan, want er wordt veel extra moeite voor gedaan en uiteindelijk gaat de oogst naar grotere bedrijven waar het duurzame en niet-duurzame niet van elkaar gescheiden blijft. Het kost teveel om alles zelf in verschillende tanks te doen voor de kleine bedrijven. Kleine bedrijven zouden dan moeten samenwerken met grotere bedrijven of met verschillende kleine bedrijven een coöperatie vormen. 4. Blijft duurzaam en niet-duurzaam dan gescheiden? Zie andere antwoorden. 5. Kunt u tot slot vertellen hoe er nou eigenlijk precies gecontroleerd wordt of de palmolie ook werkelijk op een duurzame wijze geproduceerd wordt? Controle is op alle gebieden, alle schakels heel streng. Er wordt overal streng gecontroleerd of de mass-balance wel klopt: er moet niet meer duurzame palmolie worden verkocht als dat er binnen is gekomen. Zolang dat zeker is, kun je mass-balance palmolie verkopen. Kan dan wel duurzaam en niet-duurzaam door elkaar zitten in product, maar bedrijven kunnen dan wel laten zien dat ze met de verduurzaming bezig zijn. Segregated palm oil: dan weet je zeker dat er 100% duurzame palmolie in je producten zit. Is wel veel duurder, ook om het gescheiden te houden. Segregated, strikt geschieden, een duur systeem. 6. Wat heeft de Europese Unie er mee te maken? Wat heeft de EU er mee te maken? Eigenlijk niets, wel voor de voedselveiligheid. Er zijn ook steeds wel plannen voor subsidies, maar daar is verder nog niet echt iets van uitgevoerd. Als de consument niet bereidt is meer te betalen, dan zal de Europese Unie die extra kosten moeten vergoeden door subsidies om de import van duurzame palmolie te stimuleren. Want door de subsidies kunnen de duurzame producten in winkels goedkoper worden waardoor de consument deze producten wel zal kopen. 60
Verder kan een probleem ook zijn dat de kennis over duurzame palmolie bij consumenten niet echt hoog ligt. Bij supermarktketens zoals Albert Heijn en Aldi wel. Bedrijven zoals Unilever en Nestlé zijn al wel bezig met campagnes om de consument meer te informeren over het onderwerp en te overtuigen van het belang ervan. Palmolie: we kunnen niet zonder. Heel veel opbrengst op relatief kleinere oppervlakten t.o.v. zonnebloemolie bijvoorbeeld. En hoe zit het met het omkappen van bossen? Er moet toch wel ruimte zijn voor duurzame plantages? Dat is geen probleem, meent Sam Muller. Volgens de RSPO mogen er geen High Conservation Value Forests omgekapt worden(dit zijn de tropische regenwouden). Maar er zijn veel meer bossen die hier niks mee te maken hebben. Deze mogen wel verwijderd worden. Ook zijn er genoeg moerassen, al mag je dan weer niet aan de peatlands komen. Al met al blijft er genoeg ruimte over en oude, afgebrande plantages kunnen na een bepaald aantal jaar weer gebruikt worden. Door nieuwe rassen oliepalmen te ontwikkelen kan het rendement per hectare ook vergroot worden.
Lonka, Erwin van Ramshorst
In 1920 opende Lonka zijn eerste fabriek in Breda. In 1965 werd de vestiging in Breda gesloten en ging de productie volledig over naar Essen. Toen produceerde het bedrijf vooral caramel, toffee en hard suikerwerk. Sinds 1997 is Lonka een internationaal, zelfstandig opererend familiebedrijf met een modern machinepark en innovatieve producten, zoals Fudge en andere caramelproducten. 1. Welke redenen heeft uw bedrijf (gehad) om de overgang naar duurzame palmolie te maken? Sinds 1 oktober 2013 lid van de RSPO Vanuit klanten: er is vraag naar duurzame palmolie in producten, maar ze hebben er geen extra geld voor over Engelse supermarkten: Ze eisen eigenlijk dat duurzame palmolie in producten gebruikt wordt, omdat ze deze anders niet meer hoeven. Ze zullen ze dan niet meer kopen van Lonka. Dit was een zeer belangrijke reden voor overgang. Ook bij supermarkt Lidl en andere bedrijven zal deze eis komen. 2. Welke voordelen zitten er aan (de overgang naar) duurzame palmolie voor uw bedrijf? Subsidies? Garandeert continuïteit voor klant, want als ze overgang niet hadden gemaakt, zouden er geen producten van Lonka meer in Engelse supermarkten zijn. Ook verkoopargument: klant wil het graag Ook een doelstelling van Lonka: milieu sparen 3. Welke tijdelijke of blijvende nadelen zijn er wat betreft de overgang naar duurzame palmolie? Naast regels ook veel extra kosten? Zijn er eisen binnen de EU wat betreft import duurzame palmolie die als nadeel beschouwd worden? Geen subsidies? Importbelasting? Hogere kosten: rond 30 euro per ton, 650 ton Audit die jaarlijks terugkeert, controle of alles echt wel volgens de regels van de RSPO gebeurd. Stuk ingrijpender dan UTZ. Deze controle heeft dan vooral te maken met administratie: inkoop gecertificeerde palmolie-verkoop producten met palmolie: klopt het? Facturen, RSPO-handelsmerk: komt nog een keer op de producten Contributie voor lidmaatschap RSPO EU eisen: weet hij niks over. Heeft ook niet echt met hun bedrijf van doen, wat hij ervan weet. 4. Wat betekent het voor uw bedrijf om lid te zijn van de RSPO? Wat zijn voor jullie de verplichtingen, regels, voordelen, struikelblokken? (naast de 8 principes die de RSPO stelt) 61
-> Voor welk type duurzame palmolie zijn jullie gecertificeerd? Waarom? Dus wat betekent dat voor de palmolie in jullie producten? Ik heb gezien dat er in veel van jullie producten palmolie verwerkt is. Bevatten die producten dan gedeeltelijk duurzame palmolie? Mass-balance wordt bij Lonka gebruikt. Geen gescheiden stromen: palmolie komt van verschillende plantages, gescheiden, maar komt dan bij elkaar. RSPO-certified en gewone palmolie worden gemengd zodat ook in de producten van Lonka geen 100% duurzame palmolie zit. Zit trouwens ook nog kokosolie bij. “Mass Balance (MB): Sustainable palm oil from certified sources is monitored administratively in the chain, but is mixed with ordinary palm oil.” Stefano Savi Ook de jaarlijkse, al eerder genoemde audit, een controle. En natuurlijk extra kosten. 5. Wat zou er volgens jullie nog verbeterd kunnen worden, door de EU of misschien ook wel door de RSPO, om de import en het gebruik van duurzame palmolie in producten meer te stimuleren? Wist hij niks over te zeggen. Ze hebben eigenlijk niks met EU te maken. Dus dat is een beetje jammer. Het is voor hun bedrijf waarschijnlijk ook betrekkelijk nieuw en ze staan ook al vrij ver aan het eind van de supply chain, maar hij zei wel dat de regels van RSPO nogal streng waren, zeker in vergelijking met UTZ.
Marine Olie Handelmij BV, Ronald Nossent
Marine Olie Handelmij BV is een internationaal handelsbedrijf gespecialiseerd in alle soorten plantaardige oliën en vetten. Het bedrijf kent een uitgebreid scala aan plantaardige producten en mengsels, zoals verschillende soorten geraffineerde en ruwe oliën, alsmede plantaardige vetzuren. Ook zorgt het bedrijf voor de productie en opslag van diverse mengingen plantaardige oliën. Welke redenen heeft u bedrijf gehad om de overgang naar duurzame palmolie te maken? Het werd ons vooral opgelegd vanuit de markt. De bedrijven wilden eigenlijk alleen maar duurzame palmolie kopen. Er is een vraag uit de markt, en natuurlijk gaan wij op zoek naar die mogelijkheden. Ook speelt het milieuaspect natuurlijk een rol, een mooi visiteplaatje is altijd welkom. Welke voordelen zitten er aan de overgang naar duurzame palmolie voor uw bedrijf? Op zich niks. Voornamelijk aan de positieve invloed ten opzichte van de buitenwereld en het meedragen aan betere wereld. Het is simpelweg ethisch meer verantwoord. Als bedrijf zoeken wij natuurlijk wel naar marges, wij moeten wel in staat zijn duurzame palmolie in te zetten en kijken of we net zoals concurrentie mee kunnen doen. Voorbeeld: Duurzaam kleding produceren in Bangladesh. Als iedereen voor duurzaam kiest, kunnen wij niet achterblijven er ontstaat dan een druk vanuit de markt. Voorwaarde is dan wel dat duurzame palmolie al wel geheel geaccepteerd moet zijn. Welke tijdelijke of blijvende nadelen zijn er wat betreft de overgang naar duurzame palmolie? Sommige bedrijven maken geen gebruik van duurzame palmolie en kunnen ze dus goedkoper produceren, dat geeft hen een gunstig kostenplaatje. Sommige bedrijven willen palmolie maar nemen duurzame palmolie niet als een ‘must.’ Wij als West- Europa trekken op dit moment het touw wat betreft maatregelen voor duurzame palmolie. Veel bedrijven in Oost-Europa en bijvoorbeeld Afrika zijn hier nog helemaal niet mee bezig, zij kiezen dus ook voor de goedkoopste optie, dit is nadelig voor bedrijven die wel RSPO gecertificeerd zijn omdat zij door de extra kosten duurdere producten hebben. Eisen/regels vanuit EU die als nadeel kunnen gelden? Ja wel. De RSPO is er natuurlijk vanuit de Europese Unie. Deze hebben al een regelgeving. Vanuit de RSPO zijn strenge controles of alles volgens de regels geproduceerd wordt. Wat betreft palmolie in diervoeding en ook op gebied van biogas zijn er al wel regels. Meer eisen vanuit de EU? 62
Vanuit de Europese Unie zijn er nog niet echt eisen wat betreft duurzame palmolie. Eigenlijk alleen vanuit de RSPO. Er wordt wel aangegeven dat je ermee moet gaan beginnen, omdat een regelgeving binnenkort toch wel zal komen. Nu is al het extra werk en zijn al de extra kosten misschien wel een nadeel, maar je kan maar beter alvast op weg zijn. Want als je nog moet beginnen als er een regelgeving voor duurzame palmolie is, kan de druk vanuit de overheid en andere bedrijven wel hoog worden. Al wel een regelgeving wat betreft plantaardige dierenvoering. Wat betekent het voor u bedrijf om lid te zijn van de RSPO? Wat zijn voor jullie de verplichtingen, regels, voordelen en struikelblokken? (naast de 8 principes die de RSPO stelt.) Weer naar buiten toe, kan het nooit kwaad. Geeft een positieve plaatje. We willen ons profileren, biodiesel en groene energie doen wij ook. Het is eigenlijk ook een soort visitekaartje van het bedrijf. Zaken doen met bepaalde bedrijven kan door het lidmaatschap bij RSPO beter werken. Welke regels van RSPO gelden er specifiek voor jullie bedrijf? Je hebt natuurlijk regels die voor plantages gelden en voor de arbeiders, maar de regels voor ons gelden voor de producten. Wij kopen de producten van de voorleverancier en onze voorleverancier moet RSPO gecertificeerd zijn. Als de voorleverancier zijn zaken niet op orde heeft, kan dat een probleem vormen voor ons, want dan komen we de regels van de RSPO ook niet na. Het is een soort kettingreactie. Transparantie is in dat opzicht er belangrijk. Het is een verplichting van de RSPO. We gaan niet helemaal terug naar de source, iedereen is verantwoord voor zijn eigen stukje van de voorzieningsketen. Hoe is jullie palmolie gecertifieerd? (4 opties) Mass balance. Je kan niet helemaal terug naar de source. Alle bedrijven in de keten hebben de mogelijkheid om één stap terug te kijken. Je kunt niet terug naar de bron. Per stap wordt er door de RSPO gecontroleerd, administratief. Veel controles? Wat houden de controles in? De boeken gaan open: wat heb je ingekocht en aan wie wordt het geleverd? Waar gaat het naar toe? Alleen administratie? Monsters nemen kan niet, omdat duurzame en niet-duurzame palmolie gewoon gemengd is. Alleen maar administratief terug te analyseren en dat is heel belangrijk voor mass balance. Wat zou er volgens jullie nog verbeterd kunnen worden, door de EU en RSPO, om de import en het gebruik van duurzame palmolie in producten meer te stimuleren? EU moet veel meer een leidinggevende positie in gaan nemen. Er komt nu nog heel veel op de RSPO aan. Landelijke organen en EU lopen nog vaak ongelijk. De taak van de RSPO moet een taak van de overheid worden. Die moet alles qua regels en wetten verbinden zodat er een goed en duidelijk systeem ontstaat. West-Europa loopt hierin voorop. Andere gebieden zijn nog helemaal niet veel bezig met duurzame palmolie. Bedrijven hebben nog bronnen waar ze hun palmolie veel goedkoper vandaan kunnen halen.
63
Bijlage 2: Belangrijk mailcontact Unilever Mevrouw Slavenburg Geachte heer van der Sluijs, Hartelijk dank voor uw reactie aan Unilever met uw vraag over Palmolie. We stellen het ontvangen van feedback over onze merken en producten zeer op prijs. Dit geldt evenzeer voor uw reactie ten aanzien van het belangrijke onderwerp palmolie. Met deze e-mail willen wij u informeren over recente ontwikkelingen en over de stappen die Unilever neemt met betrekking tot dit onderwerp. Zoals u wellicht weet, hebben we op 1 mei 2008 aangekondigd dat wij voornemens zijn tegen 2015 ALLE door ons verwerkte palmolie te betrekken uit duurzame bronnen. De herkomst van deze palmolie wordt gecertificeerd door onafhankelijke derden. Tegelijkertijd hebben we aangekondigd onze steun te zullen verlenen aan een onmiddellijk moratorium op verdere ontbossing in Indonesië ten behoeve van de palmolieteelt. Inmiddels hebben andere ondernemingen ons voorbeeld gevolgd. Unilever kan dit doen omdat zij al meer dan tien jaar werkt aan duurzame teelt van palmolie. In 1995 zijn wij begonnen met de invoering van ons programma voor duurzame landbouw. In 2004 hebben we het voortouw genomen bij het opzetten van een orgaan waarin meerdere belanghebbende partijen zijn vertegenwoordigd - de Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie - een groep waarvan wij momenteel voorzitter zijn. We nemen nu een aantal stappen om onze doelstellingen te behalen. - We hebben een grote coalitie van gelijkgestemde bedrijven en NGO's - waaronder Greenpeace opgezet waarmee we onze krachten bundelen om samen snel en effectief op te kunnen treden. Unilever vormt slechts een deel van de oplossing. - We zullen de Indonesische regering vragen om steun bij de praktische uitvoering van onze plannen. - We zullen ervoor zorgen, dat de Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie (RSPO) daadwerkelijke verandering bewerkstelligt door sancties op te leggen aan leveranciers die doorgaan met illegale ontbossingspraktijken. - Unilever heeft toegezegd uiterlijk per 2015 alleen nog maar palmolie te gebruiken die afkomstig is van duurzame plantages. Tot die tijd zullen wij ernaar streven zoveel mogelijk gebruik te maken van gecertificeerde palmolie. Zo willen we snel de markt voor deze 'nieuwe' grondstof in beweging zetten. Hiervoor gaan we het certificeringsschema gebruiken, dat de RSPO heeft geïntroduceerd en dat is gebaseerd op algemeen aanvaarde duurzaamheidscriteria, waarin een verbod op het kappen van regenwouden is opgenomen. Wij denken dat onze plannen een belangrijk en positief effect zullen hebben, zowel op klimaatverandering als op de bescherming van de regenwouden. 2015 is een realistische termijn, gezien de complexiteit van de toeleveringsketen van palmolie - omdat we iedereen, van de grote telers tot de kleine boeren, hierbij moeten betrekken - en gezien de moeite die het zal kosten alle bestanddelen waaruit palmolie bestaat volledig traceerbaar te maken. 64
Op 11 december 2009 heeft Unilever aangekondigd , dat het voorlopig geen palmolie meer inkoopt van het Indonesische bedrijf PT Smart. Dit bedrijf heeft zich niet gehouden aan afspraken om op een duurzame manier palmolie te verbouwen. Dit blijkt uit onderzoek van zowel Unilever als Greenpeace. Zoals u wellicht weet, werkt Unilever intensief aan duurzaamheid en heeft aangekondigd over 4 jaar (in 2015) 100% van alle palmolie op een duurzame manier te betrekken. Eind 2010 zat Unilever zal op 30% en wil dit in 2011 opvoeren naar 50%. Unilever neemt dit onderwerp zeer serieus nemen en doet haar uiterste best doen om tezamen met onze partners daadwerkelijk verandering tot stand te brengen. Wij realiseren ons ten volle, dat dit de juiste aanpak is voor iedereen die onze producten gebruikt, voor het milieu en voor de gemeenschappen waarin en waaromheen palmolie wordt verbouwd. Regelmatig zullen wij verslag doen van de voortgang via onze website www.unilever.com Hier vindt u meer informatie over onze plannen en over de door ons geboekte vooruitgang. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Mevrouw M.Slavenburg Unilever adviseur Mevrouw Haast Geachte heer Van der Sluijs, Graag komen wij terug op uw vraag aan Unilever met uw verzoek om meer informatie over palmolie. Wij ontvangen veel verzoeken voor het verstrekken van informatie voor onderzoeken. Bepaalde informatie hebben wij niet voor derden beschikbaar en is het voor ons management niet mogelijk om aan alle verzoeken te voldoen. Wij kunnen u alleen het volgende informeren: Unilever wil de ontbossing die gepaard zou gaan met de productie van palmolie tegengaan, en werkt hier reeds jaren aan. In de jaren '90 heeft Unilever reeds 'Good Agricultural Practice Guidelines for oil palm' uitgevaardigd. In 2004 werd Unilever stichtend lid van de 'Roundtable on Sustainable Palm Oil' ('RSPO'), een organisatie waarvan Unilever vandaag het voorzitterschap waarneemt. In 2007 heeft de RSPO een certifiëringsprogramma op poten gezet, waardoor het voor het eerst mogelijk was om gecertifieerde duurzame palmolie te verbouwen. Zoals eerder aangegeven heeft Unilever in mei 2008 zich geëngageerd om al haar palmolie aan te kopen van duurzame, gecertifieerde bronnen tegen 2015. In veel van onze margarines zit bijvoorbeeld palmolie. De percentages zijn echter wel klein. Palmolie is echter onder andere nodig om de vaste structuur te krijgen bij kamertemperatuur. Anders zouden de margarines erg vloeibaar zijn. Ook in Calvé Pindakaas zit een hele kleine hoeveelheid palmolie (1,2 - 1,4 % op eindproduct). De palmolie vormt in dit product een netwerk van vetkristallen die de vrije olie in het product vasthouden zodat deze vrije olie niet bovenop het product komt te liggen. Op deze manier waarborgt palmolie de kwaliteit en smeuïgheid van onze Calvé Pindakaas. 65
Meer informatie over ons palmolie beleid kunt u terugvinden op onze website: http://www.unilever.com/sustainability/environment/agriculture/sustainablepalmoil/default.aspx Wij hopen u zo alsnog voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, Mevrouw S.Haast Unilever Benelux
RSPO Stefano Savi Dear Thom, Thanks for your interest in the RSPO. In our perspective, sustainable palm oil is produced according to a set of environmental and social criteria defined by the Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO). These 8 principles and 39 practical criteria have been in place since 2008 and define the sustainable production of palm oil. They ensure that fundamental rights of previous land owners, local communities, plantation workers, small farmers and their families are respected and fully taken into account, that no new primary forests or high conservation value areas have been cleared for palm oil production since November 2005, and that mills and plantation owners minimize their environmental footprint. When properly applied, these criteria help to minimize the negative consequences associated with conventional palm oil cultivation. Independent third party certification bodies which are approved by the RSPO carry out the audits and take care of the certification procedure. There are 19 certification bodies approved by the RSPO comprising 12 certification bodies for Principles and Criteria Certification for growers and 14 for Supply Chain Certification. Accreditation Services International (ASI) leads and oversees the accreditation of the certification bodies. ASI is an established accreditation body and has demonstrable expertise in monitoring the performance of certification bodies globally through a well-developed accreditation process. Certification of sustainable palm oil production is handled through the palm oil mill and its supply base. The certification includes plantations managed by the mill and plantations managed by other suppliers, including smallholders. To have its oil mill certified, a palm oil producer must show a plan to have 100% of its associated smallholders meet RSPO standards within 3 years. Oil mills and their supply base hire an RSPO-approved third party certification body to set up audits testing their compliance with the RSPO Principles and Criteria. In regards to your second question, you can find an updated list of products that carry the RSPO trademark here: http://www.betterpalmoil.org/ I hope the above is not overly complicated and responds to your queries, please do not hesitate to contact me if you need any more information or clarification. 66
-Kind regards, Stefano Savi Communications Manager I Roundtable on Sustainable Palm Oil Dear Thom, Apologies for the delay in getting back to you. The auditor will conduct surveillance visit to the mill and plantation on yearly basis. Hence, the company must maintain proper records of what they do to demonstrate compliance to the standard. For example in complying to P8 (continuous improvement), they have to show reduction in pesticide / chemical use etc. It is a requirement for the mill to bring all its associated supply base to certification within 3 years. If they fail to do so, then the CB could suspend or eventually withdraw the certificate issued. In the case of independent supply base, then the mill will continuously produce and supply mass balance (MB) CSPO. Always keeping in mind that the ultimate aim is fully segregated (SG) CSPO. I hope this responds to your queries and please do not hesitate to contact me if you have any other questions. -Kind regards, Stefano Savi Communications Manager I Roundtable on Sustainable Palm Oil
Dear Thom, Thanks for your email. The RSPO has set up four types of supply chain certification systems to ensure that all parties in the supply chain comply with requirements and that claims of end-users are accurate. 1. Identity Preserved (IP): Sustainable palm oil from a single certified source (normally a plantation or a group of plantations) is kept separate from ordinary palm oil throughout the chain. The origin of CPSO can be traced back up to the plantation level. 2. Segregated (SG): Sustainable palm oil from different certified sources is kept separate from ordinary palm oil throughout the chain. The origin of CPSO can be traced back up to the mill level. 3. Mass Balance (MB): Sustainable palm oil from certified sources is monitored administratively in the chain, but is mixed with ordinary palm oil. 67
4. Book & Claim (B&C): The chain is not monitored. End users can buy GreenPalm certificates to ‘off-set’ their use of conventional palm oil. Each certificate corresponds to a given quantity of palm oil that is produced sustainably. In this way a company guarantees that somewhere in the world a quantity of certified sustainable palm oil, equal to the quantity of palm oil which it uses, is produced and purchased as such. GreenPalm is the organization selling these certificates:http://www.greenpalm.org/ I hope this helps. Let me know if you have any further questions. -Kind regards, Stefano Savi Communications Manager I Roundtable on Sustainable Palm Oil
Verder… Verder hebben we heel veel mails gestuurd naar andere bedrijven(Nestlé, Melle, FrieslandCampina, enz.) met vragen betreffende ons onderwerp, maar niks teruggekregen of afwijzingen om deze in een interview of via de mail te beantwoorden.
68