Mobiliteitsbeleid Versie 2012-2
Beleidsnota nummer: P.0007 Rol
Datum
Werkgroep
advies
September 2010
Directeurenraad
advies
November 2010
GMR
Instemming/ advies besluit Instemming
17 mei 2012
Raad van Bestuur Raad van Toezicht Relatie met formulieren: Opgave formulier opname in mobiliteitsbestand
MOBILITEITSBELEID MeerderWeert I nleiding 1 Het voeren van een goed personeelsbeleid is onmisbaar om MeerderWeert en de scholen als lerende organisaties te ontwikkelen. Enerzijds is het voor medewerkers van belang onder goede arbeidsvoorwaarden/omstandigheden en in een professioneel werkklimaat te werken terwijl anderzijds de persoonlijke ontwikkeling binnen de doelstellingen van MeerderWeert en de school de ruimte krijgt. Hierbij dient de opmerking geplaatst te worden dat organisatiebelang altijd vóór persoonlijk belang gesteld wordt. Om dit te waarborgen zorgen wij binnen MeerderWeert voor een effectieve inzet van mensen t.b.v. de scholen en/of MeerderWeert als geheel. Gezien de terugloop van het leerlingenaantal gaan we er vanuit dat we de komende jaren tot bundeling van onze krachten moeten komen. Medewerkers hebben meerwaarde niet alleen voor de eigen school, maar voor MeerderWeert als geheel. Iedere taak of functie binnen MeerderWeert moet duidelijk van meerwaarde zijn. In dit kader zetten we ook in op mobiliteit voor alle medewerkers.
1. Wat verstaat MeerderWeert onder personele mobiliteit? Personele mobiliteit is het vermogen van medewerkers om zich mentaal, functioneel en geografisch te willen verplaatsen t.b.v. zichzelf en van de organisatie. Deze mogelijke verplaatsing is voor elke medewerker binnen MeerderWeert van toepassing en kan zowel binnen als buiten de organisatie plaatsvinden. MeerderWeert wil mobiliteit inzetten als preventief en proactief middel. Het is een verplicht onderwerp van gesprek tijdens functionerings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken.
2. Waarom is dit beleid ontwikkeld? Het doel van het mobiliteitsbeleid van MeerderWeert is drieledig: individuele ontplooiing en de persoonlijke ambitie van medewerkers te versterken; het niet in gevaar komen van de werkgelegenheid van de medewerkers en dat de kwaliteit van het geboden onderwijs optimaal blijft; vanwege het formatiebudget welke gekoppeld is aan de teldatum van het leerlingenaantal (1 oktober). Met het hanteren van het mobiliteitsbeleid wil MeerderWeert de volgende doelen behalen: het bieden van kansen en mogelijkheden aan personeelsleden om een frisse kijk op het werk te behouden; het verbeteren van het loopbaanperspectief van de medewerkers; een goed evenwicht creëren tussen de affiniteit van personeelsleden ten opzichte van bepaalde taken en functies; ervoor zorgen dat medewerkers tevreden zijn en plezier in hun werk hebben en houden; ervoor zorgen dat medewerkers breed inzetbaar zijn binnen de organisatie; handhaving en verbetering van de kwaliteit van onderwijs in een omgeving, die aan verandering onderhevig is (flexibiliteit); voorkomen van arbeidsgerelateerd ziekteverzuim.
1
Bron: visie MeerderWeert april 2011
Pagina 2 van 8
3. Toepassing mobiliteit binnen MeerderWeert Het personeel van MeerderWeert heeft een bestuursbenoeming en is te werk gesteld op een van de scholen. Het aantal leerlingen is bepalend voor het budget dat een school krijgt toegewezen. Dit schoolbudget is mede uitgangspunt voor het aantal personeelsleden (leidinggevend, onderwijsgevend en onderwijsondersteunend) dat kan worden benoemd. De kwantiteit maar zeker de kwaliteit van het personeel draagt in hoge mate bij aan het succes van de school. De schoolbehoefte aan personeelsleden qua aantal, aard en/of deskundigheid, kan per schooljaar verschillen. Ook de persoonlijke behoeften van personeelsleden om al dan niet van werkplek te wisselen, veranderen. Dit vraagt een flexibele instelling van de organisatie en van de personeelsleden waar het gaat over de tewerkstelling. Om de kwaliteit van het personeel maar ook de persoonlijke ontwikkeling een impuls te geven wil MeerderWeert door middel van mobiliteit deze flexibiliteit positief benaderen. We willen maximaal tegemoet komen aan zowel door het personeel als door de school, gewenste mobiliteit, door collectief te matchen.
4. CAO Primair Onderwijs: artikel 10.6 Overplaatsing MeerderWeert neemt de CAO PO in acht. Onderstaand de tekst uit de CAO PO 2009 met betrekking tot overplaatsing.
Overplaatsing van een werknemer naar een andere instelling van de werkgever geschiedt met instemming van de werknemer, met uitzondering van de gevallen genoemd in het tweede lid.
De werkgever kan de werknemer zonder zijn instemming overplaatsen a. indien er bij een instelling sprake is van formatietekort; b. ingeval er sprake is van een conflictsituatie, waarbij overplaatsing noodzakelijk is om tot werkbare verhoudingen te komen; c. ingeval er sprake is van disfunctioneren; d. op advies van de arbodienst of bedrijfsarts; e. in andere door de werkgever met name genoemde zwaarwichtige omstandigheden.
In de gevallen genoemd in lid 2 onder b, c, d en e is overplaatsing zonder instemming van de werknemer eveneens mogelijk om een personele wisseling mogelijk te maken.
De werkgever die het voornemen heeft om een werknemer over te plaatsen, treedt in overleg met de werknemer. Eventuele afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
Indien de werknemer na het overleg genoemd in het vierde lid niet instemt met de verplaatsing en/of de voorwaarden waar onder de overplaatsing zal geschieden, en de werkgever desalniettemin besluit tot overplaatsing, geeft de werkgever in zijn besluit aan op welke wijze hij de belangen van de werkgever en die van de werknemer tegen elkaar heeft afgewogen.
Een werknemer die, al dan niet vrijwillig, een onvrijwillige overplaatsing van een andere werknemer geheel of gedeeltelijk mogelijk maakt, krijgt de als gevolg hiervan noodzakelijk te maken extra reiskosten woon-werkverkeer vergoed op basis van de kosten van openbaar vervoer. De voor de werknemer uit de overplaatsing voortvloeiende extra reistijd geldt als werktijd.
Pagina 3 van 8
De werknemer die als gevolg van overplaatsing op een zelfde dag werkzaam is op meerdere locaties heeft recht op een vergoeding van de hieruit voortvloeiende noodzakelijk te maken extra reiskosten, waarbij het reizen tussen de locaties als dienstreis wordt aangemerkt. De voor de werknemer uit de overplaatsing voortvloeiende extra reistijd tussen de locaties geldt als werktijd.
5. Relatie met andere beleidsterreinen, instrumenten van MeerderWeert Het mobiliteitsbeleid maakt deel uit van het integraal personeelsbeleid. De volgende beleidsterreinen, instrumenten hebben raakvlak met het mobiliteitsbeleid: de RI&E; beleid ten aanzien van werving en selectie; functiemix; formatieplan.
6. Interne-externe/vrijwillige-onvrijwillige mobiliteit Personele mobiliteit is te uit te splitsen in interne-externe mobiliteit en vrijwilligeonvrijwillige mobiliteit. Interne-externe mobiliteit Onder interne mobiliteit verstaan we: Mobiliteit binnen de eigen school doordat men in een andere groep, bouw, (soms) locatie gaat werken. Ook als er binnen de eigen school andersoortige taken in lesgebonden uren uitgevoerd gaan worden (IB, ICT, schoolopleiding, cultuurcoördinator e.d.) is er eigenlijk sprake van enige mobiliteit (interne verticale mobiliteit). Het uitvoeren van dezelfde werkzaamheden op een andere school binnen MeerderWeert. Onder externe mobiliteit verstaan we: De uitstroom van personeel naar een andere werkgever al dan niet binnen het onderwijs. Dit kan een definitief karakter hebben of tijdelijk (bijvoorbeeld via detachering). Vrijwillig en onvrijwillige mobiliteit De mobiliteit kan betrekking hebben op de volledige betrekkingsomvang of een gedeelte daarvan. Vrijwillige mobiliteit: Op verzoek van het personeelslid Een personeelslid kan om verschillende redenen mobiliteit naar een andere school ambiëren. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de volgende redenen:
een nieuwe uitdaging cq. elders een frisse start maken; carrièreplanning en/of kennisverbreding; in aanmerking wensen te komen voor de functiemix en er geen mogelijkheden aanwezig zijn binnen de huidige school; in geval van een (dreigend) conflict op de huidige school; in geval van medische en of psychische redenen, waaronder ook het zich niet prettig voelen in de huidige omgeving; andere redenen, die een prettig functioneren op de huidige school belemmeren.
Pagina 4 van 8
Op verzoek van de schooldirecteur of het bestuur De schooldirecteur of het bestuur kan om verschillende redenen personeelsleden benaderen met het verzoek mee te werken aan mobiliteit naar een andere school. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de volgende redenen:
naar aanleiding van een verzoek van een ander personeelslid tot vrijwillige mobiliteit; indien de school behoefte heeft aan een personeelslid met specifieke kwaliteiten, zoals: ICT, IB of RT; geen mogelijkheid tot invulling van de functiemix met huidig personeelsbestand; indien er sprake is van redenen van medische aard, disfunctioneren en/of een (dreigend) conflict.
Onvrijwillige mobiliteit: Als blijkt dat vrijwillige mobiliteit niet mogelijk is, dan kan het Bestuur in een aantal situaties overgaan tot gedwongen mobiliteit. Zie voor verdere uitleg hoofdstuk 4. CAO Primair Onderwijs: artikel 10.6 Overplaatsing. Onder 10.6, lid 2E staat vermeld ´in andere door de werkgever met name genoemde zwaarwichtige omstandigheden´. Een zwaarwichtige omstandigheid kan zijn dat er door de CAO-verplichting in relatie met de functiemix een functiemixvacature bestaat binnen de school waarvoor niemand van de huidige personeelsleden interesse heeft of geschikt is en deze binnen de andere scholen van MeerderWeert vacant dient te worden gesteld. Bij invulling betekent dit dat een van de huidige personeelsleden onvrijwillige mobiliteit wordt toegewezen naar een andere school binnen MeerderWeert. 7. Doelgroep mobiliteitsbeleid MeerderWeert heeft voornamelijk leerkrachten in dienst. Er zijn drie groepen andere personeelsleden namelijk: Het niet onderwijzend personeel en onderwijs ondersteunend personeel; Medewerkers binnen het bestuurskantoor; Directeuren. Bij deze groepen willen we toch apart stilstaan. We stellen vast: Bij mobiliteit dient er wel een match gemaakt te worden en voor de eerste twee groepen personeelsleden kan elders binnen MeerderWeert geen soortgelijke functie aan de orde zijn. Voor die groepen geldt dat er vaak sprake is van eenlingen binnen de organisatie en de rechtspositie wijkt af. Zo is de vakantieregeling voor OOP/NOP gestoeld op een ander deel van de CAO PO. Directeuren hebben een voorbeeldfunctie met betrekking tot alle visiedocumenten van MeerderWeert. Dus ook met betrekking tot mobiliteitsbeleid wordt verwacht dat men een positieve grondhouding heeft en breed inzetbaar is/wil zijn. Er is echter sprake van een tweetal belemmerende aspecten. • Een schooldirecteur is meer dan een manager die overal even goed tot zijn/haar recht komt. In de benoemingsprocedure geeft een BAC dan ook naast algemene vaardigheden qua management verder ook weer wat men zeker verwacht van de nieuwe schoolleider, rekening houdend met de interne (schoolconcept, visie, team) als externe (schoolgrootte, omgevingsfactoren) facetten. Er is sprake van een sollicitatieprocedure. • De wettelijke kaders van de WMS zijn van een hogere rechtsorde dan het MeerderWeertbeleid bij directeuren en mobiliteit. Dit betekent dat de eerder opgenomen tekst rondom mobiliteit vaker niet in de praktijk stand kan houden. Bij directeuren houden we ons aan de advies- en instemmingbevoegdheid van de WMS en de sollicitatiecode. Juist bij benoemingen van directeuren heeft de
Pagina 5 van 8
medezeggenschapsraad niet alleen bevoegdheden over de procedure, maar ook over de voorgedragen persoon. Bij de functionerings/beoordelings- en andersoortige gesprekken met directeuren is mobiliteit een vast gespreksonderdeel. 8. Streefbeelden mobiliteit A. Interne (verticale) mobiliteit binnen de eigen school Bij interne mobiliteit wordt bedoeld de mobiliteit binnen de eigen school doordat men in een andere groep, bouw, (soms) locatie gaat werken. Bij MeerderWeert hebben we met betrekking tot interne schoolmobiliteit het volgende streefbeeld voor ogen: binnen iedere school is een leerkracht niet langer dan vijf jaar in dezelfde bouw/groep werkzaam. Wij hebben het over streefbeelden daar we de vrijwilligheid van belang vinden. Het spreekt voor zich dat dit punt in een kleine school met slechts enkele collega’s moeilijker te realiseren is dan bij een grotere school. Er is ook sprake van interne mobiliteit als een leerkracht gebruik maakt van de functiemix binnen zijn eigen school. B. Interne mobiliteit binnen MeerderWeert Binnen MeerderWeert kan men naar dezelfde groep, bouw maar ook naar een andere groep of bouw gaan bij een der andere scholen van MeerderWeert. We hebben met betrekking tot mobiliteit op bestuursniveau het volgende streefbeeld voor ogen: binnen MeerderWeert is een leerkracht niet langer dan tien jaar aan dezelfde school werkzaam. Wij hebben het over streefbeelden daar we de vrijwilligheid van belang vinden. Het gaat wederom om creëren van mogelijkheden en kansen, optimale benutting specifieke vaardigheden en competenties. Specifieke aandacht in deze voor het SBO. Om daar te werken is extra scholing noodzakelijk. Over en weer inzetbaarheid is complexer dan tussen basisschool A en B. Dat blijkt ook uit het feit dat binnen het functiebouwwerk van MeerderWeert de taakomschrijving van een basisschool leerkracht LB anders is dan de omschrijving van de SBO leerkracht LB. 9. Taakdifferentiatie en functiedifferentiatie MeerderWeert en haar scholen kennen van oudsher alleen taakdifferentiatie en geen functiedifferentiatie. Leerkrachten voeren, soms voor meerdere jaren, dezelfde taken in plaats van lesgevende taken uit, maar het blijft belangrijk dat alle medewerkers zich bewust zijn dat er nog steeds alleen sprake is van taakdifferentiatie. Er zijn binnen MeerderWeert geen functionarissen IB-er, ICT-er e.d. Ook in het handboek functiebouwwerk MeerderWeert zijn dit soort functies niet opgenomen behalve de stafmedewerker IB en stafmedewerker automatisering (een bovenschoolse invulling). Door het invoeren van de functiemix is er niet alleen meer sprake van taakdifferentiatie, maar wel degelijk ook van functiedifferentiatie. De basisschoolleerkracht LA dient aan een andere functieomschrijving te voldoen als die van een basisschoolleerkracht LB. Dit zelfde geldt voor SBO LB en LC. Hiermee geldt dus niet meer dat we het bij mobiliteit alleen nog hebben over taakroulatie binnen de school of tussen de scholen, we hebben het ook over functieroulatie. Zeker in een omgeving met groei- en krimpscholen zal, door de komst van de functiemix, ook de mobiliteit toenemen. Het is goed dat dit zowel de blijvers in LA (SBO LB) als de collega’s die gebruik maken van de mogelijkheden van de functiemix, zich dit realiseren.
Pagina 6 van 8
10.Procedure rondom mobiliteit en registratie De procedure rondom mobiliteit en registratie (voorbeeld leerkracht): 1. Voor alle medewerkers van MeerderWeert geldt dat bij functionerings- en beoordelingsgesprekken en andersoortige gesprekken mobiliteit een vast gespreksonderdeel is. 2. Daarnaast dient iedere medewerker jaarlijks in de eerste twee maanden van het kalenderjaar het formulier ‘verzoeken tot wijziging volgend schooljaar’ in te vullen. Op dit formulier kan worden aangegeven of men verzoekt tot mobiliteit. Indien me hier ja invult, dient ook het ‘opgaveformulier opname in mobiliteitsbestand’ ingevuld te worden. 3. Op het moment dat er sprake is van een (interne) vacature, stuurt de school naar het bestuurskantoor een profiel. Op basis van dit profiel maakt P&O een eerste selectie op basis van werktijdfactor, school en indien van toepassing de betreffende taak van de personen in de mobiliteitsmap. 4. P&O informeert op basis van deze eerste selectie de betreffende leerkracht(en) die aangegeven hebben voor mobiliteit in aanmerking te willen komen en stuurt de profielschets toe. 5. Indien de leerkracht interesse heeft in de vacature, neemt hij/zij contact op met de school om een afspraak te maken. Indien er geen interesse bestaat, wordt er een duidelijke terugkoppeling gegeven aan het bestuurskantoor (P&O). 6. Gezien de tijd waarin deze mobiliteit zich afspeelt (meestal kort voor einde van het schooljaar) dient deze afspraak heel snel gemaakt te worden. 7. De kandidaat dient voorafgaande aan het gesprek aan zijn/haar eigen directeur mede te delen dat er een gesprek gaat plaats vinden in het kader van mobiliteit. 8. De mobiliteitsleerkracht voert een gesprek met de directie van de school. Bestaat die directie uit één persoon, dan kan er iemand uit het management team van de school aansluiten (geen MR). Het moet duidelijk zijn dat er geen sprake is van een sollicitatiesituatie. Men heeft al een bestuursaanstelling; het gaat er nu om of voor beide partijen sprake is van een match. 9. Tijdens het gesprek dat gaat over de persoon (welke kwaliteiten/ervaringen/reden mobiliteit etc.) en de school (visie/onderwijskundige doelen/wat heeft de school nodig/wijze van onderwijs geven/ verwachtingen van de nieuwe leerkracht) zal duidelijk moeten worden of er een match te maken valt tussen school en leerkracht. 10. Na afloop van het gesprek mailt zowel de kandidaat als de school direct hun bevindingen over het gesprek door aan het bestuurskantoor (P&O). Hierin wordt aangegeven door iedere partij de bevindingen van het gesprek, of men een match wel/niet ziet zitten en de redenen waarom wel/niet. 11. Als het bestuurskantoor de mails binnen heeft, zal men bezien of er sprake is van een match. Zo spoedig mogelijk wordt antwoord gegeven aan zowel de kandidaat als aan de scholen. 12. In het kader van de privacy wordt door zowel school, kandidaat als bestuurskantoor geen mededelingen naar buiten gedaan over het gesprek. Indien er sprake is van mobiliteit in relatie met in aanmerking wensen te komen voor de functiemix is hierop het beleid ´kadernotitie functiemix´ van toepassing en wordt de procedure gevolgd zoals deze in dit beleidsdocument staat vermeld.
11.Dossiervorming rondom mobiliteit De richtlijnen met betrekking tot het personeelsdossier zijn als volgt: • De reguliere dossiergegevens die een school nodig heeft om aan te tonen dat men bevoegd is, gaan mee naar de nieuwe school. • Het bekwaamheidsdossier gaat mee naar de nieuwe school.
Pagina 7 van 8
•
Andere dossierzaken waaronder verslagen van lesbezoeken en verslagen in het kader van de gesprekkencyclus blijven bij de oude school. Deze worden zoals gebruikelijk is na 5 jaar vernietigd.
Afkortingen: BAC Benoemingsadviescommissie CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst IB Intern begeleider ICT Informatie & communicatie technologie OOP Onderwijsondersteunend personeel NOP Niet onderwijzend personeel PO Primair onderwijs RI&E Risico Inventarisatie & Evaluatie RT Remedial teaching WMS Wet Medezeggenschap Scholen
Pagina 8 van 8