Octrooiraad
M m ï [loiAleriiizageSeggóng nu 7609653 Nederland
[19]
NL
[54] Instrument voor röntgen-diffractie-ondereoek. [51]
Int.Cl2.: G03B41/16, G01N23/205.
[71] Aanvrager: N.V. Verenigde Instrumentenfabrieken EnrafNonius te Delft, [74] Gem.: Ir. N.A. Stigter c.s. Octrooibureau Los en Stigter B.V. Weteringschans 96 Amsterdam.
[21] Aanvrage Nr. 7609658. [22]
Ingediend 31 augustus 1976.
[32]
--
[33]
--
[31]
--
[23]
--
[61]
--
[62] --
[43] Ter inzage gelegd 2 maart 1978.
De aan dit blad gehechte stukken zijn een afdruk van de oorspronkelijk ingediende beschrijving met conclusie(s) en eventuele tekening(en).
N/27.178-B/VP
1
N.V. Verenigde Instrumentenfabrieken ENRAP - NONIUS te Delft
Instrument voor röntgen-diffractie-onderzoek
De uitvinding heeft betrekking op een instrument voor het r'óntgen-diffractie-onderzoek van een monster, voorzien van een eerste en een tweede diafragmapijp, welke pijpen in eikaars verlengde liggen en in de asrichting ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn, zodat tussen de pijpen een rondgaande diafragmaspleet met een instelbare breedte wordt gevormd, een de diafragmaspleet omsluitende cilindrische filmcassette, die van een in de asrichting lopende sleuf voor het doorlaten van de röntgenstralen is voorzien, een aan de buitenzijde van de filmcassette tegenover de sleuf en tegenover de diafragmaspleet aangebrachte collimator voor de röntgenstralen, een door de eerste diafragmapijp omsloten monsterdraaias, waarop het te onderzoeken monster tegenover de diafragmaspleet wordt gemonteerd en dife een oscillerende•of rondgaande rotatiebeweging kan uitvoeren, en een langgerekte drager, waarop nabij elk van de uiteinden een steunorgaan vöor één van de diafragmapijpen is aangebracht. Instrumenten van deze soort worden meestal voor het onderzoek
van kristallen gebruikt, maar kunnen ook worden toegepast voor
poederopnamen. Bij de bekende instrumenten van de boven aangeduide soort worden de diafragmapijpen volledig of grotendeels omsloten door de bijbehorende steunorganen. Bij toepassing van een uit één stuk vervaardigde filmcassette is het dientengevolge onmogelijk, de cassette uit het instrument te verwijderen zonder één van de diafragmapijpen, eventueel tezamen met het bijbehorende steunorgaan, te demonteren. Dit vormt in het bijzonder een nadeel bij metingen, waarbij tussentijds een nieuwe film moet worden ingezet. Dit nadeel wordt nog ernstiger in het geval, dat het onderzoek van het monster bij een voorgeschreven temperatuur moet geschieden. In dit geval is het gebruikelijk, het monster op deze temperatuur te houden door
een warmte-uitwisseling met een koude of
warme gasstroom, welke gasstroom door de tweede diafragmapijp moet worden aangevoerd, omdat deze de enige weg vormt, waarlangs het monster
76 09 8 5 8
bereikbaar is. De gasstroom wordt aangevoerd door een leiding, die dicht vóór het kristal eindigt en die in het inwendige van de tweede diafragmapijp is bevestigd. Het gevolg hiervan is, dat een verwijdering van de filmcassette langs de tweede diafragmapijp slechts mogelijk is door niet alleen de diafragmapijp, maar tevens de aanvoerleiding voor de gasstroom te demonteren, hetgeen uiteraard bewerkelijk is, maar bovendien tot een aanmerkelijke verandering van de temperatuur van het monster leidt, waardoor een discontinuïteit in de meting ontstaat. Onderzoekingen, waarbij de temperatuur van het monster een bepaalde grenswaarde, bijvoorbeeld het smeltpunt, niet magjoverschrijden, kunnen hierdoor zelfs onmogelijk worden. Het is bekend, de genoemde bezwaren op te heffen door gebruik te maken van een filmcassette, die uit twee halve cilinders bestaat, . die bij het aanbrengen van de cassette met elkaar worden verbonden. Bij deze cassettes is de vormstabiliteit echter onvoldoende, zodat de positie van het beeld op de film niet nauwkeurig vastligt. Bovendien moet de positie van het beeld naderhand worden gemeten op twee gescheiden fllmhelften, waardoor een extra onnauwkeurigheid ontstaat. De uitvinding heeft ten doel, de genoemde nadelen op te heffen en een diffractie-instrument te verschaffen, waaruit de filmcassette on zeer eenvoudige wijze kan worden verwijderd. Volgens de uitvinding is het instrument 'hiertoe zodanig uitgevoerd, dat ten minste één van de steunorganen zijdelings van de bijbehorende diafragmapijp is aangebracht en deze diafragmapijp ondersteunt door middel van een brugstuk, waarvan de hoogte iets kleiner is dan de breedte van de sleuf van de filmcassette, zodat de filmcassette aan de zijde van de betreffende diafragmapijp uit het instrument kan worden verwijderd door de sleuf van de cassette over het brugstuk te schuiven. Bij de praktische toepassing van instrumenten van de onderhavige soort kan men gebruik maken van een meetmethode, waarbij de cassette stilstaat, of van een meetmethode, vraarbij de cassette een heenen weergaande axiale beweging uitvoert. In het laatste geval kan de heen- en weergaande beweging van de cassette worden teweeggebracht door een afzonderlijke motor, die gescheiden is van de motor, die de rotatiebeweging van de monsterdraaias veroorzaakt. De beide motoren moeten dan
met elkaar worden gesynchroniseerd, waartoe het doelmatig is, gebruik te maken van otx stapmotoren, In het algemeen wordt er echter de voorkeur aan gegeven, de heen- en weergaande beweging van de filmcassette tatiebeweging van de monsterdraalas
tezamen met de ro-
van een gemeenschappelijke motor
af te leiden door middel van een transmissiekast, die tevens het steunorgaan voor de eerste diafragmapijp vormt. In dit geval is het doelmatig, wanneer de eerste diafragmapijp door de transmissiekast wordt ondersteund met behulp van een brugstuk, waarvan de hoogte iets kleiner is dan de breedte van de sleuf van de filmcassette en dat is voorzien van een boring voor het doorlaten van een aandrijfas voor de monsterdraagas. Men kan hiertoe gebruik maken van een brugstuk, dat aan de transmissiekast is bevestigd en dat door een axiale sleuf van de eerste diafragmapijp is gestoken, welk brugstuk is verbonden met een cilindrische inwendige drager voor de eerste diafragmapijp. De aandrijfas wordt bij voorkeur met de monsterdraalas gekoppeld door middel van kegelwielen met splraalvertanding. In beginsel kan men ook gebruik maken van een koppeling door middel van een worm en een wormwiel, hetgeen echter minder doelmatig ls. De heen- en weergaande beweging van de filmcassette kan op een geschikte wijze worden verkregen door middel van een met de casset- ' te koppelbare leidmoer, die verschuifbaar is langs een door de gemeenschappelijke motor aangedreven schroefspil, waarbij op de as van de schroefspil een worm is aangebracht, die door middel van een wormwiel de aandrijfas voor de monsterdraalas In beweging brengt. Het is hierbij wenselijk, de koppeling tussen de schroefspil en de aandrijfas te kunnen verbreken, zodat men bij het begin van het onderzoek de monsterdraaias met de hand snel kan laten draaien om te controleren, of het' monster in de juiste positie op de monsterdraaias is aangebracht. Dit kan op eenvoudige wijze worden bereikt, doordat het wormwiel door middel van een xnstelmoer
met een variabele kracht
tegen een met de aandrijfas verbonden flens kan worden gedrukt, zodat de koppeling tussen de schroefspil en de aandrijfas met behulp van de instelmoer naar wens kan worden verbroken. De koppeling tussen de leidmoer en de filmcassette moet eveneens kunnen worden onderbroken, enerzijds omdat de cassette anders niet
5 6 096 5 8
uit het instrument kan worden verwijderd, en anderzijds om metingen mogelijk te maken, waarbij de filmcassette stilstaat, Voor dit doel is -de filmcassette bij voorkeur voorzien van een verschuifbare pen, waarmee de koppeling in- en uitgeschakeld kan worden. In verband met een eventuele gastoevoer via de tweede diafragmapijp zal het in vele gevallen de voorkeur verdienen, de filmcassette aan de zijde van de eerste diafragmapijp uit het instrument te verwijderen. Het kan echter in bepaalde gevallen wenselijk zijn, dat de filmcassette ook aan de andere zijde, dus langs de tweede diafragmapijp, uit het instrument verwijderd kan worden. In dit geval wordt ook voor de ondersteuning van de tweede diafragmapijp gebruik gemaakt van een brugstuk, waarvan de hoogte iets kleiner is dan de breedte van de sleuf van de filmcassette. Bij een doelmatige uitvoeringsvorm is dit brugstuk aan de tweede diafragmapijp bevestigd, waarbij het in een sleuf van het bijbehorende steunorgaan verschuifbaar is. Bij de bekende instrumenten van de boven aangeduide soort is de filmcassette gemonteerd op een slede, die langs één of meer vast in het gestel aangebrachte stangen verschuifbaar is. Ten behoeve van de verwijdering van de filmcassette zou het zeer doelmatig zijn, wanneer dese slede zou kunnen worden weggelaten. Dit wordt volgens een verder aspect van de uitvinding bereikt, doordat de filmcassette tijdens de heen- en weergaande beweging over de diafragmapijpen schuift en hierbij uitsluitend door deze pijpen wordt gedragen. Ten einde de wrijving tot een minimum te reduceren, worden in dit geval bij voorkeur op het binnenoppervlak van de filmcassette glijnokken aangebracht, waarmee de filmcassette over de diafragmapijpen schuift. De rotatiebeweging van de monsterdraaias moet bij bepaalde metingen overeen voorgeschreven oscillatiehoek plaatsvinden. Bij de bekende instrumenten van de beschouwde soort wordt hiertoe het bereiken van de gewenste eindstanden van de monsterdraaias gedetecteerd met behulp van schakelaars, die in de eindstanden worden omgelegd. De toepassing van deze schakelaars is bij het instrument volgens de uitvinding ongewenst, omdat zij een hindernis zouden, vormen bij het verwijderen van de filmcassette. Dit probleem kan worden opgelost door het bereiken van de gewenste eindstanden te detecteren met behulp van fc-f^ ringen, die op een buiten de eerste diafragmapijp gelegen gedeelte van
de monsterdraalas zijn aangebracht en onafhankelijk van elkaar in de omtreksrichting instelbaar zijn, waarbij elk van de ringen een spiegeltje draagt, dat de straling van een vast aangebrachte stralingsbron op een detector kan werpen, en waarbij de diameter van de ringen kleiner is dan de inwendige diameter van de filmcassette, zodat deze laatste de ringen kan passeren. De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven. Pig, 1 toont in perspectief een instrument volgens de uitvinding, waarin de filmcassette nog niet is aangebracht. Fig. 2 toont in perspectief de te gebruiken filmcassette. Fig. 3 toont êên van de twee methoden voor het aanbrengen van de filmcassette in het instrument. Fig. 4 toont een bovenaanzicht van het instrument volgens de fig. 1-3* waarbij de cassette zich in de werkstand bevindt. Fig. 5 toont schematisch de wijze, waarop de leidmoer voor de cassette en de monsterdraaias worden aangedreven. Fig. 6 toont een verticale doorsnede van de transmissiekast van het Instrument volgens de fig. 1-4. Het in fig. 1 afgebeelde diffractie-instrument wordt gedragen door een blok 1, dat door middel van een zwaluwstraatverbinding op een standaard van de gebruikelijke uitvoering kan worden
bevestigd. Een
langgerekte drager 2 is draaibaar op het blok 1 gemonteerd en draagt aan het ene uiteinde een transmissiekast 3 en aan het andere uiteinde een steunorgaan 4. Het instrument is voorzien van een eerste diafragmapijp 5 en een tweede diafragmapijp 6, welke pijpen in eikaars verlengde zijn aangebracht en in axiale richting ten opzichte van elkaar verschuifbaar zija, zodat tussen de pijpen een diafragmaspleet 7 raet een instelbare breedte is gevormd. Tegenover de diafragmaspleet J bevindt zich een collimator 8 voor de toegepaste röntgenstralen, die door het blok 1 wordt gedragen. De eerste diafragmapijp 5 wordt door de transmissiekast 3 ondersteund. Voor dit doel is de transmissiekast voorzien van een naar de pijp 5 gericht brugstuk 9, dat door een axiale spleet van de pijp is gestoken. De tweede diafragmapijp 6 wordt gedragen door het steunorgaan 4, waartoe de pijp is voorzien van een langgerekt
7 § 09 65 8
radiaal naar buiten
6
gericht brugstuk 10, dat in een sleuf van het steunorgaan. 4 verschuifbaar is. De pijp 6 bevat een binnenpijp 11, waarbij tussen de beide pijpen een ceraentvormig vulstuk 12 is aangebracht. Het brugstuk 10 is bevestigd door middel van schroeven, die door het vulstuk 12 en d« 5
wand van de binnenpijp 11 zijn gevoerd. De pijp 11 dient als houder voor hulpstukken ten behoeve van de conditionering van het monster, bijvoorbeeld ten einde het monster op een lage temperatuur te houden. De transmissiekast 2 en het steunorgaan 4 zijn in tegenstelling tot de bekende uitvoeringen geheel zijdelings van de diafragma-
10
pijpen 5 en 6 geplaatst, zodat ze deze pijpen niet omsluiten. In de tekening- is voorts een schroefspil IJ afgebeeld, die vanuit de transmissiekast 3 wordt aangedreven en waarop zich een leidmoer 14 voor het verplaatsen van een filmcassette bevindt. De in fig. 2 afgebeelde cassette 15 is op bekende wijze ci-
15
lindrisch uitgevoerd en van vierkante verstijvingsflenzen 16 voorzien. In de cassette is een axiaal verlopende sleuf 17 aangebracht voor het doorlaten van de röntgenstralen. Tijdens het bedrijf bevindt de sleuf 17 zich tegenover de collimator 8. Voorts is de cassette voorzien van een verschuifbare pen 18, waarmee de koppeling met de leidmoer 14 tot
20
stand kan worden gebracht. De breedte van de sleuf 17 is Iets groter dan de hoogte van de brugstukken 9 en 10, zodat de cassette in het Instrument kan worden aangebracht en daaruit kan, worden verwijderd door de sleuf 17 over één van de brugstukken 9 en 10 te
25
schuiven.
In fig. 5 is aangegeven, hoe de cassette in het instrument wordt gebracht, waarbij de sleuf 17 over het brugstuk 9 loopt. In fig. 4 is de werkstand van de cassette aangegeven, waarbij de cassette zich tegenover de collimator 8 bevindt. Tevens toont fig. 4, hoe de leidmoer 14 door middel van de pen 18 met de cassette
_50
kan worden gekoppeld. In tegenstelling tot de bekende diffractie-instrumenten wordt de cassette 15 tijdens de heen- en weergaande beweging, die door middel van de leidmoer 14 wordt verkregen, niet door een slede ondersteund. De cassette rust namelijk op de diafragmapijpen 5 en 6 en wordt
J'5
uitsluitend door deze pijpen gedragen. Ten einde een verplaatsing "iet geringe wrijving mogelijk te maken, zijn op de binnenzijde van de
75 09 65 8
cassette glijnokken 19 aangebracht, bijvoorbeeld drie over de omtrek verdeelde glijnokken aan elk uiteinde, waarbij de cassette met deze glijnokken over de diafragmapijpen. schuift. In fig. 4 is nog een schaalverdeling 20 aangegeven, die de hoekstand van de drager 2 ten opzichte van het blok 1 aangeeft. Voorts is in de fig. 1, 3 en 4 een instelorgaan 21 afgebeeld, met behulp waarvan de aandrijving van deraonsterdraaiasdoor de motor kan worden opgeheven. Pig. 5 toont schematisch de transmissie-organen voor het aandrijven van de monsterdraaias en de leidmoer. De aandrijving geschiedt voor beide bewegingen door middel van een omkeerbare elektromotor 20. De motoras is door middel van kegelwielen
met de schroefspil 1J ge-
koppeld, zodat deze schroefspil primair wordt aangedreven. De beweging van deraonsterdraaiaswordt uit de rotatie van de schroefspil afgeleid. Hiertoe is op de as van de schroefspil een worm 24 aangebracht, die met een wormwiel 25 is gekoppeld. Het wormwiel 25 is gekoppeld met een aandrijfas 26, die door een boring van het brugstuk 9 is gevoerd en die door middel van kegelwielen 27, dia van een spiraalvertanding zijn voorzien, met da monsterdraaias 28 is gekoppeld. De monsterdraaias 28 bevindt zich op de gebruikelijke wijze in het inwendige van de eerste diafragmapijp 5 ên draagt aan één van de uiteinden een voetstuk 29, waarop een goniometerkop van
bekende uitvoering kan worden aangebracht,
die voor de instelling van het te onderzoeken, monster wordt gebruikt. Het wormwiel 25 kan van de aandrijfas 26 worden losgekoppeld. De raonsterdraaias 28 kan dan door middel van een knop j50 met de hand snel worden rondgedraaid, ten einde de gewenste positie van het monster op de monsterdraaias op eenvoudige wijze te kunnen instellen. Pig. 6 toont een verticale doorsnede van de transmissiekast 3 volgens een vlak, dat loodrecht op de as van de diafragmapijp 5 is gericht. De aandrijfas 26 is vast verbonden met een meedraaiende huls J1, die van een naar buiten gerichte flens
is voorzien. Het instel-
orgaan 21 is een met de hand instelbare moer, die op de huls
is aan-
gebracht en met behulp waarvan de koppeling van het wormwiel 25 met de aandrijfas 26 tot stand gebracht en opgeheven kan worden. Wanneer de moer 21 wordt aangeschroefd, zodat het wormwiel 25 tegen de flens j}2 wordt gedrukt, wordt de aandrijfas door het wormwiel meegenomen, zodat
7 6 096 5 8
8
da monsterdraaias wordt, aangedreven. Wordt de moer 21 daarentegen l o s gedraaid» dan b l i j f t de a a n d r i j f a s staan., zodat er g e e n beweging van de monsterdraaias p l a a t s v i n d t . Deze o n t k o p p e l i n g i s n o d i g , wanneer de monsterdraaias met behulp van de knop JQ met de hand wordt vordr?v5id. De a a n d r i j f a s 26 i s g e l e g e r d i n e e n t w e e t a l l e g e r s
en i s
door een boring JK van h e t brugstuk 9 g e v o e r d . De hoekstand van de aand r i j f a s t e n o p z i c h t e van h e t v a s t e g e d e e l t e van h e t instrument kan worden a f g e l e z e n op de s c h i j f 41, d i e van een g r a d e n v e r d e l i n g i s v o o r z i e n en d i e door een opening 42 waarneembaar i s . De e e r s t e d i a f r a g m a p i j p 5 wordt gedragen door een c i l i n d r i s c h steunblok 35» dat i n h e t midden van de l e n g t e van een u i t s p a r i n g 36 voor h e t d o o r l a t e n van de a a n d r i j f a s 2.6 i s v o o r z i e n , maar d a t aan w e e r s z i j d e n van deze u i t s p a r i n g m a s s i f i s u i t g e v o e r d en t e r p l a a t s e door iriddel van n i e t - g e t e k e n d e bouten aan h e t brugstuk 9 i s
bevestigd.
Wanneer de monsterdraaias 28 en de c a s s e t t e 15 r e s p e c t i e v e l i j k door middel van h e t i n s t e l o r g a a n 21 en van de pen 18 met de motor 22 z i j n gekoppeld, wordt door de monsterdraaias 28 een o s c i l l e r e n d e r o t a t i e b e w e g i n g en door de c a s s e t t e 15 e e n h e e n - en weergaande a x i a l e
beweging uitgevoerd. Ben omkering van de bewegingsrichting vindt plaats die een t w e e t a l eindstanden, mat behulp van r i n g e n 3 7 en 3 8 kunnen worden i n g e s t e l d . De r i n g e n 37 en 38 z i j n aangebracht op e e n b u i t e n de p i j p 5 g e l e g e n g e d e e l t e van de monsterdraaias 28 en z i j n o n a f h a n k e l i j k van «Ikaar i n de o m t r e k s r i c h t i n g d r a a i b a a r . De d i a m e t e r van de r i n g e n i s k l e i n e r dan de inwendige d i a m e t e r van de c a s s e t t e , zodat d e z e de r i n gen kan p a s s e r e n . Elk van de r i n g e n draagt e e n s p i e g e l t j e 39» d a t s a menwerkt met een d e t e c t o r k o p 40, d i e e e n bron van I n f r a r o d e s t r a l e n e n een f o t o d e t e c t o r b e v a t . Wanneer één van de s p i e g e l t j e s z i c h t e g e n o v e r de d e t e c t o r k o p 40 b e v i n d t , wordt de i n f r a r o d e s t r a l i n g t e r u g g e k a a t s t naar de f o t o d e t e c t o r , waardoor een s i g n a a l o n t s t a a t , d a t e e n omkering va.n de d r a a i r i c h t i n g van de motor 22 t e w e e g b r e n g t . Ofschoon de u i t v i n d i n g h i e r b o v e n i s t o e g e l i c h t aan de hand van een meetmethode, waarbij rle c a s s e t t e een h e e n - en weergaande a x i a l e beweging u i t v o e r t , kan h e t instrument v o l g e n s de u i t v i n d i n g ook worden t o e g e p a s t voor meetmethoden, waarbij de c a s s e t t e s t i l s t a a t »
-M l i t
kan de monsterdraaias h e t z i j over e e n i n g e s t e l d e hoek osei''leuren, ^ e t z i j een rondgaande r o t a t i e b e w e g i n g u i t v o e r e n , i n welk l a a t s t " n e v a l
9
de o p t i s c h e d e t e c t o r wordt u i t g e s c h a k e l d . B i j t o e p a s s i n g van een meetmethode, w a a r b i j de c a s s e t t e
stil-
s t a a t , lean men e v e n t u e e l g e b r u i k maken van e e n z o g r o o t m o g e l i j k g e d e e l t e van de f i l m door de d i a f r a g m a s p l e e t 7 v o l l e d i g t e openen, rl'er» 5
t o e wordt de p i j p 6 z o v e r naar b u i t e n g e s c h o v e n , d a t de f i l m c a s s e t t e nog n e t wordt o n d e r s t e u n d , t e r w i j l de p i j p 5 g e h e e l wordt weggenomen. Ter o n d e r s t e u n i n g van h e t andere u i t e i n d e van de c a s s e t t e kan i n d i t g e v a l op h e t c i l i n d r i s c h e s t e u n b l o k 35 e e n n i e t - g e t e k e n d e worden g e p l a a t s t .
76 096 58
hulpring
10
C O N C L U S I E S 1.
Instrument voor h e t r ' ó n t g e n - d i f f r a c t l e - o n d e r z o e k van een mon-
s t e r , v o o r z i e n van een e e r s t e en een tweede d i a f r a g m a p i j p , welke p i j pen i n e i k a a r s v e r l e n g d e l i g g e n en i n de a s r i c h t i n g t e n o p z i c h t e van e l k a a r v e r s c h u i f b a a r z i j n , zodat t u s s e n de p i j p e n een rondgaande d i a 5
f r a g m a s p l e e t met een I n s t e l b a r e b r e e d t e wordt gevormd, e e n de d i a f r a g maspleet omsluitende c i l i n d r i s c h e f i l m c a s s e t t e , d i e van een i n de a s r i c h t i n g lopende s l e u f voor h e t d o o r l a t e n van de r ö n t g e n s t r a l e n
is
v o o r z i e n , een aan de b u i t e n z i j d e van de f i l m c a s s e t t e t e g e n o v e r de s l e u f en t e g e n o v e r de d i a f r a g m a s p l e e t aangebrachte c o l l i m a t o r voor de r'óntgen10
s t r a l e n , een door de e e r s t e d i a f r a g m a p i j p omsloten m o n s t e r d r a a i a s , waarop h e t t e onderzoeken monster t e g e n o v e r de d i a f r a g m a s p l e e t wordt g e monteerd en d i e een o s c i l l e r e n d e of rondgaande r o t a t i e b e w e g i n g kan u i t voeren, en een l a n g g e r e k t e d r a g e r , waarop n a b i j e l k van de u i t e i n d e n een steunorgaan voor één van de d i a f r a g m a p i j p e n i s aangebracht,
15
h e t
k e n m e r k ,
m e t
d a t t e n minste één van de steunorganen z i j d e -
l i n g s van de bijbehorende d i a f r a g m a p i j p i s aangebracht en d e z e d i a f r a g -
mapijp ondersteunt
door middel van een b r u g s t u k , waarvan de
hoogte iets
k l e i n e r i s dan de b r e e d t e van de s l e u f van de f i l m c a s s e t t e , zodat de f i l m c a s s e t t e aan de z i j d e van de b e t r e f f e n d e d i a f r a g m a p i j p u i t h e t i n 20
strument kan worden v e r w i j d e r d door de s l e u f van de c a s s e t t e o v e r h e t brugstuk t e s c h u i v e n , 2,
Instrument v o l g e n s c o n c l u s i e 1, v o o r z i e n van middelen voor
h e t teweegbrengen van een heen- en weergaande a x i a l e beweging van de f i l m c a s s e t t e , waarbij deze heen- en weergaande beweging tezamen met 25
de r o t a t i e b e w e g i n g van de monsterdraaias van e e n g e m e e n s c h a p p e l i j k e motor wordt a f g e l e i d door middel van een t r a n s m i s s i e k a s t , d i e t e v e n s h e t steunorgaan voor de e e r s t e d i a f r a g m a p i j p vormt, k e n m e r k ,
m e t
h s t
dat de e e r s t e d i a f r a g m a p i j p door de t r a n s m i s s i e k a s t
wordt ondersteund met behulp van een b r u g s t u k , waarvan de h o o g t e 30
iets
k l e i n e r i s dan de b r e e d t e van de s l e u f van de f i l m c a s s e t t e , en d a t
is
v o o r z i e n van een boring voor h e t d o o r l a t e n van e e n a a n d r i j f g a s v o o r de monsterdraaias. 3.
Instrument v o l g e n s c o n c l u s i e 2 ,
m e t
h e t
k e n m e r k ,
c-at h e t aan de t r a n s m i s s i e k a s t b e v e s t i g d e brugstuk door een a x i a l e
'10965e
•
11
s l e u f van d e e e r s t e d i a f r a g m a p i j p i s g e s t o k e n e n met e e n c i l i n d r i s c h e inwendige d r a g e r v o o r d e z e p i j p i s verbonden. 4.
Instrument v o l g e n s c o n c l u s i e 2 o f 3 ,
m e r k ,
m e t
h e t
k e n -
d a t de a a n d r i j f a s met de m o n s t e r d r a a i a s i s g e k o p p e l d door
middel van k e g e l w l e l e n met s p i r a a l v e r t a n d i n g . 5.
Instrument v o l g e n s c o n c l u s i e 2 , 3 of 4 ,
m e r k ,
m e t
h e t
k e n -
d a t de h e e n - e n weergaande beweging van de f i l m c a s s e t t e wordt
v e r k r e g e n door middel van e e n met de c a s s e t t e k o p p e l b a r e l e i d m o e r ,
die
v e r s c h u i f b a a r i s l a n g s e e n door de g e m e e n s c h a p p e l i j k e motor a a n g e d r e v e n s c h r o e f s p i l , w a a r b i j op de a s van de s c h r o e f s p i l e e n worm i s
aange-
b r a c h t , d i e d o o r middel van e e n wormwiel de a a n d r i j f a s v o o r de m o n s t e r d r a a i a s i n beweging b r e n g t . 6.
Instrument v o l g e n s c o n c l u s i e 5»
m e t
h e t
k e n m e r k ,
d a t h e t wormwiel door middel van e e n i n s t e l m o e r met e e n v a r i a b e l e k r a c h t t e g e n e e n met de a a n d r i j f a s verbonden f l e n s kan worden g e d r u k t , z o d a t de k o p p e l i n g t u s s e n de s c h r o e f s p i l en de a a n d r i j f a s met b e h u l p van de i n s t e l m o e r naar wens kan worden v e r b r o k e n . 7.
Instrument v o l g e n s c o n c l u s i e 5 o f 6 ,
m e r k ,
m e t
h e t
k e n -
d a t de f i l m c a s s e t t e I s v o o r z i e n v a n e e n v e r s c h u i f b a r e p e n ,
door middel waarvan de k o p p e l i n g met de l e i d m o e r i n - en u i t g e s c h a k e l d kan worden. 8. h e t
Instrument v o l g e n s een d e r voorgaande c o n c l u s i e s , k e n m e r k ,
m e t
d a t de tweede d i a f r a g m a p i j p door h e t b i j b e h o -
rende s t e u n o r g a a n wordt o n d e r s t e u n d met b e h u l p van e e n b r u g s t u k , waarvan de h o o g t e i e t s k l e i n e r i s dan de b r e e d t e van de s l e u f v a n de f i l m c a s s e t t e , w a a r b i j d i t brugstuk aan de tweede d i a f r a g m a p i j p i s t i g d e n i n e e n s l e u f van h e t s t e u n o r g a a n v e r s c h u i f b a a r 9. h e t
beves-
is.
Instrument v o l g e n s e e n d e r c o n c l u s i e s 2 t o t en met 8 , k e n m e r k ,
m e t
d a t de f i l m c a s s e t t e t i j d e n s de h e e n - en w e e r -
gaande beweging over de d i a f r a g m a p i j p e n s c h u i f t en h i e r b i j
uitsluitend
door d e z e p i j p e n wordt g e d r a g e n . 10.
Instrument v o l g e n s c o n c l u s i e 9*
m e t
h e t
k e n m e r k ,
d a t op h e t b i n n e n o p p e r v l a k van de f i l m c a s s e t t e g l i j n o k k e n z i j n a a n g e -
7 6 096 58
12
b r a c h t , waarmee de f i l m c a s s e t t e over de d l a f r a g m a p i j p e n s c f e v l f t .
11« h e t
Instrument v o l g e n s een der voorgaande c o n c l u s i e s ,
k e n m e r k , d a t h e t b e r e i k e n van de gewenste eindstanden
van de o s c i l l e r e n d e 3
met
rotatiebeweging van de monsterdraaias wordt ga-le-
t e c t e e r d met behulp van twee r i n g e n , d i e op e e n b u l t e n de eerste d i a -
fragmapijp g e l e g e n g e d e e l t e van de monsterdraaias z i j n aangebracht en o n a f h a n k e l i j k van e l k a a r l a de
omtreksrlchtlng instelbaar R i j n , waar-
bij e l k van de r i n g e n een s p i e g e l t j e d r a a g t , d a t de s t r a l i n g van een vast aangebrachte s t r a l i n g s b r o n op een d e t e c t o r kan werpen, en w a a r b i j 10
de diameter van de r i n g e n k l e i n e r i s dan de inwendige d i a m e t e r van de filmcassette.
7 A ff 0 £ K p ƒ y V # v -J O
• i
f
,.0 \
f1
\ \ A
,\ • \\
s /