A I H IZ *
Apotheek Haagse Ziekenhuizen cpc
Apotheek Haagse Ziekenhuizen
wr w
Ropivacaine HCI 2mg/ml Sufentanil (als citraat) 0,5mcg/ml (ZI-16044193) 1.
Naam van het geneesmiddel
Ropivacaine HCI 2mg/ml Sufentanil (als citraat) 0,5nncg/ml
2.
Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling
EIke flacon van 50 ml bevat ropivacaine HCI.1-water overeenkomend met 100 mg ropivacaine HCI en sufentanilcitraat overeenkomend met 25 microgram sufentanil.
Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
Farmaceutische vorm
Steriele injectievloeistof.
4.
Klinische gegevens
4.1
Therapeutische indicaties
De combinatie van ropivacaine en sufentanil wordt gebruikt als epiduraal analgeticum tijdens weeen en bevelling en postoperatieve epidurale pijnbestrijding.
4.2
Dosering en wijze van toediening
In het literatuur wordt de dosering van ropivacaine en sulfentanil afzonderlijk beschreven. De dosering van Ropivacaine HCI 2mg/ml Sufentanil (als citraat) 0,5mcg/ml
is afhankelijk van de indicatie en moet geindividualiseerd door de anesthesioloog bepaald worden.
4.3
Contra-indicaties
Ropivacaine is gecontraindiceerd bij patienten die overgevoelig zijn voor ropivacaine en lokaalanesthetica van het amidetype.
Sufentanil is gecontraindiceerd bij patienten die overgevoelig zijn voor sufentanil en andere morfinomimetica. Sufentanil is gecontraindiceerd bij gelijktijdig gebruik van MAO-remmers, of binnen 2 weken na het staken van het gebruik van MAO-remmers, hypovolemie, hypotensie, verhoogde intercraniale druk, hersentrauma, myasthenia gravis en bij slechte longfunctie in verband met de ademdepressieve werking van sufentanil.
Naast contra-indicaties van ropivacaine en sufentanil moet er rekening gehouden worden met contraindicties van epidurale anesthesie waaronder:
Hemorragie of shock, sepsis, verstoringen in de bloedmorfologie en bij stollingsstoornissen zoals trombocytopenie en coagulopathie, en/of het gebruik van anticoagulantia, actieve aandoeningen van het centrale zenuwstelsel zoals meningitis, poliomyelitis, intracraniale bloedingen, subacute gecombineerde degeneratie van het ruggenmerg als gevolg van pernicieuze anemie en cerebrale en spinale tumoren;
CvQ 2^-ob-Lo iG
Revislenummer:
Autorisatiedatum:
Paglna;
0002
30/10/2014 10;55:52
1/7
^ V l_l y 2 Y
Apotheek Haagse Ziekenhuizen
Apotheek Haagse Ziekenhuizen SPC Ropivacaine HCI 2mg/ml Sufentanil (als citraat) 0,5mcg/ml (ZI-16044193) tuberculose van de ruggengraat; pyrogene infectie van de huid op de plaats van de lumbaalpunctie of er naast; cardiogene of hypovolemische shock.
4.4
Met
Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik
sufentanil
dient
men
voorzichtig
te
zijn
bij
een
gestoorde
ademhalingsfunctie
en
ademhaiingsdepressie en - bij toediening tijdens de bevelling - een slechte toestand van de foetus. Na eike toediening dient de patient gedurende minstens 1 uur goed gevolgd te worden, omdat vroege ademhaiingsdepressie kan optreden.
Bij epidurale anesthesia met een lokaal anestheticum moet rekening gehouden worden met hypotensie en bradycardie en zai men adequate voorzorgsmaatregelen moeten nemen. Dit kan inhouden het voorbehandelen van de circulatie met een cristalloide of colloTdale opiossing. Hypotensie kan worden
behandeld met een antihypotensivum, bijvoorbeeld efedrine 10-15 mg intraveneus. Ernstige hypotensie kan het gevolg zijn van hypovolemie veroorzaakt door bloedingen of dehydratatie, of een aorta-cavale occlusie bij patienten met ernstige ascites, grote abdominale tumoren of een vergevorderde zwangerschap. Bij patienten met decompensatio cordis moet het ontstaan van hypotensie voorkomen worden. Patienten met hypovolemie ongeacht de oorzaak kunnen plotselinge en ernstige hypotensie
krijgen gedurende epidurale anesthesie Epidurale anesthesie kan een intercostale verlamming veroorzaken en patienten met pleurale effusie kunnen ademhalingsproblemen krijgen. Bloedvergiftiging kan het risico van intraspinale abcesvorming in de post-operatieve periode doen toenemen.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen
Ropivacaine:
Bij het gebruik van ropivacaine moet men voorzichtig zijn bij patienten die andere lokaalanesthetica krijgen of middelen die, wat structuur betreft, gerelateerd zijn aan het amidetype lokaalanesthetica (bijv. bepaalde antiaritmica, zoals lidocaine en mexiletine), omdat de systemische toxische effecten additief zijn.
Bij combinatie met klasse lll-antiaritmica kunnen de cardiovasculaire effecten additief zijn.
Gelijktijdig gebruik van fluvoxamine of ciprofloxacine kunnen resulteren in verhoogde spiegels ropivacaine
Sufentanil:
Ernstige en onvoorspelbare potentifiring van morfinomimetica door MAO-remmers is gemeld.
Het wordt algemeen aanbevolen 2 weken voor chirurgische of anesthetische ingrepen te stoppen met MAO-remmers.
Sufentanil wordt voornamelijk gemetaboliseerd via het humaan cytochroom-P450 3A4-enzym. Echter, er werd geen in-vivoremming door erytromycine (een bekende cytochroom P450 3A4-enzymremmer) waargenomen. Alhoewel klinische gegevens ontbreken, suggereren in-vitrodata dat andere krachtige cytochroom P450 3A4-enzymremmers (bijv. ketoconazol, itraconazol, ritonavir) mogelijk het metabolisme Revislenummer:
Autorisatiedatum:
Pagina:
0002
30/10/2014 10:55:52
2/7
^w
« 2T
Apotheek Haagse Ziekenhuizen
Apotheek Haagse Ziekenhuizen SPC Ropivacaine HCI 2mg/ml Sufentanil (als citraat) 0,5mcg/ml (ZI-16044193) van sufentanil remmen. Dit zou het risico op ademhalingsdepressie kunnen verhogen. Het gelijktijdig gebruik van dergelijke geneesmiddelen vereist dan cok speciale zorg en observatie van de patient; in het bijzonder kan het noodzakelijk zijn om de doses sufentanil te verlagen.
4.6
Gebruik bijzwangerschap en borstvoeding
Ropivacaine
Zwangerschapscategorie; B1 (Australie). Het is niet bekend of ropivacaine overgaat in de moedermelk.
Sufentanil
Sufentanil dient alleen op strikte indicatie tijdens de zwangerschap te worden gebruikt en dan gedurende een zo kort mogelijke periode in de laagst mogelijke effectieve dosering. Bij gebruik vlak voor of tijdens de bevalling of keizersnede kan ademhalingsdepressie bij de foetus of neonaat optreden, met name bij intraveneuze toediening. Bij epidurale toediening tot een totale dosis van 30 pg is geen effect op de moeder of pasgeborene waargenomen. Sufentanil gaat over in de moedermelk.
4.7
Beinvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken
Niet van toepassing.
4.8
Bijwerkingen
Ropivacaine Algemeen
Het
bijwerkingenprofiel
van
Ropivacaine
komt overeen
met
dat
van
andere
langwerkende
lokaleanesthetica van het amidetype.
Bijwerkingen dienen onderscheiden te worden van de fysiologische effecten van een zenuwblokkade zelf, (zoals bijvoorbeeld een bloeddrukdaling en bradycardie tijdens intrathecale anesthesia), of als gevolg van het inbrengen van de naald (bijvoorbeeld spinaal hematoom, postdurale hoofdpijn,meningitis en een epiduraal abces).
Veel van de meest gerapporteerde bijwerkingen, zoals misselijkheid, braken en hypotensie, komen in het algemeen frequent voor tijdens anesthesia en chirurgie; het is onmogelijk om een onderscheid te maken tussen de bijwerkingen als gevolg van de klinische situatie en die als gevolg van het geneesmiddel of blok. Net als bij gebruik van andere lokale anesthetica kan een volledig spinaal blok optreden als ongewild een epidurale toediening intrathecaal wordt gegeven, of als een te grote intrathecale dosis wordt toegediend. Systemische en lokale bijwerkingen van ropivacaine komen meestal voor als gevolg van een excessieve dosering, snelle absorptie, of een ongewilde intravasculaire injectie. Als gevolg van de lage doses die
worden gebruikt voor intrathecale anesthesie worden systemische toxische reacties niet verwacht.
Bij meerdan 10% van de patienten; hypotensie (bij volwassenen), braken (bij kinderen) en misselijkheid. Revisienummer: 0002
Autorisatiedatum: 30/10/2014 10:55:52
Pagina: 3/7
^ V l_l y 2 Y
Apotheek Haagse Ziekenhuizen
Apotheek Haagse Ziekenhuizen SPC Ropivacaine HCI 2mg/ml Sufentanil (als citraat) 0,5mcg/tnl (ZI-16044193) Bij 1-10%: hypotensie (bij kinderen), hypertensie, bradycardie, tachycardia, braken (bij volwassenen), paresthesie, duizeligheid, hocfdpijn, urineretentie, temperatuurstijging, stijfheid en rugpijn. Bij minder dan 1%: syncope, dyspneu, hypothermia, angst, hypo-esthesie en symptomen van toxiciteit van het centraal zenuwstelsel, zoals convulsies, licht gevoel in hat hoofd, paresthesieen rond da mond, doof gevoel in
da
tong, varhoogda
gahoorscharpta, oorsuizan, visusstoornissan, spraakstoornissan,
spiartrakkingan an tremor.
Zaidan hartstilstand (bij apidurala anesthesia of parifara zanuwblokkada), hartritmastoornissan an aliargischa raactias, waarondar anafylactischa raactias, angio-oadaam an urticaria. Bij naonatan zijn grota variatias in ropivacaine plasmaconcantratias waarganoman, mat als mogalijk gavolg aan hogar risico op systamischa toxiciteit, mat name bij apidurala continue infusia. Bovandian is da aliminatia van ropivacaine bij naonatan vartraagd.
Sufentanil
Tijdans apiduraal gabruik kan vroagtijdiga adamhalingsdaprassia ontstaan. Da patient diant daarom goad ta warden gavolgd.
Bij meerdan 10% van de patienten: sufhaid an jauk. Bij 1-10%: missalijkhaid an brakan, hoofdpijn, duizeligheid, koorts, tachycardia, hypotensie, hypertensie, blaakhaid, urinaratantia, urina-incontinantia, huidvarklauring, spiartrakkingan, naonatala tremor an naonatala cyanosa.
Bij minder dan 1%,: slaparighaid, ovargavoalighaidsreactias, apathia, narvositait, ataxia, dystonia, hyparraflaxia, hypartonia, visusstoornissan, hartritmastoornissan, afwijkingan op hat ECG, atriovantriculair block,
bradycardie,
cyanosa,
bronchospasman,
hoastan,
dysfonia,
hik,
hypovantilatia,
adamhalingsstoornissan, aliargischa dermatitis, droga huid, ovarmatig zwatan, huiduitslag (ook bij naonatan), rugpijn, spiarrigiditait, rillingan, hypothermia, varhoogda of varlaagda lichaamstamparatuur, pijn
of raactia op da injactiaplaats, pijn, naonatala dyskinasia, naonatala hypokinasia an naonatala hypotonia. Vardar zijn gamald anafylaxia, convulsies, coma, onwillakauriga spiartrakkingan, parasthasia, carabrala hypoparfusia
(tijdans
adamhalingsdaprassia,
snalla
injactia),
miosa,
apnau,
longoadaam,
hartstilstand,
laryngospasma,
shock, arythaam
adamhalingsstilstand, an
spierspasman.
Hartritmastoornissan, aliargischa dermatitis, spiarrigiditait an pijn op da injactiaplaats zijn allaan gamald na
intravanauza toadianing. Adamhalingsdaprassia traadt op bij intravanauza doses vanaf 8 pg.
Revlsienummer: 0002
Autorisatledatum: 30/10/2014 10:55:52
Paglna: 4/7
^ w |_|.2 T
Apotheek Haagse Ziekenhuizen epp
Apotheek Haagse Ziekenhuizen
Ropivacaine HCI 2mg/ml Sufentanil (als citraat) 0,5mcg/ml (ZI-16044193) 4.9
Overdosering
Ropivacaine:
Symptomen
Ongewilde intravasculaire injecties van Ickale anesthetica kunnen ogenblikkelijk (binnen seconden tot enkele minuten) systemische toxische effecten veroorzaken. In geval van overdosering zullen, afhankelijk van de injectieplaats, de piek-plasmaconcentraties pas 66n tot twee uur na toediening worden bereikt; symptomen van toxiciteit zullen derhalve vertraagd optreden.
Vanwege die lage dosis die bij een intrathecale toediening wordt gegeven is systemische toxiciteit niet te verwachten. Een excessieve dosis toegediend in de subarachnoide ruimte kan leiden tot een spinaal blok. Behandeling
Als verschijnselen van acute toxiciteit optreden dient de toediening van het lokaal anestheticum onmiddellijk te worden gestaakt. Symptomen van het centrale zenuwstelsel (convulsies, depressie van het centrale
zenuwstelsel)
dienen
direct
te
worden
behandelt
met
geschikte
luchtweg-/
ademhalingsondersteuning en het toedienen van anticonvulsieve middelen. In geval van een cardiorespiratoir arrest dient onmiddellijk cardiopulmonale resuscitatie te worden toegepast. Optimale oxygenatie, ventilatie, ondersteuning van de circulatie en behandeling van de acidose zijn van vitaal belang.
In geval van een cardiovasculaire depressie (hypotensie, bradycardie) dient toereikende behandeling met vioeistoffen voor injectie, vasopressoren en of inotrope middelen dient overwogen te worden. In geval van een hartstilstand kan langdurige reanimatie nodig zijn.
Sufentanil:
Dit kan varifiren van hypoventilatie tot apneu. Verder kunnen optreden: hypotensie, bradycardie en spierrigiditeit. Bij hypoventilatie of apneu moetzuurstof worden gegeven en moet beademd worden.
Bij ademhalingsdepressie dient een opiaatantagonist (naloxon) toegediend te worden. Dit sluit het nemen van meer directe tegenmaatregelen niet uit. Rekening dient te worden gehouden met de kortere
werkingsduur van de opiaatantagonist in vergelijking met sufentanil. In dat geval kan naloxon per infuus worden toegediend in een dosering van maximaal 5 mg/uur. Bij spierrigiditeit dient - indien nodig - een spierrelaxans toegediend te worden.
De patient dient nauwkeurig geobserveerd te worden. Lichaamstemperatuur en adequate vioeistofinname moeten worden gehandhaafd. Als hypotensie ernstig is of aanhoudt, moet er
rekening gehouden worden met hypovolemie. In dat geval dient parenteraal vioeistof te worden toegediend.
Revlsienummer: 0002
Autorisatiedatum: 30/10/2014 10:55:52
Pagina: 5/7
A I H Iz Y
Apotheek Haagse Ziekenhuizen ep^
Apotheek Haagse Ziekenhuizen
wr
Ropivacaine HCI 2mg/ml Sufentanil (als citraat) 0,5mcg/ml (ZI-16044193) 5.
Farmacologische eigenschappen
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Ropivacaine is een langwerkend lokaal anestheticum van het amidetype met zowel anesthetische, als analgetische effecten. Bij hoge doses veroorzaakt Ropivacaine anesthesie voor chirurgische ingrepen, terwiji bij lagere doseringen een sensorisch blok ontstaat met een beperkt en niet-progressief motorisch blok.
Lokale anaesthetica verhinderen tijdelijk en reversibel de vorming en overdracht van prikkels langs de perifere zenuwbanen en bij de zenuwuiteinden. Hierdoor wordt plaatseiijke gevoelloosheid bereikt. De gevoelloos gemaakte zenuw kan ver verwijderd zijn van de toedieningsplaats, maar volgt we! de neuro-
anatomie. De tijdelijke remming van het geleidingsproces wordt bewerkstelligd door verlaging van de permeabiliteit voor natriumionen van de zenuwmembraan.
Sufentanil is een synthetisch opioTd met p-agonistische farmacologische effecten. Epiduraal toegediend geeft sufentanil een analgesie die snel intreedt, na 5-10 minuten.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Ropivacaine
De absorptie vanuit de epidurale ruimte is volledig en bifasisch met halfwaardetijden van 14 min en 4 uur. Het wordt gebonden aan Oi-zuur glycoprote'i'ne; de vrije concentratie is 6%. Het verdelingsvolume is ong. 47 I.
Ropivacaine wordt gehydroxyleerd door CYP1A2 tot onder andere de 3-hydroxy- en de 4hydroxymetaboliet. Deze zijn matig tot weinig anesthetisch werkzaam.
Na intraveneuze toediening wordt ong. 85% met de urine uitgescheiden, waarvan ong. 1% in onveranderde vorm. Van de 3-hydroxymetaboliet wordt ong. 37% met de urine uitgescheiden. De terminale eliminatiehalfwaardetijd is 1.8 uur.
Bij neonaten is de systemische blootstelling aan ongebonden ropivacaine en metabolieten hoger en bij kinderen 0-5 maanden iets hoger dan bij oudere kinderen. Daarom is bij kinderen jonger dan 6 maanden de infusiesnelheid bij epidurale toediening gehalveerd.
Sufentanil
Na epidurale toediening worden maximale plasmaconcentraties binnen 10 minuten bereikt. Deze zijn 4-6 maal lager dan na toediening van een gelijke dosis via intraveneuze weg. Na epidurale toediening worden maximale concentraties in het cerebrospinale vocht bereikt na 15 tot 45 min. Het centrale
verdelingsvolume is ongeveer 14 liter en het verdelingsvolume in de steady state is ongeveer 350 liter. De plasma-eiwitbinding bedraagt ongeveer 93%. Sufentanil wordt hoofdzakelijk gemetaboliseerd door CYP3A4 tot norsufentanil en desmethylsufentanil. De plasmaklaring is 917 ml/min. De halfwaardetijd is
aanzienlijk verlengd bij patienten die hartchirurgie ondergaan en bij neonaten, en iets verlengd bij ouderen en bij lever- of nierfunctiestoornis. Na epidurale toediening van 50 pg treedt de werking na 5-10 min in en Revlslenummer: 0002
Autorisatiedatum:
Paglna:
30/10/2014 10:55:52
6/7
A IH1Z^
Apotheek Haagse Ziekenhuizen cpc
Apotheek Haagse Ziekenhuizen
wr w
Ropivacaine HCI 2mg/ml Sufentanil (als citraat) 0,5mcg/ml (ZI-16044193) houdt4-6 uur aan. Gelijktijdige toediening van epinefrine verlengt de analgesieduur. Na epidurale toediening van 0,75 pg/kg lichaamsgewicht bij kinderen treedt de werking in na gemiddeld 3 minuten en houdt gemiddeld 198 minuten aan.
6.
Farmaceutische gegevens
6.1
Lijst van hulpstoffen
Natriumchloride, water voor injectie.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Er mogen geen stoffen worden toegevoegd aan Ropivacaine HCI 2mg/ml
Sufentanil (als citraat)
0,5mcg/ml.
6.3
Houdbaarheid
Ropivacaine HCI 2mg/ml Sufentanil (als citraat) 0,5mcg/ml is 12 maanden houdbaar bij kamertemperatuur(beneden 25 °C).
6.4
Speciale voorzorgen bij opstag
Rechtopstaand, buiten invloed van licht, niet in de koelkast of vriezer bewaren.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Flacon, glas type I met broombutyl stop.
7.
Fabrikant
Apotheek Haagse Ziekenhuizen Escamplaan 900 2547 EX Den Haag
8.
Datum van herziening van de tekst
Januari 2014
Revisienummer;
Autorisatiedatum:
Paglna:
0002
30/10/2014 10:55:52
7/7