MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven
Colofon
Projectnaam: Datum: Status: Kenmerk: Locatie: Contactpersoon: Ondersteunend adviesbureau:
MJA-monitoring Tankopslag en -overslagbedrijven 6 juni 2013 Definitief 1235678/223/LM/NWK/156022 Utrecht Laurent Minère ARCADIS Nederland BV
Inhoud Hoofdstuk 1.
Inleiding .......................................................................... 1
Hoofdstuk 2.
Overzicht ontwikkeling energieverbruik ............................... 1
Hoofdstuk 3.
Verklaring verandering energieverbruik ............................... 2
Hoofdstuk 4.
Spiegeling aan het MJP...................................................... 3
Hoofdstuk 5.
Resultaten per pijler.......................................................... 5
Hoofdstuk 6.
Tabellen .......................................................................... 7
Databaseversie d.d.: 20-04-2013 13:23
Samenvatting Kerngegevens Sectorgegevens Tankopslag en –overslagbedrijven Aantal MJA-deelnemers in 2012 Aantal beschouwde bedrijven voor 2012 in dit rapport Aantal toetreders in 2012 Aantal uittreders in 2012 Werkelijk energieverbruik 2012 (TJ) Effecten van maatregelen Procesefficiencyverbetering Besparing in de keten [TJ] Duurzame energie [TJ]
2012 t.o.v. 2011 0,1% -72,5 0,1
19 19 1 0 2.349 2012 t.o.v. 2005 16,1% 35,3 0,1
Resultaten Energieverbruik De Vereniging van Onafhankelijke Tankopslagbedrijven (VOTOB) had 19 leden in 2012. VOTOB vertegenwoordigt ongeveer 95% van het energieverbruik van alle onafhankelijke tankopslagbedrijven. Het totale werkelijke energieverbruik van VOTOB bedroeg 2.349 TJ in 2012. Dit is ongeveer 0,2% hoger dan in 2011. Er waren in 2012 zowel besparende als ontsparende invloedsfactoren (zoals meer of minder doorzet van gekoelde vloeibare gasproducten, omgevingstemperatuur en renovatiewerkzaamheden) die per saldo een licht ontsparend effect hadden ten opzichte van 2011. Uitvoering van het meerjarenplan van de sector In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2012 tot een jaarlijkse besparing van 296,8 TJ leiden. Na vier jaar bedraagt het jaarlijkse effect van maatregelen 213,1 TJ. De realisatie van de MJP-doelstelling is vrijwel identiek bij procesefficiency (72% PE-realisatie) en bij ketenefficiency (71% KE-realisatie). Energiebesparing in het proces Procesmaatregelen in 2012 hebben een besparing van 2,5 TJ opgeleverd. De belangrijkste nieuwe procesmaatregelen waren Efficiëntere stoomketel, Optimalisatie en automatisering temperatuurregeling en Optimalisatie en onderhoud tracing. De besparingen door procesmaatregelen waren in 2012 minder dan in voorgaande jaren, vooral als gevolg van de uitstel van geplande maatregelen bij een groot bedrijf waar de productieactiviteiten gedurende enkele maanden zijn stilgelegd. Energiebesparing in de keten Ketenmaatregelen hebben in 2012 een totale besparing van 35,3 TJ opgeleverd. De belangrijkste ketenmaatregel is Opvang en energetische benutting van vrijkomende VOS-dampen. De besparingen door ketenmaatregelen zijn in 2012 sterk teruggelopen ten opzichte van 2011, na het gedwongen stopzetten van een groot samenwerkingsproject (levering van koelwater ten behoeve van conditionering gasopslag) als gevolg van het faillissement van het partnerbedrijf. I
Inzet duurzame energie Duurzame energie wordt in de sector marginaal toegepast (0,1 TJ in 2012). Het gaat om zonnepanelen bij het kantoorgedeelte van een tankopslagbedrijf, waarvan de capaciteit in 2012 is uitgebreid.
Vooruitblik Algemene ontwikkelingen Er blijft een wereldwijde vraag naar efficiënte, veilige en duurzame opslagdiensten. Door de onbalans tussen productie en (industriële) consumptie zijn extra verplaatsing van energie, chemicaliën en plantaardige oliën nodig. Ook de verwachte groei van het wereldwijde energieverbruik zorgt voor een toename in opslagcapaciteit. De groei van de tankopslagsector richt zich met name buiten Europa als gevolg van de relatief zwakkere Europese economie. In Nederland is de vraag naar opslag van ruwe olie en gasolie lager. Duurzaamheid, waaronder energiebesparing, en veiligheid zijn de belangrijkste thema’s voor VOTOB. VOTOB heeft samen met een aantal branches1 die te maken hebben met het ‘Besluit risico’s zware ongevallen’ (BRZO) in september 2011 middels het actieplan Veiligheid Voorop een eerste stap gezet om veiligheidsbeleid meer proactief in te vullen. In het actieplan Veiligheid Voorop heeft VOTOB zich gecommitteerd om jaarlijks verslag uit te brengen aan de betrokken departementen en de Tweede Kamer over de verbeteringen op veiligheidsgebied. In 2012 heeft VOTOB als nadere invulling van Veiligheid Voorop het VOTOB Veiligheidsplan geïnitieerd. Dit plan geeft inzicht in het veiligheidsniveau van de tankopslagbedrijven en ondersteunt bedrijven bij het opstellen van verbeterplannen. Op basis van deze verbeterplannen maakt VOTOB een branchebreed actieprogramma en zal VOTOB communiceren over de geaggregeerde resultaten van de leden. Er is in de sector een voortdurend spanningsveld tussen duurzaamheid, energie, milieu en veiligheid. Dat vraagt om een prioriteitstelling, afstemming en samenwerking. Samenwerking onderling, met de overheid, andere sectoren en kennisinstellingen. Middels deze samenwerking wil de sector succesvol zijn en blijven op het gebied van duurzaamheid en veiligheid. Convenantactiviteiten De sector zette het vorige jaar sterk in op maatregelen rondom stoom en heet water en zal dit continueren. Samen met Agentschap NL wil de sector de huidige en mogelijke projecten omtrent ombouw stoom – warm water inventariseren. Daarnaast wil de sector graag participeren in de gedragspilot van Agentschap NL waarbij op directieniveau van de MJA-partners duidelijk wordt gemaakt wat het MJA tot op heden heeft opgeleverd en nog op kan leveren.
1.
Verbond van Handelaren in Chemische producten (VHCP), Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) en Vereniging van Onafhankelijke Tankopslagbedrijven (VOTOB).
II
Hoofdstuk 1. Inleiding Dit rapport bevat de resultaten van de Vereniging van Onafhankelijke Tankopslagbedrijven (VOTOB) in het kader van het MJA3-convenant. De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van: • • • •
de de de de
ontwikkeling van het energieverbruik van VOTOB vanaf 2005; verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar; spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2009-2012 van VOTOB; ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2006.
Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen. Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de methodiek zijn in de Handreiking Monitoring op de website van Agentschap NL beschikbaar.
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van VOTOB vanaf 2005 zien. Het energieverbruik is in 2012 met 0,2% gestegen ten opzichte van vorig jaar.
Jaarlijks primaire-energieverbruik Elektriciteitsverbruik
Aardgasverbruik
Verbruik overige brandstoffen
Warmteverbruik
Energieverbruik [TJ primair]
3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
-500
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven |
Pagina 1 van 8
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren.
Onverklaard (besparend) 158
Energieverbruik verslagjaar 2.349
1.900
Volume-effect (verhogend) 154
2.100
PE-maatregelen (besparend) 3
2.300
Energieverbruik vorig jaar 2.344
Energie [TJ primair]
2.500
Overige invloedsfactoren (ontsparend) 10
2.700
1.700 1.500
Nieuwe maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben dit jaar een beperkt besparend effect gehad (3 TJ). Het Volume-effect (154 TJ) is verhogend, als gevolg van de grotere productievolumes die bedrijven in 2012 hebben gerapporteerd. Deze toename is echter niet terug te zien in een hoger energieverbruik in 2012. Er waren zowel besparende als ontsparende invloedsfactoren in 2012 (zoals gekoelde doorzet, omgevingstemperatuur en renovatiewerkzaamheden). Deze Overige invloedsfactoren hadden per saldo een ontsparend effect van 10 TJ ten opzichte van 2011. Ook dit jaar bleek het lastig te zijn om de productie-activiteiten in de sector (verpompingen en tankverwarming) in termen van energieverbruik per eenheid product te kwantificeren. Dit is naar verwachting een belangrijke oorzaak voor de relatief hoge restpost Onverklaard (158 TJ besparend, ongeveer 6,7% van het energieverbruik in 2012). In totaal is 93,3% van het energieverbruik in 2012 verklaard.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven |
Pagina 2 van 8
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEPmaatregelen binnen VOTOB ten opzichte van het EEP-basisjaar (meestal 2008). De horizontale lijn is de MJP-doelstelling voor 2012 op basis van zekere en voorwaardelijke maatregelen.
Voortschrijdend resultaat versus MJP-doelstelling Doelstelling
Resultaat
Aandeel van energieverbruik
14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2009
2010
2011
2012
De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Ketenefficiency kan nog worden onderverdeeld in twee categorieën: deelketen productie en deelketen product. Voor duurzame energie is eveneens een splitsing mogelijk: inkoop en (eigen) opwekking. Uitsplitsing van de resultaten naar de verschillende pijlers levert onderstaande grafiek op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van de situatie in het EEPbasisjaar.
Voortschrijdend resultaat per pijler PE
KE-productie
KE-product
DE-inkoop
DE-opw ekking
Aandeel van energieverbruik
8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% 2009
2010
2011
2012
De uitsplitsing per pijler laat duidelijk zien dat PE-besparingen de grootste bijdrage leveren in de MJP-resultaten. Het PE-resultaat was in de eerste 3 jaar bijzonder hoog (7,0% in 3 jaar) maar is in 2012 zeer beperkt geweest (groei van 0,1%). Dit is vooral het gevolg van de uitstel | Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven |
Pagina 3 van 8
van geplande maatregelen bij een groot bedrijf waar de productieactiviteiten gedurende enkele maanden zijn stilgelegd. De algehele teruggang van de MJP-realisatie in 2012 is voor een belangrijk deel veroorzaakt door de veel lagere realisatie in de categorie KE-productie. Dit komt door het beëindigen van een project waarbij koelwater van een nabijgelegen bedrijf werd gebruikt voor de koeling van gasopslag. Dit project had een groot effect in 2011 (69 TJ) maar is in 2012 weggevallen als gevolg van het faillissement van de leverancier van het koelwater. De realisatie over de periode 2009-2012 bedraagt 72% van de effecten die in het MJP waren verwacht (213,1 TJ gerealiseerd ten opzichte van 296,8 TJ gepland). Na correctie voor de productievariaties over de MJP-periode komt deze realisatie lager uit op 66% (8,5% besparing gerealiseerd ten opzichte van 12,9% gepland).
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven |
Pagina 4 van 8
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler in de periode 2006-2012 weer, en een projectie op basis van 14 energie-efficiency plannen 2013-2016 (EEP’s) van deelnemende tankopslag- en-overslagbedrijven. De gerealiseerde en verwachte resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van VOTOB. De lijn in de grafieken geeft de trend voor de werkelijke en verwachte effecten van maatregelen over de periode 2006-2016. Procesefficiency
PE-maatregelen (gerealiseerd t/m 2012 - gepland vanaf 2013) 30%
PE-besparing
25% 20% 15% 10% 5% 0% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
De realisatie van PE-besparingen is in de periode 2006-2012 met gemiddeld 2,68% per jaar toegenomen ten opzichte van MJA3-referentiejaar 2005. De werkelijke realisatie was in 2011 en 2012 lager dan de trend. De verwachting voor de komende jaren, op basis van de nieuwe EEP’s, is dat de PE-besparingen met 2,87% per jaar verder zullen toenemen. De bedrijven richten zich in de komende vier jaar in hoofdzaak op de ombouw van stoom- naar heetwaterverwarming, en op de toepasing van energiebesparende verlichting en efficiëntere aandrijving van pompen. Ketenefficiency
KE-maatregelen (gerealiseerd t/m 2012 - gepland vanaf 2013) KE-productieketen Lineair (KE-productieketen )
7%
Vervallen samenw erkingsproject 2011
KE-besparing
6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven |
2013
2014
2015
2016
Pagina 5 van 8
Na correctie voor de tijdelijke piek in 2011 (als gevolg van het stopzetten van het koelwateruitwisselingsproject) bedraagt de realisatie van KE-besparingen in de periode 2006-2012 gemiddeld 0,25% per jaar. De verwachte KE-besparing voor de periode 2013-2016 bedraagt gemiddeld 1,97% per jaar. Het gaat hierbij vooral om het gebruik van restwarmte en een betere benutting van VOS-dampen. De gemiddelde trend over de hele periode 2006-2016 bedraagt 0,48% per jaar. Duurzame energie
DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) DE-inkoop
DE-opw ekking
0,006% 0,005%
Aandeel DE
0,004% 0,003% 0,002% 0,001% 0,000% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Duurzame energie is tot nu toe slechts marginaal toegepast. Het gaat om zonnepanelen bij het kantoorgedeelte van een tankopslagbedrijf, waarvan de capaciteit in 2012 is uitgebreid. Maatregelen op het gebied van (duurzame) omgevingswarmte en energie-opwekking uit biomassa zijn vanaf 2013 gepland. Hiermee zou de DE-dekkingsgraad van het energieverbruik van de tankopslagsector naar ongeveer 0,6% in de periode 2013-2016 kunnen stijgen, zoals is aangegeven in de volgende grafiek.
DE-maatregelen (gerealiseerd t/m 2012 - gepland vanaf 2013) DE-opw ekking
DE-inkoop
0,7% 0,6% Aandeel DE
0,5% 0,4% 0,3% 0,2% 0,1% 0,0% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven |
2012
2013
2014
2015
2016
Pagina 6 van 8
Hoofdstuk 6. Tabellen De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2005. De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen op jaarbasis ten opzichte van het MJP-basisjaar 2008. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 (ooit) hebben gerapporteerd. Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2012 in het sectorrapport meegenomen. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2012 in dit rapport zijn verwerkt. Alle waarden zijn in TJ primair per jaar. Tabel 1 Energie- en besparingscijfers Resultaten per jaar [TJ] 2005 Werkelijk energieverbruik 2.481 Besparing door PE-maatregelen KE-besparing in de productieketen 0 KE-besparing in de productketen 0 Inkoop van duurzame energie 0 Opwekking van duurzame energie 0
2006 2.382 78 0 0 0 0
2007 2.206 80 1 0 0 0
2008 2.306 79 3 0 0 0
2009 2.309 62 32 0 0 0
2010 2.539 72 49 0 0 0
2011 2.344 44 108 0 0 0
2012 2.349 3 35 0 0 0
Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2012 Effect [TJ] ten opzichte van basisjaar 2008 Categorie
Subcategorie
Procesefficiency
Ketenefficiency
Duurzame energie
Verwacht eindresultaat in 2012 (MJP)
Gerealiseerd jaarlijks effect t/m verslagjaar
Procesmaatregelen Installaties en gebouwen Energiezorg en gedragsmaatregelen Strategische projecten Subtotaal procesefficiency
121,6 49,5 79,5 0,0 250,5
127,7 17,6 34,9 0,0 180,2
Maatregelen in de productieketen Maatregelen in de productketen Subtotaal ketenefficiency Inkoop van duurzame energie
46,3 0,0 46,3 0,0
32,7 0,0 32,7 0,0
Opwekking van duurzame energie
0,0
0,1
Subtotaal duurzame energie
0,0
0,1
296,8
213,1
Totaal
Tabel 2 laat verschuivingen zien tussen planning en realisatie per subcategorie. De realisatie is uiteindelijk zowel bij PE als bij KE achtergebleven, na de terugval van KE in 2012.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven |
Pagina 7 van 8
Tabel 3 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders Status in Meegenomen Bedrijfsnaam 2012 in 2012? Botlek Tank Terminal BV Deelnemer Ja Eurotank Amsterdam BV Deelnemer Ja Haan Oil Storage BV Deelnemer Ja LBC Rotterdam BV Deelnemer Ja Mercuria Terminals Flushing BV (Europaweg) Deelnemer Ja Odfjell Terminals (Rotterdam) BV Deelnemer Ja Oiltanking Amsterdam BV (Westpoort 7451) Deelnemer Ja Standic BV Deelnemer Ja Vesta Terminals Flushing BV (Buitenhaven Oost/West) Deelnemer Ja Vopak Terminal Amsterdam Petroleumhaven BV Deelnemer Ja Vopak Terminal Botlek BV (Zuid/Noord) Deelnemer Ja Vopak Terminal Chemiehaven BV Deelnemer Ja Vopak Terminal Europoort BV/Laurenshaven BV Deelnemer Ja Vopak Terminal TTR BV Deelnemer Ja Vopak Terminal Vlaardingen BV Deelnemer Ja Vopak Terminal Vlissingen BV Deelnemer Ja
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven |
Toelichting Toetreder in 2012 Toetreder in 2011
2 inrichtingen in 1 rapport 2 inrichtingen in 1 rapport 2 inrichtingen in 1 rapport
Pagina 8 van 8