MJA-Sectorrapport 2012 Rubber- en kunststofindustrie
Colofon
Projectnaam: Datum: Status: Kenmerk: Locatie: Contactpersoon: Ondersteunend adviesbureau:
MJA-monitoring Rubber- en kunststofindustrie 01-07-2013 Definitief 1235678/223/CAB/NWK/156018 Utrecht Christiaan Abeelen Energy Experts International
Inhoud Hoofdstuk 1.
Inleiding .......................................................................... 1
Hoofdstuk 2.
Overzicht ontwikkeling energieverbruik ............................... 1
Hoofdstuk 3.
Verklaring verandering energieverbruik ............................... 2
Hoofdstuk 4.
Spiegeling aan het MJP...................................................... 3
Hoofdstuk 5.
Resultaten per pijler.......................................................... 4
Hoofdstuk 6.
Tabellen .......................................................................... 6
Samenvatting Kerngegevens Sectorgegevens Rubber- en kunststofindustrie Aantal MJA-deelnemers in 2012 Aantal beschouwde bedrijven voor 2012 in dit rapport Aantal toetreders in 2012 Aantal uittreders in 2012 Werkelijk energieverbruik 2012 (TJ) Effecten van maatregelen Procesefficiencyverbetering Besparing in de keten [TJ] Duurzame energie [TJ]
2012 t.o.v. 2011 0,7% -150 -13
98 98 5 1 9413 2012 t.o.v. 2005 11,8% 1237 -323
Resultaten Energieverbruik Het totale werkelijke energieverbruik van de sector bedroeg 9413 TJ in 2012. Dit is ongeveer 0,8% hoger dan in 2011. De stijging van het energiegebruik wordt voornamelijk veroorzaakt door het toetreden van een aantal nieuwe bedrijven. Uitvoering van het meerjarenplan van de sector In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2012 tot een jaarlijkse besparing van 1.535 TJ leiden. De mate van realisatie van het MJP geeft een gemêleerd beeld. Er zijn meer procesmaatregelen uitgevoerd dan gepland. Daarentegen is de besparing door maatregelen in de categorieën ketenefficiency en duurzame energie gedaald. De totale doelstelling is daardoor niet gehaald. Energiebesparing in het proces Procesmaatregelen in 2012 hebben een besparing van 71 TJ opgeleverd. Er zijn in 2012 geen bijzonder grote projecten uitgevoerd; de besparing wordt gerealiseerd door een groot aantal kleinere projecten. Opvallend is een groot aantal maatregelen op het gebied van verlichting. Energiebesparing in de keten Ketenmaatregelen hebben in 2012 een totale besparing van 3235 TJ opgeleverd. Dit is iets lager dan het niveau in 2011. De belangrijkste ketenmaatregelen zijn: • Verlenging levensduur van producten • Diktereductie • Inzet van intern recyclaat Inzet duurzame energie De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 93 TJ in 2012, vrijwel volledig gerealiseerd door inkoop van duurzame elektriciteit.
I
Vooruitblik Algemene ontwikkelingen De rubber- en kunststofindustrie voelde in 2012 het voorzichtige herstel van de economie. De totale omzet kwam met 7,6 miljard euro voor het eerst weer op het niveau van 2008. Binnen de rubber- en kunststofindustrie zijn wel grote verschuivingen in de gerealiseerde omzetten. Met name in de bouwtoelevering en industriële verpakkingen is de omzet (fors) gedaald. Gelukkig is die daling gecompenseerd door andere sectoren, met name de verpakkingen voor voeding en huishoudelijke producten en de technische producten. Deze laatste groeit met name door de stijgende export als gevolg van de groeiende wereldhandel. De grondstofprijzen kenden minder dan in eerdere jaren grote mutaties; de prijzen lagen op een acceptabel, maar relatief hoog niveau. De structuur van de markten wijzigt ingrijpend. Ketens worden steeds verder gerationaliseerd en ook steeds korter. Gelijktijdig gaan de kwaliteitseisen omhoog en is de prijsdruk onverminderd groot. Belangrijk is ook dat de vraag naar duurzame producten en productiewijzen blijft toenemen. Helaas gaat dit niet hand in hand met margeverbetering. Omdat klanten door de economische onzekerheid de opdrachten in kleinere series afgeven, neemt de efficiency in de productie af. Het dwingt bedrijven wendbaar en flexibel te blijven.
Convenantactiviteiten De NRK Kansenkaart 2012-2030 voor de bedrijven in de Rubber- en Kunststofindustrie is op 19 januari 2012 officieel gepresenteerd. Dit openbare rapport (zie www.nrk.nl/ledendeel) geeft richting aan de ontwikkeling van de industrie als geheel en vele aanknopingspunten en acties voor de bedrijven. De Rubber- en Kunststofindustrie denkt in 2030 twee keer het eigen energieverbruik te kunnen besparen! Het rapport is sinds de publicatie zowel op papier als elektronisch breed verspreid naar leden en stakeholders in de rubber- en kunststofindustrie. Het event Partners in Kunststof & Rubber op 19 april ging in op de resultaten van het rapport met het thema “De kracht van de keten. Waar staat uw bedrijf morgen” en een presentatie van Berenschot over de Kansenkaart. Het in 2010 opgerichte Innovatienetwerk RKI groet gestaag en bestaat nu uit Syntens, AgentschapNL, DPI Value Centre, hogescholen Windesheim en Stenden PRE, Polymer Science Park met de NRK en branches. Het helpt de bedrijven aan antwoorden op vragen, en biedt de bedrijven een gezamenlijke innovatiekalender met alle workshops en bijeenkomsten op het gebied van energie, strategie, innovatie en MVO. Het Innovatienetwerk ontwikkelt zich ook in de richting van de topsector chemie en toepassers. In de toekomst (2030) zal een groot deel (25%) van de kunststoffen van hernieuwbaar restmateriaal worden gemaakt. De NRK spreekt zich al langere tijd uit voor deze biobased materialen. In januari 2012 is de NRK-vereniging Biobased polymeren opgericht. Dat sluit ook aan bij de Topsector Biobased Economy. NRK BioBased richt zich op directe markttoepassingen; de NRK focust op de beleidsontwikkeling. Sinds 2012 werkt de NRK aan twee Green Deals: één gericht op de substitutie van gevaarlijke stoffen en één om een groen/duurzaamheid certificaat voor polymeren te ontwikkelen. Beide Green Deals wil de NRK eind 2013 of begin 2014 afronden. Op basis van nieuwe afspraken met EZ en AgentschapNL is een ambitieuze projectenagenda ontwikkeld die in 2013 ca. 10 aparte projecten omvat. Uiteraard staat bij alle projecten de deelname van bedrijven centraal. In 2013 wordt voor de MJA-bedrijven ook de export van hun Energie-efficiencyplan (EEP) naar het Ondernemingsdossier gerealiseerd.
II
Hierdoor kunnen bedrijven hun acties uit hun EEP op eenvoudige wijze plannen en op de realisatie toezien. Dit helpt hen vervolgens weer bij eenvoudig rapporteren in het kader van de monitoring MJA.
III
Hoofdstuk 1. Inleiding Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MJA3-convenant. De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van: • • • •
de de de de
ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2005; verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar; spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2009-2012 van uw sector; ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2006.
Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen. Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van Agentschap NL.
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van uw sector vanaf 2005 zien.
Jaarlijks primaire-energieverbruik Elektriciteitsverbruik
Aardgasverbruik
Verbruik overige brandstoffen
Warmteverbruik
Energieverbruik [TJ primair]
12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
-2.000
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 1 van 8
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren. 9.600
Energiegebruik 2012: 9413 TJ
Toe- en uittreders: 240 TJ
Overige invloeden: 32 TJ
9.100
Volume effect: 16 TJ
9.200
PEprojecten: 71 TJ
9.300
Onverklaard: 108 TJ
9.400
Energiegebruik 2011: 9334 TJ
Energiegebruik (TJ)
9.500
9.000
Het energiegebruik is in 2012 met 0,8% licht gestegen ten opzichte van 2011. Verschillende factoren dragen bij aan dit verschil. Maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben een besparend effect van 71 TJ (het relatieve energieverbruik wordt minder). Het Volume-effect (effect door verschil in productiehoeveelheid) is verhogend (meer energieverbruik) bij hogere productie of verlagend bij lagere productie. In 2012 is het volume-effect heel licht besparend door een iets lagere productie, maar het effect is zeer gering. Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren die de sector heeft gerapporteerd, zoals hogere/lagere capaciteitsbezetting of gunstige/ongunstige weersomstandigheden ten opzichte van vorig jaar. Deze post is in 2012 ontsparend. Het grootste effect in 2012 is het effect van toeen uittredende inrichtingen. Dit effect is in 2012 netto 240 TJ ontsparend. De post Onverklaard is de restpost. Er blijft een restpost van 108 TJ besparend over. Dat betekent dat ca. 1% van het energiegebruik 2012 niet verklaard is.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 2 van 8
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEPmaatregelen binnen de sector ten opzichte van het EEP-basisjaar (meestal 2008). De horizontale lijn is de MJP-doelstelling voor 2012 op basis van zekere en voorwaardelijke maatregelen.
Voortschrijdend resultaat versus MJP-doelstelling Doelstelling
Resultaat
Aandeel van energieverbruik
40% 30% 20% 10% 0% 2009
2010
2011
2012
-10% -20% -30%
De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Ketenefficiency kan nog worden onderverdeeld in twee categorieën: deelketen productie en deelketen product. Voor duurzame energie is eveneens een splitsing mogelijk: inkoop en (eigen) opwekking. Uitsplitsing van de resultaten naar de verschillende pijlers levert onderstaande grafiek op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van de situatie in het EEPbasisjaar. Duidelijk is het grote verschil in realisatie tussen de drie pijlers. Terwijl procesmaatregelen zorgen voor een extra besparing van 6% is de besparing door ketenefficiency en duurzame energie afgenomen. Dit komt vooral omdat er tot en met 2009 enkele zeer grote ketenmaatregelen werden opgevoerd, die daarna gestopt zijn of een lagere besparing opleveren.
Voortschrijdend resultaat per pijler PE
KE-productie
KE-product
DE-inkoop
DE-opw ekking
Aandeel van energieverbruik
10%
5%
0% 2009
2010
2011
2012
-5%
-10%
-15%
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 3 van 8
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler Het MJA3-convenant kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2006 weer. Deze resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector.
PE-maatregelen (cumulatief vanaf 2006) 14%
PE-besparing
12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005*) KE-productieketen
KE-productketen
30% 25%
KE-besparing
20% 15% 10% 5% 0% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
-5% *In deze grafiek wordt de extra besparing t.o.v. 2005 getoond. In dat jaar was de besparing in de productieketen 1616 TJ en voor de productketen 382 TJ (zie tabel 1 in de bijlage)
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 4 van 8
DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) DE-inkoop
DE-opw ekking
2% 1%
Aandeel DE
0% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
-1% -2% -3% -4% -5%
De besparing door maatregelen in de categorie procesefficiency is in 2012 een stuk lager dan in eerdere jaren. Hiervoor zijn twee mogelijke oorzaken. De belangrijkste oorzaak is de onzekere verwachting over toekomstige economische ontwikkeling, die een rem zet op investeringen, waardoor wellicht ook minder investeringen in energiebesparende technieken. Ook speelt hier mogelijk een rol dat 2012 het laatste jaar is van de EEP-periode 2009-2012. Omdat de meeste maatregelen doorgaans gepland worden in het begin van de zichtperiode, zijn er in het laatste jaar vaak minder geplande projecten ‘over’. Over de hele periode 2006-2012 is er door procesmaatregelen een besparing van bijna 12% gerealiseerd, wat overeenkomt met een gemiddelde jaarlijkse besparing van 1,8%. De besparing door ketenprojecten ligt in 2012 ongeveer 1% lager dan het niveau in 2011. Vrijwel alle bedrijven die in 2011 ketenprojecten opvoerden doen dat in 2012 ook, maar veel projecten besparen iets meer of minder dan in 2011. De lichte daling in 2012 is vooral het gevolg van lagere productievolumes. Over de periode 2008-2012 heeft er een grotere daling van de ketenbesparing plaatsgevonden, met name in 2009. Het grootste deel van die daling is het gevolg van een lagere inzet van recyclaat, deels door lagere productievolumes, maar ook vanwege hogere klanteisen, waardoor minder recyclaat ingezet kon worden. Voor een (kleiner) deel is de daling ook het gevolg van het op een andere wijze toepassen van de toerekeningsfactor, waardoor t/m 2008 de volledige ketenbesparing aan NRK-bedrijven toegerekend werd, daarna nog maar een deel. Ten opzichte van 2005, het referentiejaar voor MJA3, is er nog wel sprake van een extra besparing van 11%. De besparing door duurzame energie ligt nagenoeg op hetzelfde niveau als in 2011. In totaal is 1% van het energiegebruik duurzaam te noemen. Vrijwel alle duurzame energie in deze sector wordt gerealiseerd door inkoop van duurzame elektriciteit.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 5 van 8
Hoofdstuk 6. Tabellen De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2005. De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen op jaarbasis ten opzichte van het MJP-basisjaar 2008. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd. Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2012 in het sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2012 in dit rapport zijn meegenomen. Alle waarden zijn in TJ primair per jaar. Tabel 1 Energie- en besparingscijfers Resultaten per jaar [TJ] 2005 Werkelijk energieverbruik 8.787 Besparing door PE-maatregelen KE-besparing in de productieketen 1.616 KE-besparing in de productketen 382 Inkoop van duurzame energie 175 Opwekking van duurzame energie 241
2006 8.695 207 2.126 277 259 224
2007 9.976 205 2.920 463 73 277
2008 9.755 132 3.216 1.471 257 245
2009 8.389 189 4.088 889 98 144
2010 9.119 195 2.648 87 3 5
2011 9.334 167 1.834 1.551 101 5
2012 9.413 71 1.776 1.459 88 5
Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2012 Effect [TJ] ten opzichte van basisjaar 2008 Categorie
Subcategorie
Procesefficiency
Procesmaatregelen Installaties en gebouwen Energiezorg en gedragsmaatregelen Strategische projecten Subtotaal procesefficiency
Ketenefficiency
Duurzame energie
Verwacht eindresultaat in 2012 (MJP)
Gerealiseerd jaarlijks effect t/m verslagjaar
248 138 86 0 472
344 162 112 1 619
1.053 0 1.053 10
-1.439 -12 -1.451 -169
Opwekking van duurzame energie
1
-240
Subtotaal duurzame energie
10
-409
1.535
-1.242
Maatregelen in de productieketen Maatregelen in de productketen Subtotaal ketenefficiency Inkoop van duurzame energie
Totaal
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 6 van 8
Tabel 3 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief uittreders Bedrijven gemarkeerd met een * hebben in 2012 voor het eerst monitorgegevens aangeleverd. Bedrijfsnaam 4 PET Recycling BV Acodeq Kunststoffen Industrie BV Advanced Medical Solutions BV AFP Holland BV AKG Polymer Alkor Draka BV Apollo Vredestein BV Basf Polyurethanes Benelux B.V. Bema Kunststoffen BV Berdal Rubber & Plastics Twentse rubber & plastics BN International BV BPI Indupac BV Caligen Europe BV Cedo Recycling CurTec Nederland bv Depron BV Draka Interfoam DS Plastics BV Dunlop Conveyor Belting Dyka Enitor BV Ertecee BV Euro Mouldings BV Fardem Packaging bv Flestic BV Flevo Rubber Compounding Flevo Rubber Extrusion B.V. Folietechniek International BV Forbo-Novilon BV Future Pipe Industries BV Haval Disposables BV Helvoet Rubber & Plastic Technologies BV Hertalan Rubber Products BV HK Plastics BV Holonite BV (Tholen) * Hordijk Spuitgiet Verpakkingen Hordijk Verpakkingsindustrie BV Hordijk Verpakkingsindustrie BV Verpakkingen en Isolatieprodukten Howden Netherlands BV Industrie & Handelmij. Rivièra BV Kivo Plastic Verpakkingen Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher BV ( folie ) Krehalon Industrie B.V. Kunststoffen Industrie Waalwijk BV Mauser Benelux BV Moens Mouldings Oerlemans Plastics BV (Giessen) Oerlemans Plastics BV / Oerlemans Packaging BV
Status in 2012 Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer
Meegenomen in 2012? Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Deelnemer
Ja
Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 7 van 8
Omefa * Parker Hannifin Manufacturing Netherlands (Hose) BV Parker Hannifin Manufacturing Netherlands (Polyflex) B.V. Pekago Kunststoffen BV Perfon BV / Oerlemans Packaging BV Phillips Medisize Netherlands B.V. Pipelife Nederland BV Plasthill BV Plastic Herverwerking Brabant BV Plastic Industrie Twente BV Plasticon The Netherlands BV Plastisol BV Poly Products BV Polycomp BV Profextru BV * Promens Zevenaar b.v. Quadrant EPP Nederland BV Recticel BV (Kesteren) Renolit Nederland BV Reobijn BV RPC Packaging Kerkrade BV RPC Tedeco-Gizeh BV Rubber Resources BV Ruma Holding BV Schoeller Arca Systems BV Sekisui Alveo BV Sekisui Jushi Strapping BV Simrax BV Snelcore BV Sonoco Crelin BV SPHERE Nederland BV Stramit BV Sylvaphane Plastics BV Synbra Technology BV Synprodo Produktie BV Timmerije BV TN Plastics BV * Trelleborg BV Trelleborg Ede BV Trelleborg Ridderkerk BV Trespa International BV TPP Technische Profielen Produktie BV Vernay Europa BV Verpakkingsindustrie Velsen BV Voestalpine Polynorm NV Voestalpine Polynorm Plastics BV * Wavin Diensten BV Wavin Nederland BV Wisa BV Witcom Engineering Plastics BV Wittenburg BV Thermoplastische afdeling
Deelnemer Deelnemer
Ja Ja
Deelnemer
Ja
Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer Uittreder Deelnemer Deelnemer Deelnemer Deelnemer
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja
*** | Definitief | MJA-Sectorrapport 2012 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 8 van 8