MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie
Colofon
Projectnaam: Sector: Datum: Status: Kenmerk: Locatie: Contactpersoon: Ondersteunend adviesbureau:
MJA-monitoring 2014 Rubber- en kunststofindustrie 19 juni 2015 Definitief 1235678/CAB/156018 Utrecht Christiaan Abeelen EEI
Inhoud Hoofdstuk 1.
Inleiding .......................................................................... 1
Hoofdstuk 2.
Overzicht ontwikkeling energieverbruik ............................... 1
Hoofdstuk 3.
Verklaring verandering energieverbruik ............................... 2
Hoofdstuk 4.
Spiegeling aan het MJP ...................................................... 3
Hoofdstuk 5.
Resultaten per pijler.......................................................... 5
Hoofdstuk 6.
Tabellen .......................................................................... 7
Samenvatting Kerngegevens Sectorgegevens Rubber- en kunststofindustrie Aantal MJA-deelnemers in 2014 Aantal beschouwde bedrijven voor 2014 in dit rapport Aantal toetreders in 2014 Aantal uittreders in 2014 Werkelijk energieverbruik 2014 (TJ) Effecten van maatregelen Procesefficiencyverbetering Besparing in de keten [TJ] Duurzame energie [TJ]
2014 t.o.v. 2013 1,9% -810 -17
98 96 2 3 10.007 2014 t.o.v. 2005 15,4% 3.209 -224
Resultaten Energieverbruik Het totale werkelijke energieverbruik van de sector bedroeg 10.007 TJ in 2014. Dit is ongeveer 6% hoger dan in 2013. De toename is vooral het gevolg van toe- en uittreden van bedrijven, maar ook door een productiestijging bij de overige bedrijven. Sinds 2005 is het energieverbruik met 13% toegenomen, voornamelijk door nieuwe toetreders in de sector. Uitvoering van het meerjarenplan van de sector In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2016 tot een jaarlijkse besparing van 3.362 TJ leiden. Na twee jaar bedraagt het jaarlijkse effect van maatregelen 2.460 TJ. Hiermee is 73% van de MJP-doelstelling gerealiseerd.
Energiebesparing in het proces Procesmaatregelen in 2014 hebben een besparing van 189 TJ opgeleverd. De belangrijkste procesmaatregelen zijn:
Uitschakelen lucht units tijdens de wintermaanden Uitschakelen Grinder indien niet in gebruik Extra vulling styreen/verlaging water in reactoren
Energiebesparing in de keten Ketenmaatregelen hebben in 2014 een totale besparing van 5.207 TJ opgeleverd. Dat is 3209 TJ hoger dan de besparing in 2005, maar 810 TJ lager dan in 2013, omdat verschillende ketenprojecten in 2014 een lagere besparing realiseerden. De belangrijkste ketenmaatregelen zijn: Verlenging levensduur staalkabels door toepassen kunststof katrollen waardoor bespaard wordt op productie van staal Verbetering isolatiewaarde van EPS platen Dematerialisatie door terugbrengen dikte folie | Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
Inzet duurzame energie De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 192 TJ in 2014, ongeveer net zoveel als vorig jaar. Dit bestaat vrijwel volledig uit de inkoop van groene stroom. Opgemerkt moet worden dat maar een klein deel (14) van de bedrijven duurzame energie opwekken of inkopen.
Vooruitblik Algemene ontwikkelingen De rubber- en kunststofindustrie heeft zich in 2014 positief ontwikkeld en de ondernemers zijn positief gestemd over de ontwikkelingen in de komende jaren. Dit komt tot uiting in de NRK Trend Index die voor het eerst sinds 2008 een positieve waarde vertoont. Dit geldt voor alle deelmarkten, maar de bouw- en inframarkt loopt hierbij achter. De totale omzet groeide tot 8 miljard euro mede door de sterke groei van de export en het aantrekken van de Nederlandse consumptie. De verwachting is dat het herstel zich ook zal uiten in meer banen. De eerste maanden van 2015 zien we een duidelijk herstel en de bedrijven verwachten een stijging van zowel het aantal vaste- als flexibele werknemers. Daarnaast is er een grote scholingsbehoefte bij het huidige personeel. De sector maakt zich wel zorgen over de kunststofprijzen en over de beschikbaarheid van grondstoffen. In voorjaar 2015 zijn de prijzen van grondstoffen hard gestegen en zijn er problemen met de verkrijgbaarheid van grondstoffen, waarbij de producenten zich beroepen op force majeure. Daarnaast speelt de lage koers van de euro een rol waardoor ook de export van grondstoffen aantrekkelijker wordt. Ketensamenwerking gericht op duurzame innovatie Een belangrijke ontwikkeling die zich verder doorzet is de toename van projecten waarbij innovatie in de keten centraal staat. NRK bedrijven werken samen met de grondstofleveranciers en klanten aan nieuwe duurzame producten. Veelal zijn in de projecten ook bedrijven betrokken die kunststof inzamelen en recyclen en weer op de markt brengen als grondstof. Op deze wijze is de hele kunststofketen aanwezig en wordt er in de hele keten samengewerkt om duurzame producten te ontwikkelen en de grondstofcirkels te sluiten. In dit soort projecten zien we een open houding bij de deelnemende bedrijven, leren bedrijven in de keten elkaar beter kennen en krijgen begrip voor de uitdagingen van hun ketenpartners. De redenen dat bedrijven open staan voor deze vorm van samenwerking, zijn dat de ondernemingen zien dat samenwerking beantwoord aan eisen van de markt, de concurrentie positie verbeterd, de projecten sneller verlopen, producten innovatiever en duurzamer zijn en een hogere marge hebben. Daarnaast genereren de partners tijdens de samenwerking veel nieuwe productideeën. Een knelpunt is dat er weinig praktische tools zijn voor de vormen van meer circulaire samenwerking, zoals nieuwe verdienmodellen in de keten. Verduurzaming staat ook centraal in de bedrijfsvoering, 34 bedrijven zijn in 2014 het project ISO26000 gestart en 21 hebben het succesvol afgerond met een certificaat. De andere bedrijven zijn doende en een 2de groep bedrijven start zomer 2015 onder leiding van NRK, Berenschot, NEN en RVO.nl. Met de invoering van het TOI model (Techniek-Organisatie-Individu) wordt ook nadrukkelijk de positie van de medewerkers verder uitgewerkt. De kracht van de bedrijfsvoering staat en valt
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
met de evenwichtige groei op de drie lijnen van techniek, organisatie en individueel betrokkenheid. Convenantactiviteiten De realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de Kansenkaart 2012-2030 voor de bedrijven in de Rubber- en Kunststofindustrie is in 2014 met volle kracht voortgezet. In het kort is deze doelstelling als volgt te omschrijven: Door hergebruik, inzet van biomassa en recyclaat, duurzame producten en energiebesparing draagt de Rubber- en Kunststofindustrie bij aan de circulaire economie en bespaart in 2030 twee keer het eigen energieverbruik! De resultaten in de periode 2009-2012 ondersteunen dat, en ook in 2013 en 2014 is hier weer aan bijgedragen door de uitvoering van een breed scala aan activiteiten en projecten en de onverminderde inzet van de bedrijven. Bij deze activiteiten wordt nauw samengewerkt en afgestemd met het Innovatienetwerk RKI, de Topsector Chemie en ketenpartners zoals VNCI en OEM-ers. Daarnaast wordt in toenemende mate aangehaakt bij Europa en regionale initiatieven. Op basis van nieuwe afspraken met EZ en RVO.nl is in 2014 een ambitieuze MJAprojectenagenda uitgevoerd met projecten op het gebied van energiezorg, gebruikersgroepen, circulaire economie, methoden en technieken en keten innovatieprojecten, waarbij altijd de deelname van de bedrijven centraal staat. Ook is voor 2015 een nieuwe agenda opgezet, waarbij een nieuwe opzet is gehanteerd waarbij de wensen en behoeften van de bedrijven een nog prominentere rol spelen, en de opzet en realisatie van de agenda effectiever is georganiseerd. Belangrijk is de ondersteuning van de 100 bedrijven bij de monitoring zodat bedrijven de resultaten van acties uit hun EEP goed meten. In 2015 komt een regelhulp beschikbaar waarbij de EEP maatregelen aan het Ondernemingsdossier worden gekoppeld zodat bedrijven hun acties op eenvoudige wijze kunnen plannen, uitvoeren en beheren. Dit helpt hen vervolgens weer bij juist rapporteren in het kader van de monitoring MJA. Naast de minimaal 12 MJA ondersteunende projecten in 2015 worden projecten ontwikkeld met de partijen van www.innovatienetwerk-rki.nl dat nu bestaat uit Kamer van Koophandel, RVO.nl, DPI Value Centre, hogescholen Windesheim en Stenden PRE, Polymer Science Park en SPE met de NRK en branches. Het helpt de bedrijven aan antwoorden op vragen, en biedt de bedrijven een gezamenlijke innovatiekalender met alle workshops en bijeenkomsten op het gebied van energie, strategie, innovatie en MVO. Daarnaast wordt nauw samengewerkt met verschillende hogescholen in het kader van RAAK projecten. In 2014 zijn initiatieven genomen om aan te haken bij Europese Innovatieprogramma’s en – projecten, zoals bijvoorbeeld ECP4, een Europees netwerk van onderzoeksinstellingen en bedrijven die als doel heeft te participeren in Horizon2020 projecten. Deze initiatieven zullen verder worden ontwikkeld. Daarnaast worden projecten opgestart die in het teken staan van het thema Sluiten van de Keten en die zijn opgenomen in het Ketenakkoord Kunststof Kringloop en het project VANG.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
Hoofdstuk 1. Inleiding Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MJA3-convenant. De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van: • De ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2009 • De verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar • De verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar. • De spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2013-2016 van uw sector. • De ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2009, waarbij alle relevante gegevens vanaf 2005 zijn meegenomen Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen. Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van RVO.nl.
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van uw sector vanaf 2009 zien. De stijging van het energiegebruik in 2014 is o.a. het gevolg van het toetreden van een nieuw bedrijf (zie ook H3). Sinds 2005 is het energiegebruik ruim 13% gestegen, voornamelijk als gevolg van het toetreden van nieuwe bedrijven.
Jaarlijks primaire-energieverbruik Elektriciteitsverbruik
Aardgasverbruik
Verbruik overige brandstoffen
Warmteverbruik
Energieverbruik [TJ primair]
12.000
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0 2009
2010
2011
2012
2013
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
2014
2015
2016
Pagina 1 van 10
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren.
Verklaring verandering energieverbruik 2014 t.o.v. 2013
Energieverbruik 2014 10.007
Onverklaard (besparend) - 226
4.000
Overige invloedsfactoren (besparend) - 126
6.000
Volume-effect (verhogend) 1.110
8.000
PE-maatregelen (besparend) - 189
10.000 Energieverbruik 2013 9.439
Energie [TJ primair]
12.000
2.000 0
Maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben een besparend effect tot doel (het relatieve energieverbruik wordt minder). In 2014 leverde dat een besparing van 189 TJ op. Het Volume-effect (effect door verschil in productiehoeveelheid) is in 2014 relatief groot. In dit effect is ook het toetreden van een nieuw bedrijf en het uittreden van 3 andere bedrijven opgenomen. Het effect hiervan is ruwweg de helft van het totale volume-effect. De overige bedrijven kenden overigens ook een lichte productiestijging, wat ook bijdraagt aan het volume-effect. Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren die de sector heeft gerapporteerd, zoals hogere/lagere capaciteitsbezetting ten opzichte van vorig jaar of gunstige/ongunstige weersomstandigheden ten opzichte van vorig jaar. Deze optelsom kan uiteindelijk besparend of ontsparend zijn. De post Onverklaard is de restpost. Deze restpost is in 2014 226 TJ, 2,2% van het energiegebruik.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 2 van 10
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP Een belangrijk element van het convenant is het opstellen en uitvoeren van Energie Efficiëntie Plannen (EEP’s). In de EEP’s plannen de bedrijven de maatregelen die ze in de EEP-periode van plan zijn uit te voeren. Voor deze lijsten maken ze onder meer gebruik van maatregellijsten die zijn opgesteld op basis van maatregelen die eerder door andere bedrijven zijn uitgevoerd en literatuuronderzoek (zie ook: http://www.rvo.nl/actueel/nieuws/nrk-publiceert-lijst-erkendeenergiebesparingsmaatregelen). Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEPmaatregelen binnen de sector ten opzichte van 2012, het jaar voorafgaand aan de beschouwde EEP-periode. De horizontale lijn is de voorgenomen besparing voor 2016 op basis van resp. zekere (minimaal) en zeker plus voorwaardelijke maatregelen (maximaal). De totale gerealiseerde besparing is in 2014 gedaald, vanwege een lagere besparing door ketenprojecten.
Voortschrijdend resultaat versus MJP-doelstelling
Aandeel van energieverbruik
Voorgenomen besparing maximaal 40%
Resultaat
Voorgenomen besparing minimaal
35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 2013
2014
2015
2016
De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Ketenefficiency kan nog worden onderverdeeld in twee categorieën: deelketen productie en deelketen product. Voor duurzame energie is eveneens een splitsing mogelijk: inkoop en (eigen) opwekking. Uitsplitsing van de resultaten naar de verschillende pijlers levert onderstaande grafiek op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van 2012. Hieruit blijkt dat de besparing door ketenprojecten in 2014 sterk is gedaald. Dit wordt in H5 verder toegelicht.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 3 van 10
Voortschrijdend resultaat per pijler Procesefficiency
Ketenefficiency
Duurzame energie
Aandeel van energieverbruik
30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 2013
2014
2015
2016
Tenslotte zijn in onderstaande figuur de resultaten over de totale periode van het MJA3convenant weergegeven ten opzichte van de doelstellingen uit de Meerjarenplannen voor resp. 2005-2008, 2009-2012 en 2013-2016. De opeenvolgende doelstellingen zijn afgezet op het resultaat dat is bereikt in het jaar vóór de nieuwe MJP-periode. In de periode 2009-2012 bleef het resultaat sterk achter bij de doelstelling voor die periode, voornamelijk vanwege lagere besparingen door ketenprojecten (door lagere afzet van producten) en minder inkoop van duurzame energie. Daarom ligt de doelstelling voor 2016 lager dan die voor 2012. De doelstellingslijnen zijn gebaseerd op de maximaal voorgenomen besparing, d.w.z. zekere + voorwaardelijke maatregelen. Naast het totaalresultaat is ook het resultaat door procesefficiency weergegeven. Overall lijkt de sector op weg om haar doelstellingen te behalen.
Aandeel van energieverbruik
Voortschrijdend resultaat versus voorgenomen besparing MJP MJP 2005-2008
MJP 2009-2012
Resultaat totaal
Resultaat PE
MJP 2013-2016
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
2012
2013
2014
2015
2016
Pagina 4 van 10
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler Het MJA3-convenant kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2009 weer, met de kanttekening dat alle relevante gegevens vanaf 2005 in berekeningen van de resultaten zijn verwerkt. Deze resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector.
PE-maatregelen (cumulatief berekend vanaf 2006) 18%
PE-besparing
16% 14% 12% 10% 8% 6% 4%
2% 0% 2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
De besparing door procesefficiency maatregelen bedraagt in 2014 1,9%. Dit is in dezelfde ordegrootte als vorig jaar. Over de hele periode vanaf 2005 is nu een besparing van ruim 15% gerealiseerd.
KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) Productieketen
Productketen
45% 40%
KE-besparing
35% 30% 25% 20%
15% 10% 5% 0% -5%
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
-10%
De besparing door ketenprojecten is in 2014 fors afgenomen, voornamelijk door een lagere besparing bij twee bedrijven. Bij één bedrijf is een productielijn gestopt waardoor ook de recycling die op die lijn plaatsvond, niet meer wordt opgevoerd. Daarnaast is de besparing door ’vermindering energiegebruik tijdens productgebruik’ afgenomen doordat de productie van de betreffende producten sterk is afgenomen. De totale besparing wordt vooral gerealiseerd door vele projecten op het gebied van materiaalbesparing en twee grote projecten in resp. ‘optimalisatie levensduur’ en ‘vermindering energiegebruik tijdens productgebruik’.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 5 van 10
DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) Inkoop
Opwekking
1% 0%
Aandeel DE
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
-1% -2% -3% -4% -5%
De besparing door duurzame energie ligt ongeveer op hetzelfde niveau als vorig jaar, hoewel de besparing nog steeds onder het niveau van 2005 ligt, vooral omdat de opwekking van duurzame energie lager ligt dan in 2005. Het betreft hier overigens slechts een gering aantal projecten: het grootste deel van de duurzame energie maatregelen bestaat uit het inkopen van duurzame energie.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 6 van 10
Hoofdstuk 6. Tabellen De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009. De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen op jaarbasis ten opzichte van 2012. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden in tabel 1 en 2 zijn in TJ primair per jaar. De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd. Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2014 in het sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2014 in dit rapport zijn meegenomen. Tabel 1 Energie- en besparingscijfers. Resultaten per jaar [TJ] 2009
2010
2011
2012
2013
2014
Werkelijk energieverbruik Besparing door PE-maatregelen KE-besparing in de productieketen KE-besparing in de productketen Inkoop van duurzame energie Opwekking van duurzame energie
9.119 195 2.648 87 3 5
9.334 167 1.834 1.551 101 5
9.417 71 1.776 1.459 88 5
9.439 200 2.632 3.385 205 4
10.007 189 2.808 2.400 192 0
8.389 187 1.913 889 98 144
2015
2016
Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2014. Effect [TJ] ten opzichte van 2012 Categorie
Procesefficiency
Ketenefficiency
Duurzame energie
Subcategorie
Verwacht eindresultaat in 2016 (MJP)
Gerealiseerd jaarlijks effect t/m verslagjaar
249,3 221,4 191,9 35,3 698,0 1.682,4 757,3 2.439,6
164,7 103,7 96,2 24,5 389,1 1.031,2 941,0 1.972,2
Inkoop van duurzame energie
208,1
103,6
Opwekking van duurzame energie
16,1
-4,6
Subtotaal duurzame energie
224,1
99,0
3.361,8
2.460,3
Procesmaatregelen Installaties en gebouwen Energiezorg en gedragsmaatregelen Strategische projecten Subtotaal procesefficiency Maatregelen in de productieketen Maatregelen in de productketen Subtotaal ketenefficiency
Totaal
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 7 van 10
Bedrijfsnaam
Plaats
Meegenomen in 2014?
4 PET Recycling BV
Arnhem
Ja
Acodeq Kunststoffen Industrie BV
Leek
Ja
Addcomp BV
Nijverdal
Advanced Medical Solutions BV
Etten-Leur
Ja
AFP Holland BV
Apeldoorn
Ja
AKG Polymer
Vroomshoop
Ja
Alkor Draka BV
Enkhuizen
Ja
Apollo Vredestein BV
Enschede
Ja
BASF Nedeland B.V.
Boxtel
Ja
Bema Kunststoffen BV
Zierikzee
Ja
Berdal Rubber & Plastics Twentse rubber & plastics
Almelo
Ja
BN International BV
Huizen
Ja
BPI Indupac BV
Hardenberg
Ja
Caligen Europe BV
Breda
Ja
Carlisle Construction Materials BV
Kampen
Ja
Cedo Recycling
Geleen
Ja
CurTec Nederland bv
Rijen
Ja
Draka Interfoam
Hillegom
Ja
DS Plastics BV
s-Heerenberg
Ja
Dunlop Conveyor Belting
Drachten
Ja
Dyka
Steenwijk
Ja
Eagle Simrax BV
Kerkrade
Ja
Ertecee BV
Oldenzaal
Ja
Essentra Extrusion BV
Buitenpost
Ja
Euro Mouldings BV
Nijverdal
Ja
Fardem Packaging bv
Edam
Ja
Flestic BV
Dronten
Ja
Flevo Rubber Compounding
Lelystad
Ja
Flevo Rubber Extrusion B.V.
Lelystad
Ja
Folietechniek International BV
Raamsdonkveer
Ja
Forbo-Novilon B.V.
Coevorden
Ja
Future Pipe Industries BV
Hardenberg
Ja
Haval Disposables BV
Gemert
Ja
Helvoet Rubber & Plastic Technologies B.V.
Hellevoetsluis
Ja
HK Plastics BV
Almelo
Ja
Holonite BV (Tholen)
Tholen
Ja
Hordijk Spuitgiet Verpakkingen
Zevenhuizen
Ja
Hordijk Verpakkingsindustrie BV
Zaandam
Ja
Hordijk Verpakkingsindustrie BV Verpakkingen en Isolatieprodukten
Delft
Ja
Howden Netherlands BV
Hengelo
Ja
Industrie & Handelmij. Rivièra BV
Huizen
Ja
Jindal Films Europe Kerkrade B.V.
Kerkrade
Ja
Kivo Plastic Verpakkingen
Volendam
Ja
Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher BV ( folie )
Rijssen
Ja
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
Nee
Pagina 8 van 10
Krehalon Industrie B.V.
Deventer
Ja
Kunststoffen Industrie Waalwijk BV
Waalwijk
Ja
Kunststofplus BV
Naaldwijk
Ja
Mauser Benelux BV
Oosterhout
Ja
Moens Mouldings
Beverwijk
Ja
Oerlemans Plastics BV (Giessen)
Giessen
Ja
Oerlemans Plastics BV / Oerlemans Packaging BV
Genderen
Ja
Omefa
Nieuwkoop
Ja
Pekago Kunststoffen BV
Goirle
Ja
Perfon BV / Oerlemans Packaging BV
Goor
Ja
Phillips Medisize Netherlands B.V.
Hillegom
Ja
Pipelife Nederland BV
Enkhuizen
Ja
Plasthill BV
Hillegom
Ja
Plastic Herverwerking Brabant BV
Waalwijk
Ja
Plastic Industrie Twente BV
Almelo
Ja
Plasticon The Netherlands BV
Hengelo
Ja
Plastisol BV
Wanroij
Ja
Poly Products BV
Werkendam
Ja
Polycomp BV
Vorden
Ja
POLYTEC-COMPOSITES NL B.V.
Roosendaal
Ja
Profextru BV
Hardenberg
Ja
Promens Zevenaar b.v.
Zevenaar
Ja
QEW Engineered Rubber B.V.
Hoogezand
Ja
Quadrant EPP Nederland BV
Almelo
Ja
Recticel BV (Kesteren)
Kesteren
Ja
Renolit Nederland BV
Enkhuizen
Ja
Reobijn BV
Haaksbergen
Ja
RPC Bebo Deventer BV
Deventer
Ja
RPC Packaging Kerkrade BV
Kerkrade
Ja
Rubber Resources BV
Maastricht
Ja
Ruma Holding BV
Hoogeveen
Ja
Schoeller Allibert
Hardenberg
Ja
Sekisui Alveo BV
Roermond
Ja
Sekisui Jushi Strapping BV
Roermond
Nee
Snelcore BV
Arnhem
Ja
Sonoco Plastics BV
Berkel en Rodenrijs
Ja
SPHERE Nederland BV
Hardenberg
Ja
Stramit BV
Someren
Ja
Sylvaphane Plastics BV
Tolbert
Ja
Synbra Technology BV
Etten-Leur
Ja
Synprodo Produktie BV
Wijchen
Ja
Timmerije BV
Neede
Ja
TN Plastics BV
Ter Aar
Ja
TPP Technische Profielen Produktie BV
Vaassen
Ja
Trelleborg Ede BV
Ede
Ja
Trelleborg Ridderkerk BV
Ridderkerk
Ja
Trespa International BV
Weert
Ja
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 9 van 10
Vernay Europa BV
Oldenzaal
Ja
Verpakkingsindustrie Velsen BV
Wieringerwerf
Ja
Polytec Plastics NL B.V.
Putte
Ja
Wavin Nederland BV
Hardenberg
Ja
Wisa BV
Arnhem
Ja
Witcom Engineering Plastics BV
Etten-Leur
Ja
Wittenburg b.v.
Zeewolde
Ja
Twee deelnemers hebben geen monitorgegevens ingediend. Eén daarvan hoefde dat ook nog niet te doen omdat het pas onlangs is toegetreden en pas onlangs een EEP heeft opgesteld. Tabel 3a Deelnemende bedrijven binnen de sector. Aarts Plastics BV
WAALWIJK
Artiplast BV
Lelystad
Bison International
Goes
Burgers Flexiprint
Putten
De Woerd BV
BARNEVELD
Deen Polyester
EMMELOORD
Depron BV
Weert
Derco Bv
Alkmaar
Insigne B.V.
OUD ALBLAS
Kera Kunststoffen B.V.
Son
Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher BV ( papier )
Rijssen
Kunststoffenindustrie Van Boven BV
Gorinchem
MCi (Mirror Controls International) Netherlands BV
Montfoort
Mecari Plastics BV
Raamsdonksveer
MediaMotion Manufacturing B.V.
Uden
Morssinkhof Plastics BV
Lichtenvoorde
Parker Hannifin Manufacturing Netherlands (Hose) BV
Hoogezand
Parker Hannifin Manufacturing Netherlands (Polyflex) B.V.
Almelo
Plastics Recycling Simons BV
Zevenbergen
Raytec BV
RAVENSTEIN
Rieter Automotive Nederland B.V.
Weert
RIS Rubber NV
Lelystad
RPC Packaging Halfweg
Halfweg
Rymoplast
Lichtenvoorde
Ten Cate Nicolon bv
Almelo
Villeroy & Boch Wellness
Roden
Wavin Diensten BV
Hardenberg
Wicro Plastics BV
KESSEL LB
Wientjes plastics en Wientjes composites
Emmen
Wientjes Roden B.v.
Roden
Zuiderplastics BV
Zundert
Tabel 3b geeft de bedrijven weer die ooit hebben deelgenomen aan het MJA3-convenant, maar inmiddels zijn uitgetreden. In 2014 zijn er drie bedrijven uitgetreden. ***
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 10 van 10