RECUEIL DES
CIRCULAIRES INSTRUCTIONS
ET
AUTRES
ACTES
ÉMANÉS D U
MINISTÈRE D E L A J U S T I C E ou
RELATIFS
A C E DÉPARTEMENT
TROISIÈME
ANNÉE
SÉRIE
1 9 4 8
VERZAMELING VAN
OMZENDBRIEVEN Dienstvoorschriften
en andere
Bescheiden
DOOR H E T
MINISTERIE VAN JU8TITIE UlTGEGEVEN OF
DIT
DEPARTEMENT
DERDE
REEKS
J A A R BRUXELLES IMPRIMERIE
D U MONITEUR
3451
1 9 4 8 |
BELGE
Directeur : Bourlard, L.-A.-J. Rue de Louvain, 40
BETREFFENDE
BRUSSEL DRUKKËRIJ VAN HET BELGISCH
| 1649
STAATSBLAD
Directeur : Bourlard. L.-A.-J. Lenvense weg, 40
RECUEIL DE CIRCULAIRES,
INSTRUCTIONS ÉMANÉS
DU
ET AUTRES
MINISTÈRE
DE
LA
ACTES
JUSTICE
OU
relatifs à ce Département ANNÉE 1 9 4 8 PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — PLANS DE RECLASSEMENT."
A MM. les Directeurs
2° dir. gén., bureau d'étude, litt. R., n° 1X/2. Bruxelles, le 5 janvier 1948. des prisons et des centres d'internement.
L'examen des plans de reclassement qui accompagnent les propositions de libération conditionnelle m'a permis de constater que certains directeurs d'établissements semblaient perdre de vue les prescriptions de l'article \23sexties du Code pénal. Le texte de cette disposition légale, introduite dans le Code par l'arrêté-loi du 6 mai 1944, article 2, 1°, modifié par l'arrêté-loi du 19 septembre 1945, article 10, 1°, vous a été communiqué en annexe à ma circulaire du 27 août 1947 (110 R/V1II/5).
VERZAMELING VAN OMZENDBRIEVEN, DIENSTVOORSCHRIFTEN EN ANDERE
BESCHEIDEN
DOOR HET
MINISTERIE VAN
JUST1TIE
UITGEGEVEN
OF
dit
Département
betreffende
JAAR 1948 GEVANGENISSEN EX INTERNERINGSCENTRA. — RECLASSERINGSONTWERPEN. Brussel, de 5 Januari 1948. 2" alg. dir., studiebureau, litt. R, n I X / 2 . Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Uit het onderzoek van de reclasseri'iigson'twerpen, welke de voorstel'len tôt voorwaardelijke inivrijheiidstelling vergezellen, heb ik kunnen vaststellen dat sommige bestuurders van- strafinri.'chtki'gen de voorschriften van artikel \23sexties van het Strafwetboek schenen uit het oog te verliezen. De tekst van deze wetsbepaling, die in het Wetboek werd ingevoerd bij de besluitwet van 6 Mei 1944, artikel 2, 1", gewijzfgd 'bij de besluirwet van 19 September 1945, artikel 10, 1", werd u medegedeelâ in de bijlage van mijn omzendbris-f dd. 27 Augustus 1947, n 110 R/V1II/5.' r
1
r
4
8-9 janvier
1#48.
Vous remarquerez qu'une condamnation, si minime sort-elle, pour un ou plusieurs faits « d'incivisme » entraine nécessairement toutes l'es déchéances prévues par cet article. j'attire votre attention S U T la- nécessité d'éviter, dans les plans de reclassement, t o u t e p r o p o s i t i o n qui, si elle était réalisée', 'exposerait le condamné libéré aux sanctions prévues par l'article \23nonies du Code pénal, pour n'avoir pas respecté les initerdictions de l'article \23sexties. Ce dernier article a une p o r t é e très 'générale, qui est -soui'ignée sous ses littera e, g et i par les formules « à quelque titre que ce soit... » et « d'une manière... ou à ê t r e quelconque... ». Ceci vise, par exemple, le simple ouvrier typographe dans les ateliers d'un journal on d'une publication, analogue. Pour le Ministre : Le'Directeur 'général ff, J. DUPRÉEL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — PUBLICATIONS PÉRIODIQUES. 2" dir. ' g é n , bureau d ' é t u d e , « t . R., n" VII1/4/3. Bruxelles, le 8 janvier 1948. 1
(La liste des publication » périodiques auxquelles les d é t e n u s peuvent' s'abonner est clôturée par ma circulaire d u 8 d é c e m b r e 1947, bureau id'éltude, litt R., n" 143/ VII1/4/3. Il est à noter que la revue Votre Santé, autorisée par ma dépêche du 20 juin 1947 (91 R/VI11/4/3), ne peut plus être délivrée aux détenus. Les directeurs peuvent permettre la remise de revues essentiellement scientifiques ou techniques, sans autorisation préalable de l'administration centrale. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J. DUPRÉEL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — BUDGET EXERCICE 1948 (SUITE). r
2° dir. g é n , 5° sect, l " bur, litt. E., n° 134, 3'annexes. Bruxelles, le 9 janvier 1948. Par circulaire du 3 décembre 1947, même émargement, i l vous a été notifié la nouvelle venitiilation des dépenses- afférentes à l'exercice 1948. Une modification* a été introduite en dernière minute par le d é p a r t e m e n t compétent quant à la numérotation. Aux fins d'éviter toute erreur, vous trouverez en annexe le détail. Il n'est pas sensiblemenit différent de celui qui' a été précédemment p o r t é à votre connaissance. Vous remarquerez de même que la numérotation bud'gé taire, en- ce qui concerne les centres, a' été résolue' en leur affectant les n"" 301 à 319. 'Pour éviter toute équivoque d'imputation pour le budget ordinaire, 1
I. — le Tiifre 11, réservé pour la « Justice », devrai précéder l'appellation de l'article 'général et de ses subdivisions. Par exemple en matière de paiement du traitement d'un agent permanent des prisons (cadre'permanent), l'i.nwca'Hon sera'ta suivante : 1 1 / 3 . 1 - C . 11 : signifiant « Titre Justice ». 3.1 : Rémiinérar'ion'3 du personnel des cadres permanents. C : Prisons.
5
8-9 Januari 1948.
Gij zult opmerken dat een veroordeling, hoe gering ook, wegens een of verschillende feiten van « irfcivisme » noodzakelijk al de ontzettingen, welke bij dit artikel zijn voorzien, ten: gevolge heeft. 1k vestig uw aandacht op de noodzakelijkheid om in de rectasseringsontwerpen ieder voorstel te vermijden dat, indien' het werd verwezenlijkt, de onfelagen veroordeelde zou blootetellen aan de straffen die bij antikei \23nonies van het Strafwetboek zijn voorzien wegens niet-naleving van de verbods'bepalingen van artikel \23sexties. Dit laatste artikel heeft een z e e r algemene betekenis, welke in de liïtera's e, g en / van genoemd artikel' wordt orïderlijnd door de bewoordingen' « op eender welije wijze... ». Dit doelt bijvoorbeeld op de eenvoudige letterzetter, die in de werkhuizen van een dagbl'aid of van e e n i soortgelijke pmblicatie wordt te werk gesteld. Voor <de Minister : D e dd. Directeur-Generaal, J.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. —
DUPRÉEL.
TIJDSCHRIFTEN. r
2- alg. dir., studiebureau, litt. /?., n V l l l / 4 / 3 . Brussel, de 8 lanuari 1948. De lijst van de 'tijdschriften, waarop de gedetineerden zich mojgen abonneren, wend afgesloten door mijn omzendibrief van 8 December 1947, studiebureau, litt. /?., n 143 R / V I I I / 4 / 3 . Er valit aam te sttippeni id'at het .tijdschrift Votre Santé, dat werd toegelaten door mijn dienstbrief van 20 Juni 1947 (91 R/VIII/4/3)', niet meer aan de gedenineerden mag worden verstrekt. De bestuurders mogen zonder voorafgaande machtiging van het 'hoofdbestuur het overhandigen van hoofdzaketijk wetenschappelijke of teohnische tijdschriften toelaten. Voor de Minister : De dd. Directeu'r-Generaal, r
J.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. —
DUPRÉEL.
BEGROTING DIENSTJAAR
1948
(VERVOLG).
r
2" alg. dir., 5° sect., 1" bur., litt. E, n 134, 3 bijlagen. Brussel, de 9 Januari 1948. Bij de omzendbrief v a n 3 December 1947, zeifde kanittekening, werd u de nieuwe verdeling van de uitgaven met betrekking tôt het dienstjaar 1948 ter kennis gebracht. Op het laatste ogenblik werd er, wat de nummering betreft, door het bevoegd département, een wijziging aan gebracht. Ten einde elke vergisising te vermijden wordt de uitvoerige tabel dezer wijziigingen hierbij 'gevoegd. Zij verschilt niet zozeer met deze die u vroeger werd ter kennis igebracht. Gij zult insgelijks opmerken dat de kwestie van> begroti'n'gsnuimmering wait de centra betreft. werd opgelost door ze onder de n " 30.1 tôt 319 te ramgschikken. Om iedere twijfel betreffende de aanrekening voor de gewone begroting te vermijden, 1
1. Moet Titel II, die aan « Justifie » werd' voorbehouden', voor de opgave van het algemeen artikel en van zijn on'derverdelinigen worden geiplaatst. Zo moet bij voorbeeld inzake de betaling der wedde van een vastaangeste'rd personeelslid der gevangenissen (vast kader) de aanduiding als voligt luiden : 11/3.1-C. 11 : betekent hierbij « Titel justifie ». 3.1 : Bezoldigingen van het personeel der vaste diensten. C : Gevangenissen.
6
9 janvier 1948.
L'indice budgétaire (11 pour le cas envisagé) sera toujours séparé de l'article par une barre de fraction ( / ) . Le littera sera séparé ide l'indication de l'article par un point ; ex. : 3.1. L e littera sera séparé de l'indication du service par un trait horizontal; ex. : 3.1-C. 11. — C e s subdivisions ne sont plu® requises pour ie budget des d é p e n s e s de guerre auquel émargerai les centres. 11 suffira de faire suivre du littera la numérotation de l'article et de la 'lettre majuscule A. Par exemple, en matière de paiement d'un agent temporaire attaché à un centre d'internement, l'indication! sera : 304.2-A. 'III. — Les remboursements (budget antérieurement sous l a mention. « de 1948 comme suit :
recettes
des voies et moyens) comptabilisés accidentelles » seront 'ventilés à partir
Art. 113 : Recettes diverses et accident elles. Art. 114 : Remboursement de traitements', pensions, salaires, etc., liquidés indûment. Art. 115 : Versement au Trésor de sommes non: utilisées par les comptables' opérant au moyen d'avances de fonds. (Les 'services voudront bien, veiller à ce que les documents' de paiement qu'ils dressent ou qui doivent être dressés' par des tiers, invités par eux à opérer des remboursements au Trésor, établissent! nettement- les distinctions ci-dessus. iLa Trésorerie procédera à l'avenir dans Ta mesure du possible à l'imputation définitive immédiate des recettes , de façon à éviter la régularisation ultérieure des récépissés. Des documents spéciaux devront ê t r e établis par les services lors de l'émission d'ordonnances de virement dans les écritures, de la Trésorerie ou ide iviremenits au profit du compte 120. Des formulaires ivous seront adressés incessamment. Dorénavant le compte 120 sera intitulé « Ministère des Finances' — Trésorerie — Recettes ». 1
1
1
IV. — Ci-joint un tableau* facilitant l'imputation' des d é p e n s e s sur les différente articles du budget. 'Le Secrétaire général, P.
CORNIL.
A N N E X E I.
Budget ordinaire. Prisons. C H A P I T R E L"'. — D É P E N S E S
D'ADMINISTRATION.
Art. 3. Rémunérations du personnel des cadres permanents. 1. Agents définitifs. C. Prisons. 2. Agents temporaires. C. Prisons. Art. 4. Rémunérations du personnel des cadres temporaires. 2. Agents temporaires. C. Prisons. Art. 5. Allocations et indemnités diverses. 1. Indemnités, jetons de présence pour participation à des jurys de concours ou d'examens et à des commissions. C. Prisons.
9 Januari 1948.
7
iDe begrotingsaanwijzer (11 voor bedoeld geval) moet a'itijd door een streep (/) van het artikel worden gescheiden. De littera moet van de aanduiding v a n het artikel worden gescheiden d o o r een punt; vb. : 3.1. De littera moet vain de aanduiding van de dienst worden gescheiden door een horizontale streep : 3.1-C. II. Deze onderverdelinigen zijn niet 'meer vereist voor de 'begroting der oorlogsuitgaven waaTbij de centra behoren. !Het zal .volstaan na de littera het nummer van het artikel en de hoofdletter A oip te geven. Zo zal bij'voorbeel'd in zake betaling van een tij.delijk agent die aan een interneringscentrum is verbonden, de aanduiding als vol.gt moeten lui'den : 304.2-A. III. De terugbetal'ingen (begrott'ing vaw 's lands mididelen), die voorheen onder de vermelding « toevallige ontvangsten » geboekt werden, zullen van' 1948 af als votgt verdeeld worden : 1
Art. 113 : Verschillende en •toevallige ontvangsten. .Art. 114 : Terughetal'ing van. wediden, pensioenen, lonen, enz., die ten onrechte vereffend werden. Art. 115 : Storting aan de Schatkisit van sommen, die niet werden gebruikt door de 'rekenplichtigen, die met voorschotten werken. De ddensten gelieven er op te waken dat de betalingS'bescheiiden, die zijzelf opmaken of die moeten worden opgemaa'kt door derden, die door hen worden uitgenodigd sommen terug aan de Schatkist af te dragen, de hierboven aangeduide onderS'Cheidingsnu'mmers juisit opgeven'. De Thesauri'e zal' voortaan in de mate van het mogelijke overgaam tôt de onimiddellijke definitieve aanrekening der ontvangsten, zodat de latere regulering der ontvangstbewijzen vermeden wordt. /Bij de .uitgifte van ordonnantiën van ovens'chrijving i n de schriffuiren: van de Thesaurie of van overschrijvin'gen ten bate van de rekening 120 zuille'n door de diensiten bijzondere bescheideni' moeten' worden opgemaakt. Formulieren zullen. u eerstda'ags worden toegezonden. Voortaan zal de rekening 120 het voigende opschri'ft dragen : « Ministerie van Financiën' — T-hesautie — Ontvanigsten ». 1
IV. Hierbij ga»t een fabel die de aanrekening der uitgaven op de verschillende begrotingsartikeien zal' vergemakkelijken. De
Secretaris-Genera'al, P. CORNIL.
BIJLAGE I.
Gewone begroting. Gevangenissen. H O O F D S T U K I. — BESTUURSUITGAVEN. Art. 3. Bezoldigingen van het personeel der vaste kaders. 1. Vastaangestelde personeelsleden. C. Gevangenissen. 2. Tijdelijk personeel. C. Gevangenissen. Art. 4. Bezoldigingen van het personeel der tijdelijke kaders. 2. Tijdelijk personeel. C. Gevangenissen. Art. 5. Allerhancle toelagen en vergoedingen. 1. Vergoedingen, presentiegelden voor deelneming strijden en examens en aan commissies. C. Gevangenissen.
aan
jury's
van
wed-
8
9 janvier 1948.
2. Honoraires des avocats et des médecins. Rémunération d'experts é t r a n g e r s à l'administration et prestation de tiers. C. Prisons. 3. Indemnités pour exercice de fonctions supérieures au grade, de fonctions dirigeantes et pour surqualification. C. Prisons. 4. Indemnités pour travaux supplémentaires ou pour prestations spéciales. — Primes. C. Prisons. . 6. Indemnités de changement de résidence. C. Prisons. 7. Indemnités pour frais de gestion. Indemnités d'équipement et de tenue, d'amortissement pour l'achat d'accessoires nécessaires à l'exercice d'une fonction. C. Prisons. 8. Autres indemnités. C. Prisons. Art. 6. Allocations et dépenses de service social en faveur du personnel. C. Prisons. Art. 7. Dépenses d'entretien et de consommation. 1. Eclairage, chauffage, service des eaux, loyers, impositions et toutes dépenses de consommation relatives aux locaux. C. Prisons. 2. Affranchissement de correspondance, télégrammes, communications téléphoniques, transports et toutes dépenses de même nature relatives au fonctionnement des services. C. Prisons. 3. Travaux de fournitures, achat d'uniformes, entretien des locaux, de matériel, du mobilier et toutes dépenses de même nature. C Prisons. 4. Achats''de publications. — Abonnements aux journaux. C. Prisons. ' 5. Autres fournitures ide bureau. C. Prisons. Art. S. Dépenses d'équipement et de 'renouvellement. .1. Travaux et fournitures pour 'l'équipement des locaux, pour le matériel, le mobilier et toutes d é p e n s e s de même nature. C. Prisons. 2. Achats de-voitures automobiles pour les services de l'Etat. C. Prisons. Art. 9. Publications effectuées par le département. C. Prisons. Art. 10. Dépenses afférentes aux déplacements du personnel. 1. Abonnements sur les 'réseaux de transports. C. Prisons. 2. Titres de transport de la S. N . C. F. B . et de la S. N . C. F . V . C. Prisons. 6. Frais de route et de séjour. C. Prisons.
9 Januari 1948.
9
2. Erelonen van de advocaten en van de geneesheren. Bezoldiging van niet tôt de administratie behorende deskundjgen en prestaties van derden. C. Gevangenissen. 3. Vergoedingen wegens het uitoefenen van hogere functies dan die van de graad, van leidende functies en wegens hogere waardering. C. Gevangenissen. 4. Vergoedingen voor overwerk of voor bijzondere prestaties. — Premtén. C. Gevangenissen. 6. Vergoedingen wegens standplaatsveranderingen. C. Gevangenissen. 7. Vergoedingen voor beheerkosten. Vergoedingen voor uitrusting en kledij, voor afschrijving wegens de aankoop van voor de uitoefening van een functie noodzakelijke benodigdheden. C. Gevangenissen. 8. Andere vergoedingen. C. Gevangenissen. Art. 6. Toelagen en uitgaven voor maatschappelijke dienstbetoon ten bate van het personeel. C. Gevangenissen. Art. 7. Kosten voor onderhoud en verbruik. 1. Verlichting, verwarming, waterdienst, huurgelden, belastingen en aile verbruiksuitgaven betreffende de lokalen. C. Gevangenissen. 2. Frankering van dienststukken, telegrammen, telefoongesprekken, vervoer en aile uitgaven van dezelfde aard betreffende de werking der diensten. C. Gevangenissen. 3. Werken en leveringen, aankoop van uniformen, onderhoud van de lokalen, het materieel, het mobilair en aile uitgaven van dezelfde aard. C. Gevangenissen. 4. Aankoop van publicaties. — Dagbladabonnementen. C. Gevangenissen. 5. Andere bureelbenodigdheden. C. Gevangenissen. Art. 8. Uitgaven voor uitrusting en vernieuwing. 1. Werken en leveringen voor de uitrusting der lokalen, voor het materieel, het mobilair en aile uitgaven van dezelfde aard. C. Gevangenissen. 2. Aankoop van autorijtuigen voor de diensten van de Staat. C. Gevangenissen. Art. 9. Voor het département uitgevoerde publicaties. C. Gevangenissen. Art. 10. Uitgaven in verband met de verplaatsingen van het personeel. 1. Abonnementen op de verkeersnetten. C. Gevangenissen. 2. Vervoerbewijzen van de N . M . B . S. en van de N . M . V . B . S. C. Gevangenissen. 6. Reis- en verblijfkosten. C. Gevangenissen.
10
9 janvier 1948. C H A P I T R E 11. — S U B V E N T I O N S .
Art. 13. Subventions conventionnelles. C. Prisons. C H A P I T R E III. — T R A V A U X .
Art. 16. Construction d'habitations pour le personnel à Hoogstraten. (Quinzième et dernière annuité à payer à la Société nationale des Habitations à bon marché.) C. Prisons. C H A P I T R E IV. — A U T R E S D É P E N S E S D E F O N C T I O N N E M E N T .
Art. 17. Dépenses de prévoyance sociale et de bienfaisance. 1. Nourriture et entretien des détenus dans les prisons, ainsi que des récidivistes et anormaux internés emi vertu de lia loii rie défense sociale. Transfèremeni de certains détenus ou internés par correspondance extraordinaire et frais de voyage de leurs gardiens. C. Prisons. 8. Dédommagement des détenus, victimes d'accidents de travail. C. Prisons. 1
ANNEXE
II.
Budget des dépenses résultant de la guerre. Centres
d'internement.
C H A P I T R E 1". — D É P E N S E S D ' A D M I N I S T R A T I O N .
Art. 304. RémunéraiNone du personnel des services temporaires. 1. Agents définitifs détachés. A. Centres d'internement. 2. Agents temporaires. A. Centres d'internement. Art. 305. Allocations et indemnités diverses. 2. Honoraires des avocats et médecins. Rémunération d'experts é t r a n g e r s à l'administration et prestation de tiers. A. Centres d'internement. 3. Indemnités pour exercice de fonctions supérieures au grade, de fonctions dirigeantes et pour surqualificaition. A.-Centres d'internement. 4. Indemnités pour travaux supplémentaires -ou pour prestations spéciales. —. Primes. A. Centres d'internement. 6. Indemnités de changement de résidence. A. Centres d'internement. 8. Autres indemnités. A. Centres d'internement Art. 306. Allocations et dépenses de service social en faveur du personnel. A. Centres d'internement. Art. 307. Dépenses d'entretien et de consommation. 1. Eclairage, chauffage, service des eaux, loyers, impositions et dépenses de consommation relatives aux locaux. A. Centres d'internement.
toutes
9 Januari 1948.
11
H O O F D S T U K II. — TOELAGEN. Art. 13. Bij overeenkomst vastgestelde toelagen. C. Gevangenissen. H O O F D S T U K III. — W E R K E N . Art. 16. Bouw van woningen voor het personeel te Hoogstraten. (Vijftiende en laatste jaarlijkse aflossing te betalen aan de Maatsehappij voor goedkope Woningen.) C. Gevangenissen.
Nationale
H O O F D S T U K IV. — ANDERE WERKINGSUITGAVEN. Art. 17. Uitgaven voor sociale voor- en armenzorg. I. Voeding en onderhoud van de gedetineerden in de gevangenissen, alsmede van de krachtens de wet tôt bescherming der maatsehappij geïnterneerde recidivisten en abnormalen. Overbrenging van sommige gedetineerden of geïnterneerden per buitengewone correspondentie en reiskosten van hun bewaarders. C. Gevangenissen. 8. Vergoedingen aan gevangenen, slachtoffers van werkongevallen. C. Gevangenissen.
BIJLAGE n.
Begroting der uit de oorlog voortspruitende uitgaven. Interneringscentra. H O O F D S T U K I. — BESTUURSUITGAVEN. Art. 304. Bezoldigingen van het personeel der tijdelijke diensten. 1. Vastaangestelde gedetacheerde personeelsleden. A. Interneringscentra. 2. Tijdelijk personeel. A. Interneringscentra. Art. 305. Allerhande toelagen en vergoedingen. 2. Erelonen van de advocaten en van de geneesheren. Bezoldiging van niet tôt de administratie behorende deskundigen en prestaties van derden. A. Interneringscentra. 3. Vergoedingen wegens het uitoefenen van hogere functies dan die van de graad, van leidende functies en wegens hogere waardering. A. Interneringscentra. 4. Vergoedingen voor overwerk of voor bijzondere prestaties. — Premiën. A. Internemingscentra. 6. Vergoedingen wegens standplaatsveranderingen. A. Interneringscentra. 8. Andere vergoedingen. A. Interneringscentra. Art. 306. Toelagen en uitgaven voor maatschappelijk dienstbetoon ten bate \ an het personeel. A. Interneringscentra. Art. 307. Kosten van onderhoud en verbruik. 1. Verlichting, verwarming, waterdienst, huurgelden, verbruiUsuitgaven betreffende de lokalen. A. Interneringscentra.
belastingen
en
aile
12
9 janvier 1948.
2. Affranchissement de correspondance, télégrammes, communications téléphoniques, transports et toutes dépenses de même nature ( à spécifier) relatives au fonctionnement des services. A. Centres d'internement. 3. Travaux et fournitures, achats d'uniformes, entretien de locaux, du matériel, du mobilier et toutes dépenses de même nature. A. Centres d'internement. 4. Achats de publications. Abonnements aux journaux. A. Centres d'internement. 5. Autres fournitures de bureau. A. Centres d'internement. Art. 308. Dépenses d'équipement et de renouvellement. 1. Travaux et fournitures pour l'équipement des locaux, pour le matériel, le mobilier et toutes dépenses de même nature. A. Centres d'internement. Art. 310. Dépenses afférentes aux déplacements du personnel. 1. Abonnements sur les réseaux de transport. A. Centres d'internement. 2. Titres de transport de la S. N . C. F. B . et de la S. N . C. F . V . A. Centres d'internement. 6. Frais de route et de séjour. A. Centres d'internement. C H A P I T R E IV. — AUTRES DÉPENSES DE FONCTIONNEMENT. Art. 317. 1. Nourriture et entretien des détenus dans les centres d'internement. A. Centres d'internement. 2. Traitements, soldes, indemnités réglementaires et entretien des militaires de tous grades mis à la disposition du Ministère de la Justice pour le service des centres d'internement et des juridictions militaires (y compris le remboursement au Ministère de la Défense Nationale de certains frais d'équipement, d'entretien, etc., de ces militaires ou des unités dans lesquelles ils sont répartis). A. Centres d'internement.
ANNEXE
m.
Budget ordinaire. Art. 3. Rémunérations du personTret d'escadres permanents. 1. Aigents définitifs. C. Prisons. Art. 3. Rémunérations du personnel des cadres permanents. 2. Agents temporaires. C. Prisons. Art. 4. Rémunérations du personnel des cadres temporaires. 2. Agents temporaires. C. Prisons. Art. 5. Allocations et indemnités diverses. 1. Indemnités, jetons de présence pour participation à des jurys de concours ou d'examens et à des commissions. C. Prisons.
9 Januari 1948.
13
2. Frankering van dienststukken, telegrammen, telefoongesprekken, vervoer en aile uitgaven van dezelfde aard (nauwkeurig opgeven) betreffende de werking der diensten. A. Interneringscentra. 3. Werken en leveringen, aankoop van uniformen, onderhoud van de lokalen, het materieel, het mobilair en aile uitgaven van dezelfde aard. A. Interneringscentra. 4. Aankoop van publicaties. — Dagbladabonnementen. A. Interneringscentra. 5. Andere bureelbenodigheden. A. Interneringscentra. Art. 308. Uitgaven voor uitrusting en vernieuwing. 1. Werken en leveringen voor de uitrusting der lokalen, voor het materieel, het mobilair en aile uitgaven van dezelfde aard. A. Interneringscentra. Art. 310. Uitgaven in verband met de verplaatsingen van het personeel. 1. Abonnementen op de verkeersnetten. A. Interneringscentra. 2. Vervoerbewijzen van de N . M . B . S. en van de N . M . V . B . S. A. Interneringscentra. 6. Reis- en verblijfkosten. A. Interneringscentra. H O O F D S T U K IV. — ANDERE WERKINOSUITGAVEN. Art. 317. 1. Voeding en onderhoud der in de interneringscentra gedetineerden. A. Interneringscentra. 2. Wedden, soldijen, réglementaire vergoedingen en onderhoud van de militairen van aile graden die ter beschikking van het Ministerie van Justitie werden gesteld voor de dienst der interneringscentra en van de militaire rechtscolleges (met inbegrip van de terugbetaling aan het Ministerie van Landsverdediging vansommige kosten voor uitrusting, onderhoud, enz. van deze militairen of van de eenheden waarbij zij zijn ingedeeld). A. Interneringscentra.
BIJLAGE III.
Gewone begroting. Art. 3. Bezoldigingen van het personeel der vaste kaders. 1. Vastaangestelde personeelsleden. C. Gevangenissen. Art. 3. Bezoldigingen van het personeel der vaste kaders. 2. Tijdelijke personeelsleden. C. Gevangenissen. Art. 4. Bezoldigingen van het personeel der tijdelijke kaders. 2. Tijdelijke personeelsleden. C. Gevangenissen. Art. 5. Allerhande toelagen en vergoedingen. 1. Vergoedingen, presentiegelden voor deelneming aan jury's van wedstrijden en examens, en aan commissies. C. Gevangenissen.
14
9 janvier 1948.
2. Honoraires des avocats et des médecins. Rémunération d'experts étrangers à l'administration, et prestations- de- /tiers. C. Prisons. comprendra rémunération des médecins spécialistes (radiographies exceptés), chirurgiens-dentistes, organistes, maîtres de musique et de gymnastique, acolytes et aides-ménagères. L a rémunération' de ces agents, dont les services ne sont généralement requis que fortuitement, nie -tombe pas B O U S l'application: de la toi- de sécurité sociale. Pour 'l'avenir, les imputations -tombant à charge du- p r é s e n t article ne feront plus l'objet de retenues d'impôts à l a 'source. Par conitre, la liste des 'rém'umérafions allouées devra être- transmise au receveur des contributions (circulaire ministérielle', 20 juin 1922, n" 134£). Spéciatemen't en: ce qui concerne les médecins, il- y a-lieu de considérer comme honoraires, et d'imputer au présent article, toute somme p a y é e à un praticien, pour autant que ta< c r é a n c e tre soit pas accompagnée de frais de salle d'opération, de pansements, d'appareils de prothèse ou d'orthopédie, ou- de séjour en' clinique, auxquels cas la créance globale'doit être imputée à l'article 17.1-C. .Art. 5. 3. Indemnités pour exercice de fonctions supérieures au grade, de fonctions dirigeantes et pour surqualification. C. Prisons, à liquider par bordeaux 170. 4. Indemnités pour travaux supplémentaires ou pour prestations spéciales. Primes. C. Prisons. Les indemnités couvrant ou- ne couvrant pas des charges réelles ne sont plus passibles de retenues, ni de retenues fiscales à la source. 6. Indemnités de changement de résidence. C. Prisons. A liquider par bordereaux 170. Art. 5. 7. Indemnités pour frais de gestion. Indemnités d'équipement et de tenue, d'amortissement- pour l'achat d'accessoires nécessaires à l'exercice d'une fonction. C. Prisons. A liquider par bordereaux 170. 8. Autres indemnités. C. Prisons. Art. 6. Allocations et d é p e n s e s de service social en faveur du personnel. C. Prisons. A liquider par bordereaux. Art. 7. Dépenses d'entreirie-ni et de consommation. 1. Eclairage, chauffage, service des eaux, loyers-, impositions et dépenses- de conisomimation- relatives aux locaux. C. Prisons. A'. Eclairage, chauffage. Achat de : abat-jour ou diffiseu-r ; charbon; coke ; mazout; bois de chauffage; bois d'allumage et paille; copeaux-fagots; pétrole;
toutes
9 Januari 1948.
15
2. Erelonen van advokaten en geneesheren. Bezoldiging administratie behorende deskundigen en prestaties van derden. C. Gevangenissen.
van niet tôt de
moet de bezoldigingen behelzen van de geneesheren specialisten (radiografen uitgezonderd), tahdheelkundigen, orgelisten, muziek- en turnmeesters, koorknapen en huishoudelijke helpsters. De bezoldiging van die personeelsleden wier diensten over 't algemeen alleen maar toevalligerwijze gevorderd worden, valt niet onder de toepassing van de wet betreffende de maatschappelijke zekerheid. De ten laste van dit artikel komende aanrekeningen zullen voor de toekomst niet meer het voorwerp zijn van afhoudingen van belastingen aan de bron. Daarentegen zal de lijst der toegekende bezoldigingen zorgvuldig aan de onrvantgen der belastingen moeten worden toegestuwd zoals bij ror.dzendbrief van 20 Juni 1922, n 134E is voorzien. .Bijzonder wat betreft de geneesheren dient als •fionoraria aangezien en bij gevolg op dit artikel aangerekend, ieder bedrag dat aan een arts werd betaald, voor zover bij de schuldvordering geen kosten' voor operatiezaal, verbandmiddelen, prothesis- of orthoped;--che apparaten, of verblijf in een kliniek benoren; zonier moet de sohuldv orde ring in haar geheel op artikel 17.1 - C aangerekend worden. r
1
1
Art. 5. 3. Vergoedingen wegens het uitoefenen v a n hogere functies dan die van de igraad, van teidenrie functies en. wegens hogere waa.rdering. C. Gevangenissen. door middel van borderellen 170 te vereffenen. 4. Vergoedingen' voor overwerk of voor bijzondere .prestaties. Premiën. C. Gevangenissen. Er valt op te merken. dat de vergoedingen die' al dan niet werkelijke lasten dekkeni niet meer aan: koritingen, noch aan fiscale afhoudingen aan de bron' onderworpen: zijn. 6. Vergoedingen wegens st'anrf'pla'atsveranderingen. C. Gevangenissen. Door middel van borderellen 170 te vereffenen. Art. 5. 7. Vergoedingen. voor beheerkosten. Vergoedingen: voor uitrusting en kledij, voor afschirijvinig wegens de aankoop. van. voor d-e uitoefening van een functie n'oodza'kelijke benodigdheden. C. Gevangenissen. Door middel van borderellen 170 te vereffenen. 8. Andere vergoedingen. C. Gevangenissen. Art. 6. Toelagen en uitgaven! voor maatschappelijk dienstbetoon, ten bate van het personeel. C. Gevangenissen. Door middel van. borderellen te vereffenen. Art. 7. Kosten voor onderhoud en verbruik. 1. Verlichting, verwarming, waterdienst, verbruiksuitgaven betreffende de lokalen. C. Gevangenissen.
huurgelden-,
A. Verlichting, verwarming. Aankoop van : lanipekap of diffuseur; steenkool; cokes: mazout; brandhout; hout voor het ontsteken der vuren en stro-spaanders; rijsbossen; petrôleum ;
belastingen
en
aile
16
9 janvier 1948.
r.aphte; essence; h uile ; essence, huile, bois carburant pour autos (transport de marchandises); allumettes et allumons; pelles à charbon^ (escoupes); pelles à feu; manches pour pelles à charbon ; seaux à clrarbon; bacs à charbon; paniers à charbon; sacs à charbon; tisonniers; pincettes; fourches pour foyers; bacs à cendres; bougies en oordes (rats de cave) ; bougies ; becs à gaz ; becs micro; manchons à gaz; fumivores; verres de lampe; ampoules électriques; lampes électriques de poche; iarrtpes électriques torches ou portatives pour rondes; lanterne tempête pour rondes; pile.3 pour lampes étedtriques; iampes à pétrole; mèches ipour lampes à pétrole; réchauds à pétrole; frais d'épuration d'huile ; consommation! de gae; consommation d'électricité '(éventuellement intérêts de retard pour paiement tardif) ; location de compteurs à gaz, à électricité. B. Service des eaux. Location des compteurs; consommation; redevances ipour prises d'eau; frais d'abonnements aux régies ou sociétés concessionnaires pour fourniture d'eau ou locatiomi de compteurs, les p é a g e s pour utilisation de puits. Art. 7. 2. Affranchissement de correspondance, télégrammes, communications téléphoniques, transports et toutes dépenses de même nature relatives au fonctionnement des services. C. Prisons. C. Affranchissement de correspondance. Frais de timbres pour la correspondance ne jouissant pas de la franchise postale. Surtaxes postales : frais de recommandation et d'exprès; taxes pour insuffisance d'affranchissement. Timbres pour l'étranger. D. T é l é g r a m m e s . Frais d'envoi de télégrammes. Taxes de communications télégraphiques. E. Téléphone. Coût des abonnements. Inscriptions spéciales dans l'Annuaire. Communications téléphoniques.
9 Januari 1948.
17
naphta; essence; olie; essence, olie, hourgas voor auto's (vervoer van waren); lucifers en vuurontetekers; kolenschoppen (spaiden) ; vuurschoppen; stelen voor kolenschoppen; kolenemmers; kolenbakken ; k ol en mande n; kolenzakken; poken; tangen; vorken voor vuurhaarden; asbakken; koordkaarsen ( waspitten) ; kaarsen; gasbekken; microoekken; gaskousen; rookvangen; lampeglazen; electrische peren; ele et ri se h e z a kl am p e n ; electrische toortslamipen of draagbare electrische lampen voor rondes; sîO'rmlantaarn V O O T rondes: batterijen voor electrische lampen; petroleumlaropen; wieken voor petroleum'lampen; p et roi e umkomforen; kosten voor olieuiitzuiveri'ng; gasverbruik; e'iectriciteitsverbruik (eventueel achterstall'ige interesten voor làattijdiige beta'ling); huur (prijs) voor gas-, electri'citéitsmeter. B. Waterdienst. Huur der meters; verbruik; huurgelden voor waterbassins; abonnementskosten aan de régies en de maatschappijen-concessiehoudsters voor waterlevering of huur van meters, de rechten voor het gebruik der purten. Art. 7. 2. Frankering van dienststukken, telegrammen, telefoongesprekken', vervoer en aile uitgaven van dezelfde aard betreffende de werking der diensten. C. Gevangenissen. C. Frankering van de briefwisseling. Onkosten voor zegels voor de briefwisseling waanop geen portvrijdom staat. Verhoogde posittaks : kosten voor aangetekende zendingen en spoedbestel'lingen; tnksen voor onvoldoende frankering. 'Posrzegels voor den vreemde. D. Telegrammen. Kosten voor het ve.rzenden van- telegrams. Taksen van telegrafische mededel'ingen. E. Telefoon. Kosten voor de abonnementen. Bijzondere inschrijvïngen in het jaarboek. Télefonische gesprekken.
18
9 janvier 1948.
Redevances. Réfection et entretien' des lignes (téléphone public). Placement de • parafoud-re pour protection des lignes. F. Transports (pour autant qu'il s'agit de marchandises). Location de voitures. Frais de trams. E ni è v e m en t d ' im m o nd iic e s. Transports par chemin de fer, chemin*.de fer vicinal, auto. Frais de pesage, de chômage. Frais de vidange. Frais de transport de denrées. Il est entendu, que lies frais de transports qui grèveraient une facture d'achat doivent être liquidés sur 'le même 'article du budget que celle-ci. G . Loyers. Location d'immeubles et d'objets mobiliers. Location de plaine de jeux. Location de locaux pour entreposage de légumes ou de pommes de terre. H. Impositions. Taxes communales. Taxes de voirie. Taxes bicyclettes. / . Autres dépenses de même nature. Frais d'émission des chèques postaux. Timbres fiscaux. Frais d'affichage. Frais d'insertion' d'annonces dans les journaux. Frais-d'enregistrement et de timbre. Timbres de dimension et visas pour timbre. Péage. Achat de carburants et de lubrifiants, fournitures, réparations et transformations, frais de garage, indemnité de location et die réquisition, peu importe qu'il s'agisse de transports de 'personnes ou de marchandises. Taxes pour autos. Coût des permis de conduire, du contrôle tectonique des véhicules (pneus et moteurs) et' toutes d é p e n s e s généralement quelconques ayant trait à f utilisation des autos. 1
1
Art. 7. 3. Travaux et fournitures, achats d'uniformes, entretien des locaux, du matériel, du mobilier et toutes dépenses de même nature. C. Prisons. I. Redevances. Vérification, des poids et mesures. Frais de surveillance des appareils à vapeur (Association Vin-çotte). Frais de surveiili-amce des installations électriques. Frais de surveillance du matériel d'incendie. Fraii3 de curage d'égouits. Frais de curage de rivières. A. Matériel. Achat et réparation; ingrédients pour l'entretien de ce matériel. Essoreuse. Vérification de l'essoreuse. Machines à coudre. Machines à laver. Machines à éplucher.
9 Januari 1948.
19
Bijdragen. Herstelling en onderhoud van de lijnen- (publieke telefoon). Opstelling van een bliksemafleide.r voor de- bescherming van de lijnen. F. Vervoer (voor zover het goederen geldt). Huur van de voert.uigen. Tramkosten. Wegnemen van vuilnis. Vervoer per spoor, buurtspoor, auto. WeeggeJd, staangeld. Kosten voor het uitzuiveren van de olievergaarbakken. Kosten voor het vervoer van- (eet) waren. Het spreekt vanzelf dat> de vervoerkosten die een factuur van aankoop zouden bezwaren, moeten vereffend worden op hetzelfde artikel der begroting als deze fachiur. G . Huurprijzen. Huur van gebouwen en roerende voorwerpen. Huur van speeïplein. Huur van lokalen voor het O'p-sïaan van groenten en a-ardappelen. :
H. Belastingen. Gemeentetaks-en. Wegenbelastingen. Rijwieltaksen. / . Andere uitgaven van dezelfde aard. Emissiekosteni van de postcheeks. Fiskale zegels. Kosten voor aaniplakhriaven. Kosten voor het inlassen van- aankondigingen in de dagbiaden. Registratie- en zegelkosten. Foirmaaitzegels en visa voor zegel Tolirechten. Aankoop van brandstoffen en smeerolièn. leveringen, ihersteHi-ngen en veranderingen, garagekosten, huur- en opeisingsvergoeding, zonder dat het er op aankomt of het om het vervoer van personen, of van goederen gaat. Taksen voor auto's. Kosten. van riibewijzen, van het technisch nazicht der voertuigen (banden en -motoren ) en. aile uitgaven over 't algemeen. van die aard dait ze betrekking hebben op het gebruik der auto's. 1
1
Art. 7. 3. Werken en leveringen, aankoop van. uniformen, onderhoud van de lokalen, het materieel, het meubilair en a'He uitgaven van dezelfde aard'. C. Gevangenissen. I. Rétribuées. Nazicht van- de gewiohten en de maten. Kosten voor de bewa'king van de stoomapparaten (Vinçotte). Kosten voor de bewaking v a n de electrische installaties. Kosten voor de bewaking v a n het brandweermaterieel. Kosten voor het reinigen van de rio'len. Kosten voor het reinigen van de rivieren. A. Materieel. Aankoop en herste'l'lin.g; ingrediënten voor het onderhoud van dit materieel. Droogtoestel. Nazicht van het droogtoestel. Naaimachines. Wasmachines. Schit-maehines.
20
9 janvier 1948.
Alachines à passer le potage. Machines à hacher la viande. Moulin à café avec moteur électrique. Outillage : limes; marteaux; pinces ; câbles; fil de fer. Outils : d-'ardoisier; de ferblantier; de forgeron.; de jardinier; de maçon; de menuisier; de paveur; de peintre; de plafonneur; de plombier; de serrurier; de vitrier. Etaux; Bancs d'atelier. Chevalets. Enclumes. Filières (.grandes). Forges portatives. Machines à forer. Moulins à broyer les couleurs. Râteliers d'outils. Grands soufflets de forge. Huile pour machine à coudre. Aiguilles pour machines à coudre. Navettes pour machines à coudre. Moteurs électriques. Balais pour moteurs électriques. Objets importants servant au culte, tels : chapes ; chasubles; canons d'autels; nappe d'anitel, de communion; aubes ; étôles ; humerai; surplis de prêtre et d'enfants de c h œ u r ; garniture d'autel (chandeliers et candélabres) ; ciboires; ostensoirs; lutrin ; patène. Matériel d'incendie : moto-pompes; tuyaux; casques; masques; vêtements; accessoires aux appareils, etc. Achat et réparation des compteurs à gaz et électricité. Achat et réparation d'appareils de chauffage et électriques. Achat er réparation des compteurs à eau.
9 Januari 1948. Machines voor het doorziften der soep. Vleeshakmachines. Koffiemolen met electrische motor. Gereedschap : vijlen; hamers; tangen; kabels; ijzerdraad. Gereedschap : ivan de leidekker; van de blikslager; tvan de smid ; van de hovenier; ivan de metser ; •van de schrijnwerker; van de kasseier; van de schilder; van de plafonneerder; van de loodgieter; van de slotenmaker; van de giazenmaker. Bankschroeven. Werkbanken voor het werkhuis. Schragen. Aambeelden. (Grote) s ch r o e f sn i j -i j zers. Draagbare smidsen. Boormachines. ' Brijzelmachines voor klewren. Gereedsch'apsrekken. Grote smidsblaasbalgen. Olie voor naaimachmes. NaaMen voor naaimachines. S'poe'len- voor naaimachines. Electrische motoren. Borstels voor electrische motoren. , Belangrijke voorwerpen die voor de eredienst dienen zoais : kappere; ka'zuifels; altaarcanonbonden'; altaar-, communiedoek; alben; stolen; amict; eitpenpli van priester en koorknaap; a'itaarversierselen (kandelaans en karïdelabers) ; ci'bories; monstransen; zanglessenaar; pateen. Brandweermaterieel : inotopompen; 'buizen; helmen; maskers; kledingstukken; bijbehorigheden voor de apparaten, enz. Aankoop en herstelling van gas- en electriciteitsmeters. Aankoop en herstelling van verwarmings-apparaten en electrische apparaten, Aankoop en herstelling van watermeters.
21
22
9 janvier 1948. B. Mobilier.
Achat, réparation et entretien : a) mobilier de bureau : tables, chaises, fauteuils, pupitres-bureaux, armoires, etc.; b) mobilier classique : bancs, tableaux, pupitres, etc.; c) mobilier à l'usage des des détenus : armoire, chaise, chaise percée, encoignure, lit-table, lit de fer, lavabo, table, table de nuit; d) mobilier à l'usage des surveillant(e)s ou des religieuses surveillantes : armoire, chaise, lavabo, lit en fer, lit avec sommier, porte essuie-mains, table, table de nuit; é) drapeaux, serrures, clefs, cadenas, vis, clous, rivets, boutons, écrous, charnières, briquets, seaux, bassins, pendules, œuvres d'art, cireuses électriques, brosses à cirer, aspirateurs, échelles, escabeaux, bancs de pieds, poêles, grilles pour poêles, installation de chauffage central, poubelles, séries de poids. C. Travaux d'entretien des locaux. .Entretien' et réparation des locaux. Enitretien et réparation des toitures. Ramonage des cheminées. Nettoyage et remplacement des vitres. Tapissage. Stores, rideaux, tentures. Peinture intérieure. Achat de couleurs. Achat de brosses à peindre et pinceaux. Achat de brosses à chaux. Achat de sable blanc. Matériaux divers. Ingrédients. Cours et jardins : plantes d'ornementation, pots à fleurs, semences de fleurs, de sga'zon, arbres fruitiers ou autres, gravier, taille des arbres. Nettoyage des locaux : Brosses : à 'balayer à main:, à balayer à maniche, à écurer à main, à écurer à manche. Manches de brosses, nattes et paillassons, savon mou brun, savon en poudre, rammassetites, poudre à écurer, cristaux soude ou soude iSoivay, agite et papier émeri, torchons et serpillière, peaux de chamois, plumeaux, pompes à nettoyer l'es 'vitres. Coût de plans se rapportant aux bâtiments. D. Travaux d'entretien des appareils de chauffage, d'éclairage, de téléphonie intérieure. Poêles. Chauffage central : chaudières, tube indicateur, boilers, etc., grilles pour chaudières. Charbon de bois, charbon, de forge. Cuisinière a u gaz. Placement d u compteur à gaz eit d'électricité. Coût du placement de la canalisation. Lustres. Appareils portatifs. Interrupteurs. Fils électriques. Fusibles. Toutes fournitures pour l'éclairage.Globes de lampes. Lampes (ampoules) électriques lorsqu'il s'agit d'une 'première installation ou d'un complément- d'installation. Lampe à vapeur de mercure (pour le service photographique). Lignes électriques et sonneries. Piles électriques pour sonneries. 1
9 Januari 1948.
23
B. Mobilair. Aankoop, herstelling en onderhoud : a) kantoormeubelen : tafels, stoelen, zetels, lessenaars-schrijftafels, kasten, enz. ; b) meubelen voor schoolgebruik : banken, borden, lessenaars, enz.; c) meubelen ten behoeve van de gedetineerden : kast, stoel, kamerstoel, hoekkast, fafelbed, iizeren bed, wastafel, tafel, nachtiafel; d) meubelen ^ten behoeve van de bewaarders (-sters( of van de geestelijke bewaarsters : kast, stoel, wastafel, ijzeren bed , beû met matras. handdoekrek, tafel, nachttafel; e) vlaggen, sloten, sleutels, hangsloten, vijzen, nagels, klinknagels, bouten, moeren, scharnieren, hengsels, •emmers, kommen, pendules, kunstwerken, electrische boerfders, boenborstels, stofzuigers, Iaddere, schabellen, voetbanken, kachels, roosters voor kachels, installatie van centrale .verwarming, vuilnisibakken, reeksen gewichten. 1
C. Werken tôt onderhoud' van de lokalen. Onderhoud en herstelling van de lokalen. Onderhoiud en iherstellïng van de daken. Vegen der schoorsienen. Reinigen en vervangen van* de ruiren. Behangen. Stores, hanggordi'jnen, gordijnen. Binnenscbildering. Aankoop van verf. Aankoop v a n schiederborstels en penselen. Aanikoop van kalkborstels. Aankoop van wit zand. Divers materiaak Ingrédient en. Kôeren en tuinen : sierplaten, bloempotten, bloem- en graszaad, fruitbomen en andere, grint, snoeien der bomen. Reiniging der lokalen : Handkeérborstels, keenborstete met siteel, handsehuu>rboirstds, schuurborstels met steel. Borstelsteten, matten en vloermatten, zachte bruinie zeep, zeeppoeder, vuil'blikken, •schuurpoeder, soda- of sol.vay- sodakrisitaUen, schuurdioek en -papier, dweifen en- dweilenstof, zeemvellen', vedenstoffers, pompe n voor het reinigen. der ruiten. Kosten voor de plans in.'verband met de gebo'uwen. D. Werken tôt onderhoud van de verwarmings-, verlichtings- en huistelefoontoesfellen. Kache'ls. Centrale verwarming : ketels, peilbuis, boiters, enz., roosters voor keteis. Houtskool, smeedkool. Gaskooktoestel. Plaaitsen .van de gasmeter en de electriciteitsmeter. Kosten voor het plaatsen varo de leiding. l.uchters. Draagbare apparaten. Schakelaars. Electrische draden. Smeltzekeringen. Aile leveringen voor de verlichting. Peren van gloeilamipen (ballons). Electrische lampe n (peren) wanneer het gaat om een eerste installatie of om een biikomende installatie. Kwikdamplamp (voor de photographische dienst). Electrische lijnen en belinrichti'ngen. Electrische bafterijen voor hellen.
24
9 janvier 1948.
Téléphonie intérieure (renouvellement et entretien de l'installation), achat, placement et réparation. • Achat et réparation, de microphones. Achat pour installations téléphoniques. Fournitures pour laboratoires. Destruction de rongeurs . (rats., souris, mulots, etc. : pièges, boîtes ratex, blé empoisonné, etc.). Produits pharmaceutiques (boîtes de secours).. Salaires des détenus employés aux travaux d'entretien, du. mobilier et des bâtiments'. Articles 14 : Prisons. 40-9 : Centres d'internement. Habillement et équipement des surveillants. Armement du personnel : Képis, vareuses d'été ou d'hiver, burnous avec capuchon, pèlerine avec capuchoni, pantalon de drap et de coutil', cols eni lastàng, gants, chemises, caleçons, gilets de molleton., chaussettes, chaussures, salopettes (surveillants des travaux), revolvers, cartouches, matraques, casse-tête, sifflets. 1
Art. 7. 4. Achats de publications. Abonnements aux journaux. 5. Autres fournitures de bureau. C. Prisons. Art. 8. Dépenses d'équipement et de renouvellement. 1. Travaux et fournitures pour l'équipement des locaux, pour le matériel, le mobilier et toutes dépenses de même nature. C. Prisons. C'est au présent article et après accord préalable de la 3' section, 3° bureau, que doit' être imputé tout achat de mobilier. Quel' qu'en soit l'imiport, la facture sera liquidée' par bordereau 170. 2. Achats de voitures-automobiles pour les services de l'Etat. C. Prisons. Art. 9. Publications effectuées par le département. C. Prisons. Art. 10. Dépenses afférentes aux déplacements du personnel. ,1. Abonnements- sur les réseaux de transports. C. Prisons. 2. Titres de transport de ta S. N . C . F. B . et de l a S. N . C. F. V . C. Prisons. 6. Frais de route et de séjour. C. Prisons. Art. 17. Dépenses de prévoyance sociale et de bienfaisance. 1. Nourriture et entretient des détenus dans les prisons, ainsi que des récidivistes et anormaux internés eni vertu de la loi de défense sociale. T'ransfèreme.nts de certains d é t e n u s ou internés- par correspondance extraordinaire et frais de voyage de leurs gardiens. C. Prisons. 'Nourriture et entretien, des- détenus dans l'es prisons, des récidivistes et anormaux internés en. vertu de la loi- de défense sociale, des internés dans les centres d'internement. Frais d'entretien des détenus et internés transférés momentanément dans les cliniques et hôpitaux (y compris honoraires du chirurgien). Frais de services d'obit célébrés à la mémoire de membres du personnel. Frais de funérailles des détenus indigents et d'exécution des sentences de condamnation à mort.
9 Januari 1948.
25
Huistelefoon (hernieuwing en onderhoud van de installatie), aankoop, plaaïsing en herstelling. Aankoop en herstelling van microfonen. Aankoop voor telefonische installâmes. Leveringen voor laboratoria. Verdelging van knaagdieren (ratten, mui-zen, veldmuizen, enz. : vailen, dozen ratex, vergiftigd graan, enz.). Pharmaceutische producten (verbandkisten). Lonen van de gedetineerden voor on'derhoudswerken aan meubilair en gebouwen. Artikelen 14 : Gevangenissen. 40-9 : Interneringscentra. Kleding en uirrusting der bewakers. Wapening van het personeel. Képi's, zomer- of wintertruien, 'burnu's met kap, schoudermantels met kap, broek uit laken of tijk, boordjes in las-ring, handschoenen, hemden, onderbroeken, moltonnen ondervesten,, sokken, schoenen, morspakken (opzichters van de werken), revolvers, pa.tron.en, gummi-knuppels, wapenstokken, fluitjes. Art. 7. 4. Aankopen van publicaties. Dagbladabonnementen. 5. Andere bureelbenodigdheden. C. Gevangenissen. Art. 8. Uitgaven- voor uiitrusting en vernieuwing. 1. Werken en leveringen voor de uitrusting der lokalen, voor het materieel, het meubilair en aile uitgaven: van dezelfde aard. C. Gevangenissen. e
Het is op onderhavig artikel, en na voorafgaand akkoord van de 3 sectie, 3 buree!, dat etke aankoop van: meubilair moet gelast worden. Wélk er ook het bedrag van zij, de factuur zal door middel van een borderel 170 vereffend worden. 2. Aankopen. van au'torijtuiigen voor de diensten van de'Staat. C. Gevangenissen. e
Art. 9. Door het département uitgevoerde publicaties. C. Gevangenissen. Art. 10. Uitgaven in verband met de verplaatsingen van het personeel. 1. Abonnementen op de verkeersnetten. C. Gevangenissen. 2. Vervoerbewiizen van d e N . A I B. S. en de N . M . V . B. C. Gevangenissen. 6. Reis- en verblijfkosten. C. Gevangenissen. ,
Art. 17. Uitgaven voor sociale voorzorg en armenzorg. 1. Voeding en onderhoud van de gedetineerden in de gevangenissen alsmede van de krachtens de wet tôt bescherminig der maatschappij geïnterneerde recidivisten en abnormalen. Overbrenging van sommige gedetineerden of geïniterneerden per buitemgewone correspondenrie en reiskosten van hun bewaardens. C. Gevangenissen. Voeding en onderhoud van de .gedetineerden in de .gevangenissen, van de krachtens de wet tôt bescherming van de maat&c'happij geïnterneerde recidivisten en abnormalen, van de geïntern'eerden in de interneringsceivtra. Onderhoudskosten ivan de gedetineerden. en. geïnterneerden, momenteel naar klinieken en hospitalem overgebracht (er in begrepen de erelonen van de chirurgen). Kosten voor de jaargetijden, op.gedragen ter nagedachtenis van de leden van het personeel. Bègrafenisonkosten van behoeftiige gedetineerden en uitvoerirfg van de veroordelingen tôt de doodstraf. 1
26
9 janvier 1948.
(Indemnité annuelle accordée à l'aumônier et destinée à couvrir les achats d'articles du culte (bougies, bobèches, calendriers liturgiques ou directoires, cierges, hosties, saintes huiles, buis, encens, storax, vin de messe). En général toutes dépenses relatives : 1" 2° 3" 4° 5" 6" 7" 8"
à la nourriture; à la .propreté ; aux articles divers; au culte; à la pharmacie; à l'école; à 1'haibiilemeut et coucher des détenus; tous,frais accessoires.
Frais de radiographie (y compris honoraires éventuels de l'opérateur). Appareils de prothèse ou d'orthopédie. Salaires des détenus employés aux travaux domestiques. Toute dépense relative au transport de personnes (y compris le personnel). Frais et indemnités ides agents d'escorte (coupons inclus), soit : A. Frais de transfèrements par voitures cellulaires. B. Frais de transport devant une commission psychiatrique. C. Frais de transfèrement par correspondance ordinaire (mémoires de débours de la gendarmerie). D. Frais de transfèrement par correspondance extraordinaire à la requête des fonctionnaires de l'administration des prisons (ordre purement administratif) et frais de voyage de leurs gardiens. E. Frais de transfèrement dans les cliniques, hôpitaux, asiles. F. Coût des coupons remis aux d é t e n u s indigents, libérés. Location, et entretien! des voitures cellulaires hippomobiles. Articles de propreté. Aiguières et bassins, assiettes, brosses à habits, à ongles., à lessiver, carafe avec 'verre, crachoirs, cuillers, fourchettes, gamelles, peignes à Cheveux, portepeiig.ne, poudre à lessiver, savon mou ou dur pour lessive, cristaux soude et soude Solvay pour trempage du. linge, .instruments à l'usage d'un barbier (blaireaux, rasoirs, cuir à rasoir, savon pour la barbe, poudre à raser, pierre alun', tondeuse, ciseaux ide coiffeur), savonnières, vases inodores et sièges pour vases inodores, vases de nuit, verres à boire, seaux avec couvercle. Articles divers. Les ustensiles de peu d'importance et. menus objets' à l'usage de la cuisine et de la dépense tels que : bacs à cendres, à épluchures et à ordures, bacs à hacher, baquets, boîtes à tampons pour marquer le linge, jeux de marques (lettres et chiffres), bouilloires, cafetières, casseroles, couteaux, cruches et cruchons, pots en g r è s , cuillers à distributions, coupe-légumes, écuelles, écuimoirs, entonnoirs, fusils et scies de bouchers, haches à viande, hachoirs, 'laotomètres, 'fèclie-frites', louches, marmites, mesures diverses, moulin' à café et à poivre, paniers, passoires', pèse-bière, pèse-vinaigre, pelles en bois ou en fer blanc pour denrées, poêlons, petits bidons, petits bacs à distributions, poêles à frire, robinets pour tonneaux, tamis, théières, tire-bouchons, tonnelets. Les outils et matières premières pour cordonniers, ficellespour matelassiers, ficelle et corde pour emballage, cadrans pour horloge-contrôle, ciseaux pour tailleurs et -ravaudeurs, claies pour matelassiers, planches à lessiver et à repasser, de tailleurs, petits planchers mobiles pour cellules, thermomètres, biberons,
9 Januari 1948.
27
Jaarlijkse vergoeding toegekend aan de aalmoezenier en bestemd voor de aankoop van voorwerpen voor de eredienst (kaarsen, kaarshoedjes, liturgische kalenders of directoria, waskaarsen, hostiën, heilige oliën, palm. wierook, storax, miswijn). In het algemeen aile uitgaven in verband met : 1" de voeding; 2" de reinheid; 3" de diverse artikelen ; 4" de eredienst; 5° de apotheek; 6° de school.; 7" de kledij en- het beddegoed voor de gedetineerden; 8" aile bijkomende kosten. Onkosten van radiographie (met inbegrip van de eventuële erelonen van de operateur). Prothesis- of orthopaedische toes'tellen. Lonen van. de gedetineerden voor huiswerk. Aile onkosten met betrekking op het vervoer van personen (met inbegrip van het personeel). Onkosten en vergoedingen van de begeleiders (reisbiljetten inbegrepen), hetzij : 1
A. Kosten van overbrengingen per celrijtuigen. B. Kosten van vervoer voor een psychiatrische commissie. C. Kosten van overbrenging (per gewone correspondentie (memorie van voorschot van de rijkswacht). D. Kosten van overbrenging (per buitengewone correspondentie op verzoek van de ambtenaars van het Bestuur der gevangenissen (zuiver bestuuriijk bevel) en reiskosten- van hun bewaarders. E. Kosten van overbrenging naar klinieken, hospitalen, gestichten. F. Prijs der biljetten afgegeven aan behoeftige, vrijgestelde gedetineerden. Huren en, onderhoud van hi'ppomobiele celrijtuigen. Reintieidsartikeien. Waterkruiken en waskommen, borden kleerborstels, nagel'borstels, wasborstels, karaf met glas, spuwbakje, lepels, vorken, eetketeltjes, haarkammen, kambakje, w'aspoeder, zachte of barde zeep voor het wassen, soda- of Solvaysodakristallen voor het weken van het Iinnen, werkgerei voor de barbier (scheerkwasten ,scheermessen, Ieder voor scheermes, scheerzeep, scheerpoeder, aluinsteen, tondeuse, haarkappersscharen), zeepbajes, reukeloze potten en brillen voor reukeloze potten, kamerpotten, drinkglazen, emniers met deksel. Diverse artikelen. Weinig belangrijk gerei, klein gerei van keuken en provisiekamer zoals : as-, afval- en vuilnisbakken, kapborden'bakken, tampondozen voor het merken van het Iinnen, stelmerken (letters en cijfers), moren, koifiepotten, kastrollen, messen, kruiken en kruikjes, stenen potten, lepels voor de verdelingen, groenten^ hakker, kommen, sclruimlepels, trechters, aanzetstalen en zagen voor beenhouwers, vleesbijlen, hakmessen, lactometers, druippannen, poHepels. ketels, verschillende maten, koffie- en pepermolens, manden, zeven, bierwcger, azijnweger, houten of witijzeren schopipen voor waren, pannen, kleine potten, baies voor verdelingen, braadpannen, kranen voor tonnen, teemsen, theepotten, kurtentrekkers, vaatjes. Werktuigen en gronidstoffen voor sclioenmakers. touw en koord voor de verpakking, touw voor matrassenmaker, wijzerplaten voor contrôleklok, scharen voor kleermakers en versteliers, la'twerk voor matrassenmakers, was- en strijkplanken, kleermakersplanken, voetplankjes voor cellen, thermometers, zuigflessén,
28
9 janvier 1948.
layettes, toiles cirées pour lits-, cartabelles, tableaux de maximes et réflexions, tableaux des membres des commissions administratives, des avocats, tarifs de la cantine, extraits des règlements avec cadres, les plaques numérotées (numéro de cellules et plaques matricules des détenus). Formol, crée-line, cercueil, black varràsh, crésylol savonneux. Agrafes .et œillets, aiguilles à coudre à main, aiguilles à remailler, pour selliers, boucles en- métal pour pantalons, boutons -divers, chaînettes, coton à faufiler, craie de Paris, cuir, dés à coudre, fil à coudre, fil de 'ten. iNaphtal-ine, fly-tox et pulvérisateur, ouate de tailleur. Paniers en osier ou en. rotin, /pinces à linge, platines, plomb à sceller et pince à sceller, ruban- gris, soutache, toile d'emballage, .papier d'emballage, paille pour silos, paille pour paillasses, zostère, laine pour matelas, oreillers et traversins. Articles pour le culte. Amicts, bénitiers, boîtes pour calice et pour hosties, braises, bonnets carrés, bourses pour Saint Sacrement, burettes avec plateau, carrés de -toile blanche, ceintures et cordons d'aubes, chapelets, catéchismes, collets d'étoles, corporaux, crucifix pour cellules, essuie-mains, lavabos et serviettes, garniture de table, éte-ig-noirs, huile .pour sanctuaire, livres de missions, livres de prières, mouchettes, mouchoirs de poche, manuterge, pales, purificatoires, scapul-aires, signets pour missels, vases à ablutions, etc. Articles peur la. pharmacie. En plus des médicaments : Aiguilles de Pravae et autres, appareils pour la transfusion du. sang, bains d'yeux, bassins de lit, bassins .pour saignées, béquilles, bistouris, bocaux, boutelles, flacons et pots d'officine, cannes, canules, ciseaux, couteaux, cuillers et pinces -pour médecins, daviers, désinfecteurs, éprouvettes, injecteurs, lames palettes, lampes à alcool pour l a pharmacie, lancettes, loupes, marteaux percuteurs, mortiers et pilons, pèse-acides, pèse-alcool, pèse-éther, pèse-urines, porte-aigurtles, portenitrate, pulvérisateurs-, scarificateurs, scies à amputations, seringues, soudes, spatules, spéculums, stylets, thermomètres -médicaux, tubes œsophagiens, urinaux, ventouses, verres gradués. Jeu de verres à lunettes à l'usage de l'oculiste, yeux artificiels., membres artificiels, bandages herniaires, bouts en. caoutchouc pour cannes et béquilles, lunettes. .Sucre pour préparation- des médicaments. Articles pour l'école. Ardoises, craie, cahiers, crayons noirs, é p o n g e s pour ardoises ou pour tableau, encre, encriers, livres classiques, touches, «tic. Habillement et coucher des détenus. .Bérets .de draip ou de toile, bonnets de jour ou. de nuit, bas de laine, babouches en cuir ou chaussons en lisières, blouses de toile bleue, chemises de toile blanche ou écrite, camisoles de toile blanche ou écrue, camisoles de .dessous, caleçons de dimitte, combinaisons femmes, chaussettes de laine, capuchons, cravates, corselets, capotes d'étoffe pour malades, fichus de cou, galoches, jaquettes d'étoffe, jupons de dessous, jupes d'étoffe, mouchoirs, pantalons de toile ou d'étoffe, pantalons de dimitte (femmes), pantalons de travail (pilou ou toile bleue), tabliers, vareuses d'étoffe, vestes de toile (été), vestes ide travail (pilou ou toile bleue), sabots, salopettes, pantoufles (pour malades). Toiles -de paillasses, toiles de traversins, 'draps de lit toile écrue, couvertures de laine ou.de coton-, essuie-mains toile écrue. Toiles de matelas, de traversins, d'oreillers, draps de lit toile blanche, essuiemains toile blanche, couvertures de laine, rideaux de lit toile blanche (religieuses surveillantes). 'Réservés pour l'usage des employés de garde, des surveillants et surveillantes de l'infirmerie et de la' pistole. Les pantalons et vestes de toile bleue ou de toile écrue destinés aux surveillants boulangers, cuisiniers, chauffeurs) (chauffage central), etc. Les cache-poussières (blouses) des médecins, surveillantes infirmiers ou de l'annexe psychiatrique. 1
9 Januari 1948.
29
luiermanden, wasdoeken, voor bedden, wandplaten, borden met kenspreuken en gezegden, lijsten van de leden van de commissiën tôt beheer, van de advocaten, tarieven van de kantien, uittrekstis van de reglementen met omiijsting, de genummerde platen (nummer van de cellen en naamplaten van de gedetineerden). Formel, creoline, doodkist, black varnish, schuimend cresylol. Haken en ogen, naalden voor handnaaiwerk, maasnaalden, naalden voor zadelmakers, metalen gespen voor broeken, verschillende (soorten) knoppen, kettin.kjeï, driegkatoen, krijtwit, Ieder, vingerhoeden, naaigaren, vlasgaren. Naphtaline, flyitox en verstuiver, kleermakerswatten. Tenen manden en rotti-ngmanden, wasgoedknijpers, platen, zegellooJje en zegtltan'g, grauw linf, opiegsel, paklinnen, p&kpapier, stro voor kurlen. stro voor strozakken, zeegras, wol voor matrassen, oorkussens en peluws. Artikelen voor de Eredienst. Amicien, wijwatecvaten, dozen voor kelk en hostiën, houtskool, vierkante bonnetten, beursjes voor het Heilig Sacramen.t, ampirtlen met lavabobtaadje, vierkanten in wit Iinnen, 'gordels en cingels voor koorhemden, paternosters, catechismussen, stoolkragen, altaardoeken, kruisbeelden voor cellen, handdoeken, wasstelien en servetten. ka'arsdc-mpers, tafe'lbekleding, olie voor Gods'lamp, boeken van de missiën, kerkboeken, snuiters, zakdoeken, manutergium, pal la's, kelkdoekjes, schapulieren, bladwijzers voor missalen, abblutiewazen, enz. ;
Artikelen voor de apotheek. Buiten de geneesmiddelen- : Pravaz- en andere naalden, apparaten voor bloed'transfusie, oogbaden, bedkommen, ibekkens voor aderlafi'ngen, krukken, operatiemessen, bokalen, flessen, apotheekflessen en -potten, (wandel) stokken, canules, soharen, messe n, lepels en tangen voor geneesheren, pelikanen, ontsmetters, proefbuizen, inspuittoestellen, pal'etmessen, alcohoHampen voor de apotheek, lancetmessen, vepgrootglazen, percussiehamer, mciiieren en stampers, zuurweiger, alcohohveger, etherweger, urineweger, naaldenkoker, nitraatbakje, verstuivers, kopsnepper, zaag voor afzettingen, spuitjes, peilstiften, strijkmessen, spéculums, peilnaalden, geneeskundige thermometers, slokdarmbuizen, urinaals, laatkoppen, meetglas. •Stel britglazen voor de oagarts, kunstogerr, kunstledeinaten, breukbanden, caoutchotic-tôppen voor stokken en krukken, brillen. Suiker vO'Cr het bereiden van de geneesmiddelen. Artikelen voor de school. iLeien, k ri jt, schriften, zwarte potloden, sponsen voor teien of voor het bord, inkit, inktipotten, schoolboeken, griffefc, enz. Kledij en beddegoed voor de gedetineerden. 'Laken of Iinnen bavette n, dag- of nachtmutsen, wollen kousen, lederen muilen of pantoffels in zelfkaw, •blauw Iinnen kielen, hemden in wit of ongebleekt Iinnen, onderlijfies, dimitten onderbroeken, combinaisons voor vrouwen, wollen sokken, kapperi, ' kravatten, keurslijfjes, stoffen mantels voor zieken, Iralsdoeken, overschoenen, stoffen pakken, onderrokken, stoffen rokken, zakdoeken, Iinnen of stoffen broeken, dimitten broeken (vrouwen), werbroeken (pillow of i M a u w Iinnen), schorten. stoffen truien, Iinnen jassen (zomer), werkjassen (pillow of blauw Iinnen), klompen, morspakken, pantoffels (voor zieken). Tijk voor strozakken, tijk voor peluwen, beddelakens in ongebleekt Iinnen, wollen of katoenen dekens, handdoeken in ongebleekt Iinnen. Tijken voor m a t r a î s t n , voor peluwen, voor hoofdkussens, wit Iinnen voor beddelakens, wit linr.en voor handdoeken, wollen dekens, wit Iinnen. voor bedgordijnen (voor bewaarsters-kloosterzusters). Gebruik voorbehouden aan het personeel van wacht, aan de bewaarders en bewaarsters van de ziekenzaal en de pistole. De broeken en jassen in blauw of ruw Iinnen bestemd voor de bewaarders bakkers, koks, stokers (centrale verwarming), enz. De stofjassen (blouses) van de geneesheren, bewaarders ziekenverplegers en van de psychiatrische afdeling.
30
12 janvier 1948.
LIQUIDATION DES FRAIS RÉSULTANT D E L'OPPOSITION F O R M É E C O N F O R M É M E N T A L ' A R T I C L E 4 D E L ' A R R Ê T É - L O I D U 19 S E P T E M B R E RELATIF A L'ÉPURATION CIVIQUE.
1945,
e
Secr. g é n , 3° sect, 3 b u r , litt. A. D., n° 188. Bruxelles, le 12 janvier 1948. M. le Procureur général près la Cour de cassation, MM. les Procureurs généraux près les Cours d'appel, J'ai l'honneur de vous informer que, lorsqu'à la suite de l'opposition formée conformément à l'article 4 de l'arrêté-loi du 19 septembre 1945, relatif à l'épuration civique, les frais d'opposition sont mis à charge de l'Etat par une décision définitive, ceux-ci sont imputables sur le crédit des frais de justice répressive. En vue de leur liquidation, il convient, d è s réception de la demande en remboursement, de dresser un état à soumettre à la taxe du président de la juridiction qui aura statué en dernier ressort. Cet état, qui comprendra éventuellement les frais des diverses instances, a c c o m p a g n é d'un extrait du jugement ou de l'arrêt coulé en force de chose jugée, sera transmis au greffe correctionnel pour être liquidé au moyen des fonds mis à sa disposition pour le paiement des frais de justice répressive urgents. Le Ministre, P.
STRUYE.
ÉDIFICES CLASSÉS D U C U L T E . — T R A V A U X D ' E N T R E T I E N , D E CONSOLIDATION OU D E RESTAURATION. — RÉPARTITION DES FRAIS.
Administration des cultes, dons et legs, fondations, 2° sect, n° 20375C. Bruxelles, le 12 janvier 1948. Rue des Quatre-Bras, 13. A MM. les Gouverneurs de province. J'ai l'honneur de porter à votre connaissance la nouvelle procédure en matière de répartition, entre les administrations publiques, des frais relatifs aux travaux d'entretien, de consolidation ou de restauration nécessaires pour la conservation de la valeur historique ou artistique des édifices classés comme monuments et affectés au service public ou légal du culte. En vertu de l'article 2 de la loi du 7 août 1931 sur la conservation des monuments et des sites, les frais relatifs aux travaux de l'espèce doivent être couverts par l'Etat, la province et la commune, sous réserve, par application des articles 1" et 37 du décret du 30 décembre 1809, de l'intervention de la fabrique d'église intéressée, si celle-ci possède des revenus disponibles à cette fin. Conformément à l'article précité de la dite loi, les conditions et proportions des parts de l'Etat, de la province et de la commune sont fixées par a r r ê t é ' r o y a l . J u s q u ' à présent, les arrêtés de l'espèce n'ont été pris q u ' a p r è s l'achèvement des travaux et la fixation par le Ministère des Travaux publics du montant définitif du coût des travaux approuvés. Comme le gouvernement provincial n'était pas mis en possession, avant l'achèvement des travaux, d'un arrêté portant la répartition susdite, la Cour des comptes ne pouvait admettre le paiement d'acomptes sur la part de la province clans les frais des travaux. A défaut de pareil arrêté, certaines communes s'abstenaient également de procéder au paiement d'acomptes sur leur part.
12 Januari 1948.
31
VEREFFENING V A N D E KOSTEN V A N VERZET, G E D A A N O V E R E E N K O M S T I G A R T I K E L 4 V A N D E B E S L U I T W E T V A N 19 S E P T E M B E R BETREFFENDE EPURATIE INZAKE BURGERTROUW. e
1945
r
A l g . secr, 3° sect, 3 b u r , litt. A. D., n 188. Brussel, de 12 Januari 1948. Aan de heer Procurciir-generaal bij het Hof van verbreking, Aan de heren Procureuren-Generaal bij de Hoven van beroep. Ik heb de eer u ter kennis te brengen dat wanneer ten gevolge van het verzet gedaan overeenkomstig artikel 4 van de besluitwet van 19 September 1945 betreffende epuratie inzake burgertrouw, de kosten van verzet bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing ten Iaste van de Staat worden gelegd, bedoelde kosten aanrekenbaar zijn op het krediet der gerechtskosten in strafzaken. Met het oog op de vereffening er van, dient bij de ontvangst van de aanvraag tôt terugbetaling, een staat opgemaakt, welke aan de voorzitter van de rechtsmacht die in hoogste aanleg uitspr'aak heeft gedaan, ter begroting moet voorgelegd worden. Die staat welke eventueel de kosten van de verschillende instanties zal behelzen, samen met een uittreksel uit het vonnis of het arrest dat in kracht van gewijsde is gegaan, moet aan de correctionele griffie worden overgelegd opdat hij zou worden vereffend door middel van de gelden te harer beschikking gesteld ter betaling van de dringende gerechtskosten in strafzaken. De Minister, P.
STRUYE.
GERANGSCHJKTE GEBOUWEN VAN D E EREDIENST. — W E R K E N V A N ONDERHOUD, VERSTEVIGING OF HERSTEL. — VERDELING VAN D E KOSTEN.
Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen, r
2' sect, n 20375C. Brussel, de 12 Januari 1948. Vier-Armenstraat, 13. Aan de heren
Provinciegouverneurs.
Ik heb de eer u kennis te geven van de nieuwe procédure inzake de verdeling onder de operlbare besturen, van de kosten der werken van onderhoud, versteviging of herstel nodig tôt het behoud van de historische of artistieke waarde van de als monument gerangschikte en tôt de openbare of wettelijke eredienst aangewende gebouwen. De kosten van soortgelijke werken moeten, krachtens artikel 2 der wet van 7 Augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen, gedekt worden door de Staat, de provincie en de gemeente, onder voorbehoud, bij toepassing van de artikelen 1 en 37 van het decreet van 30 December 1809, van de bijdrage der betrokken kerkfabriek indien deze daartoe beschikbare inkomsten bezit. Overeenkomstig voormeld wetsartikel, worden de voorwaarden en verhoudingen van de aandelen van de Staat, de provincie en de gemeente vastgesteld bij koninklijk besluit. Totnogtoe werd dergelijk besluit slechts getroffen na voltooiing der werken en na vaststelling door het Ministerie van Openbare Werken van het definitief bedrag van de kosten der goedgekeurde werken. Daar het provinciaal gouvernement voor de voltooiing van die werken niet in het bezit werd gesteld van een besluit houdende bedoelde kostenverdeling, kon het Rekenhof geen betaling aannemen van afkortingen op het provinciaal aandeel in de kosten der werken. Bij gebrek aan zulk besluit gingen sommige gemeenten evenmin over tôt de uitkering van afkortingen op hun bijdrage.
32
12 janvier 1948.
Il s'ensuit que les administrations communales et fabriciennes, maîtresses de l'ouvrage, surtout les administrations fabriciennes, éprouvent de grandes difficultés à payer, au cours de l'exécution des travaux, des acomptes aux entrepreneurs et aux architectes. En vue de remédier à ces difficultés, il sera pris dorénavant deux arrêtés royaux successifs pour régler la répartition des frais dont il s'agit.
Le premier a r r ê t é interviendra a p r è s que le Ministère des Travaux publics aura approuvé le montant de l'adjudication. Cet arrêté, qui déterminera seulement la proportion des parts des administrations publiques, servira de base au paiement, par l'Etat (Ministère des Travaux publics, la province et la commune), d'acomptes sur leurs parts respectives. Pour le paiement d'acomptes sur la part de la province, il y aura lieu de procéder comme suit : Le dossier d'avancement des travaux constitué en vue du paiement d'un acompte sur la part de l'Etat — dossier qui, j u s q u ' à présent, était établi en trois exemplaires et qui devra désormais l'être en cinq exemplaires — sera soumis aux a u t o r i t é s supérieures par la voie hiérarchique, conformément au n" 11 de la circulaire n° 1034, du 13 mars 1947, à savoir : le gouvernement provincial, l'administration provinciale de l'urbanisme, le Ministère des Travaux publics (administration centrale de l'urbanisme). L'administration centrale de l'urbanisme est d'accord sur cette procédure. Lorsque la Cour des comptes aura visé l'acompte proposé sur la part de l'Etat, le Ministère des Travaux publics (administration centrale de l'urbanisme) me transmettra deux exemplaires du dossier d'avancement des travaux et me fera connaître en même temps la date et le numéro du visa de la Cour des comptes. J'aurai soin de vous faire parvenir ces renseignements avec les deux exemplaires du dossier d'avancement des travaux, pour permettre le paiement d'un acompte sur la part de la province. Les documents que vos services devront communiquer à cette fin à la Cour des comptes sont : 1" une expédition de l'arrêté royal fixant notamment la proportion de la part provinciale; 2° une expédition de l'arrêté de la députation permanente du conseil provincial allouant la dite part; 3° une note du gouvernement provincial contenant les renseignements susvisés et fournis par mes soins ainsi que toutes indications permettant de retrouver dans les archives de la Cour des comptes les pièces produites en vue du paiement d'un acompte sur la part de l'Etat; 4° un des deux exemplaires du dossier d'avancement des travaux, renvoyé par mon département. Le second exemplaire de ce dossier d'avancement sera transmis par vos services à la maîtresse de l'ouvrage (commune ou fabrique d'église), en vue du paiement d'un acompte sur la part de la commune.
Le second a r r ê t é sera pris a p r è s l'achèvement des travaux et lorsque le Ministère des Travaux publics aura fixé définitviement le coût réel des travaux approuvés. Ce dernier a r r ê t é fixera le montant exact des parts des administrations publiques et servira de base à la liquidation du solde des dites parts. Je vous prie de bien vouloir communiquer sans retard ces instructions aux administrations fabriciennes et communales de la province. Pour le Ministre : Le directeur général délégué, L.
GRIMONPONT.
12 Januari 1948.
33
Dientengevolge ontmoeten de opdrachtgevende gemeente- en kerkfabriekbesturen, en vooral deze laatste grote moeilijkheden, om, tijdens de uitvoering der werken, afkortingen te betalen aan de aannemers en de bouwmeesters. On aan die moeilijkheden te verhelpen, zal voortaan tweemaal een koninklijk besluit inzake kostenverdeling getroffen worden.
Het eerste besluit zal genomen worden nadat het Ministerie van Openbare Werken het bedrag van de aanbesteding zal goedgekeurd hebben. Dat besluit, hetwelk slechts de verhouding zal bepalen der bijdragen van de openbare besturen, zal als basis dienen voor de uitbetaling door de Staat (Ministerie van Openbare Werken), de provincie en de gemeente van afkortingen op hun respectieve aandelen. Met het oog op de uitbetaling van afkortingen op de provinciale bijdrage dient hiernavermelde procédure gevolgd : Het voor de uitkering van een afkorting op de Staatsbijdrage in te dienen dossier nopens de vordering der werken, — dat totnogtoe in drie exemplaren diende opgesteld, moet voortaan in vijf exemplaren opgemaakt worden, — en aan de hogere overheden voorgelegd langs de bij n 11 van de omzendbrief, n 1034, dd. 13 Maart 1947, voorgeschreven hiërarchische weg, ni. : provinciaal gouvernement, provinciaal bestuur van de stedebouwj Ministerie van Openbare Werken (hoofdbestuur van de stedebouw). Het hoofdbestuur van de stedebouw gaat met die handelwijze akkoord. Nadat het Rekenhof de voorgestelde afkorting op de Staatsbijdrage geviseerd zal hebben, zal het Ministerie van Openbare Werken (hoofdbestuur van de stedebouw) mij twee exemplaren van het vorderingsdossier laten geworden en mij tevens de datum en het nummer van het visa van het Rekenhof mededelen. Die inlichtingen zal ik u met de beide exemplaren van het vorderingsdossier toezenden, ter fine van uitbetaling van een afkorting op het provinciaal aandeel. De d a â r t o e door uw diensten aan het Rekenhof over te maken bescheiden omvatten : 1° een expeditie van het koninklijk besluit waarbij de verhouding onder meer van de provinciale bijdrage bepaald wordt; 2" een expeditie van het besluit waarbij de bestendige deputatie van de provinciale raad bedoelde bijdrage toekent; 3° een nota van het provinciaal gouvernement waarin hugerbedoelde door niij verstrekte voormelde inlichtingen vervat zijn alsmede aile aanduidingen die het mogelijk maken in het archief van het Rekenhof de documenten terug te vinden die ingediend werden met het oog op de uitbetaling van een afkorting op de Staatstoelage; 4" één van beide u door mijn département teruggezonden exemplaren van het vorderingsdossier. Het tweede exemplaar van dat vorderingsdossier dient door uw diensten overgemaakt aan het opdrachtgevend bestuur (gemeente of kerkfabriek) met het oog op de uitbetaling van een afkorting op de bijdrage van de gemeente. r
r
Het tweede besluit zal getroffen worden na de voltooiing der werken en nadat het Ministerie van Openbare Werken de werkelijke kosten van de goedgekeurde werken definitief zal vastgesteld hebben. Dat laatste besluit zal het juiste bedrag der bijdragen van de openbare besturen bepalen en als basis dienen voor de vereffening van het saldo van deze bijdragen. Ik verzoek u die onderrichtingen ten spoedigste ter kennis te brengen van de kerkfabriek- en gemeentebesturen in de provincie. De
Voor de Minister : gemachtigde directeur-generaal, • L.
GRI.MONPONT.
34
23 janvier 1948. PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — MANDAT D'ARRÊT. —
VALIDITÉ.
2° dir. gén,., bureau d'étude, litt. R., n" V I / 1 1 . Bruxelles, le 19 janvier 1948. Toute personne ôcrouée en vertu d'un mandat d'arrêt rendu exécutoire à une date postérieure à celle de sa délivrance, doit être signalée immédiatement au procureur du Roi et au juge d'instruction intéressés. Pour le Ministre : 'Le Directeur g é n é r a i ff., J.
INSTITUTION
DUPRÉEL.
D ' U N E COMMISSION POUR LA REVISION DES DISPOSITIONS E T R É G L E M E N T A I R E S S U R L ' O R G A N I S A T I O N J U D I C I A I R E (1).
RAPPORT
AU
LÉGISLATIVES
REGENT.
MONSEIGNEUR,-
Les dispositions légales concernant l'organisation judiciaire du Royaume sont actuellement éparses dans de nombreuses lois et cette dispersion des textes provoque des difficultés d'interprétation et nuit à la bonne administration de la justice. Une simple coordination des textes, si elle constitue un minimum souhaitable, paraît insuffisante et certaines matières doivent être revisées, refondues et complétées. Toutefois, l'élaboration d'un projet de loi codifiant toute la législation relative aux cours et tribunaux, magistrats, avocats, greffiers, avoués, huissiers, nécessitant non seulement des connaissances scientifiques mais également de l'expérience de la part des rédacteurs, i l paraît nécessaire et indispensable de prendre l'avis des membres les plus qualifiés de notre organisation judiciaire. Le 22 janvier 1853, mon prédécesseur M . Ch. Faider, mis en présence d'une situation identique, soumettait à S . M . le Roi Léopold 1" un projet d'arrêté royal instituant une commission pour la revision des dispositions législatives et réglementaires sur l'organisation judiciaire. Je me suis inspiré de cet arrêté royal pour vous présenter un projet d'institution d'une commission semblable. l'ai l'honneur d'être, MONSEIGNEUR,
de Votre Altesse Royale, le très respectueux et très fidèle serviteur, Le Ministre de la Justice, P.
STRUYE.
A R R Ê T É D U RÉGENT QUI I N S T I T U E U N E C O M M I S S I O N P O U R L A R E V I S I O N DES DISPOSITIONS LÉGISLATIVES ET RÉGLEMENTAIRES SUR L'ORGANISATION JUDICIAIRE.
Bruxelles, le 23 janvier 1948. C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume. A tous, présents et à venir, S A L U T . Considérant que les dispositions légales, concernant l'organisation judiciaire, sont actuellement éparses dans de nombreuses lois et que cette dispersion de textes provoque des difficultés d'interprétation et nuit à une bonne administration de la justice; (1) Moniteur belge, 1948, n" 32.
19-23 Januari 1948.
35
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — MANDAAT VAN ARREST. — GELDIGHEID. r
2° alg. dir., studiebureau, litt. R., n V l / 1 1 . Brussel, de 19 Januari 1948. Iedere persoon, die werd opgesloten krachtens een bevet tôt aanhouding, dat op een latere datum van deze van zijn aflevering is uitvoerbaar gesteld, moet onmiddellijk aan de betrokken procureur des Konings en de betrokken onderzoeksrechter worden ter kennis gebracht. Voor de Minister : De dd. Directeur-generaal, J . DUPRÉEL.
OPRICHTING VAN EEN COMMISSIE VOOR DE HERZIENING VAN DE WETS- EN REGLEMENTSBEPALINGEN OP DE RECHTERLIJKE INRICHTING VERSLAG
(1).
A A N DE REGENT.
MONSEIGNEUR, De wetsbepalingen betreffende de rechterlijke inrichting van het Rijk liggen thans verspreid in talrijke wetten en deze verspreiding van de teksten veroorzaakt moeihjkheden nopens hun interpretatie en schaadt een goede rechtsbedeling. Een eenvoudige samenschakeling van de teksten, ofschoon zij een wenselijk minimum is, lijkt onvoldoende en sommige punten moeten worden herzien, omgewerkt en aangevuld. Echter, daar het uitwerken van een wetsontwerp, waarbij gans de wetgeving betreffende de hoven en rechtbanken, de magistraten, advocaten, griffiers, pleitbezorgers en deurwaarders zou gecodificeerd worden, niet alleen wetenschappelijke kennis, maar tevens ondervinding vanwege de opstellers van die teksten vereist, blijkt het nodig en onontbeerlijk het advies in te winnen van de meest gezaghebbende leden van onze rechterlijke inrichting. Op 22 Januari 1853, legde mijn voorganger, de heer C h . Faider, die voor een zelfde tôestand stond, aan Z. M . Koning Leopold I, een ontwerp van koninklijk besluit voor tôt oprichting van een commissie voor de herziening van de wets- en reglementsbepalingen op de rechterlijke inrichting. 1k heb mij door dit koninklijk besluit laten leiden om U een ontwerp tôt oprichting van een gelijkaardige commissie voor te leggen. 1k heb de eer te zijn, MONSEIGNEUR, van Uwe Koninklijke ttoogheid, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justifie, P. STRUYE.
BESLUIT VAN DE REGENT TOT OPRICHTING VAN EEN COMAtISSIE VOOR DE HERZIENING VAN DE WETS- EN REGLEMENTSBEPALINGEN OP DE RECHTERLIJKE INRICHTING Brussel, de 23 Januari 1948. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk. Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Overwegende dat de wetsbepalingen betreffende de rechterlijke inrichting thans verspreid liggen in talrijke wetten en dat deze verspreiding van de teksten interpretatiemoeilijkheden veroorzaakt en een goede rechtsbedeling schaadt; (1) Belgisch Staatsblad,
r
1948, n 32.
36
23 janvier 1948.
Considérant qu'une simple coordination des textes, si elle constitue un minimum souhaitable, paraît insuffisante et que certaines matières doivent être revisées, refondues et complétées; Considérant qu'il y a lieu pour l'élaboration d'un projet de loi codifiant toute la législation relative aux cours et tribunaux, magistrats, avocats, greffiers, avoués, huissiers, de prendre l'avis de personnes qui réunissent à la fois la compétence scientifique et l'expérience; Sur la proposition du Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et a r r ê t o n s : er
Article 1 . Il est institué près le Ministère de la Justice, une commission c ha r gé e de reviser, de refondre et de compléter les dispositions législatives et réglementaires sur l'organisation judiciaire. La commission comprendra : 1° Une sous-commission des cours et tribunaux.; 2° Une sous-commission des juridictions militaires; 3" Une sous-commission des barreaux; 4" Une sous-commission des avoués et huissiers. Une sous-commission des jurijftctions prud'homales courra être instituée par a r r ê t é ministériel pris conjointement par les Ministres de la Justice et du Travail et de la Prévoyance sociale. r
Art. 2. § l " . Sont nommés membres de cette commission : 1° M M . les premier président et procureur général de la Cour de cassation; 2° M M . les premiers présidents et procureur généraux des Cours d'appel; 3° M M . les premier président et auditeur général de la Cour militaire; de Bruxelles; 4° M M . le président et procureur du Roi du tribunal de première instance de Bruxelles; 5" M M . les juges de paix .des 2° canton de Bruxelles et 1" canton de Schaerbeek; 6" M M . les bâtonniers de l'Ordre des avocats à la Cour de cassation et des Ordres des avocats près les Cours d'appel; 7° M M . les greffiers en chef de la Cour de cassation, des Cours d'appel et de la Cour militaire, et du tribunal de première instance de Bruxelles; M M . les greffiers des justices 'de ipaix de 'Bruxelles 2" canton et de Schaerbeek 1 canton; S° M M . les présidents des chambres de discipline des avoués p r è s les Cours d'appel; 9" M M . les syndics des huissiers p r è s les tribunaux de première instance de Bruxelles, Gand, Liège. er
§ 2. Sont désignés pour faire partie de : 1° ia sous-commission des cours et tribunaux, les magistrats et greffiers cités sous les n " 1, 2, 4, 5, 7 du § 1" du présent article; 2° la sous-commission des juridictions militaires, les magistrats cités sous les n " 1, 3 du § 1" du présent article et M . le greffier de la Cour militaire; 3° la sous-commission des barreaux, M M . les bâtonniers cités sous le n" 6 du § 1" du présent article; 4" la sous-commission des avoués et huissiers, M M . les syndics cités sous les n 8 et 9 du § 1" du présent article; s
s
o s
§ 3. L a commission sera présidée par M . le premier président à la Cour de cassation, ayant comme suppléant, M . le procureur général près cette Cour;
23 Januari 1948.
37
Overwegende dat een eenvoudige samenschakeling der teksten ofschoon zij een wenselijk minimum is, onvoldoende lijkt en dat sommige punten moeten worden herzien, omgewerkt en aangevuld; Overwegende dat een eenvoudige samenschakeling der tektsten codificering van de gehele wetgeving betreffende de hoven en rechtbanken, de magistraten, advocaten, griffiers, pleitbezorgers en deurwaarders, er aanleiding bestaat om het advies in te winnen van personen die terzelfdertijd wetenschappelijke bevoegdheid en ondervinding daartoe bezitten; Op de voordracht van de Minister van Justifie, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Artikel 1. Bij het Ministerie van Justifie wordt een commissie opgericht, belast met de herziening, de omwerking en de aanvulling van de wets- en reglementsbepalingen op de rechterlijke inrichting. De commissie zal bestaan uit : 1" Een subcommissie der hoven enr echtbanken; 2° Een subcommissie der militaire rechtscolleges; 3" Een subcommissie der balies; 4° Een subcommissie der pleitbezorgers en deurwaarders. Een subcommissie der werkrechtersraden zal kunnen worden ingesteld bij een ministerieel besluit dat tegelijk door de Minister van Justifie en de Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg zal worden genomen. Art. 2. § 1.'Worden benoemd tôt lid van die commissie : 1° De heer eerste-voorzitter van het Hof van verbreking en de heer procureur generaal bij dit Hof; 2° De heren eerste-voorzitters van de Hoven van beroep en de heren piocureurs-generaal bij deze Hoven; 3° De heer eerste-voorzitter van het Militair Gerechtshof en de heer auditeurgeneraal bij dit Hof; 4" De heer voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel en de heer procureur des Konings bij deze rechtbank; 5° De heren vrederechters van het 2° kanton Brussel en van het 1" kanton Schaarbeek; 6° De heren stafhouders van de Orde der advocaten bij het Hof van verbreking en van de Orden der Advocaten bij de Hoven van beroep; 7" De heren hoofdgriffiers van het Hof van verbreking, van de Hoven van beroep en van het Militair Gerechtshof en van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel: De heren griffiers van de vredegerechten van Brussel 2° kanton en van Schaarbeek 1" kanton; 8" De heren voorzitters van de tuchtkamers der pleitbezorgers bij de Hoven van beroep; 9" De heren syndici der deurwaarders bij de rechtbanken van eerste aanleg te Brussel, Gent en Luik. § 2. Worden aangeduid om deel uit te maken van : 1° de subcommissie der hoven en rechtbanken, de magistraten en griffiers vernoemd bij de n'" 1, 2, 4, 5, 7 van § 1 van het onderhavig artikel; 2" de subcommissie der militaire rechtscolleges, de magistraten vernoemd bij de n " 1 en 3 van § 1 van het onderhavig artikel en de heer griffier van het Militair Gerechtshof; 3° de subcommissie der balies, de heren stafhouders vernoemd bij n 6 van § 1 van het onderhavig artikel; 4° de subcommissie der pleitbezorgers en deurwaarders, de heren syndici vernoemd bij de n 8 en 9 van § 1 van het onderhavig artikel; § 3. De commissie zal voorgezeten worden door de heer eerste-voorzitter van het Hof van Verbreking, met als plaatsvervanger, de heer procureur-generaal bij dit Hof; r
r s
38
•
26-27 janvier 1948.
M . le président désignera les présidents et présidents suppléants des souscommissions. 11 pourra en tout temps les présider lui-même. § 4. Le secrétariat sera assumé par les fonctionnaires de l'Administration de la Législation et les substituts du procureur du R o i y détachés, ayant spécialement dans leurs attributions l'organisation judiciaire du Royaume. Art. 3. L a commission et les sous-commissions pourront consulter tout membre de l'organisation judiciaire. Art. 4. L a commission se réunira en séance plénière tous les mois au Ministère de la Justice et adressera mensuellement au Ministre de la Justice un état d'avancement de ses travaux. L a commission présentera au Ministre de la Justice dans le délai d'un an un avant-projet de loi sur l'organisation judiciaire du royaume. Art. 5. Les mandats des membres et secrétaires de la commission sont gratuits. Leurs frais de déplacement et de séjour leur sont remboursés conformément à l'arrêté du 28 mars 1946. Les frais de secrétariat sont- supportés par le budget du département de la Justice. CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, P.
STRUYE.
P R I S O N S E T C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . — C O N T R Ô L E DES V I S I T E U R S .
2" dir. g é n , bureau d'études, •liit. R., n" V / l / 1 . (Bruxelles, le 26 janvier 1948. Informé <MM. les directeurs des établissements pénitentiaires que les magistrats qui se présentent dans l'exercice de leurs fonctions judiciaires sont dispensés des formalités prescrites par ma circulaire du 25 juin 1947 (.Bureau d'étude, 93 R / V / l ) lorsqu'ils sont connus par le portier. S'ils ne sont pas: 'connus, par cet agent, ils sont immédiatement initroduitS' auprès du directeur ou de son remplaçant. 1
Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.
P R I S O N S ET C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . —
CORNIL.
INTÉRÊT MORATOIRE.
e
2 dir. g é n , 5° sect, 1" bureau, litt. E , n° 134. Bruxelles, le 27 janvier 1948. Certains fournisseurs impriment, sur leurs factures et autres correspondances, leurs conditions générales de vente. Habituellement, une de ces conditions fixe un intérêt moratoire élevé que le commerçant est en droit d'exiger, sans mise en demeure, pour tout paiement fait après l'échéance. Or, le système de comptabilité de l'Etat ne permet pas toujours le paiement à date fixe, surtout lorsqu'il y a insuffisance de crédit.
26-27 Januari 1948.
39
De heer voorzitter zal de voorzitters en plaatsvervangende voorzitters van de subcommissies aanduiden. Hij zal deze subcommissies te allen tijde zelf mogen voorzitten. § 4. Het secretariaat zal worden waargenomen door de ambtenaars van het bestuur der wetgeving en door de bij dit bestuur gedetacheerde substituut procureurs des Konings, die de rechterlijke inrichting van het rijk in hun bijzondere bevoegdheid hebben. Art. 3. De commissie en de subcommissies zullen ieder lid van de rechterlijke inrichting kunnen raadplegen. Art. 4. De commissie zal iedere maand voltallig vergaderen in het Ministerie van Justifie en zal maandelijks een staat over de vordenng van haar werkzaamheden bij het Ministerie van Justifie indienen. De commissie zal binnen de termijn van één jaar een voorontwerp van wet op de rechterlijke inrichting van het rijk aan de Minister van Justifie voorleggen. Art. 5. De mandaten van lid en secretaris van de commissie worden kosteloos waargenomen. Hun verplaatsings- en verblijfskosten worden hun terugbetaald overeenkomstig het besluit van 28 Maart 1946. De secretariaatskosten worden gedragen door de begroting van het département van Justifie. KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justifie, P.
STRUYE.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. — CONTROLE D E R BEZOEKERS.
2- alg. dir., studiebureau, iitt. R., n ' V / l / 1 . Brussel, de 26 Januari 1948. Aan de heren Bestuurders der strafinrichtinigen wordt ter kennis gebracht dat de magistraten, die zich in de uitoefening van hun rechterlijke functiën aanmelden, vrij'gesteld zijn van de formaliteiten, die door mijn omzendbrief van 25 Juni 1947 (studiebureau 93 R / V / l ) zijn voorgeschreven, wanneer zij door de portier gekend zijn. Indien zij niet door deze agent .gekend zijn, worden zij onmiddellijk bij de bestuurder of bij zijn plaatsvervanger geleid. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. — MORATOIRE
CORNU..
INTREST. r
2" alg. dir., 5" sect., 1" bur., litt. £., n 134. Brussel, de 27 Januari 1948. 1
.Sommige leveranciers geven kennis van hun al'gemene voorwaarden van verkoop door ze bp hun fakturen en andere correspondentiestukken af te drukken. In een van die voorwaarden wordt gewoonlijk een hoge moratoire intrest bepaald welke de handelaar het recht geeft, zonder in verzui'mstelling, te eisen voor om 't even welke betaling die na de vervaidag wordt gedaan. Welnu, tengevolge van het boekhoudinigsstelsel van de Staat, kan de betaling niet al tijd op vaste datum geschieden vooral wanneer geen voidoende krediet voorhanden is.
40
27 janvier 1948.
Par ailleurs, les services négligent, lors de la' réception des factures, de notifier ieurs réserves aux fournisseurs au sujet de ces conditions générales. Afin d'éviter toute contestation', il y a lieu de revêtir les bons de commande d'un avis conçu dans les termes suivants : « L'exécution par le fournisseur de la 'présente commande implique de sa part la renonciation à toute clause de ses conditions 'générales de vente stipulant la débition d'intérêts de retard en cas de 'paiement postérieur à l'échéance de. la facture. Les intérêts de retard ne sont' dus pair l'administration qu'au taux légal et après mise en demeure. Aucune clause dérogatoire ne peut être opposée à l'Etat sauf accord formel et écrit de sa part. »
1
Pour le Ministre : 'Le Secrétaire général, P.
CORNIL.
FABRIQUE D'ÉGLISE. — DONATIONS. — CONCESSION D E BANC AU PROFIT D E PERSONNES AUTRES QUE L E S DONATRICES ET L E U R F A M I L L E . N O N A D M I S (1).
Administration .des cultes, dons et legs, fondations, 1" sect, litt. D. L., n° 2018. Bruxelles, le 27 janvier 1948. C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume. A tous, présents et à venir, S A L U T . V u l'expédition de l'acte passé, le 18 avril 1947, par le notaire Wilsens, de résidence à Wellen, et par lequel : 1° Mlle Dompas ( M . - H . - E . - E . - M . ) , sans profession, demeurant à Alken, et Mlle Dompas (E.-M.-).-E.), religieuse, demeurant à Louvain, font donation à la fabrique de l'église Saint-Georges à Alken, de 32 ares 20 centiares de terrain, à prendre dans la parcelle sise a Alken, section I, n° 429 du cadastre, d'une valeur de 35,000 francs, en vue de la construction d'une église paroissiale. Aux termes du dit acte, la fabrique d'église donataire s'oblige à réserver, dans l'église 'paroissiale à construire, un banc au profit de la famille des donatrices prénommées et un au profit des religieuses institutrices de la paroisse SaintGeorges; 2" Mlle Dompas ( M . - H . - E . - E . - M . ) , à savoir la première donatrice prénommée, fait donation à la fabrique d'église précitée des parcelles de terrain inscrites au cadastre, commune de Neerrepen, section A , n° 110, commune de Vliermaal, section E, n" 452a, section F, n 7556, 7566, d'une contenance totale de 1 hectare 25 ares 55 centiares et d'une valeur globale de 104,000 francs, à charge de faire célébrer annuellement en l'église paroissiale un anniversaire chanté, le 5 avril, pour le repos de l'âme de M . Edouard Dompas, et un anniversaire chanté, le 28 juin, pour le repos de l'âme de Mme Edouard Dompas-de Corswarem; V u l'acceptation de ces donations faite dans le même acte au nom de la fabrique d'église donataire, sous réserve de l'approbation de' l'autorité compétente; V u les délibérations par lesquelles le conseil de fabrique de l'église SaintGeorges à Alken sollicite l'autorisation d'accepter les dites donations; V u les avis du conseil communal d'Alken, de M . l'évêque diocésain et de la députation permanente du conseil provincial du Limbourg; V u les pièces de l'instruction d'où il résulte que le bien donné sis à Neerrepen est inscrit au cadastre, section B , n° 110; V u la déclaration portant qu'en vertu de l'article 72 du décret du 30 décembre 1809, qui réserve exclusivement la propriété d'un banc dans une église au profit des donateurs ou bienfaiteurs de cette église et de leur famille, les deux o s
(1) Moniteur belge, 1948, n° 36.
27 Januari 1948.
41
Verder leften de diensten, bij de ontvangst der fakturen, er niet op kennisgeving van hun voorbehoud aan de leveranciers te doen omirent die algemene voorwaarden. Ter voorkoming van elk geschil, zullen de bestelbons moeten voorzien worden van een bericht vervat in de voigende bewoordingen : « De uirvoering van deze bestelling door de leverancier sfluit in zich dat hij, zijnerzijds, afziet van welk beding ook van zijn algemene voorwaarden waarbij, in geval van betaling na de vervaldag der faktuur, gehoudenheid tôt betaling van intresten wegens verwijl is voorzien. » De intresten wegens verwijl zijn door het bestuur slechts verschuldigd tegen de wettelijke renitevoet en natiat het in gebreke werd gesteld. Geen afwijkend beding kan de Staat worden tegengesteld behoudéns uitdrukkelijke en schriftelijke instemming van zijnentwege. » Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P. CORN IL.
KERKFABRIEK. — SCHENKINGEN. — VERGUNNING VAN EEN BIDBANK TEN VOORDELE VAN ANDERE PERSONEN DAN DE SCHENKSTERS EN HUN FAMILIE. NIET AANGENOMEN (1).
Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen, 1" sect., litt. S. L., n 2018. Brussel, de 27 Januari 1948. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk. Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . r
Gezien de expeditie van de, op 18 April 1947, vôôr notaris Wilsens, ter standplaats Wellen, verleden akte waarbij : 1° Mej. Dompas ( M . - H . - E . - E . - M . ) , zonder beroep, wonende te Alken, en Mej. Dompas (E.-M.-J.-E.), kloosterzuster, wonende te Leuven, aan de fabriek der kerk van de H . Joris te Alken, 32 aren 20 centiaren grond schenken, te nemen in het perceel gelegen te Alken, wijk I, n 429 van net kadaster, 35,000 frank waard, voor het oprichten van een parochiekerk. Luidens bedoelde akte verplicht er de begiftigde kerkfabriek zich toe in de te bouwen parochiekerk een bidbank voor te behouden ten behoeve van de familie van bovengenoemde schenksters en een ten behoeve van de schoolgevende kloosterzusters der parochie van de H . Joris; 2° Mej. Dompas ( M . - H . - E . - E . - M . ) , zijnde de eerste voornoemde schenkster aan de fabriek van voormelde kerk, de percelen grond schenkt, bekend ten kadaster, gemeente Neerrepen, wijk A , n 110, gemeente Vliermaal, wijk E , n 452a, wijk F , n! 7556, 756fr, te zamen 1 hectare 25 aren 55 centiaren groot en 104,000 frank waard, met last jaarlijks in de parochiekerk een gezongen jaargetijde te doen, op 5 A p r i l , tôt lafenis der ziel van wijlen de heer Eduard Dompas, en een gezongen jaargetijde, op 28 Juni, tôt lafenis der ziel van Mevr. Eduard DompaS'-de Corswarem; Gezien de aanvaarding van die schenkingen, gedaan in de zelfde akte, uit naam van de begiftigde kerkfabriek, ondere nadere goedkeuring van de bevoegde overheid; Gezien de beraadslagingen waarbij de fabriekraad der kerk van de H . Joris te Alken machtiging vraagt tôt het definitief aanvaarden van bedoelde schenkingen; Gezien de adviezen van de gemeenteraad van Alken, het hoofd van het bisdom en de bestendige deputatie van de provinciale raad van Limburg; Gezien de stukken van het onderzoek waaruit blijkt dat het te Neerrepen gelegen geschonken onroerend goed bekend is ten kadaster, wijk B, n 110; Gezien de verklaring waarbij beide schenksters, op grond van artikel 72 van het decreet van 30 December 1809, hetwelk de eigendom van een bank in een kerk uitsluitend voorbehoudt ten behoeve van de schenkers of weldoeners dier kerk en hun familie, er mede instemmen dat het beding waarbij de begiftigde r
r
r
rs
r
(1) Belgisch Staatsblad,
p
1948, n 36.
42
28 janvier 1948.
donatrices consentent à considérer comme non écrite la clause par laquelle la fabrique d'église donataire s'oblige à réserver dans l'église paroissiale un banc au profit des religieuses institutrices de la paroisse Saint-Georges à Alken; V u les articles 910 et 937 du Code civil, 59 et 72 du décret du 30 décembre 1809, 76-3°, de la loi communale, modifié par la loi du 30 juin 1865 et l'arrêté royal du 14 août 1933, ainsi que le tarif des services religieux, a p p r o u v é par Notre a r r ê t é du 30 janvier 1946; Sur la proposition du Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et a r r ê t o n s : o r
Article l ' . L a fabrique de l'église Saint-Georges à Alken est autorisée à accepter les donations prémentionnées. Art. 2. L'acquisition des 32 ares 20 centiares de terrain, en vue de la construction de l'église paroissiale, est reconnue d'utilité publique. Le Ministre de la Justice est c h a r g é de l'exécution du présent a r r ê t é . ' CHARLES.
Le
P a r le Régent : Ministre de la Justice, P . STRUYE.
PRISONS ET CENTRES U'iNTERNEMENT. — MODE DE PRÉSENTATION DES ÉTATS DE GRATIFICATIONS N° 171 (TRAVAUX INDUSTRIELS). e
2" dir. gén., 4 sect. Service centrât du. travail, n," 15.094/?. Bruxelles, le 28 janvier 1948. Informé M M . les directeurs- des prison© et des centres' d'internement qu'à partir de l'année 1948, les é t a t s n° 171 des .gratifications- accordées aux détenus pour des travaux industriels doivent être présentés suivant le schéma indiqué ci-après : Travaux industriels. I. — Travaux exécutés à l'intérieur de l'enceinte, A. — Travaux directement productifs (note 1) : a) ateliers (note 2); b) entrepreneurs (note 3). B. — Travaux indirectement productifs (noté 4). C. — Indemnités pour accidents du travail : a) indemnités provenant de versements effectués par les chefs d'entreprise ou leurs assureurs (note 5); b) indemnités prélevées sur les fonds de la Régie du travail pénitentiaire (note 6). II. — Travaux exécutés à l'extérieur de l'enceinte. A. — Gratifications et primes (voir note 7). B. — Indemnités pour accidents du travail : a) indemnités provenant de versements effectués ^v.-i..,.^..:-^ |^--T-- ^-c".T*c."'s (rote 5^;
par
les
chefs
28 Januari 1948.
43
kerkfabriek er zich toe verplicht, in de parochiekerk, een bidbank voor te behouden ten voordele van de schoolgevende kloosterzusters der parochie van de H . Joris te Alken als niet geschreven aient te worden aangezien; Gelet op de artikelen 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 59 en 72 van het decreet van 30 December 1809, 76-3°, der gemeentewet, gewijzigd -bij de wet van 30 Juni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, alsmede op het tarief van de kerkdiensten, goedgekeurd .bij Ons besluit van 30 Januari 1946; Op de voordracht van de Minister van Justifie, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Artikef 1. Aan de fabriek der kerk van de H . Joris te Alken is machtiging verleend tôt het aanvaarden van bovenvermelde schenkingen. Art. 2. De aanwerving van de 32 aren 20 centiaren grond, met het oog op het bouwen van de parochiekerk, wordt erkend van algemeen nut te zijn. 'De Minister van Justifie is belast met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege de Minister : De Minister van Justifie, P . STRUYE.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. WIJZE VAN VOORSTELLING DER VERGOEDINGSSTATEN N 171 (INDUSTRIËLE WERKEN). r
1
2" alg. dir., 4" sect., Centrale arbeidsdienst, n " 15.094/?. Brussel, de 28 Januari 1948. Aan de heren bestuurders van de ter kennis gebracht dat, van het jaar vergoedingen die aan de gedetineerden worden toegekend, moeten opgemaakt schéma :
gevangenissen en 'in.terneringscenitra woirdt 1948 af, de staten n 171 'betreffende de voor het uitvoeren van industriële werken worden volgens het hieronder aangeduide r
Industriële werken. I. — Werken uitgevoend binnen de omheining. A. — Direct-productieve werken (zie nota 1) : a) werkplaatsen (nota 2); b) aannemers (nota o). B. — lndirect-productieve werken (zie nota 4). C. — Vergoedingen voor arbeidsongevallen : a) vergoedingen voortkomende van stortingen gedaan door de aannemers of hun verzekeraars (nota 5); b) vergoedingen uitgekeerd op de fondsen van de Régie van de gevangenis arbeid (zie nota 6). II.
Werken uttgevoerd buitende omheining. A. — Vergoedingen en premies (zie nota 7). B. — Vergoedingen voor arbeidsongevallen : a) vergoedingen voortkomende van stortingen gedaan ondernemingshoofden of hun verzekeraars (nota 5);
door
de
44
7 février 1948. b) indemnités prélevées sur les fonds de la Régie du travail pénitentiaire (note 6). Pour le Ministre : Le Directeur général ff, |. DUPRÉEL.
Note 1. — On entend par « travaux directement productifs » ceux pour lesquels une facture est établie par la Régie à charge des entrepreneurs ou clients. Note 2. — Les gratifications doivent être.totalisées par atelier. Note 3. — Les gratifications doivent être séparées par entrepreneur. Le nom de celui-ci doit être indiqué. Note 4. — Sont des « travaux indirectement productifs » les travaux qui ne font pas l'Objet de factures TÏ° 156. 11 y a lieu d'indiquer la nature de ces travaux et ide totaliser tes gratification»-par atelier o n service, crû les travaux ont été exécutés. m iNote 5 . — Le nom des entrepreneurs ou de leurs assureurs qui ont accordé une indemnité pour accidents du travail doit être renseigné, de même que le numéro de la facture 156 qui a 'été dressée à leur charge pour l'indemnité en question. L a facture n" 156 ne peut être établie et l'inscription de l'indemnité à l'état des gratifications n" 171 ne peut être faite qu'au 'moment où le montant de l'indemnité a été reconnu exact par l'entrepreneur ou son assureur. Note 6. — Sur demande é m a n a n t de la direction de rétablissement, le Service central du Travail peut accorder à un détenu victime d'un accident d u travail et non assuré une indemnité pour la période d'incapacité temporaire totale. .Note 7. — Les gratifications et les primes doivent ê t r e s é p a r é e s par entrepreneur. Le nom de celui-ci doit être renseigné. La nature des primes et leur montant horaire ou journalier doivent, chaque fois que possible, être indiqués. 1
1
1
PRISONS ET CENTRES D'iNTERNEAIENT. APPLICATION DE LA LOI SUR LA LIBÉRATION CONDITIONNELLE. Cabinet du Ministre. Bruxelles, le 7 février 194S. A MM. les Directeurs des prisons et centres d'internement. iDans l'examen des propositions de libération conditionnelle, il convient, je vous le rappelle, de tenir compte avant- tout d u degré d'amendement et des possibilités de reclassement du condamné. Lorsque ces éléments sont acquis, certaines catégories de condamnés paraissent mériter, en raison de leur â g e , de leur état physique ou de leur situation de famille, que la procédure de leur libération conditionnelle soit entamée sans délai. Dans cet ordre d'idées, le 24 janvier, le département vous a demandé des listes nominatives concernant les vieillards et les jeunes condamnés. Ces renseignements, qui doivent me parvenir d'urgence, sont destinés à m'éclairer sur le nombre de ces condamnés dont la situation 'Spéciale mérite un examen attentif quant à l'application de la loi sur la libération conditionnelle. Je considère e n effet que le cas des jeunes gens âgés de moins de 18 ans au moment des faits, devrait faire l'objet d'un examen -dès qu'un tiers de leur peine fiura été atteint. Ceux Agés de moins de 21 ans au moment- de l'infraction pourraient
7 Februari 1948.
45
b) vergoedingen uitgekeerd op de fondsen van de Régie van de gevangenisarbeid (nota 6). Voor de Minister Minister : De dd. Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
Nota 1. — « Direct-productieve werken » zijn die waarvoor de Régie een factuur ten laste van de aannemers of klanten opstelt. •Nota,2. — De vergoedingen moeten per werkplaats samengesteld worden. iNota 3. — De vergoedingen moeten afzonderlijk per aannemer vermeld worden. De naam van de aannemer dient opge geven. •Nota 4. — Zijn « indirect-productieve werken » : de werken die niet in rekening gebracht worden door een facituur n 156. De aard van deze werken moet aangeduid worden- en de vergoedingen moeten samengeteld worden per werkplaats of dienst waar de werken werden uitgevoerd. Nota 5. — De naam -van de aannemers of van. hun- verzekeraars die een vergoeding voor arbeidsongevallen hebben toegekend moet vermeld' worden, e venais het nummer van de factuur n 156 die, ivoor deze vergoeding, te hunnen laste werd- opgesteld. De opstelling van. de factuur n 156 en de inscliFijving van de ongevallenveirgoeding op de staat n 171 mogen slechits gebeuren nadat het bedrag van de vergoeding door de aannemer of zijn verzek-eraar juist bevor.den werd. r
r
r
r
Nota 6. — Otp aanvraag van- 'het bestuur van de inrichting, kan de Centrale Arbeidsdienst aan een ge-detineerde, die het slachtoffer werd ivan een arbeidsongeva-1 en die niet verzekemd is, een -vergoeding toekennen -voor de dnuir van de tijdelijke totale werkon'bekwaamheid. Nota 7. — De vergoedingen en- de ipremies -moeten per aannemer jnderscheiden- worden. De naam van de aannemer moet worden opgageven. De aard a n de premies en hun bedrag -per uur of per dag moeten, telkens als het mogelijk is, aangeduid worden.
GEVAN;JENISSEN TOF.PASSING
EN
INTERNERINGSCENTRA.
V A ND E W E T OP D E VOORWAARDELIJKE
INVRIJHEIDSTELLING.
Kabinet van de Minister. Brussel, de 7 Februari 1948. Aan de heren Bestuurders
van de gevangenissen en de
interneringscentra.
Bij het in overweging nemen van de voorstellen tôt voorwarrdelijke invrijheidstelling, dient gij, i'k herinner u daaraan, boven ailes rekening te houden met ae graad -van verbetering en de mogelijkheden van herklassering van de veroordeelde. Wanneer d-aarcfntren: zekerheid be-sfaat, dan blijken onim.ge c a ' c g o r e ë n ve/oordeelden, op grond van hun ouderdom, 'hun lichamelijke t-oestand of hurt gezinstoestand. te verdienen dat onverwij'id begonren wordt met de procédure van hun voorwaardelijke invrijheidste'Ilir.g. In dit verband heeft het département u de 24 .lanuari de naamlijsttn gevraagd, betreffende de oude lieden en de jongeren die iveroordeeld werden. Deze inlichfingen moeten mij ten spoedigste toekomen. Zij moeten dienen om mij in te lichten r.opens het aantal van de veroo.vJeelden, wier bijzondere toestand verdient grondig te worden onderzocht in verband met de toepassing van de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling. Ik ben inderdasd de me-ning toeged'aan dat het geval van de jonge lieden ;iie minder dan 18 jaar oud waren op het tijdstip van de feiten, het voorwerp zou moeten uitmaken van een or.Jerzoek zodra een derde van de duur hunr.c r.iraf
46
9 février 1948.
figurer à l'ordre du jour de la conférence du personnel lorsque la moitié de la peine aura été subie. 'Par ailleurs, j'estime que les vieillards, â g é s actuellement de 65 ans et plus devraient également retenir votre attention en vue d'éventuelles propositions par priorité. Je range dans l a même catégorie les 'malades atteints d'affections graves et chroniques. Enfin, — et toujours si l'amendement et le reclassement paraissent acquis, — les c o n d a m n é s ayant à charge une .nombreuse famille me semblent aussi pouvoir faire l'objet de propositions de libération' anticipée, et cela dans les limites ci-après : ceux ayant huit enfants à charge, après le tiers de l a peine et ceux ayant quatre enfants à charge, a p r è s la moitié de l a .peine. 1
Le Ministre, P. STRUYE.
RRISON'S ET CENTRES D'INTERNEMENT. — HABILLEMENT DES SURVEILLANTS. e
2 dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n" 111/5/5. Bruxelles, le 9 février 1948. Le Ministre de la justice, V u l'article 88 du § 2 du Règlement général des prisons en date du 30 septembre 1905; Revu les arrêtés ministériels des 15 mal 1906 et du 10 décembre 1947, Arrête : 1. — Le premier alinéa de l'article 2 de l'arrêté ministériel du 10 d é c e m b r e 1947 est modifié comme suit : 'L'habillement des chefs-éducateurs, chefs-surveillants, éducateurs, surveillants et des infirmiers non diplômés, comprend les effets renseignés ci-dessous que ces agents reçoivent aux frais de l'Etat. a) Chefs-éducateurs, chefs-surveillants, éducateurs, surveillants et infirmiers non diplômés. Il y a lieu d'ajouter à la liste des effets : 1 pantalon de toile. 1 imperméable. Les caleçons à distribuer seront longs pour tous, les agents, sans distinction' d'âge. b) Techniciens. Ajouter : 1 pantalon de toile. 3 paires de chaussures. c) Infirmiers diplômés. 2 képis de drap. 4 blouses blanches. 3 paires de chaussures.
9 Februari 1948.
47
bereikt is. Zij die a? het tijdstip van het misdrijf minder dan 21 jaar oud waren zouden op de agenda van de conferentie van het personeel kunnen vermeld worden als de helft van de strai uitgeboet is. Bovendien ben ik 'van oordeel dat de oude lieden. die thans 65 jaar en meer can 65 jaar oud zijn, eveneens uw aandaicht zouden moeten weerhouden met het oog op eventuele voorstellen welke zullen voorgaan voor die ten behoeve van andere personen. Ik reken tôt dezelfde catégorie, de zieken- die aan ernstige en chronische kwalen liiden. Ten slotte, — en dit voor zover de verbetering en de herklassering verworven schijnen, — blijkt mij dat ook voo,r de veroordeelden, die een talrijk gezin ten laste hebben, voorstellen- t ô t vervroegde inv-rijbeidstelllng kunnen gedaan worden, en zulks binnen- de naivolgende perken : die welke acht kinderen te hunnen laste hebben, na het derde van de straftijd, en die met vier kinderen te hunnen, laste, na de helft van de straftijd. De Minister, P.
STRUYE.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. KLEDING VAN HET BEWAARDERPERSONEEU
2- alg. d i r , studiebureau, litt. R., n' 111/5/5. Brussel, de 9 Februari 1948. De Minister van Justitie, Gelet op artikel 88, § 2, van het Algemeen Règlement der dd. 30 September 1905;
gevangenissen,
(Herzien de ministeriéle besluiten van 15 Mei 1906 en van 10 December 1947, .Besluit : I. — Het eerste lid. van. artikel 2 van -het -ministeriee! besluit van. 10 December 1947 wordt gewijzigd-als volgt : De kleding van de hoofdopvoeders, de hoofdbewaa.rders, de opvoeders, de bewaarders en'van de niet geidiplomeerde venplegers bestaat uit de hierna'vermelde stukken, welke die agenten ontvangen op kosten van de Staat. a) Hoofdopvoeders, hoofdbewaarders, opvoeders, bewaarders en niet gediplomeerde verplegers. Aan de lijst der kledingstukken dienen worden toegevoegd : 1 linnen broek. I regenjas. De aan al de agenten, zonder onderscheid van leeftijd, verstrekte onderbroeken zullen lang zijn. b) Technici. Bijvoegen : 1 linnen broek. 3 paar schoenen. c) 2 4 3
Gediplomeerde verplegers. laken képi's. witte kielen. paar schoenen
48
10 février 1948. II. — Article 3. Lire : a) éducateurs, surveillants et infirmiers non diplômés, ajouter : 1 pantalon de toile. 1 imperméable. Remplacer 2 caleçons courts par 2 caleçons longs. b) Techniciens. Ajouter : 1 pantalon de toile. 2 paires de chaussures. c) 1 2 2
Les infirmiers diplômés. képi de drap. blouses blanches. paires de chaussures.
III. — Article 6. Ajouter : • le pantalon de toile, tous les quatre ans; l'imperméable, tous les huit ans. IV. — L'article 8 est remplacé par le texte suivant : Le terme de durée du trousseau d'habillement prends cours le 1" juillet ou le 1" janvier, selon que l'agent est entré en service dans le courant du premier ou du second semestre. L'arrêté du 10 décembre il947 et te présent arrêté sortiront leurs effets le 1°'' juillet prochain. A cette fin, i l convient de. dresser, d è s à présent, les états n° 20 et de les faire parvenir au d é p a r t e m e n t au plus tard le 1" mars prochain. A l'avenir, ces états parviendront à •l'administration centrale les 1 février et 1 " août de Chaque année, pour les effets dont le terme de durée prend cours respectivement le 1 juillet de l'année en cours et le 1 janvier-de l'année suivante. Pour le renouvellement des effets d'habillement dont le terme n'est pas échu actuellement, i l y a' lieu d'appliquer les délais fixés par le présent arrêté. er
er
er
Exemple : U n agent a reçu un bournous dont le terme de durée a pris cours le 1 let 1946. Il pourra recevoir le nouveau bournousle 1 " juillet 1952.
er
juil-
i L e Ministre, P. S T R U Y E .
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — CONCOURS D'INFRACTIONS. e
2 dir. gén. Condamnés pour infractions contre la sûreté de l'Etat. Service de ta-libération provisoire et conditionnelle. •Litt. B. L.
t.
Bruxelles, le 10 février 1948. L'examen- des propositions de libération conditionnelle en faveur de condamnés pour infractions contre la sûreté de l'Etat laisse a p p a r a î t r e très fréquemment l'existence de concours de crime avec délit ou contravention.
.
10 Februari 1948.
49
II. — Artikel 3. Lees a) Opvoeders, bewaarders en niet gediplomeerde verplegers. Bijvoegen : 1 iinnen broek. 1 regenjas. Vervangen : 2 korte onderbroeken door 2 lange onderbroeken. b) Technici. Bijvoegen : 1 Iinnen broek. 2 paar schoenen. c) 1 2 2
Gediplomeerde verplegers. laken kepi. witte kielen. paar schoenen.
III. — Artikel 6. Bijvoegen : De Iinnen broek, om de vier jaar. De regenjas, om de acht jaar. IV. — Artikel 8 wordt vervangen door de voigende tekst : De duur i v a n het kledingsuitzet vangt aan op 1 juli of op 1 Januari, naar gelang de agent in dienst is getreden in de loop van het eerste of van 'het tweede se m ester. Het besluit van 10 December 1947 en onderhavig besluit zullen op 1 Juli e.k. in werking treden. Daartoe dienen de staten n 20 reeds Ipu opgemaakt en ten laatste op 1 Maart e.k. aan 'het département medegedeeld. Voortaan moeten deze staten op 1 Februari en op 1 Augustus aan het hoofdbestuur worden imedegedeeld' voor de kfedingstukken wier duur respectievelijk aanvangt op '1 juli van het lopendi jaar en op 1 Januari van het vol'gend jaar. Voor de herniewin'g van de kiedingstukken wier duur thans niet is vervallen, dienen de termijnen toegepaist, welke door dit besluit zijn vastgesteld. r
1
Voorbeeld : Een agent heeft een burnoe ontvangen, waarvan de duur op 1 Juli 1946 aanvimg. Hij zal cp 1 Juli 1952 de nieuwe 'burnoe mogen ontvan'gen. De Minister, P. STRUYE.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. — SAMENLOOP VAN iVtlSDRIJVEN. e
2 alg. dir. Veroordeelden wegens niisdrijven tegen de veiligheid van de Staat. Dienst van de voorlopige en voorwaardelijke invrijheidstelling. Litt. B. L. I. Brussel, de 10 Februari 1948. Het onderzoek van de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling^ ten behoeve van veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat heeft uitgewezen dat er zeer dikwijl's samenloop van een misda'ad met een wanbedrijf of een overtreding bestaat.
50
11-12 février 1948.
Le jugement ou l'arrêt aurait dû prononcer l'absorption de la peine correctionnelle ou de la peine de police. 1
Lorsque l'absorption n'a' pas été prononcée, il appartient au directeur de l'établissement pénitentiaire de signaler, sans retard, cette situation- à l'autorité judiciaire compétente en- lui demandant d'examiner s ' i l n'y a pas lieu à application de l'article 61 du Code pénal et, dans l'affirmative, d'introduire -un rapport en grâce d'office tendant à la remise de la peine-abs-orbée. 1
'La proposition de libération conditionnelle (état 78) devra indiquer sous son- n" 5 que le concours a été signalé à l'autorité judiciaire compétente, et éventuellement, la suite intervenue. Les cas de concours de plusieurs délits dont les peines cumulées excèdent le double du maximum de la' peine la' plus forte doivent également être signalés au parquet par application de l'article 60 du Code pénal. Pour le Ministre : Le Directeur général- ff, J. DUPRÉEL.
CONVOCATION DES AUMONIERS DES CULTES A LA CONFÉRENCE MENSUELLE DU PERSONNEL. e
e
2 dir. g é n , 3 s è c t , 1'" b u r , litt. D, n° 1859. Bruxelles, le 11 février 1948. A MM. les Directeurs
des prisons
et des centres
d'internement.
En vertu de l'article 286 du Règlement général des prisons, l'aumônier doit assister à la conférence mensuelle du personnel. L'aumônier du culte catholique, qui fait partie du personnel permanent de l'établissement, assiste donc à chaque réunion. Je vous prie de convoquer à la dite conférence les aumôniers agréés des autres cultes, chaque fois que le cas d'un détenu qui pratique leur religion doit être examiné. Pour le Ministre : Le secrétaire général, P.
CORNIL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — LIBÉRATIONS CONDITIONNELLES. Cabinet du Ministre. Bruxelles, le 12 février 1948. M a circulaire du 14 novembre 1947, C o n d a m n é s pour infractions contre la sûreté de l'Etat, service de la libération provisoire et conditionnelle, litt. B. L. !., prescrit notamment de recueillir l'avis- des autorités locales sur l'opportunité du retour de l'intéressé dans la commune de son domicile ou de sa résidence dès qu'il aura été décidé d'examiner en conférence du personnel, le cas d'un condamné en vue d'une libération conditionnelle.
11-12
Februari 1948.
51
Het vonnis of het arrest had moeten zeggen dat de correctionele straf of de politiestraf door de zwaardere straf Is opgeslorpt. Wanneer deze opslorping niet werd uitgesproken, is de bestuurder van de strafinrichting er toe gehouden van deze toestand zonder verwijl aan de bevoegde rechterlijke overheid kennis te geven, en haar tevens de vragen te onderzoeken of er geen gronden zijn om artikel 61 van het Wetboek van Strafrecht toe te passen en, indien zulks het geval is, van ambtswege een genadeverzoek tôt kwijtschelding van de opgeslorpte straf in te dienen. r
Het voorstel tôt voorwaardelijke invrijheidstelli'ng (staat 78) moet sub n 5 opgeven dat de samen'loop aan de bevoegde rechterlijke overheid werd medegedeeld alsmede, desvoorkomend, het 'gevolg, dat er aan werd.gegeven. De gevallen- van samentoop van verschillende wanbedrijven welker samengevoegde straffen het dubbel van het maximum van de zwaarste straf overschrijden, moeten krachtens artikel 60 van het Wetboek van Strafrecht eveneens ter kennis van het parket worden gebracht. Voor de Minister : De dd. Direoteur-Generaal, J.
DUPRF.EI..
OPROEPINO V A N D E AALMOEZENIERS V A N DE EREDIENSTEN VOOR D E MAANDELIJKSE CONFERENTIE V A N HET PERSONEEL. e
r
2° alg. dir., 3 sect, 1" bur., litt. D., n 1859. Brussel, de 11 Februari 1948. Aan de heren Bestuurders
van de gevangenissen
en
interneeringscentra.
Luidens artikel 286 van het algemeen règlement van de gevangenissen, dient De aalmoezenier van de katholieke eredienst, die deel uitmaakt van het vast De aahnoeznier van de katholieke eredienst, die deel uitmaakt van het vast personeel van de inrichting, woont dus iedere vergadering ibij. Ik verzoek u de aangenomen aalmoezeniers van de andere erediensten voor de vermelde conferentie op te roepen, ieder maal dat het geval van een gedetineerde, die hun godsdienst belijdt, dient onderzocht. Voor de Minister : De secretaris-generaal, P.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. —
VOORWAARDELIJKE
CORNIL.
INVRIJHEIDSTELLING.
Kabinet van de (Minister. Brussel, de 12 Februari 1948. Mijn omzendbrief van 14 -November 1947, Veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat, Dienst van de voorlopoige tn voorwaardelijke invrijheidstelling, litt. B. L. t., schrijft onder meer voor dat, zodra op de conferentie van het personeel zal besloten zijn het geval van een veroordeelde te onderzoeken met het oog op zijn voorwaardelijke invrijheidstellin.g, het advies van de piaatfselijke overheden dient ingewonnen betreffende de gepastheid van de terugkeer van de betrokkene naar de gemeente waar hij zijn woonplaats of zijn verblijfplaafs heeft.
52
13-14 février 1948.
Je tiens à préciser que lorsqu'il s'agit 'de « vedettes » de la collaboration et d'une manière générale de personnes qu'il est peu vraisemblable de voir 'bénéficier d'un vote favorable de la' conférence du personnel, les renseignements dont j s'agit ne devront ê.re demandés aux autorités communales qu'au moment où i l aura été décidé d'engager la prccidure de In libération conditionnelle. ;
Le Ministre, P.
STRUYE.
.PRISONS E T C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . — M E S U R E S G É N É R A L E S D E SÛRETÉ.
2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n" V / l . Bruxelles, le 13 février 1948. Les dispositions ci-après remplacent celles de ma circulaire du 11 février 1946, 2° direction générale, l " section, 1" bureau, litt. B, n° 488. Lorsqu'une personne détenue dans un centre d'internement est ramenée à l'établissement après comparution, et qu'il est constaté qu'elle vient d'encourir une peine supérieure à vingt ans, elle doit être e n v o y é e le jour même, — quelle que soit l ' h e u r e de sa rentrée, — à la prison cellulaire la plus proche après accomplissement, si possible, des formalités d'usage en .cas- d e transfèrement (remise de bijoux, objets déposés, etc.). Toutefois, des détenus condamnés à une peine de plus de vingt ans pourront être dirigés vers les centres d'internement ou les établissements non cellulaires : r
1" pour être mis au travail, dans les charbonnages; 2" sur
proposition
du Service de
•Rééducation,
Reclassement
et
Tutelles
(S. R. R. T.) et en exécution d'un ordre individuel de l'administration centrale, dans l'intérêt de l'œuvre de rééducation professionnelle. .Ceux qui s'y trouvent actuellement pour d'autres motifs pourront y être maintenus sauf objections graves qui devraient être portées à ma connaissance. Le Ministre, P.
STRUYE.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. REMBOURSEMENT A FAiRE PAR LA RÉGIE A L'ADMINISTRATION DES PRISONS. 2" dir. g é n , Service central du travail, n" 15.128/?. . Bruxelles, le 14 février 1948. M M . les directeurs des prisons et des centres d'internement sont informés de ce que les instructions contenues dans ma circulaire du 24 novembre 1947, n" 16.429/?, doivent être remplacées par celles données ci-après : A partir du 1"'' janvier 1948, la Régie du travail pénitentiaire paiera à l'administration des prisons, par la voie de l a facture trimestrielle, une somme déterminée suivant les bases indiquées ci-dessous, pour les d é t e n u s travaillant en dehors de l'enceinte des établissements pénitentiaires. Lorsque la Régie du travail pénitentiaire facture au client des journées de travail, elle paiera à l'administration des prisons une somme de 12 francs par journée de travail facturée.
53
13-14 Februari 1948.
In verband hiermede w i l ik er op wijzen dat, wanneer het gaat om « kopstukken » uit de collaboratie of in aLgemene zin om personen te wier aanzien een gunstige beslissing van de conferentie van het personeel weinig waaTschijnlijk iijkt, de hoger bedoelde inlichtingen slechts bij de gemeenrelijke overheden behoren aangevraagd te worden op het ogenblik dat besloten werd met de procédure rot voorwaardelijke invrijheidstelling een aanva-ng te maken. De Minister, P.
GEVANGENISSEN
EN
INTERNERINGSCENTRA.
—
ALGEMENE
STRUYE.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN. r
2" alg. dir., studiebureau, litt. /?., n V / l . Brussel, de 13 Februari 1948. IDe bepalingen van mijn omzendbrief van 11 Februari 1946, 2'' algemene directie, \ ' sectie, 1' .bureel, litt. B, n 488, worden vervangen door de hiernavolgende : r
Wanneer een in een interneringscentrum gadetineerde persoon, na zijn verschijning, naar het gesticht teruggebracht wordt en men vaststelt dat hij een. straf van meer dan twintig jaar heeft opgelopen, moet hij, dezelfde dag, — ont 't even op welk uur hij teruggekomen is — naar de dichtstbijgelegen celgevangenis worden overgebracht, zo mogelijk na de vervuHing van de gebruikelijke formaiiteiten in gevali van overbrenging (afgifte van de in ibewaring gegeven juwelen en voorwerpen, enz.). Echter zullen de gedetineerden, die tôt een straf ivan meer dan twintig jaar werden veroordeeld, mogen gestuurd worden naar de interneringscentra of naar de niet-cetlulaire inrichtingen : 1" om in de kooknijnen te werk te worden gesteld; 2" op voorstel van de Dienst voor Wederopvoeding, Reclassering en Voogdij (D. W . R. V.) en in uAtvoer-ing van een .individueel bave! van het hoofdibestuur, in het belang van het werk van beroepswederopvoeding. Oegenen die er zich thans bevinden om andere redenen zu'Hen er mogen behouden worden, behoudens ernstige hezwaren, die mij ter kennis moeten worden gebracht. De Minister, P.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA.
STRUYE
— TERUGBETAL1NG T E V E R R I C H T E N
DOOR D E REGIE AAN H E T B E S T U U R D E R G E V A N G E N I S S E N . r
2° alg. dir., Centrale Arbeidsdienst, n 15.128/?. Brussel, de 14 Februari 1948. Aan de heren bestuurders der gevangenissen en der interneringscentra wordt bericht dat de onderrichtingen vervat in mijn omzendbrief van 24 November 1947, n 16.429/?, door de voigende moeten vervangen worden : Van 1 Januari 1948 af, zal de Régie van de gevangenisarbeid, bij middel van de driemaandelijkse factuur, aan het bestuur der gevangenissen, voor de gedefineerde welke buiten de omheining van de strafinrichtingen zijn tewerkgestekl, een som terugbetalen die als voigt moet worden bepaald : Als de Régie van de gevangenisarbeid aan de klant werkdagen in rekening brengt. zal zij aan het bestuur der gevangenissen een som van 12 frank per aangerekende werkdag terugbetalen. r
54
17 février 1948.
Lorsque la Régie facture au client des heures de travail, elle paiera à l'administration des prisons une somme de 1 fr. 50 c. par heure de travail facturée. Pour un trimestre déterminé, i l doit y avoir concordance absolue entre, d'urne part, le nombre d'unités (jours ou heures) renseignées aux factures n° 156 de la Régie et, d'autre .part, le nombre d'unités (jours ou heures) indiquées à la facture de remboursement établie au profit de l'administration des prisons. (La facture de remboursement trimestrielle doit être a c c o m p a g n é e du relevé prescrit .par ma circulaire du 24 novembre 1947, n" 16.429/?. iLa note figurant au bas de ce relevé doit être biffée. Pour le Ministre : iLe Directeur général ff, J. DUPRÉEL.
CASIER JUDICIAIRE. — EXTRAITS DU CASIER JUDICIAIRE : MODIFICATIONS AUX FORMULAIRES. e
2" dir. g é n , 6 sect, 2" b u r , n° 110D, casier judiciaire central. Bruxelles, le 17 février 1948. A MM. les Procureurs généraux, A M. l'Auditeur
général,
à
à
Bruxelles-Liège,
Bruxelles.
Il m'a paru nécessaire d'apporter certaines modifications à l'énumération faite au verso des formulaires des extraits du casier judiciaire. Je vous prie de vouloir 'bien faire parvenir, à titre de modèle, un exemplaire de la nouvelle formule à chacune des autorités judiciaires appelées, à solliciter l a délivrance d'extraits du casier judiciaire : P. G : : parquets généraux, procureurs du Roi, juges d'instruction, officiers du ministère public, etc. Aud. G . : parquets des cours militaires et des conseils de guerre, et de les inviter à effectuer les modifications dès qu'il y aura lieu de faire réimprimer le formulaire. L a modification la plus importante consiste dans la condensation et la simplification des inscriptions prévues sous le 5° a et b de l'ancien formulaire. Cette rédaction nouvelle est motivée par les changements fréquents des r é g l e m e n t a t i o n s en la matière. En ce qui concerne donc les infractions visées sous le 5 ° , les greffiers transmettront au casier judiciaire central les bulletins relatifs aux condamnations y reprises. Il est bien entendu qu'un bulletin doit également être envoyé lorsqu'une peine a été prononcée en même temps pour infraction aux dispositions du Code pénal (voir 4° du formulaire). Dans un but de statistique, les greffiers des tribunaux correctionnels continueront également à faire parvenir au Service de la statistique tous les bulletins de condamnation, quelle que soit la peine, même si celle-ci ne doit pas figurer aux extraits. De plus, tous les greffiers continueront à transmettre, comme par le passé, aux administrations communales, tous les bulletins de condamnation, quelles que soient les infractions et les peines prononcées, ainsi que les transactions, de sorte que les autorités judiciaires en auront connaissance au moyen des bulletins de renseignements des communes. L a présente réglementation entrera en vigueur d è s ce jour. Pour le Ministre : Le secrétaire général, P.
CORNIL.
17 Februari 1948.
55
Indien de Régie aan de klant werkuren in rekening brengt, zal zij aan het bestuur der gevangenissen een som van 1 fr. 50 c. iper aangerekend werkuur terugbetalen. Voor een bepaald kwariaal, moet er volstrekte overeenkomst bestaan tussen het aantal eenheden (dagen of uren) die op de facturen n 156 van de Régie zijn vermeld, enerzijdG, en het aantal eenheden (dagen of uren) die op de factuur tôt terugbetaling aan he.t bestuur der gevangenissen zijn aar.gereker. J, anderzijds. De driemaandelijkse factuu.r tôt terugbetaling moet vergezeld zijn van de opgave voorgeschreven door mijn omzendbrief van 24 November 1947, n 16.429/?, de voetnota welke op deze opgave voorkomt, moet worden geschrapt. r
r
Voor de Minister : De dd. Direciteur-Generaal, |.
— U1TTREKSELS WIJZ1G1NG A A N D E
STAFREGISTER.
DUPRÉEL.
U I T H E T STRAFREGISTER
:
FORMULIEREN. e
r
2° alg. dir., 6 sect., 2" bur., n 110D, centraal strafregister, Brussel, de 17 Februari 1948. Aan de heren Procureuren-generaal, Aan de heer Auditeur-generaal,
te Brussel,
Gent,
Luik.
te Brussel.
Het is mij noodzakelijk gebleken bepaalde wijzigingen te brengen aan de opsomming die op de rugzijde van de formulieren der uittreksels uit het strafregister voorkomt. Ik verzoek u een exemplaar van het nieuwe formulier als model te willen verstrekken aan elke rechterlijke overheid, die voor de aanvraag van een uittreksel uit het strafregister in aanmerking komt : P. G . : de parketten-generaal, de procureurs des Konings, de onderzoeksrechters, de ambtenaren van het openbaar ministerie, enz. Aud. G . : de parketten van het militair gerechtshof en de krijgsraden, en haar uit te nodigen de wijzigingen aan te brengen zodra het formulier opnieuw moet herdrukt worden. De voornaamste wijziging bestaat hierin dat de inschrijvingen die sub 5° a en b van het vroeger formulier zijn voorzien, samengevat en vereenvoudigd werden. Men heeft een nieuwe tekst opgesteld met aanmerking van het feit dat de ter zake geldende reglementeringen herhaaldelijk wijzigingen ondergaan. De griffiers dienen derhalve wat de sub 5° bedoelde inbreuken betreft, de bulletins betreffende de er in bedoelde veroordelingen aan het Centraal Strafregister over te maken. Het spreekt van zelf dat eveneèns een bulletin dient gezonden wanneer terzelfdertijd een straf werd uitgesproken wegens inbreuk op de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht (zie 4° van het formulier). Teneinde statistische gegevens te verschaffen, dienen de griffiers van de correctionele rechtbanken eveneens, zoals vroeger, aan de Dienst van de Statistiek al de veroordelingsbulletins' te laten geworden, welke ook de straf zij, zelfs als deze niet op de uittreksels moet worden vermeld. Daarenboven moeten al de griffiers, zoals vroeger, aan de gemeentebesturen al de veroordelingsbulletins overmaken, welke ook de misdrijven en de uitgesproken straffen zijn, alsmede de minnelijke schikkingen, zodat de rechterlijke overheden er kennis van krijgen door middel van de inlichtingsbulletins der gemeenten. De huidige reglementering treedt in werking van vandaag af. Voor de Minister : De secretaris-generaal, P.
CORNIL.
56
17 février 1948. RECTO. E X T R A I T D U CASIER
AAINISTERE DE LA
demandé
J U S T I C E Direction générale
des
JUDICIAIRE
par
concernant Prisons
né à
, le
/(7s de
et de
e
6 Section 2° Bureau Casier judiciaire central N"
Profession
.
Etat civil . . Demeurant à
Dates des condamnations
Bruxelles,
Cours ou tribunaux
le
Nature des crimes ou délits
Nature et durée des peines
Observations N o t a m m e n t d u r é e dul temps d ' é p r e u v e , eni cas de condamna-! tion conditionnelle
Le Directeur du Casier judiciaire,
17 Februari 1948.
57
VOORZHDE. MINISTERIE VAN
J U S T I T I E der
Algemene Directie Gevangenissen 6
e
Sectie
U I T T R E K S E L UIT H E T S T R A F R E G I S T E R aangevraagd door betreffende geboren te
, de
uit
en uit
2' Bureel Centraal Strafregister N'
Beroep . .Burgerlijke stand Wonende te
1 Datums ! van de veroordelingen
Brussel, de
Hoven of rechtbanken
Aard van de misdaden of wanbedrijven
Aard en duur van de straffen
Opmerkingen
!
Onder meer : duur van de proeftijd i n geval van v o o r w a a r - , Jelijke veroodelingi
De Directeur van het strafregister,
(
58
17 février 1948.
VERSO.
Sont notés au Casier judiciaire : 1" Les condamnations à des peines criminelles; 2" Les condamnations à des peines correctionnelles; 3° Les condamnations rentrant dans les deux catégories ci-dessus qui ont été prononcées par la juridiction militaire pour crimes ou délits de droit commun, ainsi que celles prononcées pour crimes ou délits militaires; 4" Les condamnations à des peines de police prononcées depuis le 1" janvier 1895 pour infractions aux dispositions du Code pénal, à la loi du 16 août 1887 (ancienne) et l'arrêté-loi du 14 novembre 1939 sur l'ivresse publique et à la loi du 22 mars 1929 et l'arrêté royal du 28 juin 1929 relatifs à la protection des animaux;' i 5" En ce qui concerne les infractions à la police du roulage et celles commises par les vvattmen et les conducteurs de vicinaux : les condamnations prononcées par les tribunaux correctionnels, par les tribunaux de police et par les juridictions militaires, lorsque la peine atteint un taux correctionnel ou bien lorsque la déchéance du droit de conduire un véhicule est prononcée; 6" Les mises à la disposition du gouvernement, sauf celles prévues par l'article 16 et les anciens articles 24 et 25 de la loi du 27 novembre 1891, et par l'article 72 (ancien) du Code pénal; 7" Les décisions prises par les juges des enfants à l'égard des mineurs par application de la loi du 15 mai 1912. Ces décisions ne sont mentionnées que sur les extraits délivrés aux autorités judiciaires en vue de nouvelles poursuites. Elles ne sont, en aucun cas, portées à la connaissance des autorités administratives. 8° Les mesures prises à' l'égard des anormaux et des délinquants d'habitude par application de la loi du 9 avril 1930. Les mesures prises à l'égard des anormaux ne sont mentionnées que sur les extraits délivrés aux autorités judiciaires; 9° Les condamnations rentrant dans l'une des catégories ci-dessus prononcées par des tribunaux étrangers à charge de Belges, dans le cas où ces condamnations sont notifiées au gouvernement .belge en vertu de traités d'extradition; 10" Les arrêtés de grâce (remises, réductions ou commutations de peines); 11" Les libérations conditionnelles; 12" Les renvois de l'armée; 13° Déchéance de droits civils et politiques par application de l'arrêté-loi du 19 septembre 1945 sur l'épuration civique.
17 Februari 1948.
59
KEERZIJDE.
In het Strafregister
worden aangetekend :
1° De veroordelingen tôt criminele straffen; 2° De veroordelingen tôt correctionele straffen; 3° De tôt de twee voormelde categorieën behorende veroordelingen door de militaire rechtscolleges uitgesproken ter zake van gemeenrechtelijke misdaden of wanbedrijven alsmede ter zake van militaire misdaden of wanbedrijven; 4" De sedert 1 Januari 1895 uitgesproken veroordelingen tôt politiestraffen ter zake van overtredingen van de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht en van de vroegere wet van 16 Augustus 1887 en de besluitwet van 14 November 1939, op- de openbare dronkenschap, en de wet van 22 Maart 1929 en het koninklijk besluit van 28 Juni 1929 op de dierenbescherming; 5° Wat betreft de inbreuken op de verkeerspolitie en deze bedreven door de wattmen en de trambestuurders van buurtspoorwegen : de veroordelingen, die worden uitgesproken door de correctionele rechtbanken, de politierechtbanken en de militaire rechtscolleges, wanneer de straf een correctioneel bedrag bereikt ofwel wanneer de ontzetting om een voertuig te besturen werd uitgesproken; 6" Het stellen ter beschikking van de regering, met uitzondering van dit voorzien bij artikel 16, de oude artikelen 24 en 25 der wet van 27 November 1891, en artikel 72 (oud) van het Wetboek van Strafrecht; 7" De door de kinderrechters ten aanzien van de minderjarigen genomen beschikkingen bij toepassing der wet van 15 Mei 1912. Deze beschikkingen worden slechts vermeld in de uittreksels welke met het oog op nieuwe vervolgingen aan de rechterlijke overheden worden afgeleverd. Zij worden in geen geval ter kennis gebracht van de administrative overheden. 8° De ten aanzien van abnormale en gewoontemisdadigers bij toepassing der wet van 9 April 1930 genomen maatregelen. De ten aanzien van abnormalen genomen maatregelen worden slechts vermeld in de aan de rechterlijke overheden afgeleverde uittreksels; 9° De tôt een van hogervermelde categorieën behorende veroordelingen ten laste van Belgen uitgesproken door buitenlandse rechtbanken, ingeval die veroordelingen krachtens uitleveringsverdragen aan de Belgische regering worden medegedeeld; 10° De besluiten tôt strafontheffing (kwijtschelding, vermindering of verandering van straf) ; 11° De voorwaardelijke invrijheidstellingen; 12° De wegzendingen uit het léger; 13° Vervallenverklaring van burgerlijke en politieke rechten bij toepassing van de besluitwet van 19 September 1945 op de epuratie inzake burgerfrouw.
60
20 février 1948.
ORGANISATION DES TRAVAUX DE LA COMMISSION POUR LA REVISION DES DISPOSITIONS LÉGISLATIVES ET RÉGLEMENTAIRES SUR L'ORGANISATION JUDICIAIRE INSTITUÉE PAR L'ARRÊTÉ DU RÉGENT DU 23 JANVIER 1948.
Administration de la législation, organisation judiciaire, O. J. 100. Bruxelles, le 20 février 1948. 1. Objet des travaux de la commission. 1° Coordonner les 68 lois, arrêtés-lois, décrets relatifs à l'organisation judiciaire en une seule loi organique. La loi du 18 juin 1869 issue des travaux d'une commission de magistrats créée en 1854 ne constitue qu'une coordination partielle, le parlement ayant remis « à plus tard » l'examen des dispositions relatives à la discipline judiciaire, aux avocats, avoués et huissiers. (Documents parlementaires, session 1866/1867, p. 189, cité dans la Pasinomie 1869, p. 199.) La loi du 18 juin 1869 a elle-même fait l'objet de plus de 33 lois et arrêtés-lois modificatifs (94 articles sur 239 ont été modifiés). 2" Coordonner les arrêtés d'exécution des lois d'organisation judiciaire. Eventuellement proposer de supprimer le caractère formel législatif de certaines dispositions légales qui ne sont en réalité que réglementaires. (Par exemple l'article 31 de l a loi du 18 juin 1869 prescrivant l'état semestriel des affaires du tribunal de première instance; l'article 166 déterminant le mode de contrôle par le procureur général des feuilles d'audience.) 3° Apporter aux textes les corrections nécessaires aux fins de les rendre plus clairs, plus compréhensibles et faciliter leur application. P a r exemple, l'article 17 de la loi de 1869 détermine les conditions de nomination du procureur du Roi et l'article 69 celles des substituts du procureur général; d'autre part, l'article 152 de la même loi dit que le procureur du R o i est un substitut du procureur général. Supprimer les termes désuets et inconstitutionels, par exemple, le titre de « Grand Juge » attribué au Ministre de la Justice (Article 60, loi du 20 avril 1810.) L a commission est-elle chargée de présenter un projet général de refonte de notre organisation judiciaire? Tel n'est pas l'objet actuel de ses travaux. Il importe, avant tout, d'avoir une situation nette et claire. Une fois cette tâche accomplie, les problèmes de réforme de certaines matières, problèmes actuellement à l'étude au Département de la Justice; pourront éventuellement faire l'objet d'un examen. Il va sans dire que dès à présent, les services législatifs accueilleront avec intérêt toutes les suggestions et les v œ u x des membres de la commission II. Composition
de la commission.
Pour la première fois une commission d'études est composée des chefs de corps, des titulaires des fonctions dirigeantes. L a commission de 1854 était composée de quelques magistrats des cours. La commission actuelle est composée des personnes ayant l'expérience journalière et la responsabilité de l'exécution des différentes dispositions que la commission coordonnera. Certes, la commission est nombreuse, mais chaque fonction est représentée et les contacts permanents des membres entre eux permettront l'élaboration d'une œu vr e d'ensemble qui fera honneur au pouvoir judiciaire.
20 Februari 1948.
61
INRICHTING VAN DE WERKZAAMHEDEN DER COMAIISSIE VOOR DE HERZIEN1NG VAN DE WETS- EN REGLEMENTSBEPALINGEN OP DE RECHTERLIJKE INRICHTING DIE BIJ HET BESLUIT VAN DE REGENT VAN 23 JANUARI 1948 WERD INGESTELD.
Bestuur der wetgeving, rechterlijke inrichting, O. J. 100. Brussel, de 20 Februari 1948. I. Docl der werkzaamheden
van de commissie.
1" Samenschakeling in één organische wet, van de 68 wetten, besluitwetten en decreten betreffende de rechterlijke inrichting. De wet van 18 Juni 1869, die gesproten is uit de werkzaamheden van een uit magistraten bestaande commissie, die in 1854 werd opgericht, bracht slechts een gedeeltetijke coôrdinatie daar het parlement het onderzoek van de bepalingen betreffende de rechterlijke tucht, de advocaten, de pleitbezorgers en de deurwaarders tôt « later » verschoven had. (Parlementaire bescheiden, zittijd 1866/1867, blz. 189, aangehaald in de Pasinomie 1869, blz. 199.) De wet van 18 Juni 1869 werd zelf door meer dan 33 wetten en besluitwetten gewijzigd (94 artikelen op 239 werden gewijzigd). 2" Samenschakeling der besluiten ter uitvoering van de wetten op de rechterlijke inrichting. Desvoorkomend voorstellen hef formée! wetgevend karakter van sommige wetsbepalingen, die in werkeliij-kheid slechts reglementerend zijn, op te heffeu (bijvoorbeeld artikel 31 van de wet van 18 Juli 1869, waarbij voorgeschreven wordt om de zes maanden een staat der zaken van de rechtbank van eerste aanleg voor te leggen; artikel 166 tôt bepaling van de wijze waarop de procureur-generaal de zittingsbladen controleert). 3" Aanbrenging in de teksten van de nodige verbeteringen om ze klaarder en bevattelijker te maken en hun toepassing te vergemakkelijken. Bijvoorbeeld, artikel 17 van de wet van 1869 bépaalt de voorwaarden t ô t benoeming van de procureur des Konings en artikel 69 deze van de substituutprocuieurs-generaal; anderdeels zegt artikel 152 van de zelfde wet dat de procureur des Konings een substituut-procureur generaal is. Afschaffing van de verouderde en ongrondwettelijke bewoordingen, bijvoorbeeld de titel van « Grootrechter », die aan de Minister van Justifie werd verleend (Artikel 60, wet van 20 April 1810.). 1s de commissie gelast een algemeen ontwerp van omvorming van onze rechterlijke inrichting voor te leggen? Dit is niet het huidig doel van haar werkzaamheden. Het is allereerst van belang een zuiver en klare toestand te hebben. Eens deze taaktaak vervuld, zullen de hervormingsproblemen van sommige zaken, problemen die thans bij het département van Justifie ter studie zijn, desvoorkomend kunnen onderzocht worden. Het spreekt vanzelf dat dediensten der wetgeving van nu af al de suggesties en de wensen van de leden der commissie met belangstelling zullen aanvaarden. 11. Samenstelling
van de
commissie.
Het is de eerste maal dat een studiecommissie is samengesteld uit de korpshoofden, uit de titularissen van de leidende functiën. De commissie van 1854 was samengesteld uit enkele magistraten der hoven. De huidige commissie bestaat uit personen die door de dagelijkse praktijk vertrouwd zijn met en instaan voor de uitvoering van de verschillende bepalingen, die de commissie zal samenordenen. De commissie bestaat, inderdaad, uit een groot aantal leden; doch iedere functie is vertegenwoordigd, en door voortduirende onderling overleg zullen de leden in de gelegenheid zijn een samenhangend geheel uit te werken, dat de rechterlijke macht zal tôt eer strekken.
62
20 février
1948.
L a composition de !a commission facilite également l'étude des problèmes par les membres dans l'exercice de leurs fonctions, c'est-à-dire, que le magistrat du siège pourra, une fois rentré au siège de sa juridiction, examiner avec ses collègues certaines questions, le magistrat du parquet pourra faire mettre à l'étude par ses subordonnés certaines dispositions. Bref, les membres représenteront les avis des corps dont ils sont les chefs.
III. Organisation
des travaux de la commission.
L'arrêté du Régent du 23 janvier 1948 prévoit quatre sous-commissions correspondantes aux grandes divisions de notre organisation judiciaire. a) Chaque sous-commission se r é p a r t i r a les textes selon les fonctions membres qui la composent. Lorsque plusieurs membres exercent la même fonction, sera répartie entre eux.
des
la matière y relative
Les textes élaborés par les membres-rapporteurs seront examinés à la fois sous l'angle de la fonction et de la juridiction. Les magistrats du siège procéderont ainsi, ensemble, à un examen des textes se rapportant à leurs fonctions. Les magistrats du parquet feront de même. Les mêmes textes seront ensuite examinés commission attachés à une même juridiction :
par
tous les
membres de la
Cours de cassation; Cours d'appel; Tribunaux de première instance; Tribunaux de commerce; Justices de paix; (Magistrats debout, magistrats assis, greffiers.) Ces textes seront enfin examinés en assemblée générale de la sous-commission. Les textes adoptés par la sous-commission seront tirés en plusieurs exemplaires et communiqués à tous les membres qui adresseront leurs observations au président de la sous-commission compétente. Rappelons que les l'organisation judiciaire.
sous-commissions peuvent
consulter tout
membre
de
Conformément aux dispositions de l'article 4, la commission se réunira en séance plénière, tous les mois au Ministère de la Justice et adressera au Ministre un état d'avancement de ses travaux. V. Considérations
générales
et
conclusions.
Les travaux de la commission ainsi conçus apporteront les lumières de l'expérience du pouvoir judiciaire au pouvoir exécutif chargé de présenter au pouvoir législatif un projet de loi parfait. L'œuvre est ardue, la tâche est compliquée, mais la haute compétence et l'expérience des membres de la commission permettra d'atteindre le- résultat attendu : une coordination cohérente et claire des dispositions de notre législation d'organisation judiciaire.
20 Februari 1948.
63
De samenstelling van de commissie vergemakkelijkt eveneens de studie der problemen door de leden in de uitoefening hunner functiën, d. w. z. dat de magistraat van de zetel, eens dat hij ter zetel van zijn jurisdictie zal zijn teruggekeerd, met zijn collega's bepaalde kwesties zal kunnen onderzoeken, terwijl de magistraat van het parket zekere bepalingen ter studie zal kunnen doen nemen door zijn ondergeschikten. Kortom, de leden zullen het advies vertegenwoordigen van het korps, waarvan zij de leiding hebben.
111. Regeling van de werkzaamheden
der
commissie.
Bij het besluit van de Regent dd. 23 Januari 1948 zijn vier subcommissies voorzien welke overeenstemmen met de grote verdelingen van onze rechterlijke inrichting. a) Ieder subcommissie zal onder zich de teksten verdelen volgens de functies van de leden waaruit zij bestaat. Wanneer verschillende leden dezelfde functie uitoefenen dan zal de er op betrekking hebbende stof, onder hen verdeeld worden. De door de leden-verslaggevers uitgewerkte teksten zullen te gelijk uit het oogpunt der functie en der rechtsmacht onderzocht worden. Zo zullen de magistraten van de zetel samen overgaan tôt een onderzoek van de teksten die op hun functiën betrekking hebben. De magistraten van het parket zullen op dezelfde wijze te werk gaan. Dezelfde teksten zullen daarna onderzocht worden door al de aan een zelfde rechtsmacht verbonden leden der commissie : Leden der commissie; Hof van verbreking; Hoven van beroep; Rechtbanken van koophandel; Reclitbangen van koophandel; Vredegerechten; (Staande magistraten, zittende magistraten-griffiers.) Die teksten zullen ten slotte in de algemene vergadering van de subcommissie onderzocht worden. De door de subcommissie goedgekeurde teksten zullen in verscheidene exemplaren worden afgedrukt en aan al de leden ter.inzage worden medegedeeld; deze zullen hun op — of aanmerkingen aan de voorzitter der bevoegde subcommissie toezenden. Wij herinneren er aan dat de subcommissie bij welk lid ook van de rechterlijke inrichting te rade mogen gaan. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 zal de commissie iedere maand voltallig vergaderen in het Ministerie van Justifie en aan de Minister een staat over de vordering harer werkzaamheden toesturen.
V. Algemene beschouwingen
en
conclusiën.
Aldus opgevat zal het werk van de commissie de opgedane ervaring van de rechterlijke macht ten dienste stellen van de uitvoerende macht die er mede belast is een onberispelijk wetsontwerp aan de wetgevende macht voor te leggen. Het werk is lastig en rhoeilijk, de opdracht is ingewikkeld; de grote bevoegdheid en de ervaring van de leden der commissie echter zullen het mogelijk maken het resultaat te bereiken dat er van verwacht wordt, ni. een samenhangende en klare coôrdinatie van onze wetgeving betreffende de rechterlijke inrichting tôt stand te brengen.
64
20 février 1948.
S É M I N A I R E ( F O N D A T I O N D E BOURSES D ' É T U D E ) . F A B R I Q U E D ' É G L I S E . — A S S O C I A T I O N S SANS B U T L U C R A T I F . — L E G S . — I N T E R D I C T I O N D ' A L I É N A T I O N D E S I M M E U B L E S L É G U É S A D E S A S S O C I A T I O N S SANS B U T L U C R A T I F . — N O N É C R I T . — D É F E N S E D'ALIÉNATION DES IMMEUBLES LÉGUÉS AU SÉMINAIRE — SIMPLE V Œ U . — PRESCRIPTION D'AFFECTER INTÉGRALEMENT D E S R E V E N U S A U X BOURSES D ' É T U D E . — N O N ÉCRIT. — OBLIGATION D'ÉTUDIER DANS L E S SÉMINAIRES D U DIOCÈSE D E TOURNAI. — NON ÉCRIT.
Adm. des cultes, dons et legs, fondations, 1" sect, litt. D. L., n° 1862. Bruxelles, le 20 février 1948 (1). C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume. A tous, présents et à venir, S A L U T . Vu l'expédition du testament reçu, le 9 février 1945, par le notaire Hachez, de résidence à Tournai, et par lequel Mlle Errembault du Maisnil et du Coutre ( E . ) , sans profession, demeurant en cette ville, rue des Augustins, n° 23, y décédée le 19 janvier 1946, dispose notamment comme suit : « J'institue pour ma légataire universelle ... » Elle devra remettre à la fabrique de l'église paroissiale de Notre-Dame à Tournai une somme de vingt mille francs pour la célébration de messes pour le repos de mon â m e et celles de mes parents... » Elle devra faire don d'une somme de trois mille francs au Monastère des Carmélites à Tournai, société sans but lucratif, et d'une même somme au Monastère des Clarisses, association sans but lucratif à Tournai. » Je donne à la fabrique d'église de Brasménil une somme de trente mille francs à charge de faire célébrer annuellement et à perpétuité, le premier vendredi de chaque mois, douze messes chantées à mes intentions et à charge d'entretenir le linge d'église... » Je lègue à l'association sans but lucratif « Aide aux Missions belges de la Compagnie de Jésus » ... à Saint-Josse-ten-Noode, la pleine propriété de mes biens sis à Beclers comprenant environ douze hectares quatre-vingt-sept ares vingt centiares occupés par... à charge d'employer les revenus des dits biens à concurrence des deux cinquièmes à la célébration de messes et le surplus au but et à l'activité des missions... » Je lègue au Séminaire de Tournai les biens ci-après : » 1" M a ferme de Mourcourt avec les biens y annexés sur Mourcourt et AAolembaix, comprenant ensemble environ douze hectares soixante-quatre ares soixante centiares de fonds bâti et jardin, terres et prés ainsi que le tout est actuellement occupé par...; » 2" Quatre-vingt-un ares douze centiares de terre labourable et prairie sis à Mont-Saint-Aubert cadastrés section B, n 494 et 498 du cadastre tenant à la partie suivante; o s
» 3" Cinquante-huit ares de terre labourable sis à Mont-Saint-Aubert, cadastrés section B, n° 518 tenant à la partie précédente. » Les revenus de ces biens serviront dès la recette des fermages à concurrence d'un tiers à la célébration de messes à perpétuité pour le repos de mon âme, celles de mes père et mère et de mes parents défunts et pour le surplus après prélèvement des frais d'entretien et des charges des immeubles à des bourses d'études en faveur de jeunes gens peu aisés du diocèse de Tournai, pour les études préparatoires à la théologie dans les établissements organisés par l'autorité ecclésiastique compétente et autorisés par le Saint-Siège... » Ces legs particuliers seront en outre délivrés nets et exempts de tous frais et droits de succession... (1 ) Moniteur
belge
1948,
n"
58.
20 Februari 1948.
65
SEMINARIE (STUDIEBEURZENSTICHTING). — KERKFABRIEK. — VERENIGINGEN ZONDER WINSTOOGMERKEN. — LEGATEN. — VERBOD VAN VERVREEMDING DER ONROERENDE GOEDEREN VERMAAKT AAN VERENIGINGEN ZONDER WINSTOOGMERKEN. — NIET GESCHREVEN. — VERBOD VAN VERVREEMDING DER ONROERENDE GOEDEREN VERMAAKT AAN HET SEMINARIE. — EENVOUDIGE WENS. — VOORSCHRIFT DE INKOMSTEN GEHEEL AAN TE WENDEN TOT STUDIEBEURZEN. — NIET GESCHREVEN. — VERPLICHTING TE STL'DEREN IN DE SEMINARIES VAN HET BISDOM DOORNIK. — NIET GESCHREVEN. Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen, r
1" sect., litt. S. L., n 1862. Brussel, de 20 Februari 1948 (1). K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk. Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gezien de expeditie van het, op 9 Februari 1945, door notaris Hachez, ter standplaats Doornik, ontvangen testament waarbij Mej. Errembault du Maisnil et du Coutre (E.), zonder beroep, wonende aldaar, rue des Augustins, n 23, en er op 19 Januari 1946 overleden, onder meer de voigende schikkingen treft : (Vertaatd) « lk benoem tôt mijn algemene legataresse... » Zij zal aan de fabriek der parochiale kerk van Onze-Lieve-Vrouw te Doornik moeten overhandigen een bedrag van twintig duizend frank voor het celebreren van missen voor mijn zielerust en voor deze mijner ouders... » Zij zal een bedrag van drie duizend frank moeten schenken aan de vereniging zonder winstoogmerken « Monastère des Carmélites », te Doornik, en een zelfde bedrag aan de vereniging zonder winstoogmerken « Monastère des Clarisses », te Doornik. » Ik geef aan de kerkfabriek van Brasménil een bedrag van dertig duizend frank met last jaarlijks en ten eeuwigen dage op de eerste Vrijdag van elke maand, twaalf gezongen missen te doen celebreren te mijner intentie en met last het kerklinnen te onderhouden... » lk vermaak aan de vereniging zonder winstoogmerken « Aide aux Missions belges de la Compagnie de Jésus »... te Sint-Joost-ten-Noode, de voile eigendom van mijn goederen gelegen te Beclers, bestaande uit ongeveer twaalf hectaren zeven en tachtig aren twintig centiaren in gebruik genomen door... met last de opbrengsten van bedoelde goederen tôt het beloop van de twee vijfden te gebruiken tôt het celebreren van missen en het overige voor het doel en de bedrijvigheid van de missies... » lk vermaak aan het seminarie van Doornik de hiernavolgende goederen : » 1" Mijn hoeve van Mourcourt met de onder Mourcourt en Molembaix aanhorige goederen, gezamenlijk bestaande uit ongeveer twaalf hectaren vier en zestig aren zestig centiaren bebouwde gronden en tuin, gronden en weiden zoals ailes thans in gebruik genomen is door... r
» 2° Een en tachtig aren twaalf centiaren bouwland en weide gelegen te Mont-Saint-Aubert, bekend ten kadaster, wijk B, n 494 en 498, palend aan de voigende partij. » 3° Acht en vijftig aren bouwland gelegen te Mont-Saint-Aubert, gekadastreerd wijk B, n 518, palend aan de vorigé partij. » De opbrengsten van deze goederen zullen bij de ontvangst van de pacht ten belope van een derde dienen tôt het celebreren ten eeuwigen dage van missen voor mijn zielerust, deze van mijn vader en moeder en van mijn afgestorven familileden en voor het overige, na voorafname van de onderhoudskosten en de lasten van de gebouwen, voor studiebeurzen ten behoeve van weinig bemiddelde jongelieden van het bisdom Doornik, voor de studiën voorbereidend tôt de godgeleerdheid in de door de bevoegde kerkelijke overheden ingerichte en door de Heilige Stoel gemachtigde instellingen... » Deze bijzondere legaten zullen daarenboven zuiver en vrij van aile lasten en erfenisrechten worden afgeleverd... r s
r
(1) Belgisch Staatsblad,
n ' 58.
66
20 février 1948.
» Les indemnités éventuelles pour dommages de guerre causés aux biens meubles et immeubles de ma succession et qui seront p a y é e s après mon décès, seront recueillies à concurrence de leurs droits par les légataires attributaires des biens pour lesquels les indemnités seront versées... »; Vu les délibérations par lesquelles les bureaux des marguilliers de l'église cathédrale et paroissiale Notre-Dame à Tournai et de l'église de Brasménil, les conseils d'administration des associations sans but lucratif « Monastère des Carmélites de Tournai », « Monastère des Clarisses de Tournai » et « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus », établies à Tournai et à SaintJosse-ten-Noode, ainsi que le bureau administratif du Séminaire de Tournai sollicitent l'autorisation d'accepter les legs qui leur sont faits; Vu les avis du conseil communal de Brasménil, de M . l'évêque diocésain et de la députation permanente du conseil provincial du Hainaut; Vu les pièces de l'instruction d'où il résulte : 1" Que les immeubles légués à l'association sans but lucratif « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus, inscrits au cadastre, commune de Beclers, section A, n" 48, 131a, 132a, 142a,^ ont une contenance totale de 12 hectares 87 ares 20 centiares et une valeur globale de 900,000 francs; s
2" Que les immeubles légués au bureau administratif du séminaire de Tournai, inscrits au cadastre, commune de Molembaix, section D , n" 122a, commune de Mont-Saint-Aubert, section B , n " 494, 495, 518a, commune de Mourcourt, section B, n " 346, 35a, 356, 36a, 376, 37c, 37d, 3 7 £ , 37/, 37g, 52, 53, 104, 106, 150a, 185, ont une contenance totale de 14 hectares 1 are 20 centiares et une valeur globale de 1,095,000 francs; Considérant que les legs faits aux associations sans but lucratif avantagées doivent permettre à celles-ci de réaliser l'objet en vue duquel elles se sont constituées; En ce qui concerne les deux clauses par lesquelles la testatrice détermine l'affectation des revenus des immeubles légués à l'association sans but lucratif « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus » et au bureau administratif du séminaire de T o u r n a i ; Considérant que la première clause, en tant qu'elle implique, pour l a dite association, une interdiction d'aliéner les immeubles légués, est contraire à l'article 15 de la loi du 27 juin 1921, qui prohibe aux associations sans but lucratif la conservation d'immeubles de rapport; que dès lors, cette clause doit être réputée non écrite par application de l'article 900 du Code civil; Considérant, d'autre part, que la esconde clause, en tant qu'elle entraîne la même défense pour le bureau administratif du séminaire de Tournai, porte atteinte aux droits de propriété et d'administration de cet établissement, public; qu'en conséquence, la dite clause doit être* considérée comme n'étant que l'expression d'un simple v œ u ; Pour ce qui regarde la clause aux termes de laquelle la fondatrice prescrit que, déduction faite, en vue de l'exonération des services religieux fondés dans la chapelle du séminaire de Tournai, d'un tiers des revenus du legs consenti au dit séminaire, le surplus de ces revenus, après prélèvement des frais d'entretien et des charges des immeubles légués, doit servir à des bourses d'étude; Considérant que cette clause, en tant qu'elle implique que ce surplus doit être affecté intégralement à des bourses d'étude, enfreint les articles 29 de la loi du 19 décembre 1864 et 8 de l'arrêté royal du 19 décembre 1865 qui règlent les frais d'administration à supporter par chaque fondation de bourses d'étude; que, sous ce rapport, la dite clause doit, dès lors, être réputée non écrite conformément à l'article 900 du Code civil; Quant à la clause par laquelle la fondatrice, après avoir créé des bourses en faveur de jeunes gens du diocèse de Tournai pour les études p r é p a r a t o i r e s b la prêtrise, dispose que celles-ci doivent être faites dans les établissements organisés par l'autorité ecclésiastique compétente; s
u
20 Februari 1948.
67
» De eventuele vergoedingen voor oorlojtsschade, die aan de roerende en onroerende goederen van mijn nalatenschap worden veroorzaakt en die na mijn overlijden zullen worden uitbetaald, zullen tôt het beloop van hun rechten worden in ontvangst genomen door de erfgemaakte verkrijgers van de goederen voor dewelke de vergoedingen zullen worden gestort... »; Gezien de beraadslagingen waarbij de burelen van kerkmeesters van de kathedrale en parochiale kerk van Onze-Lieve-Vrouw te Doornik en van de kerk van Brasménil, de raden tôt beheer van de verenigingen zonder winstoogmerken « Monastère des Carmélites de Tournai », « Monastère des Clarisses de Tournai » en « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus », gevestigd te Doornik en te Sint-Joost-ten-Noode, alsmede het bestuurscollege van het seminarie te Doornik machtiging vragen tôt het aanvragen van de hen vermaakte legaten; Gezien de adviezen van de gemeenteraad van Brasménil, het hoofd van het bisdom en de bestendige deputatie van de provinciale raad van Henegouwen; Gezien de stukken van het onderzoek, waaruit blijkt : 1° Dat de aan de vereniging zonder winstoogmerken « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de |ésus » vermaakte onroerende goederen, bekend ten kadaster, gemeente Beclers, wijk A , n 48, 131a, 132a, 142a, te zamen 12 hectaren 87 aren 20 centiaren groot, en bij elkaar 900,000 frank waard zijn; r >
2" Dat de aan het bestuurscollege van het seminarie van Doornik vermaakte onroerende goederen, bekend ten kadaster, gemeente Molembaix, wijk D, n' 122a, gemeente Mont-Saint-Aubert, wijk B, n ' 494, 495, 518a, gemeente Mourcourt, wijk B , n * 346, 35a, 356, 35a, 376, 37c, 37a, 37£, '37/,. 37g, 52, 53, 104, 106, 150o, 185, te zamen 14 hectaren 1 are 20 centiaren groot, en bij elkaar 1 millioen 95,000 frank waard zijn; Overwegende dat de aan de begunstigde verenigingen zonder winstoogmerken vermaakte legaten deze in de gelegenheid moeten stellen het doel, voor hetwelk zij werden opgericht, te bcreiken; Wat de twee bepalingen betreft waarbij de erflaatster het gebruik bepaalt van de opbrengsten der onroerende goederen die worden vermaakt aan de vereniging zonder winstoogmerken « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus » en aan Met bestuurscollege van het seminarie te Doornik; Overwegende dat de eerste bepaling, voor zover zij voor bedoelde vereniging een verbod inhoudt om de vermaakte onroerende goederen te vervreemden, in strijd is met artikel 15 van de wet van 27 Juni 1921, dat aan de verenigingen zonder winstoogmerken het behoud van renderende goederen verbiedt, dat dientengevolge, deze bepaling als niçt geschreven moet worden aangezien, bij toepassing van artikel 900 van het Burgerlijk Wetboek; Overwegende anderzijds dat de tweede bepaling, voor zover zij voor het bestuurscollege van het seminarie te Doornik hetzelde verbod medebrengt, afbreuk doet aan de rechten van eigendom en bestuur van deze openbare instelling; dat deze bepaling bijgevolg enkel als de uitdrukking van een eenvoudige wens moet worden aangezien; Wat de bepaling betreft, luidens dewelke de stichtster voorschrijft dat, na aftrek, met het oog op het bekostigen van de in de kapel van het seminarie van Doornik gestichte kerkdiensten, van een derde der inkomsten van het aan bedoeld seminarie toegestaan legaat, het overige van deze inkomsten, na voorafname van de onderhoudskosten en de lasten van de vermaakte onroerende goederen, dienen moet voor studiebeurzen; Overwegende dat deze bepaling, voor zover zij inhoudt dat dit overige gelieel voor studiebeurzen moet worden bestemd de artikelen 29 der wet van 19 December 1864 en 8 van het koninklijk besluit van 19 December 1865 overtreedt, die de bestuurskosten regelen, welke door iedere studiebeurzenstichting dienen gedragen; dat in dit verband bedoelde bepaling dienvolgens als niet geschreven moet worden aangezien overeenkomstig artikel 900 van het Burgerlijk Wetboek; Wat de bepaling betreft waarbij de stichtster na het stichten van studiebeurzen ten behoeve van jongelieden van het bisdom Doornik voor de voorbereidende sludiën tôt het priesterschap, beschikt dat deze moeten worden gedaan in de inrichtingen, die door de bevoegde geestelijkheid zijn ingericht: s
r
68
24 février
1948.
Considérant que cette clause, en tant qu'elle entraîne pour les appelés l'obligation de faire leurs études dans les séminaires du diocèse de Tournai, est contraire à l'article 38 de la loi du 19 décembre 1864, aux termes duquel les boursiers ont la faculté de fréquenter un établissement public ou privé du pays, à leur choix, sans que cette faculté puisse être restreinte par l'acte de fondation; qu'en conséquence, cette clause ne peut être observée qu'en tant qu'elle indique les études que doivent faire les boursiers; Vu les articles 900, 910 et 937 du Code civil, 59 et 113 du décret du 30 décembre 1809, 76-3" de la loi communale, modifié par la loi du 30 juin 1865 et l'arrêté royal du 14 août 1933, 31 de la loi du 19 décembre 1864, I"'' de l'arrêté royal du 19 décembre 1865, 15 et 16 de la loi du 27 juin 1921, le titre IV du décret du 6 novembre 1813, le règlement de la fabrique de l'église cathédrale Notre-Dame à Tournai, en date du 16 juillet 1806, approuvé par décret impérial du 18 septembre 1806, ainsi que le tarif des services religieux, approuvé par Notre a r r ê t é du 30 janvier 1946; Sur la proposition du Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1"'. M . l'évéque de Tournai, pour la fabrique de l'église cathédrale et paroissiale Notre-Dame à Tournai, la fabrique de l'église de Brasménil et les conseils d'administration des associations sans but lucratif « Monastère des Carmélites de Tournai », Monastère des Clarisses de Tournai » et « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de |ésus », établies à Tournai et à SaintJosse-ten-Noode, ainsi que le bureau administratif du séminaire (fondations de bourses d'étude) de Tournai, sont autorisés à accepter les legs qui leur sont faits, aux conditions imposées, en tant qu'elles ne sont pas contraires aux lois, et à charge par le dit bureau administratif de verser annuellement et à perpétuité dans la caisse du séminaire (établissement d'instruction) le tiers des revenus du legs en cause pour l'exonération des services religieux fondés dans la chapelle de ce séminaire. Art. 2. M . l'évéque diocésain, pour le dit séminaire, est autorisé à accepter la rente annuelle et perpétuelle qui devra être payée à cet établissement public en vertu de l'article précédent. Art. 3. L'association sans but lucratif « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus » doit aliéner les'immeubles qui lui sont légués, dans le délai de deux ans à compter de la notification du présent arrêté. Le Ministre de la Justice est chargé de l'exécution du dit arrêté. CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, P.
PRISONS
ET C E N T R E S
D'INTERNEMENT.
—
DISTRIBUTION
STRUYE.
DE VIANDE
AUX DÉTENUS.
2° dir. g é n , 3" sect, 3" bur, litt. R., n" 4 8 / V . Bruxelles, le 24 février 1948. Informé M M . les directeurs des établissements pénitentiaires que, par arrêté ministériel du 22 janvier 1948, émanant du Ministère du Ravitaillement et des Importations, le commerce de viande est devenu libre. Cette mesure me conduit à fixer la quantité de viande qui doit entrer dans 'a composition du régime alimentaire du détenu.
69
24 Februari 1948.
Overwegende dat deze bepaling, voor zover zij voor de geroepenen de verplichting medebrengt om hun studiën te doen in de seminaries van het bisdom Doornik, in strijd is met artikel 38 van de wet van 19 December 1864, luidens hetwelk de beursstudenten het recht hebben om, naar keuze, een openbare of private inrichting te bezoeken, zonder dat dit recht door de strchtingsakte mag worden beperkt; dat deze bepaling dienvolgens enkel mag worden nageleefd voor zover zij de studiën aanduidt, die de beursstudenten moeten doen; Gelet op de artikelen 900, 910 en 937 vanh et Burgerlijk Wetboek, 59 en 113 van het decreet van 30 December 1809, 76-3" van de gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 30 juni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, 31 van de wet van 19 December 1864, 1 van het koninklijk besluit van 19 December 1865, 15 en 16 van de wet van 27 Juni 1921, titel IV van het decreet van 6 November 1813, het règlement van de fabriek der kathedrale kerk van Onze-Lieve-Vrouw te Doornik, dd. 16 Juli 1806, goedgekeurd bij keizerlijk decreet van 18 September 1806, alsmede op het tarief der kerkdiensten, goedgekeurd bij Ons besluit van 30 Januari 1946; Op de voordracht van de Minister van Justifie, Wij hebben besloten en W i j besluiten : Artikel 1. Aan de heer bisschop van Doornik, voor de fabriek der kathedrale en parochiale kerk van Onze-Lieve-Vrouw te Doornik, de fabriek der kerk te Brasménil en de raden tôt beheer van de verenigingen zonder winstoogmerken « Monastère des Carmélites de Tournai », « Monastère des Clarisses de Tournai » en « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus », gevestigd te Doornik en te Sint-Joost-ten-Noode, alsmede aan het bestuurscollege van het seminarie (studiebeurzenstichtingen) te Doornik, is machtiging verleend tôt het aanvaarden van de hun vermaakte legaten, onder de opgelegde voorwaarden, voor zover deze niet strijdig zijn met de wet en met last voor bedoeld bestuurscollege jaarlijks en ten eeuwigen dage in de kas van het seminarie (onderwijsinrichting) hét derde te storten van de inkomsten van bedoeld legaat voor het bekostigen van de in de kapel van dit seminarie gestichte kerkdiensten. Art. 2. Aan het hoofd van het bisdom is, voor bedoeld seminarie, machtiging verleend tôt het aanvaarden van de jaarlijkse en eeuwige rente, die luidens vorig artikel aan deze openbare instelling zal moeten worden betaald. Art. 3. De vereniging zonder winstoogmerken « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus » moet de haar vermaakte onroerende goederen vervreemden binnen de termijn van twee jaar, te rekenen van de betekening van het tegenwoordig besluit. De Minister van Justifie is belast met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justifie, P . STRUYE.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. VERDEI.ING VAN VLEES AAN DE GEDETINEERDEN. r
2' alg. dir., 3° sect.. 3° bur., litt. /?., n 4 8 / V . Brussel, de 24 Februari 1948. De heren bestuurders der strafinrichtingen worden ter kennis gebracht dat de verkoop van vlees bij ministerieel besluit van 22 Januari 1948, dat door het .Ministerie van Invoer en Ravi taille ring werd genomen, vrij werd verklaard. Deze maatregel brengt mij er toe de hoeveelheid vlees, 'die tôt de samenstelling van het voedingsregiem van de gedetineerden dient te behorcn, vast te stellen.
7p
26 février 1948.
J'ai décidé qu'à partir du 1" mars 1948, et jusqu'à nouvel ordre, la ration de viande bovine, fraîche ou congelée', serait 'portée à 1 k g 500 par mois et par tête. Les distributions de viande stérilisée et en conserve seront supprimées. Cette mesure s'applique à tous les détenus indistinctement. U conviendra de veiller à ce que tes détenus reçoivent une ration de viande trois jours par semaine, dont une fois le dimanche. Les établissements pourront mettre en vente à la cantine, des conserves de viande, telles que : « Lunch Meat, Corned Beat, etc. ». Pour le Ministre : Le Directeur g é n é r a l ff,
J. DUPRÉEL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT.
Cabinet du Ministre. Bruxelles, le 26 février 1948. A MM. les Directeurs
des
prisons et des
centres d'internement.
Le système de valorisation du travail volontaire effectué dans les mines par les condamnés pour infractions contre la Sûreté de l'Etat, instauré par ma circulaire du 12 octobre 1946 ( c o n d a m n é s pour infractions contre la Sûreté de l'Etat, travail-rachat, n" 23 R / X / ' l / 3 ) a donné des résultais encourageants. Me fondant su r cette expérience favorable, j'estime le moment venu d'étendre le bénéfice de cette mesure à d'autres catégories de c o n d a m n é s qui, bien qu'accomplissant un travail moins pénible, ont cependant manifesté leur volonté de racheter les fautes qu'ils ont commises envers la 'Belgique, notamment en- exécutant volontairement les tâches d'intérêt général qui leur sont- confiées. En conséquence, je vous prie d'accorder à tout condamné pour infractions contre la Sûreté de l'Etat, une valorisation par journée de travail volontaire, pour autant qut l'assiduité, la conduite et les dispositions morales soient l'indice d'une évidente bonne volonté. Cette valorisation sera de un demi-jour pour les travaux exécutés extra-muros y compris les exploitations agricoles. iLe même taux sera accordé pour le travail dans les ateliers pénitentiaires. Une valorisation de un quart de jour sera attribuée aux autres travaux rétribués prescrits dans un. but d'utilité générale. Ne rentrent' donc pas dans cette catégorie les menus travaux habituels d'entretien de la cellule o u de la chambrée, ainsi que les paisse-temps auxquels se livrent habituellement et le plus souvent spontanément les détenus. Cette mesure entrera en vigueur à la date du 1" mars 1948. Il sera cependant tenu compte du travail rachat accompli dès: avant cette date comme élément important d'appréciation lors de l'introduction des propositions de libération- anticipée. 1
Les activités déployées au- sein du WeWare, du service social , des écoles du S. R. R. T. et des divers cycles d'enseignement constitueront elles aussi des éléments qu'il conviendra de mentionner en faveur du condamné. Pour toutes les dispositions d'interprétation et d'application, je m'en réfère à mes circulaires d u il 2 octobre 1946, C o n d a m n é s pour infractions contre la Sûreté de l'Etat. n° 2 3 R / X / l / 3 et du 11 novembre 1946, même émargement, n°32R/X/l/3.
Le P.
Ministre, STRUYE.
26 Februari 1948.
71
lk heb besloten dat het rantsoen vers of bevroren rundvlees, te .rekenen van 1 Maart 1948 en tôt nader bevel, on 1 k g 500 per maand en per hoofd wordt gebracht. De verdelingen van gestereliseerd en ingemaakt vlees worden afgeschaft. Deze maatregel is toepasselijk op al. de gedetineerden zonder onderscheid. Zij worden verzocht er voor te zorgen dat aan de gedetineerden drie maal per week, waaronder éénmaal de Zondag, een rantsoen vlees wordt verstrekt. De inrichtingen zullen in de kantien ir.gemaakt vlees, zoals « Lunch Meat », « CcTned Beaf », enz., mogen te koop stellen. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J.
GEVANGENISSEN E N
DUPRÉEL.
INTERNERINGSCENTRA.
Kabinet van de Minister. Brussel, de 26 Februari 1948. Aan de heren Bestuurders
van de gevangenissen en de
interneringscentra.
Het systeem van vaiorisatie van de door de veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid v a n de Staat in de mijnen .verrichte vrijwillige arbeid, dat door mijn omzendbrief van 12 October 1946 (Veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat, schuklboeting door arbeid, n 23 R / X / l / 3 ) werd ingesteld. heeft bemoedigende uitslagen opgeleverd. Steunend op dieze gunstige proefneming actif ik het ogenblik gekomen om de gunst van 'deze maatregel uit te breiden over andere categorieën v a n veroordeelden die, ofschoon zij een. minder las tige anbeid' verriohten, evenwel hun w i l hebben te kennen gegeven om de foufen die zij jegens België hebben bedreven, uit te boeten onder meer door de taken ivan algemeen belang, die hun worden toevertrotiwd, vrijwilli'g uit te voeren. iDienvolgens verzoek ik u aan ieder veroordeelde wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat een vaiorisatie per dag vrijwillige arbeid toe te staan, voor zover de ijver, het gedrag en de morele zin een aanduiding zijn van klaarbiijkelijke goede wil. Deze vaiorisatie z a l een halve dag bedragen voor de arbeid die b uit en de inrichting wordt verricht met inbegrip van de landbouwexploi'taties. Het zelfde percentage zal worden toegestaan voor het werk in de strafwerkhuizen. Een vaiorisatie van een vierde dag zal- worden verleend voor de andere bezoldigde werken die mat een doel van algemeen mit worden voorgeschreven. De gewone kleine werken tôt onderhoud van de cel of van de kamer, alsmede de werken waarmee de gedetineerden zich gewoonlijk en meestal spontaan uit tijdverdrijf, bezighouden, beboren dus niet tôt deze catégorie. Deze maatiregei zal op 1 iMaart 1948 in werking treden. De schuldboeting door arbeid zal reeds vôôr deze datum in aanmerking komen als belangrijk ibeoordeiir.gselement bij het indienen van voorstellen tôt vervroegde invrijheidstelling. De bedrijvigheid, ontwikkeld in de schoot van de Welfare, de Dienst voor Maatschappelijk Dienstbetoon, de scholen van de D . W . R. V . en van de verschillende onderwijscyclussen, zullen eveneens gegevens vormen, die ten voordele van de veroordeelde zullen dienen vermeld. Voor al de interpretatie- en toepassingsbepalingen verwijs il< naar mijn cmzendbrieven van 12 October 1946, Veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat, n ' 23 R i / X / 1 / 3 en van 11 (November 1946, zelfde kanrtekehing, n 32 R / X / l / 3 . r
r
De Minister, P.
STRUYE.
72
27 février-3 mars 1948. PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — CORRESPONDANCE DES DÉTENUS. e
2 dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n" V U / 4 . Bruxelles, le 27 février 1948. Un incident récent m'a permis de me rendre compte que les règles, qui régissent la censure de la correspondance des détenus, ne sont pas toujours rigoureusement observées. |e crois utile de .rappeler à ce sujet les prescriptions des articles 253, 256 à 261 du .Règlement Général des Prisons et particulièrement les dispositions de l'article 222 fixant le droit de correspondance, sous pli fermé, avec certaines autorités. Les détenus ne peuvent correspondre avec d'autres personnes que celles visées' aux articles précités, sans autorisation du directeur de l'établissement pénitentiaire. Toute requête ou réclamation collective de détenus est interdite : les affaires d'intérêt général sont à traiter par la direction de l'établissement. 11 convient également de noter que les demandes se rapportant au « Welfare .->, à la rééducation ou à tout autre service analogue doivent être soumises à mon examen. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, |. DUPRÉEL.
ANNEXE. — SUPPRESSION <1). e
Adm. C. D . L . F , 2 sect, n° 13957. er
1 mars 1948. — Un arrêté du Régent supprime l'annexe Saint-Pierre à Tamise, érigée par arrêté royal du 23 janvier 1876.
PRISONS ET CENTRES D' 1 INTERNEMENT — OCTROI AUX DÉTENUS DES INDEMNITÉS ET DES RENTES VERSÉES PAR LES CHEFS D'ENTREPRISE OU LEURS ASSUREURS POUR DES ACCIDENTS DU TRAVAIL. e
2 dir. g é n . Service central du travail, n" 15215/?. Bruxelles, le 3 mars 1948. Informé M M . les Directeurs des prisons et des centres d'internement que l'article 11 de la' loi sur la réparation des dommages résultant des accidents du travail prévoit ce qui suit : « Les indemnités dues en vertu de la présente loi aux victimes d'accidents ou à leurs ayants droit ne sont cessibles ni saisissables que pour une cause d'obligation alimentaire légale. » E n conséquence, les indemnités et les rentes dues par les chefs d'entreprise, les entreprises et établissements d'assurances, ainsi que par des caisses communes charbonnières, pour des accidents du travail survenus à des détenus peuvent, pour leur intégralité, être versées aux intéressés ou 'à leurs ayants droit. Toutefois, les retenues légales spécifiées ci-après doivent avoir été opérées préalablement : a) pour les détenus, ouvriers mineurs et assimilés : la retenue de la cotisation ouvrière de 4.5 % dont question à l'article 27 de l'arrêtéloi du 25 février 1947, coordonnant et modifiant les lois sur le régime de retraite des ouvriers mineurs et assimilés (voir Moniteur belge du 19 avril 1947). (1) Moniteur belge, 1948, n° 72.
27 Februari-3 Maart 1948.
73
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — BRIEFWISSELING DER GEDETINEERDEN. r
2' alg. dir., studiebureau, litt. /?., n V l l / 4 . Brussel, de 27 Februari 1948. Een récent incident heeft mij in staat gesteld vast te stellen dat de regels betreffende de censuur der briefwisseling ivan de gedetineerden niet a'Itijd streng worden nageleefd'. Ik actif het nuttig in dit verband te herinneren aan de voorsohriften van de artikelen 253, 256 tôt 261 van het Algemeen 'Règlement der Gevangenissen en voornamelijk aan de bepalingen van artikel 222, dat het recht van briefwisseling onder gesloten omslag, met sommige overheden bepaalt. De gedetineerden mogen zonder machtiging van de bestuurder der sirafinrichting met geen andere personen briefwisseling voeren dan dde, bij voormelde artikels bepaald. Ieder volledig request of 'bezwaarschrift van gedetinerden is iverboden : de zaken van algemeen beilang dienen door het bestuur van de inrichting behanideld. Er dient eveneens opgemerkt dat 'de verzoeken betreffende de « Welfare de wederopvoedir.g of elke andere soortgelijke dienst mij vcor onderzoek moeten onderwor.pen worden. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, j . DUPRÉEL.
ANNEXE. — AFSCHAFFING (1). r
Best. E . S. L. S., 2» sect., n 13957. 1 Maart 1948. — Bij besluit van de Regent, is afgeschaft de annexe van de H . Petrus te Temsche, opgericht bij koninklijk besluit 23 Januari 1876.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — TOEKENN1NG AAN DE GEDETINEERDEN VAN DE VERGOEDINGEN EN RENTEN DIE DOOR DE ONDERNEA1INGSHOOFDEN OF HUN VERZEKERAARS WEGENS ARBEIDSONGEVALLEN WORDEN GESTORT. 2' A l g . dir., Centrale Arbeidsdienst, n ' 15.215/?, 2 bijlagen. Brussel, de 3 Maart 1948. Aan de heren bestuurders van de gevangenissen en van de interneringscentra wordt ter kennis gebracht dat artikel 11 van de wet op de vergoeding der schade voortspruitende uit de arbeidsongevallen het voigende voorziet : « De vergoedingen uit kracht van deze wet verschuldigd aan door ongevallen getroffenen of aan hun rechtverkrijgenden, zijn niet vatbaar voor overdracht of inbeslagneming, tenzij wegens wettelijk verschuldigde kosten van onderhoud. •» Diensvolgens mogen de vergoedingen en de renten die door de ondernemingshoofden, de verzekeringsondernemingen- en. instellingen, alsmede door de gemeenschappelijke koolmijnenkassen, wegens arbeidsongevallen die aan gedetineerden zijn overkomen verschuldigd zijn, voor hun gans bedrag, aan de betrokkenen of aan hun recht verkrijgenden afgedragen worden. Nochtans zullen hiernavermelde wettelijke afhoudingen vooraf moeten plaats hebben gehad : a) voor de gedetineerden, mijnwerkers en er mee gelijkgestelden : de afhouding van de werknemersbijdrage van 4.5 % waarvan spraak in art. 27 van de besluitwet van 25 Februari 1947, tôt samenvoeging en wijziging van de wetten betreffende het pensioenstelsel voor de mijnwerkers en de er mee gelijkgestelden (zie Belgisch Staatsblad van 19 April 1947.) (1) Belgisch Staatsblad,
r
1948, n 72.
74
3 mars 1948.
Après l'expiration de la période de douze mois prévue à l'article 27 précité, la reténue de 4.5 % est remplacée par la retenue d'une cotisation mensuelle de 25 francs (voir l'article 30, litt. a, du même arrêté-loi). /;) pour les détenus, travailleurs ordinaires : la retenue du versement personne! dont question à l'article 5 des lois coordonnées relatives à l'assurance en vue de la vieillesse et du décès p r é m a t u r é (voir arrêté du Régent du 12 septembre 1946, paru au Moniteur belge du 21 septembre 1946). Dans le règlement des indemnités légales, il y a lieu de tenir compie de la situation spéciale des intéressés qui sont privés de l'exercice de certains droits. L a représentation en justice des victimes et l'exercice de leurs droits sur les indemnités légales s'effectueront selon les directives suivantes : 1. Représentation en justice. Un avocat désigné par le Ministère de la Justice représentera le condamné en justice pendant sa détention. Si le condamné est en état d'interdiction légale, le Ministre de la Justice provoquera la nomination d'un curateur pour le représenter. 2. Exercice des droits sur les indemnités légales. La Régie du travail pénitentiaire, pendant la durée de l'incarcération, recevra et gérera les indemnités et les rentes, avec l'assistance du curateur, si le condamné est interdit. Les directeurs des prisons et des centres voudront bien se conformer aux règles exposées ci-dessus et régulariseront, dans ce sens, la situation des détenus qui ont été victimes d'un accident du travail et qui n'ont touché qu'une partie des indemnités ou des rentes payées à l'établissement par les chefs d'entreprise ou leurs assureurs. Des états de gratifications spéciaux n" 171 indiquant le solde d'indemnités ou de rentes encore dû aux détenus, seront établis par exercice et transmis au Service Central du Travail du département, aux fins de liquidation. Ces états doivent être accompagnés d'un relevé mentionnant : a) Le nom et l'adresse des chefs d'entreprise, compagnies d'assurances, ou caisses communes charbonnières qui ont versé à la Régie des indemnités ou des rentes pour des accidents du travail survenus aux détenus; b) L a date et le numéro des factures n" 156 établies du chef d'accidents du travail; c) Le montant de ces factures; il) Le montant des retenues devant être opérées à charge du détenu à titre de cotisation ouvrière ou de versement personnel (voir alinéas 3 et suivants de la présente dépêche); e) Les sommes qui ont déjà été versées par l'établissement aux détenus ou à leurs ayants droit et qui ont figuré à des états de gratifications n" 171 antérieurs. Ces sommes doivent être détaillées par état n" 171. Le mois auquel celui-ci se rapportait doit être indiqué; /) Le solde^restant dû aux détenus ou à leurs ayants droit. A l'avenir, tout état n" 17! où figurent les indemnités versées par des chefs d'entreprises ou leurs assureurs pour des accidents du travail devra être accompagné du relevé dont question ci-dessus. L'indemnité ne peut être inscrite à l'état n" 171 que lorsque son montant-a été reconnu exact par le chef d'entreprise, ou son assureur.
3 Maart 1948.
75
Na het verstrijken van de période van twaalf maanden voorzien in voormeld artikei 27, wordt de afhouding van 4.5 A vervangen door de afhouding van een maandelijkse bijdrage van 25 frank (zie artikel 30, litt. a, van dezelfde besluitwet). b) voor de gedetineerden, gewone werklieden : de afhouding van de personnlijke slorting waarvan sprake in artikel 5 van de saniengeordende wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood (zie besluit van de Regent dd. 12 September 1946 verschenen in het Belgisch Staatsblad van 21 September 1946). Bij het vereffenen van de wettelijke vergoedingen dient rekening te worden gehouden met de bijzondere toestand vân de betrokkenen die van de uitoefening van sommige rechten beroofd zijn. De plaatsvervulling in rechte van de getroffenen en de uitoefening van hun rechten op de wettelijke vergoedingen moeten overeenkomstig de voigende richtlijnen worden uitgevoerd : C
1. Plaatsvervulling in rechte. Een door het Ministerie van Justitie aangeduid advocaat zal i n . rechte de plaats vervullen van de veroordeelde gedurende zijn opsluiting. Indien de veroordeelde wettelijk ontzet is, zal de Minister de aanstelling uitlokken van een curator, om zijn plaats te vervullen. 2. Uitoefening van de rechten op de wettelijke vergoedingen. Tijdens de duur van de opsluiting, zal de Régie van de Gevangenisarbeid, de vergoedingen en de renten ontvangen en beheren, met de bijstand van de curator indien de veroordeelde ontzet is. De bestuurders van de gevangenissen en van de centra gelieven zich naar hierboven uiteengezette regelen te gedragen en zullen in die zin de toestand regeien van de gedetineerden die door een arbeidsongeval werden getroffen en die slechts een gedeelte hebben getrokken van de vergoedingen of van de renten die door de ondernemingshoofden of hun verzekeraars aan de inrichting werden uitbetaald. Bijzondere vergoedingsstaten n 171, waarop het aan de gedetineerden nog verschuldigde saldo van vergoedingen of renten voorkomt, zullen per dienstjaar moeten worden opgemaakt en ter vereffening aan de Centrale Arbeidsdienst van het département overgemaakt. Bij deze staten moet een lijst worden gevoegd waarop dienen opgegeven : a) de naam en het adres van de ondernemingshoofden, verzekeringsmaatschappijen of gemeenschappelijke koolmijnkassen die aan de Régie vergoedingen of renten hebben gestort voor arbeidsongevallen die aan gedetineerden zijn overkomen; b) de datum en het nummer van de facturen n 156 opgemaakt uit hoofde van arbeidsongevallen; c) het beloop van die facturen; d) het bedrag van de afhoudingen welke ten laste van de gedetineerden dienen te geschieden als werknemersbijdrage of persoonlijke storting (zie a l i nea's 3 en voigende van onderhavig schrijven); e) de sommen die reeds door de inrichting aan de gedetineerden of aan hun rechtverkrijgenden werden uitgekeerd en die op vorige samenvattingsstaten n 171 van de vergoedingen werden opgegeven. Deze bijdragen moeten per staat n 171 worden ingedeeld. De maand waarop deze betrekking had moet worden aangeduid; /) het aan de gedetineerden of hun rechtverkrijgenden nog verschuldigd saldo. Voortaan moet bij iedere staat n 171, waarop de door de ondernemingshoofden of door hun verzekeraars voor arbeidsongevallen uitgekeerde bedragen voorkomen, de lijst worden gevoegd waarvan hierboven spraak. De vergoeding mag slechts op de staat n 171 worden ingeschreven nadat haar bedrag door het ondernemingshoofd of zijn verzekeraar als juist werd erkend. r
r
r
r
r
r
76
3 mars 1948.
Il st bien entendu que ne peuvent, en aucun cas, être versées aux détenus les sommés payées parles'chefs d'entreprise ou leurs assureurs en remboursement des frais médicaux, pharmaceutiques, chirurgicaux et hospitaliers avancés par l'administration des prisons. Ces sommes restent acquises à l'administration. • Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J. Dl'PRÉEl..
Annexe à la circulaire n" 15215/? du 3 mars 1948. Arrêté-loi du 25 février 1947 coordonnant et modifiant les lois sur le régime de retraite des ouvriers mineurs et assimilés. (Moniteur belge n" 109 du 18 avril 1947.) Art. 27. En cas de cessation de travail à la suite d'un accident du travail et jusqu'au moment où l'intéressé a repris du travail chez un employeur, il est perçu, pendant une période maximum de douze mois, une cotisation de 11 % , dont 6 / % à charge de l'employeur et 4 / % à charge de l'assuré, sur l'indemnité payée à celui-ci en application de la législation sur la réparation des dommages résultant des accidents du travail. l
l
2
2
Si l'employeur a contracté pour le paiement des indemnités pour accident du travail avec un établissement d'assurance agréé, cet établissement est tenu d'effectuer, sur le montant de l'indemnité, le prélèvement de la cotisation à charge de l'assuré et d'en faire parvenir mensuellement le montant à l'employeur. . A r t . 30. U est perçu une cotisation mensuelle de 25 francs au profit du fonds de capitalisation du Fonds national de (Retraite des ouvriers mineurs, et ce, jusqu'au jour où l'intéressé a repris du travail chez un employeur : • a) pour l'ouvrier qui a a b a n d o n n é le travail dans les entreprises visées à l'article 2 du présent arrêté-loi par suite d'accident. L a cotisation- est prélevée par l'organisme assureur sur le montant des indemnités liquidées à l'intéressé et versées mensuellement au Fonds national ou à la caisse de prévoyance indiquée par celui-ci. Si la cessation du travail est due à un accident du travail, la cotisation est due seulement après l'expiration de la période de douze mois fixée à l'article 27; b) pour l'ouvrier qui, par suite de licenciement dû à une crise économique ou à l'arrêt de l'exploitation qui l'occupait, a cessé le travail dans les entreprises visées à l'article 2, ainsi que pour l'ouvrier du fond qui a été congédié pour cause d'insuffisance physique et.dont la demande de pension d'invalidité a été rejetée par la juridiction compétente, pour le motif que le demandeur était encore capable de travailler normalement à la surface dans les entreprises susdites et pour l'ouvrier qui a cessé le travail par suite d'abandon collectif du travail, si l'entreprise qui l'occupait n'a pas repris son exploitation à l'expiration de la période d'abandon collectif du travail. La cotisation est prélevée par l'organisme assureur sur l'indemnité de chômage accordée à l'intéressé et versée mensuellement au Fonds national ou à la caisse de prévoyance indiquée par celui-ci; r) pour tout ouvrier qui bénéficie d'une pension d'invalidité servie à l'intésent arrêté-loi. La cotisation est déduite du montant de la pension d'invalidité servie à l'intéressé par le Fonds national. Cette cotisation cesse d'être p e r ç u e - d a n s le cas où le prélèvement prévu à l'article 29 est effectué sur le montant de la pension d'invalidité:
3 Maart 1948.
77
Het is w e l . v e r s t a a n dat ter t e r u g b e t a l i n g v a n m e d i s c h e , p h a r m a c e u t i s c h e , h e e l k u n d i g e ë n v e r p l e g i n g s k o s t e n d o o r de o n d e r n e m i n g s h o o f d e n of d o o r hun v e r z e k e r a a r s g e s t o r t e b e d r a g e n , w e l k e d o o r het B e s t u u r der G e v a n g e n i s s e n w e r d e n v o o r g e s c h o t e n , in geen g e v a l a a n de g e d e t i n e e r d e n m o g e n w o r d e n u i t g e k e e r d . D e z e b e d r a g e n blijven e i g e n d o m v a n het bestuur. V o o r de M i n i s t e r : De d d . D i r e c t e u r - G e n e r a a l , J. DUPRÉEL.
B i j i a g e a a n de o m z e n d b r i e f v a n 3 M a a r t 1948, n
r
15215/?.
Besluitwet van 25 Februari 1947 tôt samenvoeging en wijziging van wetten betreffende het pensioenstelsel voor de mijnwerkers en de ermee gelijkgestelden. ( B e l g i s c h S t a a t s b l a d n' 109 van 19 April
1947.)
A r t . 27. B i j s t a k i n g v a n het w e r k t e n g e v o l g e v a n een a r b e i d s o n g e v a l en t ô t op het o g e n b l i k dat de b e t r o k k e n e het w e r k bij een w e r k g e v e r h e r v a t heeft, w o r d t gedurende een m a x i m u m p e r i o d e v a n t w a a l f m a a n d e n . een b i j d r a g e v a n 11 % w a a r v a n 6.5 % ten laste v a n de w e r k g e v e r en 4.5 % ten laste v a n de v e r z e k e r d e , g e ï n d op de v e r g o e d i n g , die a a n l a a t s t g e n o e m d e , bij t o e p a s s i n g v a n de w e t g e v i n g betreffende de v e r g o e d i n g der schade v o o r t s p r u i t e n d e uit a r b e i d s o n g e vallen, uitgekeerd wordt. Indien de w e r k g e v e r , v o o r de b e t a l i n g v a n de v e r g o e d i n g e n v o o r a r b e i d s o n g e v a l l e n , met een g e m a c h t i g d e v e r z e k e r i n g s i n s t e l l i n g een c o n t r a c t gesloten heeft, moet deze i n s t e l l i n g , op het b e d r a g v a n de v e r g o e d i n g , de b i j d r a g e ten b e z w a r e v a n de v e r z e k e r d e i n n e n en om de m a a n d het b e d r a g er v a n aan de werkgever overmaken. A r t . 30. E r w o r d t een m a a n d e l i j k s e b i j d r a g e vart 25 f r a n k g e ï n d ten v o o r d e l e v a n . het k a p i t a l i s a t i e f o n d s v a n het N a t i o n a a l P e n s i o e n f o n d s v o o r M i j n w e r k e r s en z u l k s t ô t op de d a g , w a a r o p de b e t r o k k e n e r i het w e r k bij een w e r k g e v e r hervat heeft : a) v o o r de w e r k m a n die, w e g e n s o n g e v a l , het w e r k v e r l a t e n heeft in de bij a r t i k e l 2 v a n deze b e s l u i t w e t b e o o g d e o n d e r n e m i n g e n . D e b i j d r a g e w o r d t d o o r het v e r z e k e r i n g s o r g a n i s m e g e ï n d op het b e d r a g v a n de v e r g o e d i n g e n , die aan de b e t r o k k e n e u i t g e k e e r d w o r d e n en om de m a a n d a a n het N a t i o n a a l P e n s i o e n f o n d s of aan de d o o r dit f o n d s a a n g e w e z e n v o o r z o r g s k a s gestort. Indien de s t a k i n g v a n het w e r k a a n een a r b e i d s o n g e v a l te w i j t e n is, dan is de b i j d r a g e enkel v e r s c h u l d i g d na het v e r s t r i j k e n v a n de bij a r t i k e l 27 b e p a a l d e p é r i o d e van twaalf maanden; h) v o o r de w e r k m a n , die, uit hoofde v a n a f d a n k i n g . te w i j t e n aan een e c o n o mische c r i s i s of a a n het s t i l v a l l e n v a n de e x p l o i t a t i e w a a r hij w e r k z a a m w a s , in de bij a r t i k e l 2 b e o o g d e o n d e r n e m i n g e n het w e r k s t a a k t , a l s m e d e v o o r de ô n d e r g r o n d s e a r b e i d e r die w e g e n s l i c h a m e l i j k e o n t o e r e i k e n d h e i d w e r d a f g e d a n k t en w i e n s a a n v r a a g o m i n v a l i d i t e i t s p e n s i o e n d o o r de bevoegde r c c h t s i n s t e l l i n g niet w e r d i r i g e w i l l i g d o m d a t de a n r v r a g e r n o g b e k w a a m w a s om op n o r m a l e w i i z e op de b o v e n g r o n d v a n v o o r n o c m d e o n d e r n e m i n g e n le a r b e i d e n , en v o o r de a r b e i d e r die het w e r k v e r l a t e n heeft w e g e n s collectief stopzetten v a n de a r b e i d i n d i e n de o n d e r n e m i n g w a a r hij te w e r k gesteld w a s , na het v e r s t r i j k e n der p é r i o d e van de c o l l e c t i e v e w e r k s t o p z e t t i n g , zijn e x p l o i t a t i e niet h e r n o m e n heeft. De b i j d r a g e w o r d t d o o r het v e r z e k e r i n g s o r g a n i s m e i n g e h o u d e n op de aan de b e t r o k k e n e v e r l e e n d e w e r k l o z e n s t e u n en o m de m a a n d aan het N a t i o n a a l P e n s i o e n f o n d s of aan de d o o r dit fonds a a n g e w e z e n v o o r z o r g k a s g e s t o r t ; c) v o o r iedere w e r k m a n die, uit hoofde v a n deze b e s l u i t w e t , het v o o r d e e l geniet v a n een i n v a l i d i t e i t s p e n s i o e n . De b i j d r a g e w o r d t i n g e h o u d e n op het b e d r a g v a n het i n v a l i d i t e i t s p e n s i o e n dat d o o r het N a t i o n a a l P e n s i o e n f o n d s aan de b e l a n g h e b b e n d e w o r d t uitgeke rd. D e z e b i j d r a g e w o r d t niet meer g e ï n d i n g e v a l de i n h o u d i n g , v o o r z i e n in a r t i kel 29. gescltiedt, op het b e d r a g v a n het i n v a l i d l t e i t s p e n s h c r : :
78
8 mars 1948.
d) Pour tout ouvrier qui bénéficie d'une pension de vieillesse anticipée, par application de l'article 47. L a cotisation est à charge du Fonds national. Un a r r ê t é royal peut modifier le taux de 25 francs ci-dessus.
Annexe à la circulaire n" 15215/? du 3 mars 1948. 12 septembre 1946. — Arrêté du Régent coordonnant les lois relatives a l'assurance en vue de la vieillesse et du décès prématuré. (Moniteur belge n" 264 du 21 septembre 1946.) Lois coordonnées relatives à l'assurance en vue de la vieillesse et du décès p r é m a t u r é . Art. 5. En cas de cessation temporaire du travail, survenant ensuite d'un accident du travail et jusqu'au moment où l'assuré a repris du service chez un employeur ou, s'il n'a pas repris du service, jusqu'au moment où la consolidation de l'accident sera définitivement acquise, le montant du versement personnel est perçu sur l'indemnité payée au salarié en vertu des lois sur la réparation des dommages résultant des accidents du travail. L a cotisation patronale est due, pendant cette période, par le patron à qui incombe la réparation de l'accident. Si le patron a contracté pour le paiement des dites indemnités avec un établissement d'assurance agréé, cet établissement est tenu d'effectuer les retenues du versement personnel sur l'indemnité payée et d'en faire parvenir mensuellement le montant à l'employeur.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. e
2' dir. g é n , 3« sect, 3 bureau, litt. C, n° 264. Bruxelles, le 8 mars 1948. Transmis pour exécution à M M . les Directeurs des établissement pénitentiaires. Pour le Ministre : Le Directeur délégué, LAMBOT.
MINISTERE DES T R A V A U X Administration
PUBLICS.
des Bâtiments.
N " 9020. — N.° 69350 de sortie. Bruxelles, ie 28 février 1948. Chauffage central. — Cave à charbon. — Précautions à prendre. A la suite d'un incendie qui s'est déclaré dans les caves du chauffage central d'un immeuble appartenant à l'Etat, j ' a i l'honneur de vous rappeler qu'il y a lieu d'exercer un contrôle dans les bâtiments o ù ' s o n t entreposées des quantités importantes de charbon. Je vous prie d'appliquer les mesures suivantes : 1° Le charbon doit être emmagasiné en laissant à la partie supérieure de la cave un espace libre, s'étendant sur toute la longueur de la cave, et mesurant au minimum 50 centimètres de hauteur sur 1 m 50 cm à 2 mètres de largeur, destiné à permettre la circulation d'air. 2° Il est interdit de verser du charbon d'une nouvelle provision sur du spriet déjà s t o c k é ; le spriet non utilisé durant la période de chauffe précédente doit être tenu à part;
8 Maart 1948.
79
cl) voor eidere werkman die, bij toepassing van artikel 47, een vervroegd ouderdomspensioen geniet. De bijdrage valt ten laste van het Nationaal Pensioenfonds. Bij koninklijk besluit kan vorenvermeld bedrag van 25 frank gewijzigd worden. Bijiage aan de omzendbrief van 3 Maart 1948, n
r
15125/?.
12 September 1946. — Besluit van de Regent tôt samenordening van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood. Art. 5. In geval van tijdelijke onderbreking van de arbeid, als gevolg van een arbeidsongeval, en tôt het ogenblik waarop de verzekerde opnieuw bij een werkgever in dienst is getreden of, indien hij niet opnieuw in loondienst is getreden, tôt het ogenblik waarop de consolidatie van het ongeval definitief werd uitgesproken, wordt het bedrag der persoonlijke storting afgehouden van de vergoeding aan de verzekerde, krachtens de wetten op de schadeloosstellfng wegens werkongevallen, uitgekeerd. Gedurende dat tijdperk, is de werkgeversbijdrage .verschuldigd door de werkgever te wiens laste de schadeloosstelling wegens het ongeval wordt gelegd. Indien de werkgever, voor de uitbetaling van vermelde vergoedingen, met een aangenomen verzekeringsinstelling een overeenkomst heeft gesloten, is die instelling er toe gehouden de persoonlijke stortingen af te houden van de uitbetaald vergoeding en maandelijks het bedrag er van aan de werkgever te laten geworden.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA.
2° A l g . dir., 3" sect., 3" bur., litt. C, n' 264. Brussel, de 8 Maart 1948. Tôt uitvoering overgemaakt aan de heren bestuurders van de strafinrichtingen. Voor de Minister : De gemachtigde Directeur, LAMBOT.
MINISTERIE V A N O P E N B A R E W E R K E N . Bestuur der Gebouwen. N 9020. — N 69350 van uitg. r
r
Brussel, 28 Februari 1948. Centrale verwarming. — Kolenkelders. — Te nemen voorzorgen. Naar aanleiding van brand uitgebroken in de kelders voor centrale verwarming van een aan de Staat toebehorend gebouw, heb ik de eer u er aan te herinneren dat toezicht dient gehouden in de gebouwen waar belangrijke hoeveelheden kolen opgestapeld liggen. Het gelieve u inzonderheid de voigende maatregelen toe te passen : 1" De kolen moeten zodanig opgehoopt worden dat in het bovendeel vnn de kelder een vrije ruimte gelaten wordt die zich over de ganse lengte van de kelder uitstrekt en ten minste 0.50 m. hoog en 1.50 m. tôt 2 meter breed is; deze vrije ruimte moet het doorstromen van lucht toelaten; 2" Het is verboden kolen van een nieuwe voorraad op reeds opgehoopte spriet te storten; de tijdens de voorgaande verwarmingsperiode niet gebruikte spriet moet afzonderlijk worden gehouden;
so
10-15 mars 1948.
3" Le personnel chargé de l'encavement du charbon (camionneurs, convoyeurs, etc.), ainsi que les économes et chauffeurs du bâtiment, doivent veiller à ce que les lampes électriques, ainsi que leurs conduites, ne soient pas enterrées dans le charbon, mais qu'il soit ménagé autour de chaque lampe un espace libre d'au moins 50 centimètres de rayon, en contact direct avec le couloir dont question au 1° ci-avant; 4° En application des prescriptions visant le placement de lampes électriques dans des caves ou pièces humides, M M . les économes doivent être invités à faire placer sans tarder des boîtes hermétiques en fonte autour de chaque lampe, dans les locaux où cette protection s'impose. Pour le Ministre : Le Directeur général des Bâtiments, E. C L A E Y S . .
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. ACCEPTATION DE TRAVAUX POUR COMPTE D'UN ENTREPRENEUR
PRIVÉ.
2'' dir. gén., Service central du travail, n" 15243/?. Bruxelles, le 10 mars 1948. Informé M M . les Directeurs des prisons et des centres d'internement q u ' à l'avenir, l'acceptation de travaux pour compte d'un entrepreneur privé sera consignée par le Service central du travail au verso de la formule « Demande de m a i n - d ' œ u v r e pénitentiaire ». L'entrepreneur privé qui désire confier des travaux à un établissement pénitentiaire doit être invité par le directeur à remplir, au recto, deux exemplaires de la susdite formule et à les revêtir de sa signature. Un stock de ces imprimés est mis à la disposition de chaque établissement. Au verso de chacun des deux exemplaires, le directeur émettra son avis au sujet de l'honorabilité et de la solvabilité du nouvel entrepreneur; il proposera à l'administration centrale l'acceptation ou le refus du travail; dans le premier cas, il spécifiera les conditions auxquelles, à son avis, l'acceptation doit être subordonnée. Le Service central du travail renverra au directeur un exemplaire de la formule, a p r è s l'avoir complété par sa décision. L a formule « Demande de main-d'œuvre pénitentiaire » ne doit pas être exigée : 1. des pouvoirs publics et organismes y assimilés;: 2. des membres du personnel; . ' ' ' •' 3: des entrepreneurs occasionnels, étant entendu que ceux-ci doivent payer au comptant, entre les mains du comptable, le coût du travail exécuté pour leur compte et ce, quel que soit le montant dû. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J. DUPRÉEL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. r
2" dir. g é n , 3' sect, 3 bureau, n" AB. Bruxelles, le 15 mars 1948. Transmis pour information et gouverne à M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires. Pour le Ministre : Le Directeur délégué, LAMBOT.
10-15 Maart 1948.
81
3° Het met het inkelderen der kolen belaste personeel (voerlui, begeleiders, enz.), alsmede de economen en stokers moeten er zorg voor dragen dat de electrische lampen en hun leidingen niet door de kolen bedolven zijn, maar dat rond elke lamp een vrije ruimte van ten minste 0,50 m. straal wordt uitge&paard, die in rechtstreekse verbinding staat met de 1° hiervoren bedoelde gang; 4° In toepassing van de voorschriften betreffende het plaatsen van elecJrische lampen in kelders of in vochtige plaatsen, worden de heren economen verzocht zonder u ifs-tel hermefische gietijzeren dozen rond elke lamp te doen plaatsen in de lokalen waar deze bescherming vereist is. Voor de Minister : De Directeur-Generaal der Gebouwen, E.
Cl-AEVS.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. AANNEMING V A N W E R K E N VOOR REKENING VAN E E N PRIVATE
ONDERNEMER. r
2" A l g . d i r . Centrale Arbeidsdienst, n 15243/?. Brussel, de 10 Maart 1948. Aan de heren bestuurders van de gevangenissen en van de interneringscentra wordt ter kennis gebracht dat de aanneming van werken voor rekening van een private onderneming voortaan door de Centrale Arbeidsdienst zal worden vermeld op de rugzijde van het formulier « Aanvraag tôt bekoming van arbeiders uit de strafinrichtingen ». De private ondernemer, die werken aan een strafinrichting wenst toe te vertrouwen, moet door de bestuurder worden uitgenodigd twee exemplaren van hogerbedoeld formulier op de voorzijde in te vullen en van zijn handtekening te voorzien. Een voorraad van deze drukwerken wordt ter beschikking van iedere inrichting gesteld. •Op de rugzijde van elk der twee exemplaren zal'de bestuurder zijn advies geven omtrent de achtbaarheid en de solventie van de nieuwe ondernemer; hij zal aan het hoofdbestuur de aanneming of de weigering van het werk voorstellen; in het eerste geval zal hij de voorwaarden aanduiden waarvan, naar zijn oordeel, de aanneming moet worden afhankelijk gesteld. De Centrale Arbeidsdienst zal aan de bestuurder een exemplaar van het formulier. na het door de vermelding van zijn beslissing te hebben aangevuld, terugzenden. Het formulier « Aanvraag tôt bekoming van arbeiders uit de strafinrichtingen » moet niet worden geëist : 1" van de openbare diensten en de daarmee gelijkgestelde organismen; 2" van de leden van 'het personeel; . 3" van de toevallige ondernemers, met dien .verstandc dat deze laatste de kosten van het voor hun rekening uitgevoerde werk contant in handen van de rekenplichtige moeten betalen, welke ook het verschuldigde beloop zij. Voor de Minister . De dci. Directeur-Generaal, J.
GEVANGENISSEN E N
DUPRÉEL.
INTERNERINGSCENTRA. P
2 A l g . d i r , 3" sect, 3" b u r , n
r
AB.
Brussel, de 15 Maart 194S. Ter beschikking en naricht overgemaakt aan de heren bestuurders van de strafinrichtingen. Voor de Minister : De gemachtigde Directeur, LAMBOT.
17 mars 1948. CABINET DU PREMIER MINISTRE. CZ. N " 13037. Bruxelles, le 18 février 1948. Monsieur te Ministre, Par circulaire adressée aux différents départements ministériels en date du 27 mars 1945 « Cabinet du Premier Ministre, n" CZ/13037 », il avait été prescrit d'exiger la production d'un certificat de civisme délivré par le procureur du Roi ou l'auditeur militaire, pour autoriser la participation aux adjudications ainsi qu'à la conclusion de tous contrats et marchés dus à l'initiative des services publics. M . le Ministre de l'Intérieur ayant modifié, par sa circulaire du 19 juillet 1947, les instructions en matière de délivrance des dits certificats par les communes, ces documents devant porter mention des condamnations et déchéances encourues' pour incivisme, ainsi que des poursuites en cours, il y a lieu de rapporter l'obligation de recourir à l'intervention du procureur du Roi ou de l'auditeur militaire, prévue par la circulaire précitée du 27 mars 1945 et d'exiger uniquement le certificat de civisme délivré par les communes. Pour le Premier Ministre : Le Chef de Cabinet, OCKRENT.
ÉDIFICES CLASSÉS D U CULTE. — T R A V A U X D'ENTRETIEN, D E CONSOLIDATION OU D E RESTAURATION. — RÉPARTITION DES FRAIS.
Administration des cultes, dons et legs, fondations, 2' section, n° 20375C. Bruxelles, le 17 mars 1948. Rue des Quatre-Bras, 13. A MM. les Gouverneurs de province. Par circulaire du 12 janvier 1948, n" 20375C, j ' a i eu l'honneur de vous exposer la nouvelle procédure en matière de répartition, entre les administrations publiques, des frais relatifs aux travaux d'entretien, de consolidation ou de restauration nécessaires pour la conservation de la valeur historique ou artistique des édifices, classés comme monuments et affectés au service public ou légal du culte, et tombant sous l'application de l'article 2 de la loi du 7 août 1931 sur la conservation des monuments et des sites. Aux termes de cette circulaire, chaque fois que la Cour des comptes aura visé un-acompte sur la part de l'Etat, mon département devait, en vue de permettre le paiement d'un acompte sur la part de la province, vous faire parvenir deux exemplaires du dossier d'avancement des travaux et faire connaître la date et le numéro du visa de la Cour des comptes. Ce n'était q u ' a p r è s la réception de ces renseignements et de ces exemplaires du dossier que vos services pouvaient utilement transmettre à la Cour des comptes les documents et renseignements énumérés sous les n" 1", 2", 3" et 4" de la dite circulaire. Pour obvier au retard a p p o r t é dans la notification de la date et du numéro du visa de la Cour des comptes, il a été décidé d'en faire abstraction. Dans ces conditions, mon département vous communiquera désormais : a) deux exemplaires du dossier d'avancement des travaux, lors de la transmission, à la Cour des comptes, par fe Ministère des Travaux publics, de l'ordre de virement relatif à un acompte sur l'a part de l'Etat; b) le montant de l'acompte proposé par ce département, l'exercice et l'article d'imputation ainsi que la date, le numéro et le montant total de l'ordre de virement. s
83
17 Maart 1948. KABINET V A N DE EERSTE-M1NISTER. Cz/N
r
13037. Brussel, 18 Februari 1948.
Heer
Minister,
Bij een omzendbrief dd. 27 Maart 1945, « Kabinet van de Eerste-Minister, n' CZ/13037 », werd aan al -de deipaîtementen voorgeschreven een door de Procureur des Konings of door de krijgsauditeur afgeleverd getuigschrift van burgertrouw te eisen voor het deelnemen aan toewijzingen of het afsluiten van aile andere contracten of verkopingen, uitgaande van openbare diensten. De heer Minister van Binnenlandse Zaken heeft, bij zijn omzendbrief dd. 19 Juli 1947, de onderrichtingen, betreffende het verstrekken van deze getuigschriften door de gemeenten, gewijzigd. Voortaan zullen die bescheiden de wegens burgerontrouw opgelopen veroordelingen en het verval van rechten, evenals de gebeurlijke aan de gang zijnde rechtsvervolging vermelden. Dientengevolge wordt de verplichting, in voormelde omzendbrief van 27 Maart 1945 voorzien, ni. de tussenkomst van de procureur des Konings of van de krijgsauditeur in te roepen, ingetrokken en moet voortaan uitsluitelijk het door de gemeenten afgeleverd getuigschrift van burgertrouw geëist worden. Voor de Eerste-Minister : Het Kabinetshoofd, OCKRENT.
GERANGSCHIKTE GEBOUWEN VAN DE EREDIENST. — WERKEN VAN ONDERHOUD, VERSTEVIGING OF HERSTEL. — VERDELING DER KOSTEN.
Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen, r
2' sect, n 20375C. Brussel, de 17 Maart 1948. Vier-Armenstraat, 13. Aan de
Provinciegouverneurs. r
Bij omzendbrief van 12 Januari 1948, n 20375C,. heb ik de eer gehad u de nieuwe procédure uiteen te zetten inzake de verdeling, onder de openbare besturen, van de kosten der werken van onderhoud, versteviging of herstel nodig tôt het behoud van de historische of artistieke waarde van de als monument gerangschikte gebouwen die tôt de openbare of wettelijke eredienst aangewend worden en onder toepassing vallen van artikel 2 der wet van 7 Augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen. Naarluid van die omzendbrief, moest, ieder maal dat het Rekenhof een afkorting op de Staatsbijdrage zal geviseerd hebben, mijn département, met het oog op de betaling van een afkorting op het aandeel van de provincie, u twee exemplaren laten geworden van het vorderingsdossier en u de datum en het nummer van het visa van het Rekenhof mededelen. Slechts na ontvangst van die inlichtingen en van die exemplaren van het dossier, konden uw diensten de onder n " 1", 2°, 3° en 4° van bedoelde omzendbrief opgesomde bescheiden en inlichtingen aan het Rekenhof overmaken. Om de vertraging te verhelpen bij de kennisgeving van de datum en het nummer van het visa van het Rekenhof, werd besloten daarmede geen rekening te houden. In die voorwaarden zal mijn département u in het vervolg mededelen : a) twee exemplaren van het vorderingsdossier der werken, bij de overmaking aan het Rekenhof, door het Ministerie van Openbare Werken, van de overschrijvingsorder betreffende een afkorting op de bijdrage van de Staat; b) het bedrag van de door dit département voorgestelde afkorting, het dienstjaar en het artikel waarop het bedrag is aan te wijzen, alsmede de datum, het nummer en het totaal bedrag van de overschrtjvingsorder.
M
22-24 mars 1948.
En conséquence, vos services devront, à l'avenir, en vue du paiement d'un acompte sur la part de la province, faire tenir â la Cour des comptes les documents et renseignement suivants : 1" Une expédition de l'arrêté royal fixant notamment la proportion de la part de la province; 2" Une expédition de l'arrêté de la députation permanente du conseil provincial allouant la dite part; 3" Une note du gouvernement provincial contenant les nouveaux renseignements fournis par les soins de mon d é p a r t e m e n t ; 4" Un des deux exemplaires du dossier d'avancement des travaux, renvoyé par mon département. Vous voudrez bien porter d'urgence ces instructions à la connaissance des administrations fabriciennes et communales de la province. Pour le Ministre : Le directeur général délégué, L.
GRIMONPONT.
PRISONS E T CENTRES D'INTERNEMENT. V E N T E A L A C A N T I N E D E P A I N D ' É P I C E S ET D E B I S C O T T E S . e
2" dir. gén., 3" sect., 3 bur., n° 97/?. Bruxelles, le 22 mars 1948. L a vente de pain d'épices et de biscottes étant devenue libre, J e ne vois aucun inconvénient à ce que ces produits soient vendus à la cantine des établissements pénitentiaires. Pour le Ministre : Le directeur général ff., |.
DUPRÉEL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — DISCIPLINE D U PERSONNEL.
Cabinet du Ministre. Bruxelles, le 23 mars 1948. 11 m'est signalé que des membres du personnel feraient de la propagande politiciue. ' Une telle action, quelle que soit sa tendance, est de nature à compromettre le bon ordre et la discipline des institutions pénitentiaires. Elle ne peut donc être tolérée. Je prie M M . les directeurs d'interdire strictement les pratiques de ce genre et de me signaler sans retard toute infraction constatée. Le P.
Ministre, STRUYE.
Secr. gén., 2'' sect., n" 39292. 24 mars 1948. — Par a r r ê t é du Régent, la résidence de M . Doyen, notaire à Stavelot, est transférée à Trois-Ponts (commune de Fosse-sur-Salm). (!) Moniteur belge, 1948, n" 87.
22-24 Maart 1948.
85
Bijgevolg zullen voortaan uw diensten, met het oog op de betaling van een afkorting op het aandeel van de provincie, de voigende bescheiden en inlichtingen aan het Rekenhof doen toekomen : 1" Een expeditie van het koninklijk besluit waarbij onder meer de verhouding van de bijdrage der provincie bepaald wordt; 2" Een expeditie van het besluit waarbij de bestendige provinciale raad bedoelde bijdrage toekent;
deputatie
van de
3° Een nota van het provinciaal gouvernement waarin de nieuwe door mijn département verstrekte inlichtingen zijn vervat; 4" Een van beide door mijn département teruggezonden exemplaren van het vorderingsdossier. Ik verzoek u die onderrichtingen ten spoedigste ter kennis te brengen van de kerkfabriek- en gemeentebesturen in de provincie.
De
Voor de Minister : gemachtigde direc^eur-generaal, L . GRIMONPONT.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. VERKOOP VEN PEPERKOEK EN BESCHUITEN IN DE KANTIEN. e
r
2» alg. dir., 3 sect., 3" bur., n 97/?. Brussel, de 22 Maart 1948. Daar de verkoop van peperkoek en beschuiten thans vrij is, zie ik er geen bezwaar in dat deze producten verkocht worden in de kantien van de strafinrichtingen. Voor de Minister : De dd. directeur-generaal, |. DUPRÉEL.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — PERSONEEL. — TUCHT. Kabinet van de Minister. Brussel, de 23 Maart 1948. Er wordt mij ter kennis gebracht dat leden van het personeel politieke propaganda zouden voeren. Dergelijke actie, welke ook haar strekking zij, is van die aard dat ze de goede orde en de tucht van de strafinrichtingen zou kunnen storen. Zij kan derhalve niet worden geduld. Ik verzoek de heren bestuurders de praktijken van die aard ten strengste te verbieden en mij zonder verwijl van iedere geconstateerde inbreuk kennis te geven. De Minister P. STRUVE. A l g . secr., 2" sect., n
r
24 Maart 1948. — Bij besluit van de Regent, is de standplaats van de heer Doyen, notaris te Stavelot, naar Trois-Ponts (gemeente Fosse-sur-Salm) ovérgebracht. (1) Belgisch Staatsblad,
r
1948, n 87.
86
25-31 mars 1948.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — PRESTATIONS SUPPLÉMENTAIRES. COMPENSATION. 2' dir. gén., bureau d'étude, litt. R., n" X / 3 / 2 . Bruxelles, le 25 mars 1948. Informé M M . les directeurs des établissements pénitentiaires qu'afin de résoudre au mieux le problème que pose la compensation des heures supplémentaires de travail auxquelles sont astreints les surveillants c h a r g é s de la conduite et de la garde des condamnés travaillant à l'extérieur des établissements, il a été décidé ce qui suit : 1" Les directeurs prendront les dispositions nécessaires pour qu'il ne s'écoule pas plus de huit heures entre le d é p a r t de l'établissement et le retour, lorsque la mise au travail se fait à proximité de l'établissement ou dans un rayon ne nécessitant pas un trajet aller et retour supérieur à une heure; 2" Dans les autres cas, les prestations supplémentaires seront compensées par moitié en rétribution et par moitié en repos. La rétribution horaire est fixée à 13 francs. 11 sera dressé un tableau de service portant les noms des surveillants sollicitant leur désignation» sous réserve, bien entendu, de n'y mentionner que les agents réunissant les conditions requises pour l'exécution parfaite de cette tâche. Les dépenses seront imputées sur l'article 5, 4 C , du budget, par les prisons, et sur l'article 305, 4.4, par les centres d'internement. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P. CORNIL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — FACTURES RELATIVES AUX SALAIRES ALLOUÉS POUR TRAVAUX DOMESTIQUES ET D'ENTRETIEN DU MOBILIER ET DES BATIMENTS. T dir. g é n , 5 sect, 1" b u r , litt. E, n° 135. e
Bruxelles, le 26 mars 1948. La Cour des comptes exprime le désir que les états n" 171 des gratifications accordées aux d é t e n u s et dressés dans les conditions prévues au § 2 de ma circulaire du 3 décembre 1947, n° 16594 R. lui donnent l'assurance que les montants y m a n d a t é s ont été effectivement p o r t é s en compte dans les comptes courants de la masse des détenus. A cet effet, il suffira pour l'avenir de compléter la formule de sincérité figurant au verso des dits états par la mention suivante : « montant porté en recette au compte courant des intéressés ». Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J. DUPRÉEL. PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — CENTRES D'EDUCATION
PROFESSIONNELLE.
2' dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n° V1II/3/7. • Bruxelles, le 31 mars 1948. Informé M M . les directeurs des prisons et centres d'internement que les Centres d'éducation professionnelle créés dans certains établissements pénitentiaires doivent être considérés comme indépendants en ce qui concerne l'admission et l'exclusion des élèves. En conséquence, les condamnés ne pourront y être admis ou en être écartés que par décision du Directeur général des prisons, prise sur proposition du Directeur du Service de la Rééducation, du Reclassement et des Tutelles ou du Directeur de l'établissement. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J. DUPRÉEL.
87
25-31 Maart 1948.
G E V A N G E N I S S E N E N INTERNERINGSCENTRA. — B I J K O M E N D E P R E S T A T I E S . — C O M P E N S A T I E . r
2" alg. dir., studiebureau, litt. R., n X / 3 / 2 . Brussel, de 25 Maart 1948. Aan de heren bestuurders van de strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat, ten einde het probleem, gesteld door de compensatie van de bijkomende arbeidsuren, waartoe de bewaarders, die belast zijn met de bewaking van de buiten de inrichtingen werkende veroordeelden, genoodzaakt zijn, het voigende werd besloten : 1° De bestuurders gelieven de nodige schikkingen te treffen opdat er niet meer dan acht uren verlopen tussen het vertrek uit de inrichting en de terugkeer, wanneer de tewerkstelling plaats heeft in de nabijheid van de inrichting of in een straal, waarvoor de heen en weer af te leggen weg niet meer dan één uur vergt; 2° In de andere gevallen, zullen de bijkomende prestaties voor de ene helft worden vergoed ddor bezoldigingen voor de andere helft door rust. De bezoldiging per uur is ingesteld op 13 frank. Er moet een diensttabel worden opgemaakt, waarop de namen voorkomen van de bewaarders die hun aanduiding aanvragen,- onder voorbehoud, wel te verstaan, dat er alleen die agenten worden op vermeld, die de vereiste voorwaarden verenigen voor de onberispelijke uitvoering van deze taak. De uitgaven zullen door de gevangenissen worden aangerekend op artikel 5, 4C, van het budget en door de interneringscentra op artikel 305, 4A. De
Voor de Minister : Secretaris-Generaal, P.
CORNIL.
G E V A N G E N I S S E N E N INTERNERINGSCENTRA. — FACTUREN BETREFFENDE DE LONEN T O E G E K E N D V O O R H U I S H O U D E L I J K E W E R K E N EN V O O R O N D E R H O U D VAN M9BILAIR EN GEBOUWEN. e
2- alg. dir., 5 sect., 1' bur., litt. £., n" 135. Brussel, de 26 Maart 1948. r
Het Rekenhof drukt de wens uit dat het uit de staten n 171 van de aan de gedetineerden toegekende vergoedingen, opgemaakt in de voorwaarden die sub 2 van mijn omzendbrief van 30 December 1947, n 16594 R zijn voorzien, zou kunnen opmaken dat de betaalbaar gestelde bedragen, die er op voorkomen, werkelijk worden in rekening gebracht in de rekeningen-courant van het fonds der gedetineerden. Te dien einde zal het voor de toekomst volstaan de formule van deugdelijkheid, die voorkomt op de keerszijde van bedoelde staten, aan te vullen door de voigende melding : « bedrag als ontvangst geboekt op de rekening-courant van de betrokkenen ». Voor de Minister : De dd. Directeur-generaal, r
|.
G E V A N G E N I S S E N E N INTERNERINGSCENTRA.
DUPRÉEL.
— VAKOPLEID1NGSCENTRA. r
2' alg. dir., studiebureau, litt. R, n VIII/3/7. Brussel, de 31 Maart 1948. De heren Bestuurders der gevangenissen en interneringscentra worden bericht dat de Vakopleidingscentra, opgericht in sommige inrichtingen. als zelfstandig dienen beschouwd, voor wat betreft de aanneming en de uitsluiting der leerlingen. Voortaan dus zullen de veroordeelden er slechts toegelaten of er uit verwijderd worden bij beslissing van de Directeur-generaal der gevangenissen getroffen op voorstel van de Directeur van de Dienst voor Wederopvoeding, Reclassering en Voogdij of van de Bestuurder der inrichting. Voor de Minister : De dd. Directeur-generaal, |.
DUPRÉEL.
3-5 avril 1948.
88
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. CLOTURE DES OPÉRATIONS RELATIVES A L'EXERCICE 1947. 2" dir. g é n , 5' sect, 1" bureau, litt. E., n" 134. 'Bruxelles, le 3 avril-1948. L'attention de M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires est attirée sur les dispositions de l'arrêté du Régent en date du 26 mars 1948 (Moniteur belge du 28 mars 1948, n° 88) reportant au 30 juin 1948 la clôture des opérations relatives à l'exercice 1947. Comme le stipule l'article l'° du susdit arrêté, la mesure ne s'applique qu'aux opérations relatives à la liquidation et l'ordonnancement des dépenses. Par contre, l'état n° 204, dont l'envoi éventuel au 31 mars de chaque année, est prescrit par l'article 167 du règlement de comptabilité des" prisons, accompagnera l'état 183 du 1" trimestre 1948. D'autre part, il y a lieu de faire parvenir dans le plus bref délai par bordereau n° 170, en vue de leur liquidation, toutes les créances à charge de l'Etat se rapportant à l'exercice 1947. r
Pour le Ministre : Le Directeur, LAMBOT.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — CLASSIFICATION DES CONDAMNÉS. 2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n" 1/1/212 B. Bruxelles, le 5 avril 1948. Le littera a du chapitre II de la circulaire du 28 décembre 1945, comme ci-dessus, est complété par les dispositions suivantes :
émargée
« L a prison à Gand recevra dorénavant les c o n d a m n é s correctionnels primaires d'expression flamande ayant moins de dix-huit mois de détention à subir au moment du transfèrement et dont la peine n'expire pas e n d é a n s les dix mois. » Une demande préalable d'admission sera adressée au directeur de cet établissement. » Pour le Ministre : Le Directeur-général ff, J. DUPRÉEL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — CLASSIFICATION DES CONDAMNÉS. e
2 dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n" 1/1/212 B. Bruxelles, le 5 avril 1948. Le littera a du chapitre II de la circulaire du 28 décembre 1945, émargée comme ci-dessus, est complété par les dispositions suivantes : « La prison à Nivelles recevra dorénavant les condamnés correctionnels primaires d'expression française ayant moins de dix-huit mois de détention à subir au moment du transfèrement et dont la peine n'expire pas endéans les dix mois. » Une demande préalable d'admission sera adressée au directeur de cet établissement. » Pour le Ministre : Le Directeur général ff, I. DUPRÉEL.
89
3-5 April 1948. GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. AFSLUIT1NG VAN DE VERRICHTINGEN BETREFFENDE HET VEREFFENEN EN HET BETAALBAAR STELLEN VAN DE UITGAVEN. e
r
2" alg. dir., 5 sect., 1° bureel, n 134, litt. E. Brussel, de 3 April 1948. De aandacht van de heren Bestuurders der gevangenissen en interneringscentra wordt gevestigd op de bepalingen van het besluit van de Regent van 26 Maart 1948 (Belgisch Staatsblad van 28 Maart 1948, n 88), houdende overdracht op 30 |uni 1948 van de afsluiting van de verrichtingen betreffende het dienstjaar 1947. Zoals bij artikel 1 van bedoeld besluit wordt bepaald, is de maatregel slechts toepasselijk op de verrichtingen betreffende het vereffenen en het betaalbaar stellen van de uitgaven. Integendeel, moet dé staat 204, welke, overeenkomstig artikel 167 van het règlement op de comptabiliteit der gevangenissen, eventueel op 31 Maart van elk jaar dient te worden ingezonden, de staat 183 van het V kwartaal 1948 vergezellen. Aan de andere kant, behoren al de schuldvorderingen ten laste van de Staat betreffende het dienstjaar 1947, ten spoedigste, door middel van borderel n 170, ter vereffening te worden ingediend. Voor de Minister : De Directeur, LAMBOT. r
r
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — CLASS1FICATIE VAN DE VEROORDEELDEN. 2" alg. dir., studiebureau, litt. R., n' 1/1/212 B. Brussel, de 5 April 1948. Littera a van hoofdstuk 11 van de omzendbrief van 28 December 1945, zelfde kanttekening aïs hierboven, wordt aangevulcl door de voigende bepalingen : « De gevangenis van Gent zal voortaan bestemd zijn tôt het opnemen van de Vlaamsprekende correctioneel primair veroordeelden, die bij hun overbrenging minder dan achttien maanden gevangenisstraf moeten ondergaan en wier straf niet binnen de tien maanden ten einde loopt. » Het verzoek tôt opneming moet vooraf tôt de bestuurder van deze inrichting worden gericht. » Voor de Minister : De dd. Directeur-generaal, J. DUPRÉEL.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — CLASSIFICATIE VAN DE VEROORDEELDEN. e
T
2 alg. dir., studiebureau, litt. R., n I/1/212S. Brussel, de 5 April 1948. Littera a van hoofdstuk 11 van de omzendbrief van 28 December 1945, zelfde kanttekening als hierboven, wordt aange'vuld door de voigende bepalingen : « De gevangenis van Nijvel zal voortaan bestemd zijn tôt het opnemen van de Franssprekende correctioneel primair veroordeelden, die bij hun overbrenging minder dan achttien maanden gevangenisstraf moeten ondergaan en wier straf niet binnen de tien maanden ten einde loopt. » Het verzoek tôt opneming moet vooraf tôt de bestuurder van deze inrichting worden gericht. » Voor de Minister : De dd. Directeur-generaal, J . DUPRÉEL.
90
8-10 avril 1948. P R I S O N S ET C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . — S E R V I C E SOCIAL D E S P R I S O N S .
2" dir. gén., bureau d'étude, litt. R., n° XXIII. Bruxelles, le 6 avril 1948. Il s'est avéré nécessaire de revoir certains aspects de l'organisation du service social pénitentiaire. En ce qui concerne plus spécialement l'intervention du directeur de la prison, où est nommé l'auxiliaire social, il a été décidé ce qui suit : § 1. Ces fonctionnaires contrôleront avec le plus grand soin les états de frais de voyage et de séjour des auxiliaires sociaux. Ils y apposeront leur visa après y avoir consigné éventuellement leurs observations. Afin de faciliter cette vérification, les états dont il s'agit seront accompagnés : 1" D'une copie détaillée du « Journal » tenu par les agents en cause. Ce document portera la date et l'objet du voyage, les noms et les adresses des personnes visitées ainsi que les heures des visites; 2" D'une justification détaillée de l'agent pour tout déplacement de plus de douze heures; 3" Des souches des réquisitoires utilisés. Celles-ci devront toutes porter obligatoirement le cachet de la gare et l'heure de la délivrance du billet. Sa mission terminée, l'agent fera également apposer ces mentions à la gare où il prend le train qui doit le ramener vers sa résidence. • Je rappelle que ce sont les heures normales de départ et d'arrivée des trains qui servent de base pour le calcul des frais de séjour. § II. En matière de congé, d'absence pour cause de maladie ou pour toute autre raison, les auxiliaires sociaux sont tenus de se conformer strictement aux instructions en vigueur pour les autres membres du personnel. Les demandes de congé seront adressées aux directeurs qui les feront parvenir au bureau du personnel des prisons par l'intermédiaire du Service social central. Pour les congés de sept jours et moins, les directeurs voudront bien recueillir par téléphone l'avis de ce service. Toutes les absences devront être signalées simultanément au Bureau du Personnel des Prisons et.au Service social central. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J.
DUPRÉEL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — BULLEï IN DE COMPTABILITÉ MORALE N" 63. 2" Dir. g é n . Bureau d'étude, litt. R, n" V l l l / 1 / 1 . Bruxelles, le 10 avril 1948. J'ai pu constater que la feuille annexée au bulletin de comptabilité morale n" 63, n'est pas régulièrement complétée par les appréciations du personnel sur le comportement et les dispositions morales des condamnés. L'absence de ces annotations entrave, non seulement l'observation du détenu et la continuité du traitement, niais peut aussi, en cas de transfèrement, retarder la proposition d'une libération anticipée. J'insiste une nouvelle fois, pour que les instructions rappelées par la circulaire ministérielle du 16 avril 1947, Bureau d'étude, litt. R, n" V l l l / l , soient strictement appliquées. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J.
DUPRÉEL.
6-10 April 1948.
91
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. MAATSCHAPPELIJKE DIENST BIJ DE GEVANGENISSEN. r
2" alg. dir., studiebureau, litt. R., n XXI11. Brussel, de 6 April 1948. Het is nodig gebleken sommige gezichtspunten ten overstaan van de maatschappelijke dienst ten behoeve van de veroordeelden opnieuw onder 't oog te nemen. Wat inzonderheid de tussenkomst betreft van de bestuurder der gevangenis bij welke de maatschappelijke assistente is benoemd, werd tôt het voigende besloten : § I. Die ambtenaren moeten uiterst zorgvuldig toezicht houden op de staten van reis- en verblijfkosten der maatschappelijke assistenten. Zij moeten hun visum op die staten plaatsen na'dat zij desgevallend hun opmerkingen er op aangetekend hebben. Ten einde dat nazicht te vergemakkelijken moeten bedoelde staten ingediend worden samen met : 1° Een omstandig afschrift van het door de betrokken beambten bij te houden « Dagboek ». Op dat stuk moeten de datum en het doel van de reis, de namen en de adressen van de personen aan wie het bezoek werd gebracht, alsmede de uren van de bezoeken vermeld worden; 2" Een omstandige verantwoording vanwege de beambte voor ieder verplaatsing van meer dan twaalf uren; 3" De stroken der gebezigde vorderingen. Al deze stroken moeten verplicht de stempel van de statie dragen en het uur van afgifte van het kaartje vermelden. De beambte, eenmaal zijn opdracht beëindigd, moet eveneens die vermeldingen doen aanbrengen in de statie waar hij de trein neemt waarmede hij naar zijn standplaats zal terugkeren. lk herinner er aan dat het de normale uren van vertrek en van aankomst zijn die tôt grondslag dienen voor het berekenen van de verblijfkosten. § II. Op 't stuk van verlof, afwezigheid wegens ziekte of wegens welk andere reden ook, zijn de maatschappelijke assistenten er toe gehouden strikt de onderrichtingen na te leven welke thans voor de andere leden van het persOneel gelden. De aanvragen om verlof moeten aan de bestuurders gericht worden die ze aan het bureel van het personeel der gevangenissen toezenden door bemiddeling van het Centraal Maatschappelijk Dienstbetoon. Voor de verloven die zeven dagen en minder bedragen, gelieven de bestuurders telefonisch het advies'van voormelde dienst in te winnen. Elke afwezigheid moet gelijktijdig ter kennis worden gebracht van het Bureel van het Personeel der gevangenissen en van het Centraal Maatschappelijk Dienstbetoon. Voor de Minister : De dd. Directeur-generaal, '
1. DUPRÉEL.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. BULLETIN VAN MORELE BOEKHOUDING N 63. R
r
2" A l g . dir., studiebureau, litt. R, n V I I I / 1 / 1 . Brussel, de 10 April 1948. lk heb kunnen vaststellen dat het aan het bulletin van morele boekhouding n 63 toegevoegd blad niet geregeld wordt aangevuld met de beoordeling van het personeel over het gedrag en de morele gesteldheid van de veroordeelden. De ontstentenis van deze aantekeningen belemmert niet alleen de waarneming van de gedetineerde en de continuïteit van de behandeling, doch kan tevens, in geval van overbrenging, het voorstel tôt vervroegde invrijheidstelling vertragen. Ik dring andermaal aan op de strikte toepassing van de onderrichtingen, waaraan in de ministeriële omzendbrief van 16 April 1947, Studiebureau, litt. R, • n V l l l / 1 wçrd herinnerd. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, r
r
|. DUPRÉEL.
92
10-17 avril 1948. P R l ' O N S ET C E N T R E S D'INTERNE/MENT. — L I B É R A T I O N C O N D I T I O N N E L L E .
2'' Dir. g é n . Condamnés pour infractions contre ia Sûreté de l'Etat, Service de la libération provisoire et conditionnelle, litt. B . L . I. Bruxelles, le 10 avril 1948. .4 MM. les Présidents des Commissions administratives des Prisons et Etablissements Pénitentiaires. Monsieur le Président, J'ai l'honneur de vous rappeler qu'en vertu de l'alinéa 2 de l'art. 5 de l'arrêté royai du 17 janvier 1921 contenant les mesures d'exécution des dispositions de la loi du 31 niai 1888 sur la libération conditionnelle, les propositions de libération conditionnelle doivent être transmises à mon Département dans la huitaine de leur réception. Tenant compte toutefois des circonstances spéciales actuelles, je vous saurais gré de bien vouloir tenir la main à ce que ces propositions me soient transmises dans le plus court délai et, au maximum, après quinze jours. Pour le Ministre : Le Directeur général ff,' j.
.
DUPRÉEL.
FRAIS DE JUSTICE E N MATIÈRE RÉPRESSIVE.
Secrétariat général, 3° sect, 3" b u r , litt. A. D., n" 77. Bruxelles, le 13 avril 1948. A MM. les Procureurs généraux près les Cours d'appel. J'ai l'honneur de vous informer que dans un but de simplification administrative, votre Office est dispensé de m'adresser, à l'avenir, le rapport annuel prévu par le dernier alinéa de ma circulaire du 13 mars 1848, 4° direction, n° 16.168. Je suis persuadé, monsieur le procureur général, que vous tiendrez scrupuleusement la main à réduire, par l'observation des mesures prescrites, les frais de justice en matière répressive. Agréez, je vous prie, monsieur le procureur général, l'expression de mes sentiments de haute considération. Le Ministre, P.
STRUYE.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — VISITE A U X DÉTENUS.
2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n° V / / / 1 / 3 . . Bruxelles, le 17 avril 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires qu'à titre d'essai, les visites faites aux détenus seront réglées dorénavant conformément aux dispositions ci-après : I. Technique des visites. Le système qui est décrit ci-après fera l'objet d'une causerie du Directeur qui expliquera aux détenus la portée de la mesure de faveur dont ils sont l'objet et les mettra en garde contre toute infraction à 'la discipline qui aurait pour conséquence immédiate le retrait de cette faveur. Les visites auront lieu dans un local choisi à cet effet et dans lequel auront été disposées des tables individuelles qu'un intervalle de 2 mètres au moins doit séparer. Les visites se feront de part et d'autre de ces tables : le détenu d'un côté, les visiteurs, au nombre de trois au maximum, de l'autre côté (voir « Bulletin de l'Administration des prisons », juillet 1947). Deux entrées donneront accès au local : l'une pour les détenus, qui entreront les premiers, l'autre pour les visiteurs.
10-17 April 1948. GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. —
93
VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING
2" A l g . dir., Veroordeelden wegens misdrijven tegen de Veiligheid van de Staat, Dienst der voorlopige en voorwaardelijke invrijheidstelling, litt. B.L.l. Brussel, de 10 April 1948. Aan de heren Voorzitters van de Bestiuirscommissies hij de gevangenissen en strafinrichtingen. • Mijnheer de Voorzitter, lk heb de eer er u aan te herinneren dat, krachtens aiinea 2 van artikel 5 van het koninklijk besluit van 17 Januari 1921 houdende de bepalingen der wet van 31 Mei 1888 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling, de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling binnen de acht dagen na hun ontvangst aan mijn Département moeten worden toegezonden. In aanmerking evenwel van de huidige bijzondere omstandigheden, ben ik zo vrij u te verzoeken er de hand aan te houden dat die voorstellen mij worden toegezonden binnen de kortst mogelijke tijd en ten laatste na vijf tien dagen. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, |. Dl'PRÉEL. GERECHTSKOSTEN INZAKE BETEUGELENDE RECHTSPRAAK. r
Algemeen secretariaat, 3'' sect., 3" bur., litt. A. D., n 77. Brussel, de 13 April 1948. Aan de heren Procureuren-generaal bij de Hoven van beroep. lk heb de eer u ter kennis te brengen dat, met het oog op een administratieve vereenvoudiging, uw ambt in de toekomst van de verplichting ontslagen is mij het jaarlijks verslag toe te zenden voorzien bij de laatste alinéa van mijn rondschnjven van 13 Maart 1848, 4" algemene directie, n 16.168. lk ben overtuigd, mijnheer de procureur-generaal, dat u, door het inachtnemen van de voorgeschreven maatregelen, nauwkeurig de hand zult houden aan de vermindering der gerechtskosten inzake beteugelende rechtspraak. Uelieve te aanvaarden, mijnheer de procureur-generaal, de betuiging mijner bijzonder hoogachting. De Minister, r
P.
STRUYE.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. — BEZOEK AAN D E GEDETINEERDEN. r
2- alg. dir., studiebureau, litt. /?, n VI1/1/3. Brussel, de 17 April 1948. Aan de heren bestuurders der strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat de aan de gedetineerden gebrachte bezoeken voortaan bij wijze van proef overeenkomstig de hierna voigende schikkingen zullen geregeld worden : I. Hoc zullen de bezoeken geschieden? Het stelsel dat hierna beschreven wordt, zal in een causerie door de bestuurder toegelicht worden; deze zal aan de gedetineerden de draagwijdte uitleggen van de gunstmaatregel, die voor lien wordt voorzien en zal hen waarschuwen voor elke inbreuk op de tuchtregeling, die de onmiddellijke intrekking van deze gunst voor gevolg zou hebben. De bezoeken zullen plaats hebben in een voor dit doei gekozen lokaal alwaar individuele tafels worden geplaatst, waartusseh een afstand van ten minste 2 me ter moet zijn. De bezoeken zullen van weerszijden van de tafel plaats hebben : de gedetineerde langs de ene kant, de bezoekers, ten getalle van ten hoogste drie, langs de andere kant (zie « Bulletijn van het Bestuur der Gevangenissen », Juli 1947). Twee ingangen zullen toegang verschaffen tôt het lokaal : de ene voor de gevangenen, die eerst zullen binnentreden, de andere voor de bezoekers.
19 avril 1948.
94
Les détenus seront tous habillés de la même façon : ils porteront un « battle riress » blanc ou de couleur claire et un numéro correspondant à celui de la table qu'ils doivent occuper. Un extrait des présentes instructions se trouvera sous verre sur chaque table, du côté des visiteurs. Dès que les détenus seront à leur table, les visiteurs seront introduits et pourront embrasser leur parent. Au signal du surveillant, visiteurs.et détenus devront s'asseoir. Ils pourront s'embrasser une seconde fois à la fin de la visite, s'asseyeront à nouveau et se sépareront au nouveau signal du surveillant. Les détenus sortiront du local et seront identifiés et fouillés soigneusement. Les visiteurs ne pourront quitter le local qu'après ce contrôle. II.
Sécurité
Tout visiteur portant des vêtements trop semblables à ceux des détenus pourra se voir refuser la visite. L'attention des surveillants, choisis parmi les meilleurs agents, sera attirée sur le soin avec lequel ils devront exécuter leur mission pour éviter toute substitution de personnes. Au début de la mise en application de ces instructions, le directeur ou son remplaçant assistera le plus souvent possible aux visites. Le directeur prendra personnellement toutes dispositions utiles pour assurer le bon fonctionnement du système. Si la mise ,à exécution soulevait des difficultés, il y aurait lieu d'en référer au Bureau d'étude qui se rendrait sur place. III.
Sanctions.
Toute fraude, tentative de fraude ou infraction à la discipline sera sévèrement punie. Les contrevenants seront astreints à recevoir les visites ultérieures en parloir cellulaire pendant une période à déterminer d'après la gravité du manquement. IV. Champ
d'application.
Les présentes instructions sont applicables à tous les condamnés, qu'ils soient punis pour des infractions de droit commun ou contre la sûreté de l'Etat, à l'exception des prévenus. Doivent être considérés comme prévenus" les. détenus qui n'ont pas encore comparu devant une juridiction de jugement. Le parloir cellulaire ne servira plus que pour les prévenus et pour les condamnés spécialement dangereux ou pour ceux qui, après s'être évadés précédemment, restent suspects de vouloir s'évader à nouveau. La gravité de la peine et la récidive ne constituent pas un critère pour écarter un condamné du bénéfice de la présente circulaire. V.
Résultats.
M M . les directeurs voudront bien me faire parvenir, dans les trois mois, un rapport circonstancié sur les résultats du nouveau régime des visites. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J.
DUPRÉEL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — PUBLICATIONS PÉRIODIQUES.
2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n° VIII/4/3. Bruxelles, le 19 avril 1948. Il y a lieu de faire figurer le journal hebdomadaire Septembre sur la liste des publications périodiques auxquelles les détenus peuvent s'abonner. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, . J.
DUPRÉEL.
19 April 1948.
95
De gedetineerden zullen allen op dezelfde wijze gekleed zijn; zij zullen een witte of helderkleurig « battle dress » dragen, en een nummer hebben dat overeenstemt met dit van de tafel, waaraan zij moeten plaats nemen. Een uittreksel uit de onderhavige onderrichtingen zal op iedere tafel onder glas langs de kant der bezoekers worden aangebracht. Zodra de gedetineerden zich aan hun tafels zullen bevinden, zullen de bezoekers worden bmnengebracht en zullen zij hun bloedverwant mogen omhelzen. Op het teken van de bewaarder, zullen bezoekers en gedetineerden moeten gaan zitten. Zij zullen elkander een tweede maal mogen omhelzen bij het einde van het bezoek, zij zullen opnieuw gaan zitten en zich van elkaar verwijderen op een nieuw teken van de bewaarder. De gedetineerden zullen het lokaal verlaten en zullen geïdentifieerd en zorgvuldig aan den lijve onderzocht worden. Slechts na dié contrôle zullen de bezoekers het lokaal mogen verlaten. II. Veiligheid. Aan iedere bezoeker die kleren draagt welke te veel op deze der gedetineerden gelijken, zal het bezoek kunnen geweigerd worden. De aandacht der bewaarders, gekozen onder de beste agenten, zal gevestigd worden op de zorg waarmede zij hun opdracht dienen uit te oefenen ten einde iedere verwisseling van personen te voorkomen. Bij het begin van de toepassing van deze onderrichtingen, zal de bestuurder of zijn plaatsvervanger zo dikwijls mogelijk de bezoeken bijwonen. De bestuurder zal persoonlijk aile nuttige schikkingen treffen om de goede gang van het stelsel te verzekeren. Indien de uitvoering moeilijkheden moest bpleveren, dient er verslag uitgebracht bij het studiebureau dat zich ter plaatse zal begeven. III. Sancties. Elk bedrog, poging tôt bedrog of inbreuk op de tuchtregeling zal streng worden gestraft. De overtreders zullen genoodzaakt worden latere bezoeken te ontvangen in een cellulaire spreekkamer en zulks gedurende een période, die dient bepaald naar gelang van de zwaarte van de overtreding. IV. Toepassingsvcld. Deze onderrichtingen zijn toepasselijk op al de veroordeelden, om het even of zij werden gestraft wegens misdrijven van gemeen recht of ter zake van misdrijven tegen de veiligheid van de Staat, met uitzondering van de beklaagden. Dienen als beklaagden beschouwd : de gedetineerden die nog niet vôôr een rechtsmacht van wijzen verschenen. De cellulaire spreekkamer zal nog enkel dienen voor de beklaagden en voor de bijzonder gevaarlijke veroordeelden of voor degenen die, na vroeger ontvlucht te zijn, er van verdacht blijven opnieuw te willen ontvluchtcn. De zwaarte van de straf en de récidive maken geen critérium uit om een veroordeelde van de in deze omzendbrief voorziene gunst uit te sluiten. V . Uitslagen. De heren bestuurders gelieven mij, binnen drie maanden, een omstandig verslag over de uitslagen van het nieuw stelsel der bezoeken over te leggen. Voor de Minister : De dd. Directeur-generaal, J. DUPRÉEL.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — TIJDSCHRIFTEN. r
2" alg. dir., studiebureau, litt. /?, n V I I I / 4 / 3 . Brussel, de 19 April 1948. Het weekblad September dient vermeld op de lijst der tijdschriften, waarop de gedetineerden zich mogen abonneren. Voor de Minister : De dd. Directeur-generaal, |. DUPRÉEL.
96
24-26 avril 1948. ANNEXE. — ÉRECTION (1). Adm. C. D. L. F , 2' sect, n° 30444.
24 avril 1948. — U n arrêté du Régent érige, sous le vocable de Notre-Dame, Vierge des Pauvres, le hameau de Molen à Zonhoven, en annexe ressortissant à la paroisse-succursale Saint-Quentin en cette commune.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. FIXATION DU PRIX DE LA JOURNÉE D'ENTRETIEN DES DÉTENUS DES « AUTRES CATÉGORIES ». 2" Dir. g é n , 5" sect, 1
er
bur, litt. E, n" 113.
.Bruxelles, le 26 avril 1948. J'ai a d o p t é comme prix de la journée d'entretien dans les prisons pour l'année 1948, des détenus visés au § 4, 3", des instructions de la formule n" 235, celui fixé par l'arrêté du 18 mars 1948, paru au Moniteur belge du 18 avril 1948, pour les mendiants et vagabonds de passage dans les prisons soit quinze francs (fr. 15). Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P. CORNIL.
UNIVERSITÉ COLONIALE D'ANVERS. COMMISSION PROVINCIALE DES FONDATIONS DE BOURSES D'ÉTUDE. LEGS. — DÉVOLUTION. Administration des cultes, dons et legs, fondations, P
e
sect, litt. D . L., n" 1946.
Bruxelles, le 26 avril 1948 (2). C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume. A tous, présents et à venir, SALUT. Vu l'extrait, délivré par le notaire Leclef, de résidence à Anvers, du testament olographe, en date du V janvier 1943, par lequel Mme Gheude (B.-J.-E.-W.), veuve de M . Cabra (A.-Fr.-Ed.), sans profession, demeurant à Berchem-lez-Anvers, décédée à Wilrijk, le 5 janvier 1947, dispose notamment comme suit : « ... Je lègue à l'Université coloniale d'Anvers une somme de cinquante mille francs à affecter à une bourse d'étude sous la dénomination « Fondation Général et Madame Cabra », dont les revenus seront attribués, chaque année, à un élève belge peu fortuné, qui aura prouvé des aptitudes sérieuses au cours de ses études, qui aura eu une bonne conduite et se destine à faire carrière au Congo... » ; Vu les délibérations par lesquelles : 1° le conseil d'administration de l'Université coloniale d'Anvers et la commission provinciale des fondations de bourses d'étude d'Anvers sollicitent l'autorisation d'accepter ce legs; 2" la dite commission provinciale propose de fixer le montant de la bourse fondée; Vu les avis de la députation permanente du conseil provincial d'Anvers; 5
(1) Moniteur belge, 1948, n" 123, 124, 125. (2) Moniteur belge, 1948, n" 127.
97
24-26 April 1948. ANNEXE. — OPRICHTING
(1). r
Best. E. S. L. S., 2" sect., n 30444. 24 April 1948. — Bij besluit van de Regent is het gehucht Molen te Zonhoven opgericht, onder de aanroeping van Onze-Lieve-Vrouw, Maagd der Armen, tôt annexe afhangende van de hulpparochie van de H . Quintinus aldaar.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. VASTSTEI.LING VAN DE PRIJS VAN HET ODERHOL'D PER DAG VAN DE GEDETINEERDEN DER « ANDERE CATEGORIËN ». 2" A l g . dir., 5" sect., I" bur., litt. E, n 113. Brussel, 26 April 1948. Als prijs van het onderhoud per d a g gedurende het jaar 1948, in de gevangenissen, der gedetineerden, bedoeld bij § 4, 3", der onderrichtingen van het formulier n 235, heb ik de prijs aangenomen, welke voor de, als passanten in de gevangenissen opgenomen bedeiaars en landlopers, werd vastgesteld door het besluit van 18 Maart 1948, bekendgemaakt in het Belgisch' Staatsblad van 18 April 1948, namelijk vijftien frank (fr. 15). Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P. CORNIL. r
r
r
KOI.ONIALE HOGESCHOOL V A N A N T W E R P E N . PROVINCIALE COMMISSIE VOOR STUDIEBEURZENSÏTCHTINGEN. LEGAAT. — OVERDRACHT.
Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen. 1" sect., litt. S. L., n 1946. Brussel, de 26 April 1948 (2). K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk. Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . r
Gezien het door notaris Leclef, ter standplaats Antwerpen, verstrekt uittreksel uit het eigenhandig testament, dd. 1 Januari 1943, waarbij Mevr. Gheude (B.-J.E.-W.), weduwe van de heer Cabra (A.-Fr.-Ed.), zonder beroep, wonende te Berchem-bij-Antwerpen, overleden te Wilrijk op 5 Januari 1947, onder meer de voigende schikking treft : (Vertaald) « ... lk vermaak aan de Koloniale Hogeschool te Antwerpen een bedrag van vijftig duizend frank, aan te wenden tôt een studiebeurs onder de benaming « Stichting Generaal en Mme Cabra », waarvan de inkomsten jaarlijks zullen toegekend worden aan een weinig bemiddeld Belgisch student die in de loop van zijn studiën van ernstige bevoegdheid doet blijken, een goed gedrag heeft en voornemens is zijn loopbaan in Congo te maken... »; Gezien de beraadslagingen waarbij : 1° de raad tôt beheer van de Koloniale Hogeschool te Antwerpen en de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Antwerpen machtiging vragen tôt het aanvaarden van dit legaat; 2" bedoelde provinciale commissie voorstelt het bedrag der gestichte beurs vast te stellen; Gezien het advies van de bestendige deputatie van de provinciale raad van Antwerpen; (1) Belgisch Staatsblad. (2) Belgisch Staatsblad,
1948, n " 123, 124, 125. 1948, n 127. r
98
27 avril 1948.
Considérant que la capacité des administrations publiques pour accepter les libéralités qui leur sont faites n'est pas déterminée par la désignation du bénéficiaire mais par la destination de la libéralité; que, bien qu'en vertu de l'article 3 de la loi du 8 mars 1920, l'Université coloniale d'Anvers ait capacité pour accepter des donations et des legs moyennant l'autorisation requise; elle n'a cependant pas compétence pour recevoir des libéralités en vue de la fondation de bourses pour les études coloniales, attendu que l'article 18 de la loi du 19 décembre 1864, institue, dans chaque province, une commission à cette fin; Considérant, d'autre part, que la commission provinciale des fondations de bourses d'étude d'Anvers a qualité, en l'espèce, pour accepter le dit legs; Considérant, en outre, que, pour autant qu'on puisse déduire du contexte des dispositions testamentaires précitées que les études prescrites doivent être faites à l'Université coloniale d'Anvers, cette disposition serait contraire à l'article 38 de la loi du 19 décembre 1864, aux termes duquel le boursier a la faculté de fréquenter un établissement d'enseignement public ou privé, à son choix, .sans que cette faculté puisse être restreinte par l'acte de fondation; . Vu les articles 910 et 937 du Code civil, 18 et 35 de la loi du 19 décembre 1864, 33 de l'arrêté royal du 7 mars 1865, 3 de la loi du 8 mars 1920; Sur la proposition du Ministre de la Justice et du Ministre des
Colonies,
Nous avons arrêté et a r r ê t o n s : r
Article l " . L'Université coloniale d'Anvers n'est pas autorisée à accepter le legs prémentionné fait en vue de la fondation d'une bourse d'étude. Art. 2. La commission provinciale des fondations de bourses d'étude d'Anvers est autorisée à accepter ce legs. Art. 3. Le montant de la bourse fondée est fixée à 1,500 (quinze cents) francs pour les études supérieures. Le Ministre de la Justice et le Ministre des Colonies sont c h a r g é s , chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. CHARLES. Le Ministre P.
Le
de
Ministre P.
la Justice,
STRUYE.
des
Colonies,
WIGNY.
P R I S O N S ET C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . E V A L U A T I O N DES OBJETS D E V A L E U R D É P O S É S PAR L E S D É T E N U S . e
2 dir. g é n , 5'' sect, 1"' bur, n" 134, litt. E. Bruxelles, le 27 avril 1948. La circulaire du 5 décembre 1942, même émargement, a remis en vigueur le § 8 des instructions de la formule 242, a b r o g é par la circulaire du 19 décembre 1932. Le borderau n" 242 mentionne la valeur approximative des objets pris en dépôt. Ce document est signé par le dépositaire et par le déposant, lequel marque ainsi son accord sur la liste des objets remis et en même temps sur leur évaluation. Or, il a été constaté que les évaluations faites par les comptables sont parfois peu sérieuses et qu'en cas de perte de bijoux, les réclamations introduites paies d é p o s a n t s préjudiciés sont basées sur le fait que l'accord donné par ceu-ct quant à cette évaluation n'a pas été fait librement.
27 April 1948.
99
Overwegende dat de bevoegdheid van de openbare besturen tôt het aanvaarden van de hun gedane giften niet door de aanduiding van de begunstigde maar door de bestemming van de gift wordt vastgesteld; dat, alhoewel krachtens artikel 3 der wet van 8 Maart 1920 de Koloniale Hogeschool te Antwerpen schenkingen en legaten kan aanvaarden na de vereiste machtiging bekomen te hebben, zij nochtans niet bevoegd is .om giften te ontvangen met het oog op de stichting van beurzen voor koloniale studies, daar bij artikel 18 der wet van 19 December 1854 in elke provincie een commissie daartoe opgericht is; Overwegende, anderzijds, dat de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Antwerpen in dezen bevoegd is om bedoeld legaat te aanvaarden; Overwegende, bovendien, dat, voor zover uit de samenhang der voormelde testamentbeschikking kan afgeleid worden dat de voorgeschreven studies in de Koloniale Hogeschool te Antwerpen dienen gedaan, dit in strijd zou zijn met artikel 38 der wet van 19 December 1864 luidens hetwelk de beursstudent het recht heeft, naar verkiezen een openbare of een vrije onderwijsinrichting te bezoeken zonder dat dit recht door de stichtingsakte kan beperkt worden; Oelet op de artikelen 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 18 en 35 van de wet van 19 December 1864, 33 van het koninklijk besluit van 7 Maart 1865, 3 der wet van 8 Maart 1920; Op de voordracht van de Minister van Justifie en van de Minister van Kolonién, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Artikel 1. Aan de Koloniale Hogeschool te Antwerpen is machtiging onthouden tôt het aanvaarden van hogervermeld legaat vermaakt met het oog op het stichten van een studiebeurs. Art. 2. Aan de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Antwerpen is machtiging verleend tôt het aanvaarden van dit legaat. Art. 3. Het vastgesteld voor De Minister hem betreft. met
bedrag der gestichte beurs is op 1,500 (vijftienhonderd) frank de hogere koloniale studies! van Justifie en de Minister van Kolonién zijn belast, ieder wat de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justifie, P.
STRUYE.
De Minister P.
van
Kolonién,'
WlGNY.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. SCHATTING V A N DE W A A R D E DER DOOR D E GEDETINEERDEN IN B E W A R I N G GEGEVEN V O O R W E R P E N . !
r
2" alg. dir., 5 ' sect., I" bur., litt. E, n 134. Brussel, de 27 April 1948. Door de omzendbrief van 5 December 1942, zelfde kanttekening, werd § 8 der onderrichtingen van het formulier 242, die door de omzendbrief van 19 December 1932 werd opgeheven, opnieuw in werking gesteld. Het borderel 242 vermeldt bij benadering de waarde der voorwerpen, die in bewaring werden genomen. Dit bescheid wordt ondertekend door de bewaarnemer en door de bewaargever, die aldus zijn instemming betuigt over de lijst der overhandigde voorwerpen en terzelfder tijd over de schatting der waarde. Welnu er werd vastgesteld dat de door de rekenplichtige verrichte schattingen dikwijls op weinig ernstige wijze gebeuren en dat, ingeval er juwelen verIoren gaan, de door de benadeelde b é w a a r g e v e r s ingediende klachten gegrond zijn op het feit dat de door lien gegeven instemming, wat deze schatting betreft, niet vrijelijk werd gegeven.
28 avril 1948.
100
Il en résulte que dans les cas de l'espèce, le Département peut se trouver dans l'obligation de renoncer à une action judiciaire et de procéder par voie de transaction, en tenant compte des prétentions des détenus, faute de pouvoir invoquer utilement le contenu du bordereau 242. Afin de remédier, dans la mesure du possible, à cet inconvénient, l'attention des comptables est expressément attirée sur la nécessité d'appliquer strictement les instructions de la circulaire du 5 décembre 1942 prérappelée. Les évaluations des bijoux déposés par les détenus doivent être aussi conformes que possible à la réalité (valeur marchande). Aucune pression ne peut naturellement être faite sur le déposant pour qu'il marque son accord. En cas de désaccord, les deux évaluations doivent figurer sur le bordereau 242, avec une description adéquate de l'objet dans la colonne « Observations ». Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J.
COURS
ET TRIBUNAUX.
—
PROCÉDURE
E N JUSTICE
DUPRÉEL.
DE PAIX
RELATIVEMENT
A LA
DEMANDE D E PAIEMENT E N CAPITAL D E L'ALLOCATION COMPLÉMENTAIRE D U E A U X PRISONNIERS POLITIQUES O U A LEURS AYANTS DROIT.
5" dir. g é n , 2" sect, litt. L, n" 2473. Bruxelles, le 28 avril 1948. A MM. les Premiers Présidents
des Cours d'appel de
Bruxelles-Liège.
La loi du 26 février 1947 organisant le statut des prisonniers politiques et de leurs ayants droit (Moniteur belge du 16 mars 1947), dispose dans son article 11, alinéa 3, que « le bénéficiaire de l'allocation complémentaire peut demander que la valeur en capital de cette allocation lui soit payée le 1" du quatrième mois suivant l'entrée en vigueur de la loi. » Le juge de paix dont la juridiction s'étend à la commune où est domicilié le demandeur statuera sur la demande au mieux des intérêts de l'intéressé. » Trois questions d'application de cette disposition se posent : 1. Par qui le juge de paix sera-t-il saisi de la demande de paiement de la valeur en capital? L'article 11, alinéa 4 (précisé par l'arrêté du Régent du 27 mai 1947), prévoit que la demande de payement de la valeur en capital sera introduite dans le texte même de la requête aux fins de pouvoir bénéficier du statut du prisonnier politique et de ses avantages pécuniaires. Cette requête devait être adressée au Ministre de la Reconstruction, sous pli recommandé, avant le 16 septembre 1947. Avant de pouvoir statuer sur la demande de paiement de la valeur en capital, il importe qu'une décision définitive et favorable soit intervenue de la part des commissions d'agréation et éventuellement de la commission d'appel sur l'octroi du titre de prisonnier politique ou d'ayant droit prévu par la loi et des avantages pécuniaires qui en découlent. Dans le cas où l'intéressé aura donc demandé le paiement de la valeur en capital, les services du Ministère de la Reconstruction saisiront M M . les juges de paix compétents, après décision définitive et favorable des commissions sur l'octroi de l'allocation complémentaire. 2. Quels sont les critères que le juge de paix adoptera pour étayer sa décision sur la demande de paiement de la valeur en capital?
lOt
28 April 1948.
Daaruit vloeit voort dat het Département in soortgelijke gevallen verplicht kan zijn van een rechtsvordering af te zien en langs transactionele weg te handelen en hierbij met de eisen der gedetineerden rekening moet houden omdat het de inhoud van het borderel niet op nuttige wijze kan inroepen. Om in de mate van het mogelijk dit euvel te verhelpen, wordt de aandacht der rekenplichtigen uitdrukkelijk gevestigd op de noodzakelijkheid de onderrichtingen van de reeds voormelde omzendbrief van 5 December 1942 strikt toe te passen. De schattingen der door de gedetineerden in bewaring gegeven juwelen moeten zoveel mogelijk overeenstemmen met de werkelijkheid (handelswaarde). Op de bewaargever mag natuurlijk geen enkele druk worden uitgeoefend om te bekomen dat hij zijn instemming zou betuigen. In geval van niet-overeenstemming, moeten de twee schattingen op het borderel 242 voorkomen, met een gep'aste beschrijving van het voorwerp in de kolom « Opmerkingen ». Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
HOVEN EN RECHTBANKEN. — RECHTSPLEGING BIJ DE VREDEGERECHTEN BETREFFENDE DE AANVRAAG TOT BETALING IN KAPITAAL VAN DE BIJKOMENDE VERGOEDING VERSCHULDIGD AAN DE POLITIEKE GEVANGENEN OF AAN HUN RECHTHEBBENDEN
5" alg. dir., 2" sect., litt. L, n ' 2473. Brussel, de 28 April 1948. Aan de heren Eerste-Voorzitters te
van de Hoven van beroep Brussel-Gent-Luik.
In artikel 11, alinéa 3, van de wet van 26 Februari 1947 tôt regeling van het statuut der politieke gevangenen en hun rechthebbenden (Belgisch Staatsblad van 16 Maart 1947), wordt bepaald : « wie op de bijkomende vergoeding recht heeft kan de uitkering vragen van het bedrag in kapitaal van deze toelage op de 1 der vierde maand na het in werkingtreden van de wet. » De vrederechter wiens bevoegdheid zich uitstrekt tôt de gemeente waar de rechthebbende zijn woonplaats heeft, beslist over deze vordering zo voordelig mogelijk voor de belanghebbende. » In verband met de toepassing van die bepaling rijzen drie vragen op, ni. : e
•1. Door wie zal de vordering tôt uitkering van het bedrag in kapitaal bij de vrederechter aanhangig worden gemaakt. iBij artikel 11, alinéa 4 (nader toegelicht door het besluit van de Regent van 27 Mei 1947) wordt voorzien dat de vordering tôt uitkering van het bedrag in kapitaal moet vervat zijn in de tekst zelf van het verzoekschrift om te kunnen genieten van het statuut van de politieke gevangene en van de geldelijke voordelen er van. Bedoeld verzoekschrift moest onder aangetekende omslag aan de Minister van Wederopbouw gericht worden vôôr 16 September 1947. Alvorens uitspraak te kunnen doen over de vordering tôt uitkering van het bedrag in kapitaal, is het nodig dat een definitieve en gunstige beslissing vanwege de aannemingscommissies en eventueel vanwege de beroepseommissie is gevallen over het toekennen van de titel van politieke gevangene of van rechthebbende bij de wet voorzien en van de geldelijke voordelen die het gevolg er van zijn. In de gevallen waarin dus de belanghebbende de uitkering van het bedrag in kapitaal zal gevorderd hebben, zullen de diensten van het Ministerie van Wederopbouw die vordering bij de bevoegde vrederechters aanhangig maken na definitieve en gunstige beslissing van de commissies over het toekennen van de bijkomende vergoeding. 2. Welke zijn de criteria die de vrederechter moet toepassen om zijn beslissing te steunen over de vordering tôt uitkering van het bedrag in kapitaal?
102
4 mai 1948.
L'exposé des motifs de la loi du 26 février 1947 (Doc., Ch. session 1946, n° 176) s'exprime comme suit : « L a possibilité de recevoir la valeur en capital de l'allocation complémentaire permettra à certains prisonniers politiques de se créer une nouvelle situation, d'acquérir un fonds de commerce, de constituer un outillage artisanal ou d'affecter ce capital à la constitution d'une assurance sur la vie ou d'une rente viagère, etc. » 3. Comment la décision du juge de paix sera-t-elle portée à la connaissance des services du Ministère de la Reconstruction en vue de la liquidation effective des avantages considérés? L a manière la plus pratique et expédiente consiste en ce que le greffier du juge de paix qui a statué, notifie un extrait de la décision à M . le Ministre de la Reconstruction. Conformément aux dispositions de l'article 25, alinéa 2, de la loi du 26 février 1947, cet extrait et cette notification sont exempts du droit de greffe et.de la formalité de l'enregistrement. J'ai l'honneur de vous prier, Monsieur le Premier Président, de faire part de ces directives à M M . les juges de paix. Le Ministre P. SRUYE.
SÉMINAIRE (FONDATION DE BOURSE D'ÉTUDE). — LEGS.
Administration des cultes, dons et legs, fondations. 1" sect., litt. D. L., n" 2140. Bruxelles, le 4 mai 1948(1). C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume. A tous, présents et à venir, SALUT. Vu l'expédition délivrée par le notaire Brasseur, de résidence à Schaerbeek, du testament olographe, en date du 30 juin 1942, par lequel Mlle Borremans ( M . - L . - A . ) , sans profession, demeurant à Overijsche, steenweg van Brussel, n° 135, y décédée le 29 août 1946, dispose notamment comme suit : « ... 5" Je lègue au Grand Séminaire de Malines la somme de vingt-cinq mille francs, nette de droits de succession, à charge pour celui-ci d'employer à perpétuité les intérêts de cette somme à la création d'une bourse d'étude pour un séminariste étudiant en philosophie ou théologie, de préférence un de mes parents ou un jeune homme originaire d'Overijsche... »; Vu la délibération par laquelle le bureau administratif du séminaire de Malines sollicite l'autorisation d'accepter le dit legs; Vu l'avis de M . le Cardinal-Archevêque de Malines; V u les articles 910 et 937 du Code civil, 31 de la loi du 19 décembre 1864, 1 de l'arrêté royal du 19 décembre 1865, ainsi que le titre IV du décret du 6 novembre 1813; Sur la proposition du Ministre de la Justice, er
Nous avons arrêté et arrêtons : Article unique. Le bureau administratif du séminaire de Malines est autorisé à accepter le legs prémentionné, fait en vue de la fondation d'une bourse d'étude. Le Ministre de la Justice est chargé de l'exécution du présent arrêté. CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, P. STRUYE.
(1) Moniteur belge, 1948, n° 134.
4 Mei 1948.
103
In de memorie van toelichting bij de wet van 26 Februari 1947, Bescheid, Kamer, zittijd 1946, nf 176), wordt het voigende verklaard : « De mogelijkheid de waarde van de aanvallende vergoeding in kapitaal te ontvangen zal aan zekere politieke gevangenen toelaten zich een nieuwe Ievensvoorwaarde te scheppen, van zich een handelsfonds te verschaffen, van gereedschap te kopen of dit kapitaal om te zetten in een levensverzekering oflevensrente, enz. > 3. Op welke wijze moet de beslissing van de vrederechter ter kennis worden gebracht van de diensten van het Ministerie van Wederopbouw met het oog op de daadwerkelijke vereffening van de onder 't oog genomen voordelen? De meest praktische en doeltreffende manier bestaat er in ni. dat de griffier van de vrederechter die uitspraak heeft gedaan, een uittreksel uit beslissing aan de heer Minister van Wederopbouw betekent. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 25, alinéa 2. der wet van 26 Februari 1947, zijn bedoeld uittreksel en die toetekening vrij van het griffierecht en van de formaliteit van registratie. lk heb de eer u te verzoeken, Mijnheer de Eerste-Voorzitter, kennis van deze riehtlijnen te geven aan de heren vrederechters. De Minister, P.
STRUYE.
SEMINARIE (STUDIEBEURSSTICHTINQ). — LEGAAT.
Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen. e
r
I sect., litt. S. L., n 2140. Brussel, de 4 Mei 1948 (1). K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk. Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gezien de door notaris Brasseur, ter standplaats Schaarbeek, verstrekte expeditie van het eigenhandig testament, dd. 30 Juni 1942, waarbij juffr. Borremans (M.-L.-A.), zonder beroep, wonende te Overijsche, steenweg van Brussel, n 135, aldaar overleden de 29 Augustus 1946, onder meer de voigende schikking treft •: (Vertaald). « ... 5" lk vermaak aan het Groot Seminarie van Mechelen de som van vijf en twintig duizend frank, vrij van erfenisrechten, met last voor bedoeld seminarie, ten eeuwigen dage, de interesten van die som te gebruiken tôt het stichten van een studiebeurs voor een seminarist studerend in de wijsbegeerte of de godgeleerdheid, bij voorkeur voor een van mijn hloedverwanten of voor een jongeling afkomstig van Overijsche... » ; Gezien de beraadslaging waarbij het bestuurscollege van het seminarie te Mechelen machtiging vraagt tôt het aanvaarden van bedoeld legaat; Gezien het advies van de Kardinaal Aartsbisschop van Mechelen; Gelet op de artikelen 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 31 der wet van .19 December 1864, 1 van het koninklijk besluit van 19 December 1865, alsmede titel IV. van het decreet van 6 November 1813; Op de voordracht van de Minister van Justifie, r
Wij hebben besloten en Wij_ besluiten : Enig artikel. Aan het bestuurscollege van het seminarie te Mechelen is machtiging verleend tôt het aanvaarden van hogervermeld legaat vermaakt: met het oog op het stichten van een studiebeurs. De Minister van Justifie is belast met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justifie, P.
STRUYE.
(1) Belgische Staatsbad
r
1948. n 134.
104
5-10 mai 1948.
ARRÊTÉ DU RÉGENT COMPLÉTANT L'ARRÊTÉ DU RÉGENT DU 23 JANVIER 1948 QUI INSTITUE UNE COMMISSION POUR LA REVISION DES DISPOSITIONS LÉGISLATIVES ET RÉGLEMENTAIRES SUR L'ORGANISATION JUDICIAIRE.
Adm. de la législation. — Organisation judiciaire, O. J. 100. Bruxelles, le 5 mai 1948. C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume, A tous, présents et à venir, SALUT. Revu Notre arrêté du 23 janvier 1948 instituant une commission pour la revision des dispositions législatives et réglementaires sur l'organisation judiciaire; Considérant qu'il y a lieu d'y faire participer la magistrature consulaire; Considérant qu'il y a lieu de faciliter les travaux des sous-commissions instituées par l'article l ' " de l'arrêté précité; Sur la proposition du Ministre de la Justice, r
Nous avons a r r ê t é et a r r ê t o n s : Article 1 Il est ajouté au § 1" de l'article 2 de l'arrêté du Régent du 23 janvier 1948 instituant une commission pour la revision des dispositions législatives et réglementaires sur l'organisation judiciaire, la disposition suivante qui formera un Abis :
« Abis. M M . le président du tribunal de commerce de Bruxelles et le référendaire près ce tribunal. » Le 1" du § 2 du même article est modifié en conséquence comme suit : « 1" L a sous-commission des cours et tribunaux, les magistrats et greffiers cités sous les n" 1, 2, 4, Abis, 5 et 7 du § l * du présent article. » s
r
Art. 2. Il est ajouté à l'article 2 du même arrêté, un § 5 ainsi conçu : « § 5. Les membres des sous-commissions, empêchés d'assister aux réunions en raison de l'exercice de leurs fonctions, pourront être autorisés par lé Ministre de la Justice à s'y faire représenter par un membre du corps auquel il appartient. » Art. 3. Le 1
er
alinéa de l'article
4 du même arrêté est modifié comme suit :
« L a commission se réunira en séance plénière au Ministère de la Justice tous !es trois mois ou sur convocation spéciale de son président. • » Les présidents et présidents suppléants de la commission et des souscommissions se réuniront mensuellement à partir du 1 mai 1948. A la suite de chacune de ces réunions un rapport sur l'avancement des travaux sera adressé au Ministre de la Justice. » er
CHARLES. iPar le Régent : Le Ministre de la Justice, P . STRUYE.
PRISONS ET CENTRES D'iNTERNEAIENT. DEVOIRS DU PERSONNEL DE SURVEILLANCE. 2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n" I V / 1 . Bruxelles, le 10 mai 1948. Un incident récent a révélé que dans certains établissements, des détenus servants sont c h a r g é s de fonctions qui incombent normalement au personnel. Ces pratiques leur confèrent une certaine autorité sur d'autres détenus. M M . les directeurs des établissements pénitentiaires sont priés d'attirer l'attention du personnel de surveillance sur la nécessité d'éviter cette façon d'agir qui contrevient aux instructions de l'article 185 du Règlement général et aux
5-10 Mei 1948.
105
BESLUIT VAN DE REGENT TOT AANVULLING VAN HET BESLUIT VAN DE REGENT VAN 23 JANUARI 1948 TOT OPRICHTING VAN EEN COMA1ISSIE VOOR DE HERZIENING VAN DE WETS- EN REGLEMENTSBEPALINGEN OP DE RECHTERLIJKE INRICHTING.
Bestuur der wetgeving. — Rechteriijke inrichting, O. J. 100. Brussel, de 5 Mei 1948. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Herzien Ons besluit van 23 Januari 1948 tôt oprichting van een commissie voor de herziening van de wets- en reglementsbepalingen op de rechteriijke inrichting; Overwegende dat er aanleiding bestaat om daaraan de magistraten van de rechtbanken van koophandel te laten deelnemen; Overwegende dat er aanleiding bestaat om de werkzaamheden te vergemakkelijken van de subcommissies die bij artikel 1 van voormeld besluit worden opgericht; Op de voordracht van de Minister van Justitie, Wij hebben besloten en W i j besloten : Artikel 1. Aan § 1 van artikel 2 van het besluit van de Regent dd. 23 Januari 1948 tôt oprichting van een commissie voor de herziening van de wets- en reglementsbepalingen op de rechteriijke inrichting, wordt de volgende bepaling toegevoegd, die een n Abis uitmaakt : « Abis. De heer voorzitter van de rechtbank van koophandel te Brussel en de heer referendaris bij die rechtbank. » Het 1" van § 2 van hetzelfde artikel wordt derhalve als volgt gewijzigd : « I" De subcommissie der hoven en rechtbanken, de magistraten en griffiers, vernoemd bij de n 1, 2, 4, Abis, 5 en 7 van § 1 van dit artikel. » r
r s
Art. 2. Aan artikel' 2 van hetzelfde besluit wordt een § 5 toegevoegd, die als volgt luidt : « § 5. De leden van de subcommissies, die wegens de uitoefening hunner functiën belet zijn op de vergaderingen aanwezig te zijn, zullen door de Minister van Justitie er toe gemachtigd kunnen worden om zich op die vergaderingen te doen vertegenwoordigen door een lid van het korps waartoe hij behoort. » Art. 3. Alinéa 1 van artikel 4 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : « De commissie zal om de drie maand en op bijzondere uitnodiging van haar voorzitter voltallig in het Ministerie van Justifie vergaderen. » De voorzitters en de plaatsvervangende voorzitters van de commissie en van de subcommissies zullen maandelijks vergaderen te rekenen van 1 M e i 1948. Na elke vergadering zal een verslag over de vordering van de werkzaamheden aan de Minister van lustitie voorgelegd worden. » KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justifie, P . STRUYE.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. VERPLICHTINGEN VAN HET BEWAARDERSPERSONEEL. r
2" alg. d i r , studiebureau, litt. /?, n I V / 1 . Brussel, de 10 Mei 1948. Uit een incident dat zich onlangs heeft voorgedaan blijkt dat, in sommige inrichtingen, de gedetineerden die als dienders help'en, met functies worden belast die normaal door het personeel dienen vervuld. Daardoor verkrijgen zij een zeker gezag over andere gedetineerden. De heren bestuurders van de strafinstellingen zijn verzocht de aandacht van het bewaarderspersoneel te vestigen op de rioodzakelijkheid dergelijke handelwijze te vermijden, die indruist tegen de onderrichtingen van artikel 185 van het
18 mai 1948.
105
prescriptions de l'Instruction spéciale pour les surveillants de prison, titre II, chapitre I", § 3, page 56 : « Dans ses rapports avec les détenus, le surveillant doit faire preuve d'une grande discrétion. Il ne peut rapporter aux prisonniers les faits survenus dans l'établissement ou à l'extérieur, ni leur dévoiler la personnalité de co-détenus... Une circonspection particulière s'impose vis-à-vis des prévenus. » Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P. CORNIL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — LIBÉRATION CONDITIONNELLE. e
2 dir. gén., bureau d'étude, litt. R., n" I X / 2 . Bruxelles, le 18 mai 1948. Monsieur le
Directeur,
L'application de la loi du 31 mai 1888 sur la libération conditionnelle aux c o n d a m n é s pour infractions contre la Sûreté de l'Etat, a donné lieu à de nombreuses circulaires, aux dates suivantes : 16 janvier 1947 (51 R / I X / 2 ) , 16 avril 1947 (71 R/VI11/1), 13 et 14 mai 19417 (80 et 81 R/VIII/2/1 ), 4 juin 1947 (89 R / X I / 2 , 18 août 1947 (107 R / I X / 2 ) , 13 septembre 1947 (143 R / V I I I / 2 / 1 ) , 23 septembre 1947 (120 R / 1 X / 1 ) , 14 septembre 1947 (133 R / I X / 2 ) , 15 décembre 1947 (147 R / I X / 2 ) , 5 janvier 1948 (151 R / I X / 2 ) , 7 février 1948 (160 R / I X / 2 ) , 10 février 1948 (162 R / I X / 2 ) , 12 février 1948 (164 R / I X / 2 ) , 10 avril 1948 (185 R / V l l I / 1 / 1 ) et 3 mai 1948 (190 R / I X / 2 ) . La présente instruction les annule et les remplace. CHAPITRE 1. —
Généralités.
La libération conditionnelle n'est pas un droit mais une faveur accordée en tenant compte, en tout premier lieu, de l'amendement et des possibilités de reclassement des condamnés. Pour pouvoir en bénéficier, un tiers de la peine au moins .doit avoir été subi; même la valorisation du travail librement accepté ne peut permettre de libérer avant l'expiration de ce terme qui constitue le minimum prévu' par la loi. En fait, la libération conditionnelle dès le tiers de la peine est et a toujours été exceptionnelle. ' Le cas de certains condamnés du chef d'infractions contre l a Sûreté de l'Etat mérite cependant de retenir une attention toute spéciale et d'être examiné plus rapidement par la conférence du personnel en raison de circonstances qui le rendent spécialement digne d'intérêt. Il faut tenir compte, à cet égard, d'un ensemble d'éléments et notamment du comportement exemplaire de l'intéressé, de son regret sincère de la faute commise, de ses efforts méritoires et persévérants pour s'en racheter et du trouble social et familial qu'entraîne la prolongation de la détention. Je considère que doivent bénéficier d'un examen par priorité : ceux qui étaient â g é s de moins de 2il ans lorsqu'ils ont commis l'infraction; les vieillards âgés actuellement de plus de 65 ans; les malades atteints d'affections graves et chroniques; ceux enfin dont la présence au foyer est de nature à soulager une situation familiale pénible résultant du nombre élevé d'enfants à charge, de la maladie du conjoint, ou de la misère. La libération conditionnelle fournit également à la société une arme de défense contre les c o n d a m n é s dont les dispositions morales sont mauvaises et pour lesquels aucune amélioration n'est à prévoir. Il convient de provoquer leur libération provisoire peu de temps avant l'expiration de la peine pour qu'il soit possible de leur imposer une surveillance et que pèse sur eux la menace d'une réincarcération. Si le résultat s'avère favorable, la libération provisoire pourra, après un délai d'épreuve, être transformée en libération' conditionnelle.
18 Mei
1948.
•107
Algemeen Règlement en tegen de voorschriften van de Bijzondere Onderrichting voor de gevangenisbewaarders, titel 11, hoofdstuk I, blz. 56, naar luid waarvan de bewaarder, in zijn betrekkingen met de gedetineerden, de grootste discretie aan de dag moet leggen, de in het gesticht dt er buiten voorgekomen feiten niet mag oververtellen aan de gevangenen, noch hun de personaliteit van hun medegedetineerden mag kenbaar maken; dat, ten opzichte van de beklaagden, bijzondere omzichtigheid geboden is. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P. CORNIL.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING. r
2° alg. d i r , studiebureau, litt. R, n I X / 2 . Brussel, de 18 Mei 1948. Heer
Bestuurder,
In verband met de toepassing op de veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat, van de wet van 31 Mei 1888 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling zijn talrijke omzendbrieven verschenen, en wel op de hierna vermelde data : 16 Januari 1947 (51 R / I X / 2 ) , 16 April 1947 (R/V'III/1), 13 en 14 Mei 1947 (80 en 81 R / V I I 1 / 2 / 1 ) , 4 Juni 1947 (89 R / I X / 2 ) , 18 Augustus 1947 (107 R / I X / 2 ) , 13 September 1947 (113 R / V I I 1 / 2 / 1 ) , 23 September 1947 120 R / I X / l ) , 14 September 1947 (133 R / I X / 2 ) , 15 December 1947 (147 R / I X / 2 ) , 5 Januari 1948 (151 R / I X / 2 ) , 7 Februari 1948 (160 R / I X / 2 ) , 10 Februari 1948 (162 R / I X / 2 ) , 12 Februari 1948 (164 R / I X / 2 ) , 10 April 1948 (185 R / V I I I / 1 / 1 ) en 3 Mei 1948 (190 R / I X / 2 ) . Deze omzendbrieven worden door de onderhavige onderrichting opgeheven en vervangen. HOOFDSTUK 1. — Algemene
schikkingen.
De voorwaardelijke invrijheidstelling is geen recht doch een gunst die verleend wordt terwijl in de eerste plaats rekening wordt gehouden met de verbeteringen en de reclasseringsmogelijkheden van de veroordeelden. Om er van te kunnen genieten dient ten minste een derde van de straf te zijn uitgedaan; zelfs de valorisatie van de vrijwillig aanvaarde arbeid kan de invrijheidstelling vôôr het verstrijken van deze termijn, die het door de wet voorziene minimum is, niet mogelijk maken. Feiteiijk is de voorwaardelijke invrijheLdstelling zodra een derde van de straf is uitgedaan een uitzondering en zij is het altijd geweest. Evenwel verdient het geval van sommige veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat een gans bijzondere aandacht en vlugger door de conferentie van het personeel te worden onderzocht wegens omstandigheden die het een bijzondere belangstelling waardig maken. Er dient te dien aanzien rekening te worden gehouden met een gans stel factoren inzonderheid met het voorbeeldig gedrag van de betrokkene, zijn oprecht leedwezen over de bedreven fout, zijn verdienstelijke en aanhoudende pogingen om zijn schuld uit te ooeien en de storing op sociaal gebied en op dit van de famiiieverhoudingen die het voortduren van de detinering medebrengt. Ik ben van oordeel dat van een onderzoek bij voorrang in aanmerking moeten komen : degenen die minder dan 21 jaar oud waren toen zij het misdrijf pleegden; de oude lieden die thans meer dan 65 jaar oud zijn; de zieken die door erge en chronische aandoeningen zijn aangetast; degene tenslotle wier aanwezigheid thuis van die aard is dat zij de lastige gezinstoestand, die voortspruit uit een groot aantal kinderen ten laste, de ziekte van de echtgenoot of de armoede, kan verlichten. De voorwaardelijke invrijheidstelling verschaft tevens aan de maatsehappij een verweerwapen tegen de veroordeelden, wier morele gesteldheid slecht is en voor dewelke geen enkele verbetering valt te voorzien. Hun voorlopige invrijheidstelling dient uitgelokt kort vôôr het verstrijken van de straf opdat hun een toezicht kan worden opgelegd en de bedreiging van een wederopsluiting op hun blijve wegen. Wanneer het resultaat gunstig blijkt, kan de voorlopige invrijheidstelling, na een proeftermijn, in voorwaardelijke invrijheidstelling worden omgezet.
18 mai 1948.
108
CHAPITRE II. — Délai
d'examen.
1. En règle générale, le cas de tout condamné qui, en raison de ses dispositions morales, de son degré d'amendement et de ses possibilités de reclassement, se montre digne de faire l'objet d'une mesure de libération conditionnelle, doit être examiné lorsque la moitié dé la peine est subie, que celle-ci soit correctionnelle ou criminelle, que la condamnation ait été prononcée selon les formes de la procédure ordinaire ou de la procédure simplifiée (arrêté-loi du 10 novembre 1945). 2. Les cas repris au chapitre I, qui doivent bénéficier d'un examen par priorité (jeunes délinquants, vieillards, pères de famille nombreuse, etc.) sont soumis à la conférence du personnel dès qu'un tiers de la peine est subi et pour autant que les conditions reprises ci-dessus soient réunies. 3. Enfin, le cas du condamné en faveur .duquel aucune proposition n'a été faite après le tiers ou la moitié de sa peine, doit être examiné ou réexaminé trois mois avant la date à laquelle les deux tiers de la peine seront subis. Si l'avis de la conférence du personnel est favorable, la procédure de libération conditionnelle suit son cours normal de façon à ce qu'une décision puisse intervenir dès l'expiration des deux tiers. Si l'avis de la conférence du personnel est défavorable, je vous prie cependant de me faire connaître d'office, votre avis sur le degré d'amendement des condamnés, leur comportement, leurs dispositions morales et leurs possibilités de reclassement. ' Toute libération par expiration de peine faisant courir le risque de faire échapper à une surveillance un condamné insuffisamment amendé je vous prie de veiller, eh tout état de cause, à ce que les propositions de libération provisoire que vous me transmettez me parviennent au plus tard deux mois avant l'expiration de la peine (compte tenu de l'internement subi comme prisonnier de guerre, qu'il ait ou non été remis par voie de g r â c e ) . Remarque. L'envoi de la proposition à la commission administrative doit se faire dans le plus bref délai. Toute demande de rapport en libération conditionnelle nécessite l'envoi du seul état 78 (et non 58). A tout état 58' transmis pour la première fois au service des condamnés pour infractions contre la Sûreté de l'Etat, doit être annexé un exposé des faits — voire un extrait du jugement si vous possédez ce document — et, le cas échéant, le document doit porter l'indication des explications du condamné concernant le dit exposé. Si vous n'êtes pas en mesure, lors de l'envoi de l'état 58, d'y joindre ces renseignements, je vous prie de les transmettre dès qu'ils seront en votre possession.
CHAPITRE III. —
Proposition.
1. Avis du directeur. Dans l'établissement de tous ses avis et propositions, le directeur considère particulièrement le degré d'éducation générale et d'éducation civique de.l'intéressé — compte tenu de son rang social — sa compréhension de sa faute et sa condamnation, ses efforts de redressement, "son degré de préparation piofessionnelle, et il énumère les mesures qu'il conviendrait de prendre pour faciliter ou parachever sa rééducation et sa réadaptation-sociale et professionnelle. Toute demande émanant de mon administration doit être instruite immédiatement, même si le directeur estime devoir émettre un avis défavorable quant à l'opportunité d'une libération provisoire ou conditionnelle. Si un avis a déjà été donné par lui, il voudra bien s'y référer en indiquant éventuellement les changements survenus dans l'intervalle.
18 Alei 1948.
109
HOOFDSTUK II. — Daur van het onderzoek. 1" In algemene regel, dient het geval van ieder veroordeelde die op grond van zijn morele gesteldheid, de mate waarin hij zich gebeterd heeft, en zijn reclasseringsmogelijkheden zich waardig toont om voor een maatregel tôt voorwaardelijke invrijheidstelling in aanmerking te komen, in overweging genomen wanneer de helft van de straf werd uitgedaan, om het even of het een correctionele of een criminele straf geldt, of de veroordeling volgens de vormen van de gewone rechtspleging of van de vereenvoudigde rechtspleging werd uitgesproken (besluitwet van lO November 1945). 2" De in hoofdstuk I vermelde gevallen. die voor een onderzoek bij voorrang in aanmerking moeten komen (jonge delinquenten, oude lieden, vaders van grote gezinnen, enz.) worden aan de conferentie van het personeel voorgelegd zodra een derde van de straf werd uitgedaan en voor zover de hierboven vermelde voorwaarden verenigd zijn. 3" Tenslotte dient het geval van de veroordeelde te wiens behoeve geen enkel voorstel gedaan werd na het derde of de helft van zijn straf, onderzocht of opnieuw onderzocht drie maanden vôôr de datum waarop de twee derden van de straf zullen uitgedaan zijn. Is het advies van de conferentie van het personeel gunstig, dan krijgt de procédure tôt voorwaardelijke invrijheidstelling haar normaal verloop zodat een beslissing kan vallen zodra de twee derden verstreken zijn. Is het advies van de conferentie van het personeel ongunstig, dan verzoek ik u evenwel mij van ambtswege uw advies ter kennis te brengen over de mate waarin de veroordeelden zich verbeterd hebben, over hun gedrag, over hun morele gesteldheid en over hun reclasseringsmogelijkheden. Daar aan elke wegens het verstrijken van de straftijd verleende invrijheidstelling het risico is verbonden dat daardoor een veroordeelde die niet voldoende gebeterd is, aan aile toezicht zou ontsnappen, verzoek ik u, in iedere stand van de zaak, er voor te zorgen dat ik de voorstellen tôt voorlopige invrijheidstelling welke gij mij overlegt, zou ontvangen uiterlijk twee maanden vôôr het verstrijken van de straf (rekening gehouden met de als krijgsgevangene ondergane internering, eender of daarvan al dan niet bij genademaatregel ontheffing werd verleend). Opmerking. Het voorstel dient binnen de kortst mogelijke tijd aan de bestuurscommissie te worden gezonden. .Bij elke aanvraag tôt het bekomen van een verslag tôt voorwaardelijke invrijheidstelling. moet noodzakelijk alleen de staat 78 (en niet 58) toegezonden worden. Bij elke staat 58 die voor de eerste maal aan de Dienst voor veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat overgelegd wordt, moet een relaas van de feiten — zelfs een uittreksel uit het vonnis zo gij dat stuk bezit — gevoegd worden en, in voorkomend geval, moet het stuk de verklaringen van de veroordeelde betreffende bedoelde uiteenzetting opgeven. Zo gij, wanneer gij de staat 58 toezendt, niet bij machte zijt om die inlichtingen er bij te voegen, verzoek ik u deze dan te verstrekken zodra zij in uw bezit zijn. HOOFDSTUK III. —
Voorstel.
1" Advies van de bestuurder. Bij het opmaken van al zijn adviezen en voorstellen, dient de bestuurder in 't bijzonder rekening te houden met de graad van algemene ontwikkeling van de betrokkene, zijn zin voor burgertrouw — met inachtneniinç; van zijn maatschappelijke stand — het begrip van zijn schuld en zijn veroordeling, zijn pogingen tôt verbetering, zijn graad van beroepsopleiding; en hij doet tevens mededeling van de maatreeelen die dienen te worden genomen om zijn wederopvoeding, zijn maatschappelijke en beroepswederaanpassing te vergemakkelijken of te voltooien. Elk van mijn bestuur uitgaande vraag moet dadelijk in onderzoek gesteld worden. zelfs indien de bestuurder een oncnnstig advies meent te moeten ui*'r"-' ngen inzake de wenselijkheid een voorlopige of voorwaardelijke invrijheidstelling te verlenen. Indien reeds advies door hem werd uitgebracht, gelieve hij er dan naar te verwijzen en tevens eventueel de veranderingen te vermelden die zich in •V r ' = ~
-
18 mai 1948. L'examen des propositions de libération conditionnelle m'a permis de constater que certains chefs d'établissement formulaient des avis qui constituent des appréciations personnelles du bien-fondé de la sentence judiciaire. C'est ainsi Que des opinions sont émises sur la matérialité des faits ayant motivé la condamnation, sur le taux excessif de la peine prononcée, sur l'innocence du condamné. Il va de soi que ces appréciations doivent être évitées, car elles ne sont pas conciliables avec ie respect dû à la chose jugée et elles provoquent, à ce titre, les protestations justifiées des parquets. Je crois donc devoir rappeler que l'avis des autorités pénitentiaires doit porter essentiellement sur le degré d'amendement et les chances de reclassement du condamné (article 324 du règlement général). Lorsque le détenu affirme qu'il est innocent ou exprime des considérations personnelles sur la décision judiciaire qui l'a condamné, il peut être utile de le signaler aux autorités supérieures pour que ses griefs soient examinés. Toutefois, une telle communication est transmise avec toute la réserve qui s'impose, en précisant qu'il s'agit de déclarations faites par ie détenu. 2. Plans de reclassement. •11 y a lieu de joindre un plan de reclassement en trois exemplaires à toute proposition de libération provisoire ou conditionnelle. Trop de directeurs m'envoient ces documents séparément ou omettent même de le faire. L'examen des plans de reclassement qui accompagnent les propositions de libération conditionnelle fait ressortir que certains directeurs d'établissement semblaient aussi perdre de vue les prescriptions de l'article \23sexties du Code pénal. Le texte de cette disposition légale a été introduit dans le Code par l'arrêté-loi du 6 mai 1944, article, 2, 1", modifié par l'arrêté-loi du 19 septembre 1945, article 10, 1". Vous remarquerez qu'une condamnation, si minime soit-elle, pour un ou plusieurs faits « d'incivisme » entraîne nécessairement toutes les déchéances prévues par cet article. J'attire votre attention sur la nécessité d'éviter, dans les plans de reclassement, toute proposition qui, si elle était réalisée, exposerait le condamné libéré aux sanctions prévues par l'article \23nonies, du Code pénal, pour n'avoir pas respecté les interdictions de l'article 123sexties. Ce dernier article a une portée très générale, qui est soulignée sous ses litteras e, g et /' par les formules « à quelque titre que ce soit... », « d'une manière... ou à titre quelconque... ». Ceci vise, par exemple, le simple ouvrier typographe occupé dans les ateliers d'un journal ou d'une publication analogue. 3. Avis des autorités locales. Toute proposition de libération provisoire ou conditionnelle doit mentionner la résidence exacte à laquelle le condamné compte se fixer dès sa libération, ainsi qu'une seconde résidence pour le cas où je jugerais opportun de lui interdire provisoirement l'accès de la première en vue de parer à certaines réactions locales. Le condamné doit souscrire, avant sa libération provisoire ou conditionnelle, l'engagement de rejoindre dans les quarante-huit heures la seconde résidence qu'il avait indiquée, au cas où son retour à domicile causerait scandale et de ne revenir à la première qu'avec l'autorisation des autorités locales. Si un détenu ne peut indiquer un lieu de résidence qui vous semble approprié en cas de libération, vous voudrez bien le signaler expressément sur toute proposition de libération provisoire ou conditionnelle pour que mon département puisse prendre les mesures qui s'imposent. L'avis des autorités locales compétentes sur la possibilité de retour d'un condamné à son domicile ou à sa résidence est demandé dès qu'il a été décidé d'examiner son cas en conférence du personnel. Je tiens à préciser que lorsqu'il
18 Alei 1948. Bij het onderzoek der voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling heb ik kunnen vaststellen dat sommige inriehtingshoofden adviezen uitbrachten, die neerkwamen op persoonlijke beschouwingen over de gegrondheid van de rechteriijke uitspraak. Zo worden aldus opinies uitgebracht over de materialiteit der feiten die tôt de veroordeling aanleiding gaven, over de overdreven zwaarte van de uitgesproken straf, over de onschuld van de veroordeelde. Het spreekt vanzelf dat dergelijke Draktijken moeten vermeden worden, daar zij niet verenigbaar zijn met de eerbied voor het gewijsde en zij uit dien hoofde het gerechtvaardigd protest van de parketten uitlokken. Ik meen er derhalve te moeten aan herinneren dat het advies van de pénitentiaire overheden hoofdzakelijk gaan moet over de graad van verbetering en de kansen tôt reclassering van de veroordeelde (art. 324 van het Algemeen Règlement). Wanneer de gedetineerde verzekert dat hij onschuldig is of uitdrukking geeft aan persoonlijke beschouwingen over de rechteriijke beslissing die hem veroordeelde, dan kan het nuttig zijn zulks aari de hogere overheden bekend te maken opdat deze grieven zouden onderzocht worden. Een dergelijke mededeling moet é d i t e r met het nodige voorbehoud gebeuren, terwijl er op gedrukt wordt dat het over verklaringen gaat, die door de gedetineerde werden afgelegd. 2" Reclasseringsplannen. Bij elk voorstel tôt voorlopige of voorwaardelijke invrijheidstelling, dient een reclasseringsplan in driedubbel afschrift gevoegd. Te veel bestuurders zenden mij deze stukken afzonderlijk of sturen ze zelfs niet. Uit het onderzoek van de-reclasseringsplannen, welke de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling vergezellen, heb ik kunnen vaststellen dat sommige bestuurders van strafinrichtingen ook de voorschriften van artikel )23sexties van het Strafwetboek schenen uit het oog te verliezen. De tekst van deze wetsbepaling werd in het Wetboek ingevoegd bij de besluitwet van 6 Mei 1944, artikel 2, 1", gewijzigd bij de besluitwet van 19 September 1945, artikel 10, 1". Gij zult opmerken dat een veroordeling, hoe gering ook, wegens een of verschillende feiten van- « incivisme » noodzakelijk al de ontzettingen, welke bij dit artikel zijn voorzien, ten gevolge heeft. 'Ik vestig uw aandacht op de noadzakelijkheid, in de reclasseringsplannen, ieder voorstel te vermijden dat, indien het werd verwezenlijkt, de ontslagen veroordeelde zou blootstellen aan de straffen die bij artikel \23nonies van het Strafwetboek zijn voorzien wegens niet-naleving van de verbodsbepalingen van artikel \23sexties. Dit laatste artikel heeft een zeer algemene betekenis, welke in de littera's e, g en i van genoemd artikel wordt onderlijnd door de bewoordingen « op eender welke wijze... ». Dit doelt bijvoorbeeld op de eenvoudige letterzetter, die in de werkhuizèn van een dagblad of van een soortgelijke publicatie wordt te werk gesteld. 3° Advies van de plaatselijke overheden. Elk voorstel tôt voorlopig of voorwaardelijke invrijheidstelling moet de juiste verblijfplaats vermelden waar de veroordeelde voornemens is zich. zodra hij in vrijheid is gesteld, te vestigen alsmede een tweede verblijfplaats voor het geval dat ik het geraden mocht oordelen hem voorlopig de to'egang tôt de eerste te ontzeggen ten eincie sommige locale reacties af te weren. De veroordeelde moet, vôôr dat hij in voorlopige of voorwaardelijke vrijheid wordt gesteld, de verbintenis ondertekenen dat hij binnen acht en veertig uren zich naar de tweede verblijfplaats welke hij aangegeven heeft, zal begeven ingeval zijn terugkeer naar huis opspraak mocht verwekken en slechts met de toelating van de plaatselijke overheden naar de eerste terug zal keren. Zo een gedetineerde geen verblijfplaats kan aanduiden die u blijkt gcschikt te zijn in geval van invrijheidstelling, dan gelieve gij uitdrukkelijk melding daarvan té maken op elk voorstel tôt voorlopige of voorwaardelijke invrijheidstelling, opdat mijn d é p a r t e m e n t de nodige schikkingen zou kunnen treffen. Het advies van de bevoegde plaatselijke overheden betreffende de mogelijkheid van de terugkeer van een veroordeelde naar zijn woonplaats of naar zijn verblijfplaats wordt ingewonnen, zodra op de conferentie van het personeel zal besloten zijn zijn geval te onderzoeken. In verband hiermede, wil ik er op wijzen dat. wanneer het gaat om « kopstukken » uit de collaboratie of in algemene zin
112
18 mai 1948.
s'agit de « vedettes » de la collaboration et, d'une manière générale', de personnes qu'il est peu vraisemblable de voir bénéficier d'un vote favorable de la conférence du personnel, les renseignements dont il s'agit ne doivent être demandés aux autorités communales qu'au moment où il a été décidé d'engager la procédure de la libération conditionnelle. La réponse de ces autorités est jointe à l'état 78 transmis à la commission administrative. 4. Concours d'infractions. L'examen des propositions de libération conditionnelle laisse apparaître fréquemment l'existence de concours de crime avec délit ou contravention. Le jugement ou l'arrêt aurait dû prononcer l'absorption de la peine correctionnelle ou de la peine de police. Lorsque l'absorption n'a pas été prononcée, il appartient au directeur de l'établissement pénitentiaire de signaler, sans retard, cette situation à l'autorité judiciaire compétente en lui demandant d'examiner s'il n'y a pas lieu à application de l'article 61 du Code pénal et. dans l'affirmative, d'introduire un rapport en grâce d'office tendant à la remise de la peine absorbée. La proposition de libération conditionnelle (état 78) doit indiquer sous son n" 5 que le concours a été signalé à l'autorité judiciaire compétente et, éventuellement, la suite intervenue. Les cas de concours de plusieurs délits dont les peineS'Cumulées excèdent le double du maximum de la peine la plus forte, doivent également être signalés au parquet par application de l'article 60 du Code pénal. 5. Imputation des internements ordonnés en vertu de l'arrêté-loi du 12 octobre 1918 et des internements subis en qualité de prisonnier de guerre. er
J'attire à ce sujet votre attention sur la loi du 20 août 1947, dont l'article 1 , est libellé comme suit : « Article V". En cas d'infractions aux chapitres H et 111 du titre 1"', du livre II du Code pénal, à la loi du 22 mars 1940 sur la défense des institutions nationales ou aux articles 17 et 18 du Code pénal militaire, commises entre le 9 mai 1940 et le 9 mai 1945, lorsque le condamné a été interné en vertu de l'arrêté-loi du 12 octobre 1918, l'internement subi sera imputé sur la durée des peines emportant privation de la liberté. » Cette loi est entrée en vigueur le jour de sa publication au Moniteur soit le 27 août 1947.
belge,
11 n'y a donc plus lieu de proposer par voie de grâce l'imputation des internements sur la durée des peines. Vous remarquerez toutefois que la loi ne s'applique ordonnés en vertu de l'arrêté-loi du 12 octobre 1918.
qu'aux
internements
Il en résulte notamment que les prescriptions relatives aux réductions de peines à proposer en faveur des condamnés qui ont été détenus comme prisonniers de guerre par les autorités militaires alliées ou belges, restent en vigueur. Je vous prie de veiller à ce que cet internement subi éventuellement par le condamné soit toujours indiqué avec toute la précision voulue sur les états 58, 78 et les plans de reclassement que vous m'adressez — m ê m e s'il n'a pas encore fait l'objet d'une remise par voie de grâce — de façon à éviter de fâcheuses erreurs dans le calcul de la peine. Je vous prie d'indiquer clairement : 1" L a date à laquelle la peine expire, sans tenir compte de l'internement subi; 2" Celle à laquelle elle expire en tenant compte du dit internement
et,
18 Mei 1948.
113
om personen te wier aanzien een gunstige beslissing van de conferentie van het personeel weinig waarschijnlijk lijkt, de hoger bedoelde inlichtingen slechts bij de gemeentelijke overheden behoren aar.gevraagd te worden op het ogenblik dat besloten werd met de procédure tôt voorwaardelijke invrijheidstelling een aanvang te maken. Het antwoord van deze overheden wordt gevoegd bij de staat 78, die aan de bestuurscommissie wordt overgelegd. 4° Samenloop van misdrijven. Het onderzoek van de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling heeft uitgewezen dat er zeer dikwijls samenloop van een misdaad met een wanbedrijf of een overtreding bestaat. Het vonnis of het arrest had moeten zeggen dat de correctionele straf of de politiestraf door de zvvaardere straf is opgeslorpt. Wanneer deze opslorping niet werd uitgesproken, is de bestuurder van de strafinrichting er toe gehouden van deze toestand zonder verwijl aan de bevoegde rechterlijke overheid kennis te geven, en haar tevens te vragen te onderzoeken of er geen gronden zijn om artikel 61 van het Wetboek van Strafrecht toe te passen en, indien zulks het geval is een verslag indienen met het oog op de kwijtschelding van ambtswege, van de opgeslorpte straf. Het voorstel tôt voorwaardelijke invrijheidstelling (staat 78) moet sub n 5 opgeven dat de samenloop aan de bevoegde rechterlijke overheid werd medegedeeld alsmede, desvoorkomend, het gevolg, dat er aan werd gegeven. De gevallen van samenloop van verschillende wanbedrijven welker samengevoegde straffen het dubbel van het maximum van de zwaarste straf overschrijden, moeten krachtens artikel 60 van het Wetboek van Strafrecht eveneens ter kennis van het parket worden gebracht. r
5" Afrekening der krachtens de besluitwet van 12 October 1918 bevolen interneringen en der als krijgsgevangene ondergane interneringen. lk vestig hieromtrent uw aandacht op de wet van 2 0 Augustus 1947, waarvan artikel 1 als volgt luidt : « Artikel 1. In geval van misdrijven tegen de bepalingen van de hoofdstukken 11 en III van titel I, boek II, van het Wetboek van Strafrecht, van de wet van 22 Maart 1940 betreffende de verdediging van de nationale instellingen of van de artikelen 17 en 18 van het Militair Strafwetboek, gepleegd tussen 9 Mei 1940 en 9 Mei 1945, wordt de ondergane internering, indien de veroordeelde krachtens de besluitwet van 12 October 1918 werd geïnterneerd, afgerekend van de duur van de straffen die beroving van de vrijheid medebrengen. » Deze wet is in werking getreden de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt, namelijk de 27 Augustus 1947. Er bestaat dus geen reden meer om door middel van genade de afrekening der interneringen van de duur der straffen voor te stellen. Er dient nochtans opgemerkt dat de wet slechts toepasselijk is op de krachtens de besluitwet van 12 October 1918 bevolen interneringen. Hieruit blijkt namelijk dat de voorschriften betreffende de voor te stellen verminderingen van straffen ten gunste der veroordeelden die door de geallieerde cf de Belgische militaire overheden als krijgsgevangenen opgesloten werden, van toepassing blijven. lk verzoek u er voor te zorgen dat die internering die door de veroordeelde eventueel werd ondergaan steeds met al de nodige nauwkeurigheid wordt vermeld op de staten 58, 78 en op de reclasseringsplannen welke gij mij overlegt — zelfs wanneer nog geen strafontheffing bij genademaatregel werd verleend — zodat spijtige vergissingen bij het berekenen van de straftijd worden voorkomen. lk verzoek u klaar en duidelijk te vermelden : 1" De datum waarop de straf verstrijkt, zonder daarbij rekening te houden met de ondergane internering; 2" Die waarop de straf verstrijkt. daarbij rekening houdende met internering, en
bedoelde
114
18 mai 1948.
3° En cas d'exécution de « travail-rachat », la date d'expiration de la peine, compte tenu de la valorisation de ce travail. 6. Valorisation du travail volontaire. En aucun cas un condamné ne peut être libéré conditionnellement avant d'avoir subi la durée minimum de détention prévue par la loi du 31 mai 1888. Au delà de ce terme, il est tenu compte, parmi d'autres éléments d'appréciation, du travail volontaire fourni. Un état n" 58 est envoyé, en double exemplaire, au Service des condamnés pour infractions contre la Sûreté de l'Etat, quinze jours au moins avant la date de sortie à prévoir en fonction du total des journées de travail à bonifier. Dans son avis, le directeur propose les conditions spéciales à imposer au condamné pendant la durée de sa libération provisoire. E n ce qui concerne les peines perpétuelles, la même comptabilité des journées de travail est tenue en vue d'un éventuel arrêté de grâce ou de libération conditionnelle. Les dispositions qui précèdent ont pour effet normal d'abréger la durée de la détention des travailleurs volontaires méritants : en aucun cas elles ne pourraient retarder les propositions de libération anticipée qu'il y aurait lieu de présenter par application des instructions générales en vigueur. La valorisation du travail dans les charbonnages a été étendue, à partir du 1 mars 1948, à d'autres catégories de condamnés qui, bien qu'accomplissant un travail moins pénible, ont cependant manifesté leur volonté de racheter les fautes qu'ils ont commises envers la Belgique et d'exécuter, dans ce but, des tâches librement acceptées dans le bien de l'intérêt général. er
Les taux de valorisation par journée de travail sont les suivants : a) Pour les centres miniers : 1" Abatteurs et ouvriers à la tâche dans le fond 2° M a n œ u v r e s dans le fond 3" Médecins, emplois spécialement conférés aux condamnés appelés à aider à la rééducation, cuisinier; chauffeur à la cuisine 4" Autres emplois dans le camp
1 jour de détention. 3/4 de jour i d .
1/2 jour 1/4 de jour
id. id.
b) Pour les autres travaux : 1" Travaux extra-muros, y compris les exploitations agricoles 1/2 jour id. 2" Autres travaux rétribués, prescrits dans un but d'utilité générale 1/4 de jour id. II est aussi tenu compte mais sans valorisation mathématique du travailrachat accompli dès avant le l ' ' mars 1948, comme élément important d'appréciation lors de l'introduction des propositions de libération anticipée. Les activités déployées au sein du Welfare, du Service social, des écoles du S. R. R. T. et des divers cycles d'enseignement, constituent, elles aussi, des éléments qu'il convient de mentionner en faveur du condamné. r
C H A P I T R E IV. — Conférences
du personnel et commissions
administratives.
\° Conférence du personnel. Afin d'accélérer l'introduction des propositions, i l vous appartient d'augmenter le nombre des conférences du personnel, de fixer leur date en tenant compte des réunions tenues par la commission administrative de la prison, de vous mettre en rapport avec cette dernière afin de vous communiquer respectivement le rôle des affaires à l'instruction et d'assurer, par tous moyens qui vous paraissent opportuns, une meilleure coordination de vos travaux respectifs.
18 Mei 1948.
115
3" In geval van uitvoering van « schuldboeting door arbeid », de datum van het verstrijken der straf, daarbij rekening houdende met de vaiorisatie van die arbeid. 6" Vaiorisatie van de vrijwillige arbeid. In geen geval mag de veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld vooraleer hij de bij de wet van 31 Mei 1888 voorziene minimum hechtenisduur heeft ondergaan. Boven die termijn zal, naast andere beroordelingselementen, rekening worden gehouden met de verstrekte vrijwillige arbeid. Een staat n 58 wordt in duplo aan de dienst voor veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat gezonden vijftien dagen ten minste voor de datum waarop, in verhouding met het totaal ten goede aan te rekenen werkdagen. het ontslag van de gedetineerde voorzien wordt. In zijn advies zal de bestuurder de bijzondere voorwaarden doen kennen die aan de veroordeelde voor de duur van zijn voorlopige invrijheidstelling behoren opgelegd te worden. Wat de levenslange straffen betreft, moet dezelfde comptabilité^ van de werkdagen gehouden worden met het oog op een eventueel besluit tôt strafontheffing of tôt voorwaardelijke invrijheidstelling. De voorafgaande bepalingen hebben tôt normaal gevolg dat de duur der hechtenis van de verdienstelijke vrijwillige arbeiders wordt ingekort; in geen geval zouden zij de voorstellen tôt vervroegde invrijheidstelling kunnen vertragen die bij toepassing van de vigerende algemene onderrichtingen eventueel zouden behoren ingediend te worden. r
De vaiorisatie van de arbeid in de koolniijnen werd, van 1 Maart 1948 af, uitgebreid over andere categorieën van veroordeelden die, ofschoon zij een minder lastige arbeid verrichten, evenwel hun wil hebben te kennen gegeven om de fouten die zij jegens België hebben bedreven, uit te boeten en met dit doel de vrijwillige aanvaarde taken van algemeen belang, uit te voeren. De waardebepalingen per dagwerk zijn de voigende : a) Voor de mijncentra : 1" Delvers en arbeiders op het stuk in de put 1 dag hechtenis. 2" Handlangers in de put 3/4 dag hechtenis. 3° Geneesheren, bezigheden voornamelijk toevertrouwd aan de veroordeelden die moeten medewerken aan de heropvoeding; kok; stoker in de keuken 1/2 dag hechtenis. 4" Andere bezigheden in het kamp 1/4 dag hechtenis. b) Voor de andere werken : 1" Werken extra-muros, met inbegrip van de landarbeid. 1/2 dag hechtenis. 2" Andere bezoldigde werken, die met een doel van algemeen mit zijn voorgeschreven 1/4 dag hechtenis. De schuldboeting door voor 1 Maart 1948 verrichte arbeid zal eveneens, doch zonder mathematische vaiorisatie, in aanmerking komen als belangrijk beoordelingselement bij het indienen van voorstellen tôt vervroegde invrijheidstelling. De bedrijvigheden, ontwikkeld in de schoot van de Welfare, de Dienst voor Maatschappelijk Dienstbetoon, de scholen van de D. W . R. V . en van de verschillende onderwijscyclussen, zullen eveneens gegevens vormen, die ten voordele van de veroordeelde zullen dienen vermeld. HOOFDSTi'K IV. — Conferenties
van het personeel
en
bestuiirscommissies.
1° Conferentie van het personeel. Ten einde het indienen van de voorstellen te bespoedigen, behoort het u het aantal conferenties van het personeel te vermeerderen, de datum er van vast te stellen met inachtneming van de door de bestuurscommissie bij de gevangenis te houden vergaderingen, u met deze commissie in betrekking te stellen opdat de roi van de in onderzoek zijnde zaken onderling zou worden medegedeeld en door aile mogelijke middelen, welke gij dienstig mocht achten, te zorgen voor een betere samenordening van uw respectieve werkzaamheden.
ne
19 mai
1948.
J'ai pu constater que le trop grand nombre de dossiers soumis aux membres de la conférence mensuelle du personnel est de nature à nuire à leur examen approfondi. De plus, la transmission en un seul envoi d'un grand nombre de propositions entrave la marche régulière des différents services appelés à les instruire. . Le texte de l'instruction accompagnant la formule n" 63 (page 210 du Recueil des Formules) a donc été complété de façon à permettre au directeur de provoquer ces réunions supplémentaires du personnel chaque fois que cela lui paraît nécessaire. En vertu de l'article 286 du règlement général des prisons, l'aumônier doit assister à la conférence mensuelle du personnel. L'aumônier du culte catholique, qui fait partie du personnel permanent de l'établissement, assiste donc à chaque réunion. Je vous prie de convoquer à la dite conférence les aumôniers agréés des autres cultes, chaque fois que le cas d'un détenu qui pratique leur religion doit être examiné. 2" Commission administrative. Les présidents des commissions administratives ont été priés de veiller personnellement à ce que les propositions de libération qu'ils reçoivent me soient transmises avec l'avis de leur collège dans le plus court délai et au maximum après quinze jours. Us ont été invités à réunir le collège qu'ils président aussitôt que les propositions de libération conditionnelle leur sont transmises. CHAPITRE V . —
Transfèrements.
. En raison des nombreux transfèrements de détenus, vous voudrez bien, le cas échéant, faire suivre d'office les différentes demandes que je vous adresse, de façon à en saisir sans tarder le directeur compétent. J'insiste sur la nécessité d'éviter qu'un transfert ne nuise à la proposition en vue d'une libération conditionnelle. J'ai pu constater que la feuille annexée au bulletin de comptabilité morale n° 63, n'est pas régulièrement complétée par les appréciations du personnel sur le comportement et les dispositions morales des condamnés. L'absence de ces annotations entrave, non seulement l'observation du détenu et la continuité du traitement, mais peut aussi, en cas de transfèrement, retarder la proposition d'une libération anticipée. J'attire spécialement votre attention sur la nécessité d'inviter les membres du personnel, visés à l'article 283 du règlement général, à consigner régulièrement leurs observations à la feuille annexée au bulletin n" 63 et je crois utile de rappeler les articles 278 à 284 du règlement général, les instructions relatives au formulaire n° 63, et la circulaire ministérielle du 14 juin 1924, I"' section, littera B, n" 515. Le Ministre, P. STRUYE.
PRISONS ET CENTRES D'iNTERNEAIENT. — DESTINATION DES CONDAMNÉS. 2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n" 1/1. Bruxelles, le 19 mai 1948. 11 me revient que certains condamnés pour infractions contre la sûreté de l'Etat n'ont pas été dirigés vers l'établissement qui leur est assigné par les instructions en vigueur. Je prie M M . les directeurs des établissements pénitentiaires de veiller à ce qu'aucun condamné de cette catégorie ne soit maintenu à son établissement sans autorisation de l'administration centrale. Pouvent seuls faire exception à cette règle, les détenus travaillant à l'extérieur et ceux mis à des occupations prescrites par le service de rééducation, du reclassement et des tutelles. Pour le- Ministre : Le Secrétaire général, P.
CORNU..
19 Mei 1948.
117
Ik heb kunnen vaststellen dat door het feit dat de leden van de maandelijkse conferentie van het personeel een al te groot aantal dossiers te behandelen krijgen, het grondig onderzoek van die dossiers wel eens wordt verhinderd. Bovendien, doordat een aanzienlijk aantal voorstellen tegelijk worden overgemaakt, wordt de regelmatige gang van de verschillende diensteri, die deze voorstellen te onderzoeken hebben belemmerd. Dientengevolge werd de aan formulier n 68 (blz. 210 van het Formulierenboek) toegevoegde tekst van de onderrichting derwijze aangevuld dat aan de bestuurder toelating wordt verleend om bijkomende vergaderingen van het personeel te beleggen, telkens als hem zulks noodzakelijk voorkomt. Luidens artikel 286 van het Algemeen Règlement van .de gevangenissen, dient de aalmoezenier de maandelijkse conferentie van het personeel bij te wonen. De aalmoezenier van de katholieke eredienst, die deel uitmaakt van het vast personeel van de inrichting, woont dus iedere vergadering bij. lk verzoek u de aangenomen aalmoezeniers van de andere erediensten voor de vermelde conferentie op te roepen, ieder maal dat het geval van een gedetineerde, die hun godsdienst belijdt, dient onderzocht. r
2" Bestuurscommissie. De voorzitters van de bestuurseommissies werden verzocht persoonlijk te willen zorg dragen dat de door hen ontvangen voorstellen tôt invrijheidstelling mij tegelijk met het advies van hun collège, binnen de kortst mogelijke tijd en uiterlijk binnen veertien dagen zouden worden overgelegd. Zij werden verzocht het collège dat zij voorzitten bijeen te roepen zodra de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling hun worden overgelegd. HOOFDSTUK V . —
Overbrengingeii.
Wegens het groot aantal overbrengingen van gedetineerden, verzoek ik u desvoorkomend verschillende aanvragen welke ik u laat geworden. van ambtswege na te zenden zodat deze onverwijld bij de bevoegde bestuurder aanhangig worden gemaakt. Ik dring aan op de noodzakelijkheid te vermijden dat een overbrenging het voorstel met het oog op een voorwaardelijke invrijheidstelling zou benadelen. lk heb kunnen vaststellen dat het aan het bulletin' van morele boekhouding n 63 toegevoegd blad niet geregeld wordt aangevuld met de beoordeling van het personeel over het gedrag en de morele gesteldheid van de veroordeelden. De ontstentenis van deze aantekeningen belemmert niet alleen de waarneming van de gedetineerde en de continuïteit van de behandeling, doch kan tevens, in geval van overbrenging, het voorstel tôt vervroegde invrijheidstelling vertragen. Ik vestig in 't bijzonder uw aandacht op de noodzakelijkheid de bij- artikel 283 van het algemeen règlement bedoelde personeelsleden uit te nodigen hun opmerkingen regelmatig in het aan bulletin 63 toegevoegd blad te vermelden en ik acht het raadzaam u te dien aanzien te herinneren aan de artikelen 278 tôt 284 van het algemeen règlement, de onderrichtingen betreffende formulier n 63 en de ministeriële omzendbrief van 14 Juni 1924, 1° sectie, littera B, n 515. De Minister, r
r
r
P.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA.
STRUYE.
— BESTEMMING VAN DE VEROORDEELDEN. r
2" alg. dir., studiebureau, litt. R, n 1/1. Brussel, de 19 Mei 1948. Ik verneem dat sommige veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat niet overgebracht werden naar de inrichting welke hun door de thans geldende onderrichtingen aangewezen is. lk verzoek de heren bestuurders van de strafinrichtingen 'toe te zien dat zonder machtiging van het hoofdbestuur, geen enkei veroordeelde van die catégorie in zijn inrichting verder zou behouden blijven. Op die regel kan alleen uitzondering worden gemaakt voor de gedetineerden die buiten de inrichting werkzaam zijn en voor die welke te werk zijn gesteld aan bezigheden, door de dienst voor wederopvoeding, reclassering en voogdij voorgeschreven. Voor de Minister :. De Secretaris-Generaal, P.
CORNIL.
25-31 mai 1948. COURS ET TRIBUNAUX. — ARRESTATIONS DES MEMBRES DE LA RÉSISTANCE.
Cabinet P S / M M . Bruxelles, le 25 mai 1948. A MM. les Procureurs, généraux
près
les Cours d'appel à Gand, Liège.
Bruxelles,
Monsieur le Procureur général, Les groupements de résistance m'ont fait part à différentes reprises — et ces jours-ci notamment avec une insistance renouvelée — de l'émotion provoquée dans leurs milieux par des arrestations de membres de leurs organismes, inculpés de meurtres ou autres infractions de droit commun alors qu'ils auraient agi sur l'ordre de leurs chefs. II va de soi que la justice doit suivre normalement son cours dans toutes ces affaires. Néanmoins, je vous prierais d'examiner personnellement chacun de ces cas de façon à ne requérir l'arrestation ou la confirmation du mandat d'arrêt que lorsque les charges paraissent vraiment décisives. J'estime aussi qu'il y aurait lieu, avant de procéder à une arrestation de l'espèce, que des informations soient prises auprès des chefs des groupements de résistance en cause. Enfin, j'estime qu'il est souhaitable, lorsque la qualité de résistant armé est sur le point d'être reconnue à l'un des intéressés, — ce qui entraînerait la conséquence que les conseils de guerre deviennent compétents, — qu'il soit sursis à toute arrestation qui ne paraîtrait pas tout à fait indispensable. Veuiller agréer, Monsieur le Procureur général, l'assurance de ma haute considération. . P. STRUYE.
CONVENTION BELGO-TCHÉCOSLOVAQUE DU 10 MARS 1948. DÉLIVRANCE GRATUITE RÉCIPROQUE DES EXPÉDITIONS D'ACTES D'ÉTAT CIVIL.
5' dir. gén., 2" sect., litt. E. C, n° 6383. Bruxelles, le 31 mai 1948. A MM. les Procureurs généraux près les Cours d'appel de Bruxelles, Gand, Liège. Monsieur le Procureur
général.
J'ai l'honneur de vous faire savoir que le Moniteur belge du 24 avril 1948 a publié le texte d'une déclaration signée à Prague le 10 mars écoulé entre la Belgique et la Tchécoslovaquie concernant la délivrance gratuite réciproque des expéditions d'actes d'état civil réclamés dans un intérêt administratif ou au profit de personnes indigentes. Cette convention, qui abroge la précédente déclaration sur la communication périodique des actes de l'espèce, échangée le 24 septembre 1924, est entrée en vigueur trente jours après sa signature, c'est-à-dire le 10 avril 1948. En vertu de cette déclaration, les actes de l'état civil tchécoslovaque feront foi en Belgique s'ils sont simplement revêtus du visa en législation, du Comité national d'arrondissement compétent. M . le ministre des affaires é t r a n g è r e s me fait savoir qu'il a prié.les gouverneurs des provinces d'aviser de ces nouvelles dispositions les officiers de l'état civil du royaume, par la voie du mémorial administratif. Pour le Ministre : Le Directeur d'administration, DE GRANGES DE SURGÉRES.
25-31 Mei 1948.
119
HOVEN EN RECHTBANKEN. — AANHOUDINOEN VAN LEDEN VAN DE WEERSTAND.
Cabinet P S / M D . Brussel, 25 Mei 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal
bij de Hoven van beroep te Gent, Luik.
Brussel,
Mijnheer de Procureur-G eneraal, De weerstandsgroeperingen hebben mij herhaaldelijk — en inzonderheid deze dagen met vernieuwe aandrang — op de hoogte gesteld van de emotie in hunne middens teweeggebracht door de aanhoudingen van leden van hun organismen, beschuldigd van doodslag, of van andere inbreuken op het gemeenrecht, dan wanneer deze zouden hebben gehandeld in opdracht van hunne oversten. Het spreekt van zelf dat het gerecht in al deze zaken zijn normale gang moet gaan. Nochtans verzoek ik u ibeleefd elk dezer gevallen persoonlijk te willen onderzoeken ten einde de arrestatie of de bekrachtiging van het aanhoudingsbevel slechts te bevelen wanneer de beschuldigingen waarlijk van beslissenden aard blijken te zijn. lk ben tevens van mening. dat, vooraleer tôt .dergelijke aanhouding over te gaan, inlichtingen zouden moeten ingewonnen worden bij de betrokken chefs van de weerstand. Eindelijk ben ik van oordeel dat ingeval de hoedanigheid van gewapende weerstander op het punt staat aan een der belanghebbenden te worden toegekend — hetgeen als gevolg zou hebben dat de krijgsraden bevoegd worden — het wenselijk is elke arestatie, die niet absoluut noodzakelijk is, te verdagen. Gelieve te aanvaarden, Mijnheer de Procureur-Generaal, de verzekering mijner bijzondere hoogachting. P. STRUYE.
BELG1SCH-TSJECHOSLOVAAKSE VERKLARINO VAN 10 MAART 1948. WEDERZ1JDSE KOSTELOZE AFLEVERING VAN AFSCHRIFTEN VAN AKTEN VAN DE BURGERLIJKE STAND.
5° alg. dir., 2" sect., litt. E. C, n 6383. r
Brussel, de 31 Mei 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal bij de Hoven van beroep van Brussel, Gent, Luik. Mijnheer de Procureur-Generaal, Ik heb de eer u te berichten dat het Belgisch Staatsblad van 24 April 1948 de tekst heeft bekendgemaakt van de. op 10 Maart 11., tussen België en Tsjechoslovakije getekende verklaring betreffende de wederzijdse kosteloze aflevering van de afschriften van akten van de burgerlijke stand aangevraagd voor administratieve doeleinden en ten behoeve van behoeftige personen. Deze overeenkomst, waarbij de vorige, op 24 September 1924, gewisselde verklaring betreffende de wederzijdse mededeling van bedoelde akten wordt ingetrokken, is van kracht geworden dertig dagen na haar ondertekening, d. i. op 10 April 1948. Krachtens deze verklaring zullen de akten van de Tsjechoslovaakse burgerlijke stand in België rechtskracht hebben, indien zij eenvoudig bekleed zijn met het visa voor echtverklaring van het bevoegd nationaal arrondissementscomité. De heer minister van buitenlandse zaken deelt mij mede dat hij de gouverneurs der provinciën heeft verzocht deze nieuwe 'beschikkingen, door een bericht in Het Bestuurlijk Memoriaal, ter kennis te brengen van de ambtenaren van de burgerlijke stand in het Rijk. Voor de Minister : De gemachtigde bestuursdirecteur, DE GRANGES DE SURGÈRES.
120
2 juin 1948. PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — CORRESPONDANCE DES DÉTENUS.
2' Dir. gén., Bureau d'Etude, litt. R, n" V I I / 1 / 4 . Bruxelles, le.2 juin 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que par extension des dispositions de l'article 222 du Règlement général, les détenus peuvent correspondre librement et sous pli fermé avec M . le Premier Président du Conseil d'Etat. Ils sont autorisés à le faire avec le greffe de cette institution s'il résulte d'un document officiel qu'ils ont entamé une procédure devant elle. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P. CORNIL.
COURS ET TRIBUNAUX. — FRAIS DE DÉPLACEMENT EN MATIÈRE JUDICIAIRE. e
e
Secr. g é n , 3 sect, 3 bureau, n° 51, litt. M a g . Bruxelles, le 2 juin 1948. Monsieur le Procureur général près la Cour de cassation, la Cour d'appel à Bruxelles, à Gand, à Liège. Monsieur l'auditeur général à Bruxelles, Monsieur le Premier Président à la Cour de cassation, à la Cour d'appel à Bruxelles, à Gand, à Liège, à la Cour militaire à Bruxelles, J'ai l'honneur de vous informer que pour les déplacements, à effectuer en matière judiciaire, l'utilisation des moyens de locomotion les moins onéreux doit rester de règle. M M . les magistrats ne.sont autorisés à faire usage d'un véhicule personnel que si le recours à des moyens de transports moins onéreux présente des inconvénients sérieux au point de vue des devoirs à accomplir et qu'il n'existe pas de voitures de la police judiciaire ou qu'aucune de celles-ci ne se trouve disponible au moment où le déplacement s'impose. L'indemnité à allouer dans ce cas et à taxer sur pied des dispositions du tarif criminel est égale à celle prévue pour les déplacements en matière administrative. Cette indemnité couvre tous frais, y compris ceux relatifs à l'assurance, ce qui implique, de la part de l'usager, l'obligation de contracter une police d'assurance couvrant l'Etat de tous dommages causés à des tiers. L'Etat n'aura pas à intervenir dans la réparation de dommages, de quelque nature que ce soit, subis par le propriétaire du véhicule. Pour satisfaire au prescrit de l'article 98 du tarif criminel, il sera tenu attachement au dossier, des indemnités de déplacement allouées. Lorsque le déplacement a lieu au moyen d'une voiture du service de la police judiciaire, ce service délivrera une facture qui sera versée au dossier pour le montant en être éventuellement mis à charge de la partie défaillante. Le Ministre de la Justice, P. STRUYE.
2 Juni 1948.
121
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. BRIEFWISSELING DER GEDETINEERDEN.
2" A l g . Dir., Studiebureau, litt. R, n' V l l / l / 4 . Brussel, 2 Juni 1948. Aan de heren Bestuurders van de strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat de gedetineerden bij uitbreiding van de bepalingen van artikel 222 van het Algemeen Règlement, vrij en onder gesloten omslag met de heer eerste-voorzitter van de Raad van State mogen corresponderen. Zij zijn gemachtigd zulks met de griffie van deze instelling te doen wanneer uit een officieel bescheid blijkt dat zij vôôr haar een procédure hebben ingesteld. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, '
P.
CORNU..
HOVEN EN RECHTBANKEN. — VERPLAATSINGSKOSTEN IN GERECHTSZAKEN. r
A l g . secr., 3° sect., 3" bur., n 51, litt. M a g . Brussel, de 2 Juni 1948. Mijnheer de Procureur-Generaal bij het Hof van Verbreking te Brussel, Hof van Beroep te Brussel, Gent, Luik, Mijnheer de Auditeur-Gcneraal
ie Brussel,
Mijnheer de Eersle-Voorzitter Hof van Verbreking te Brussel, Hof van Beroep te Brussel, Gent, Luik, Militair
Gerechtshof
te
Brussel,
Ik heb de eer u kennis er van te geven dat voor de venplaatsingen die voor gerechtszaken moeten gedaan worden het de regel moet blijven dat daarbij de vervoermiddelen gebezigd worden die de minste kosten medebrengen. De heren magistraten zijn slechts er toe gemachtigd met een eigen voertuig te rijden als het gebruik van minder kostende vervoermiddelen ernstige bezwaren oplevert ten aanzien van de ambtsverrichtingen welke te vervullen zijn en er geen rijtuigen van de gerechtelijke politie bestaan ofwel 'dat geen enkel van die rijtuigen beschikbaar is op het ogemblik dat de verplaatsing dringend nodig is. De in dit geval toe te kennen vergoeding en die op voet van de bepalingen van het tarief in strafzaken moet begroot worden is gelijk aan die voorzien voor de verplaatsingen voor bestuurszaken. Die vergoeding dekt aile kosten met inbegrip van die in verband met de verzekering hetgeen voor degene die met het voertuig rijdt de verplichting medebrengt een verzekeringscontract te sluiten waardoor de Staat tegen aile schade veroorzaakt aan derden gedekt is. De Staat zal niet moeten tussenbeide komen in de vergoeding van de door de eigenaar van het voertuig gele'den schade van welke aard zij ook weze. Om aan de bepalingen van artikel 98 van het tarief in strafzaken te voldoen, moet in het dossier aantekening van de toegekende vergoedingen wegens verplaatsing worden • gehouden. Wanneer de verplaatsing geschiedt door mid'del van een rijtuig van de dienst der gerechterlijke politie zal deze dienst een faktuur afleveren welke in het dossier zal worden bijgelegd, opdat eventueel het bedrag er van ten laste van de in gebreke zijnde partij zou aangerekend worden. De Minister van justifie, P.
STRUYE.
122
4-7 juin 1948. P R I S O N S ET C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . INSIGNES D U P E R S O N N E L D E S U R V E I L L A N C E .
2- Dir. gén., Bureau d'Etude, litt. R, n* III/2/3. Bruxelles, le 4 juin 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que j ' a i arrêté les dispositions ci-dessous, relatives aux insignes que porteront, dès le 1" juillet 1948, les membres du personnel de surveillance. Les insignes seront accordées ou refusées par l'administration centrale. A cet effet, les directeurs transmettront leurs proprositions motivées au début du mois de juin et au début du mois de décembre au Service du personnel des prisons, sans l'intervention de la Commission administrative. Us utiliseront à cet effet l'état n" 14 du Recueil des formules. Pour se voir octroyer les insignes, les intéressés devront être bien notés à tous les points de vue. Ces insignes seront les suivantes : 1" A u moment de la nomination définitive : 1 étoile sur le col de la vareuse. 2° Après trois années de service : 2 étoiles. 3" Après six années de service : 3 étoiles. 4° Candidats surveillants principaux : 3 étoiles sur le col de la vareuse et une étoile sur la manche gauche, au dessus du coude. 5" Surveillants principaux : 3 étoiles et une barrette sur le col. L'étoile sur la manche est supprimée. 6" Candidats chefs-surveillants : 3 étoiles et une barrette sur le col. Une étoile placée dans un angle sur la manche gauche, au dessus du coude. 7° Chefs-surveillants : 1 étoile placée dans un angle sur le col. L'étoile et l'angle sur la manche sont supprimés. Les agents repris sous les n" 1 à 4 porteront la mentonnière de cuir. Elle sera en argent pour ceux figurant sous les n 5 à 7. Les étoiles du col seront du format habituel; celle de la manche sera environ deux fois plus grande que celles du col. Un galon unique ornera le képi de tous les surveillants sans distinction de grade. Aucune modification n'est apportée aux insignes des techniciens. s
o s
Pour le Ministre : Le Directeur général ff, |.
DUPRÉEL.
P R I S O N S ET C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . — C O R R E S P O N D A N C E D E S D É T E N U S . e
2 Dir. g é n . Bureau d'Etude, litt. R, n" V I I / 1 / 4 . Bruxelles, le 7 juin 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires qu'à partir du 1 juillet prochain les c o n d a m n é s de toutes catégories et les prévenus en appel ou en cassation contre un jugement sont autorisés à écrire et à recevoir une lettre par semaine. Les prévenus, qui n'ont pas encore comparu devant une juridiction de jugement, bénéficieront tous les jours de cette autorisation. er
Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J.
DUPRÉEL.
4-7 Juni 1948.
123
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. INSIGNES VAN HET BEWAARDERSPERSONEEL. r
2" A l g . Dir., Studiebureau, litt. R, n II 1/2/3. Brussel, 4 Juni 1948. Aan de heren Bestuurders van de strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat ik betreffende de insignes welke de leden van het bewaarderspersoneel van 1 Juli 1948 af zullen dragen, de hierna voigende schikkingen heb getroffen. De insignes worden door het hoofdbestuur verleend of geweigerd. Te dien einde maken de bestuurders in het begin van de maand Juni en in het begin van de maand December hun gemotiveerde voorstellen over aan de Dienst van het ersoneel der gevangenissen, zonder de tussenkomst van de Bestuurscommissie. •aartoe gebruiken zij de staat n 14 van het Formulierenboek. Opdat de insignes hun kunnen verleend worden, moeten de betrokkenen in elk opzicht goed zijn aangeschreven.
B
r
Deze insignes zijn de voigende : 1" Bij de definitieve benoeming : 1 ster op de kraag van de vareuze. 2" N a drie jaar dienst : 2 sterren. 3" N a zes jaar dienst : 3 sterren. 4° Candidaat-eerstaanwezende bewaarders : 3 sterren op de kraag van de vareuze en een ster op de linkermouw, boven de elleboog. 5° Eerstaanwezende bewaarders ster op de mouw is afgeschaft.
: 3 sterren en een staafje op de kraag. De
6" Candidaat-hoofdbewaarders : 3 sterren en een streepje op de kraag. Een in een keper geplaatste ster op de linkermouw, boven de elleboog. 7" Hoofdbewaarders : 1 in een keper geplaatste ster op de kraag. De ster en de keper op de mouw zijn afgeschaft. De sub de nummers tôt 4 vermelde agenten dragen de lederen stormband. Hij is in zilver voor degenen die onder n 5 tôt 7 voorkomen. De sterren op de kraag hebben het gewoon formaat; de ster op de mouw is ongeveer tweemaal groter dan de sterren op de kraag. Een enkel galon versiert de kepi van al de bewaarders zonder onderscheid van graad. Aan de insignes van de technici wordt geen enkele wijziging gebracht. r s
Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal. J. DUPRÉEL.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. BRIEFWISSELING DER GEDETINEERDEN.
2
e
r
A l g . Dir., Studiebureau, litt. R, n V I I / 1 / 4 . Brussel, de 7 Juni 1948.
Aan de heren Bestuurders der strafinrichtingen wordt kennis er van gegeven dat van 1 Juli e. k. af aan de veroordeelden van aile categorién en aan de beklaagden die zich in hoger beroep of in verbreking van een vonnis hebben voorzien, toelating is verleend om ieder week een brief te schrijven en er een te ontvangen. De beklaagden die nog niet vôôr een rechtsmacht van wijzen zijn verschenen, zullen aile dagen het voordeel van die toelating genieten. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J. DUPRÉEL.
124
8 juin 1948. P R I S O N S ET C E N T R E S D'INTERNEAIENÔ. T A R I F S DES GRATIFICATIONS ET T A R I F S D ' E N T R E P R I S E .
2" Dir. g é n . Service central du travail, n" 6.000.A. Bruxelles, le 8 juin 1948. A partir du 1"'' juillet 1948, les instructions suivantes sont applicables en ce qui concerne les gratifications à payer aux détenus et les tarifs d'entreprise à porter en compte pour les travaux exécutés par les établissements pénitentiaires. A. — Gratifications à payer réellement aux détenus. 1. — Pour les travaux industriels exécutés à l'intérieur de l'enceinte. Gratifications à payer réellement aux détenus aux condamnés d'autres catégories Détenus occupés à des travaux de simple occupation 0.75 fr. l'heure Détenus exécutant des travaux nécessitant des connaissances professionnelles . . . . 1.10 fr. id. Ouvriers d'élite 1.50 fr. id.
1.50 fr. l'heure 2.25 fr. 3.— fr.
Les gratifications à la pièce actuellement en vigueur seront remaniées de façon à ce que ces taux horaires soient atteints.
id. id.
éventuellement
Ces gratifications réelles à payer aux détenus pourront en principe atteindre respectivement les 3/10 et les 6/10 des prix payés par les entrepreneurs, en ce qui concerne, d'une part, les condamnés et, d'autre part, les autres catégories de détenus. Ces remaniements seront soumis au Service central du travail pour approbation sur imprimé n" 500. Des instructions spéciales seront données en ce qui concerne les travaux de sacheterie, de tréfilerie et d'écriture. 2. — Pour les travaux industriels exécutés en dehors de l'enceinte. Tous les détenus occupés à de semblables travaux toucheront une gratification réelle de 1.50 fr. l'heure, quelle que soit la catégorie à laquelle ils appartiennent, plus une prime dite « de route » de 0.50 fr. l'heure. A cette gratification et à cette prime dite « de route » pourront s'ajouter des primes spéciales, dont le montant sera fixé par le Service central du travail, sur proposition des directions intéressées. Ces primes spéciales ne pourront être prévues que si la nature des travaux le justifie et si les tarifs d'entreprise le permettent. 3. — Pour les travaux domestiques. Gratifications à payer réellement aux détenus aux condamnés d'autres catégories Catégorie A id. B id. C
0.50 fr. l'heure 0.80 fr. id. 1.10 fr. id.
1.— fr. l'heure 1.60 fr. id. 2.20 fr. id.
8 Junj 1948. GEVANGENISSEN
E N
VERGOEDINGSTARIF.VEN
125
INTERNERINGSCENTRA. E N
AANNEJYIINGSTARIEVEN. r
2 ' A l g . Dir., Centrale^Arbeidsdienst, litt. R, n 6.0CO.A. Brussel, de 8 Juni 1948. Met ingang van 1 |uli 1948 zijn de voigende onderrichtingen van toepassing, wat betreft de aan de gedetineerden uit te betalen vergoedingen en de aannemingstarieven, welke dienen aangerekend voor de door de strafinrichtingen uifgevoerde werken. A. — Aan de gedetineerden werkelijk te betalen vergoedingen. 1" Voor industrieel werk uitgevoerd binnen de oniheining. Werkelijk te betalen vergoedingen aan aan de gedetineerden de veroordeelden van andere categoriën Gedetineerden die enkel gewone bezigheden verrichten 0.75 fr. per uur Gedetineerden die werk uitvoeren waarvoor de kennis van een ambacht nodig is 1.10 fr. id. Keurarbeiders 1.50 fr. id.
1.50 fr. per uur 2.25 fr. 3.— fr.
id. id.
De thans geldende vergoedingen voor stukwerk zullen eventueel herzien worden, derwijze dat deze uurlonen zullen bereikt worden. Deze werkelijke vergoedingen, welke aan de gedetineerden moeten worden betaa'ld, mogen in principe respectievelijk de 3/IÔ en de 6/10 bereiken van de prijzen die door de aannemers' worden betaald, enerzijds, wanneer het veroordeelden en, anderzijds, wanneer het de overige categoriën van gedetineerden geldt. De herziening van die vergoedingen zal. op drukwerk n'' 500, aan de Centrale Arbeidsdienst worden voorgelegd. Bijzondere onderrichtingen zullen gegeven worden betreffende de zakkenplakkerij, de draadtrekkerij en het schrijfwerk. 2" Voor industrieel werk uitgevoerd buiten de oniheining. Al de gedetineerden die voor dergelijk werk gebruikt worden, ontvangen een werkelijke vergoeding van 1.50 fr. per uur, om 't even tôt welke catégorie zij behoren, bènevens een premie, « marspremie » genaamd, van 0.50 fr. per uur. Benevens die vergoeding en die premie, « marspremie » genaamd, kunnen bijzondere premiën worden toegekend, waarvan het bedrag, op voorstel van het bestuur van elke betrokken strafinrichting, door de Centrale Arbeidsdienst zal worden vastgelegd. Deze bijzondere premiën kunnen slechts worden voorzien indien de aard van de werken zulks rechtvaardigt en indien de aannemingstarieven zulks toelaten. 3" Voor huishoudelijk werk. Werkelijk te betalen vergoedingen aan aan de gedetineerden de veroordeelden van andere categoriën Catégorie A Catégorie B Catégorie C . . . . •.
0.50 fr. per uur 0.80 fr. id. 1.10 fr. id.
1.— fr. per uur 1.60 fr. id. 2.20 fr. id.
126
11-14 juin 1948.
Il reste entendu que le recours à des prévenus pour l'exécution de travaux domestiques n'est autorisé que s'il ne dispose pas de condamnés aptes à faire cette besogne. 4. — Pour les travaux d'entretien du mobilier et des bâtiments. Même barème que pour l'enceinte : voir litt. A . I.
les travaux
industriels exécutés à l'intérieur
de
B. — Tarifs d'entreprise pour travaux industriels exécutés pour compte d'entrepreneurs. 1. — A l'intérieur de l'enceinte. Les minima actuels restent d'application : Travaux de simple occupation 2.50 fr. l'heure Travaux nécessitant des connaissances professionnelles 3.75 fr. id. Travaux exécutés par des ouvriers d'élite 5.— fr. id. II est rappelé aux directeurs des établissements pénitentiaires qu'il s'agit là de taux horaires minima et qu'ils doivent s'efforcer d'obtenir les plus hauts prix possibles. Chaque fois que la chose est possible, il y aura lieu d'établir des tarifs à la pièce. Aucun nouveau travail ne peut être exécuté pour compte d'un entrepreneur sans qu'au préalable le Service central du Travail ait été mis en possession d'une note exposant» la nature du travail et d'une proposition de tarif sur imprimé n" 500. 2. — A l'extérieur de l'enceinte. Les tarifs d'entreprise actuellement en vigueur restent d'application. Si toutefois, il s'en trouvait parmi eux, qui ne permettent pas de payer les détenus au nouveau taux prévu au litt. A, 2, il y aura lieu d'en aviser le Service central du Travail, qui examinera quelle mesure il y a lieu de prendre. Pour le Ministre : Le 'Directeur général ff, J.
DUPRÉEL.
T R I B U N A L D E P R E M I È R E INSTANCE D E COURTRA1. C R É A T I O N D ' U N E P L A C E D E J U G E D ' I N S T R U C T I O N . ( 1 ).
Secr. g é n , personnel, n° 40158. 11 juin 1948. — Par arrêté du Régent, une troisième place de juge d'instruction est créée près le tribunal de première instance de Courtrai.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. PROPOSITIONS DE LIBÉRATION CONDITIONNELLE.
2" Dir. g é n . Bureau d'Etude, litt. R, n" I X / 2 . Bruxelles, le 14 juin 1948. Je rappelle à M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires la nécessité de se conformer strictement, pour la rédaction de leurs avis en vue de libération conditionnelle, aux instructions données par ma circulaire du 15 décembre 1947 (147 R / I X / 2 , Bulletin décembre 1947, p. 248). (1) Moniteur belge, 1948, n° 184.
11-14 Juni 1948.
127
Het is wel verstaan dat het beroep op beklaagden voor de uitvoering van huishoudelijk werk slechts toegelaten is wanneer er niet kan worden beschikt over veroordeelden die geschikt zijn dit werk te doen. 4" Werken tôt onderhoud van mobilair en gebouwen. Zelfde bezoldiging als voor het industrieel werk dat binnen de omheining wordt uitgevoerd : zie litt. A, 1. B. — Aannemingstarieven voor industrieel werk uitgevoerd voor rekening van aannemers. 1" Binnen de omheining. De huidige minima blijven van toepassing : Gewone bezigheden 2.50 fr. per uur Werken waarvoor de kennis van een ambacht vereist wordt . . 3.75 fr. id. Werken uitgevoerd door keurarbeiders 5.— fr. id. De bestuurders van de strafinrichtingen worden er aan herinnerd dat het hier minimum uurlonen betreft en dat zij de hoogst mogelijke prijzen moeten trachten te bekomen. Telkens.als het mogelijk is, dienen tarieven .voor stukwerk vastgesteld. Geen enkel nieuw werk mag voor rekening van een aannemer worden uitgevoerd zonder dat vooraf aan de Centrale Arbeidsdienst mededeling gedaan werd van een nota waarin de aard van het werk uiteengezet wordt, tegelijk met een op drukwerk n 500 opgemaakt voorstel van tarief. r
2" Buiten de omheining. De thans geldende aannemingstarieven blijven van toepassing. Moesten er echter, hieronder, tarieven zijn. van zulk bedrag dat het niet mogelijk is aan de gedetineerden het nieuw, bij litt A, 2, voorziene loon uit te keren, dan dient bericht daarvan te worden gegeven aan de Centrale Arbeidsdienst, die onderzoeken zal welke maatregel er dient genomen. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE KORTRIJK. OPRICHTING VAN E E N PLAATS V A N ONOERZOEKSRECHTER
(1). r
A l g . secr., personeel, n 40158. 11 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent, wordt een derde plaats van onderzoeksrechter opgericht bij de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. V O O R S T E L L E N TOT V O O R W A A R D E L I J K E INVRIJHEIDSTELLING. r
2" A l g . dir., Studiebureau, litt. R, n I X / 2 . Brussel, de 14 Juni 1948. Ik herinner de heren Bestuurders der strafinrichtingen aan de noodzakelijkheid zich, voor het opstellen van hun adviezen met het oog op een voorwaardelijke invrijheidstelling, stipt te gedragen naar de onderrichtingen van mijn omzendbrief van 15 December 1947 (147 R / I X / 2 ) , Bulletin van December 1947, blz. 248. r
(1) Belgisch Staatsnlacl, 1948, n 184.
12S
16-21 juin 1948.
Lorsque l'observation d'un détenu par ie personne! pénitentiaire permet de croire que certaines circonstances favorables à ce condamné ne sont pas suffisamment mises en lumière dans l'exposé des faits, il appartient aux directeurs de prendre l'initiative d'une proposition de grâce (article 322 du Règlement général) dont la rédaction s'inspirera, elle aussi, des conseils de prudence rappelés ci-dessus. Il est déplacé de faire état d'éléments de cette nature dans une proposition de libération conditionnelle. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
•Secr. gén., n" 40097 (1). 16 juin 1948. — Par arrêté du Régent, la résidence de M . Urbin Choffray (Louis-Félix-Marie- Joseph), notaire à Houffalize, est transférée à Gouvy (commune de Limerlé).
TRIBUNAUX DE COMMERCE. — INSTRUCTIONS A U X RÉFÉRENDAIRES DES TRIBUNAUX D E C O M M E R C E C O N C E R N A N T LA D E S C R I P T I O N D E S M A R Q U E S D E F A B R I Q U E E T D E C O M M E R C E D A N S L E S ACTES D E D É P Ô T A U G R E F F E .
5" dir. gén., 3" sect., litt. L, n" 146. Bruxelles, le 19 juin 1948. A MM. les Procureurs généraux
près les Cours d'appel,
A diverses reprises des contestations se sont élevées entre des déposants de marques de fabrique (ou de commerce) et les référendaires, à propos de la description des marques, dans les actes de dépôt au greffe. J'ai l'honneur de vous prier de vouloir bien aviser M M . les référendaires et greffiers intéressés que la description de la marque leur incombe. Afin d'éviter des contestations, M est toutefois souhaitable qu'ils tiennent compte, dans la plus large mesure possible, de la description faite par le déposant. Ils n'acteront donc que la description qui leur paraîtra convenir, après modification éventuelle par eux. Pour le Ministre : Le Directeur général délégué, STANDAERT.
ÉGLISE-ANNEXE. — ÉRECTION
(2).
Administration des cultes, dons et legs, fondations. 2" sect., n" 30414. 21 juin 1948. — Un a r r ê t é du Régent érige, sous le vocable du Saint Nom de Jésus, l'oratoire de « Het Leeg » à Wilrijk, en église-annexe ressortissant à la paroisse-succursale Saint Jean Vianney en cette commune. 1) Moniteur belge, 1948, n° 179. 2) Moniteur belge, 1948, n" 190.
16-21 Juni 1948.
129
Wanneer de observatie van een gedetineerde door het personeel der inrichting lijkt uit te wijzen dat sommige omstandigheden die in het voordeel van deze veroordeelde pleiten, in het relaas der îeiten niet voldoende in het lient ziin geplaatst, dan behoort het aan de bestuurders op eigen initiatief een genadevoorstel in te dienen (artikel 322 van het Algemeen Règlement); bij het opstellen hiervan gelieven zij eveneens, volgens de hierboven herinnerde raadgevingen, met voorzichtigheid te werk te gaan. Het is misplaatst over gegevens van die aard te gewagen in een voorstel tôt voorwaardelijke invrijlieidsteliing. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J. DL'PRÉEL. r
Alg. secr., n 40097 (1). 16 |uni 1948. — Bij besluit van de Regent, is de standplaats van de heer Urbin Choffray (Louis-Félix-Marie-Joseph), notaris te Houffalize, naar Gouvy (gemeente Limerlé) overgebracht.
R E C H T B A N K E N V A N K O O P H A N D E L . — 1NLICHT1NGEN A A N D E R E F E R E N D A R I S S E N V A N D E RECHTBANKEN V A N KOOPHANDEL BETREFFENDE D E BESCHRIJVING DER FABRIEKOF HANDELSMERKF.N IN D E AKTEN V A N DEPONERING O P DE GRIFFIE. r
5" alg. dir., 3'^sect., litt. L, n 146. Brussel, de 19 Juni 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal
bij de Hoven van beroep,
Herhaaldelijk zijn er geschillen tussen de personen die fabriekmerken (of handelsmerken) deponeren en de referendarissen ontstaan in verband met de beschrijving van de merken in de akten van deponering op de griffie. Ik heb de eer u te verzoeken aan de betrokken referendarissen en griffiers kennis er van te geven dat het beschrijven van het merk door hen dient gedaan. Ten einde geschillen te voorkomen is het evenwel wenselijk dat zij in de ruimst mogelijke maat rekening houden met de beschrijving welke door de déponent werd gedaan. Zij zullen dus alleen akte nemen van de beschrijving die hun gepast zal blijken nadat zij eventueel door hen werd gewijzigd. Voor de Minister : De gemachtigde Directeur-Generaal, STANDAF.RT.
ANNEXEKERK. — OPRICHTING
(2).
Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen r
2" sect., n 30414. 21 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is de bidplaats van Het Leeg te Wilrijk opgericht, onder de aanroeping van de Heilige Naam Jezus, tôt annexekerk afhangende van de hulpparochie van de Heilige Johannes Vianney aldaar. r
(1) Belgisch Staatsblad, 1948, n 179. (2) Belgisch Staatsblad, 1948, n f90. r
130
21-22 juin 1948. ANNEXE. — ÉRECTION (1).
Adm. C. D. L. F , 2" sect., n° 30398. 21 juin 1948. — Un a r r ê t é du Régent érige, sous le vocable de SaintChristophe, le hameau de Pierkenshoek à Klerken, en annexe ressortissant à la paroisse-succursale Saint Laurent en cette commune.
VICAIRE. — TRAITEMENT (2).
Adm. C. D. L . F , 2" sect, n" 14363. 22 juin 1948. — Un a r r ê t é du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la 2" place de vicaire près la paroisse-succursale Saint-Antoine à Blankenberge et Uitkerke.
VICAIRE. — TRAITEMENT (2).
Adm. C. D. L. F , 2" sect, n" 14363. 122 juin 1948. — Un a r r ê t é du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la 2'' place de vicaire près la paroisse-succursale du Bon-Pasteur à Mouscron.
VICAIRE. — TRAITEMENT (2).
Adm. C. D. L. F , 2" sect, n" 14363. 22 juin 1948. — U n arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la 1 " place de vicaire près la paroisse-succursale Saint-Joseph à Overpelt.
VICAIRE. — TRAITEMENT (2).
Adm. C. D. L. F , 2" sect, n" 14363. 22 juin 1948. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la 2 place de vicaire près la paroisse-succursale Saint-Remy à Angleur. e
ANNEXE. — ÉRECTION (2). e
Adm. C. D. L. F , 2 sect, n" 30418. 22 juin 1948. — Un arrêté du Régent, érige, sous le vocable de Saint-Eloi le hameau de Tombrouck à Luingne, en annexe ressortissant à la paroisse-succursale Saint-Amand en cette commune.
VICAIRE. — TRAITEMENT (3).
Adm. C. D. L. F , 2" sect, n" 14363. 22 juin 1948. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la 2° place de vicaire près la paroisse-succursale du Divin Sauveur à Schaerbeek et Woluwé-Saint-Lambert. (1) Moniteur belge, 1948, n" 192. (2) Moniteur belge, 1948, n"" 194-195. (3) Moniteur belge, 1948, n" 193.
21-22 Juni 1948.
13!
ANNEXE. — OPRICHTING (1). Best. E. S. L . S.. 2 sect., n 30398. 21 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is het gehueht Pierkenshoek te Klerken opgericht, onder de aanroeping van de H . Christoffel, tôt annexe afhangende van de hulpparochie van de H . Laurentius aldaar. r
ONDERPASTOOR. — WEDDE (2). r
Best. E . S. L . S., 2" sect., n 14363. 22 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 2' plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Antonius te Blankenberge en Uitkerke.
ONDERPASTOOR. — WEDDE (2). Best. E. S. L . S., 2" sect, n 14363. 22 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 2' plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de Goede Herder te Moeskroen. r s
ONDERPASTOOR. — WEDDE (2). Best. E. S. L. S , 2" sect., n 14363. 22 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 1" plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . jozef te Overpelt. r
ONDERPASTOOR. - - WEDDE (2). •Best. E. S. L. S., 2- sect, n' 14363. 22 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 2'' piaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H. Remigius te Angleur.
ANNEXE. — OPRICHTING (2). r
Best. E. S. L. S , 2" sect, n 3041 S. 22 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent, is het gehucht Tonibrouck te Luingne opgericht, onder de aanroeping van de Heilige Eligius, tôt annexe afhangende van de hulpparochie van de Heilige Amandus aldaar.
ONDERPASTOOR. — WEDDE (3). Best. E. S. L. S , 2° sect, n' 14363. 22 Juni 1948. — Bij besluit van.de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 2'' plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de Goddelijke Verlosser te Schaerbeek en Sint-Lambrechts-Woluwe. (1) Belgisch Staatsblad, 2) Belgisch Staatsblad, 3) Belgisch Staatsblad,
r
1948, n 192. 1948. n 194-195. 1948, n 193. r s r
132
22-26 juin 1948. VICAIRE. — TRAITEMENT (1).
Adm. C. D. L. F , 2" sect, n» 14363. 22 juin 1948. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la 1'' place de vicaire près la paroisse-succursale de Wltdert à Esschen.
VICAIRE. — TRAITEMENT (2). Adm. C. D. L. F , 2" sect, n° 14363. 22 juin 1948. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la 1° place de vicaire près la paroisseTSuccursale Notre-Dame à Nijlen.
VICAIRE. — TRAITEMENT (2). Adm. C. D. L. F , 2° sect, n" 14363. 22 juin 1948. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la 1° place de vicaire près la paroisse-succursale Notre-Dame d'Achter Oolen à Oolen.
VICAIRES. — TRAITEMENTS (2). Adm. C. D. L . F , 2" sect, n° 14363. 22 juin 1948. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la 1" place de vicaire près la paroisse-succursale Saint-Joseph à Mortsel et Boechout.
LÉGALISATION DES ACTES DE L'ÉTAT CIVIL PRÉSENTÉS EN BELGIQUE PAR DES ÉTRANGERS RÉFRACTAIRES AU GOUVERNEMENT DE LEUR PAYS. 3" dir. g é n , 2' sect, litt. E. C , n° 8917. Bruxelles, le 26 juin 1948. MM.
les Procureurs Gand, Liège.
généraux
près
les
Cours
d'appel à
Bruxelles,
La Commission préparatoire de l'Organisation internationale des Réfugiés me signale que certains réfugiés et personnes déplacées, réfractaires au gouvernement de leur pays et ne jouissant pas, de ce fait, de la protection des représentants diplomatiques et consulaires de ces gouvernements, se trouvent dans l'impossibilité de faire légaliser les copies ou extraits des actes de l'état civil dressés dans leur pays d'origine. D'accord avec M . le Ministre des Affaires étrangères que j ' a i consulté, sur ce point, j'estime que lorsque ces copies ou extraits présentent tous les caractères d'authenticité et de véracité, l'absence de légalisation ne doit pas être un motif pour en refuser la production ou même la transcription en Belgique. •Il est en effet certain que ces actes, même non légalisés, présentent souvent plus de garanties que les actes de notoriété ou les déclarations sous serments, auxquels le Code civil permet de recourir dans certains cas. Cette manière de procéder me p a r a î t d'autant plus justifiée, que plusieurs conventions internationales ont dispensé de recourir aux formalités de la légalisation. (1) Moniteur belge, 1948, n" 193. (2) Moniteur belge. 1948, n" 190.
22-26 Juni 1948.
133
ONDERPASTOOR. — WEDDE (1). Best. E. S. L. S , 2* sect, n ' 14363. 22 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de I plaats van onderpastoor bij de hulpparochie Wildert t î Esschen. e
ONDERPASTOOR. — WEDDE (2). Best. E. S. L. S., 2« sect, n " 14363. 22 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 1" plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Onze-LieveVBÛUW te Nijlen.
ONDERPASTOOR. — WEDDE (2). •Best. E. S. L. S , 2° sect., n " 14363. 22 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de r plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Onze-LieveVrouw van Achter-Oolen te Oolen.
ONDERPASTOORS. — WEDDEN (2). Best. E. S. L. S , 2" sect, n " 14363. 22 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 1° plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Jozef te Mortsel en Boechout.
LEGALISANTE VAN AKTEN VAN DE BURGERLIJKE STAND IN BELGIË VERTOOND DOOR VREEMDELINGEN WEERSPANNIG TEGENOVER DE REGERING VAN HUN LAND. 5" algem. d i r , 2° sect, litt. £ . C , n 8917. Rrussel, de 26 Juni 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal bij de Hoven van beroep te Brussel, Gent, Luik. r
De Commissie tôt Voorbereiding van de Internationale Organisatie van de Uitgewekenen brengt mij ter kennis dat sommige uitgewekenen en verplaatste personen, die weerspannig zijn tegenover de regering van hun land en die uit dien hoofde niet genieten van de bescherming der diplomatieke en consulaire vertegenwoordigers van die regeringen, zich in de onmogelijkheid bevinden de afschriften van of de uittreksels uit de akten van de burgerlijke stand die in hun land van herkomst werden opgemaakt, te doen legaliseren. Met de heer Minister van Buitenlandse Zaken, die ik op dat punt heb geraadpleegd, ben ik van oordeel dat wanneer die afschriften of uittreksels aile tekenen van anthenticiteit en waarachtigheid vertonen, het gebrek aan legalisatie geen reden moet zijn om de overlegging of zelfs de overschrijving er van in België te weigeren. Het is inderdaad zeker dat deze akten. zelfs wanneer zij niet gelegaliseerd zijn, dikwijls meer waarborgen geven dan de akten van bekendheid of de beidigde vérklaringen, waarop in zekere gevallen het Burgerlijk Wetboek toestaat beroep te doen. Die manier van handelen lijkt me des te meer verantwoord, daar verscheidene internationale conventies vrijstelling geven om tôt de formaliteiten van de legalisatie over te gaan. (1) Belgisch Stuutsblad, 1948, n' 193. (2) Belgisch Staatsblad, 1948, n 190. r
134
28-29 juin 1948.
La circulaire de mon département en date du 25 octobre 1945. 5" dir. g é n , 2 section, E. C , 8362/3 s'inspirait de considérations analogues pour recommander la transcription en Belgique d'actes de l'état civil, dressés en Allemagne qui, par suite de l'absence d'une représentation diplomatique ou consulaire en ce pays, n'avaient pu être légalisés. • Notre pays étant actuellement représenté en Allemagne, la circulaire du 25 octobre 1945 prérappelée doit être considérée comme étant actuellement sans objet. |e vous prie, monsieur le Procureur général, de vouloir bien communiquer le contenu de cette dépêche à M M . les Procureurs du Roi et Officiers de l'état civil de votre ressort. e
Le Ministre de la Justice, P. STRUYE.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT.
CENTRE MÉDICO-CHIRURGICAL DE LA PRISON A FOREST. — TRANSFÈREA1ENT. T dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n° XI1/4. ' Bruxelles, le 28 juin 1948. Le centre médico-chirurgical de la prison de Forest est surpeuplé. Il convient, dès lors, de réduire, dans toute la mesure du possible, le nombre de transfèrements vers ce centre. A partir de la réception de la présente circulaire, aucun détenu ne pourra y être dirigé d'office, sauf extrême urgence, que dans les conditions ci-après : a) Les demandes d'admission doivent être proposées par état n" 58 accomp a g n é d'une note du médecin motivant la proposition. Ces états sont adressés à la 2° direction générale, 1" section, qui les communique au service d'inspection médicale. Après accord de l'administration centrale, les détenus pour infraction contre la sûreté de l'Etat sont dirigés sur la prison de Saint-Gilles, où une section d'attente pour le passage au centre médico-chirurgical est ouverte; les détenus de droit commun continuent comme par le p a s s é à être transférés à la prison à Forest. b) En cas d'urgence, l'autorisation est demandée par téléphone (2" direction générale. 1™ section). c) Si l'urgence est extrême et qu'il s'avère impossible de communiquer avec ce service (fermeture des bureaux par exemple), le transport est requis d'office, mais ratification de la mesure est demandée. En pareil cas, un rapport médical très explicite doit être produit. H va de soi que la célérité d'intervention requise par la situation dont il est fait mention aux §§ b et c; exige le transfert direct à la prison à Forest de tous les détenus sans distinction de catégorie. Pour le Ministre : Le Directeur général, J. DUPRÉEL.
ANNEXE. — ÉRECTION (1).
Adm. des cultes, D. L. F , 2- sect, n° 30397. 29 juin 1948. — Un arrêté du Régent érige, sous le vocable du Sacré-Cœur, le hameau de Zandberg à Harelbeke en annexe ressortissant à la paroisse SaintSauveur en cette commune. (1) Moniteur belge, 1948, n"" 194-195.
28-29 Juni 1948.
135
De omzendbrief van mijn département dd. 25 October 1945, 5" algem. dir. 2* sectie, E. C , 8362/3 liet zich door dergelijke overwegingen leiden om de overschrijving in België aan te bevelen van in Duitsland opgemaakte akten van de burgerlijke stand die, als gevolg van het ontbreken van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in dit land, niet konden gelegaliseerd worden. Daar ons land thans in Duitsland vertegenwoordigd is, moet de reeds vermelde omzendbrief van 25 October 1945 als thans overbodig worden beschouwd. Ik verzoek u, mijnheer de Procureur-Generaal» de inhoud van deze dienstbrief mede te delen aan de heren Procureurs des Konings en ambtenaren van de burgerlijke stand van uw rechtsgebied. De Minister van Justifie, P.
STRUYE.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. HET MEDISCH-HEELKUND1G CENTRUM VAN DE GEVANGENIS TE VORST. — OVERBRENGING. r
2" algm. d i r , studiebureau, litt. R., n X I I / 4 . Brussel, de 28 Juni 1948. Het medisch-heelkundig centrum van de gevangenis te Vorst is overbevolkt. Het is bijgevolg noodzakelijk het aantal overbrengingen, in de mate van het mogelijke, te beperken. Vanaf de ontvangst van deze omzendbrief, zal geen enkel gedetineerde nog van ambtswege naar deze inrichting mogen overgebracht worden, behoudens in ui'terst spoedeisende gevallen, dan in de voigende voorwaarden : a) De aanvragen tôt aanneming dienen voorgesteld bij middel van staat n 58, vergezeld van een nota van de geneesheer waarbij het voorstel gerechtvaardigd wordt. Deze staten worden aan de 2 ' algemene directie, 1° sectie, gezonden die ze aan de medische inspectiedienst mededeelt. Na de toestemming van het Hoofdbeheer ontvangen te hebben, worden de gedetineerden voor misdrijven tegen de veiligheid van de Staat naar de gevangenis te Sint-Gillis, overgeplaatst waar ze in en spéciale afdeling worden ondergebracht in afwachting van hun overgang naar het medisch-heelkundig centrum; de gedetineerden van gemeen recht worden als naar gewoonte naar de gevangenis te Vorst gezonden. r
1
(2
e
b) In dringende noodzakelijkheid wordt de toelating telefonisch aangevraagd algemene directie, l ' sectie). 1
c) Wanneer de noodzakelijkheid uiterst dringend is en de aansluiting met deze dienst onmogelijk blijkt (bijvoorbeeld sluiting van de burelen) wordt het vervoer van am'btswege gevorderd, doch bekrachtiging van de maatregel wordt aangevraagd. In dergelijk geval dient een zeer omstandig medisch verslag ingediend. Het spreekt van zelf dat de dringende noodzakelijkheid vereist door de toestand, waarvan melding onder b en c, de rechtstreekse overbrenging vordert naar de gevangenis te Vorst van al de gedetineerden zonder onderscheid van catégorie. Voor de Minister : De Directeur-generaal, J.
ANNEXE. — OPRICHTING
DUPRÉEL.
(1). e
r
Best. E. S. L. S , 2 sect, n 30397. 29 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is het gehucht Zandberg te Harelbeke opgericht, onder de aanroeping van het Heilig-Hart, tôt annexe afhangende van de parochie van de H. Salvator aldaar. (1) Belgisch
Staatsblad,
r
1948, n " 194-195.
136
29-30 juin 1948. P R I S O N S E T C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . — É C R O U S P E N D A N T LA Nl'IT. e
2 dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n" V l / l . Bruxelles, le 29 juin 1948. Transmis pour information à M M les Directeurs des établissements pénitentiaires, le texte ci-joint d'une lettre adressée, le 26 juin 1948, à M M . les Procureurs généraux ainsi qu'à M . l'Auditeur général. Pour le Ministre : Le Directeur général, I.
*
*
DUPRÉEL.
*
ÉCROUS E N PRISON PENDANT LA NUIT. e
2 dir. g é n , bureau" d'étude, litt. R., n° V I / 1 . Bruxelles, le 26 juin 1948. A MM. les Procureurs A M. l'Auditeur
généraux
près
les Cours
d'appel.
général.
Il était de rigueur, avant les hostilités de ne pas faire écrouer de personnes dans les établissements pénitentiaires a p r è s 10 heures du soir. Cette mesure a été prise pour éviter d'importantes perturbations dans l'exécution du service de nuit et ne pas mettre ainsi en péril la sécurité de ces établissements. Les événements des dernières années ont placé les différents parquets devant l'impérieuse nécessité de recourir à des incarcérations après l'heure de fermeture. Les circonstances exceptionnelles justifiaient cette manière de procéder et mon administration n'a pas hésité à prendre sa part des charges d'une répression poursuivie dans des proportions inaccoutumées. L a situation paraissant se normaliser au point de vue des instructions judiciaires à ouvrir, j'estime qu'il conviendrait d'en revenir à la procédure en vigueur avant la guerre. En conséquence, je vous serais très obligé, M '. de bien voulojr donner les instructions nécessaires Dour que les écrous en prison pendant la nuit soient dorénavant limités aux cas d'absolue nécessité. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
PAROISSE-SUCCURSALE. — ÉRECTION. — ANNEXE. — SUPPRESSION
(1)
Adm. C. D. L . F , 2' sect, n" 23963S. 30 juin 1948. — Un arrêté du Régent érige l'annexe Sainte-Bernadette à Marchienne-au-Pont en paroisse-succursale sous le même vocable. Cette paroisse est circonscrite, à partir du côté sud du chemin de fer d'Erquelinnes à Charleroi, par : la limite séparative des communes de Marchienne-au-Pont et de Mont-sur-Marchienne, A - B : la limite séparative des communes de Marchienneau-Pont et de Montignies-Ie-Tilleul. B - C ; la limite est de la gare de formation, dite de Saint-Martin, à Marchienne-au-Pont, C - D ; le côté sur du chemin de fer d'Erquelinnes à Charleroi, D - A . conformément au plan annexé au dit arrêté. (1) Moniteur belge, 1948, n " 201-202.
29-30 Juni 1948.
137
GE VANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — OPSLUITINGEN TIJDENS DE NACHT.
2' algm. d i r , studiebureau, litt. R., n ' V l / 1 . Brussel, de 29 Juni 1948. Ter beschikking overgemaakt aan de heren Bestuurders der Strafinrichtingen, bijgaande tekst van een brief, van 26 Juni 1948, gericht aan de heren Procureursgeneraal en de heer Auditeur-generaal. Voor de Minister : De Directeur-generaal, J. DUPRÉEL. *
*
*
OPSLUITING IN DE GEVANGENISSEN TIJDENS DE NACHT. e
r
2 aig. d i r , studiebureau, litt. R., n V I / 1 . Brussel, de 26 Juni 1948. Aan de heren Procureuren-generaal Aan de heer Auditeur-generaal.
bij de Hoven van beroep.
Luidens een vast gebruik was het vôôr de oorlog vereist de personen in de strafinrichtingen niet meer op te sluiten na 10 uur 's avonds. Deze maatregel werd getroffen ten einde belangrijke ontredderingen in de uitvoering van de nachtdienst te voorkomen en de veiligheid dezer inrichtingen niet in .gevaar te brengen. De gebeurtenissen van de laatste jaren hebben de verschillende parketten voor de gebiedende noodzakelijkheid geplaatst hun toevlucht te nemen tôt opsluitingen na het gestelde uur. De buitengewone omstandigheden rechtvaardigden deze handelwijze en mijn beheer heeft niet geaarzeld zijn aandeel te nemen in de lasten van een beteugeling in ongewone verhoudingen doorgezet. . Wat betreft het openen van rechterlijke onderzoeken schijnt de toestand zich echter te normaliseren. Ik acht het dan ook wenselijk tôt het vôôroorlogs gebruik terug te keren. Ik zou u, bijgevolg, zeer verplicht zijn, H , de nodige onderrichtingen te willen geven opdat voortaan de opsluitingen in de gevangenis tijdens de nacht zouden beperkt worden tôt de noodzakelijkste gevallen.
De
Voor de Minister : Directeur-generaal, |.
DUPRÉEL.
HULPPAROCHIE. — OPRICHTING. — ANNEXE. — AFSCHAFFING (1). e
r
Best. E. S. L. S , 2 sect, n 239636. 30 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is de annexe van de Heilige Bernadette te Marchienne-au-Pont opgericht tôt hulpparochie, onder dezefde aanroeping. Deze parochie is begrensd, te beginnen van de zuidelijke zijde van de spoorweg van Erquelinnes naar Charleroi, door : de grensscheiding tussen de gemeenten Marchienne-au-Pont en Mont-sur-Marchienne, A - B ; de grensleiding tussen de gemeenten Marchienne-au-Pont en Montignies-le-Tilleul, B - C ; de oostelijke grens der vormingsstatie, genaamd van Sint-Martinus, te Marchienne-au-Pont, C - D ; de zuidelijke zijde van de spoorweg van Erquelinnes naar Charleroi, D - A , overeenkomstig het bij bedoeld besluit gevoegd plan. (1) Belgisch Staatsblad,
p
1948, n » 201-202.
138
30 juin-1" juillet 1948.
CHAPELLENIE. — ÉRECTION (1). Adm. C. D. L. F , 2" sect., n" 30396. 30 juin 1948. — Un arrêté du Régent érige, sous le vocable de Notre-DameImmaculée, le quartier dénommé « Het Vogeltje » à Poperinge en chapellenie ressortissant à la paroisse Saint-Bertin en cette commune.
CHAPELLENIE. — ÉRECTION (1). Adm. C. D. L. F , 2" sect., n" 30447. 30 juin 1948. — Un arrêté du Régent érige, sous 'le vocable de Saint-LouisMarie Orignion de Montfort, le hameau de Vivier-Roland à Jurbise en chapellenie ressortissant à la paroisse-succursale Saint-FJoi en cette commune.
CHAPELLENIE. — ÉRECTION (1). Adm. C. D. L . F., 2" sect, n» 30216. . 30 juin 1948. — Un arrêté du Régent érige, sous le vocable de Notre-Dame de la Paix, le quartier nord 'de la commune de Diepenbeek en chapellenie ressortissant à la paroisse-succursale de cette commune.
CHAPELLENIE. — ÉRECTION (1). Adm. C. D. L . F , 2" sect, n" 30445. 30 juin 1948. — Un arrêté du Régent érige, sous le vocable de Sainte-Rita, le hameau de Longpré à Saint-Amand-lez-FIeurus en chapellenie ressortissant à la paroisse-succursale Saint-Amand en cette commune.
CHAPELLENIE. — ÉRECTION. — ANNEXE. — SUPPRESSION (1). Adm. C. D. L. F , 2 sect, n° 20488C. 30 juin 1948. — Un arrêté du Régent érige, sous le même vocable, l'annexe de la Sainte-Famille, au quartier de Volsberg à Rumst en chapellenie ressortissant à la paroisse-succursale Saint-Pierre en cette commune. e
CHAPELLENIE. — ÉRECTION. — ANNEXE. — SUPPRESSION (2). Dir. des cultes D. L , 2 sect, n° 23825fi. 30 juin 1948. — Un arrêté du Régent érige l'annexe de la Sainte-Famille à Vleugt, commune de Schaffen, en chapellenie ressortissant à la paroisse-succursale de cette commune. e
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — TIMBRES DE PAIN. 2° dir. g é n , 3 sect, 3° bur, litt. A ' , n° 1575. 'Bruxelles, le 1" juillet 1948. A MM. les Directeurs des prisons, centres d'internement, colonies de bienfaisance à Merxplas, établissement de bienfaisance à SaintAndré-lez-Bruges. En raison d'un changement survenu dans la valeur des timbres de pain, les instructions ci-après indiquées seront dorénavant appliquées : 1" Tout détenu ou interné chargé d'un travail pénible peut se faire envoyer par sa famille, cinq timbres de pain par mois; e
K
(1) Moniteur belge, 1948, n" 201-202. (2) Moniteur belge, 1948, n" 227.
30 Juni-1 Joli 1948.
139
KAPELANIJ. — OPRICHTING (1). r
Best. E. S. L . S., 2' sect, n 30396. 30 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is de wijk genaamd Het Vogeltje te Poperinge opgericht, onder de aanroeping van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt, tôt kapelanij afhangende van de parochie van de Heilige Bertinus aldaar.
KAPELANIJ. — OPRICHTING (1). r
iBest. E. S. L. S , 2' sect, n 30447. 30 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is het gehucht genaamd VivierRoland te Jurbeke opgericht, onder de aanroeping van de Heilige LodewijkMaria Grignion de Montfort tôt kapelanij afhangende van de hulpparochie van de Heilige Eloysius aldaar. KAPELANIJ. — OPRICHTING (1). e
r
Best. E. S. L. S , 2 sect, n 30216. 30 Juni 1948. — Biij besluit van de Regent is de noordelijke wijk der gemeente Diepenbeek opgericht, onder de aanroeping van Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede, tôt kapelanij afhangende van de hulpparochie aldaar.
KAPELANIJ. — OPRICHTING (1). r
Best. E. S. L. S , 2« sect, n 30445. 30 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is het gehucht Longpré te SaintAmand-bij-Fleurus opgericht, onder de aanroeping van de Heilige Rita, tôt kapelanij afhangende van de hulpparochie van de Heilige Amandus aldaar.
KAPELANIJ. — OPRICHTING. — ANNEXE. — AFSCHAFFING (1). e
r
Best. E. S. L . S , 2 sect, n 20488C. 30 Juni 1948. — Bij besluif van de Regent is de annexe van de Heilige Familie op de wijk Vosberg te Rumst opgericht, onder de zelfde aanroeping, tôt kapelanij afhangende van de hulpparochie van Sint-Pieter aldaar.
KAPELANIJ. — OPRICHTING. — ANNEXE. — AFSCHAFFING (2). r
Best, der E , sch. en l e g , 2' sect, n 238256. 30 Juni 1948. — Bij besluit van de Regent is de annexe van de H . Familie te VIeugt, gemeente Schaffen, opgericht tôt kapelanij afhangende van de hulpparochie aldaar. GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — BROODZEGELS. e
r
2 ' alg. d i r , 3 sect, 3 ' bur, litt. N., n 1575. .Brussel, de 1 Juli 1948. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen, interneringscentra, de rijksweldadigheidskolonie te Merksplas, het rijksweldadigheidsgesticht te Sint-Andries-bij-Brugge. Wegens een in de waarde van de broodzegels gekomen verandering, zulhn de hierna aangeduide onderrichtingen voortaan worden toegepast : 1" Ieder gedetineerde of geïnterneerde die zwaar werk te verrichten heeft, mag zich door zijn familie vijf broodzegels per maand laten toezenden; (1) Belgisch Staatsblad, (2) Belgisch Staatsblad,
1948, n " 201-202. 1948, n 227. r
140
5-6 juillet 1948.
2" Les autres détenus ou internés peuvent recevoir trois L'entrée des timbres est notée sur une liste- nominative signe en regard de son nom, à la réception du pain. L'achat pain se font aux jours déterminés par la direction. La.dépense est prise à charge de l'administration. Si la mise en vigueur de ces prescriptions entraînait de je vous saurais gré de m'en faire part. La présente circulaire abroge celles du 7 septembre 1945, et du 29 mars 1947, 2 direction générale, 7 section, n" 1575/N. e
timbres par mois. spéciale. Le détenu et la distribution du
nouvelles difficultés, e
2 direction générale
e
Pour le Ministre : Le Directeur général, |.
;
DUPRÉEL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — CANTINE.
2' dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n" X I / 2 . Bruxelles, le 5 juillet 1948. Le montant mensuel total des achats à la cantine par les condamnés est porté à quatre cents francs (400 fr.) à partir du 15- juillet 1948. (Modification de la circulaire du 2 juin 1947, bureau d'étude, n° 86 R / X l / 2 ) . Pour le Ministre : Le Directeur général, |.
DUPRÉEL.
P R I S O N S E T C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . — USAGE D U TABAC P A R L E S D É T E N U S . e
2 dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n" V I I / 1 / 2 . Bruxelles, le 6 juillet 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que j'autorise les détenus de toutes les catégories à fumer en cellule, ou dans les chambres s'ils .sont.soumis au régime en commun, pendant une heure après chaque repas et-ce sans préjudice de la faculté qu'ils ont déjà de fumer au cours des promenades. 11 leur est cependant interdit d'avoir des allumettes; le personnel-de surveillance leur procurera du feu. Il me paraît opportun de souligner à cette occasion que les règles de la politesse devront être scrupuleusement observées : i l serait inadmissible, par exemple, que les détenus gardent la cigarette en bouche lorsqu'ils s'adressent à un membre du personnel. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
5-6 Juli 1948.
14i
2" De andere gedetineerden of geïnterneerden mogen drie broodzegels per maand ontvangen. Bij de aankomst worden de zegels op een bijzondere naamlijst genoteerd. De gedetineerde tekent tegenover zijn naam wanneer het brood hem overhandigd wordt. De aankoop en de verdeling van brood zullen op de door het bestuur vastgestelde dagen geschieden. De uitgave valt ten laste van de administratie. Indien de uitvoering van deze voorschriften tôt nieuwe moeilijkheden zou aanleiding geven, vraag ik u mij deze mede te delen. Door de onderhavige omzendbrief worden deze van 7 September 1945, 2" algemene directie. en van 29 Maart 1947, 2" algemene directie, 7'' sectie, n 1575/N, opgeheven. r
Voor de Minister : De Directeur-generaal, J. DUPRÉEL.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — KANTIEN. 2" alg. d i r , studiebureau, litt. R., n
r
Xl/2.
Brussel, de 5 Juli 1948. Met ingang van 15 Juli 1948 wordt het totaal bedrag per maand van de aankopen in de kantien door de veroordeelden, opgevoerd tôt vierhonderd frank (400 fr.). (Wijzigi ng van de omzendbrief van 2 juni 1947, studiebureau, n 86 R / X I / 2 ) . r
Voor de Minister : De Directeur-generaal, J. DUPRÉEL.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — TABAK'VERBRUIK DOOR DE GEDETINEERDEN. r
2" alg. d i r , studiebureau, litt. R., n V l l / 1 / 2 . Brussel, de 6 Juli 1948. Aan de heren bestuurders van de strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat ik aan de gedetineerden van aile categorieën toesta te roken in de cel of in de kamers wanneer zij onderworpen zijn aan het gemeenschappelijk régime, gedurende een uur na elk eetmaal en zulks onverminderd het hun reeds verleend verlof om te roken tijdens de wandelingen. Het is hun nochtans verboden lucifers in hun bezit te hebben; het bewaarderspersoneel zal hun vuur verschaffen. Het lijkt mij gepast te onderstrepen dat de regels van de beleefdheid strikt zullen dienen nageleefd : het ware bijvoorbeeld niet aan te nemen dat de gedetineerden de sigaret in de mond houden wanneer zij zich tôt een personeelslid wenden. Voor de Minister : De Directeur-generaal, J. DUPRÉEL.
142
15 juillet 1948. FABRIQUE D'ÉGLISE. — LEGS. IMMEUBLES A AFFECTER A UNE HABITATION DE SACRISTAIN ET D'ORGANISTE. SIMPLE V Œ U .
Adm. des cultes, dons et legs, fondations, l
r
c
sect., litt. D. L., n° 223.
.Bruxelles, le 15 juillet 1948. C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume, A tous, présents et à venir, SALUT. Vu l'expédition du testament reçu, le 8 septembre 1945, par le notaire Xhaflaire, de résidence à Eupen, et par lequel Mlle Louis ( H . - G . ) , sans profession, demeurant à Eynatten, y décédée le 28 septembre 1945, dispose notamment comme suit : (Traduction.) « Je lègue tout ce que je possède en nue propriété à l'église d'Eynatten, et en jouissance à .... Après ma mort et celle de . . , l'église devra utiliser ma maison comme habitation de sacristain et 'd'organiste. |e veux que chaque semestre, un anniversaire solennel sôit fondé dans l'église d'Eynatten pour les morts de la famille Louis »; Vu la délibération par laquelle le conseil de fabrique de l'église d'Eynatten sollicite l'autorisation d'accepter ce legs; Vu les avis du conseil communal d'Eynatten, de M . l'évêque diocésain et de la députation permanente du conseil provincial de Liège; Vu les pièces de l'instruction d'où il résulte que le dit legs consiste en la nue propriété : a) D'une moitié indivise des immeubles sis à Eynatten, 7'' section, n"" 628/74, 893/0.74 du cadastre, d'une contenance totale de 5 ares 79 centiares et, pour cette moitié, d'une valeur de 75,000 francs en pleine p r o p r i é t é ; b) De biens meubles qui, déduction faite du passif et des charges grevant la succession de la de cujus sont estimés, en pleine propriété, environ 9,235 francs; En ce qui concerne la clause par laquelle la testatrice prescrit q u ' à l'expiration de l'usufruit qui la grève,, la maison léguée devra être utilisée comme habitation de sacristain et d'organiste : Considérant que la législation n'oblige pas les fabriques d'église de fournir une habitation au sacristain et à l'organiste; que, dès lors cette clause ne peut être admise que comme l'expression d'un simple v œ u et que l'usage de la dite maison ne pourra être cédé au sacristain et à l'organiste, par la fabrique d'église intéressée, que moyennant un loyer correspondant à fa valeur locative; Vu les articles 900, 910 et 937 du Code civil, 59 du décret du 30 décembre 1809, , 76-3" de là loi communale, modifié par la loi du 30 juin 1865 et l'arrêté royal du 14 août 1933, ainsi que le tarif des services religieux, approuvé par Notre arrêté du 30 janvier 1946; Sur la proposition du Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et arrêtons : Article unique, La fabrique de l'église d'Eynatten est autorisée à accepter le legs prémentionné, aux conditions imposées, en tant qu'elles ne sont pas contraires aux lois. Le Ministre de la Justice est chargé de l'exécution du présent arrêté. CHARLES. Par le Régent : Pour le Ministre de la Justice, absent, Le Ministre de l'Agriculture, ORBAN.
143
15 Juli 1948.
KERKFABRIEK. — LEGAAT. ONROEREND GOED DAT Al.S WOONGELEGENHEID VOOR KOSTER EN ORGELSPELER MOET DIENEN. — EENVOUDIGE WENS. Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen. r
T sect, litt. S. L., n 2223. Brussel, de 15 Juli 1948. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gezien de expeditie van het op 8 September 1945 door notaris Xhaflaire, ter siandplaats Eupen, ontvangen testament, waarbij Mej. Louis ( H . - G . ) , zonder beroep, wonende te Eynatten en er op 28 September 1945 overleden, onder meer rie volgende schikkingen treft : (Verlaald) « Ik vermaak al hetgeen ik bezit in blote eigendom aan de kerk Eynatten en in genot aan N a mijn overlijden en dat van , zal de kerk mijn huis moeten benuttigen tôt woongelegenheid voor de koster en de orgelspeler. 1k w i l dat elk semester in de kerk van Eynatten een plechtig jaargetijde zou worden gesticht voor de overledenen van de familie Louis. » ; Gezien de beraadslaging waarbij de fabriekraad der kerk van Eynatten machtiging vraagt tôt het aanvaarden van dit legaat; Gezien de adviezen van de gemeenteraad van Eynatten, het hoofd van het bisdom en de bestendige deputatie van de provinciale raad van Luik; Gezien de stukken van het onderzoek waaruit blijkt dat bedoeld legaat bestaat uit de blote eigendom van : a) Een onderdeelde helft van de onroerende goederen, gelegen te Eynatten, 7" wijk, n 628/74, 893/o.74 van het kadaster, bij elkaar 5 aren 79 centiaren groot en, voor deze helft, 75,000 frank waard in voile eigendom; van
r s
b) Roerende goederen die, na aftrek van het passief en de lasten, welke de nalatenschap van de de cujns bezwaren, in voile eigendom op ongeveer 9,235 frank zijn geschat; Wat de bepaling betreft waarbij de erflaatster voorschrijft dat het vermaakt huis, bij het verstrijken van het vruchtgebruik waarmede het bezwaard is, moet worden benuttigd tôt woongelegenheid voor de koster en de orgelspeler; Overwegende dat de wet de kerkfabrieken er niet toe verplicht een woongelegenheid te bezorgen aan de koster en de ' orgelspeler; dat bijgevolg deze bepaling slechts als de uitdrukking van een eenvoudige wens kan worden in acht genomen en dat het gebruik van bedoeld huis slechts door de betrokken kerkfabriek aan de koster en de orgelspeler kan worden overgelaten tegen betaling van een huurgeld overeenkotnende met de huurwaarde; Gelet op de artikelen 900, 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 59 van het decreet van 30 December 1809, 76-3", van de gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 30 Juni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933 alsmede op het tarief van de kerkdiensten, goedgekeurd bij Ons besluit van 30 Januari 1946; Op de voordracht van de Minister van Justitie, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Enig artikel. Aan de fabriek der kerk te Eynatten is machtiging verleend tôt het aanvaarden van bovenvermeld legaat, onder de opgelegde voorwaarden voor zover deze niet in strijd zijn met de wet. De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. CHARLES. Vanwege de Regent : Voor de Minister van Justifie, afwezig, De Minister van Landbouw, ORBAN.
20 juillet 1948.
144
CASIER JUDICIAIRE. DEMANDE D'EXTRAITS. — ENVOI D'UN B U L L E T I N DE RENSEIGNEMENTS.
Secr. gén., casier judiciaire, litt. C. /., 117. Bruxelles, le 20 juillet 1948. A M. l'Auditeur général près la Cour militaire. Monsieur l'Auditeur
général,
Par ma circulaire, 3'' direction générale, 4" section, 2" bureau, litt. C . /., n" 114, du 4 août 1897, M M . les Procureurs du Roi et M M . les Juges d'instruction ont été invités à joindre à leurs demandes d'extraits du casier judiciaire, le « Bulletin de renseignements », lorsque ce document existe au dossier. Depuis quelque temps, les demandes d'extraits, auxquelles on omet d'annexer le Bulletin de renseignements, deviennent de plus en plus nombreuses. Je viens d'adresser à M M . les Procureurs généraux près les Cours d'appel une circulaire aux fins de faire rappeler à M M . les Procureurs du Roi et Juges d'instruction de leur ressort, les dispositions énoncées précédemment, tout en leur demandant d'inviter M M . les Officiers du ministère public près les tribunaux de police à les appliquer également. j'ai l'honneur de vous prier de prescrire à M M . les Auditeurs militaires de joindre, à leurs demandes d'extraits du casier judiciaire, le bulletin de renseignements qui existerait au dossier. La transcription, sur les formulaires de demandes, provoque souvent des inexactitudes dans l'orthographe des noms. Il en résulte des erreurs dans l'établissement des extraits du casier judiciaire, qui peuvent avoir des conséquences graves pour l'intéressé ou pour l'ordre public. D'autre part, une discordance, constatée, ultérieurement, entre les condamnations portées sur l'extrait du casier judiciaire et celles figurant sur le bulletin de renseignements, donne lieu à des correspondances multiples, qu'il serait aisé d'éviter si le service du casier judiciaire avait pu signaler immédiatement que telle condamnation figurant au bulletin, ne devait pas être mentionnée, parce qu'elle a été amnistiée ou pour quelque autre motif. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.
CORNIL.
CASIER JUDICIAIRE. DEMANDE D'EXTRAITS. — ENVOI D ' U N B U L L E T I N DE RENSEIGNEMENTS.
Secr. g é n , casier judiciaire, litt. C. ]., 117. Bruxelles, le 20 juillet 1948. A MM. les Procureurs généraux.près les Cours d'appel à Bruxelles, Liège, Gand. Monsieur le Procureur général, Par ma circulaire, 3" direction générale, 4' section, 2" bureau, litt. C . / , n" 114, du 4 août 1897, M M . les Procureurs du Roi et M M . les Juges d'instruction ont été invités à joindre à leurs demandes d'extraits du casier judiciaire, le « Bulletin de renseignements », lorsque ce document existe au dossier. Depuis quelque temps, les demandes d'extraits, auxquelles on omet d'annexer le Bulletin de renseignements, deviennent de plus en plus nombreuses. J'ai l'honneur de vous prier de rappeler cette circulaire à M M . les Procureurs du Roi et Juges d'instruction de votre ressort et de vouloir bien inviter M M . les officiers du ministère public près les tribunaux de police à l'appliquer également. La transcription, sur les formulaires de demandes, provoque souvent des inexactitudes dans l'orthographe des noms. Il en résulte des erreurs dans l'établissement des extraits du casier judiciaire, qui peuvent avoir des conséquences graves pour l'intéressé ou pour l'ordre public.
145
20 juli 1948.
STRAFREGISTER. VRAGEN O.Vi UITTREKÎZLS. — TOEZENDING VAN EEN INLICHTINGSBULLETIN. A l g . secr, strafregister, litt. C. / , 117. Brussel, de 20 Juli 1948. Aan de heer Auditeur-Generaal bij het Krijgshof. Mijnheer de Auditeur-Generaal, Bij mijn omzendbrief, 3" algemene directie. 4" sectie. 2" bureel, litt. C . / , ii' 114, van 4 Augustus 1897, werden de heren Procureurs des Konings en de heren Onderzoeksrechters verzocht bij hunne aanvragen om uittreksels uit het strafregister het « inlichtingsbulletin » te voegen, indien dit bescheid in het dossier voorkomt. Sedert enige tijd worden de aanvragen om uittreksels, waarbij men verzuimt het inlichtingsbulletin te voegen, al langer hoe talrijker. Ik heb de heren Procureurs-Generaal bij de Hoven van beroep een omzendbrief gericht, ten einde de voormelde beschikkingen te doen herinneren aan de heren Procureurs des Konings en Onderzoeksrechters, alsmede vragend de officieren van het openbaar ministerie bij de politierechtbanken te willen uitnodigen eveneens bedoelde omzendbrief toe te passen. 1k heb de eer u te verzoeken aan de heren kiijgsaudifeurs voor te schrijven een uittreksel van het strafregister bij het inlichtingsbulletin te voegen, indien dit bescheid in het dossier voorkomt. De overschrijving op ue formulieren. tôt aanviaag van uittreksels geeft vaak aanleiding tôt onjuistheden in de spelling van de namen. Daardoor ontstaan, bij het opmaken van de uittreksels uit het strafregister, vergissingen die ernstige /revolgen kunnen hebben voor de betrokkene of voor de openbare orde. Anderzijds, wonneer naderhand blijkt dat de op het uittreksel uit het strafregister vermelde veroordelingen niet overeenstemmen met die van het inlichtingsbulletin, geeft dit feit aanleiding tôt eer, uitgebrek'.e briefwisseling, die gemakkelijk had kunnen vermeden worden indien de dienst van het strafregister er dadelijk had kunnen op wijzen dat deze of gene -in het inlichtingsbulletin voorkomende straf, op grond van een amnestiemaatregel of om een andere reden, niet moest vermeld worden. Voor de Minister De Secretaris-Generaal, P. CORNI!..
STRAFREGISTER. VRAGEN OA1 UITTREKSELS. — TOEZENDING VAN EEN INLICHTINGSBULLETIN. A l g . secr, strafregister, litt. C. / , 117. Brussel, de 20 Juli 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal bij de Hoven van beroep te Gent, Brussel. Luik. Mijnheer de Procureur-Generaal. Bij mijn omzendbrief, 3'' algemene directie, 4'' sectie, 2 bureel, litt. C. / , n' 114, vah 4 Augustus 1897, werden de heren Procureurs des Konings en de heren onderzoeksrechters verzocht bij hunne aanvragen om uittreksels uit het strafregister het « inlichtingsbulletin » te voegen, indien dit bescheid in het dossier voorkomt. Sedert enige tijd worden de aanvragen om uittreksels, waarbij men verzuimt i;et inlichtingsbulletin te voegen, al langer hoe talrijker. Ik heb de eer u te verzoeken de heren Procureurs des Konings en onderzoeksrechters van uw rechtsgebied die omzendbrief te willen herinneren, met verzoek de heren ambtenaren van het openbaar ministerie bij de politierechtbanken te willen uitnodigen eveneens bedoelde omzendbrief toe te passen. De overschrijving op de formulieren tôt aanvraag van uittreksels geeft vaak aanleiding tôt onjuistheden in de spelling van de namen. Daardoor ontstaan, bij het opmaken van de uittreksels uit het strafregister, vergissingen die ernstige gevolgen kunnen hebben voor de betrokkene of voor de openbare orde.
146
20 juillet 1948.
D'autre part, une discordance, constatée ultérieurement, entre les condamnations portées sur l'extrait du casier judiciaire et celles figurant sur le' bulletin de renseignements, donne lieu à des correspondances multiples, qu'il serait aisé d'éviter si le service du casier judiciaire avait pu signaler immédiatement que telie condamnation figurant au bulletin, ne devait pas être mentionnée, parce qu'elle a été amnistiée ou pour quelque autre motif. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.
CORNIL.
F R I S O N S ET C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . INDEMNITÉS ACCORDÉES POUR SERVICES SPÉCIAUX A C E R T A I N S AGENTS DES P R I S O N S .
2" Dir. g é n , 3" sect, T" bur, litt. D, n" 2.131. Bruxelles, le 20 juillet 1948. Le Ministre de la Justice, V u l'avis émis par la Commission ch ar g ée de la revision des indemnités; Arrête : Article 1"''. Les indemnités accordées, pour services spéciaux à certains agents des prisons sont fixées à partir du l " ' janvier 1948, comme il est indiqué ci-après : 1" Surveillants c h a r g é s de la fonction d'infirmier dans les annexes psychiatriques ou le service général : . Chefs infirmiers : 280 francs par mois. Infirmiers : 225 francs par mois. 2" Surveillants c h a r g é s de l'office de chauffeur d'auto : Conducteur d'un camion lourd : 450 francs par mois. Conducteur d'une voiture cellulaire : 225 francs par mois. Conducteur d'une camionnette : 225 francs par mois. Chefs garagistes : 340 francs par mois. 1
Art. 2. L a rétribution des fixée comme suit, à partir du l " 1" Aumôniers des cultes 70 francs par visite, selon que à 10.
r
auxiliaires ci-après du personnel des- prisons est janvier 1948 : autres que le culte catholique : 150 francs ou le nombre de détenus visités est supérieur ou non
2" Chantres organistes ; 40 francs par messe; 20 francs par salut. Acolytes : 600 francs par an; 1,200 francs par an s'ils servent la messe tous les jours. 3" P r ê t r e s catholiques é t r a n g e r s à l'administration des prisons appelés à célébrer la messe le dimanche ou à entendre les confessions : 50 francs par messe; 50 francs par séance de confessions. 4° Indemnités pour service d'obit : 300 francs. Pour le Ministre de la Justice, absent : Le Ministre de l'Agriculture, P.-M.
ORBAN.
Vu : Le Ministre du Budget, MERLOT.
147
20 Juli 1948.
Anderzijds, wanneer naderhand blijkt dat de op het uittreksel uit het strafregister vermelde veroordelingen niet overeenstemmen met die van het inlichtingsbulletin, geeft dit feit aanleiding tôt een uitgebreide briefwisseling, die gemakkefijk had kunnen vermeden worden, indien de dienst van het strafregister er dadelijk had kunnen op wijzen dat deze of gène in het inlichtingsbulletin voorkomende straf, op grond van een amnestiemaatregel of om een andere reden, niet moest vermeld worden. De
Voor de Minister : Secretaris-Generaal, P . CORNIL.
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. VERGOEDINGEN VERLEEND, WEGENS BUITENGEWONE DIENSTEN, AAN ZEKERE AGENTEN VAN DE GEVANGENISSEN. r
2" Alg. dir., 3- sect., 1° bur., litt. D , n 2.13)1. Brussel, de 20 Juli 1948. De Minister van Justifie, Gezien het advies uitgebracht door de Commissie belast met de herziening van de vergoedingen; Besluit : Artikel 1. De vergoedingen verleend, wegens buitengewone diensten, aan zekere agenten van de gevangenissen zijn vastgesteld, met ingang van 1 Januari 1948, zoals hieronder aangeduid : 1" Bewaarders belast met de functies afdelingen of de algemene dienst : Hoofdverplegers : 280 frank per maand. Verplegers : 225 frank per maand.
van verpleger in de psychiatrische
2" Bewaarders belast met de betrekking van autogeleider : Geleider van een zware camion : 450 frank per maand. Geleider van een celrijtuig : 225 frank per maand. Geleider van een camionnette ; 225 frank per maand. Hoofdgaragisten : 340 frank per maand. Art. 2. De bezoldiging van de hieronder vermelde helpers van het personeel der gevangenissen is als volgt vastgesteld, met ingang van 1 januari 1948 : 1° Aalmoezeniers van de erediensten andere dan de katholieke eredienst : 150 frank per bezoek of 70 frank per bezoek, volgens het aantal te bezoeken gedetineerden boven de tien is of niet. 2" Zangers-orgelisten : 40 frank per mis; 20 frank per lof. Misdienaars : 600 frank per jaar; 1,200 frank per jaar indien zij de mis aile dagen dienen. 3" Katholieke priesters vreemd aan het beheer van de gevangenissen geroepen tôt het celebreren van de mis 's Zondags of de biecht te horén : 50 frank per mis; 50 frank per zitting van biecht. 4" Vergoeding voor het celebreren van een zielmis : 300 frank. Voor de Minister van Justifie, afwezig : De Minister van Landbouw, P . - M . ORBAN.
Gezien : De Minister van Begroting, MERLOT.
143
23-24 juillet 1948. PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — RÉGIME ALIMENTAIRE.
2" dir. gén., 3" sect, 3" b u r , litt. R, n° 1/10. Bruxelles, le 23 juillet 1948. Pendant les dernières périodes de rationnement, les établissements disposaient mensuellement de 900 grammes de margarine et de 300 grammes de saindoux, dont une partie était employée à la préparation des repas, et l'autre distribuée aux détenus. Ces articles étant supprimés au tableau de rationnement, j ' a i décidé qu'ils seront remplacés par 1 kg 200 gr de margarine, par mois et par homme. Cette quantité sera répartie comme.suit : 400 grammes pour la préparation des repas; 800 grammes à distribuer aux détenus. L a margarine sera ajoutée sur la listé des articles débités à la cantine, ce qui permettra aux détenus de se procurer un supplément de cet article en dehors des rations distribuées aux frais du Trésor. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
PAROISSE-SUCCURSALE. — ÉRECTION. — CHAPELLENIE. — SUPPRESSION
(1).
Adm. des C. D. L . F , 2" sect, n" 23196B. 24 juillet 1948. — Un arrêté du Régent érige la chapellenie de Notre Dame de Bon-Vouloir à Duffel en paroisse-succursale, sous le même vocable. Cette paroisse est circonscrite, à partir du point de jonction de la limite séparative de la ville de Lierre et de la commune de Duffel avec l'axe de la Nèthe, par : la limite séparative de la ville de Lierre et de la commune de Duffel, A - B ; la ligne séparative des parcelles inscrites au cadastre, n" 34, 38, d'une part, et n " 35, 36, 37, d'autre part, B - C ; l'axe du sentier allant vers le chemin dit « Binnenweg », C - D - l'axe de ce dernier chemin, D - E ; l'axe du sentier allant vers la chaussée de Duffel à Lierre, jusqu'au ruisseau dit « Galgebeek », E - F ; l'axe de ce ruisseau, F - G ; la ligne séparative des parcelles inscrites au cadastre, n" 301, 302, 303, 3046, d'une part, et n"-" 313, 311, 307, 304a, 305a, d'autre part, G - H ; l'axe de la rue dite « Zijpstraat ». H-I; la ligne séparative des parcelles inscrites au cadastre, n"* 415, 422, d'une part, et n"* 414, 402a. 406;;, d'autre part, 1-|; l'axe du ruisseau dit « Galgebeek », | - K ; la ligne séparative des parcelles inscrites au cadastre n " 690, 694a, d'une part, et n'" .691, 693, 695a, d'autre part, K - L ; la limite séparative des communes de Duffel et de Sint-Katelijne-Waver jusqu'à l'axe de la Nèthe, L - M ; l'axe de la Nèthe jusqu'à son point de jonction avec la limite séparative de la ville de Lierre et de la commune de Duffel, M . - A ; conformément au plan annexé au dit arrêté. s
s
s
s
(1) Moniteur belge, I94S, n" 266.
23-24 Juli 1948.
149
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — VOEDINGSREGI.V.E. e
2 alg. d i r , 3" sect, 3" b u r , litt.'/?, n
r
1/10.
Brussel, de 23 Juli 1948. Tijdens de laatste rantsoeneringsperiodes, beschikten de gestichten maandelijks over 900 gram margarine en over 300 gram reuzel, waarvan een gedeelte tôt het bereiden van het eten werd gebruikt en het andere aan de gedetineerden werd uitgedeeld. Daar die artikelen niet meer op de rantsoeneringstabel voorkomen, heb ik besloten dat zij door 1 kg 200 gr margarine per maand en per man zullen vervangen worden. Die hoeveelheid zal verdeeld worden als volgt : 400 gram voor het bereiden van het eten; 800 gram uit te delen aan de gedetineerden. De margarine moet vermeld worden op de lijst van de in de kantine fë verkrijgen artikelen, zodat de gedetineerden de gelegenheid zullen hebben zich, buiten de rantsoenen die op de kosten van de Schatkist worden toebedeeld, zich een supplément van dat product aan te schaffen. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J. DUPRÉEL.
HULPPAROCHIE. — OPRICHTING. — KAPELANIJ. — AFSCHAFFING (1). r
Best, der E. G . L . S , 2" sect, n 23196B. 24 Juli 1948. — Bij besluit van de Regent is de kapelanij van Onze-LieveVrouw van Goede W i l te Duffel, opgericht tôt hulpparochie, onder dezelfde aanroeping. Die parochie is begrensd, vanaf het samenkomstpunt van de grensscheiding tussen de stad Lier en de gemeente Duffel met de middellijn van de Nethe, door : de grensscheiding tussen de stad Lier en de gemeente Duffel, A - B ; de scheidingslijn tussen de percelen bekend ten kadaster n™ 34, 38, enerzijds, en n 35, 36 en 37, anderzijds, B - C ; de as van de voetweg naar de Binnenweg, C - D ; de as van die laatste weg, D - E ; de as van de voetweg naar de steenweg van Duffel naar Lier, tôt aan de Galgebeek, E - F ; de middellijn van die beek, F - G ; de scheidingslijn tussen de percelen bekend ten kadaster n " 301, 302, 303, 3046, enerzijds, en n 313, 311, 307, 304o, 305a, anderzijds, G - H ; de as van de Zijpstraat, H-l ; de scheidingslijn tussen de percelen bekend ten kadaster n™ 415, 422, enerzijds, en 414, 402a, 406a, anderzijds, I-J; de middellijn van de Galgebeek, | - K ; de scheidingslijn tussen de percelen bekend ten kadaster n ' 690, 694a, enerzijds, en n " 691, 693, 695a, anderzijds, K - L ; de grensscheiding tussen de gemeenten Duffel en Sint-Katelijne-Waver tôt aan de middellijn van de Nethe, L-A1; de middellijn van die rivier tôt aan het samenkomstpunt er van met de grensscheiding tussen de stad Lier en de gemeente Duffel, M - A ; overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan. r s
r s
s
H) Belgisch Staatsblad,
r
r
1948, n 266.
150
24 juillet 1948. SÉMINAIRE (FONDATION DE BOURSES D'ÉTUDE). UNIVERSITÉ CATHOLIQUE DE LOUVAIN. — FABRIQUES D'ÉGLISE. ASSOCIATIONS SANS BUT LUCRATIF. — LEGS.
Administration des cultes, dons et legs, fondations. r - sect., litt. D. L., n° 1882. Bruxelles, le 24 juillet 1948 (1). C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume. A tous, p r é s e n t s et à venir, SALUT. V u les extraits délivrés par le notaire Pauvvels, de résidence à Anvers, des testament et codicille olographes, en date des 20 janvier 1942 et 30 juin 1943, par lesquels Mlle Sel (M.-Th.), sans profession, demeurant en cette ville, rue W a p pers, n" 6, y décédée le 9 février 1947, dispose notamment comme suit : Testament olographe du 20 janvier 1942. " « ... Je donne et lègue... » 6" Une somme de cent mille francs à l'Université catholique de Louvain, pour être employée à la construction de nouveaux bâtiments ou laboratoires à charge de payer une rente ..viagère de deux mille cinq cents francs à . , et .une rente de douze cent cinquante francs à... » 7" Une somme de cent mille francs au Grand Séminaire de Malines pour la création de bourses d'étude pour la philosophie et la théologie, à charge.de payer une rente viagère de deux mille cinq cents francs à ... et une rente viagère de douze cent cinquante francs à » 9" Une somme de trente mille francs à la fabrique d'église de Notre Dame à Anvers, à charge de faire célébrer à perpétuité chaque année quatre messes pour le repos de mon â m e et celle de ma s œ u r Anna; » 10" Une somme de vingt-cinq mille francs à la fabrique d é g l i s e Sainte Walburge, rue du Peuple, à Anvers, pour la construction de la nouvelle église, à charge de faire célébrer à perpétuité chaque année quatre messes pour le repos de mon â m e et celle de ma sœur Anna; » 11° Une somme de dix mille francs à la fabrique d é g l i s e de Sainte Anne et Saint Joachim à Sainte Anne ( T ê t e de Flandre), Anvers, à charge de faire célébrer chaque année à perpétuité quatre messes pour le repos de mon âme et celle de ma s œ u r Anna...; » Les legs 6, 7, ... sont faits exempts de tous droits, frais et honoraires... » Codicille olographe du 30 juin 1943. « ... Je lègue quitte et libre de droits et frais à : » 1° ... L'association sans tout lucratif « Onze Lieve Vrouw Vereniging », établie à Anvers, ... mon immeuble, rue Wappers, n" 6; « 2° L'association sans tout lucratif « Institut des Religieuses de l'Adoration perpétuelle », établie à Anvers les objets suivants garnissant ma chapelle privée : » » » » » » » »
6 chandeliers d'autel; le crucifix de l'autel; 2 candélabres en cuivre; tenture derrière l'autel; le chemin de croix; tous les ornements religieux, à l'exception de celui que choisira...; l'armoire à ornements de la sacristie; le lave-main... »;
(1) Moniteur belge, 1948, n° 246.
,
24 Juli 194S.
151
SEMINARIE (STUDIEBEL'RZENSTICHTING). — KATHOLIEKE UNIVERSITEIT VAN LÉUVEN. KERKFABRiEKEN. — VERENIGINGEN ZONDER WINSTOOGMERKEN. — LEGATEN. Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen. r
1" sect, litt. S. L.. n 1882. Brussel, de 24 Juli 1948. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk. Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, HEIL. Gezien de door notaris Pauwels, ter standplaats Antwerpen, verstrekte uittreksels uit het eigenhandig testament en de eigenhandige testamentsbijlage, dd. 20 Januari 1942 en 30 Juni 1943, waarbij Juffr. Sel (M.-Th.), zonder beroep, wonende aldaar, Wappersstraat, n' 6, en er op 9 Februari 1947 overleden, onder meer de voigende schikkingen treft : Eigenhandig testament van 20 Januari 1942. (Vertaald). « ... lk geef en vermaak... » 6" Een bedrag van honderd duizend frank aan de Katholieke Universiteit van Leuven om te worden gebruikt voor het bouwen van nieuwe gebouwen of laboratoria met last een lijfVent van twee duizend vijfhonderd frank te betalen aan... en een rente van duizend tweehonderd vijftig frank aan... » ; » 7° Een bedrag van honderd duizend frank aan het Groot Seminarie van Mechelen voor het oprichten van studiebeurzen voor de wijsbegeerte en de godgeleerdheid, met last een lijfrente van twee duizend vijfhonderd frank te betalen aan., en een lijf rente van duizend tweehonderd vijftig frank aan...; » 9" Een bedrag van dertig duizend frank aan de fabriek der kerk van OnzeLieve-Vrouw te Antwerpen, met last ten eeuwigen dage ieder jaar vier missen te doen celebreren voor mijn zielerust en die van mijn zuster Anna; » 10" Een bedrag van vijf en twintig duizend frank aan de fabriek der kerk van de Heilige Walburgis, Volksstraat, te Antwerpen, voor de bouw van de nieuwe kerk, met last ten eeuwigen dage ieder jaar vier missen te doen celebreren voor mijn zielerust en die van mijn zuster Anna; » 11" Een bedrag van tien duizend frank aan de fabriek der kerk van de Heilige Anna en de Heilige Joachim te Sint Anna (Vlaamsch Hoofd), Antwerpen, met last ieder jaar ten eeuwigen dage vier missen te doen celebreren voor mijn zielerust en die van mijn zuster Anna...; » De legaten 6, 7... worden gedaan vrij van aile rechten, kosten en honoraria... » ; Eigenhandige testamentsbijlage van 30 Juni 1943. (Vertaald). « ... Ik vermaak zuiver en vrij van rechten en kosten aan : » 1" ... De vereniging zonder winstoogmerken « Onze Lieve Vrouw Vereniging », gevestigd te Antwerpen.., mijn onroerend goed, Wappersstraat, n 6; » De vereniging zonder winstoogmerken « Institut des Religieuses de l'Adoration perpétuelle », gevestigd te Antwerpen.., de voigende voorwerpen, die mijn private kapel versieren : r
» 6 altaalkandelaars; » het altaarcrucifix; :> 2 koperen kroonluchters; . behangsel achter het altaar; » de kruisweg; » al de altaarversierselen, • met uitzondering van dat welk... kiezen z a l . , ; » de kast voor versierselen van de sacristij: » de wastafel... »; r
(1) Belgisch Staatsblad, 194S, n 246.
24 juillet
152
1948.
Vu les délibérations par lesquelles le conseil d'administration de l'Université catholique de Louvain, le bureau administratif du séminaire de Malines, le bureau des marguilliers et les conseils de fabrique des églises Notre Dame, Sainte Walburge et Sainte Anne à Anvers, ainsi que les conseils d'administration des associations sans but lucratif « Onze Lieve Vrouw Vereniging » et « Institut de l'Adoration perpétuelle », établies respectivement à Anvers et à Watermael-Boitsfort, sollicitent l'autorisation d'accepter les legs qui les concernent; Vu les avis du conseil communal d'Anvers, de M . le Cardinal-Archevêque de Malines, de M . l'Evêque de Gand et de la députation permanente du conseil provincial d'Anvers; Vu les pièces de l'instruction d'où il résulte : 1" Que l'Institut des Religieuses de l'Adoration perpétuelle, à Anvers, avantagée par la testatrice, dépend de l'association requérante « Institut de l'Adoration perpétuelle », établie à Watermael-Boitsfort, et que les objets légués au profit de cette association sont estimés 5,000 francs; 2" « Onze affecté ment à
Que l'immeubles sis à Anvers, rue Wappers, n" 6, légué à l'association Lieve Vrouw Vereniging » a une valeur de 1,600,000 francs et qu'il sera directement et corporellement au service de la dite association, conforméses statuts.;
Considérant que les legs faits au profit des associations sans but lucratif prémentionnées doivent permettre à celles-ci de réaliser l'objet en vue duquel elles se'sont constituées; Vu les articles 910 et 937 du Code civil, 59 du d é c r e t du 30 décembre 1809. 76-3" de la loi communale, modifié par la loi du 30 juin 1865, et l'arrêté-royai du 14 août 1933, 31 de la loi du 19 décembre 1864, 1" de l'arrêté royal du 19 décembre 1865, 3 de la loidu 12août 1911, 15 et 16 de la loi du 27 juin 192.1, le chapitre IV du décret du 6 novembre 1813, ainsi que le tarif des services religieux, approuvé par Notre arrêté du 30 janvier 1946; Sur la proposition du Ministre de la lustice et du Ministre de l'Instruction publique, Nous avons arrêté et arrêtons : Article unique. Le conseil d'administration de l'Université catholique de Louvain, le bureau administratif du séminaire de Malines, les fabriques des églises Notre Dame, Sainte Walburge et Sainte Anne à Anvers, ainsi que les associations sans but lucratif « Onze Lieve Vrouw Vereniging » et « Institut de l'Adoration perpétuelle », établies respectivement à Anvers et à Watermael-Boitsfort, sont autorisés à accepter les legs qui les concernent. Le Ministre de la Justice et le Ministre de l'Instruction publique sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. CHARLES. Par le Régent : Pour le Ministre de la Justice : Le Ministre de l'Agriculture, ORBAN.
Le
Ministre
de
l'Instruction
C. HUYSMANS.
publique,
24 juli 1948.
153
Gezien de beraadslagingen waarbij de raad tôt beheer van de Katholieke Universiteit van Leuven, het bestuurscollege van het Seminarie van Mechelen, het bureel van kerkmeesters en de fabriekraden van de kerken van Onze-Lieve Vrouw, van de Heilige Walburgis en van de Heilige Anna te Antwerpen, alsmede de raden tôt beheer van de verenigingen zonder winstoogmerken « Onze Lieve Vrouw Vereniging » en « Institut de l'Adoration perpétuelle », respectievelijk gevestigd te Antwerpen en te Watermaal-Boschvoorde, machtiging vragen tôt het aanvaarden van de hen betreffende legaten; Gezien de adviezen van de gemeenteraad van Antwerpen, de Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen, de Bisschop van Gent en de bestendige deputatie van de provinciale raad van Antwerpen; Gezien de stukken van het onderzoek, waaruit blijkt ; 1" Dat het door de erflaatster bedachte « Institut des Religieuses de l'Adoration perpétuelle », te Antwerpen, afhangt van de verzoekende vereniging « Institut de l'Adoration perpétuelle », gevestigd te Watermaal-Boschvoorde, en dat de ten behoeve van de vereniging vermaakte voorwerpen op 5,000 frank zijn geschat; 2" Dat het onroerend goed, gelegen te Antwerpen, Wappersstraat, n 6, vermaakt aan de vereniging « Onze Lieve Vrouw Vereniging » een waarde heeft van 1,600,000 frank en dat het rechtstreeks en lichamelijk zal gebruikt worden voor de dienst van bedoelde vereniging, overeenkomstig haar statuten; Overwegende dat de aan hogervermelde verenigingen zonder winstoogmerken vermaakte legaten deze in de gelegenheid moeten stellen het doel, voor hetwelk zij werden opgericht, te bereiken; Gelet op de artikelen 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 59 van het decreet van 30 December 1809, 76-3° van de gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 30 |uni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, 31 van de wet van 19 December 1864, 1 van het koninklijk besluit van 19 December 1865, 3 van de wet van 12 Augustus 1911, 15 en 16 van de wet van 27 juni 1921, hoofdstuk IV van het decreet van 6 November 1813, alsmede op het tarief der kerkdiensten, goedgekeurd bij Ons besluit van 30 Januari 1946; r
Op de voordracht van de Minister van justifie en van de Minister van Openbaar Onderwijs, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Enig artikel. Aan de raad tôt beheer van de Katholieke Universiteit van Leuven, het bestuurscollege van het Seminarie van Mechelen, de fabrieken der kerken van Onze-Lieve-Vrouw, van de Heilige Walburgis en vari de Heilige Anna te Antwerpen, alsmede aan de verenigingen zonder winstoogmerken « Onze Lieve Vrouw Vereniging » en « Institut de l'Adoration perpétuelle » respectievelijk gevestigd te Antwerpen en te Watermaal-Boschvoorde, is machtiging verleend tôt het aanvaarden van de lien betreffende legaten. ;
De Minister van Justifie en de Minister van Openbaar Onderwijs zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit. CHARLES. Vanwege de Regent : Voor de Minister van Justifie : De Minister van Landbouw, ORBAN.
De Minister van Openbaar C.
HUYSMANS.
Onderwijs,
154
25-27 juillet 1948. PAROISSE-SUCCURSALE. — ÉRECTION. P A R O I S S E S - S U C C U R S A L E S . — /MODIFICATIONS A U X C I R C O N S C R I P T I O N S
(1).
Adm. des C. D. L. F , T sect, n° 30403. 25 juillet 1948. — Un arrêté du Régent : 1" Erige le quartier de Meulenberg à Houthalen en paroisse-succursale sous le vocable de Saint-Lambert. Cette paroisse est circonscrite, à partir du point de croisement du chemin n° 5 de Houthalen à Meulenberg, avec le chemin n" 33 dénommé Brelaërschansweg, par : ce dernier chemin jusque et y compris la courbe a-b; le chemin de communication n" 44 j u s q u ' à la rue dite Brelaerstraat, b-c; la rue dite Brelaerstraat, n" 12, c-d; le chemin dénommé Brelaersveldweg n° 43 jusqu'au sentier n" 31, d-e; une ligne droite du point de croisement de ce sentier avec la rue dite Kapperhofstraat n" 30 jusqu'au point de croisement du sentier dit Mooksteeg avec la rue dénommée Kwalaakstraat n" 32, e-f; cette rue jusqu'à une chapelle champêtre en brique, f-g; une ligne droite jusqu'à la jonction de la chaussée dite Oude Postbaan avec le chemin vers Kwaiaak, g-h; une ligne droite j u s q u ' à la limite séparative des communes de Houthalen et de Genk, h-i; la limite séparative des communes de Houthalen et de Genk, h-i; la linite séparative de ces deux communes jusqu'en face du coin de la concession minière. « Les Liégeois en Campine », i - j ; une ligne droite jusqu'au chemin Houthalen-Genk, j - k ; une ligne droite jusqu'à l'angle aigu de la limite séparative des communes de Houthalen et de Zonhoven, k-1; la limite séparative des communes de Houthalen et de Zonhoven, 1-m; une ligne droite jusqu'au point de croisement du chemin n" 5 de Houthalen à Meulenberg avec le chemin n" 33 dit Brelaërschansweg, m-a; 2" Annexe à la paroisse-succursale Saint-Albert à Zwartb'erg, commune de Genk, la partie sud-est de la paroisse-succursale de Houthalen, limitée par : -la limite séparative des paroisses-succursales Saint-Lambert à Meulenberg, commune de Houthalen, et Saint-Albert à Zwartberg, commune de Genk, n-k-1; la limite séparative des communes de Houthalen et de Zonhoven, l-o; la limite séparative des communes de Houthalen et de Genk, o-p; le chemin de Houthalen à Genk, jusqu'à sa jonction avec le chemin vers Kelchterhoef, p - q ; ce dernier chemin jusqu'au point n, q-n; conformément au plan y annexé.
P R I S O N S ET C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . — L I B É R A T I O N C O N D I T I O N N E L L E . e
2 dir. gén. Condamnés pour infraction à la sûreté-de l'Etat. Service de la libération provisoire et conditionnelle. Litt. B/L/I. Annexe : 1\ Bruxelles, le 27 juillet 1948. En vertu de la circulaire du 14 novembre 1947 (133 R / I X / 2 ) publiée au Bulletin de l'Administration des prisons du mois de décembre 1947, les directeurs des établissements pénitentiaires doivent, dès qu'il aura été décidé d'examiner le cas d'un condamné en vue d'une libération conditionnelle éventuelle, recueillir l'avis des autorités locales sur l'opportunité du retour de l'intéressé dans la commune de son domicile ou de sa résidence. 11 m'est signalé que les formulaires utilisés à cet effet par certains établissements pénitentiaires contiennent des demandes de renseignements qui ne présentent aucune utilité et qui en outre sont inconciliables avec le respect dû à la chose jugée. En vue d'y remédier, vous voudrez bien adresser aux 'bourgmestres des demandes de renseignements établies suivant le modèle ci-joint. Je saisis cette occasion pour vous signaler qu'il y a toujours lieu de prendre l'avis du bourgmestre du dernier domicile-du condamné, même si l'intéressé déclare vouloir se fixer dans une autre localité. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
(1) Moniteur belge, 1948, n" 254.
DUPRÉEL.
155
25-27 Juli 1948. HULPPAROCHIE. — OPRICHTING.
HULPPAROCH1ËN. — WIJZIGINGEN AAN DE GEBIEDSOMSCHRIJVTNGEN (1). r
Best, der E . S. G . L., 2" sect, n 30403. 25 Juli 1948. — Bij besluit van de Regent, is : 1° De wijk Meulenberg te Houthalen opgericht tôt hulpparochie onder de aanroeping van de H . Lambertus. Deze parochie is begrensd, te beginnen van het kruispunt van de weg n 5 van Houthalen naar Meulenberg met de weg n 33 genaamd Brelaerschansweg, door : deze laatste weg tôt en met de bocht, a-b; de verbindingsweg n 44 tôt de Brelaerstraat, b-c; de Brelaerstraat, n 12, c-d; de Brelaersveldweg n 43 tôt aan de veldsteeg n 31, d-e: een rechte lijn van het kruisount van die veldsteeg met de Kapperhofstraat n 30 tôt aan het kruispunt van de Mooksteeg met de Kwalaakstraat n 32, e-f; deze straat tôt een veidkapel in baksteen, f-g; een rechte lijn" tôt aan de samenloop van de oude Postbaan en de weg naar Kwalaak, g-h; een rechte lijn tôt aan de grensscheiding der gemeenten Houthalen en Genk, h-i; de grensscheiding van die twee gemeenten tôt tegenover de hoek van de concessie der kolenmijn « Les Liégeois en Campine », i - j ; een rechte lijn tôt de weg Houthalen-Genk, j - k ; een rechte lijn tôt aan de scherpe hoek van de grensscheiding der gemeenten Houthalen en Zonhoven, k-1; de grensscheiding der gemeenten Houthalen en Zonhoven, 1-m; een rechte lijn tôt aan het kruispunt van de weg n 5 van Houthalen naar Meulenberg met de weg n 33 genaamd Brelaerschansweg, m-a; 2" Aan de hulpparochie van de H . Albertus te Zwartberg, gemeente Genk, gehecht het Zuid-Oostelijke gedeelte der hulpparochie van Houthalen begrensd door : de grensscheiding der hulpparochiën van de H . Lambertus te Meulenberg, gemeente Houthalen, en van de H . Albertus te Zwartberg, gemeente Genk, n-k4; de grensscheiding der gemeenten Houthalen en Zonhoven, l-o; de grensscheiding der gemeenten Houthalen en Genk, o-p; de weg van Houthalen naar Genk tôt de samenloop met de weg naar Kelchterhoef, p-q; deze laatste weg tôt punt n, q-n; overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan. r
r
r
r
r
r
r
r
r
r
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. — VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING. e
2 alg. dir. Veroordeelden wegens misdijven tegen de veiligheid van de Staat. Dienst van voorlopige en voorwaardelijke vrijstelling. Litt. B/L/L Bijiage : 1. Brussel, de 27 Juli 1948. Krachtens het rondschrijven van 14 November 1947 (133 R / I X / 2 ) , bekendgemaakt in het Bulletin van het Bestuur der Gevangenissen der maand December 1947. moeten de bestuurders van de strafinrichtingen, zodra er toe besloten werd het geval van een veroordeelde met het oog op een eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling te onderzoeken, het advies van de plaatselijke overheden inwinnen betreffende de gepastheid van de terugkeer van de betrokkene naar de gemeente waar hij zijn woonplaats of zijn verblijfplaats heeft. E r wordt mij op gewezen dat de daartoe door sommige strafinrichtingen gebruikte formulieren aanvragen om inlichtingen bevatten, die van generlei nut zijn en daarenboven niet overeenstemmen met de aan het gewijsde verschuldigde eerbied. Ten einde dit te verhelpen, verzoek ik u aan de burgemeesters aanvragen om inlichtingen, opgemaakt volgens hierinliggend model over te leggen. Bij deze gelegenheid ben ik zo vrij u er op te wijzen dat het advies van de burgenieester der laatste woonplaats van de veroordeelde steeds ibehoort te worden aangevraagd, zelfs indien betrokkene verkiaart dat hij zich in een ander localiteit wenst te vestigen. Voor de Minister : De Directeur-Generaal. J. DUPRÉEL. r
(1) Belgisch Staatsblad, 1948, n 254.
29 juillet-2 août Î948. Monsieur le Bourgmestre, J'ai l'honneur de vous informer que la libération (provisoire, conditionnelle) de (nom et prénoms), né à , le état civil , profession et domicile , condamné le à , du chef de , est à l'examen. (La présente demande n'implique pas que cette libération décidée; elle est simplement à l'étude.)
anticipée
sera
Je vous prie donc de vouloir bien faire vérifier immédiatement, sur place, si le retour/séjour de l'intéressé et sa réinstallation dans votre commune ne risque pas de provoquer des réactions fâcheuses de la part de la population; le cas échéant, lesquelles" vous voudrez bien me faire part, auplus tard dans les dix jours des résultats de votre enquête. Pour le Ministre : Le Directeur délégué, A M. le Bourgmestre de ,
P R I S O N S ET C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . — C O R R E S P O N D A N C E D E S D É T E N U S .
2* dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n° V I I / 1 / 4 . Bruxelles, le 29 juillet 1948. Informé M M . Is directeurs des établissements pénitentiaires qu'en raison des circonstances nées de la guerre, il y a lieu de donner à l'article 222 du Règlement général des prisons l'interprétation suivante : Les détenus peuvent en tout temps et lors même qu'à titre de punition ils sont privés de la faculté de correspondre avec le dehors, adresser des lettres au directeur de la prison, à la commission administrative, au commissaire de mois, aux autorités judiciaires, au premier président du Conseil d'Etat ou au greffe de cette institution s'il résulte d'un document officiel qu'ils ont entamé une procédure devant elle, à l'inspecteur général et au directeur général des prisons, et au secrétaire général du Ministère de la Justice, aux ministres, aux présidents des Chambres législatives et au Roi. En ce qui concerne les condamnés pour infractions contre la sûreté extérieure de l'Etat, ils peuvent, en outre, correspondre dans les mêmes conditions avec le chef du service de la rééducation, du reclassement et des tutelles (S. R. R. T.). Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. —
DUPRÉEL.
BIBLIOTHÈQUE.
2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n° 1V/2/1. Bruxelles, le 2 août 1948. Informé M M . les directeurs des établissements pénitentiaires que les membres du personnel sous leur direction peuvent à nouveau obtenir en prêt des ouvrages appartenant à la bibliothèque du Ministère de la Justice.
157
29 Juli-2 Augustus 1948. Mijnheer de
Burgemeester,
lk heb de eer u te laten weten dat de (voorlopige, voorwaardelijke invrijheidstelling van (naam en voornamen), geboren te de , burgerlijke stand , beroep en woonplaats , veroordeeld de tôt , ter zake van , thans onderzocht wordt. (Deze vraag betekent niet dat de vervroegde invrijheidstelling waarvan sprake zal toegestaan worden; zij is enkel in onderzoek.) lk verzoek u dus onmiddellijk ter plaatse te willen onderzoeken of de terugkeer/het verblijf van belanghebbende en het feit dat hij zich opnieuw in uwe gemeente vestigt niet van aard is betreurenswaardige reacties uit te lokken vanwege de bevolking aldaar — eventueel vermelden welke reacties — en mij, uiterlijk binnen de tien dagen na de ontvangst van dit schrijven, de uitslag van dit onderzoek mede te delen. Voor de Minister : De gemachtigde Directeur, Aan de heer Burgemeester
te
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. — BRIEFWJSSELING VAN DE GEDETINEERDEN. r
T alg. d i r , studiebureau, litt. R, n V I I / 1 / 4 . Brussel, de 29 Juli 1948. Aan de heren bestuurders van de strafinrichtingen wordt hierbij bericht dat, gelet op de uit de oorlog ontstane omstandigheden, artikel 222 van het Algemeen Règlement voor de gevangenissen .dient te worden geïnterpreteerd als volgt : De gedetineerden mogen te allen tijde, zelfs wanneer de toelating om met personen van buiten het gesticht briefwisseling te voeren hun bij wijze van straf werd ontzegd, brieven richten tôt de bestuurder van de gevangenis, de bestuurscommissie, de maandcommissaris, de rechterlijke overheden, de eerste-voorzitter van de Raad van State of tôt de griffie van ,die instelling indien uit een officiecl bescheid blijkt dat zij bij haar een rechtsvordering hebben ingesteld, tôt de inspecteurgeneraal en de directeur-generaal van de gevangenissen, tôt de secretaris-generaal van het Ministerie van Justifie, de ministers, de voorzitters van de Wetgevende Kamers en de Koning. Wat de veroordeelden wegens misdrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat betreft, zij mogen bovendien, in dezelfde voorwaarden. corresponderen met het hoofd van de dienst van wederopvoecling, reclassering en voogdij ( D . W . R. V . ) . Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. —
DUPRÉEL.
BIBLIOTHEEK.
2' alg. d i r , studiebureau, litt. R, n' I V / 2 / 1 . Brussel, de 2 Augustus 1948. Aan de heren bestuurders van de strafinrichtingen, wordt ter kennis gebracht dat de onder hun bestuur staande personeelsleden opnieuw boeken die tôt de bibliotheek van het Ministerie van Justifie behoren, in Ieen kunnen bekomen.
158
4 août 1948.
Afin d'éviter respectées :
toute perte de livres, les dispositions suivantes
devront
être
1. Les membres du personnel qui désirent recevoir un ouvrage en prêt, adressent à la bibliothèque une demande écrite portant le visa de la direction qui en conservera un double.' 2. L'ouvrage sera adressé, aux frais du département, au nom de l'agent qui, dans les vingt-quatre heures, transmettra à la 'bibliothèque un accusé de réception également visé par la direction. 3. La date de l'arrivée du livre sera mentionnée sur le double de la demande de façon à ce que la direction exige le renvoi du livre — par recommandation d'office à la poste — au plus tard un mois après sa réception. 4. Il ne pourra être emprunté qu'un seul livre à la fois. Tout agent personnellement responsable de la perte ou de la détérioration du livre emprunté s'exposera à une sanction disciplinaire, sans préjudice du recouvrement, à sa charge, de la valeur de l'ouvrage. Pour le Ministre : Le Directeur général, |.
DUPRÉEL.
POLICE DES ÉTRANGERS. — SUPPRESSION D U CERTIFICAT « MODÈLE C » ET I N S T R U C T I O N S G É N É R A L E S E N M A T I È R E D E P O L I C E D E S É T R A N G E R S .
Bruxelles, le 4 août 1948-. Circulaire
à MM. les Bourgmestres
du
Royaume.
Pour information : A M M . les Gouverneurs de province; A M M . les Commissaires d'arrondissement. Les circonstances particulières qui ont provoqué la création du « certificat modèle C » (circulaire du 30 décembre 1941, Administration de la Police des Etrangers, n" \B6) ont cessé d'exister. En conséquence, j ' a i décidé de supprimer ce document. La présente circulaire résume les principaux devoirs des administrations communales en matière de Police des Etrangers, spécialement à l'occasion de l'arrivée dans le pays des é t r a n g e rs désireux, soit d'y voyager, soit d'y séjourner, soit de s'y fixer. 1. — Entrée en Belgique. Sauf dispense spécialement prévue, tout é t r a n g e r doit, pour être admis à pénétrer en Belgique, même en vue de transiter par le territoire, être porteur, soit d'un passeport délivré par les autoriés du pays dont il relève ou d'un titre de voyage prévu par les conventions internationales et tenant lieu de passeport et visé, le cas échéant, par un agent diplomatique ou consulaire-belge habilité à cet effet, soit d'une autorisation délivrée par l'Administration de la Sûreté publique (Ministère de la Justice). A. Sont dispensés de l'obligation du passeport pour pénétrer et séjourner en Belgique : 1" Les sujets luxembourgeois pour autant que l'entrée ait lieu par la frontière belgo-luxembourgeoise. Ces étrangers sont toutefois tenus d'être en possession d'une pièce d'identité portant leur photographie oblitérée à l'aide d'un sceau officiel, l'indication de leur nationalité et la signature d'une autorité qualifiée de leur pays.
159
4 Augustus 1948.
Ten einde elk verlies van boeken te voorkomen, moeten de voigende schikkingen in acht genomen worden : 1. De personeelsleden die een boek in leen wensen te ontvangen, richten tôt de bibliotheek een geschreven aanvraag op dewelke het visum voorkomt van de directie, die het dubbel er van bewaart. 2. Het boek wordt, op de kosten van het département verzonden op naam van het personeelslid dat binnen de vier en twintig uren, aan de bibliotheek een ontvangstbewijs, dat eveneens door de directie werd geviseerd, overlegt. 3. De datum van aankomst van het boek wordt vermeld op het dubbel van de aanvraag derwijze dat de directie het terugzenden van het boek — door ter post ambtshalve aangetekende zending — ten laatste een maand na de ontvangst er van eist. 4. Er mag slechts één boek ineens worden ontleend. Ieder voor het verlies of de beschadiging van het ontleend boek persoonlijk verantwoordelijk personeelslid stelt zich bloot aan een tuchtstraf, onverminderd de invordering, te zijnen laste, van de waarde van het boek. Voor de Minister : De Directeur-Generaal J.
DUPRÉEL.
VREEMDEI.INGENPOLITIE. — AFSCHAFFING VAN HET BEWIJS « MODEL C » EN ALGEMENE ONDERRICHTINGEN BETREFFENDE DE VREEMDELINGENPOLITIE.
Brussel, de 4 Augustus 1948. Omzendbrief
aan de heren Burgemecsters
van het Rijk.
Voor kennisgeving : Aan de heren Provinciegouverneurs; Aan de heren Arrondissementscommissarissen. De uitzonderlijke omstandigheden, die de invoering van het « bewi.js model C » (omzendbrief van 30 December 1941, Administratie der Vreemdelingenpolitie, n 166) noodzakelijk maakten, hebben opgehouden.te bestaan. Dienvolgens heb ik besloten dit document af te schaffen. Onderhavige omzendbrief vat de bijzondcrste plichten samen, die de gemeentebesturen inzake Vreemdelingenpolitie te vervullen hebben, vooral dan i n verband met de aankomst in het land van vreemdelingen, die er wensen te reizen, te verblijven of zich te vestigen. r
1. — Intrede in België. Behoudens bijzonder voorziene vrijstelling, moet elke vreemdeling, om in België toegelaten te worden, zelfs wanneer hij er eenvoudig doorheen wil reizen drager zijn, hetzij van een reispas afgëleverd door de overheden van het land waarvan hij afhangt, of van een reistitel voorzien door de internationale overeenkomsten en geldend aïs reispas en, in voorkomend geval, voorzien van een visum aangebracht door een daartoe gemachtigde Belgische diplomatieke of consulaire ambtenaar, hetzij van een toelating uitgereikt door de Openbare Veiligheid (Ministerie van Justifie). A. Zijn ontslagen van de verplichting van de reispas om in België te treden en er te verblijven : 1" De Luxemburgse onderdanen, voor zover de intrede geschiedt langs de Belgisch-Luxemburgse grens. Deze vreemdelingen zijn er echter toe gehouden een indentiteitsstuk te bezitten voorzien van een met een officieel zegel gestempelde photo, de aanduiding van hun nationaliteit en de handtekening van een bevoegd ambtenaar van hun land.
160
4 août 1948.
2" Les « Displaced Persons » régulièrement recrutés en Allemagne pour le travail dans les charbonnages belges, conformément aux arrangements belgoaméricain et belgo-britannique relatifs au recrutement de la main-d'œuvre. Ces ouvriers doivent être porteurs soit d'une carte D. P , munie de leur photographie et de leur empreinte digitale, estampillée par la Sûreté de l'Etat s'ils ont été recrutés dans un camp en Allemagne, soit d'une copie du formulaire d'enregistrement 1. G . C. R. (Inter- Governmental Committee Refugees) avec photo et empreinte, revêtue du sceau de la Sûreté de l'Etat, s'ils ont été recrutés en dehors d'un camp. B. Sont dispensés de l'obligation du visa pour pénétrer en Belgique : i " Les sujets néerlandais, détenteurs d'un passeport national non périmé; 2" Les sujets suisses et les sujets de la principauté de Lichtenstein, détenteurs d'un passeport national non périmé, à l'exclusion de ceux se rendant en Belgique pour y exercer une activité lucrative; 3" Les sujets italiens recrutés régulièrement en Italie pour les charbonnages belges. Ces ouvriers doivent être porteurs d'un passeport national ou d'un certificat d'identité, tenant lieu de passeport, revêtu du sceau de la Sûreté de l'Etat, ainsi que d'un cachet du médecin des Charbonnages belges, portant la mention « Apte ». C. Sont dispensés de l'obligation du visa, pour autant qu'ils effectuent dans le royaume des voyages dont la durée de validité.n'excède pas deux mois consécutifs : 1" Les sujets britanniques quel que soit lé lieu de leur résidence, qui, n'étant pas ressortissants d'un des dominions britanniques, sont détenteurs d'un passeport britannique, dont la couverture porte la mention «-British Passport » et à l'intérieur duquel leur nationalité est indiquée comme « British Subject ». Les ressortissants des protectorats, des territoires sous mandat, les détenteurs de passeports émis par les dominions, de même que les ressortissants australiens, néo-zélandais titulaires de passeports portant sur la couverture en plus de l'inscription « British Passport » le nom d'un dominion, sont soumis à la formalité du visa consulaire belge; 2" Les citoyens français, quel que soit le lieu de leur naissance et de leur résidence, y compris les citoyens français originaires d'Algérie, des quatre nouveaux départements français d'outre-mer (Guyane, Guadeloupe, Martinique, Réunion) et des autres territoires de l'Union française, qui sont détenteurs d'un passeport national valable bu même d'un passeport national périmé, pour autant qu'il ait été établi ou renouvelé après le l " octobre 1944. Sont donc exclus du bénéfice de cette faveur, les « sujets » français des colonies françaises, les « protégés » français (Tunisie, Maroc), ainsi que les indigènes des territoires sous mandat français (Togo, Cameroun); r
3" 4" 5° 6" 7°
Les Les Les Les Les
sujets sujets sujets sujets sujets
danois; irlandais; suédois; norvégiens; islandais.
Remarque : Tout séjour en Belgique de plus de deux mois consécutifs est subordonné à l'obtention, avant l'entrée dans le pays, du visa d'établissement provisoire dans le royaume. D. Les sujets américains reçoivent gratuitement des visas de voyage en Belgique, valables pendant un an et pour plusieurs voyages. Toutefois, ils ne , peuvent y séjourner pendant plus de deux mois consécutifs sans être détenteurs du visa d'établissement provisoire dans le pays. E. Les passeports diplomatiques, de chargé de mission ou de service sont soumis à l'obligation du visa au même titre que les passeports ordinaires, sauf les passeports diplomatiques délivrés par les autorités irlandaises.
4 Augustus 1948.
161
2" De « Displaced Persons » die, overeenkomstig de Belgisch-Amerikaanse en Belgisch-Britse akkoorden betreffende de aanwerving van arbeidskracht, in Duitsland werden gecontracteerd voor de arbeid in de Belgische kolenmijnen. Deze arbeiders dienen drager te zijn, hetzij van een D. P.-kaart, voorzien van hun photo en vingerafdruk, afgestempeld door de Veiligheid van de Staat, indien zij werden aangeworven in een kamp in Duitsland, hetzij van een afschrift van het registratieformulier I. G. C. R. (Inter Governmental Committee Refugees) met photo en vingerafdruk, bekleed met het zegel van de Veiligheid van de Staat, indien zij werden aangeworven buiten een kamp. B. Zijn ontslagen van de verplichting van het visum om in België te treden : 1" De Nederlandse onderdanen, houder van een niet-verlopen nationale reispas. 2" De Zwiterse onderdanen en de onderdanen van het Vorstendom Lichtenstein, de een en de ander houder van een niet-verlopen nationale reispas, me uitsluiting van diegenen welke zich naar België begeven om er een winstgevendt bedrijvigheid uit te oefenen; 3" De Italiaanse onderdanen, die op regelmatige wijze in Italie voor de Belgische kolenmijnen werden aangeworven. Deze arbeiders moeten drager zijn van een nationale reispas of van als dusdanig geldend indentiteitsbewijs, voorzien van het zegel van de Veiligheid van de Staat en van de stempel van een geneesheer der Belgische kolenmijnen dragende de vermelding « Apte ». C. Zijn ontslagen van de verplichting van het visum voor zover zij in het rijk reizen ondernemen waarvan de duur twee achtereenvolgende maanden niet te boven gaat : 1" De Britse onderdanen, waar ook hun verblijfplaats moge gelegen zijn, die, geen onderhorige zijnde van een Brits Dominion, drager zijn van een Britse reispas waarvan de omslag de vermelding draagt « British Passport », terwijl hun nationaliteit binnen is aangeduid als « British Subject ». De onderhorigen der protectoraten. der grondgebieden onder mandaat, de houders van door de dominions uitgereikte reispassen, evenals de Australische en Nieuw-Zeelandse onderdanen die titularis zijn van een reispas waarvan de omslag naast de vermelding « British Passport » tevens de naam van een dominion draagt, zijn onderworpen aan de formaliteit van het Belgisch Consulair Visum; 2° De Franse tmrgers, waar ook hun verblijfplaats moge gelegen zijn, daarbij begrepen de Franse burgers afkomstig uit Algérie, de vier nieuwe Franse departementen van overzee (Guyane, Guadeloupe, Martinique, Réunion) en de andere grondgebieden der Franse Unie, die drager zijn van een geldige nationale reispas of van een nationale reispas die, alhoewel verlopen, na 1 October 1944 werd afgeleverd of vernieuwd. Zijn dus van het voordeel dezer gunst versfoken de « onderdanen » der Franse koloniën, de Franse « protectôraatsonderdanen » (Tunis, Marokko) evenals de inboorlingen der grondgebieden onder Frans mandaat (Togo, Cameroun) ; 3" De Deense onderdanen; 4° De lerse onderdanen; 5" De Zweedse onderdanen; 6° De Noorse onderdanen; 7" De IJslandse onderdanen. Opmerking : Elk verblijf van meer dan twee achtereenvolgende maanden in België is afhankelijk van een, vôôr de intrede in het land bekomen visum tôt voorlopige vestiging in het Rijk. D. De Amerikaanse onderdanen ontvangen kosteloos reisvisa voor België, geldig één jaar en voor verschillende reizen. Zij kunnen er nochtans niet meer dan twee achtereenvolgende maanden verblijven zonder houder te zijn van een visum tôt voorlopige vestiging in het land. E. De diplomatieke reispassen, deze der zaakgelastigden, alsmede de dienstpassen zijn evengoed als de gewone reispassen onderworpen aan de verplichting van het visum; uitzondering dient evenwel gemaakt voor de diplomatieke reispassen uitgereikf door de lerse overheden.
162
4 août 1948.
F. Les travailleurs frontaliers ou semainiers français et néerlandais sont autorisés à pénétrer dans le royaume et à y exercer leur travail à condition d'être munis de la « carte de travailleur frontalier occupé en Belgique » visée par le bureau régional du Fonds du Soutien des Chômeurs en Belgique. G. Les sujets français ou belges résidant dans la zone frontalière française peuvent circuler uniquement dans la zone frontalière belge sous le couvert d'un « permis de circulation frontalière » non périmé ou d'un « permis de circulation frontalière pour cas exceptionnels », valable cinq jours au maximum et visés par le Commandant de la brigade frontalière de gendarmerie belge. •D'autre part, les personnes résidant dans la zone frontalière néerlandaise peuvent voyager pendant quarante-huit heures au maximum et uniquement dans la zone frontalière belge, si elles sont détentrices d'un « permis de circulation de petite frontière — Pas voor klein grensverkeer ». Ces titres de voyage n'autorisent pas l'établissement' même temporaire en Belgique. En cas d'incendie ou d'autre calamité dans ces zones frontalières, les corps de pompiers et les corps de secours des mines, ainsi que d'autres organisations de secours peuvent passer la frontière sans obligation de titre de voyage. H. La circulation dans la zone frontalière belgo-allemande sous occupation française et définie par l'accord franco-belge du 23 avril 1948 est réglementée comme suit : 1" L a « carte frontalière » valable un an maximum et délivrée par le délégué du cercle de Prum (Commissaire de Sûreté) autorise l'entrée par le point de passage et un séjour temporaire dans la zone frontalière 'belge y indiquée, sauf en cas de fermeture de la frontière : I. Des personnes, autres que les sujets allemands, domiciliées dans la zone allemande depuis plus d'un an : a) Propriétaires, usufruitiers, fermiers ou métayers de biens fonds situés en Belgique et qu'elles exploitent ou font valoir par elles-mêmes. Les ascendants et descendants directs jouissent du même avantage; b) Les ouvriers agricoles à leur service; c) Les ouvriers ou employés qui, habitant dans la détenteurs du permis de travail.
zone
allemande, sont
2. A toutes les personnes, même de nationalité allemande, domiciliées dans la zone, appelées auprès de proches parents gravement malades ou 'décédés en Belgique (ascendants ou descendants directs, conjoint, frères ou sœurs, oncles ou tantes, neveux ou nièces); 3. Aux exploitants de terres situées à cheval- sur la frontière belgo-allemande et à leurs ouvriers agricoles. La carte frontalière doit être appuyée d'une pièce d'identité officielle, avec photographie et doit être présentée à toute réquisition. En cas de retrait de la carte, celle-ci est transmise immédiatement à l'autorité qui l'a délivrée. Un rapport justificatif doit être adressé au Commissaire d'arrondissement à Malmédy, ainsi qu'au Commissaire de Sûreté français précité. 2" Le « laissez-passer frontalier », valable quarante-huit heures au maximum, délivré par le susdit Commissaire de Sûreté et portant la signature du Commissaire . d'arrondissement à Malmédy autorise le titulaire : a) A rendre visite à des proches parents gravement malades ou décédés; b) A se déplacer en cas de nécessité pour partage successoral ou règlement d'affaires financières familiales. Après usage du laissez-passer, l'intéressé devra soumettre ce document au visa de la brigade de gendarmerie du lieu -de la maladie ou du décès, du règlement successoral et le présenter, au retour, à l'autorité qui l'aura délivré.
4 Augustus 1948.
163
F. De Fransé en Nederlandse grens- of weekarbeiders zijn gemachtigd in het Rijk te treden en er hun werk uit te oefenen op voorwaarde dat zij voorzien zijn van de « Kaart voor in België werkende grensarbeiders », geviseerd door het gewestelijk bureau van het Steunfonds voor Werklozen in België. G. De Franse en Belgische onderdanen die 'de Franse grenszone bewonen mogen zich slechts in de Belgische grenszone verplaatsen, op voorwaarde een niet verlopen « grensverkeerpas » of een « grensverkeerpas voor uitzonderlijke gevallen », geldig vijf dagen en geviseerd door de bevelhebber der grensbrigade van de Belgische rijkswacht, te bezitten. Anderzijds mogen de personen die de Nederlandse grenszone bewonen, zich gedurende maximum acht en veertig uren en slechts in de Belgische grenszone verplaatsen, indien zij houder zijn van een « Pas voor klein grensverkeer ». Deze verblijfstitels behelzen geen machtiging tôt vestiging in België, zij deze. zelfs tijdelijk. In geval van brand of van andere rampen in de grenszones, mogen de pompierkorpsen en. de korpsen voor hulp bij mijnongevallen, evenals andere hulporganisaties de grens overschrijden zonder dat hun leden tôt het bezit van een reistitel gehouden zijn. H. Het verkeer in de Duits-Belgische grenszone onder Franse bezetting, bepaald door het Fràns^Belgisch akkoord van 23 April 1948, is als volgt gereglemjnteerd : 1" De maximum een jaar geldige « grenskaart », afgeleverd door de afgevaardigde voor de kreis Prum (Commissaire de Sûreté), machtigt de intrede langs het doorgaanspunt en een tijdelijk verblijf in de er in vermelde Belgische grenszone, behoudens sluiting van de grens : I. Aan de personen, andere dan deze van Duitse nationaliteit, mettervvoon gevestigd in de Duitse zone sinds meer dan één. jaar : a) Eigenaars, vruchtgebruikers, boeren en pachters van in België gelegen gronden die zij gebruiken. Hun bloedverwanten in rechte lijn genieten van hetzelfde voordeel; b) De landbouwarbeiders in hun dienst; c) De arbeiders en bedienden die de Duitse zone bewonen en houder zijn van een arbeidsvergunning. 2. Aan aile personen, zelfs dczc van Duitse nationaliteit, die in de zone metterwoon gevestigd zijn en bij hun ersntig zieke of in België overleden naaste bloedverwanten' geroepen worden (bloedverwanten in rechte lijn, echtgenoot, broeders of zusters, omen of tanten, neven of nichten); 3" Aan de gebruikers van gronden. die schrijdelings over de Duits-Belgische grens gelegen zijn, alsmede aan hun landbouwarbeiders. De grenskaart moet door een officieel indentiteitsstuk, met photo, gestaafd worden en op elke vordering vertoond worden. Ingeval de kaart wordt itiïrefrokkpn. dient deze onmiddelliik o " e r « e m a a k t aan de overheid die haar afleverde. Een verantwoordend verslag zal worden gezonden aan de arrondissementscommissaris te Malmédy, evenals aan de voornoemde Franse Commissaris van de Veiligheid. 2" Het maximum acht en veertig uren geldig « grensdoorlaatbewijs », afgeleverd door de voornoemde Commissaris van de Veiligheid en de handtekening van de Arrondissementscommissaris te Malmédy dragende, machtigt zijn titulairis : a) Een bezoek te brengen aan zijn naaste bloedverwanten die ernstig ziek mochten zijn of overleden; b) Zich in geval van noodzaak te verplaatsen om raden van erfenisverdeling of regeling van familiale geldaangelegehheden. Na gebruik van het doorlaatbewijs, moet de betrokkene het ter visering voorleggen aan de rijkswachtbri ade van de plaats waar de zieke verblijft, of waar het overlijden of de erfenisregeiing plaats had, en het, na terugkeer, overleggen aan de autoriteit die het uitreikte. fT
164
4 août 1948.
3" Les médecins, vétérinaires et sages-temmes en cas d'urgence et d'absence de tout praticien résidant sur place peuvent" pénétrer dans le royaume sur production, soit de la carte frontalière, soit du laissez-passer, soit de leur carte professionnelle. Dans ce dernier cas, rapport sera adressé au Commissaire de Sûreté français. 4" L'entrée dans la zone frontalière belge des sapeurs-pompiers est permise, en cas de sinistre, sur présentation soit de la carte frontalière, soit du laissez-passer, soit d'une liste collective établie par.le bourgmestre de la commune d'origine et des cartes d'identité individuelles avec photographies. Dans le dernier cas„ rapport de leur intervention sera transmis au susdit Commissaire de Sûreté. /. Les élèves et étudiants possédant la nationalité britannique ou néerlandaise ou luxembourgeoise, voyageant en groupe, sous les auspices de comités scolaires, peuvent entrer en Belgique ou transiter par le royaume, sous le couvert d'une liste nominative, certifiée conforme par le chef d'école et revêtue d'un sceau officiel du pays dont les voyageurs sont ressortissants, sans que cette liste doive être visée par un agent diplomatique ou consulaire belge. / . L a légation de Belgique à Copenhague est autorisée à viser les listes nominatives d'élèves de nationalité danoise qui, voyageant en groupe, désirent pénétrer dans le royaume. K. Le visa, même de transit, n'est pas requis des personnes traversant le royaume par la voie aérienne, pour autant qu'elles ne sortent pas de l'aérogare pendant les escales en territoire belge sans être détentrices d'une autorisation spéciale. L. L a dispense du visa consulaire belge est accordée aux membres du personnel naviguant des sociétés aériennes ayant établi des. services réguliers avec la Belgique, qui font escale en Belgique, s'ils sont détenteurs d'un brevet d'aptitude ou d'une licence. Cette faveur est consentie uniquement aux ressortissants des pays accordant la réciprocité aux sociétés similaires belges. 11. — Séjour en Belgique. A. Inscription dans les registres communaux : 1° Les étrangers, qui ont l'intention de séjourner dans le royaume pendant plus de huit jours et moins de quinze jours consécutifs, doivent, dans les quarantehuit heures de leur arrivée, signaler celle-ci à l'administration communale. 2" S'ils désirent y résider pendant plus de quinze jours consécutifs, ils sont tenus, sous peine de poursuites judiciaires et de renvoi du pays, de se faire inscrire au registre des étrangers de leur résidence et d'obtenir le certificat d'inscription à ce registre. Les personnes en voyage d'affaires, entrées en Belgique sous le couvert d'un titre de voyage régulier, ne doivent requérir leur inscription au registre des é t r a n g e r s qui si elles ont l'intention de séjourner pendant plus d'un mois dans le royaume. Pour ce qui concerne les touristes entrés en Belgique sous le couvert d'un titre de voyage régulier, ce délai est porté à deux mois. Indépendamment de l'application des règles ci-dessus, les prescriptions de l'arrêté-loi du 31 janvier 1946 (Moniteur belge des 25-26 mars 1946) et de l'arrêté du Régent du 15 février 1946 (Moniteur belge du 12 avril 1946), relatives au contrôle des personnes qui couchent ou passent une nuit dans une auberge, un hôtel, une maison ou un appartement garnis, restent en vigueur. Bulletin de renseignements. Ainsi qu'il est prévu par les Instructions générales du 28 octobre 1936, n" 30 (Moniteur belge du 7 novembre) , les é t r a n g e r s doivent, dès leur immatriculation au registre des étrangers, être signalés à l'Administration de la Sûreté publique (Police des Etrangers) au moyen du bulletin de renseignements dont le modèle est prescrit par l'annexe 3 des Instructions ministérielles du 3 octobre 1933 (Moniteur belge des 16-17 octobre de la même année). 1
4 Augustus 1948.
165
3" De geneesheren, veeartsén en vroedvrouwerî mogen bij dringende gevallen en bij afwezigheid van enig ter plaats verblijvend confrater in het Rijk treden, op vertoon van een grenskaart of van een doorlaatbewijs of van hun beroepskaart. In dit laatste geval zal een verslag gericht worden aan de Franse Commissaris van de Veiligheid. 4" De intrede van pompiers in de Belgische grenszone is, in geval van onheilen, toegelaten op vertoon van de grenskaart of van het doorlaatbewijs of van een door de burgemeester der gemeente van oorsprong aangelegde collectieve lijst en van le individuele identiteitskaarten met photo. In dit laatste geval zal van hun tussenkomst een verslag worden opgemaakt gericht aan gezegdé Commissaris van dé Veiligheid. /. De leerlingen en studenten van Britse, Nederlandse of Luxemburgse nationaliteit, die zich onder de auspiciën van schoolcomités in groep verplaatsen, mogen in het Rijk treden of er doorheen reizen, op vertoon van een naamlijst door het schoolhoofd voor eensluitend getekend en voorzien van het officieel zegel van het land waarvan de reizigers onderdanen zijn, zonder dat deze lijst ter visering diene voorgelegd aan een Belgische diplomatieke of consulaire ambtenaar. / . Het Belgisch gezantschap te Kopenhagen is gemachtigd de naamlijsten te viseren van leerlingen van Deense nationaliteit die, in groep, België wensen binnen te reizen. t-., K. Het visum, zelfs doorreisvisum, is niet vereist voor personen die het Rijk langs de luchtweg doortrekken voor zover zij, tijdens de pleisteringen op 'Belgisch grondgebied, de luchthaven niet verlaten zonder een bijzondere toelating. L. Vrijstelling van het Belgisch consulair visum is verleend aan het vliegend personeel der luchtvaartmaatschappijen die regelmatige diensten met België onderliouden en alhier pleisteren, voor zover zij houder zijn van een bekwaamheidsbrevet of van een licentie. Deze gunst wordt slechts verleend aan de onderdanen der landen die de gelijkaardige Belgische maatschappijen van de reciprociteit laten genieten. II. — Verblijf in België. A. Inschrijving in de gemeenteregisters : 1" De vreemdelingen die langer dan acht en minder dan vijftien achtereenvolgende dagen in België wensen te vertoeven, moeten binnen de acht en veertig uren na hun aankomst, deze aanmeîden bij het gemeenteibestuur. 2" Indien zij er meer dan vijftien achtereenvolgende dagen wensen te ver.blijven, zijn zij gehouden, op straffe van rechteriijke vervolgingen en uitwijzing uit het land, zich te laten inschrijven in het vreemdelingenregister van hun verblijfplaats en het bewijs van inschrijving in dit register te bekomen. De personen die op zakenreis zijn in België binnenkwamen op vertoon van een regelmatige reistitel, hoeven hun inschrijving in het vreemdelingenregister slechts te vorderen wanneer zij het plan koesteren langer dan één maand in het Rijk te verblijven. • Voor de toeristen, die België binnenkwamen op vertoon van een regelmatige reistitel, wordt deze termijn op twee maanden gebracht. Onafhankelijk van de toepassing der voorgaande regels, blijven van kracht : de voorschriften van de besluitwet van 31 Januari 1946 (Belgisch Staatsblad van 25-26 Maart 1946) en van het besluit van de Regent van 15 Februari 1946 (Belgisch Staatsblad van 12 April 1946), betreffende het toezicht op de personen die vernachten in een herberg, een hôtel, een bemeubeld huis of appartement. Inlichtingsbulletijn. r
Zoals voorzien door de Algemene Onderrichtingen van 28 October 1936, n 30 (Belgisch Staatsblad van 7 November) moeten de vreemdelingen, zodra zij in het vreemdelingenregister ingeschreven zijn, aan de Openbare Veiligheid (Vreemdelingenpolitie) gemeld worden bij middel van het inlichtingsbulletijn waarvan het model is bepaald door bijlage 3 der Ministeriële Onderrichtingen van 3 October 1933 (Belgisch Staatsblad van 16-17 October van hetzelfde jaar).
loti
4 août 1948.
Ce bulletin mentionne, avec la plus grande exactitude tous les renseignements y demandés et spécialement, sous la rubrique 12, la nature des papiers que l'étranger produit pour justifier de son identité, les lieu et date de leur délivrance, l'autorité qui les a délivrés. S'ils s'agit d'un passeport, il convient d'indiquer, en outre, le numéro, la durée de validité et de mentionner éventuellement les date et lieu de délivrance ainsi que ia durée de validité du visa consulaire belge, en spécifiant la nature du visa (« visa de transit », « visa -d'affaires », « visa de tourisme » ou « visa d'établissement provisoire en Belgique » ) . S'il s'agit de ce dernier visa, il est opportun d'indiquer les conditions restrictives de séjour dans le royaume inscrites sur le visa. Le bulletin doit contenir l'indication 'précise de la profession principale et éventuellement de la ou des professions accessoires de 'l'étranger, le mode de la rémunération selon que l'intéressé exerce une activité lucrative indépendante ou un emploi salarié, ainsi que les noms, profession et adresse de l'employeur ou la dénomination rigoureuse de l'organisme qui l'occupe ou auquel il collabore et, le cas échéant, la circonstance que le travailleur a été recruté à l'étranger pour le travail dans les mines ou dans telle autre industrie belge. Enfin, le bulletin mentionnera, sous la rubrique « Observations », le titre de séjour délivré à l'étranger au moment de son inscription (certificat d'inscription au registre des étrangers ou .carte d'identité ou feuille de route, ou sauf-conduit ou laissez-passer) et sa durée de validité. Au bulletin, il sera joint : a) Un rapport exposant, avec toutes les précisions désirables, outre les renseignements dont question ci-dessus et qui n'auraient pu être mentionnés dans le bulletin, les raisons données par 'l'étranger pour justifier son séjour dans le royaume, ainsi que le résultat des vérifications faites par la police communale. Il indiquera également l'identité complète, la nationalité et l'adresse des membres de la famille de l'intéressé résidant en Belgique; b) Les papiers produits par l'étranger, nniauement dans le cas où il existerait des doutes sur leur authencité ou leur applicabilité au porteur. L a transmission aura lieu sous pli postal recommandé. Prise de l'empreinte digitale à apposer sur le bulletin. Pour prendre une empreinte, il faut utiliser un tampon encreur ordinaire enduit d'encre .grasse. Ce tampon réservé uniquement à cet usage, doit être préservé des poussières et souillures. La dernière phalangette de l'index droit (ou en cas d'impossibilité d'un autre doigt, qui sera indiqué sur le {bulletin) est placée sur le tampon et roulée de gauche à droite, de façon à encrer la surface totale interne de la phalangette. Le même mouvement est ensuite reproduit, en évitant une pression trop forte, sur le bulletin d'étranger. L'apposition de l'empreinte est facultative. Si l'étranger ne désire pas se soumettre à cette formalité, il en est fait mention dans le bulletin. Les touristes et villégiateurs ne doivent jamais être invités à apposer leur empreinte digitale, ni à déclarer leurs antécédents judiciaires. Exemptions. Ne sont pas inscrits au registre des étrangers : o) Les é t r a n g e r s résidant dans un pays limitrophe, même s'ils viennent chaque jour en Belgique. Par contre, ceux qui viennent, m ê m e temporairement, pour gérer ou exploiter un établissement industriel, commercial ou agricole, sont soumis au régime commun. b) Les personnes de séjour délivré par 29 juillet 1938, relatif Moniteur belge des 5-6
qui bénéficient, au titre d'étrangers privilégiés, d'un titre le Ministère des Affaires étrangères (arrêté ministériel du au séjour en Belgique de certains étrangers privilégiés, septembre 1938).
c) Les personnes hospitalisées dans un hôpital, maternité, etc. (Voir Instructions générales du 28 octobre 1936, n° 37.)
4 Augustus 1948.
167
Dit bulletijn. vermeldt, met de grootste nauwkeurigheid, al de er in gevraagde inlichtingen en meer speciaal, onder de rubriek 12, de aard der papieren die de vreemdeling voorlegt, tôt staving van zijn identiteit, de plaats en datum hunner aflevering, de overheid die ze uitreikte. Betreft het een reispas, dan past het daarenboven, het nummer en de geldigheidsduur aan te geven en eventueel te vermelden waar en wanneer het er op aangebrachte Belgische visum werd afgeleverd, zomede de geldigheidsduur en de aard van dit visum (« doorreisvisum », « zakenvisum », « toerismevisum » of « visum tôt voorlopige vestiging in 'België » ) . Gaat het om dit laatste visum, dan is het gewenst de er in vermelde beperkende voorwaarden van verblijf in het Rijk op te sommen. Het bulletijn dient nauwkeurig het hoofdberoep aan te geven en eventueel het bijkomend beroep of de bijkomende beroepen van de vreemdeling, de wijze van bezoldiging naar gelang de betrokkene een onafhankelijke winstgevende bedrijvi.gheid of een gesalarieerde betrekking uitoefent, evenals de naam, het beroep en het adres van de werkgever of de volledige benaming van het organisme dat hem te werk stelt of waaraan hij medewerkt met, in voorkomend geval, de omstandigheid dat de arbeider werd aangeworven in de vreemde voor tewerkstelling in de mijnen of in een andere te vermelden Belgische nijverheid. Tenslotte zal het bulletijn, onder de rubriek « Opmerkingen », de verblijfstitel vermelden, die aan de vreemdeling werd afgeleverd op het ogenblik zijner inschrijving (bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, identiteitskaart, reiswijzer, vrijgeleide of doorlaatbewijs) alsmede de geldigheidsduur van dit document. Aan het bulletijn worden gehecht : a} Een verslag, dat met al de gewenste nauwkeurigheid de inlichtingen zal vermelden waarvan hierboven sprake en die op- het bulletijn niet konden aangebracht worden, alsmede de redenen door de vreemdeling aangegeven om zijn verblijf in het rijk te staven samen met het resultaa't van de door de gemeentelijke politie gedane navorsing naar de echtheid er van. Het zal eveneens bevatten : de volledige identiteit, de nationaliteit en het adres der familieleden van de betrokkene, die reeds in België mochten verblijven; b) De door de vreemdeling voorgelegde papieren, evenwel alleen wanneer twijfel mocht oprijzen aangaande authenticiteit of hun toepasselijkheid op de drager. De overmaking zal onder aangetekende briefomslag geschieden. Het nemen van de op het bulletijn aan te brengen vingerafdruk. Om een afdruk te nemen, dient gebruik gemaakt van een gewoon met vette inkt bevochtigd inktkussen. Het ter zake voorbehouden intkussen zal van stof en bevuiling worden gevrijwaard. Het laatste lid v'an de rechter wiisvinger (of ingeval zulks onmogelijk is, van een andere vinger, die op het bulletijn zal worden vermeld) wordt op het inktkussen creplaatst en van links naar redits gerold, zodat de binnenkant van het lid volledig ibeïinkt is. Vervolgens wordt dezelfde beweging herhaald op het bulletijn van de vreemdeling, waarbij een al te hevige drukking dient vermeden. Het aanbrengen van de afdruk is facultatief. Mocht de vreemdeling zich niet wensen te orïderwerpen aan deze formaliteit, dan zal hiervan melding worden gemaakt op het bulletijn. De toeristen en de personen op villegiatuur hoeven nooit uitgenodigd hun vingerafdruk aan te brengen noch hun gerechtelijk voorgaande kenbaar te maken. Vrijstel'lingen. Worden niet in het vreemdelingenregister ingeschreven : a) De vreemdelingen die in een naburig land verblijven, zelfs wanneer zij elke dag in België komen. Daarentegen zijn diegenen welke er, zelfs tijdelijk, komen om er een nijverheids-, handels- of landbouwlnrichting te besturen of te exploiterez onderworpen aan het gemeen régime. b) De personen die in hun hoedanigheid van bevoorrechte vreemdelingen genieten van een verblijfstitel afgeleverd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Ministeriee'l besluit van 29 Juli 1938, betreffende het verblijf van zekere bevoorrechte vreemdelingen in België, Belgisch Staatsblad van 5-6 September 1938). c) De in een hospitaal, moederhuis, enz., verpleegde personen (zie Algemene Onderrichtingen van 28 October 1936, n 37). r
4 août 1948.
163
B. Délivrance du certificat d'inscription au registre des étrangers. Dès l'immatriculation dans ce registre, l'étranger âgé de plus 'de quinze ans accomplis recevra le certificat d'inscription contre payement des taxes y afférentes sauf dans le cas d'indigence reconnue (Voir circulaire du Ministère des Finances publiée au Moniteur belge du 28 septembre 1947). Ce certificat d'inscription est de couleur blanche et du modèle prévu par l'annexe I. Dispense du certificat. Le certificat n'est pas délivré : a l Aux é t r a n g e r s non inscrits au registre des é t r a n g e r s ; b) Aux travailleurs détenteurs de la carte de travailleur frontalier résidant dans un pays limitrophe et ne rentrant pas habituellement chaque jour dans leur foyer. Dans ce cas, l'administration communale fait mention de l'inscription au registre des étrangers en portant à l'encre rouge sur la carte frontalière : « Vu à (commune) date Signature du fonctionnaire, sceau de la commune ». c) Tant au'elles ne voyagent pas, aux personnes qui ne jouissent pas de la plénitude de leurs facultés mentales (Voir Instructions générales du 28 octobre 1936, n° 46). Refus de certificat. . Le certificat d'inscription est refusé : 1° Aux étrangers dont le titre de voyage n'est pas revêtu du visa d'établissement requis, à moins qu'ils n'en soient dispensés. Sont dispensés du visa d'établissement, ainsi qu'il a été dit : a) Les ressortissants luxembourgeois entrés en Belgique par la frontière beigo-luxembourgeoise et porteurs de la pièce d'identité requise; b) Les ressortissants néerlandais, détenteurs d'un passeport national non périmé; c) Les ressortissants suisses et les ressortissants de la principauté de Lichtenstein, détenteurs d'un passeport national non périmé, à l'exclusion de ceux qui viennent exercer une activité lucrative en 'Belgique; d) Les « Displaced Persons » et les ressortissants italiens recrutés régulièrement nour le travail dans les charbonnages, les premiers en Allemagne, les seconds en Italie. 2° Aux étrangers n'acquittant pas les taxes afférentes au dit certificat, sauf dans les cas d'indigence reconnue; 3° Aux romanichels, dont la présence en Belgique doit être immédiatement signalée à la gendarmerie. (
C. Refoulement du Royaume. Il sera délivré aux étrangers auquel le certificat d'inscription est refusé, lors de leur inscription à ce registre, une feuille de route du modèle ci-joint (annexe II) leur enjoignant de quitter le pays dans les quarante-huit heures. Il en sera référé à l'Administration de l a Sûreté publique, sous pli postal express, dans les cas où il apparaîtrait inopportun de délivrer cette feuille de route, pour des raisons spéciales que les administrations communales apprécieront avec circonspection, notamment, s'il s'agissait d'un étranger susceptible de bénéficier des dispositions de l'arrêté ministériel du 29 juillet 1938. relatif au séjour en Belgique de certains étrangers privilégiés (Moniteur belge des 5-6 septembre 1938) ou d'un étranger, non hospitalisé, dont l'impossibilité de se déplacer résulterait d'un certificat médical. Mention de l'octroi de la feuille de route et de la date d'expiration de la durée de sa validité, sera faite au bulletin de renseignements susdit, sous la rubrique 14 « Observations ».
4 Augustus 1948.
169
B. Aflevering van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister : Zodra hij rn dit register is ingeschreven, zal de meer dan vijftien jaar oude vreemdeling het bewijs van inschrijving ontvangen tegen betaling van de er op toepasselijke taksen behalve in geval van érkend onvermogen (zie omzendbrief van het Ministerie van Financiën, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 September 1947). Dit bewijs van inschrijving is wit van kleuf en gelijkvorrnig aan het modei voorzien door bijiage I. Vrijstelling van het bewijs. Het bewijs wordt niet afgeleverd : a) Aan de in het vreemdelingenregister niet ingeschreven vreemdelingen; 6) Aan de arbeiders die houder zijn van de grensarbeiderskaart, in een naburig land verblijven en niet gewoonfijk elke dag naar hun haardstede terugkeren. In dit geval vermeldt het gemeentebestuur de inschrijving in het vreemdelingenregister als volgt, in rode inkt, op de grenskaart : « Gezien te (gemeente) , datum Handtekening van de ambtenaar, zegel van de gemeente. » c) ,Aan de personen — zo lang zij zich niet verplaatsen — die niet volledig over hun geestesvermogen beschikken (zie Algemene Onderrichtingen van 28 October 1936, n 46). r
Weigering van het bewijs. Het bewijs van inschrijving wordt geweigerd : 1" Aan de vreemdelingen wier reistitel niet voorzien is van het vereiste visum tôt vestiging, tenzij zij er van ontslagen zijn. Zijn, zoals hoger gezegd, van het visum tôt vestiging ontslagen : a) De Luxemburgse onderdanen die langs de Belgisch-Luxemburgse grens in België zijn gekomen en het vereiste identiteitsstuk bezitten; b) De Nederlandse onderdanen die houder zijn van een niet vervallen nationale reispas; c) De Zwitserse onderdanen en de onderdanen van het vortsendom Lichtenstein, die houder zijn v a n een niet vervallen nationale reispas en voor zover zij in België geen winstgevende bedrijvigheid komen uitoefenen; d) De « Displaced Persons » en de Italiaanse onderdanen die voor de arbeid in de kolenmijnen regelmatig werden aangeworven, de eersten in Duitsland, de tweeden in Italie. 2" Aan de vreemdelingen die de op gezegd bewijs toepasselijke taksen niet kwijten, behoudens erkende gevallen van onvermogen; 3" Aan de Bohemers, wier aanwezigheid in 'België onmiddellijk aan de rijkswacht dient gemeld. C. Terugwijzing uit het Rijk. Aan de vreemdelingen, waarvan het bewijs van inschrijving dient geweigerd, zal, bij hun inschrijving in het vreemdelingenregister, een reiswijzer naar bijliggend mode! (bijiage II) worden afgeleverd, reiswijzer waarbij zij worden aangemaand het land binnen de acht en veertig uren te verlaten. Inlichtingen dienen per spoedbrief aan de Openbare Veiligheid gevraagd ingeval het afleveren van een reiswijzer ongewenst moclit blijven om bijzondere redenen waarover de gemeentebesturen met omziehtighéid zullen cordelen, o. m. wanneer het gaat om vreemdelingen die van de bepalingen van het ministerieel besluit van 29 Juli 1938, betreffende het verblijf in België van zekere bevoorrechte vreemdelingen (Belgisch Staatsblad van 5-6 September 1938) zouden kunnen genieten of om een vreemdeling die, alhoewel niet.in een hospitaal ondergebracht, van de onmogelijkheid om zich te verplaatsen zou doen blijken. door het voorleggen van een geneeskundig getuigschrift. Van de uitreiking van de reiswijzer evenals van de datum waarop zijn geldigheidsduur verstrijkt, zal worden meîding gemaakt onder de rubriek 14 « Opmerkingen » van gezegd inlichtingsbulletijn.
4 août 1948.
(70 .
-•
. Exceptions.; .
.
.
• 1° La feuille de route dont question ne sera pas délivrée aux sujets allemands et autres étrangers domiciliés en zone d'occupation «britannique ayant pénétré irrégulièrement en Belgique par un point frontière de la zone britannique ou par. le Limbourg hollandais. Ces personnes seront mises directement à 'la disposition-de la .brigade de.gendarmerie focale qui a des instructions à leur sujet. 2" Les é t r a n g e r s (autres, que les détenteurs du visa d'établissement provisoire et les personnes non soumises à l'obligation de ce visa, qui effectuent un voyage dans le pays sous le couvert, selon leur nationalité, soit d'un visa consulaire belge, soit d'un titre de voyage les dispensant de ce visa et sollicitent leur immatriculation au registre des étrangers au cours de leur voyage, recevront, dès celle-ci, un sauf-conduit (annexe III), dont l a durée de validité n'excédera pas celle, selon'le'cas, soit du visa consulaire dont ils sont détenteurs, soit du déplacement autorisé en Belgique. S'ils prolongent davantage leur séjour, la feuille de route valable quarante-huit heures dont question ci-dessus, leur sera remise. Lors de la délivrance d'une feuille de route, il sera adressé au commandant de la brigade de gendarmerie, dont la compétence s'étend sur le territoire de la commune, un réquisitoire, (annexe IV), le priant de refouler l'étranger en cause vers la frontière par laquelle il est entré dans le royaume, pour le cas où il n'aurait pas quitté le pays le jour de l'expiration de sa feuille de route. L'alinéa ci-dessus n'est pas applicable à l'étranger non français, venu régulièrement de France en Belgique et qui prolonge son séjour dans le Royaume au delà du délai de validité de sa feuille de route. Il n'est pas applicable non plus à l'étranger non français, venu irrégulièrement de France en Belgique. Dans ces deux cas, il y a lieu de l'écrouer à la disposition du Ministre de la Justice. Le refoulement et l'arrestation ne seront pas prescrits à l'égard de l'épouse de l'étranger, et, à défaut de celle-ci, à lui-même, s'ils sont a c c o m p a g n é s d'un ou de plusieurs enfants mineurs. Mais l a feuille de route sera délivrée et portera mention /dç.l'identité complète dè ces enfants.. L'administration de la Sûreté Publique (Police des Etrangers), sera avisée au plus tôt de la prolongation irrégulière du séjour des intéressés. Fréquemment, les autorités .communales s'informent auprès de l'administration de la Sûreté Publique de la conduite à tenir envers certains étrangers, qui, bien qu'invités à quitter le pays, continuent à y résider au delà du délai imposé pour leur départ, notamment, en raison de circonstances indépendantes de leur volonté. Afin d'épargner des poursuites judiciaires à ces étrangers du chef illicite dans le Royaume, 1 autorité communale, en attendant l'avis de l a cette administration, est autorisée à valider d'office, au besoin, le titre ou la feuille de route des intéressés par des prorogations successives maximum. -
de séjour décision de de séjour d'un mois
D. Etablissement en Belgique. .L'inscription dans les registres de la population est subordonnée à l'autorisation préalable de l'Administration de la Sûreté publique, sauf en ce qui concerne les enfants âgés de moins de quinze 'ans accomplis lorsque le père ainsi que la mère y sont déjà inscrits régulièrement. Dès l'immatriculation, la carte d'identité prévue par l'arrêté royal du 14 août 1933, est accordée aux é t r a n g e r s â g é s de plus de quinze ans accomplis, contre payement des taxes afférentes, sauf dans le cas-d'indigence reconnue. (Voir circulaire du Ministère des Finances publiée au Moniteur belge du 28 septembre 1947.)
4 Augustus 1948.
171
Uitzonderingen. 1" Kwestieuze reiswijzer zal niet worden afgeleverd aan de in de Britse bezettingszone woonachtige Duitse onderdanen en andere vreemdelingen, die op onregelmatige wijze in België drongen langs een grenspunt der Britse bezettingszone, of iangs Hollands Limburg. Deze personen zullen rechtstreeks ter beschikking gesteld worden van de locale rijkswachtbri.gade. die onderrichtingen dienaangaande bezit. 2" De vreemdelingen (behalve dezen welke houder zijn van het visum tôt voor'.opige vestiging en de personen die aan de verplichting van dit visum niet onderworpen zijn), die op reis zijn in het land met, naar gelang hun nationaliteit, een Belgisch consulair visum of een reistitel waardoor zij van dit laatste zijn ontslagen, en tijdens hun reis om hun inschrijving in het vreemdelingregister vragen, zullen, zodra zij ingeschreven zijn, een vrijgeleide (bijiage III) ontvangen; de geldigheidsduur van dit vrijgeleide zal, al naar het geval, deze van het consulair visum waarvan zij houder zijn of de duur van de hun toegelaten verplaatsing in België niet mogen overtreffen. Indien zij hun. verblijf daar boven- verlengen, zal hun de reiswijzer, geldig acht en veertig uren, afgeleverd worden. •Bij de aflevering van een reiswijzer zal aan de oevelhebber van de rijkswàchtbrigade in wier bevoegdheid het grondgebied der gemeente valt, een vordering (bijiage IV) worden overgemaakt; door deze vordering wordt hij verzocht de betrokken vreemdeling terug te leiden naar de grens waarlangs hij in het Rijk drong, ingeval deze het land niet zou hebben verlaten op de dag waarop zijn reiswijzer verstrijkt. De voorgaande alinéa is niet van toepassing op de vreemdeling die niet van Franse nationaliteit is, en op regelmatige wijze in België kwam maar er zijn verblijf verlengt na afloop van de geldigheidsduur van zijn reiswijzer. Hij is evenmin van toepassing op de vreemdeling die niet van Franse nationaliteit is, en op onregelmatige wijze uit Frankrijk naar België kwam. In beide gevallen dienen de betrokkenen opgesloten ter beschikking van de Minister van Justifie. De terugleiding en de aanhouding zullen niet worden voorgeschreven. ten overstaan van de echtgenote van de vreemdeling, of bij haar ontstentenis van hem zelf, indien zij vergezeld zijn- van- één of meer minderjarige kinderen. Maar de reiswijzer zal in elk geval worden afgeleverd en de volledige identiteit van deze kinderen .dragen. De Openbare Veiligheid (Vreemdelingenpolitie). zal ten spoedigste worden verwittigd indien de betrokkenen hun verblijf onregelmatig verlengen. Het gebeurt meermaals dat de gemeentebesturen aan de Openbare Veiligheid vragen, welke houding dient' aarigenomen ten overstaan van vreemdelingen die, alhoewel uitgenodigd het land te verlaten, er verder verblijven na het verstriiken van de termijn die hun met het oog op hun vÇrtrek werd toegestaan; deze verblijfsverlenging kan o. m. veroorzaakt worden door omstandigheden onafhankelijk van hun wil. Ten einde aan deze vreemdelingen rechterlijke vervolgingen uit hoofde van ongeoorloofd verblijf in het Rijk te besparen, is de gemeenteoverheid gemachtigd, in afwachting dat haar de beslissing der voornoemde administratie toekome, desnoods van ambtswege de geldigheidsduur van de verblijfstitels of van de reiswijzer der betrokkenen te verlengen; de opeenvolgende termijnen mogen de duur van een maand niet overtreffen. D. Vestiging in België. De inschrijving in de bevolkingsregisters mag enkel geschieden na voorafgaande machtiging van de Openbare Veiligheid (Vreemdelingenpolitie), behalve wat betreft de kinderen beneden de voile vijftien jaar, wanneer de vader evenals de moeder er reeds regelmatig ingeschreven zijn. Zodra de inschrijving is gedaan, wordt aan de vreemdelingen die ouder zijn dan voile vijftien jaar, de identiteitskaart voorzien bij het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933 uitgereikt, tegen betaling van de er op toepasselijke taksen, behalve in het geval van erkend onvermogen. (Zie omzendbrief van het Ministerie van Financiën, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 September 1947.)
172
4 août 1948.
E. Prorogation anticipative des titres de séjour. Le renouvellement anticipatif de la carte d'identité peut être fait, dans le dernier semestre île la durée de la validité de la carte et à la demande du titulaire séjournant régulièrement dans le pays, si l'intéressé, pendant ce délai, désire obtenir des visas pu titres de voyage autorisant sa rentrée dans le royaume après avoir effectué des voyages, à l'étranger. La prorogation anticipative du certificat d'inscription au registre des é t r a n g e r s pourra être accordée dans le second trimestre de la durée de sa validité dans les mêmes conditions pour autant*que la requête soit pleinement justifiée et que le séjour de l'étranger en Belgique n'ait pas été limité par décision de l'Administration de la Sûreté publique. Dans tous les cas, le renouvellement ou la prorogation sera daté du jour.de sa délivrance. 111. — Surveillance des étrangers. L'attention de l'administration communale des communes frontières est particulièrement attirée sur la mission importante leur incombant d'exercer un contrôle permanent et actif sur l'entrée des étrangers en Belgique et de refouler immédiatement .ceux qui pénètrent iilicitement. Le's administrations communales sont tenues de rechercher et de signaler sans retard à l'Administration de l a Sûreté publique (Police des Etrangers) les étrangers séjournant clandestinement en Belgique. Il est souvent constaté que certains étrangers dispensés, de par leur nationalité, de l'obligation du visa consulaire belge prennent, en fait, une résidence dan's le royaume sans solliciter leur inscription au registre des étrangers sous le prétexte qu'ils effectuent chaque mois un déplacement à l'étranger. Aux fins d'enrayer les abus de ce genre, l'Administration de la Sûreté publique (Police des Etrangers) en. sera informée par rapport spécial et suffisamment circonstancié pour lui permettre de statuer sans retard sur la régularité éventuelle de la dispense de l'immatriculation dans les registres communaux. Les administrations communales doivent aviser au plus tôt le Ministère des Affaires économiques (Direction générale des Classes moyennes), à Bruxelles, avenue des Arts, n" 28, de l'activité lucrative indépendante des étrangers dépourvus de. la. carte professionnelle ou de la carte de commerçant ambulant et signaler au Ministère du Travail et dé la Prévoyance sociale (Office de la M a i n - d ' Œ u v r e ) , à Bruxelles, rue des Pètits-Carmes, n° 33, ceux qui exercent un emploi salarié sans être détenteurs du permis de travail. Doivent être signalés à l'Administration de la Sûreté publique (Police des Etrangers) les étrangers qui s'obstinent à exercer une activité lucrative interdite ipar le refus définitif de la carte professionnelle ou du permis de travail, pour autant . qu'ils persistent à exercer cette activité un mois après la notification qui leur aura été faite à personne de cette interdiction. Les administrations communales informent les commissaires maritimes de. la présence dans le royaume des marins non détenteurs d'un titre de séjour régulier, ceux qui y exercent, sans autorisation, soit leur profession, soit un autre métier, ainsi que ceux qui ont été rayés des registres communaux. Les commissaires maritimes signalent à l'Administration de la Sûreté publique (Police des Etrangers), les marins auxquels le séjour dans le pays doit être interdit. M M . les bourgmestres tiennent la même administration au courant de la conduite des étrangers lorsque celle-ci est de nature à retenir l'attention de l'autorité soit sous le ranport national ou politique, soit sous celui de la moralité ou de la probité. a) Sous le rapport national ou politique, il y a lieu de signaler ceux qui cherchent à troubler l'ordre établi, à détruire l'unité nationale, à connaître les mesures de défense du territoire, etc.; b) Sous le rapport de la moralité, il y a lieu de signaler les prostituées, les proxénètes, les souteneurs, les corrupteurs de la jeunesse, les. exploitants de maisons de débauche; c) Sous le rapport de la probité,, il y a lieu de signaler les joueurs professionnels, les. tenanciers de maisons de jeux, les joueurs de bonneteau, les bookmakers, ceux qui font, métier de deviner ou de pronostiquer, lorsque leurs pratiques dégénèrent en véritables escroqueries, etc:
4 Augustus 1948.
173
E. Vervroegde verlenging der verblijfstitels. De vervroegde vernieuwing der identiteitskaart mag geschieden tijdens de laatste semester van de geldigheidsduur der kaart, en op aanvraag van de titularis die regelmatig in het land verblijf t. indien de betrokken, tijdens deze termijn. visa of reistitels wenst te bekomen, waarbij zijn terugkeer in het Rijk, na één of meer reizen in het buitenland, wordt gemachtigd. De vervroegde verlenging van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister mag, tijdens de tweede trimester van zijn geldigheidsduur, in dezelfde voorwaarden worden verleend, voor zover het verzoek ten voile gerechtvaardigd weze, en het verblijf van de vreemdeling in' België, niet door een beslissing van de Openbare Veiligheid werd beperkt. In elk geval zal de vernieuwing of de verlenging de datum der aflevering dragen. III. — Toezicht op de vreemdelingen. De aandacht van de gemeentebesturen der grensgemeenten wordt bijzonder gevestigd op de belangrijke roi die hun is toebedeeld om een bestendig en actief toezicht uit te oefenen over de intrede der vreemdelingen in België en onmiddellijk deze welke er op ongeoorloofde wijze binnendrongen, terug te wijzen. De gemeentebesturen zijn er toe gehouden de vreemdelingen, die alhier op verdoken wijze vertoeven, op te zoeken en aan te geven bij de Openbare Veiligheid (Vreemdelingenpolitie). Er wordt vaak vastgesteld dat sommige vreemdelingen die, om reden van hun nationaliteit, ontslagen zijn van verplichting van het Belgisch consulair visum, in feite een verblijfplaats in het rijk nemen zonder dm hun inschrijving in het vreemdelingenregister te vragen. dit onder voorwendsel dat zij zich elke maand naar het buitenland begeven. Ten einde dergelijke misbruiken tegen te gaan, zal de Openbare Veiligheid (Vreemdelingenpolitie) hiervan op de hoogte gebracht worden per speciaal en genoegzaam omstandig verslag, zodat zij in staat weze zonder dralen een beslissing te nemen aangaande de eventuele vrijstelling van inschrijving in de gemeenteregisters. De gemeentebesturen dienen ten spoedigste het Ministerie van Economische Zaken (Algemeen Bestuur van de Middenstand), Kunstlaan, 28, te Brussel, kennis te geven van de onafhankelijke winstgevende bedrijvigheid der vreemdelingen die geen beroepskaart noch leurderskaart bezitten, terwijl aan het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg (Werknemersdienst), Kleine-Carmelietenstraat, 33, te Brussel, zullen worden gemeld deze welke een bezoldigde betrekking uitoefenen zonder houder te zijn van de arbeidsvergunning. Dienen aangegeven bij de Openbare Veiligheid (Administratie der Vreemdelingenpolitie) de vreemdelingen die voortgaan een door de definitieve weigering van de beroepskaart of van de arbeidsvergunning verboden winstgevende bedrijvigheid uit te oefenen, voor zover zij volhouden in deze uitoefening één maand nadat aan hun persoon betekening van dit verbod zal zijn gegeven. De gemeentebesturen geven aan de waterschouten kennis van de tegenwoordigheid in het Rijk van zeelieden die geen regelmatige verblijfstitel bezitten, van deze die, zonder toelating, hun beroep of een ander ambacht uitoefenen, evenals van deze die uit de gemeenteregisters werden geschrant. De waterschouten melden aan de Openbare Veiligheid (Vreemdelingenpolitie) de zeelieden aan wie het verbliif in het land dient ontzegd. De heren burgemeesters houden dezelfde administratie op de hoogte van het" gedrag der vreemdelingen wanneer dit van aard is de aandacht der overheid gaande te houden. hetzij op nationaal of politiek gebied, hetzij op stuk van moraliteit of eerlijkheid. On nationaal en politiek gebied is het nodig di<>g<'nen aan te wven welke trachten de gevestigde orde te storen, de nationale eenheid te verbreken, de maatregelen tôt verdediging van het grondgebied te kennen, enz.; b) Op stuk van moraliteit, dienen de ontuchtvrouwen. de kopoelaars. de souteneurs, de bedervers der jeugd, de houders van ontuchthuizen gemeld; c) Op stuk van eerlijkheid dienen gemeld : spelers van beroep, de houders van speelliuizen, de kansspejers, de bookmakers en deze die van het raden of voorsnellen een beroep maken, "wanneer hun praktijken ontaarden in werkelijke afzetierijen, enz. 1
174
4 août 1948.
Les officiers de police judiciaire ont mandat impératif de dresser procèsverbal, sur base, suivant le cas, de l'arrêté-loi du 28 septembre |I939, de l'arrêté royal du 16 novembre 1939 ou de l'arrêté royal du 3 1 , mars 1936, notamment à charge des é t r a n g e r s qui résident dans le pays sans titre de voyage ou de séjour régulier, notamment de ceux qui n'ont pas quitté le royaume à l'expiration du délai de la validité de leur feuille de route, à charge de quiconque aide ou assiste un étranger soit dans les faits qui ont p r é p a r é sa pénétration en Belgique en fraude de la surveillance à la frontière, soit dans les faits qui ont consommé cette pénétration ou aidé un étranger à séjourner irrégulièrement dans le royaume ou à se soustraire à l'application des décisions prises par le Ministre de la.Justice, quant à son séjour dans le pays, ainsi q u ' à l'égard des é t r a n g e r s qui exercent une activité lucrative sans l'autorisation requise. A noter que des poursuites judiciaires doivent être intentées envers les personnes qui emploient des travailleurs é t r a n g e r s sans l'assentiment du Ministre du Travail et de la Prévoyance sociale. IV. — Dispositions transitoires. Les é t r a n g e r s détenteurs du « Certificat Modèle C » à la date de la mise en vigueur de la présente circulaire recevront le certificat d'inscription au registre des é t r a n g e r s dès que la durée de la validité du certificat viendra à.expiration. Les mentions inscrites sur ce dernier titre de séjour, telles « séjour subordonné au travail dans la mine » ou « autorisation de séjour limitée à l'arrondissement administratif de » seront reproduites sur le nouveau titre de séjour. Sont a b r o g é e s la circulaire du 30 décembre 1941 et celle du 9 juillet 1946, sauf le premier paragraphe de celle-ci relatif à l'inscription dans les registres de la population et à l'octroi gratuit de la carte d'identité en faveur des é t r a n g e r s résidant dans le royaume au 10 mai 1940, qui ont servi honorablement dans Jes forces militaires belges ou ceux qui ont obtenu ou obtiendront une distinction honorifique belge au titre de leur participation aux mouvements de la Résistance oelge ou de leur qualité de prisonnier politique.
L'intensité des relations commerciales internationales provoque de pays à pays une circulation qui s'accroît de jour en jour et que facilite la rapidité des moyens de transport actuels. La conjoncture économique ou politique dans certains Etats entraîne des déplacements continuels de la population. De par sa situation à la croisée de grandes routes internationales, la Belgique est plus que tout autre pays exposée à un afflux d ' é t r a n g e r s en disproportion avec l'exiguïté de son territoire et la haute densité de sa population. Tout en tenant compte des nécessités d'ordre international économique, ainsi que des devoirs d'humanité, le gouvernement se doit de veiller au respect de l'ordre public et conséquemment à la stricte observance des règles qu'il a tracées en matière d'accès, de séjour, d'établissement et de travail des ét r an g er s dans le royaume. Il ne saurait accomplir sa mission s'il ne pouvait compter — comme par le passé — sur l'active et dévouée collaboration des administrations communales. Aussi fait-il appel à M M . les bourgmestres pour qu'ils veuillent bien attirer tout spécialement l'attention de leurs services sur la présente circulaire. Celle-ci entrera en vigueur trente jours a p r è s sa publication au Moniteur belge. Le Ministre de la Justice, P. STRUYE.
175
4 Augustus 1948.
De officieren van de gerechtelijke politie hebben de bindende opdracht procesverbaal op te stellen, O D grond, al naar het geval. van de besluitwet van 28 September 1939, het koninklijk'besluit van 16 November 1939 of het koninklijk besluit van 31 Maart 1936, o. m. ten laste van de vreemdelingen die zonder regelmatige reis- of verblijfstitel in het land vertoeven, w. o. deze welke het rijk niet verlieten bij het verstrijken van de geldheidsduur van hun reiswijzer, ten laste van eenieder die een vreemdeling helpt op bijstaat, hetzij in de voorbereidende feiten tôt zijn frauduleus binnendringen in België, hetzij in de feiten der voltrekking van dit binnendringen, of een vreemdeling hulp. verleend bij zijn onregelmatig verblijf in het Rijk of bij het zich onttrekken aan de toepassing der beslissingen getroffen door de Alinister van Justifie aangaande zijn aanwezigheid in het land, zomede ten laste van de vreemdelingen die een winstgevende bedrijvigheid uitoefenen zonder de vereiste toelating. Te noteren valt dat rechterlijke vervolgingen dienen ingespannen tegen de personen die vreemde arbeiders te werk stellen zonder de toelating van het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg. IV. —- Overgangsbepalingen. De vreemdelingen, die houder zijn van het « Bewijs Model C » ten dage van het van kracht worden van de onderhavige omzendbrief, zullen het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister ontvangen zodra de geldigheidsduur van hun bewijs zal verstreken zijn. De op deze laatste verblijfstitel aangebrachte vermeldingen, zoals « mag in België verblijven mits in de mijnen te werken » of « verblijfsvergunning beperkt tôt het bestuurlijk arrondissement » zullen op de nieuwe verblijfstitel overgeschreven worden. Zijn afgeschaft : de omzendbrieven van 30 December 1941 en deze van 9 Juli 1946, behalve de eerste paragraaf van deze laatste waarin sprake van de inschrijving in de bevolkingsregisters en de kosteloze uitreiking van de identiteitskaart aan de vreemdelingen die op 10 Mei 1940 in het rijk verbleven en op eervolle wijze in de rangen der Belgische sttijdkrachten hebben gediend of een eervolle Belgisch onderscheiding hebben bekomen of zullen bekomen om reden van hun deelname aan de Belgische weerstandsbewegingen of om reden van hun hoedanigheid van politiek geyangene.
*
*
*
De intensiteit der internationale handeisbetrekkingen is oorzaak van een dagelijks groeiend verkccr tussen de landen, verkeer dat door de snelheid der transportmiddelen nog wordt in de hand gewerkt. De economische of politieke konjunctuur in zekere Staten brengt gestadige volksverplaatsingen mede. Om reden van zijn ligging op het kruispunt der grote internationale verbindingswegen staat België bloot, meer dan welk ander land ook. aan een toeloop van vreemdelingen die niet in verhouding is met de beperkte uitgestrektheid van zijn grondgebied en de grote dichtheid zijner bevolking. Alhoewel rekening houdende met de internationale en economische noodwendigheden, alsmede met haar humanitaire verplichtingen, meent de Regering er toe gehouden te zijn te waken over de eerbiediging der openbare orde en dienvolgens over de stipte nakoming van de regels die zij in zake toegang, verblijf, vestiging en tewerkstelling van vreemdelingen in het Rijk, heeft vastgelegd. Zij zou haar opdracht niet kunnen vervullen indien zij niet rekenen kon, op de daadwèrkelijke en toegewijde medewerking der gemeentebesturen. Zij doet dan ook beroep op de heren burgemeesters opdat zij wel op heel bijzondere wijze de aandacht van hun diensten op onderhavige omzendbrief zouden willen vestigen. Deze omzendbrief wordt van kracht dertig dagen na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. De Minister van Justifie, P. S m i T E .
176
4 août 1948.
« v 3 f, ii
o I Nombre d'enfants de moins de "ï / 15 ans faisant partie du m é g] nage (!) : 5; j Aantal kinderen beneden 15 jaar c! I d l uitmakende van het gezin ( 1 ) : Garçons . • Filles Jongens Meisjes (!) Ce renseignement est à fournir par toute personne, sauf par' la femme mariée vivant avec son époux. ( 1 ) Deze inlichting dient verstrekt door elk persoon, behalve door de gehuwde vrouw die met haar echtgenoot samenleeft. Date de la remise du certificat : Datum van afgifte van het bewijs : ee
f
1 2 3 A
!
6 7
A envoyer d'urgence au Ministère de l'Intérietvr (Office Central de Statistique), rue de la L o i . G. Bruxelles. Onverwijld op te sturen naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken (Centrale Dienst voor de Statistiek), Wetstraat, 6. Brussel.
;V.
LI^VZ'M,. ^un
-
| J£ |
;
t e l
RUE — STRAAT
« 51
—
COMMUNES - GEMEESTEN |
Etat civil 1. Burgerlijke stand 2. Profession I Beroep 2. Nom et nationalité du conjoint : Naam er\ nationaliteit van de eclit• • ns 1 genoot :
RÉSIDENCES SUCCESSIVES — ACHTEREENVOLGENDE VERBLIJFPLAATSËN
(RECTO.
B. — 1° Impression sur carton blanc de la même qualité que le carton I"
Te drukken
op wit karton
van dezelfde
kwaliteit
als het
177
4 Augustus 1948.
A N N E X E i ( B i l l . A G E I).
— VOORZIIDE.)
REMARQUES
IMPORTANTES.
Le certificat d'inscription est, sauf opposition du Ministre de la Justice, prorogé de six en six mois tant que l'étranger n'a pas obtenu la carte d'identité (art. 1*' de l'arrêté royal du 14 août 1933). L'étranger doit toujours être porteur du certificat d'inscription et présenter cette pièce à toute réquisition d'un agent dépositaire de l'autorité ou de la force i ^publique ou de toute autre personne [ 'ayant un caractère public (art. I l de j l'arrêté royal du 14 août 1933). L'étranger qui séjourne dans le I Royaume sans l'autorisation requise peut ' ê i r e expulsé et même interné, sans préfudicc do poursuites judiciaires (art. 1 et 3 de l'arfèté-ioi du 27 septembre 1939).
BELANGÏtlJKE
ROYAUME
KONINKRIJK
BELCIE
er
OPMERKINGEN.
Het bewijs van tttsc'hrtfpiitg Wordt, bchoudens verzet van de Minister van Justifie, telkens met zes maanden verlengd zolang de vreemdeling de identiteitskaart niet heeft bekomen [art. 1 VJII het koninklijk besluit van 14 Augustus IQJ3\ De vreemdeling moet het insclirijvings? bewijs te allen tijde bij zich hebben en dit stuk op elk verzoek van een overheidspersoon of agent van de openbare macht of van elk ander openbaar persoon vertoncn (art. Il van het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933). De vreemdeling die zonder de vereiste vergunning in het Rijk verblijft, kan uit het land gezet worden en zelfs geïnterneerd. onverminderd rechterlijke vervolgïngen {art. 1 en 3 van de besluitwet van 28 September 1939).
DE BELGIQUE
É T R A N G E R V
R
E
E
M
D
E
L
I
N
G
—— cuti CERTIFICAT D'INSCRIPTION AU REGISTRE DES ETRANGERS BEWIJS V A N INSCHRIJVING IN H E T VREEMDELINGENREGISTER
postal officiel; 2° la bande imprimée en grisaille doit être rouge.
officiecl postkarton; 2" de grauwe band dient in het rood gedrukt.
178
4 a o û t : 1948.
(VERSO. —
N' N " du dossier S. P
Nom Naam
'N' van het dossier O. V. Profession . y 1
Prénoms '. Voornamen
. Beroep Né à Geboren te Le
Nationalité y Nationaliteit
Burgerlijke
( 1. stand
2
Habitant- rue Wonende Délivré à Afgeleverd te le de ... Valable jusqu'au Geldig toi
De
Etat civil
1
,.
, n° straat, n'
Ce certificat, révocable en tout temps,
2.
ne met pas son titulaire à l'abri de poursuites judiciaires du chef d'infraction à une mesure d'expulsion, de renvoi ou de
•e a o
refoulement. Photographie.
c
Portret. Sceau corn.
c
Moitié snptrleure du timbre fiscal Borenhellt van hel belastinjcsze^el .. Oemç^ntezejr..
Dit attest, dat te allen tijde kan ingetrokken worden, vrijwaart de houder van dit stuk niet tegen rechteriijke
vervolgin-
gen wegens inbreuken op een
uitzettings-,
uihvijzings-
of
verwijderingsmaatregel.
Le Bourgmestre ou son délégué, De Burgemeester of. zijn gemachtigde,
,4 août 1948.
ISO
ROYAUME DE BELGIQUE.
Province de .... Arrondissement administratif de Commune de N" Taille : un mètre . . centim. Cheveux Front : .Yeux : Nez : Bouche : Barbe : Menton : Visage : Teint : Signes particuliers :
ROYAUME DE BELGIQUE.
Province
de
Arrondissement de Commune de N°
administratif
ANNEXE
II.
FEUILLE DE ROUTE. (Circulaire du Ministre de la Justice en date du 4 août 1948.) Il est enjoint à né(e) à le de nationalité , de quitter le royaume avant Le (la) titulaire de la .présente feuille de route s'expose à être écroué(e) à la disposition de l'Administration de la Sûreté publique, s'il (si elle) est rencontré(e) sur le territoire belge après l'expiration du délai précité sans préjudice de poursuites judiciaires du chef de séjour irrégulier en Belgique. L a présente feuille de route ne constitue en aucune façon un titre d'identité ou un titre de nationalité. Fait à , le (Sceau de l'administration Le Bourgmestre, communale.) (ou son délégué)
ANNEXE
III.
SAUF-CONDUIT. (Circulaire du Ministre de la Justice en date du 4 août 1948.) Le (la) n o m m é ( e ) né(e) à , le de nationalité , demeurant à rue , n° est autorisé(e) à séjourner en Belgique jusqu'au Le présent sauf-conduit ne constitue en aucune façon un titre d'identité ou un titre de nationalité. I! est délivré sans préjudice à l'action éventuelle des autorités judiciaires. Fait à , le Le Bourgmestre, (ou son délégué) le 194 . (Sceau de l'administration communale.)
4 Augustus 194S. KON'INKRIJK
BELGIË.
BIJLAGE II.
Provincie Bestuurlijk Arrondissement Gemeente N
r
Gestalte : één meter . . cent. Haar : Voorhoofd : Ogen : Neus Mond : Baard : Kin : Aangezicht : Huidkleur : Bijzondere kentekens : . . . .
KONINKRIJK
REISBEWIJS. (Omzendbrief van de Minister van justifie dd. 4 Augustus 1948.) Aan geboren , te van nationaliteit, wordt bevel gegeven het rijk te verlaten voor De houder (houdster) van onderhavige reiswijzer loopt gevaar opgesloten te worden ter beschikking van de Vreemdelingenpolitie, indien hij (zij) op het Belgisch grondgebied wordt aangetroffen na het verstrijken van voormelde termijn, dit onverminderd rechterlijke vervolgingen uit hoofde van onregelmatig verblijf in België. Onderhavige reiswijzer is geen identiteitsnoch nationaliteitsibewijs. Gedaan te , op De Burgemeester, (of zijn afgevaardigde) (Zegel van het gemeentebestuur.)
BIJLAGE III.
BELGIË.
Provincie Bestuurlijk Arrondissement Gemeente N
r
181
VRIJGELEIDE. (Omzendbrief van de Minister van.- Justifie, dd. 4 Augustus 1948.) De genaamde geboren , te van nationaliteit, wonende te straat, n . . . . . is gemachtigd in België te verblijven tôt r
Onderhavig vrijgeleide is geen identiteitsnoch nationaliteitsbewijs. Het wordt afgeleverd onverminderd de eventuele vordering der rechterlijke overheden. Gedaan te .'
de De Burgemeester, (of zijn afgevaardigde) , de 194. .
(Zegel van het gemeentebestuur.)
182
4 août 1948. R O Y A U M E D E BELGIQUE.
Province de Arrondissement administratif de
ANNEXE IV.
Commune de
, le
19. .
Monsieur le Commandant, Conformément aux prescriptions de la circulaire du Ministre de la |ustice en date du 4 août 1948, je vous prie de faire conduire à la frontière de par correspondance extraordinaire, le nommé né à , le , de nationalité , demeurant à , rue n" pour le cas où l'intéressé n'aurait pas quitté le pays Le bulletin d'usage n" 7 constatant la remise de l'intéressé à la frontière devra être transmis à M . l'Administrateur de la Sûreté publique (Administration de la Police des Etrangers). (Sceau de l'administration communale.)
Le Bourgmestre, ou son délégué)
A M . le Commandant de la Brigade de Gendarmerie, à
DÉLIVRANCE D E CERTIFICATS D'HÉRÉDITÉ O U DE NOTORIÉTÉ PAR L E S A D M I N I S T R A T I O N S C O M M U N A L E S . — R E L È V E M E N T D U P L A F O N D . e
5" dir. g é n , 2 sect, litt. P, n" 61720. Bruxelles, le 4 août 1948. A MM. les Gouverneurs de province. Me référant à mes dépêches des 20 novembre 1946 et 18 mars 1947, émargées comme la présente, j'ai l'honneur de vous faire connaître que, d'accord avec M . le Ministre des Finances, j'estime qu'en ce qui concerne les certificats d'hérédité ou de notoriété délivrés par les administrations communales aux personnes de condition modeste, le plafond peut être porté de 2,500 à 3,000 francs. D'autre part, je crois utile de rappeler aux administrations intéressées que sous l'empire du nouveau Code des droits de timbre (arrêté du Régent du 26 juin 1947, Moniteur belge du 14 août 1947), le certificat d'hérédité ou de notoriété n'est plus assujetti au droit de timbre, au moment de sa rédaction ou de sa délivrance. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, CORNIL.
4 Augustus 1948.
183
K0N1NKR1JK BELGIË.
BlJLAGE IV.
Provincie •Bestuurlijk Arrondissement
Gemeente
, de
19...
Mijnheer de bevelhebber; N'
Overeenkomstig de voorschriften vervat in de omzendbrief van het Ministerie van Justifie, in datum van 4 Augustus 1948, heb ik de eer u te verzoeken, de genaamde geboren , te , van nationaliteit, wonende te .. straat, n . ., per buitengewoon vervoer naar de grens te leiden, ingeval betrokkene het land niet zou hebben verlaten op Aan de heer Administrateur van de Openbare Veiligheid (Administratie der Vreemdelingenpolitie) dient het gebruikelijk bulletijn n 7, waarbij de uitleiding van betrokkene wordt vastgesteld, overgemaakt. De Burgemeester, (of zijn afgevaardigde)
L_
r
r
Aan de heer Bevelhebber der Rijkswachtbrigade
<
Z e
«
e l
v
a
n
het gemeentebestuur.)
te
AFLEVERING VAN GETU1GSCHRIFTEN VAN ERFENIS OF BEKENDHE1D DOOR DE GEMEENTEBESTUREN. — VERHOGING VAN HET MAXIMUMBEDRAG. r
5' alg. dir., 2" sect., litt. P, n 61720. Brussel, de 4 Augustus 1948. Aan de heren
Provinciegouverneurs.
Onder verwijzing naar mijn brieven van 20 November 1946 en 18 Maart 1947, zelfde kanttekening als deze, heb ik de eer u te berichten dat ik met de heer Minister van Financiën van mening ben dat, wat de getuigschriften van erfenis of bekendhei'd betreft, afgeleverd door de gemeentebesturen aan personen van bescheiden stand, het maximumbedrag van 2,500 op 3,000 frank mag worden gebracht. Anderzijds meen ik de betrokken besturen er te moeten aan herinneren dat, op grond van het nieuwe Wetboek der zegelrechten (besluit van de Regent van 26 Juni 1947, Belgisch Staatsblad van 14 Augustus 1947), de getuigschriften van erfenis of bekendheid niet meer onderworpen zijn aan het zegelrecht op het ogenblik dat zij worden opgemaakt of afgeleverd. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, CORNIL.
184
17 août 1948. PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — PUBLICATIONS PÉRIODIQUES.
2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n° VIII/5/1. Bruxelles, le 17 août 1948. Il y a lieu de faire figurer sur la liste des publications périodiques, auxquelles les détenus peuvent s'abonner : Front, Succès, Wereld. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.
CORNIL.
SÉMINAIRE (FONDATION D E BOURSES D'ÉTUDE). — LEGS. —
EMPRUNT.
Administration des cultes, dons et legs, fondations. 1"' sect., n" 3096. Bruxelles, le 17 août 1948 (1). C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume. A tous, présents et à venir, S A L U T . V u l'expédition du testament reçu le 3 mars 1941, par le notaire Hervé, de résidence à Argenteau, et par lequel M . Houtain (L.-M--F.-J.), desservant, demeurant en cette commune, y décédé le l ' février 1946, dispose notamment comme suit : « ... Je nomme... comme légataire de l'usufruit de ma maison située à Liège, rue des Eburons, n" 63.., à charge d'en laisser la propriété a p r è s sa mort au séminaire épiscopal de Liège, lequel devra favoriser par ce legs les études des jeunes gens qui se destinent à la prêtrise. L a priorité ira aux jeunes gens de la famille de mon père Louis Houtain, et de celle de ma mère Mme Marie-Charlotte Folie, puis à ceux de ma paroisse de Sarolay, dans l'orure'susdit et avant tous autres... » ; V u les délibérations par lesquelles : 1" le bureau administratif du séminaire de Liège sollicite l'autorisation d'accepter le legs précité; 2° le dit bureau administratif agissant au nom de la fondation de bourses d'étude susvisée, sollicite l'autorisation d'emprunter à 4 p. c. une somme de 11,000 francs en vue du paiement des droits de succession et des frais de' liquidation afférents à cette libéralité; 3° le bureau administratif sudit, agissant au nom du séminaire, établissement d'instruction, sollicite l'autorisation d'accorder ce prêt; Vu les avis de M . l'Evêque diocésain et des députations permanentes des conseils provinciaux de Liège et du Limbourg; V u les pièces de l'instruction d'où il résulte que l'immeuble légué; inscrit au cadastre, ville de Liège, section D , n° 436/, a une contenance de 1 are 10 centiares et une valeur, en pleine propriété, de 265,000 francs; V u les articles 537, 910 et 937 du Code civil, 31 de l a loi du 19 décembre 1864, l " de l'arrêté royal du 19 décembre 1865, et le titre IV du décret du 6 novembre 1813; r
Sur la proposition du Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et arrêtons : Article unique. Le bureau administratif du séminaire de Liège est autorisé aux fins prémentionnées. Le Ministre de la Justice est chargé de l'exécution du présent arrêté. CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, P.
(1) Moniteur belge, 1948, n" 241.
STRUYE.
17 Augustus 194S.
185
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. —
TIJDSCHRIFTEN. r
2" alg. dir., studiebureau, litt. R, n VIII/5/1. Brussel, de 17 Augustus 1948. De voigende uitgaven dienen vermeld op de lijst der tijdschriften, waarop de gedetineerden zich mogen abonneren : Front, Succès, Wereld. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.
S E M I N A R I E (STUD1EBEURZENSTICHTING). — L E G A A T . —
CORNU..
LENING.
Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen. 1 " sect, n 3096. Brussel, de 17 Augustus 1948 (1). K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk. Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . r
Gezien de expeditie van het, op 3 Maart 1941, door notaris Hervé, ter standplaats Argenteau, ontvangen testament, waarbij de heer Houtain (L.-M.-F.-G.), kerkbedienaar, wonende aldaar, er overleden op 1 Februari 1946, onder meer de voigende schikkingen treft : (Vertaald). « ... lk benoem... tôt legatarisse van het vruchtgebruik van mijn huis gelegen te Luik, rue des Eburons, n 63.., met last na haar overlijden de eigendom er van te laten aan het bisschoppelijk seminarie te Luik, dat door dit legaat de studies zal moeten bevorderen van de jongelingen die zich bestemmen tôt het priesterschap. De voorkeur zal gegeven worden aan de jongelingen van de familie van mijn vader Louis Houtain, en van die van mijn moeder Mevr. MarieCharlotte Folie, daarna aan die van mijn parochie Sarolay, in de voormelde orde en voor aile anderen... »; Gezien de beraadslagingen waarbij : 1" het bestuurscollege van het seminarie te Lnik machtiging vraagt tôt het aanvaarden van bovenbedoeld legaat; 2" voormeld bestuurscollege, handelend in naam van hogerbedoelde studiebeurzenstichting, machtiging vraagt tôt het ontlenen aan 4 t. h. van een som van 11,000 frank met het oog op de betaling van de erfenisrechten en vëreffeningskosten die betrekking hebben op deze gift; 3" bedoeld bestuurscollege, handelend in naam van het seminarie, onderwijsinrichting, machtiging vraagt tôt het toestaan van die lening; Gezien het advies van het hoofd van het bisdom en van de bestendige deputaties van de provinciale raden van Luik en van Limburg; Gezien de stukken van het onderzoek waaruit blijkt dat het vermaakt onroerend goed, bekend ten kadaster, stad Luik, wijk D , n 436/, 1 are 10 centiaren groot is en, in voile eigendom, 265,000 frank waard; Gelet op de artikelen 537, 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 31 der wet van 19 December 1864, 1 van het koninklijk besluit van 19 December 1865, en titel IV van het decreet van 6 November 1813; Op de voordracht van de Minister van Justifie, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Enig artikel. Aan het bestuurscollege van het seminarie te Luik is de gevraagde machtiging verleend. De Minister van Justifie is belast met de uitvoering van dit besluit. r
r
CHARLES. Vanwege de Regent : De Minister van Justifie, P.
(1) Belgisch Staatsblad,
r
1948, n 241.
STRUYE.
186
27-31 août 1948. P R I S O N S ET C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . — S A L O N DÉ C O I F F U R E .
2' dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n° 111/3/3. Bruxelles, le 27 août 1948. Prié M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires 'd'organiser- à l'usage des membres du personnel un salon de coiffure, qui sera tenu par un condamné de confiance. Les agents qui désireront s'y rendre s'adresseront au portier pour obtenir un bon, extrait d'un carnet à souche, contre paiement de un franc pour se faire raser, deux francs pour une coupe de cheveux et cinq francs pour une friction. L'argent ainsi recueilli servira à l'achat du matériel et au paiement du détenu'coiffeur. Chaque agent devra se rendre seul au salon de coiffure; il devra avoir obtenu préalablement l'autorisation du chef de bureau s'il s'agit d'un employé ou du chefsurveillant s'il s'agit d'un surveillant. Pour le Ministre : Le Directeur général, |.
DUPRÉEL.
P R I S O N S ET C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . — A I D E A U X C O N D A M N É S L I B É R É S .
2" dir. g é n , service social. Bruxelles, le 30 août 1948. Prié M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires de 'bien vouloir, à l'avenir, faire délivrer à tous les condamnés libérés, au moment de la levée de l'écrou, un billet les invitant en cas de difficultés quelconques à s'adresser par écrit ou à se présenter au Service social central, 13, rue des Quatre-Bras, Bruxelles. ,
Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — RATIONNEMENT D U PAIN.
2" dir. g é n , 3" sect, 3° b u r , litt. R, n" 1575/2. Bruxelles, le 31 août 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires qu'en raison de l'augmentation de la ration de pain, prévue au tableau de rationnement pour le mois de septembre 1948, les instructions ci-après indiquées seront dorénavant appliquées : 1° Tout détenu ou interné chargé d'un travail pénible, peut se faire envoyer par sa famille, 2 timbres de pain, n" 1, par mois; 2° Les autres détenus ou internés peuvent recevoir 1 timbre n" 16 par mois. L'entrée des timbres est notée sur une liste nominative spéciale. Le détenu signe en regard de son nom, à la réception du pain. L'achat et la distribution du pain se font aux jours déterminés par la direction. La dépense est prise à la charge de l'administration. Si la mise en vigueur de ces prescriptions entraînait de nouvelles difficultés, je vous saurais g r é de m'en faire part. La présente circulaire abroge celle du 1" juillet 1948, litt. R, n° 1575. Pour le Ministre : Le Directeur général, .). D U P R É E L .
27-31 Augustus 1948. GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. —
187 KAPPERSSALON. r
2" Alg. d i r , studiebureau, litt. R, n 111/3/3. Brussel, de 27 Augustus 1948. De heren Bestuurders van de strafinrichtingen worden hierbij verzocht ten behoeve van de personeelsleden een kapperssalon in te richten, dat door een vertrouwd veroordeelde zal gehouden worden. De agenten, die zich naar het kapperssalon wensen te begeven, moeten zich tôt de portier wenden ten einde een van een souche-boekje af te scheuren bon te bekomen, mits betaling van één frank om zich te laten scheren, twee frank voor het haarknippen en vijf frank voor een « friction ». Het aldus ingezameld geld zal dienen tôt het aankopen van het materieel en tôt betaling van de gedetineerde-coiffeur. Ieder agent moet zich alleen naar het kapperssalon begeven; hij behoort vooraf de toelating te hebben verkregen van het bureelhoofd, zo het een beambte, of van de hoofdbewaarder, zo het een bewaarder betreft. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. — H U L P AAN VRIJGESTELDE V E R O O R D E E L D E N .
2" alg. d i r , dienst voor maatschappelijk dienstbetoon. Brussel, de 30 Augustus 1948. De heren Bestuurders van de strafinrichtingen worden hierbij verzocht voortaan aan al de ontslagen veroordeelden, op het ogenblik dat zij in de gevangenrol worden afgeschreven, een biljet te doen afleveren waarbij zij worden uitgenodigd om, in geval van enigerlei moeilijkheden, zich schriftelijk te wenden tôt de Centrale Dienst voor Maatschappelijk Dienstbetoon, 13, Quatre-Brasstraat, te Brussel, of zich bij genoemde dienst aan te melden. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. —
DUPRÉEL.
BROODRANTSOEN.
e
r
2 alg. d i r , 3" sect, 3" b u r , litt. R, n 1575/2. Brussel, de 31 Augustus 1948. De heren Bestuurders van de strafinrichtingen worden ter kennis gebracht dat wegens vermeerdering van het rantsoen brood, voorzien in de rantsoeneringslijst voor de maand September 1948, de hierna aangeduide onderrichtingen voortaan toegepast zullen worden : 1" Ieder gedetineerde of geïnterneerde, die zwaar werk te verrichten heeft, mag zich door zijn familie 2 broodzegels n 1 per maand laten toezenden; 2" De overige gedetineerden of geïnterneerden mogen 1 zegel n 16 per maand ontvangen. Bij de aankomst worden de zegels op een bijzondere naamlijst genoteerd. De gedetineerde tekent tegenover zijn naam wanneer het brood hem overhandigd wordt. De aankoop en de verdeling van het brood geschieden op de door het bestuur bepaalde dagen. De uitgave komt ten laste van de administratie. Indien de uitvoering van deze voorschriften aanleiding zou geven tôt nieuwe moeilijkheden, vraag ik u mij deze mede te delen. Door deze omzendbrief wordt die van 1 Juli 1948, litt. R, n ' 1575, opgeheven. r
r
-
Voor de Minister : De Directeur-Generaal, ].
DUPRÉEL.
188
2-3 septembre 1948.
COURS ET TRIBUNAUX. — INDEMNITÉ ALLOUÉE AUX MEMBRES DE LA GENDARMERIE AFFECTÉS AU SERVICE SPÉCIAL DES RECHERCHES.
Secr. g é n , 3' sect, 3" b u r , n" 558/art. 69. Bruxelles, le 2 septembre 1948. A MM. les Procureurs
généraux près les Cours d'appel de Bruxelles,
Liège.
A M. l'Auditeur général à Bruxelles. J'ai l'honneur de vous faire connaître que le texte de l'arrêté du Régent du 14 mai 1947 allouant une indemnité journalière de 20 francs aux membres de la gendarmerie affectés au service spécial des recherches est généralement interprété d'une façon erronnée par les intéressés. Cette indemnité qui a pour but de couvrir les intéressés de leurs menues déipenses, est individuelle et journalière; elle ne peut être allouée qu'au membre qui procède effectivement à des recherches à l'extérieur, et uniquement pour les jours au cours desquels ces recherches sont effectuées. Il ne suffit pas, par conséquent, qu'un « service » soit régulièrement chargé de recherches pour qu'elle puisse être automatiquement accordée à tous les membres de ce service. J'ai l'honneur de vous prier, Monsieur , de vouloir bien porter ce qui précède à la connaissance des autorités que la question concerne. Je vous saurais g r é de prescrire par la même occasion que la signature apposée sur les mémoires soit dorénavant précédée de la formule de certification suivante : < Je certifie sur l'honneur avoir effectué des recherches au cours de chacune des journées reprises au présent mémoire, et que pour les dites journées, aucune indemnité de même nature n'a été et ne sera- allouée par le Ministre de la Défense Nationale. » Pour le Ministre : Pour le Secrétaire général, absent : L'Administrateur de la Sûreté publique, DE F O Y .
COURS ET TRIBUNAUX. — FRAIS DE TRANSPORT DES PERSONNES INCARCÉRÉES DANS UN ÉTABLISSEMENT PÉNITENTIAIRE. e
Secr. g é n , 3 sect, 3" b u r , litt. T. P., n° 12. Bruxelles, le 3 septembre 1948. A MM. les Procureurs généraux près les Cours d'appel à Bruxelles, Liège. A M. l'Auditeur général à Bruxelles. l'ai l'honneur de vous faire connaître, qu'en vertu de la loi budgétaire, les frais de transport des personnesi ncarcérées dans un établissement pénitentiaire sont à charge du crédit alloué à l'administration des prisons. Je vous prie, en conséquence, Monsieur le , de vouloir bien prescrire à M M . les greffiers de ne plus procéder au paiement de frais de l'espèce, les états y relatifs étant à liquider par le directeur de l'établissement pénitentiaire où le détenu est incarcéré. |e crois utile de préciser que les débours, afférents au transport de personnes prisés en flagrant délit ou a r r ê t é e s en vertu d'un mandat d'amener ou d'une ordonnance de capture, restent à charge du crédit des frais de justice répressive. Pour le Ministre : Pour le Secrétaire général, absent : L'Administrateur de la Sûreté publique, DE F O Y .
2-3 September 1948.
189
HOVEN EN RECHTBANKEN. — VERGOEDING TOEGEKEND AAN DE LEDEN VAN DE RIJKSWACHT GEHECHT AAN DE BIJZONDERE OPSPORINGSDIENST. r
A l g . secr, 3' sect., 3' b u r , n 558/art. 69. Brussel, de 2 September 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal Aan de heer Auditeur-Generaal
bu de Hoven van beroep le Gent, Brussel, Luik. te Brussel.
Ik heb de eer u ter kennis te brengen dat de tekst van het besluit van de Regent van 14 Mei 1947, waarbij aan de leden van de Rijkswacht, gehecht aan de bijzondere opsporingsdienst, een dagelijkse vergoeding van 20 frank wordt toegekend, over het algemeen op een verkeerde manier door de betrokkenen wordt uitgelegd. Die vergoeding die voor doel heeft de onkosten van de betrokkenen te dekken, wordt individueel en dagelijks toegekend; zij mag slechts worden toegekend aan het lid dat werkelijk tôt opsporingen buiten het bureel overgaat en enkel voor de dagen in de loop waarvan die opsporingen worden gedaan. Het volstaat dienvolgens niet dat een « dienst » geregeld belast worde met opsporingen, opdat de vergoeding automatise!! aan al de leden van de dienst moge worden toegekend. Ik heb de eer, Mijnheer de -Generaal, u te verzoeken hetgeen vooraf gaat mede te delen aan de overheden, die de zaak aanbelangt. Gij zoudt mij verplichten door bij de zelfde gelegenheid voor te schrijven dat de op de memories aangebrachte handtekening voortaan dient voorafgegaan van de voigende verantwoordingsformule : « lk verklaar op mijn eer in de loop van elk der op onderhavige memorie opgegeven dagen opsporingen te hebben verricht en dat voor bedoelde dagen geen enkele vergoeding van dezelfde aard door de Minister van Landsverdediging werd en zal worden toegekend. »
De
Voor de Minister : Voor de Secretaris-Generaal, afwezig : Administrateur van de Openbare Veiligheid, DE F O Y .
HOVEN EN RECHTBANKEN. — KOSTEN VAN VERVOER VAN PERSONEN DIE IN EEN STRAFINRICHTING ZIJN OPGESLOTEN. r
A l g . secr, 3" sect, 3° b u r , litt. T. P., n 12. Brussel de 3 September 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal bij de Hoven van beroep Brussel, Luik. Aan de heer Auditeur-Generaal te Brussel. lk heb de eer u te berichten dat, krachtens de begrotingswet, de kosten van vervoer van personen, die in een strafinrichting zijn opgesloten, ten laste komen van het aan het bestuur der gevangenissen toegekende krediet. lk verzoek u, dienvolgens, Mijnheer de , aan de heren griffiers te willen voorschrijven niet meer tôt de betaling van dergelijke kosten over te gaan, daar de desbetreffende staten behoren te worden vereffend door de bestuurders van de strafinrichting waarin de gedetineerde is opgesloten. lk meen er te moeten op wijzen dat de uitschotten in verband met het vervoer van personen, die op heterdaad werden betrapt of werden aangehouden krachtens een bevel tôt medebrenging dan wel een bevel tôt gevangenzetting, ten laste blijven van het krediet van gerechtskosten in strafzaken. Voor de Minister : Voor de Secretaris-Generaal, afwezig : De Administrateur van de Openbare Veiligheid, DE F O Y .
190
9-10 septembre 1948. LIBÉRATION
CONDITIONNELLE.
Cabinet du Ministre. Bruxelles, le 9 septembre 1948. .4 MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. 11 m'est revenu que ma circulaire du 18 mai 1948, 2' direction générale, bureau d'étude, littera /?. n" 1X/2, relative à l'application, aux détenus pour infraction à la sûreté extérieure de l'Etat, de la loi sur la libération conditionnelle, aurait été'mal comprise par certains chefs d'établissements qui auraient cru pouvoir déduire des instructions qui y sont données, qu'en dehors des catégories de détenus visées au Chapitre l " , il était exclu de procéder à une libération conditionnelle avant l'expiration de la moitié de la peine. Je tiens à préciser que telle n'est pas l'interprétation qu'il y a lieu de donner à la circulaire susdite. La loi sur la libération conditionnelle est applicable aux détenus pour crimes ou délits contre la sûreté extérieure de l'Etat comme aux détenus pour infraction de droit commun. En conséquence, si la conférence du personnel estime qu'un détenu se trouve dans les conditions d'amendement et autres prévues par la loi pour bénéficier de la libération conditionnelle, dès l'accomplissement du 1/3 de sa peine, rien n'empêche que la proposition soit formulée et suive son cours normal. M a circulaire s'est bornée à signaler qu'en fait, en matière d'incivisme comme en matière de droit commun, la libération n'intervenait en règle générale qu'après l'accomplissement de la moitié de la peine. Mais elle ajoutait que pour les catégories prévues au chapitre I, une proposition — qui, cela va de soi, ne doit pas nécessairement être favorable — devait être formulée dès l'accomplissement du tiers de la peine. r
Le Ministre, P.
STRUYE.
PROPOSITIONS D E GRACE. e
2 dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n° I X / 1 / 2 . Bruxelles, le 10 septembre 1948. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Je vous prie d'introduire d'office un rapport en grâce pour les détenus condamnés avant le l " septembre 1946 du chef d'infractions contre la sûreté de l'Etat et qui n'auraient pas bénéficié d'une réduction de peine depuis le 1 septembre 1947. Ces rapports me seront transmis conformément aux instructions de la formule n" 77. Sont exclus de l'application de la présente circulaire : r
er
1° Les condamnés âgés de moins de 21 ans au moment des faits et qui, en vertu de ma circulaire du 3 mai 1948, ont fait l'objet d'un rapport en grâce d'office; 2° Les condamnés pour lesquels une proposition de libération anticipée a été introduite. Il est bien entendu que vous êtes seul juge de l'avis qu'il vous appartient d'émettre. Le Ministre, P.
STRUYE.
9-10 September 1948. VOORWAARDELIJKE
191
INVRIJHEIDSTELLING.
Kabinet van de Minister. Brussel, de 9 September 1948. Aan de heren Bestuurders
van de gevangenissen en
interneringscentra.
Naar ik vernomen heb zou mijn omzendbrief van 18 Mei 1948, 2" algemene directie, studiebureau, litt. R., n' 1X/2, betreffende de toepassing van de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling op de gedetineerden wegens misdrijf tegen de uitwendige veiligheid van de Staat verkeerd begrepen worden door sommige gestichthoofden, die, naar het schijnt, meenden uit de daarin gegeven instructies te mogen opmaken dat buiten de in hoofdstuk 1 bedoelde categorieën gedetineerden, er geen aanleiding bestond om tôt voorwaardelijke invrijheidstelling over te gaan voordat de helft van de straf verstreken is. lk stel er prijs op nadruk er op te leggen dat hogerbedoelde omzendbrief niet op die wijze moet worden geïnterpreteend. De wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling is van toepassing op de gedetineerden wegens misdaden of wanbedrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat evenals op de gedetineerden wegens misdrijf van gemeen recht. Indien bijgevolg de conferentie van het personeel van oordeel is dat een gedetineerde aan de bij de wet voorziene voorwaarden van venbetering en dergelijke meer voldoet, om het voordee'l van de voorwaardelijke invrijheidstelling te genieten zodra hij 1/3 van zijn straf heeft uitgedaan, belet er niets dat het voorstel zou worden geformuleerd en dat het zijn normaal verloop zou krijgen. Mijn omzendbrief bepaalde er zich bij er op te wijzen dat, feitelijk, in zake incivisme als in zake gemeen recht, het ontslag in algemene regel niet werd verleend dan nadat de helft van de straf werd uitgedaan. De omzendbrief voegde er echter aan toe dat voor de bij hoofdstuk 1 bepaalde categorieën, een voorstel — dat, zoals van zelf spreekt, niet noodzakelijk gunstig moet zijn —, moest worden geformuleerd zodra 1/3 van de straf is uitgeboet. De Minister, P.
STRUYE.
V O O R S T E L L E N TOT STRAFONTHEFF1NG. e
r
2 alg. d i r , studiebureau, litt. R., n I X / 1 / 2 . Brussel, de 10 September 1948. Aan de heren Bestuurders
van de gevangenissen
en
interneringscentra.
lk verzoek u van ambtswege een verslag tôt strafontheffing in te dienen ten behoeve van de gedetineerden, die vôôr 1 September 1946 wegens misdrijf tegen de veiligheid van de Staat veroordeeld werden en aan wie sedert 1 September 1947 geen strafvermindering verleend werd. Deze verslagen moeten mij worden overgelegd overeenkomstig de onderrichtingen van formulier n 77. Vallen buiten de toepassing van deze omzendbrief : 1" De veroordeelden die op het ogenblik van de feiten geen 21 jaar oud waren en die, krachtens mijn omzendbrief van 3 Mei 1948, net voorwerp van een voorstel tôt strafontheffen van ambtswege hebben gemaakt; r
2° De veroordeelden te wier behoeve een voorstel tôt vervroegde invrijheidstelling werd ingediend. Het is wel verstaan dat het alleen aan u behoort te oordelen over het door u te geven advies. De Minister, P.
STRUYE.
192
11-13 septembre 1948. PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — ÉVASIONS. — MESURES D E SURETE.
2 ' dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n" V / 4 / 1 . Bruxelles, le 11 septembre 1948. Monsieur le Directeur, La mise au travail à l'extérieur des établissements, qui constituait à la fois une expérience au point de vue pénitentiaire et une aide au pays dont l'économie devait être redressée, est à l'origine d'un certain nombre d'évasions. Cet inconvénient avait d'ailleurs été prévu. Le fait est souvent imputable à un manque de vigilance du personnel de surveillance qui s'explique par l'accoutumance au danger. Le remède qui fera diminuer les évasions doit être recherché dans une sériation plus approfondie 'des condamnés mis au travail. 11 s'avère indispensable de reprendre avec le plus .prand soin leur étude individuelle et de ne les designer pour des occupations à l'extérieur que lorsque toutes les garanties sont réunies. Vous voudrez bien aussi, Monsieur le Directeur, attirer l'attention des surveillants c h a r g é s de leur garde sur l'importance de leur mission et les inviter a redoubler d'attention. Le Ministre, P.
STRUYE.
PROTECTION D E L'ENFANCE. — ENGAGEMENT VOLONTAIRE A L ' A R M É E . e
4 dir. g é n , 1" sect, n" 971/A. 'Bruxelles, le 13 septembre 1948. A MM. les Juges des enfants. Conformément à une solution qui a rencontré antérieurement l'accord de l'Union des Juges des Enfants, il est admis qu'un pupille ne peut contracter un engagement volontaire à l'armée sans avoir l'autorisation d'une part, de son père, de sa mère, ou de son tuteur et, d'autre part, du juge des enfants dont il dépend. Cette dernière autorisation n'est pas nécessaire si le mineur se trouve en état de liberté surveillée. Pour le cas où, dans l'intérêt du mineur, vous estimeriez devoir poursuivre la résiliation d'un engagement contracté sans votre autorisation, j ' a i l'honneur de vous prier de vouloir bien m'adresser désormais ces demandes de résiliation. Mon département fera les démarches nécessaires auprès du service compétent du Ministère de la Défense Nationale. Veuillez agréer, monsieur le Juge des Enfants, l'assurance de ma considération distinguée. Pour le Ministre : Le Directeur délégué, PETIT.
PROTECTION D E L'ENFANCE. ENVOI D ' U N RAPPORT ANNUEL INDIVIDUEL SUR TOUS L E S MINEURS PLACÉS.
4' dir. g é n , 1" sect, n° 952/B. Bruxelles, le 13 septembre 1948. A MM. les Juges des enfants. L'article 30, § 2, modifié de l'Instruction générale du 24 septembre 1912, relative à l'exécution de la loi sur la protection de l'enfance énonce : « En vue de réduire les frais qu'entraîne la revision triennale des décisions rendues par les juridictions pour enfants, le département s'est rallié à la solution préconisée par l'Union des Juges des Enfants, tendant à remplacer la revision triennale par des visites annuelles faites par les Juges des Enfants à leurs pupilles placés. A la suite de ces visites, les magistrats adressent un rapport au département. »
193
11-13 September 1948. GEVANGENISSEN EN
INTERNERINGSCENTRA.
O.NTVLUCHTINGEN. — VEIL1GHEIDSMAATREGELEN. r
2 ' alg. d i r , studiebureau, litt. R., n V / 4 / 1 . Brussel, de T l Sepiember 1948. Mijnheer de Bestuurder, De tewerkstelling buiten de gestichten, die tegelijk een proefneming was en een hulp voor het land, wiens economische toestand moest worden hersteld, heeft aanleiding gegeven tôt een zeker aantal ontvluchtingen. Dit bezwaar werd trouwens voorzien. Het feit kan in vele gevallen worden toegeschreven aan het gebrek aan waakzaamheid vanwege het bewaarderspersoneel, hetgeen uit te leggen is door het feit dat men aan het gevaar gewoon wordt. Het middel om de ontvluchtingen te verminderen dient te worden gezocht in een grondiger rangschikking van de te werk gestelde veroordeelden. Het blijkt volstrekt noodzakelijk de veroordeelden opnieuw met de meeste zorg individueel te bestuderen en ze voor werk buiten het gesticht slechts aan te wijzen wanneer aile waarborgen verenigd zijn. Gelieve eveneens de aandacht van de met de bewaking van de veroordeelden belaste bewaarders te vestigen op de belangrijkheid van hun opdracht en ze te verzoeken verdubbelde oplettendheid aan de dag te leggen. De Minister, P.
STRUYE.
KI.NDERBESCHERMING. — V R I J W I L L I G E TOETREDING TOT HET LEGER. r
4" alg. d i r , 1" sect, n 971/A. Brussel," de 13 September 1948. Aan de heren Kinderrechters. Ingevolge een beslissing, die reeds vroeger goedgekeurd werd door de Vereniging der Kinderrechters, wordt aangenomen dat een beschermeling geen vrijwillige verbintenis met het léger kan aangaan, zonder de toelating van zijn vader, van zijn moeder of zijn voogd, enerzijds, en anderzijds van de Kinderrechter van wie hij afhankelijk is. Deze toelating is niet nodig indien de minderjarige in vrijheid onder toezicht is. Ingeval gij, in het belang van de minderjarige, oordeelt een verbintenis, die zonder uw toéstemming aangegaan werd, te moeten doen verbreken, heb ik de eer u te verzoeken mij in het vervolg de aanyragen tôt verbreking toe te sturen. Mijn département zal de nodige stappen doen bij de bevoegde dienst van het Ministerie van Landsverdediging. Met de meeste hoogachting. Voor de Minister : De gemachtigde Directeur, PETIT.
KINDERBESCHERMING. H E T Z E N D E N V A N E E N JAARL1JKS I N D I V I D U E E L V E R S L A G OVER AL DE GEPLAATSTE MINDERJARIGEN. r
Dienst voor Kinderbescherming, 1° sect, n, 952/fî. Brussel, de 13 September 1948. Aan de heren Kinderrechters. Het gewijzigd artikel 30, § 2, van de Algemene Onderrichting van 24 September 1912, betreffende de uitvoering van de wet van 15 Mei 1912, schrijft voor : « Met het oog op de herleiding van de kosten welke de driejaarlijkse herziening van de door de kinderrechtbanken gewezen beschikkingen medebrengt, heeft het département zich aangesloten bij de door de Vereniging van Kinderrechters voorgestane oplossing, die er toe strekt de driejaarlijkse herziening te vervangen door jaarlijkse bezoeken van de kinderrechters aan hun uitbestede verpleegden. Na die bezoeken, zenden de magistraten een verslag aan het département. »
194
18 septembre 1948.
L'envoi d'un rapport annuel est, au surplus, déjà imposé par l'article 38 de la loi du 15 mai 1912, et l'article 34 de l'instruction générale susmentionnée prévoit l'emploi de la formule « O » pour la rédaction de ce rapport individuel. Les dispositions précitées de l'instruction générale sont parfaitement conciliables et peuvent se résumer à l'envoi unique d'un rapport annuel individuel sur tous les mineurs placés, soit dans un établissement de l'Etat, soit dans un établissement privé, soit chez un particulier. J'ai le regret de constater que ces instructions, à de très rares exceptions près, sont perdues de vue. Or, en ce qui concerne le rapport de visite tenant lieu de revision triennale, des rappels ont été effectués les 25 juin 1931, 20 mars 1936, 28 juillet 1939 et 14 juin 1946. Un seul magistrat transmet à' mon département un rapport individuel détaillé et circonstancié concernant chacun de ses pupilles. Cet intéressant document est glissé au dossier du mineur et s'avère très précieux pour l'administration. L'Union des Juges des Enfants n'ayant jamais manifesté l'intention de revenir sur la solution qu'elle a préconisée, je suis persuadé que les juges des enfants, auxquels l'administration ne fait jamais appel en vain, me feront parvenir régulièrement à l'avenir le document sollicité. Dans la négative, le retour pur et simple à l'application des dispositions de l'article 31, alinéa 2, de la loi du 15 mai 1912, ou l'adoption de nouvelles dispositions devraient être envisagés. Veuillez agréer, monsieur le Juge des Enfants, l'assurance de ma considération distinguée. Pour le Ministre : Le Directeur délégué, PETIT.
BAUX A L O V E R . — ARRÊTÉ MINISTÉRIEL INSTITUANT U N E COMMISSION D E R E V I S I O N DES D I S P O S I T I O N S E X C E P T I O N N E L L E S E N M A T I È R E D E B A U X A L O Y E R .
5 dir. g é n , 2" sect, litt. L, n" 2634/X1. e
Bruxelles, le 18 septembre 1948. Le Ministre de la Justice, Considérant que l'évolution de la situation en matière de logement impose un nouvel examen de la législation exceptionnelle en matière de baux à loyer; •Considérant que le parlement a exprimé le v œ u de voir constituer une commission composée de membres des deux chambres chargés d'élaborer un-avantprojet de loi en la matière; Arrête : Article 1 . Il est institué une commission chargée de soumettre au Ministre de la Justice un avant-projet de loi modifiant et complétant les dispositions législatives exceptionnelles en matière de baux à loyer. er
Art. 2. L a commission est composée comme suit : Président : M . H . Rolin, président du Sénat; Vice-président : M . J. Joris, vice-président de la Chambre des représentants; Membres : M M . R. Ancot, |. Fonteyne, A . Kluyskens, A . Lilar, C. Lohest, E."Ronse, W . Van Remoortel, sénateurs; M M . A. De Gryse, C. Heger, J. Hossey, G. Housiaux, Ch. Janssens, M . Philippart, J. Terfve, membres de la Chambre des représentants; Secrétaire : M . G . Lowies, attaché à l'administration de la Législation au Ministère de la Justice. Art. 3. La commission s'entoure de tous avis qu'elle estime utile. Art. 4. Les mandats des membres et secrétaire de la commission sont gratuits. P.
STRUYE.
18 September 1948.
195
Het zenden van een jaarlijks verslag is daarenboven reeds opgelegd door artikel 38 van de wet van 15 Mei 1912, en artikel 34 van de hoger vermelde Algemene Onderrichting voorziet het gebruik van het formulier « U » voor het opstellen van dit individueel verslag. De hogervermelde beschikkingen van de Algemene Onderrichting zijn volstrekt verenigbaar, en kunnen samengevat worden door één enkel jaarlijks individueel verslag over al de geplaatste minderjarigen, hetzij in een Rijksopvoedingsgesticht, hetzij in een privaat opvoedingsgesticht hetzij bij een particulier. Het spijt mij vast te stellen dat deze onderrichtingen, op enkele grote uitzonderingen na, uit het oog verloren worden. Nochtans werd aan het verslag over het bezoek dat de driejaarlijkse herziening vervangt herinnerd, door de omzendbrieven van 25 juni 1931, 20 Maart 1936, 28 Juli 1939, en 14 Juni 1946. Een enkel magistraat zendt aan mijn département een individueel, uitvoerig en omstandig verslag betreffende ieder zijner beschermelingen. Dit belangrijk document wordt gestort in het dossier van de minderjarige, en blijkt van groot belang voor de administratie. Daar de Vereniging van Kinderrechters nooit de mening geuit heeft op haar beschikking terug- te komen die zij aanbevolen heeft, ben ik overtuigd dat de kinderrechters op wie de administratie nooit tevergeefs 'beroep gedaan heeft, mij in het vervolg regelmatig het gevraagde document zullen toezenden. Zo niet, zou men gewoonweg dienen terug te keren tôt de toepassing van artikel 30, alinéa 2, van de wet van 15 Mei 1912, of zouden nieuwe toepassingsbeschikkingen onder het oog moeten genomen worden. Voor de Minister : De gemachtigde Directeur, PETIT.
HUISHUUR. — MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE OPRICHTING VAN EEN COMMISSIE V O O R D E H E R Z I E N I N G V A N D E U I T Z O N D E R I N G S B E P A L I N G E N 1N Z A K E H U I S H U U R .
5" alg. d i r , 2 ' sect, litt. L., n'' 2634/XI. Brussel, de 18 September 1948. De Minister van Justifie. Overwegende dat de ontwikkcling van de toestand in zake huisvesting een nieuw onderzoek van de uitzonderingswetgeving in zake huishutir noodzakelijk maakt; Overwegende dat het parlement de wens heeft uitgedrukt een commissie te zien samenstellen, bestaande uit leden van de twee kamers, die tôt opdracht zou hebben een voorontwerp van wet ter zake op te maken; Besluit : Artikel 1. Een commissie is opgericht die tôt opdracht heeft aan de Minister van Justifie een voorontwerp van wet tôt wijziging en aanvulling van de wetgevende ùitzonderingsbepalingen in zake huishuur voor te leggen. Art. 2. De commissie is als volgt samengesteld : Voorzitter ; de heer H. Rolin, voorzitter van de Senaat; Ondervoorzitter : de heer J. Joris, ondervoorzitter van de Kamer der volksvertegenwoordigers; Leden : de heren R. Ancot, J. Fonteyne, A. Kluyskens, A. Lilar, C. Lohest, E. Ronse, W . Van Remoortel, senaforen; de heren A. De Gryse, C. Heger, |. Hossey, G . Housiaux, Ch. Janssens, M . Philippart, J. Terfve, leden van de Kamer der volksvertegen woordigers ; Secretaris : de heer G. Lowies, verbonden aan het Bestuur der Wetgeving bij het Ministerie van Justifie. Art. 3. De commissie wint aile adviezen in die zij nuttig acht. Art. 4. De mandaten van de leden en de secretaris der commissie worden niet bezoldigd. P.
STRUVE.
196
20 septembre
1948.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — TRANEÉREMENT D E DÉTENUS.
2" dir. gén., l " sect, 1" bureau, litt. B, n" 563, annexe : 1. r
Bruxelles, le 20 septembre 1948. Informé M M . les Directeurs des •établissements pénitentiaires, que dorénavant il y aura lieu, à la réception d'un réquisitoire ide transfèrement par extraordinaire, de demander téléphoniquement au magistrat qui requiert, si ce transfèrement doit absolument se faire par extraordinaire ou si 'le détenu peut être transporté par le camion arrivant à , le En vue de ne pas retarder le transfèrement, il conviendra de veiller à ce que les bijoux et l'argent soient remis aux détenus avant l'arrivée du camion. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
1
A partir du l ' ' octobre prochain, le tableau des transfèrements de détenus en vigueur depuis le 1" octobre 1947. sera remplacé par le tableau ci-après : Jour.
Départ de
et 4° lundi Bruxelles . . . . du mois. Saint-Vith . . . . Verviers Liège Bruxelles . . . . Lundi,
Lundi.
Forest Louvain Malines Anvers Malines Louvain Bruxelles Forest Malines Anvers Beverloo Malines Bruxelles
....
Heure d'arrivée 11 15 16 19
h. h. h. h.
45 15 35 30
8 9 10 13 14 16
h. h. h. h. h. h.
30 45 45 30 30
8 9 12 16 17 18
h. h. h. h. h. h.
30 30 15 15
e
et 3 lundi Forest du mois. Namur Saint-Hubert ... Arlon Mardi.
Mardi.
Forest Nivelles . . . . Charleroi Charleroi . . . . Nivelles Forest Forest Gand Bruges Bruges Gand Forest
9 h. 11 h. 30 , 16 h.
8 h. 30 9 h. 30 11 h. 12 h. 15 9 h. 30 10 h. 45 14 h. 30 17 h.
Heure de départ 6 13 15 16
h. h. h. h.
7 9 10 12 13 15
h. 30 h. h. h. 45 h. 45 h.
7 8 10 14 16 17
h. h. h. h. h. h.
45 15 50 50
Au cas où le 2 ou le 4 lundi serait un jour férié, le transfert aurait lieu le lundi snivant. e
e
30 45 30 30
7 h. 30 9 h. 30 13 h. 30
Au cas où le 1" ou le 3° lundi serait un jour férié, le transfert aurait lieu le 2 ou le ' 4" lundi. e
7 h. 30 8 h. 45 10 h. 30 11 h. 15 7 h. 30 9 h. 45 13 h. 15 14 h. 45
20 September 1948.
197
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. — OVERBRENGING VAN GEDETINEERDEN.
T alg. dir., I sect, I bureel, litt. B, n 563, bijlage : 1. e
e
r
Brussel, de 20 September 1948. De heren Bestuurders van de strafinrichtingen, wordt bericht, dat bij ontvangst van een bevel van buitengewone overbrenging, aan de magistraat die daarom verzocht, telephonisch dient gevraagd of de overbrenging volstrekt moet plaats hebben zoals aangeduid ofwel of de gedetineerde mag overgebracht worden per camion, aankomende te , de Om de overbrengingen niet te vertragen moeten de juwelen en het geld afgegeven worden aan de gedetineerden vôôr de aankomst van de camion. Voor de Minister : De Directeur-generaal, J.
DUPRÉEL.
Van 1 October af zal de tabel der overbrengingen van gedetineerden, in voege sedert 1 October 1947, door voigende tabel vervangen worden : Vertrek van
Dag. e
e
2 en 4 Maandag der maand.
Maandag.
Maandag.
e
1° en 3 Maandag der maand.
Dinsdag.
Dinsdag.
Brussel St-Vith Verviers Luik Brussel
van
. . . . . .
! .
. .
Uur Uur aankomst. van vertrek.
.
11 15 16 19
u. u. u. u.
45 15 35 30
Vorst . . . . Leuven . . Mechelen . . Antwerpen . Mechelen . . . . Leuven . . . . Brussel . .
8 9 10 13 14 16
u. u. u. u. u. u.
30 45 45 30 30
Vorst . . . . Mechelen . . Antwerpen . Béverloo . . Antwerpen . Mechelen . . Brussel....
8 u. 30 9 u. 30 12 u. 16 u. 17 u. 15 18 u. 15
Vorst . . Namen . . St-Hubert Aarlen . .
9 u. 11 u. 30 16 u.
Vorst . . Nijvel . . Charleroi Nijvel . . Vorst . . Vorst . Gent . Brugge Gent . Vorst .
.. .. . .. . ..
.. .. . . .. ..
. .. . .. . .. .. . .. . .
8 u. 30 9 u. 30 11 u. 12 u. 15 9 10 14 17
u. 30 u. 45 u. 30 u.
6 13 15 16
u. u. u. u.
7 9 10 12 13 15
45 15 50 50
e
Ingeval de 2 of de 4° Maandag een feestdag is, zal de overbrenging de daarop voigende Maandag plaats hebben.
u. 30 u. u. u. 45 u. 45 u.
7 u. 8 u. 10 u. 14 u. 16 u. 17 u.
30 45 30 30
7 u. 30 9 u. 30 13 u. 30
-
e
Ingeval de 1 of de 3 Maandag een feestdag is, zal de overbrenging de 2 of de 4 Maandag plaats hebben. e
e
e
7 u. 30 8 u. 45 10 u. 30 11 u. 15 7 9 13 14
u. u. u. u.
30 45 15 45
20 septembre 1948.
198
Jour. Mardi.
1
er
Départ de Forest Termonde . . . . Gand Audenarde . . . Audenarde . . . Gand
Heure d'arrivée
8 h. 30 9 h. 45 11 h. 30
Mercredi.
Mercredi.
Mercredi.
leudi.
Jeudi.
leudi.
7 h. 30 8 h. 45 10 h. 13 h. 30
Eventuellement : Ruiselede s'il y a des détenus.
7 h. 30 10 h. 30 14 h. 30
Au cas où le 1" ou le 3° mardi serait un jour férié, le transfert aurait lieu le 2" ou 4" mardi.
15 h.
e
et 3 mardiArlon du moi. Saint-Hubert ... Namur Bruxelles . . . .
Heure de départ
10 h. 12 h. 30 16 h.
Forest Mons Quévy Mons. ' Forest
9 10 13 15
nh. h. 15 h. 15
Forest Tournai Courtrai Audenarde . . . Forest
9 11 14 16
h. 30 h. h. h. 15
Gand Bruges Courtrai Bruges Gand
8 10 14 15
h. h. h. h.
Ypres Courtrai Ypres
11 h. 13 h. 45
Forest Merksplas. . . . Esschen Anvers Bruxelles . . . .
9 13 14 17
30 30 15 45
h. 30 h. h. 30 h.
Forest Malines Anvers Worteil-Hoogsi. Merksplas. . . . Anvers Malines. Forest
12 15 16 18
h. h. 30 h. 45 h.
Forest Louvain Namur Dînant Namur Huy Liège
o 10 11 12 15 16
n. J U h. 15 h. 45 h. 45 h. 30 h. 45
8 h. 30 9 h. 45
7 9 12 13
h. h. h. h.
30 30 45 45
7 10 13 14
h. 30 h. h. h. 15
7 9 13 14
h. 30 h. 15 h. h. 45
10 h. 12 h. 45 7 12 13 15
h. 30 h. h. 20 h. 30
7 9 10 11 14 16 17
h. 30 h. h. 15 h. 45 h. h. h.
7 9 10 12 14 15
. 30 h. 45 h. h. 45 h. 45
199
20 September 1948. Vertrek van
Dag.
van
Uur Uur aankomst. van vertrek.
Vorst Dendermonde Gent Audenaarde . Gent
8 9 Il 15
I en 3 Dinsdag der maand.
Aarlen . . St-Hubert. Namen . . Brussel. .
.. , .. ..
10 u. 12 u. 30 16 u.
Woensdag.
Vorst . . Bergen . . Quévy . . Bergen . . Vorst . .
.. .. .. .. ..
9 10 13 15
u. u. u. 15 u. 15
Woensdag.
Gent . . . . Doornik . . Kortrijk . . Audenaarde Vorst . . . .
9 11 14 16
u. 30 u. u. u. 15
Woensdag.
Vorst . Brugge . Kortrijk Brugge . Gent .
8 10 14 15
u. u. u. u.
leper Kortrijk . . . leper
I l u. 13 u. 45
Vorst Merksplas . . Esschen . . . Antwerpen . Brussel . . .
9 13 14 17
Dinsdag.
e
e
Donderdag.
Donderdag.
Donderdag.
u. 30 u. 45 u. 30 u.
30 30 15 45
u. 30 u. u. 30 u.
Vorst Mechelen . . Antwerpen . Wortel-Hoogs Merksplas .*. Antwerpen . Mechelen . . Vorst . . . . .
12 15 16 18
u. u. 30 u. n. 45 u.
Vorst Leuven Namen . . . . Dinant Namen Hoei Luik
8 10 11 12 15 16
u. u. u. u. u. u.
8 u. 30 9 u. 45
30 15 45 45 30 45
7 8 10 13
u. 30 u. 45 u. u. 30
7 u. 30 10 u. 30 14 u. 30
Gebeurlijk over Ruiselede, ingeval er gedetineerden zijn. e
Ingeval de 1 of de 3 Dinsdag een feestdag is, zal de overbrenging de 2 of de 4 Dinsdag plaats hebben. e
e
e
30 30 45 45
7 9 12 13
u. u. u. u.
7 10 13 14
u. 30 u. u. u. 15
7 9 13 14
u. 30 u. 15 u. u. 45
10 u. 12 u. 45 7 12 13 15
u. 30 u. u. 20 u. 30
7 9 10 11 14 16 17
u. 30 u. u. 15 u. 45 u. u. u.
7 9 10 12 14 15
u. u. u. u. u. u.
30 45 45 45
200
20 septembre 1948.
Jour. Jeudi.
Jeudi.
Départ de Gand Anvers Turnhout . . . . Merksrjlas. . . . Turnhout . . . . Anvers Gand Termonde . . . . Forest
9 10 11 13 14 16 18 19
h. h. h. h. h. h. h. h.
15 30 30
Huy Bruxelles
10 11 14 16 18
h. h. h. h. h.
15 45 45 15
Forest Namur Marneffe Huy Marneffe Namur Forest
9 10 11 12 14 16
h. h. 15 h. h. h. 45 h. 45
Vendredi.
....
8 10 11 14 16
h. h. h. h. h.
30 15 30 45 30
Vendredi.
....
8 9 10 11 14 15 16
h. h. h. h. h. h. h.
15 15 30 45 30 30 15
Samedi.
9 10 12 14
h. h. h. 30 h. 30
Samedi.
30
Forest Louvain Hasselt Beverloo Louvain Forest Liège Tongres Reckem Hasselt Beverloo Hasselt Tongres Liège Bruxelles Mons Quévy Mons Bruxelles Liège Huy Namur Forest
.... ....
Heure de départ 7 9 10 13 13 15 17 18
h. h. h. h. h. h. h. h.
7 10 13 15 16
h. h. h. h. h.
30 45 45 15 30
7 9 10 11 14 15
h. h. h. h. h. h.
30 30 30 15
7 9 10 13 15
h. h. h. h. h.
30
7 8 9 10 13 14 15
h. h. h: h. h. h. h.
30 30 30 45 45 45 45
7 9 12 13
h. 30 h. 30 h. h.
30 30 45 30 30
35
Bruxelles Verviers
Vendredi.
Heure d'arrivée
....
8 h. 45 10 h. 12 h.
30 30 15
7 h. 30 9 h. 10 h. 15
20 September 1948.
Dag. Donderdag
Donderdag.
Vrijdag.
Vrijdag.
Vrijdag.
Zaterdag.
Zaterdag.
Vertrek van Brussel . Luik . . Verviers . Luik . . Hoei . . Brussel . .
van . . . . . .
Uur Uur aankomst. van vertrek. 10 11 14 16 18
u. u. u. u. u.
Gent Antwerpen . Turnhout . . . iMerksplas . Turnhout . . Antwerpen . Gent Dendermonde Vorst
9 10 11 13 14 16 18 19
u. u. 30 u. u. 15 u. 30 11. 30 u. u. 35
Vorst Namen . . . . iVlarneffe . . . Hoei Marneffe . . Namen Vorst
9 40 11 12 14 16
u. u. 15 u. u. u. 45 u. 45
Vorst Leuven Hasselt Béverloo . . Leuven Vorst
8 10 11 14 16
u. u. u. u. u.
30 15 3045 30
Luik . Tongeren . . . Rekem Hasselt Béverloo . . . . Hasselt Tongeren . . . Luik
8 9 10 11 14 15 16
u. u. u. u. u. u. u.
15 15 30 45 30 30 15
Brussel . . . . Bergen Quévy Bergen Brussel . . . .
9 10 12 14
u. u. u. 30 u. 30
Luik Hoei Namen Vorst
8 u. 45 10 u. 12 u.
. . . .
15 45 45 15
7 10 13 15 16
u. u. u. u. u.
30 46 45 15 30
7 9 10 13 13 15 17 18
u. u. u. u. u. u. u. u.
30 30 45
7 9 10 11 14 15
30 30
u. 30 30 u. 30 u. 15 u. u. II.
7 9 10 13 15
u. u. u. u. u.
30
7 8 9 10 13 14 15
u. u. u. u. u. u. u.
30 30 30 45 45 45 45
7 9 12 13
u. 30 u. 30 u. u.
30 30 15
7 u. 30 9 u. 10 u. 45
21-23 septembre 1948.
202
PAROISSE-SUCCURSALE. — ÉRECTION. — CHAPELLENIE. — SUPPRESSION (1). Adm. des cultes, D. L. F , 2" sect, n" 23990S! 21 septembre 1948. — Un arrêté du Régent : 1° érige la partie occidentale du hameau d'Oppem à Wezembeek-Oppem en paroisse-succursale sous le vocable de Saint-Joseph. Cette paroisse est circonscrite, à partir de la limite séparative des communes de Wezembeek-Oppem et de Kraainem, par : la rue Landrain, les deux côtés inclusivement, A - B ; l'axe du pont du chemin de fer de Bruxelles à Tervuren, B - C ; l'avenue des Vignes, les deux côtés inclusivement, C - D ; une ligne oblique j u s q u ' à l'axe de la rue J. De Keyser, D - E ; l'axe de cette rue, E - F ; l'axe de la rue Hernalsteen, F - F ' ; te chemin d'Oppem, les deux côtés inclusivement, F ' - G ; la rue Hard, les deux côtés inclusivement, G - G ' ; l'axe de la chaussée de-Malines, G ' - H ; la limite séparative des communes de Wezembeek-Oppem et de Kraainem, H - A ; conformément au plan annexé au dit a r r ê t é ; 2° supprime la chapellenie Saint-Paul, érigée par a r r ê t é royal du 17 octobre 1938, au hameau d'Oppem à Wezembeek-Oppem.
DOCUMENTATION EN MATIÈRE DE DÉCHÉANCE DES DROITS PRÉVUS A L'ARTICLE 123SEXTIES DU CODE PÉNAL. APPLICATION DE LA LOI DU 14 JUIN 1948.
,
Secré. gén. Casier judiciaire central. Litt. C . / , n" 110D2. Bruxelles, le 23 septembre 1948. r A MM. les Procureurs généraux
(Bruxelles,
Gand,
Liège).
Aux termes de ma circulaire du 21 janvier 1947, casier judiciaire n° 110O, mon département doit être informé de toute décision emportant déchéance de tout ou partie des droits prévus à l'article \23sexties du, Code pénal, dès que cette décision est devenue définitive. P a r son article 15, la loi du 14 juin 1948, relative à l'épuration civique, a permis aux personnes qui, antérieurement à son entrée en vigueur, ont encouru cette déchéance en vertu des articles 1, 2 et 3 de l'arrêté-loi du 19 septembre 1945 ou avaient encouru une condamnation à une peine correctionnelle à laquelle elle était attachée, d'en demander la suppression ou la limitation. 11 importe que mon département soit informé de toute décision définitive intervenue à la suite des recours introduits sur pied du dit article 15, tant par les personnes qui avaient été déchues de plein droit en vertu de l'article 1", alinéas l ' et 2, de l'arrêté-loi du 19 septembre 1945, que par celles qui ont été inscrites sur les listes des auditeurs militaires ou condamnées à une peine correctionnelle pour crime ou délit contre la sûreté extérieure de l'Etat. Les formules des bulletins de condamnations actuellement en usage, conformément à ma circulaire du 23 février 1940 (Recueil, p. 40),' seront utilisées à cette fin par M M . les greffiers. L a durée de la déchéance et l'indication des droits dont les intéressés sont déchus, le motif de la déchance, les dispositions légales appliquées et la date à laquelle ou la période pendant laquelle les faits ont été commis devront y figurer d'une façon précise. Il conviendra de porter en tête de ces formules la mention ' « Epuration civique. Déchéance de droits civils et politiques ». Pour éviter qu'on ne doive recommencer ultérieurement ce travail, aux fins de constituer la documentation nécessaire au casier civil dont la création est envisagée, les bulletins seront établis en double exemplaire ainsi que les inventaires et transmis à l'adresse suivante : Ministère de la Justice, Statistique judiciaire, place Poelaert, n° 4. r
(1) Moniteur belge, 1948. n° 276.
21-23 September 1948.
203
HULPPAROCHIE. — OPRICHTING. — KAPELANIJ. — AFSCHAFFING (1). r
Best, der E . G . S. L , 2' sect., n 239906. 21 September 1948. — Bij besluit van de Regent is : 1° het westelijk gedeelte van het gehucht Oppem te Wezembeek-Oppem opgericht tôt hulpparochie, onder de aanroeping van de H . Jozef. Deze parochie is begrensd, te beginnen van de grensscheiding tussen de gemeenten Wezembeek-Oppem en Kraainem, door : de Landrainstraat, de beide zijden inbegrepen, A - B ; de as van de brug over de spoorweg van Brussel naar Tervuren, B - C ; de Wijngaardlaan, de beide zijden inbegrepen, C - D ; een schuine lijn tôt aan de as van de J. De Keyserstraat, D - E ; de as van deze straat, E - F ; de as van de Hernalsteenstraat, F - F ' ; de Oppemse bosweg, de beide zijden inbegrepen, F ' - G ; de Hardstraat, de beide zijden inbegrepen, G - G ' ; de as van de steenweg op Mechelen, G ' - H ; de grensscheiding tussen de gemeenten "Wezembeek-Oppem en Kraainem, H - A ; overeenkomstig het bij dit besluit'gevoegd plan; 2" de kapelanij van de H . Paulus op het gehucht Oppem te WezembeekOppem, opgericht bij koninklijk besluit van 17 October 1938, afgeschaft.
DOCUMENTAT!E IN ZAKE VERVAL VAN DE BIJ ARTIKEL 1 2 3 S E X T I E S •VAN HET WETBOEK Van STRAFRECHT VOORZIENE RECHTEN. TOEPASSING VAN DE WET VAN 14 JUNI 1948. r
A l g . secr. Centraal strafregister. Litt. C . /., n 110D2. Brussel, de 23 September 1948. Aan de heren Procureurs-Generaal bij de Hoven van beroep (Brussel, Gent, Luik). Naar luid van mijn omzendbrief van 21 Januari 1947, strafregister, n 110£>, moet mijn département worden ingelicht over elke beslissing die gehele of gedeeltelijke vervallenverklaring van de bij artikel 123scjrr/es van het Wetboek van Strafrecht voorziene rechten voor gevolg heeft, zodra deze beslissing definitièf geworden is. De wet van 14 Juni 1948 betreffende de epuratie in zake burgertrouw heeft, door haar artikel 15, aan de personen die, vôôr haar inwerkingtreding, krachtens de artikelen 1, 2 en 3 van de besluitwet van 19 September 1945, die vervallenverklaring hebben opgelopen of die een veroordeling tôt een correctionele straf hadden opgelopen waaraan die vervallenverklaring was verbonden, gelegenheid gegeven om de opheffing of de beperking van aan te vragen. Het is van belang dat mijn département ingelicht wordt over elke definitieve beslissing getroffen ingevolge een beroep dat op grond van bedoeld artikel 15 werd ingesteld, zowel door de personen die, krachtens artikel 1, eerste en tweede alinea's van de besluitwet van 19 September 1945, van rechtswege vervallen werden verklaard als door degenen die op de lijsten van de krijgsauditeurs werden ingeschreven of tôt een correctionele straf werden veroordeeld wegens een misdaad of wanbedrijf tegen de uitwendige veiligheid van de Staat. De formulieren van de veroordelingsbulletins, die overeenkomstig mijn omzendbrief van 23 Februari 1940 (Verzameling, blz. 40) thans in gebruik zijn, dienen te dien einde door de heren griffiers te worden gebezigd. De duur van het verval en de rechten, waarvan de betrokkenen vervallen verklaard zijn, de reden van de vervallenverklaring, de toegepaste wetsbepalingen en de datum waarop of de période gedurende welke de feiten bedreven werden, moeten er op nauwkeurige wijze op vermeld worden. Op die formulieren moet bovenaan de vermelding « Epuratie in zake burgertrouw. Verval van de burgerlijke en politieke rechten » aangebracht worden. Om te vermijden dat dit werk achteraf moet herbegonnen worden om de nodige docunientatie samen te brengen voor het burgerlijk strafregister, waarvan de oprichting onder ogen wordt genomen, dienen dé bulletins, evenals de inventarissen, in duplo opgemaakt en moeten zij toegestuurd worden aan het volgend adres : Ministerie van Justifie, Gerechtelijke statistiek, Poelaertplein, n 4.' r
r
(1) Belgisch Staatsblad
1948, n' 276.
204
27 septembre 1948.
je signale à votre attention que les prescriptions de ma circulaire du 21 janvier 1947 restent applicables à toutes les autres décisions qui seront prises par application de la loi du 14 juin 1948. Le 13" du verso des formulaires pour demandes d'extrait du casier judiciaire sera libellé comme suit : « Déchéance de droits civils et politiques par application de l'arrêté-loi du 19 septembre 1945 et de la loi du 14 juin 1948. » Je vous prie, Monsieur le Procureur général, de vouloir bien donner toutes instructions utiles aux autorités judiciaires sous vos ordres. Poiir le Ministre : Pour le Secrétaire général, absent, L'Administrateur de la Sûreté publique, R. D E F O Y . P R I S O N S E T C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . — CONGÉS O F F I C I E L S . e
e
2 dir. gén., 3 sect, 1" b u r , litt. D , n» 1002. Bruxelles, le 27 septembre 1948. Transmis pour disposition à M M . les Directeurs des prisons et des centres d'internement. • Pour le Ministre : Le Directeur délégué, A. M A S S A R T .
* MINISTÈRE
*
«
D U BUDGET.
Administration générale. Circulaire n° 217, D / M H - 2 6 2 / 0 1 . C. D. 219.1. Bruxelles, le 18 septembre 1948. Monsieur le Ministre, Objet : Congés officiels. En vertu de décisions prises antérieurement par le Conseil des Ministres, la liste des congés officiels s'établit comme suit pour tout le personnel de l'Etat occupé dans les administrations centrales et services assimilés : 1 janvier; Lundi de P â q u e s ; 1'" mai; Ascension; Lundi de Pentecôte; 21 juillet (fête nationale); 22 juillet après-midi; . 15 août (Assomption); V " novembre (Toussaint); 2 novembre (Jour des Morts) ; 11 novembre (anniversaire de l'Armistice); 15 novembre (fête patronale du R o i ) ; 25 décembre (Noël); 26 décembre (lendemain de la Noël). En sa séance du 3 septembre 1948,. le Conseil des Ministres a décidé que, sauf en ce qui concerne le 22 juillet après-midi, le personnel des services extérieurs pourra d o r é n a v a n t jouir du même régime, sous réserve que les agents astreints à assurer leur service au cours des dits jours, pourront obtenir un congé de compensation à octroyer dans les mêmes conditions qu'un congé ordinaire de vacances. er
27 September 1948.
205
Ik vestig er uw aandacht op dat de voorschriften van mijn omzendbrief van 21 Januari 1947 van toepassing blijven op al de andere beslissingen die bij toepassing van de wet van 14 Juni 1948 zullen genomen worden. Het 13° van de kéerzijde der formulieren tôt aanvraag van een uittreksel uit het Strafregister moet als volgt luiden : « Verval van de burgerlijke en politieke rechten bij toepassing van de besluitwet van 19 September 1945 en van de wet van 14 Juni 1948. » 1k verzoek u, Mijnheer de Procureur-Generaal, aile nuttige onderrichtingen te willen geven aan de onder u staande gerechtelijke overheden. Voor de Minister : Voor de Secretaris-Generaal, afwezig : De Administrateur van de Openbare Veiligheid, R . DE F O Y .
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. — O F F I C I Ë L E VERLOFDAGEN. e
e
r
2" alg. dir., 3 sect, 3 b u r , n 1002D. Brussel, de 27 September 1948. Ter beschikking overgemaakt aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en van de interneringscentra. Voor de Minister : De gemachtigde Directeur, A.
*
MASSART.
*
MINISTERIE V A N BEGROTING.
Algemeen bestuur. r
Aanschrijving n 217, D / E V / 2 6 2 / 0 1 . D. I. 219.1. Brussel, 18 September 1948. Mijnheer de
Minister,
Betreft : Officiële verlofdagen. Krachtens vroeger door de Ministerraad genomen beslissingen doet de lijst der officiële verlofdagen voor het in de centrale besturen en daarmede gelijkgestelde diensten te werk gestelde personeel zich voor als volgt : 1 Januari; Pàasmaandag; 1 Mei; Hemelvaartsdag; Pinkstermaandag; 21 Juli (Nationale feestdag); 22 Juli, namiddag; 15 Augustus (Maria-Hemelvaart); 1 November (Allerheiligen); 2 November (Allerzieleh); 11 November (verjaardag van de wapenstilstand); 15 November (naamfeest van de Koning); 25 December (Kerstmis); 26 December (tweede Kerstdag). In vergadering van 3 September 1948, heeft de Ministerraad besloten dat behalve voor de namiddag van 22 Juli, het personeel der buitendiensten voortaan hetzelfde régime bekomt, met dit voorbehoud dat de personeelsleden die verplicht zijn hun dienst waar te nemen tijdens bewuste dagen een compensatieverlof kunnen verkrijgen dat hun verleend wordt onder dezelfde voorwaarden als een gewoon vacantieverlof.
206
29 septembre 1948.
Le Conseil des Ministres a, en outre, décidé que si les dits congés coïncident avec un dimanche, il est accordé congé le samedi. S'ils coïncident avec un samedi, il est accordé congé dès le vendredi après-midi. Cette règle n'est toutefois pas applicable au congé du 22 juillet après-midi. 11 reste entendu pour le surplus que les congés consécutifs aux jours fériés ne peuvent en aucun cas se succéder pendant trois jours. Le Ministre, par délégation, Le Secrétaire général, ED.-P.
ÉGLISE-ANNEXE. —
ÉRECTION
SEELDRAYERS.
(2).
Adm. des C. D. L. F , 2" sect, n" 30401. 29 septembre 1948. — Un a r r ê t é du Régent érige le hameau de Kattenbos à Lommel, en paroisse-succursale, sous le vocable du Saint-Sacrement.
ÉGLISE-ANNEXE. —
ÉRECTION
(1).
Adm. des C. D. L. F , 2' sect, n" 30437. 29 septembre 1948. — Un a r r ê t é du Régent érige l'oratoire de Eichem, à Appelterre-Eichem, en église-annexe ressortissant à l'église paroissiale-succursale Sainte-Gertrude en cette commune. PAROISSES-SUCCURSALES.
— MODIFICATIONS
DES C I R C O N S C R I P T I O N S
(1).
Adm. des C D . L. F , 2 sect, n" 11591. 29 septembre 1948. — U n a r r ê t é du Régent annexe à la paroisse-succursale de Jonckershove, à Woumen, la partie do ia paroisse-succursale Saint-Bavon à Merkem circonscrite, à partir du point de jonction des limites séparatives des communes de Woumen. d'Houthulst et de Merkem, par : la limite séparative des communes d'Houthulst et de Merkem, A - B ; l'axe du ruisseau dénommé « Corve'rbeek », j u s q u ' à la rue dite « Langemarkstraat », B - C ; l'axe de cette rue, C - D ; l'axe de la drève dénommée « Melaenedreef » jusqu'au chemin rural se dirigeant au nord vers la rue dite « Noordwallantstraat ». D - E ; l'axe de ce chemin rural jusqu'à la dite rue, E - F ; l'axe de la rue dite « Noordwallantstraat » jusqu'à la chaussée de Merkem, à |onckershove, F - G ; l'axe de cette chaussée jusqu'au prolongement du sentier débouchant entre les parcelles inscrites au cadastre, commune de Merksem. section C, n" '1646 et 5 0 1 £ , G - H ; l'axe de ce sentier en direction nodr j u s q u ' à limite séparative des communes de Merkem et de Woumen, H - l ; cette limite séparative, I-A, conformément au plan annexé au dit arrêté. s
DESTINÉS A U X MINEURS. C O U T D E LA J O U R N É E D ' E N T R E T I E N P E N D A N T L ' A N N É E 1948 e
e
(3).
4" dir. g é n , 2 sect, 2 bureau, n° 1424/48/3. Bruxelles, le 29 septembre 1948. C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume, A tous, présents et à venir, S A L U T . Vu les articles 10, 41, 42 et 43 de la loi du 15 mai 1912 sur la protection de l'enfance, qui imposent au domicile de secours de supporter, dans certains cas, la charge de la moitié des frais nécessités par l'entretien des enfants placés, par les autorités judiciaires, dans les établissements d'éducation de l'Etat, dans les institutions publiques ou privées ou chez des particuliers; (1) Moniteur belge, 1948, n° 284. (2) Moniteur belge, 1948, n° 280. (3) Moniteur belge, 1948. n" 289.
29 September 1948.
207
De Ministerraad heeft bovendien besloten dat bijaldien vorenbedoelde verlofdagen samenvallen met een Zondag, er op Zaterdag vrijaf gegeven wordt; vallen zij samen met een Zaterdag, dan wordt vrijaf verleend van Vrijdag-namiddag af. Deze regel is echter niet toepasselijk op het verlof van 22 Juli-namiddag. Het blijft een uitgemaakte zaak dat de verlofdagen naar aanleiding van de feestdagen geenszins over een ononderbroken termijn van drie dagen mogen lopen. De Minister, In opdracht : De Secretaris-Generaal, E D - P . SEELDRAYERS.
ANNEXEXERK. —
OPRICHTING
(2).
Best, der E. S. L. S , 2" sect, n ' 30401. 29 September 1948. — Bij besluit van de Regent is het gehucht Kattenbos, te Lommel, opgericht tôt hulpparochie, onder de aanroeping van het H . Sacrament.
ANNEXEKERK. —
OPRICHTING
(1). r
Best, der E . S. L. S , 2° sect, n 30487. 29 September 1948. - — Bij besluit van de Regent is de bildplaats van Eichem, te Appelterre-Eichem, opgericht tôt annexekerk afhangende van de hulpparochiekerk van de Heilige Gertrudis aldaar. HULPPAROCHIËN. — WIJZIGINGEN V A N DE GEBIEDSOMSCHRIJVINGEN
(1). r
Best, der E. G . L. S , 2" sect, n 11591. 29 September 1948. — Bij besluit van de Regent is aan de hulpparochie Jonckershove, te Woumen, «jehecht het gedeelte der hulpparochie van de H . Bavo, te Merkem, begrensd, vanaf het verbindingspunt der grenzen tussen de gemeenten Woumen, Houthulst en Merkem, door : de grensscheiding tussen de gemeenten Houthulst en Merkem, A - B ; de as van de Cor'verbeek tôt aan de Langemarkstraat, B - C ; de as van die straat, C - D ; de as van de Melaenedreef tôt aan de landweg, noordwaarts opgaande naar de Noordwallantstraat. D - E ; de as van die landweg tôt aan voornoemde straat, E - F ; de as van de Noordwallantstraat tôt aan de steenweg van Merkem naar Jonckershove, F - G ; de as van die steenweg tôt aan de verlenging van de voetwegel uitlopende tussen de percelen bekend ten kadaster, gemeente Merkem, sectie C, n \64b en 501 £ , G - H ; de as van die voetwegel in noordelijke richting tôt aan de grensscheiding tussen de gemeenten Merkem en Woumen, H.-I; die grensscheiding, l - A ; overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan. r s
R I J K S O P V O E D I N G S G E S T I C H T E N E N O P E N B A R E R I J K S I N S T E L L I N G E N V O O R .'.IINDERJARIGEN P R I J S V A N H E T O N D E R H O U D P E R DAG G E D U R E N D E H E T JAAR 19-18 .'3). r
4" alg. d i r , 2" sect, 2" bureel, n 1424/48/3. Brussel, de 29 September 1948. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, I I E I L . Gelet op de artikelen 10, 41, 42 en 43 der wet van 15 Mei 1912 op de kinderbescherming, waarbij aan de domicilicn van onderstand de last wordt opgelegd in bepaalde gevallen de helft van de kosten te dragen, veroorzaakt door het onderhoud der kinderen die door de rechteriijke overheden in de Rijksopvoedingsgestichten, in openbare of private instellingen werden geplaatst of bij private personen werden uitbesteed; (1) Belgisch Staatsblad, (2) Belgisch Staatsblad. (3) l'.eloisch Staatshlcd,
r
1948, n 2S4. 1948, n" 280. I94S, n 289. r
208
30 septembre
1948.
Vu l'arrêté royal du 31 mars 1921, érigeant ies écoles de bienfaisance pour filles et garçons en institutions publiques destinées à toutes catégories de mineurs dépendant de la loi du 15 mai 1912; Vu l'avis conforme de l'inspection du budget; Sur la proposition du Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et arrêtons : Article V. Le coût de la journée d'entretien, pendant l'année 1948, pour les personnes recueillies dans les établissements d'éducation et institutions publiques de l'Etat ressortissant à l'Office tde la protection de l'enfance, est fixé à soixante (60) francs pour les garçons et à septante-cinq (75) francs pour les filles. Art. 2. Le coût de la journée d'entretien, pendant • l'année 1948, pour les personnes recueillies à l'Asile-clinique et à l'Etablissement d'éducation de l'Etat pour jeunes filles, à Bruges, est fixé à quatre-vingt (80) francs; Le coût de la journée d'entretien des nourrissons recueillis à la pouponnière est fixé à vingt-cinq (25) francs. Art. 3. L a quote-part incombant aux domiciles»de secours, en remboursement du coût de la journée d'entretien, fixé pour 1948, sera majorée du taux de l'intérêt légal en matière civile, en cas de non-paiement à l'expiration du délai de quatrevingt-dix (90) jours après l'envoi, sous pli recommandé à la poste, de l'état des frais d'entretien. Le cas échéant, un compte spécial sera, à cet effet, adressé aux administrations débitrices. Art. 4. Il ne sera compté dans les établissements d'éducation et les institutions publiques de l'Etat susvisés qu'une journée pour le jour de l'entrée et celui de la sortie. Cette journée sera celle de l'entrée. Art. 5. Le Ministre de la Justice- est chargé de l'exécution du présent arrêté. CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, STRUYE.
PRISONS ET CENTRES D'INTERNEMENT. — RATIONNEMENT D U PAIN.
2" dir. gén., 3" sect, 3' bureau, litt. R, n" 1575/3. Bruxelles, le 30 septembre 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires, qu'en raison de l'augmentation de la ration de pain, prévue au tableau de rationnement pour le mois de septembre 1948, les instructions ci-après indiquées seront dorénavant appliquées : 1" Tout détenu ou interné chargé d'un travail pénible peut se faire envoyer par sa famille 3 timbres de pain n" 1 de 900 grammes et 1 timbFe n° 16 de 600 grammes par mois; 2" Les autres détenus ou internés peuvent recevoir 1 timbre n" 1 de 900 grammes par mois. L'entrée des timbres est notée sur une liste nominative spéciale. Le détenu signe en regard de son nom. à la réception du pain. L'achat et la distribution du pain se font aux jours déterminés par la Direction. La dépense est prise à charge de l'administration. Si la mise en vigueur de ces prescriptions entraînait de nouvelles difficultés, je vous saurais gré de m'en faire part. La présente circulaire abroge celle du 31 août 1948, litt. R, n" 1575/2. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
30 September 1948. Gelet op het koninklijk besluit van 31 Maart 1921 waarbij wordt bepaald dat de weldadigheidscholen voor jongens en meisjes openbare instellingen worden waar al de categorieën van minderjarigen die onder toepassing vallen van de wet van 15 Mei 1912, zullen geplaatst worden; Gezien het eensluidend advies van de begrotingsinspectie; Op de voordracht van de Minister van Justitie, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Artikel 1. De prijs van het onderhoud per dag gedurende het jaar 1948 voor de personen opgenomen in de Rijksopvoedingsgestichten en openbare Rijksinstellingen welke van de Dienst voor Kinderbescherming afhangen, is op zestig (60) frank voor de jongens en op vijf en zeventig (75) frank voor de meisjes vastgesteld'; Art. 2. De prijs van het onderhoud per dag gedurende het jaar 1948 van de personen opgenomen in het Kliniekgesticht en in het Rijksopvoedingsgesticht voor meisjes, te Brugge, is op tachtig (80) frank vastgesteld; De prijs van het onderhoud per dag voor de zuigelingen opgenomen in de zuigelingenafdeling is op vijf en twintig (25) frank vastgesteld. Art. 3. Het aandeel dat ten laste van de domiciliën van onderstand valt ter betaling van de prijs van het onderhoud per dag voor het jaar 1948, wordt met het bedrag van de wettelijken interest in burgerlijke zaken verhoogd indien het niet werd betaald negentig dagen na de toezending per aangetekende brief, van de staat van onderhoudskosten. Eventueel zal een afzonderlijke rekening te dien einde worden toegezonden aan de besturerv die niet hebben betaald. Art. 4. In boven bedoelde rijksopvoedingsgestichten en openbare rijksinstellingen wordt slechts een dag aangerekend voor de dag van de aankomst en dien van het vertrek. Bedoelde dag is de dag van de opneming. Art. 5. De Minister van Justifie is belast met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justitie, STRUVE.
GEVANGENISSEN E N INTERNERINGSCENTRA. —
BROODRANTSOEN. e
2" alg. d i r , 3" sect, 3 bureel, litt R, n" 1575/3. Brussel, de 30 September 1948. De heren Bestuurders van de strafinrichtingen worden ter kennis gebracht dat wegens vermeerdering van het rantsoen 'brood, voorzien in de rantsoeneringslijst voor de maand September 1948, de hierna aangeduide onderrichtingen voortaan toegepast zullen worden : 1" Ieder gedetineerde. of geïnterneerde, die zwaar werk te verrichten heeft, mag zich door zijn familie 2 broodzegels n' I van 9(',0 grammen en 1 zegel n 16 van 600 gramme per maand laten toezenden; 2" De overige gedetineerden of geïnterneerden mogen 1 zegel. n 1 van 900 gra iimen per maand ontvangen. Bij de aankomst worden de zegels op een bijzondere naamlijst genoteerd. De gedetineerde tekent tegenover zijn naam wanneer het brood hem overhandigd wordt. De aankoop en de verdeling van het brood geschieden op de door het bestuur bepaalde dagen. De uitgave komt ten laste van de administratie.Indien de uitvoering van deze voorschriften aanleiding zou.geven tôt nieuwe moeilijkheden, vraag ik u mij deze mede te delen. Door deze omzendbrief wordt die van 31 Augustus 1948, litt. R, n 1575/2, opgeheven. Voor de Minister : De Directeur-generaal, r
r
r
|.
DUPRÉEL.
30 septembre 1948. D É C È S . — L O I D U 20 A O U T 1948 R E L A T I V E A U X DÉCLARATIONS D E DÉCÈS ET D E PRÉSOMPTION D E DÉCÈS ET A L A T R A N S C R I P T I O N ET L A R E C T I F I C A T I O N DB •< C E R T A I N S - A C T E S D E D É C È S .
5" dir. g é n , 2" sect., L. 2535. Bruxelles, le 30 septembre 1948. A MM. les Procureurs Liège, Gand.
généraux
prés
les
Cours
d'appel à. Bruxelles,
Le Moniteur belge du 27 août écoulé contient le texte de la loi du 20 août 1948 relative aux déclarations de décès et de présomption de décès et à la transcription et la rectification administrative de certains actes de décès. Cette loi s'inspire en grandes lignes des dispositions antérieures sur la matière. Elle contient cependant certaines dispositions nouvelles dont l'intérêt ne vous aura pas échappé : . 1. Le nouveau texte constitue un retour aux règles ordinaires en matière de compétence. Le tribunal compétent pour déclarer le décès et l'officier de l'état civil compétent pour transcrire les jugements et actes sont ceux d u lieu du décès; si ce lieu est inconnu ou situé hors du royaume, le tribunal et l'officier de l'état civil du dernier domicile ou de la dernière résidence sont compétents; si ceux-ci sont également inconnus ou situés à l'étranger, le tribunal de Bruxelles et l'officier de l'état civil de Bruxelles, 1" district, sont compétents (art. 2, 6, 8 et 14). 2. Le ministère des avoués est facultatif (art. 2). 3. 11 existe, sous certaines conditions, une présomption légale de décès en faveur des personnes qui ont été d é t e n u e s ^ d a n s un camp de concentration ou d'extermination ennemi ou qui ont été arrêtées par l'ennemi et dont on est resté sans nouvelles (art. 4). 4. L a loi prévoit la possibilité de rendre des jugements collectifs de déclaration de décès; ces jugements sont transcrits par extraits sur les registres (art. 2 et 6). 5. Les jugements déclaratifs de décès, les actes visés à l'article 8 et les arrêtés ministériels rectifiant des actes de décès doivent être transcrits sur les registres courants. 11 n'est plus nécessaire d'en faire mention en marge des registres de. l'année et à la date du décès; il suffira d'en faire mention aux tables annuelles et décennales (art. 6). J
6. Les arrêtés ministériels déclarant une présomption de décès seront transmis par le ministre compétent et par l'intermédiaire du procureur du Roi à l'officier de l'état civil du dernier domicile ou de la dernière résidence; cet officier de l'état civil en fait mention dans les registres de population et avise, endéans les vingtquatre heures, le juge de paix, conformément aux dispositions de l'article 79 du Code civil, complété par l'article 11 de. la loi du 16 décembre 1851 (art. 12). 7. Les arrêtés ministériels rectifiant des actes de décès tiendront lieu d'actes de l'état civil; ils ne sortent cependant -leurs effets qu'à partir de la transcription (art. 13 et 14). Vous aurez l'attention attirée sur ce que la rectification administrative ne peut intervenir qu'avant la transcription de l'acte et, qu'en conséquence, les actes déjà transcrits ne devront plus, comme c'était le cas, être transmis au Ministre de la Reconstruction mais pourront éventuellement faire l'objet d'il ne rectification judiciaire. 8. Le procureur du Roi peut requérir le concours des services du Ministre compétent en vue de la communication de tous les renseignements et copies de documents qu'il juge utiles (art. 15).
y.i
30 September 1948.
O V E R L I J D E N . — W E T V A N 20 AUGUSTUS 1948 B E T R E F F E N D E D E VERKLARINGEN V A N O V E N L I J D E N E N VAN VERMOEDELIJK O V E R L I J D E N , ALSMEDE B E T R E F F E N D E D E OVERSCHRIJVING EN DE A D M I N I S T R A T I V E VERBETERING VAN SOMMIGE A K T E N V A N OVERLIJDEN. e
. 5' alg. dir., 2 sect, L . 2535. Brussel, de 30 September 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal Gent, Luik.. .
bij de Hoven van beroep le
Brussel,
Het Belgisch Staatsblad van 27 Augustus j . 1. publiceert de wet van 20 Augustus 1948 betreffende de verklaringen van overlijden en van vermoedelijk overlijden, alsmede betreffende de overschrijving en de administrative verbetering van sommige akten van overlijden. Deze wet sluit in grote lijnen aan bij de voorheen ter zake geldende beschikkingen. Zij bevat nochtans sommige nieuwe bepalingen waarvan het belang u zeker niet zal ontgaan zijn : 1. De nieuwe tekst keert terug tôt de gewone regelen in zake bevoegdheid. De bevoegde rechtbank om het overlijden vast te stellen en de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand om de vonnissen en akten over te schrijven zijn die van de plaats van het overlijden; is die plaats onbekend of buiten het Rijk gelegen, dan zijn de rechtbank en de ambtenaar van de laatste woon- of verblijfplaats bevoegd; zijn ook deze piaatsen onbekend of in het buitenland gelegen, dan zijn de rechtbank van Brussel en de ambtenaar van de burgerlijke stand van Brussel, 1" district, bevoegd (art. 2, 6, 8 en 14). 2. De bijstand van pleitbezorgers is vrij (art. 2). 3. Er bestaat, onder sommige voorwaarden, een wettelijk vermoeden van overlijden ten gunste van de personen die in een vijandelijk concentratie- of uitroéiingskamp werden gedetineerd of die door de vijand werden aangehouden en betreffende dewelke men zonder nieuws gebleven is (art. 4). 4. De wet voorziet de mogelijkheid van collectieve vonnissen tôt verklaring van overlijden; deze vonnissen worden bij uittreksels in de registers overgeschreven (art. 2 en 6). 5. De vonnissen tôt verklaring van overlijden, de akten bedoeld bij artikel 8 en de ministeriële besluiten tôt verbetering ener ovèrlijdensakte dienen overgeschreven te worden in de lopende registers. Het is niet meer nodig melding er van te maken op de kant der registers van het jaar, op de datum van het overlijden; het volstaat er melding van te maken in de jaarlijkse en tienjaarlijkse tabellen (art. 6). 6. De ministeriële besluiten tôt verklaring van vermoedelijk overlijden worden door de bevoegde minister en door tussenkomst van de procureur des Konings overgemaakt aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de laatste woonof verblijfplaats; deze ambtenaar van de burgerlijke stand maakt er melding van in de bevolkingsregisters en verwittigt, binnen de vier en twintig uren, de vrederechter overeenkomstig de bepalingen van artikel 79 van het Burgerlijk Wetboek aangevuld door artikel 11 van de wet van 16 December 1851 (art. 12). 7. De ministeriële besluiten tôt verbetering ener ovèrlijdensakte gelden als akten van de burgerlijke stand; zij hebben echter pas uitwerking van af hun overschrijving (art. 13 en 14). Heî zal u niet ontgaan dat de administratieve verbetering moet tussenbeide komen voor de overschrijving der akte en dat bijgevolg de reeds overgeschreven akten niet meer, zoals voorheen, aan de heer Minister van Wederopbouw dienen overgemaakt te worden; zij kunnen eventueel het voorwerp uitmaken van een rechterlijke verbetering. 8. De procureur des Konings kan. met het oog op de mededeling van aile inlichtingen en afschriften van bescheiden die hij nuttig acht, de medewerking vorderen van de diensten van de bevoegde minister (art. 15).
212
30 septembre 1948.
La loi du 20 août 1948 contient ainsi des dispositions tendant à activer et faciliter l'instruction des demandes en déclaration d e d é c è s et à organiser efficacement la publicité des décisions qui interviendront. Je vous prie de bien vouloir donner les instructions nécessaires à M M . les procureurs du Roi de votre ressort pour qu'ils fassent toutes diligences aux fins de saisir d'urgence les tribunaux des demandes de déclarations de décès, qu'ils estimeraient devoir poursuivre d'office et pour que dans la mesure du possible ils donnent une priorité à l'instruction des requêtes dont ils seraient saisis et insistent auprès dès tribunaux pour qu'ils considèrent ces actions comme urgentes. Par ailleurs, je vous saurais gré de bien vouloir veiller à une exécution ponctuelle des nouvelles dispositions par les officiers de l'état civil. -
Le Ministre, STRUYE.
P R O T E C T I O N D E L ' E N F A N C E . — C O N D I T I O N S D E PLACEA1ENT D E S M I N E U R S CHEZ DES PARTICULIERS MOYENNANT RÉTRIBUTION.
Office de la Protection de l'Enfance, l " sect., n" 2274. Bruxelles, le 30 septembre 1948. A MM. les Juges des
Enfants.
En complément des instructions du 20 novembre 1946 (même référence que la présente), concernant certaines conditions de placement des mineurs chez des particuliers moyennant rétribution, je crois utile de porter à votre connaissance les considérations et précisions suivantes : 1" Le minimum de rémunération fixé à 600 francs ou 500 francs par mois, ne saurait s'appliquer qu'aux tout jeunes débutants. Il va de soi que le montant •de la rétribution doit être plus élevé pour les d é b u t a n t s plus â g é s et atteindre suivant les cas, 700 francs à 800 francs. Il importe également que dans la suite, les salaires ou les gages soient majorés en tenant compte de l'âge, du rendement, des années de service et du montant des salaires ou gages normalement p a y é s dans la région; 2" L a gratification hebdomadaire, chaque fois qu'elle peut être obtenue, doit s'ajouter à la rétribution et non en être soustraite. En conséquence, vous voudrez bien veiller à ce que vos services indiquent sur les formules de notification de placement : a) L a rétribution (salaires, gages); b) La gratification hebdomadaire. Eventuellement un poste; c) Indiquera la participation des nourriciers dans les frais d'habillement. 3° L'article II de l'Instruction générale du 24 septembre 1912, relative à l'exécution de la loi sur la Protection de l'Enfance, recommande de veiller à l'enseignement professionnel des pupilles. Malgré les difficultés qui peuvent être rencontrées en ce domaine, j'insiste tout particulièrement pour que les jeunes gens et les jeunes filles ayant des aptitudes déterminées, ne soient pas placés les premiers chez des agriculteurs, les secondes en service, au détriment de leur formation professionnelle. Veuillez agréer, monsieur le Juge des Enfants, l'assurance de ma considération distinguée. Pour le Ministre : Le Directeur d'administration délégué, S.
HUYNEN.
30 September 1948.
2.13
De wet van 20 Augustus 1948 bevat aldus bepalingen die er toe strekken het onderzoek .van de aanvragen tôt verklaring van overlijden te bespoedigen en te vergemakkelijken en tevens de bekendmaking der tussenbeide gekomen beslissingen doelmatig in te richten. 1k verzoek u aan de heren procureurs des Konings van uw rechtsgebied onderrichtingen te willen geven opdat zij ailes zouden in het werk stellen om de vorderingen tôt verklaring van overlijden die zij zouden oordelen ambtshalve te moeten inleiden, zo spoedig mogelijk bij de rechtbanken aanhanging te maken en opdat zij aan het onderzoek der verzoekschriften die zij zouden ontvangen in de mate van het mogelijke een voorrang zouden verlenen en tevens bij de rechtbanken aandringen opdat zij deze vorderingen als dringend zouden aanzien. Tevens verzoek ik u te willen waken op een stipte toepassing der nieuwe beschikkingen door de ambtenaren van de burgerlijke stand. De Minister, STRUYE.
KINDERBESCHERMING. — PLAATSINGS- E N I.OONSVOORWAARDEN
V A N MINDERJAR1NGEN B I J P A R T I C U L I E R E N . r
Dienst voor Kinderbescherming, I" sect, n 2274. Brussel, de 30 September 1948. Aan de heren
Kinderrechters.
Ter aanvulling van de onderrichtingen van 20 November 1946 (zelfde kanttekening), betreffende zekere plaatsings- en loonsvoorwaarden van minderjarigen bij particulieren, vind ik het nuttig u de volgende beschouwingen en nadere bijzonderheden ter kennis te brengen : 1° Het minimumloon, vastgesteld op 600 frank of 500 frank per maand, zou alleen toepasselijk zijn op heel jonge beginnelingen. Het is vanzelfsprekend dat het bedrag van het loon hoger moet zijn voor oudere beginnelingen, en volgens het geval 700 frank tôt 800 frank dient te bereiken. Naderhand dienen de lonen en salarissen verhoogd te worden, met inachtneming van de leeftijd, het rendement, de dienstjaren, en het bedrag der normaal in die streek betaakle salarissen en lonen. 2° Het wekelijks zakgeld, ieder maal dat het kan bekomen worden, dient gevoegd te worden bij het loon, en mag niet er af gehouden worden. Gelieve bijgevolg er over te waken dat uwe diensten op de formulieren waarbij mij de plaatsingen berekend worden, aanduiden : a) Het salaris of het loon; h) Het wekelijks zakgeld; c) Eventueel dient op een post aangeduid te worden welk het aandeel van de werkgever in de kledingsonkosten is. 3° Artikel II van de Algemene Onderrichting van 24 September 1912, betreffende de invoering van de wet op de Kinderbescherming beveelt aan te zorgen voor het beroepsonderwijs van de beschemelingen. Ondanks de moeilijkheden die zich voordoen in dit domein, dring ik er op aan opdat de jongelingen en jonge meisjes, die bepaalde bekwaamheden hebben, niet zouden geplaats worden, de eerste bij landbouwers, de tweede in dienst, en dit ten nadele van hun beroepsvorming. Met de meeste hoogachting. Voor de Minister : De gemachtigde Directeur van Bestuur, S.
HUYNEN.
214
octobre 1948. ABONNEMENT A U X JOURNAUX ET REVUES.
2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n° VIII/5. Bruxelles, le 1" octobre 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires qu'à partir du l " octobre 1948, tous les détenus de droit commun, à quelque catégorie qu'ils appartiennent, sont autorisés à s'abonner : 1" A un journal quotidien, édité en Belgique; 2" A certaines revues périodiques techniques, littéraires ou illustrées dont la liste a été transmise par ma circulaire du 20 juin 1947, bureau d'étude, 91 R / V I I I / 4 / 3 et complétée depuis. Les prescriptions relatives au mode d'abonnement restent en vigueur. r
Le Ministre, P.
STRUYE.
RATIONNEMENT O U PAIN.
(Modification de la circulaire du 30 septembre 1948, 218 R / X I / I . ) 2 dir. g é n , 3- sect, 3' bur, litt. R, n° 15753. Bruxelles, le 5 octobre 1948. Le texte figurant sous le sub I est modifié comme suit : « Tout détenu ou interné c h a r g é d'un travail pénible peut se faire envoyer par sa famille, 4 timbres de pain n" 1 de 900 grammes par mois. » e
Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
P O L I C E DU R O U L A G E . C O N S T A T A T I O N D E S I N F R A C T I O N S C O M M I S E S PAR L E S C O N D U C T E U R S D E VOiTUKES PORTANT UNE PLAQUE D'IMMATRICULATION D E S SÉRIES SPÉCIALES.
5" dir. g é n , l s e c t , litt. A. P., n" 125605. Bruxelles, le 11 octobre 1948. A MM. les Procureurs généraux près les Cours d'appel. La multiplication des accidents de roulage et la gravité de leurs conséquences pour les personnes qui en sont les victimes dénotent une ignorance ou une méconnaissance volontaire de la réglementation du roulage chez certains conducteurs de véhicules. A juste titre l'opinion publioue s'émeut de cette situation et la presse accueille assez souvent les doléances de correspondants qui croient remarquer un manque de fermeté dans la constatation des infractions, spécialement lorsqu'elles sont commises par les conducteurs de voitures portant une plaque des séries spéciales A, P, C D , 1ARA. Il me semble à cet égard qu'il conviendrait soit de donner ou de rappeler des instructions qui inviteraient les agents de l'autorité à se montrer à la fois fermes et avisés, de manière à relever comme il se doit les infractions qui viendraient à être commises par ces conducteurs sans cependant manquer au respect des principes de droit public ni nuire au libre exercice de la mission dont normalement les titulaires de ces plaques sont chargés. Je vous prie de bien vouloir me faire parvenir un exemplaire des instructions que vous donnerez ou rappellerez à ce sujet. Le Ministre, P.
STRUYE.
1-11 October 1948.
215
ABONNEMENT OP DAOBLADEN E N TIJDSCHRIFTEN. r
2" alg. dir., studiebureau, litt. R, n VI1I/5. Brussel, de 1 October 1948. Aan de heren Bestuurders van de strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat aan al de gemeenrechtelijke gedetineerden, tôt welke catégorie zij ook behoren, toelating wordt verleend zich vanaf 1 October 1948 te abonneren op : 1° Een in België uitgegeven dagblad; 2° Zekere technische, letterkundige of geïllustreerde tijdschriften, waarvan de lijst werd overgemaakt bij mijn omzendbrief van 20 Juni 1947, studiebureau, 91 R/V11I/4/3, en sindsdien werd aangevuld. De voorschriften betreffende de wijze van abonneren blijven van kracht. De Minister, P.
STRUYE.
BROODRANTSOEN.
(Wijziging van rondschrijven van 30 September 1948, 218 R / X l / 1 ) . 2" alg. d i r , 3 sect, 3" bureel, litt. R, n 1575/3. Brussel, de 5 October 1948. D e tekst voorkomende onder § 1 verandert als volgt : « Ieder gedetineerde of geïnterneerde, die zwaar werk te verrichten heeft, mag zich door zijn familie 4 broodzegels h 1 van 900 gram per maand laten toezenden. » Voor de Minister : De Directeur-Generaal, e
r
r
J.
DUPRÉEL.
REGLEMENT OP HET VERVOER. VASTSTEi.l.ING VAN OVERTREDINGEN BEGAAN DOOR GELEIDERS VAN RIJTUIGEN VOORZIEN VAN EEN PLAAT VAN DE BIJZONDERE SERIES. 5 alg. d i r , 1° sect, litt. A. P., n 125605. Brussel, de 11 October 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal bij de Hoven van beroep. Uit het steeds groter wordend aantal verkeersongevallén en de ernstige gevolgen die daaruit voor de slachtoffers. voortvloeien, blijkt dat sommige geleiders van voertuigen de reglementen op het vervoer niet kennen, of opzettelijk over het hoofd zien. Terecht wordt de openbare mening in beroering gebracht door die toestand en herhaaldelijk verschijnen in de dagbladen klachten van correspondenten, die van oordeel zijn dat niet streng genoegd wordt opgetreden bij het vaststellen der overtredingen, vooral wanneer deze begaan worden door de geleiders van rijtuigen voorzien van een plaat van de bijzondere séries A, P, C D , 1ARA. Te dien aanzien meen ik dat onderrichtingen zouden dienen gegeven of in herinnering gebracht, waarbij de agenten van de openbare macht worden verzocht tegelijk krachtdadig en omzichtig op te treden derwijze dat tegen de eventuele, door deze geleiders begane inbreuken, wordt ingegaan, zonder nochtans af te wijken van de principes van het publiek recht of de vrije uitoefening te belemmeren van de opdracht met dewelke de titularissen van bedoelde platen zijn belast. lk verzoek u mij een exemplaar te willen toezenden van de onderrichtingen die gij dienaangaandè zult menen te moeten geven of in herinnering te brengen. e
r
De Alinister, P.
STRUYE.
216
11-15 octobre
1948.
UTILISATION D E STYLOGRAPHES A B I L L E POUR L'ÉTABLISSEMENT DES ACTES OFFICIELS. PROHIBITION. e
A MM. les Procureurs généraux
5 dir. g é n , 2" sect, litt. L, n" 2730. Bruxelles, le 11 octobre 1948. près les Cours d'appel.
11 résulte d'expériences récentes que l'emploi de stylographes à bille présente des inconvénients graves pour l'établissement des actes officiels. Les textes écrits à il'aide de ce genre de stylographes sont susceptibles de falsifications qu'il est très difficile, sinon impossible de déceler. Par ailleurs, les encres utilisées par ces stylos ne sont pas indélébiles. Elles sont même susceptibles de s'effacer complètement surtout lorsque le texte est exposé à l'air. Il me revient que certaines législations é t r a n g è r e s ont interdit l'utilisation de stylographes à bille à raison de ces inconvénients. J'estime, en conséquence, que l'usage de ce genre de stylographes doit être prohibé pour la rédaction et la signature des actes officiels. Je vous saurais g r é de porter cette interdiction à la connaissance des procureurs, du Roi, greffiers en chef, référendaires, greffiers des justices de paix, notaires, avoués et huissiers de votre ressort. Le Ministre, P. S T R U Y E .
LIBÉRATION
CONDITIONNELLE.
Cabinet du Ministre. Bruxelles, le 14 octobre 1948. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Tout en demeurant dans le cadre de ces circulaires précédentes, relatives à la procédure de libérations conditionnelle des condamnés pour crime ou délit contre la sûreté extérieure de l'Etat, il me paraît souhaitable de faire un effort pour qu'un certain nombre : d'entre eux puisse, bénéficier de la libération avant la fête de Noël prochaine. je vous prie donc de bien vouloir signaler à la conférence du personnel, l'intérêt social qu'il y aurait dans les cas où elle est favorable à la libération conditionnelle d'un c o n d a m n é dans les semaines qui suivraient le 25 décembre, à émettre un avis avançant cette mesure au 24' décembre, tout spécialement lorsqu'il s'agit de jeunes délinquants ou de pères de famille. L a même règle devra aussi être appliquée aux détenus de droit commun. Le Ministre, P.
STRUYE.
CRIMINELS DE GUERRE. SECTION POUR CRIMINELS D E GUERRE ÉTRANGERS. — CRÉATION.
2 dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n" V I I / 4 / 1 . Bruxelles, le 15 octobre 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires, qu'une section pour « criminels de guerre é t r a n g e r s » est créée à la prison à Nivelles. Les détenus appartenant à cette catégorie seront transférés à l'établissement précité dès que la condamnation sera définitive. Pour le Ministre : Le Directeur général, I.
DUPRÉEL.
11-15 October 1948. GEBRUIK
V A N KOOELPENNEN
VOOR
217
HET OPMAKEN V A N O F F I C I Ë L E AK'IEN. —
VERBOD.
5' al«. dir., 2' sect, litt. L, n' 2730. Brussel, de 11 October 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal bij de Hoven van beroep. Proefnemingen, waartoe onlangs werd overgegaan, hebben aangetoond dat het gebruik van kogelpennen ernstig bezwaren oplevert voor het opmaken van officiële aken. De met dergelijke kogelpennen geschreven teksten kunnen worden vervalst en het is zeer moeilijk zo niet onmogelijk de vervalsing vast te stellen. Bovendien is de voor deze stylo's gebezigde inkt niet onuitwisbaar. Hij kan zelfs volkomen uitgewist worden, vooral wanneer de tekst aan de lucht is blootgesteld. Ik verneem dat sommige vreemde wetten, op gronde van die bezwaren, het gebruik van kogelpennen verboden hebben. Dienvolgens ben ik van oordeel dat het gebruik van deze soort stylo's moet worden verboden voor het opmaken en ondertekenen van officiële akten. Gij zoudt mij verplichten, wildet gij dit verbod ter kennis brengen van de procureurs des Konings, hoofdgriffiers, referendarissen, vredegerechtsgriffiers, notarissen, pleitbezorgers en deurwaarders in het gebied van uw Hof. De Minister, P.
VOORWAARDELIJKE
STRUYE.
INVRIJHEIDSTELLING.
Kabinet van de Minister. Brussel, de 14 October 1948. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Zonder de bedoeling te wijzigen van mijn vorige omzendbrieven in verband met de rechtspleging van toepassing bij de voorwaardelijke vrijstelling der veroordeelden wegens inbreuk tegen de uitwendige veiligheid van de Staat, komt het me wenselijk voor een inspanning aan te w end en om een zeker getal dezer gedetineerden van een. gunstmaatregel te laten genieten vôôr het aanstaande Kerstfeest. Ik verzoek u bijgevolg de vergadering van het personeel te willen attent maken ep het sociaal belang dat verbonden ligt, ingeval zij gunstig gestemd is tegenover het toekennen van de voorwaardelijke vrijstelling aan een veroordeelde in de weken, die op de 25 December volgen, aan het uitbrengen van een advies waarbij de vervroeging van deze maatregel op 24 December wordt gesteld, vooral wanneer het jeugdige veroordeelden of familievaders geldt. Deze regel dient eveneens toegepast aan de gemeenrechtelijke gedetineerden. De Minister, P.
OORLOGSMISDADJGERS. A F D E L I N G V O O R V R E E M D E OORLOGSM1SDADIGERS. —
STRUYE.
OPRICHTING. r
2' alg. d i r , studiebureau, litt. R, n V I I / 4 / 1 . Brussel, de 15 October 1948. De heren Bestuurders van de strafinrichtingen worden ter kennis gebracht dat in de gevangenis te Nijvel een afdeling voor « vreemde oorlogsmisdadigers » opgericht werd. De gedetineerden die tôt deze catégorie behoren, dienen naar hogervermelde inrichting te worden overgebracht zodra de veroordeling definitief zal zijn. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
218
16 octobre 1948. :
COMMISSION P R O V I N C I A L E DES FONDATIONS D E BOURSES D ' É T U D E . — UNIVERSITÉ L I B R E D E B R U X E L L E S . — LEGS. — O B L I G A T I O N P O U R L E S B O U R S I E R S D E F R É Q U E N TER U N ÉTABLISSEMENT D'INSTRUCTION DÉTERMINÉ. — NON ADMIS.
Administration des cultes, dons et legs, fondations. I" sect, litt. D. L., n" 2281. Bruxelles, le 16 octobre 1948 (1). C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume. A tous, présents et à venir, S A L U T . Vu l'expédition, délivrée par le notaire Dewever, de résidence à Bruxelles, du testament olographe, en date du 31 janvier 1944, par lequel M . 's Heeren (L.-J.-H.), docteur en médecine, demeurant à Saint-Josse-ten-Noode, rue du Pôle, n" 3, y décédé le 10 juin 1948, dispose notamment comme suit : « ... A charge du legs d'usufruit ci-dessus, j'institue pour légataires universels : » a) Un institut de traitement de maladies dont les médecins sont désignés ou a g r é é s par l'Université libre de Bruxelles; » b) La Commission des bourses d'études du Brabant pour une somme de cent mille francs, pour une ou deux bourses d'études de docteur en médecine ou d'ingénieur, à l'Université libre de Bruxelles. » Ces études doivent être faites en français... »; V u les délibérations par lesquelles le conseil d'administration de l'Université libre de Bruxelles et la Commission provinciale de fondations' de bourses d'étude du Brabant sollicitent l'autorisation d'accepter ces legs; Vu les pièces de l'instruction d'où il résulte que le legs fait, en nue propriété, à un institut de traitement de maladies, dont les médecins sont désignés ou agréés par l'Université libre de Bruxelles, comprend des biens meubles qui, en pleine propriété, sont estimés environ 844,000 francs; Vu l'avis de la députation permanente du conseil provincial du Brabant; En ce qui concerne la clause par laquelle le testateur prescrit que les boursiers doivent faire leurs études à l'Université libre de Bruxelles; Considérant qu'aux termes de l'article 38 de la loi du 19 décembre 1864, les boursiers ont la faculté de fréquenter un établissement public ou privé du pays à leur choix sans que cette faculté puisse être restreinte par l'acte de fondation; qu'en conséquence, la dite clause doit être réputée non écrite, par application de l'article 900 du Code civil; Vu les articles 900, précité, 9,10 et 937 du Code civil, T8 de l a loi du 19 décembre 1864, 15 de l'arrêté royal du 7 mars 1865, et 3 de la loi du 42 août 1911; Sur la proposition du Ministre de la Justice et du Ministre de l'Instruction publique, Nous avons arrêté et arrêtons : 0
r
Article l " ' . Le conseil d'administration de l'Université libre de Bruxelles est autorisé à accepter les droits pouvant résulter, pour lui, du legs fait par le de cujus à un institut de traitement de maladies dont les médecins sont désignés ou a g r é é s par l'Université libre de Bruxelles, Art. 2. La commission provinciale des fondations de bourses d'étude du Brabant est autorisée à accepter, aux conditions imposées en tant qu'elles ne sont pas contraires aux lois, le legs qui lui est fait en vue de la fondation de bourses d'étude. Le Ministre de la Justice et le Ministre de l'Instruction publique sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, •P.
Le
Ministre
de CAM.
(1) Moniteur belge, 1948, n" 296.
STRUYE.
l'Instruction HUYSMANS.
publique,
16 October 1948.
219
PROVINCIALE COMMISSIE VOOR STUDIEBEURZENSTICHTINGEN. — VRIJE UNIVERSITEIT V A N B R U S S E L . — L E G A T E N . — VERPLICHT1NG V O O R D E B E U R S S T U D E N T E N E E N B E P A A L D E ONDERWIJSINRICHT1NG T E B E Z O E K E N . — N I E T A A N G E N O M E N .
Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen. V sect, litt. S . L., n 2 2 8 1 . Brussel, de 1 6 October 1948 ( 1 ) . K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk. Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gezien de door notaris Dewever, ter standplaats Brussel, verstrekte expeditie van het eigenhandig testament, dd. 31 Januari 1 9 4 4 , waarbij de heer 's Heeren ( L . - J . - H . ) , dokter in de geneeskunde, wonende te Sint-Joost-ten-Noode, Poolstraat, n 3 , en er op 1 0 |uni 1948 overleden, onder meer de volgende schikkingen treft : r
r
(Vertaald.) « ... Alet last van het hierbovenvermeld vruchtgebruik, stel ik aan tôt algemene legatarissen : » a) Een instituut voor de behandeling van ziekten, waarvan de geneesheren aangeduid of aangenomen zijn door de Vrije Universiteit van Brussel; » b) De Commissie voor studiebeurzen van Brabant voor een bedrag van honderd duizend frank, voor een of twee beurzen voor de studiën van dokter in de geneeskunde of van ingénieur aan de Vrije Universiteit van Brussel. » Die studiën moeten in het Frans worden gedaan... » ; Gezien de beraadslagingen waarbij de raad tôt beheer van de Vrije Universiteit van Brussel en de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen ifi Brabant machtiging vragen tôt het aanvaarden van die legaten; Gezien de stukken van het onderzoek waaruit blijkt dat het legaat, in naakte eigendom, vermaakt aan een instituut voor de behandeling van ziekten, waarvan de geneesheren zijn aangeduid of aangenomen door de Vrije Universiteit van Brussel, bestaat uit roerende goederen die, in voile eigendom, op circa 8 4 4 , 0 0 0 frank zijn geschat; Gezien het advies van de bestendige deputatie van de provinciale raad van Brabant; Wat het beding betreft waarbij de erflater voorschrijft dat de beursstudenten hun studiën moeten doen aan de Vrije Universiteit van Brussel; Overwegende dat, luidens artikel 3 8 van de wet van 1 9 December 1 8 6 4 , de beursstudenten het recht hebben, naar hun keuze, een openbare of private instelling van het land te bezoeken, zonder dat dit recht door de stichtingsakte mag beperkt worden; dat dienvolgens bedoeld beding als niet geschreven moet worden beschouwd, bij toepassing van artikel 9 0 0 van het Burgerlijk Wetboek; Gelet op de artikelen 9 0 0 , voormeld, 9 1 0 en 9 3 7 van het Burgerlijk Wetboek, 18 van de wet van 19 December 1864, '15 van het koninklijk besluit van 7 Maart 1 8 6 5 en 3 van de wet van 12 Augustus i l 9 M ; Op de voordracht van de Minister van Justitie en van de Minister van Openbaar Onderwijs, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Artikel 1. Aan de raad tôt beheer van de Vrije Universiteit van Brussel is machtiging verleend tôt het aanvaarden van de rechten die voor hem voortspruiten uit het legaat, door de de cujus gedaan aan een instituut voor de behandeling van ziekten waarvan de geneesheren door de Vrije Universiteit van Brussel zijn aangeduid of aangenomen. Art. 2 . Aan de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen van Brabant is machtiging verleend tôt het aanvaarden van het legaat dat haar werd vermaakt met het oog op de stichting van studiebeurzen, onder de opgelegde voorwaarden, voor zover zij niet strijdig zijn met de wet. De Minister van Justitie en de Minister van Openbaar Onderwijs zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit. K4REL Vanwege de Regent : De Minister van justitie, P. S T R U Y E .
De
Minister van Openbaar CAM.
(1) Belgisch Staatsblad,
1948. n ' 2 9 6 .
HUYSMANS.
Onderwijs,
18 octobre 1948.
220
ÉDIFICES D U CULTE. — PLACEMENT DE MEUBLES. — AUTORISATION PRÉALABLE.
Administration des cultes, dons et legs, fondations. e
2 sect, n" 8168. Bruxelles, le 18 octobre 1948. A MM. les Gouverneurs de province. En vertu de-l'arrêté royal du 16 août 1824, qui a force de loi, les fabriques d'église, ne peuvent procéder au placement, à perpétuelle demeure, dans les églises affectées au service public du culte, de meubles, vitraux, tableaux, chemins de la croix et statues d'art, sans avoir obtenu à cet effet, du Ministère de la Justice, l'autorisation préalable prévue par le dit arrêté. Les fabriques d'église doivent solliciter cette autorisation dans tous ies cas, que la commune, la province ou l'Etat interviennent ou non dans le coût des objets du culte précités. En vue d'accélérer la marche de l'instruction des affaires de l'espèce, j ' a i l'honneur de vous informer que si les frais des objets du culte dont il s'agit sont couverts exclusivement au moyen de fonds fournis par des particuliers, les demandes en autorisation des fabriques d'église et les plans ou dessins y relatifs ne doivent pas être soumis à l'avis des administrations'communales intéressées et de la députation permanente du conseil provincial, mais directement transmis à vous-même afin d'être communiqués, pour avis, au chef diocésain ainsi qu'à la Commission royale des monuments et des sites et, pour décision, au Ministère de la Justice. Lorsque les fabriques d'église pourvoient elles-mêmes aux dits frais, avec ou sans subsides des pouvoirs publics administratifs, il y a lieu, comme par le passé, de recueillir les avis des administrations communales et de. la députation permanente du conseil provincial. Je vous prie de bien vouloir tenir la main à la stricte observation de ces prescriptions ainsi qu'à la prompte instruction de ces affaires, spécialement pour ce qui concerne l'avis de la Commission royale des monuments et des sites. Veuillez porter le contenu de la présente à la connaissance de toutes les administrations fabriciennes et communales intéressées. Le Ministre P.
de la Justice, STRUYE.
LIBÉRALITÉS ENTRE VIFS O U TESTAMENTAIRES AU P R O F I T D E P E R S O N N E S D E D R O I T P U B L I C . — P R O D U C T I O N D E P I È C E S .
Administration des cultes, dons et legs, fondations. l"
c
sect, n" 20160B.
Bruxelles, le 18 octobre 1948. A MM. les Gouverneurs de province. l'ai l'honneur de vous faire connaître que, par modification aux circulaires de nion département, en date des 15 janvier 1926 et 29 avril 1942, n° 20160B, en vue d'obtenir l'autorisation d'accepter les libéralités qui leur sont faites, les provinces, les communes et les établissements publics doivent produire les pièces suivantes : A. Dans tous les cas : 1° Une expédition, sur timbre, délivrée par le notaire dépositaire, de l'acte de donation ou du testament;
18 October 1948.
221
G E B O U W E N V A N D E E R E D I E N S T . — PI.AATSING V A N M E U B E L E N . VOORAFGAANDE TOELATING.
Bestuur der erediensten, schenkingen .en legaten, stichtingen. r
2- sect, n 8168. Brussel, de 18 October 1948. Aan de heren
Provinciegouverneurs.
Krachtens het koninklijk besluit van 16 Augustus 1824, hetwelk kracht van wet heeft, mogen de kerkfabrieken niet overgaan tôt de plaatsing, in de tôt de openbare eredienst aangewende kerkgebouwen, van definitieve meubelen, glasramen, schilderijen, kruiswegen en kunststandbeelden, zonder daartoe de door vermeld besluit vereiste voorafgaande machtiging van het Ministerie van Justifie bekomen te hebben. De kerkfabrieken moeten bedoelde machtiging aanvragen in al de gevallen, zowel wanneer de gemeente, de provincie of de Staat niet in de kosten van voormelde kerkvoorwerpen tussenbeide komen als wanneer zulks wel geschiedt. Met het oog op het bespoedigen van de behandeling van dergelijke zaken, heb ik de eer u te iberichten dat, indien de kosten van hogerbedoelde kerkvoorwerpen uitsluitend met door particulieren verschafte geldmiddelen gedekt worden, de aanvragen tôt machtiging van de kerkfabrieken met de desbetreffende plans of tekeningen niet voor advies aan betrokken gemeentebesturen en de bestendige deputatie van de provinciale raad moeten voorgelegd worden, maar rechtstreeks toi u dienen gericht om, voor advies, aan het hoofd van het- bisdom alsmede aan de Koninklijke Commissie voor monumenten en landschappen en, voor beslissing, aan het Ministerie van Justitie overgemaakt te worden. Wanneer de kerkfabrieken zelf in 'bedoelde kosten voorzien met of zonder toelagen van de bestuurlijke openbare machten, moeten, zoals voorheen, de adviezen van de gemeentebesturen en van de bestendige deputatie van de provinciale raad ingewonnen worden. lk verzoek u de hand te houden aan de stipte naleving van deze onderrichtingen en aan een spoedige instruering van dergelijke zaken, in 't bijzonder wat het advies van de Koninklijke Commissie voor monumenten en landschappen aangaat. Gelieve aan al de betrokken kerkfabriekbesturen en gemeenteibesturen kennis te geven van de inhoud van dit schrijven. De Minister van Justitie, P.
STRUYE.
GIFTEN ONDER DE LEVENDEN OF Bl I TESTAMENT TEN BEHOEVE VAN PUBLIEKRECHTERLIJKE RECHTSPERSONEN. IN TE DIENEN STUKKEN. Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen. r
1- sect, n 201606. Brussel, de 18 October 1948. Aan de heren
Provinciegouverneurs.
lk heb de eer u te berichten dat, bij wijziging van de omzendbrieven van mijn département, dd. 15 Januari 1926 en 29 April 1942, n 201606, de provinciën, de gemeenten en de openbare instellingen ter bekoming van de machtiging tôt het aanvaarden van de hun gedane giften, u de na te noemen stukken moeten doen toekomen : r
A. In al de gevallen : 1" Een door de notaris, bewaarder van de minuut, verstrekte expeditie, op zegel, van de schenkingsakte of van het testament;
222
18 octobre 1948.
2" Une déclaration, sur papier, libre, -du notaire liquidateur, constatant si le testateur a ou non, en dehors du legs en cause, pris des dispositions en faveur de l'Etat, de provinces ou de communes, d'établissements publics, d'établissements d'utilité publique ou d'autres institutions jouissant de la personnalité civile; dans l'affirmative, cette attestation devrait mentionner les autres personnes civiles légataires et la valeur de leurs legs; 3" Une expédition, sur papier libre, certifiée conforme par île président et le secrétaire, de la délibération de l'établissement intéressé tendant à obtenir l'autorisation d'accepter définitivement la donation; cette délibération doit être postérieure à l'acte; 4" Une expédition, sur papier libre, certifiée conforme par le président et le secrétaire, de la délibération de l'établissement intéressé tendant à obtenir l'autorisation d'accepter le legs et indiquant la date du décès du de cujus; 5" Un état, sur papier libre, dressé par le notaire liquidateur, mentionnant la consistance et la valeur du legs ou, s'il s'agit d'un legs universel ou à titre universel, l'actif et le passif (dettes, charges et legs particuliers) détaillés de la succession; 6" Si la libéralité est faite à charge d'entretien de sépulture, une attestation portant que la sépulture a fait ou non l'objet d'une concession et, dans l'affirmative, pour quelle durée. B. Au cas où la libéralité comprend un immeuble : 7" Un état du patrimoine mobilier (valeur et revenu) et immobilier nance, valeur et revenu) de l'établissement public a v a n t a g é ;
(conte-
8° Sur papier libre, un procès-verbal d'expertise et un extrait de la matrice cadastrale; sur timbre, une certificat hypothécaire relatif à l'immeuble donné ou légué; 9" Une expédition, sur papier libre, certifiée conforme par le président et le secrétaire, de l a délibération par laquelle le conseil de fabrique d'église, le bureau administratif du séminaire, la commission d'assistance publique, pour ne citer que les établissements publics le plus fréquemment gratifiés, prend l'engagement d'aliéner, si l'autorité administrative supérieure en décide ainsi, l'immeuble donné ou légué ou d'autres immeubles; 10° Une déclaration faite par l'établissement public a v a n t a g é et mentionnant l'usage auquel servira l'immeuble d o n n é ou légué, lorsque cet établissement ne peut légalement conserver d'autres immeubles que ceux qui sont directement et matériellement nécessaires à l'accomplissement de sa mission. C. En cas de réclamation d'héritiers. 11° Un état de la situation de fortune du testateur, délivré par le notaire liquidateur; 12° U n bulletin de renseignements, dressé par l'administration provinciale, au sujet des héritiers légaux, indiquant notamment le lien et le degré de parenté qui les unissent au testateur ainsi que leur situation de fortune, leurs ressources professionnelles et leurs charges de famille. Lorsque les dossiers sont dûment instruits et qu'il appartient au gouvernement de statuer sur l'acceptation des libéralités, vous voudrez bien transmettre directement ces dossiers à mon département qui centralise toutes les affaires de l'espèce. Je crois devoir vous signaler, en outre, que lorsqu'il s'agit d'une libéralité intéressant une commission d'assistance publique, mon département ne se considérera comme valablement saisi que si le dossier produit est complètement instruit. Le Ministre de la Justice, P.
STRUYE.
18 October 1948.
223
2" Een verklaring, op ongezegeld papier, van de notaris-vereffenaar, waaruit blijkt of de erflater al dan niet, buiten de betrokken legaten, schikkingen heeft gemaakt ten voordele van de Staat, provinciën of gemeenten, openbare instellingen, inrichtingen van openbaar nut of andere instellingen welke rechtspersoonlijkheid bezitten; zo ja, behoren de overige erfgemaakte rechtspersonen en de waarde van hun legatn in bedoeld bewijs te worden vermeld; 3" Een door de voorzitter en de secretaris eensluidend verklaarde expeditie, op ongezegeld papier, van de beraadslaging der betrokken inrichting, strekkende tôt bekoming van de machtiging tôt het definitief aanvaarden van de schenking; die beraadslaging moet gedagtekend zijn van na de akte; 4" Een door de voorzitter en de secretaris eensluidend verklaarde expeditie, op ongezegeld papier, van de beraadslaging der betrokken inrichting, strekkende tôt bekoming van de machtiging tôt het aanvaarden van het legaat, niet vermelding van de datum van overlijden van de de cujus; 5" Een staat, op ongezegeld papier, door de notaris-vereffenaar opgemaakt, met opgave van de omvang en de waarde van het legaat of, indien het een algemeen legaat of een legaat onder algemene titel betreft, een staat waarin het actief en het passief (schulden, lasten en bijzondere legaten) der nalatenschap omstandig worden uiteengezet; 6" Zo de gift gedaan is met last van onderhoud van een grafstede, een verklaring waarbij vermeld wordt of voor de grafstede een vergunning verleend werd en, zo ja, voor welke duur. B. Ingeval in de gift een onroerend goed begrepen is : 7" Een staat van het roeretid vermogen (waarde en inkomen) en onroerend vermogen (grootte, waarde en inkomen) van de begunstigde openbare instelling; 8" Op ongezegeld papier, een proces-verbaal van schatting en een uittreksel uit de kadastra!-' leg'_rcr: o'"> zeçel. een hypotliecair getuigschrift betreffende het geschonken of vermaakt onroerend goed; 9° Een door de voorzitter en de secretaris eensluidend verklaarde expeditie, op ongezegeld papier, van de beraadslaging waarbij de fabriekraad ener kerk, het bestuurscollege van een seminarie of de commissie van openbare onderstand, om hier slechts de openbare instellingen aan te halen, welke meestal begiftigd worden, de verbintenis aangaat om, indien de hogere administratieve overheid daartoe beslist, het geschonken of vermaakt onroerend goed of andere onroerende goederen te vervreemden; 10" Een door de begunstigde openbare instelling afgelegde verklaring, met vermelding van het gebruik waartoe het geschonken of vermaakt onroerend goed zal worden aangewend, wanneer de instelling wettelijk geen andere onroerende goederen behouden mag dan die, welke rechtstreeks en lichamelijk tôt het vervullen van haar opdracht noodzakelijk zijn. C. In geval van bezwaar vanwege erfgenamen : 11" Een door de notaris-vereffenaar afgeleverde staat van de vermogenstoestand van de erflater; 12" Een door het provinciaal bestuur opgemaakte staat van inlichtingen betreffende de wettelijke erfgenamen, inzonderheid met vermelding van de band en de graad van bloedverwantschap, welke hen met de erflater verbinden, alsmede hun vermogenstoestand, hun bedrijfsiiikomsten en gczinslasten. Wanneer de dossiers bohoorlijk geïnstrueerd zijn en het de regering behoort een beslissing te nemen aangaande hét aanvaarden van de giften, gelieve het u die dossiers rechtstreeks over te maken aan mijn département dat aile dergelijke zaken samenbrengt. Ten slotte, ben ik zo vrij u er op te wijzen dat. wanneer het een gift beireft, welke een commissie van openbare onderstand aanbelangt, mijn département niet zal vernemen dat de zaak bij hem geldig aanhangig werd gemaakt, tenzij het dossier volkomen geïnstrueerd is. De Minister van Justifie, P.
STRUYE.
224
18 octobre 1948. IMMEUBLES DONNÉS OU LÉGUÉS. — ENGAGEMENT El' PRESCRIPTION D'ALIÉNER. Administration des cultes, dons et legs, fondations. 1"" sect., n" 23685A. Bruxelles, le 18 octobre 1948. A MM. les gouverneurs
de province.
Aux termes de ma circulaire du 18 octobre 1948, n" 201606, relative aux pièces à produire par les personnes morales de droit public en vue d'obtenir l'autorisation d'accepter une libéralité faite par acte entre vifs ou par testament, les établissements publics, notamment les conseils de fabriques d'église, les bureaux administratifs des séminaires et les commissions d'assistance publique, doivent .prendre l'engagement d'aliéner, si l'autorité administrative supérieure en décide ainsi, les immeubles donnés ou légués ou d'autres immeubles d'égale valeur, mais dont la gestion serait plus onéreuse ou moins avantageuse. L'autorité administrative supérieure apprécie ensuite si et, le cas échéant, dans quelle mesure, le dit engagement doit être exécuté. En procédant ainsi, la dite autorité tend à maintenir dans des limites raisonnables le patrimoine immobilier des établissements publics avantagés, l'intérêt général commandant la libre circulation des biens immobiliers et leur morcellement dans la mesure du possible. Pour apprécier si l'aliénation doit ou non être imposée, mon département a adopté les règles suivantes : 1" Lorsque 1e patrimoine immobilier de l'établissement public avantagé ne dépasse pas 10 hectares, l'aliénation n'est pas prescrite, sauf dans le cas où le dit patrimoine comprendrait des maisons d'une valeur globale très importante; 2" Quand le patrimoine immobilier dépasse 25 hectares, l'aliénation est toujours prescrite; -u 3" Lorsque ce patrimoine comprend plus de 10 hectares sans toutefois dépasser 25 hectares, l'alirréation- totale ou partielle n'est prescrite que s'il y a disproportion considérable entre le revenu mobilier et immobilier de l'établissement public intéressé. Si, en vertu de ces règles, l'aliénation doit être imposée, mon département, après avoir visé, dans le préambule de l'arrêté autorisant l'acceptation de la libéralité, l'engagement d'aliéner pris par rétablissement public a v a n t a g é , prescrit dans le dispositif de cet arrêté, l'aliénation des immeubles donnés ou légués ou d'autres immeubles d'égale valeur. .Cette formule, qui a été adoptée par mes services vers 1875, ne présentait guère d'inconvénients à une époque où il existait une sensible équivalence entre la contenance des immeubles en général, d'une part, et leur valeur, d'autre part. 11 n'en est plus ainsi depuis de nombreuses, années et il importe, surtout à l'heure actuelle, de ne plus confondre deux notions pour lesquelles il n'y a pas de commune mesure. C'est pourquoi mon département, tout en maintenant les règles exposées ci-dessus suivant lesquelles l'aliénation doit ou non être imposée, distinguera désormais selon que les propriétés données ou léguées à des établissements publics consistent en immeuble non ibâtis ou en immeubles bâtis ou bien, à la fois, en immeubles bâtis et non bâtis : 1" Lorsque l'alinéation doit avoir lieu et que la libéralité ne comprend que des immeubles non bâtis, l'arrêté autorisant l'acceptation de cette libéralité prescrira l'aliénation des immeubles donnés ou légués ou d'autres immeubles d'égale contenance; 2" Quand la libéralité ne "comprend que des immeubles bâtis, l'arrêté prescrira l'aliénation des immeubles d o n n é s ou légués ou d'autres immeubles d'égale valeur; 3" Lorsque la libéralité comprend à la fois des immeubles bâtis et non bâtis, l'arrêté prescrira l'aliénation : a) des immeubles ibâlis donnés ou légués ou d'autres immeubles d'égale valeur; b) des immeubles non bâtis donnés ou légués ou d'autres immeubles d'égale contenance.
225
18 October 1948. GESCHONKEN OF VERMAAKTE ONROERENDE GOEDEREN. VERBINTENIS EN OPLEGGING TOT VERVREEMDING.
Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen. 1" sect, n 23685A. Brussel, de 18 October 1948. Aan de heren Provinciegouverneurs. Luidend mijn omzendbrief van 18 October 1948, n 20160S, betreffende de door de publiekrechterlijke rechtspersonen over te leggen stukken ten einde machtiging te bekomen tôt het aanvaarden van een bij akte onder levenden of bij uiterste wilsbeschikking gedane gift, moeten de openbare instellingen, inzonderheid de kerkfabriekraden, -de bestuurscolleges der seminaries en de commissies van openbaren onderstand, de verbintenis aangaan de geschonken of vermaakte onroerende goederen of andere onroerende goederen van gelijke waarde, maar waarvan het beheer meer bezwaar of minder voordeet zou opleveren, te vervreemden, indien de hogere administrative overheid er zo over beslist. De hogere adminisvratieve overheid oordeelt er vervolgens over of en. in voorkomend geval, in hoever voornoemde verbintenis moet worden tenuitvoergelegd. Door aldus te handelen. streeft genoemde overheid er naar het onroerend vermogen der begunstigde openbare instellingen, binnen billijke grenzen te handhaven daar het algemeen belang voorschrijft dat de onroerende goederen in omloop blijven en in de mate van het mogelijke verbrokkeld worden. Ten einde te oordelen of de vervreemding al dan niet moet worden opgelegd, heeft mijn département voigende stelregels aangenomen : 1" Wanneer het onroerend vermogen der begunstigde openbare instelling de 10 hectaren niet ove.rschrijdt, wordt de vervreemding niet gelast, tenzij in het geval dat voornoemd vermogen huizen van een zeer belangrijke globale waarde zou bevatten; 2" Wanneer het onroerend vermogen de 25 hectaren overschrijdt, wordt steeds de vervreemding gelast; 3" Wanneer het vermogen meer dan 40 hectaren bevat zonder evenwel de 25 hectaren te overschriiden, wordt de gehele of gedeeltelijke vervreemding slechts gelast indien er een grote wanverhouding bestaat tussen het roerend en onroerend inkomen der belanghebbende openbare instelling. Indien, krachtens die regels, de vervreemding moet worden opgelegd, schrijft mijn département, na in de inleiding van het besluit, houdende machtiging tôt het aanvaarden van de gift, op de door de begunstigde openbare instelling aangegane verbintenis tôt vervreemding te hebben gewezen, in het beschikkend gedeelte van dit besluit de vervreemding voor van de geschonken of vermaakte onroerende goederen of van andere onroerende goederen van geliike waarde. Tegen deze formule, die door mijn diensten rond 1875 werd aangenomen, bestonden hoegenaamd geen bezwaren in een tijd dat er tussen de omvang der onroerende goederen in het algemeen, enerzijds, en hun waarde, anderzijds, een merkbare gelijkwaardigheid bestond. Zulks is echter sedert meerdere jaren niet meer het geval en vobral ten huidigen dage is het van belang twee begrippen, voor dewelke geen gemene maat bestaat, niet langer meer te verwarren. Om die reden, zal mijn département, met inachtneming der hoger uiteengezette stelregels waarbij de vervreemding al dan niet moet worden opgelegd, voortaan een onderscheid maken, naar gelang de aan de openbare instellingen geschonken qf vermaakte onroerende goederen uit niet gebouwde of gebouwde of te gelijk uit gebouwde en niet gebouwde onroerende goederen bestaan : 1" Wanneer tôt de vervreemding moet worden overgegaan en de gift alleen niet gebouwde onroerende goederen omvat, zal het besluit, houdende machtiging tôt het aanvaarden dezer gift, de vervreemding der geschonken of vermaakte onroerende goederen of van andere onroerende goederen van gelijke omvang gelasten; 2" Wanneer de gift uitsluitend gebouwde onroerende goederen omvat, zal het besluit de vervreemding van de geschonken of vermaakte onroerende goederen of van andere onroerende goederen van gelijke waarde gelasten; 3" Wanneer de gift te gelijk gebouwde en niet gebouwde onroerende goederen omvat, zal het besluit de vervreemding gelasten : a) van de geschonken of vermaakte gebouwde onroerende goederen of van andere onroerende goederen van gelijke waarde; b) van de geschonken of vermaakte, niet gebouwde onroerende goederen of van andere onroerende goederen van gelijke omvang. r
r
226
19-26 octobre 1948.
Pour me permettre de prescrire éventuellement l'aliénation dans la forme adéquate, il faut et il suffit que les établissements publics gratifiés prennent à l'avenir simplement l'engagement d'aliéner les immeubles donnés ou légués ou d'autres immeubles. Je vous prie de bien vouloir tenir la main à ce que le dit engagement soit pris à l'occasion de toute libéralité faite à un établissement public et comprenant des immeubles. 1
Le
Ministre P.
NOTARIAT. — TRANSFERT D E RÉSIDENCE
de
la Justice,
STRUYE.
(1).
Secr. g é n , 2' secf, n° 40210. 19 octobre 1948. — Par a r r ê t é du Régent, la résidence de M . Ulens (HubertJoseph), notaire à Lincent, est transférée à Landen.
TRANSFÈREMENTS.
2' dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n° V1II/2/7. Bruxelles, le 23 octobre 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que dorénavant il y aura lieu de veiller à ne transférer à la prison à Huy les jeunes condamnés destinés au Centre pénitentiaire agricole à Marneffe, que lorsque leur dossier moral sera complet. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
AIDE A U X CONDAMNÉ
DUPRÉEL.
LIBÉRÉS.
2° dir. g é n , service social. Bruxelles, le 26 octobre 1948. Prié M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires de bien vouloir, à l'avenir faire délivrer à tous les condamnés de droit commun libérés, au moment de la levée de l'écrou, un billet les invitant, en cas de difficultés quelconques, à s'adresser par écrit ou à se présenter au Service social central, 13, rue des Quatre-Bras, Bruxelles. En ce qui concerne les condamnés pour infraction à la sûreté extérieure de l'Etat, un avis similaire leur sera remis les invitant à s'adresser, dans les mêmes conditions, au Service de la rééducation, du reclassement et des tutelles (S. R. R. T.), avenue Louise, 491, à Bruxelles. La présente circulaire remplace celle du 30 août 1948, même émargement. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
(1) Moniteur beige, 1948, n" 296.
DUPRÉEL.
227
19-26 October 1948.
Ten einde mij toe te laten gebeurlijk de vervreemding in de vereiste vorm voor te schrijven, is het nodig en voldoende dat de begunstigde openbare ins.tellingen voor de toekomst eenvoudig de verbintenis aangaan de geschonken of vermaakte onroerende goederen of andere onroerende goederen te vervreemden. Ik verzoek u er te willen voor zorgen dat deze verbintenis worde aangegaan bij elke gift die aan een openbare instelling wordt gedaan en die onroerende goederen bevat. De Minister van Justifie, P.
NOTARIAAT. — OVERBRENGING V A N STANDPLAATS
STRUYE.
(1). r
A l g . secr., 2° sect, n 40210. 19 October 1948. — Bij besluit van de Regent, is de standplaats van de heer Ulens (Hubert-Joseph), notaris te Lysem, naar Landen overgebracht.
OVERBRENGINGEN. e
r
2 alg. d i r , studiebureau, litt. R, n VIII/2/7. Brussel, de 23 October 1948. De heren Bestuurders der strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat voortaan er dient op gelet te worden dat de jonge veroordeelden, die bestemd zijn voor het Straflandbouwcentrum van Marneffe, slechts naar de gevangenis te Hoei worden overgebracht, wanneer hun moreel dossier volledig is. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
HULP AAN ONTSLAGEN VEROORDEELDEN.
2" alg. d i r , maatschappelijke dienst. Brussel, de 26 October 1948. De heren Bestuurders der strafinrichtingen worden verzocht in het vervolg aan al de ontslagen veroordeelden van gemeen recht, op het ogenblik van hun afschrijving van de gevangenrol, een briefje te willen overhandigen waarbij deze uitgenodigd worden, ingeval zich een of andere moeilijkheid voordoet, zich schriftelijk te wenden tôt de Centrale Maatschappelijke Dienst, 13, Vier-Armenstraat, te Brussel, of zich aldaar aan te melden. Voor wat de veroordeelden wegens misdijf tegen de uitwendige veiligheid van de Staat betreft, hun zal een gelijkaardig bericht worden overhandigd waarbij zij, in dezelfde voorwaarden, uitgenodigd worden zich te wenden tôt de Dienst voor Wederopvoeding, Reclassering en Voogdij ( D . W . R. V . ) , Louisalaan, 491, te Brussel. De onderhavige omzendbrief komt in de plaats van deze van 30 Augustus 1948, zelfde kanttekening. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
(!) Belgisch Staatsblad,
1948, n" 296.
DUPRÉEL.
228
27 octobre — 10 novembre 1948. HEURES
SUPPLÉMENTAIRES. e
er
2* dir. gén., 3 sect, 1 bureau, litt. D, n" 2719. 'Bruxelles, le 27 octobre 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que dans les cas où ils se verraient dans l'obligation d'imposer à un agent du personnel des bureaux une prestation supplémentaire, il y aurait lieu d'accorder à l'intéressé une compensation en repos, égale à la durée de la vacation extraordinaire. Dans les établissements où il existe un service du soir, il importe d'établir un roulement parmi le personnel du greffe. Pour le Ministre : Le Directeur général, |.
PUBLICATIONS
DUPRÉEL.
PÉRIODIQUES.
2' dir. g é n , bureau d'étude, litt R, n° VI1I/4/3. Bruxelles, le 8 novembre 1948. Il y a lieu de faire figurer le journal hebdomadaire « De Vlaamse Linie » sur la liste des publications périodiques auxquelles les détenus peuvent s'abonner. iPour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
INVENTAIRE D U MOBILIER. e
er
2' 'dir. g é n , 5 sect, 1 bureau, litt. E, n° 134. Bruxelles, le 10 novembre 1948. E n vertu des instructions du 15-mai 1906, les ustensiles et les menus objets à l'usage de la cuisine, de la dépense et la plupart des outils des différents corps de métiers (peintres, cordonniers, tailleurs, etc.) ne devaient pas figurer au registre du mobilier. Nonobstant leur valeur minime, la Cour des comptes estime que ces objets constituent du matériel et doivent par conséquent être inscrits au registre du mobilier. 11 y aura donc lieu pour l'avenir, en ce qui concerne les objets de l'espèce, de compléter la mention « Pris en charge » figurant sur les factures d'achats et de cessions, par celle de « et inscrit au registre-inventaire du mobilier, les objets repris sur la présente facture ou les objets désignés ci-après ». L a sortie se fera par « mise en usage » par état n° 214 spécial. Pour les Objets en usage et non inventoriés, l'inscription aura lieu immédiatement dans le registre-inventaire n" 233, sous la rubrique « Entrées — Objets mis en usage ou en service » en mentionnant dans la colonne « observations » qu'il s'agit d'objets repris à l'inventaire du mobilier. L a même mention sera portée dans la colonne « observations » du procès-verbal de récolement établi d'après l'inventaire arrêté le 31 décembre il948. Une nomenclature générale des objets à inscrire au mobilier, figure au titre « articles divers », page 13 de l'annexe III de la circulaire du 9 janvier 1948. .Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
27 October-10 November 1948.
229
OVERUREN. e
r
2' alg. d i r , 3 sect, 1* bureel, litt. D, n 2719. Brussel, de 27 October 1948. Aan de heren Bestuurders van de strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat, in de gevallen waarin zij zich zouden verplicht achten aan een personeelslid der burelen een bijkomende prestatie op te leggen, aan de betrokkene een compenserende rusttijd zou dienen toegekend die gelijk zou zijn aan de duur van de buitengewone vacatie. In de inrichtingen waar een avonddienst bestaat, betaamt het onder het griffiepersoneel een toerbeurt in te voeren. Voor de Minister : 'De Directeur-generaal, |.
DUPRÉEL.
TIJDSCHRIFTEN. r
2T alg. d i r , studiebureau, litt. R, n VIII/4/3. Brussel, de 8 November 1948. Het weekblad « De Vlaamse Linie » dient vermeld op de lijst der tijdschriften waarop de gedetineerden zich mogen abonneren. Voor de Minister : De Directeur-generaal, J.
DUPRÉEL.
INVENTARIS V A N HET MEUBILAIR. e
e
r
2" alg. d i r , 5 sect, I bureel, litt. E, n 134. Brussel, de 10 November 1948. Krachtens de onderrichtingen van 15 Mei 1906, moesten het gereedschap en het klein gerei van keuken en provisiekamer alsmede het merendeel der werktuigen der verschillende ambachten (schilders, schoenmakers, kleermakers, enz.) op het register van het meubilair niet voorkomen. Het Rekenhof is van oordeel dat deze voorwerpen, niettegenstaande hun geringe waarde, materieel uitmaken en derha'lve in het register van het meubilair dienen ingeschreven te worden. Er bestaat dus aanleiding om in de toekomst, wat de voorwerpen van die aard betreft, de vermelding « Ingeschreven » die op de facturen voor aankoop en afstand voorkomt aan te vullen met de vermelding « en opgetekend in het inventaris-register van het meubilair, de voorwerpen die op de onderhavige factuur voorkomen of de voorwerpen hieronder aangeduid ». De voorwerpen zullen dus uitgaan door « ingebruikstelling » bij spéciale staat n 214. Voor de in gebruik zijnde en niet geïnventariseerde voorwerpen, zal de inschrijving onmiddellijk in het inventarisregister n 233 gedaan worden in de rubriek « lngekomen — In gebruik of in dienst gestelde voorwerpen », terwijl in de kolom « opmerkingen » zal dienen vermeld te werden dat het voorwerpen geldt die op de inventaris van het meubilair voorkomen. Dezelfde vermelding zal dienen aangebracht te worden in de kolom « opmerkingen » van het proces-verbaal van vergelijking, opgemaakt naar de op 31 December 1948 afgesloten inventaris. Een algemene naamlijst van de onder het meubilair in te schrijven voorwerpen, komt voor in de titel : « Diverse artikelen », blz. 13 van de bijlage III van de omzendbrief van 9 Januari 1948. r
r
Voor de Minister : De Directeur-generaal, J.
DUPRÉEL.
230
19 novembre
1948.
ADMISSIBILITÉ DES TRAVAILLEURS DÉTENUS.
2' dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n° X / 7 . Bruxelles, le 19 novembre 1948. Transmis pour information à M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
Ministère du Travail et de la Prévoyance sociale. Fonds de soutien des chômeurs. Avenue des Arts, 5.1. Notre réf. : Direction Contentieux, Ea/2208/763/85. Bruxelles, le 14 octobre 1948. Note au Directeur du Bureau régional du Fonds de Soutien des chômeurs. Objet : Admissibilité des travailleurs détenus. J'ai l'honneur de porter à votre connaissance qu'en vertu d'un avis de l'Office national de Sécurité sociale, les employeurs doivent, à partir du V janvier 1948, considérer comme travailleurs ordinaires les détenus qu'ils mettent au travail dans leur entreprise; ils sont, par conséquent, dans l'obligation de déclarer ces personnes à l'O. N . S. S. au même titre que leur personnel ordinaire et de verser pour elles les cotisations nécessaires. D'autre part, la Régie du Travail pénitentiaire effectue déjà elle-même les retenues sociales sur les salaires gagnés par les détenus en 1946 et 1947. Ces retenues furent validées et leur montant fut tranféré à l'O. N . S. S. Il s'ensuit qu'à partir du V janvier 1948, les intéressés peuvent être déclarés admissibles aux allocations de chômage, en vertu de l'article 76, a, de l'arrêté organique, et être indemnisés dans les mêmes conditions que les travailleurs ordinaires. Alors que leur admissibilité aux allocations de chômage ne donne lieu à aucune difficulté dès l'instant où ils sont libérés, la solution à donner à leur cas se 'complique lorsqu'il s'agit de déterminer dans quelles conditions ils pourraient éventuellement prétendre en tout ou en partie aux avantages sociaux durant la période de leur internement. Aussi cette dernière question a été mise à l'étude et je ne manquerai pas de vous tenir au courant de la décision définitive qu'il conviendra de prendre. Mais en attendant, vous pouvez toujours informer les organismes payeurs de ce que les anciens détenus remis en liberté sont régulièrement admissibles au bénéfice des allocations de chômage dans les limites et conditions ordinaires lorsqu'ils peuvent donner la preuve de ce qu'ils ont été effectivement assujettis à la Sécurité sociale à l'occasion des prestations de travail fournies durant leur internement. ,r
J.
CAES,
Directeur
général.
19 November 1948.
^ 231
AANNEEMBAARHEID VAN GEDETINEERDE ARBEIDERS. r
2* alg. d i r , studiebureau, litt. R, n X / 7 . Brussel, de 19 November 1948. Ter kennisgeving overgemaakt aan de heren Bestuurders der strafinrichtingen. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg. Steunfonds voor werklozen. Kunstlaan, 51. Onze verw. : Directie Betwistbare Zaken, Ea/2008/763/85. Brussel, 14 October 1948. Nota aan de Directeur van het Gewestelijk Bureau van het Steunfonds voor Werklozen. Object : Aanneembaarheid van gedetineerde
arbeiders.
1k heb de eer u te laten weten dat, krachtens een kennisgeving van de Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid, de werkgevers, van 1 Januari 1948 af, de door hen te werk gestelde gedetineerden als gewone arbeiders moeten beschouwen; zij zijn derhalve verplicht deze personen met hun andere werknemers bij de R. M . Z . aan te geven en voor hen de nodige stortingen te doen. Anderdeels had de Régie van het Strafwerk reeds zelf de sociale afhoudingen gedaan op de door de gedetineerden in 1946 en 1947 verdiende lonen. Deze afhoudingen werden geldig gemaakt en het bedrag er van aan de R. M . Z. overgemaakt. Uit het vorenstaande volgt dat, van 1 Januari 1948 af, de belanghebbenden voor werklozensteun toelaatbaar kunnen verklaard worden op grond van artikel 76, a, van het organiek besluit, en vergoed onder dezelfde voorwaarden als de andere arbeiders. Waar echter hun toelaatbaarheid voor de werklozensteun geen moeilijkheden doet oprijzen als ze in vrijheid zijn gesteld, is de aan de zaak te geven oplossing meer ingewikkeld als het geldt te bepalen onder welke voorwaarden zij gebeurlijk, geheel of ten dele, op de sociale voordelen aanspraak zouden kunnen maken tijdens de période van hun internering. Deze laatste kwestie werd dan ook ingestudeerd, en ik zal niet nalaten u op de hoogte te brengen van de te treffen definitieve 3eslissing.
Maar in afwachting kunt u reeds aan de betaalorganismen laten weten dat de invrijheid gestelde gedetineerden regelmatig toelaatbaar zijn voor het voordeel van de werklozensteun, zulks in de gewone perken en voorwaarden, als zij kunnen bewijzen werkelijk onder de Maatschappelijke Zekerheid onderworpen te zijn gewèest ter gelegenheid van de werkprestatie, die zij tijdens hun internering hebben verstrekt. J. C A E S ,
Directeur-Generaal,
23 novembre 194S. FONDS SOCIAL (suite).
2' dir. g é n , 5' sect, 1" b u r , E / n " 134. Bruxelles, le 23 novembre 1948. La circulaire du 29 septembre 1947, même émargement que la présente, a prescrit d'incorporer dans la comptabilité-pour ordre les comptes de service social, de radio, etc. Il a été jugé nécessaire de compléter ces instructions en ce qui concerne les séances récréatives créées dans plusieurs établissements pénitentiaires à l'intention des détenus et internés : cinéma, théâtre, football, auditions musicales. L'accès à ces diverses récréations ne peut jamais avoir lieu au moyen de la remise de timbres-poste par les détenus. Des tickets d'entrée dont l'impression est exclusivement réservée à une firme de l'extérieur doivent obligatoirement porter les mensions suivantes : Désignation de l'établissement; Numérotation variable et ininterrompue; Coût du ticket. Il doit être exigé de l'imprimeur la délivrance, en triple exemplaire, d'une facture reprenant ces trois indications. Les détenus doivent s'approvisionner en temps utile de tickets leur permettant l'accès aux récréations de leur choix, en sollicitant leur inscription- sur une formule n" 259 (feuille de cantine) spécialement destinée à cette fin. L'inscription de ces dépenses a lieu immédiatement et à l'encre rouge dans les colonnes des comptes courants réservées aux dépenses de cantine, de façon à faciliter le contrôle mensuel séparé de ces dernières et des dépenses du Welfare. La restitution par les détenus des tickets non utilisé au moment de leur libération ou de leur transfèrement dans un autre établissement doit faire l'objet d'une inscription nominative de reprise sur une formule n" 259, ainsi qu'au crédit du compte courant des intéressés. L'achat de tickets ne doit donner lieu à aucune prise en charge dans la comptabilité des matières. Toutefois, la justification de l'achat, de la délivrance et de la restitution des tickets doit être opérée dans un cahier, à soumettre régulièrement au contrôle du directeur. Les numéros des tickets ainsi que leur valeur doivent y être indiqués pour ces diverses opérations. Un extrait de compte de ces tickets avec pièces justificatives (l'exemplaire de la facture d'achat, un relevé global des tickets restitués et un relevé global des tickets délivrés) est à joindre à l'état trimestriel n° 183. La recette provenant de la vente de tickets aux détenus doit être effectuée réghiièrement au crédit du compte du service social ou du Welfare, sans inscription en recette au journal il63. Les instructions faisant l'objet du § 2 de la circulaire du 29 septembre 1947 restent d'application quant aux autorisations préalables de dépenses d é p a s s a n t 500 francs à solliciter de l'administration centrale. Il n'est fait exception à cette règle que pour les dépenses résultant de la location de fils cinématographiques ou de costumes de théâtre qui peuvent, au même titre que les dépenses ne dépassant pas 500 francs, être soumises par quinzaine, à l'approbation du département. Le plafond de 500 francs fixé ci-dessus s'entend pour les fournitures ou travaux de réparation effectués par quinzaine par le même fournisseur ou entrepreneur. Il s'ensuit que les factures ne peuvent être scindées endéans ce délai et ce. afin d'éviter que les instructions relatives aux autorisations de dépenses à solliciter de l'administration centrale ne soient éludées. 11 est entendu qu'il reste interdit d'effectuer sur le compte de cantine des achats intéressant spécialement d'autres comptes, tels que ceux du service social et du Welfare, le bénéfice annuel du compte de cantine étant exclusivement réservé au Trésor. Il est interdit également d'opérer des transferts de fonds de compte à compte, sans en avoir sollicité préalablement l'autorisation de l'administration centrale.
233
23 November 1948. SOCIAAL FONDS
(vervolg). e
2" alg. dir.. 5" sect., I bur., litt. E, n' 134. Brussel, de 23 November 1948. De omzendbrief van 29 September 1947, zelfde kanttekening als deze, heeft voorgeschreven de rekeningen van maatschappelijk dienstbetoon, van radio, e n z , in de boekhouding voor order, in te schakelen. Het werd nodig geoordeeld de onderrichtingen aan te vullen voor wat de ontspanningsbijeenkomsten betreft die in verscheidene strafinrichtingen voor de gedetineerden en geïnterneerden werden opgericht : kino, theater, football, muziekuitvoeringen. Nooit mag tegen afgifte van postzegels, aan de gedetineerden toegang tôt deze verscheidene recreaties worden verleend. De ingangstiketten, waarvan het drukken uitsluitend aan een firma die niet tôt de strafinrichting behoort, is voorbehouden, moeten noodzakelijkerwijze de volgende meldingen dragen : Aanduiding van de inrichting, veranderlijke en ononderbroken nummering, kostprijs van het tiket. Van de drukker dient de aflevering gevergd, in drie exemplaren, van een factuur waarop deze drie aanwijzingen worden overgenomen. De gedetineerden dienen zich te gepasten tijde te voorzien van tiketten die hun toegang verschaffen tôt recreaties naar hun keus, door zich te laten inschrijven op een formulier n 259 (kantienblad), dat speciaal hiervoor bestemd is. De inschrijving van deze uitgaven geschiedt onmiddellijk en met rode inkt in de kolommen van de rekeningen-courant die aan de uitgaven van de kantien voorbehouden zijn, om aldus de afgescheiden maandelijkse contrôle van laatste bedoelde uitgaven en van de uitgaven voor de Welfare, te vergemakkelijken. Wanneer gedetineerden, bij hun invrijheidstelling of bij hun overbrenging naar een andere inrichting, ongebruikte tiketten teruggeven, moet de overname nominatief worden vermeld op een formulier n 259, alsmede op het crediet van de rekening-courant der betrokkenen. De aankoop van tiketten hoeft niet als uitgave in de boekhouding der waren te worden gebracht, maar de aankoop, de aflevering en de teruggave der tiketten moeten worden verantwoord in een schrijfboek, dat regelmatig voor contrôle aan de bestuurder dient te worden voorgelegd. De nummers der tiketten, alsmede hun waarde, moeten voor deze verschillende bewerkingen er in aangeduid worden. Een rekeninguittreksel dezer tiketten, met stukken ter verantwoording (een exemplaar van de factuur van aankoop, een globale opgave der teruggegeven tiketten, en een globale opgave der afgeleverde tiketten), dient bij de driemaandelijkse staat n 183 gevoegd te worden. De opbrengst die voortkomt uit de verkoop der tiketten aan de gedetineerden dient regelmatig op het crédit van de rekening van het maatschappelijk dienstbetoon of van de Welfare-dienst geboekt te worden, zonder als ontvangst in het dagboek 163 te worden ingeschreven. De onderrichtingen vervat in § 2 van de omzendbrief van 29 September 1947 blijven van toepassing voor wat de uitgaven betreft die vooraf werden toegestaan en die, 500 frank overtreffende, bij het hoofdbestuur dienen aangevraagd te worden. Op deze regel wordt slechts uitzondering gemaakt voor de uitgaven die voortvloeien uit het huren van filmen of theatercostumes die, evenals de uitgaven die 500 frank niet overtreffen aan het département, om de veertien dagen ter goedkeuring mogen worden voorgelegd. De hierboven vastgestelde hoogtegrens van 500 frank geldt voor de leveringen of herstellingswerken die om de veertien dagen door dezelfde leverancier of ondernemer gedaan worden. Hieruit volgt dat deze facturen binnen deze tetmijn niet mogen geplitst worden; dit om te vermijden dat de onderrichtingen betreffende de toelatingen tôt uitgaven die bij het hoofdbestuur dienen aangevraagd te worden, zouden omzeild worden. Het spreekt vanzelf dat het verboden blijft op de rekening van de kantien aankopen te doen, die speciaal op andere rekeningen betrekking hebben, zoals deze van het maatschappelijk dienstbetoon. en van de Welfare-dienst, aangezien de jaarlijkse winst, geboekt op de rekening van de kantien, uitsluitend aan de Schatkist ten goede komt. Het is eveneens verboden overschrijvingen van gelden van de ene rekening op de andere te bewerken, zonder vooraf de toelating daartoe aan het hoofdbestuur te hebben aangevraagd. r
r
r
234
24-25 novembre 1948.
En raison des particularités propres à certains établissements, les difficultés éventuelles rencontrées dans l'application des dispositions de la présente circulaire et de celle du 29 septembre 1947 doivent faire l'objet d'un référé auquel l'administration apportera la solution adéquate. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
CANTINE NON RÉGLEMENTAIRE. —
DUPRÉEL.
SUPPRESSION.
e
2 dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n° XXIII. Bruxelles, le 24 novembre 1948. Monsieur le Directeur, 11 me revient que certains établissements ont organisé, à côté de la cantine réglementaire, une autre cantine destinée notamment à alimenter la caisse du service Welfare. Cette pratique doit être immédiatement abandonnée comme n'étant pas conforme aux instructions. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
CIRCULAIRE R E L A T I V E A LA PREUVE D E NATIONALITÉ, E N V U E D E L E U R M A R I A G E , DES P E R S O N N E S R É F U G I É E S O U D É P L A C É E S .
5° dir. g é n , 2" sect, litt. E. C, n" 8917. Bruxelles, le 25 novembre 1948. A MM. les Procureurs généraux
près les Cours d'appel.
Me référant à ma circulaire du 26 juin 4948, j ' a i l'honneur de porter à votre connaissance, d'après une communication de la délégation à Bruxelles, de l'Organisation internationale pour les réfugiés, que certains officiers de l'état civil réclament aux réfugiés et personnes déplacées désireux de se marier, un certificat de nationalité à délivrer par leurs autorites consulaires. Il est vraisemblable qu'un document de l'espèce soit réclamé en vue de permettre à l'officier de l'état civil de s'assurer de la loi qui régit le statut personnel de l'étranger contractant mariage. Toutefois, d'accord avec M . le Ministre des Affaires étrangères, et pour des motifs que vous concevrez, j'estime qu'il n'y a pas lieu d'astreindre les réfugiés et les D. P. à se soumettre à cette procédure. Cette ligne de conduite est d'autant plus justifiée qu'elle tend à ne pas entraver l'exercice d'un droit aussi naturel^que le mariage. Il convient, à mon avis, de traiter les intéressés comme possédant, jusqu'à preuve du contraire, la nationalité qui leur est attribuée sur les pièces d'identité qui sont en leur possession. |e vous prie, Monsieur le Procureur 'général, de vouloir bien communiquer le contenu de cette circulaire à M M . les Procureurs du Roi et officiers de l'état civil de votre ressort. Le Ministre, P.
STRUYE.
24-25 November 1948.
236
Om reden van de bijzondere kenmerken, eigen aan sommige inrichtingen, moeten de moeilijkheden die zich gebeurlijk zouden voordoen bij de toepassing van de bepalingen van deze omzendbrief en van de omzendbrief van 29 September 1947, uiteengezet worden in een verzoek om inlichtingen, waaraan het bestuur de gepaste oplossing zal geven. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
NIET REGLEMENTAIRE KANTIEN. —
DUPRÉEL.
AFSCHAFFING. r
2' alg. dir., studiebureau, litt. R, n X X H I . Brussel, de 24 November 1948. Mijnheer de Bestuurder, 'Ik verneem dat sommige inrichtingen, naast de réglementaire kantien, er een andere hebben opgericht die onder meer bestemd is om de kas van de Welfaredienst te stijven. Dit gebruik dient onmiddellijk te worden opgegeven als niet i n overeenstemming zijnde met de onderrichtingen. Voor de Minister : . De Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
OMZENDBRIEF BETREFFENDE HET BEWIJS VAN NATIONALITEIT DAT V A N D E U I T G E W E K E N O F V E R P L A A T S T E P E R S O N E N D I E W E N S E N T E H U W E N WORDT GEËIST. r
5* alg. dir., 2* sect, litt. E. C , n 8917. Brussel, de 25 November 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal
Jbij de Hoven van beroep.
Onder verwijzing naar mijn omzendbrief van 26 Juni '1948, heb ik de eer u ter kennis te brengen dat, volgens een mededeling van dé afvaardiging te Brussel, der Internationale Organisatie voor de Uitgewekenen, sommige ambtenaren van de burgerlijke stand van de uitgewekenen en de vcrplaatste personen, die wensen te huwen, een getuigschrift van nationaliteit eisen, dat door hun consulaire overheden dient verstrekt. Waarschijnlijk wordt soortgelijk bescheid geëist om de ambtenaar van de burgerlijke stand in staat te stellen zich te vergewissen van de wet die het persoonlijk statuut van de vreemdeling, die een huwelijk aangaat, regelt. Met de Minister van Buitenlandse Zaken en wegens redenen die gij zult inzien, ben ik evenwel van mening dat er geen aanleiding bestaat de uitgewekenen en de verplaatste personen te noodzaken zich aan die procédure te onderwerpen. Deze gedragslijn is des te meer verantwoord, daat zij er toe strekt de uitoefening van een zo natuurlijk recht als het huwelijk niet te belemmeren. Ik verzoek u, Mijnheer de Procureur-Generaal, de inhoud van deze omzendbrief aan de Procureurs des Konings en aan de ambtenaren van de burgerlijke stand van uw rechtsgebied ter kennis te brengen. De Minister, P.
STRYE.
236
25-26 novembre 1948. USAGE D U TABAC P A R L E S D É T E N U E S .
2" dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n" V1I/1/2. Bruxelles, le 25 novembre 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que j'autorise les détenues de toutes les catégories à fumer uniquement en cellule, pendant une heure après chaque repas. Les deux derniers,alinéas de la circulaire du 6 juillet 1948, même émargement que la présente, sont également d'application aux détenues. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
P A R O I S S E S - S U C C U R S A L E S . — M O D I F I C A T I O N S A U X C I R C O N S C R I P I T O N S ('!).
25 novembre 1948. — Un arrêté du Régent annexe à la paroisse-succursale SaintJoseph à Rofessart, commune de Limelette, la partie de la paroisse-succursale Saint-Martin à Limai, circonscrite, à partir de la limite séparative des communes de Limelette et de Limai, par : la limite séparative des communes de Rixensart et de Limai, A . - B . ; l'axe du chemin de fer de Bruxelles à Namur, B . - C ; la limite séparative des communes de Limelette et de Limai, C . - A , conformément au plan y annexé.
BUDGET D E L ' E X E R C I C E
1949.
2" dir. g é n , 5« sect, 1'" bur. Bruxelles, le 26 novembre 1948. L a ventilation des dépenses afférentes à l'exercice 1949 est quelque peu différente de celle de l'exercice précédent. Comparée à celle de 1948, elle se présente de la façon suivante en ce qui concerne les dépenses courantes qui incombent aux prisons : Articles du budget 1948
Articles du budget 1949
Art. 3.
Art. 3.
1 C. 2 C. Art. 4. 2 C. Art. 5. 2 C.
1 C. 2 C. Art. 4. 2 C. Art. 5. 2 C.
3 C.
3 C.
4 C.
3 C.
CHAPITRE
Dépenses
I".
d'administration
générale.
Rémunérations du personnel des services permanents (prisons). Agents définitifs. Agents temporaires. Rémunérations du personnel des cadres temporaires. Agents temporaires. Allocations et indemnités diverses. Honoraires des médecins, rémunération d'experts étrangers à l'administration et prestations de tiers. (Seront considérées comme telles celles. des ministres des cultes dissidents.) Indemnités pour exercice de fonctions supérieures au grade; de fonctions dirigeantes. Indemnités pour travaux supplémentaires ou prestations spéciales (chauffeurs, infirmiers, service de nuit et de commandos.
(1) Moniteur belge. 1948, n" 36(1.
25-26 November 1948.
237
GEBRL'IK VAN TABAK DOOR D E GEDETINEERDEN. r
2' alg. d i r , studiebureau, litt. R, n V l l / 1 / 2 . Brussel, de 25 November 1948. Aan de heren Bestuurders der strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat ik aan de gedetineerden van aile categorieën toelating verleen, enkel in de cel, gedurende één uur nà elke maaltijd, te roken. De twee laatste alinea's van de omzendbrief van 6 Juli 1948, zelf de kanttekening als deze, zijn eveneens op de vrouwelijke gedetineerden toepasselijk. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
H U L P P A R O C H I Ë N . — WIJZIG1NGEN A A N D E G E B I E D S O M S C H R I J V I N G E N
(1).
25 November 1948. — Bij besluit van de Regent, is aan de 'hulpparochie van de Heilige-Jozef te Rofessart, gemeente Limelette, het gedeelte geheclit der hulpparochie van de Heilige Martinus te Limai begrensd, vanaf de grensscheiding tussen de gemeenten Limelette en Limai, door : de grensscheiding tussen de gemeenten Rixensart en Limai, A . - B . ; de as van de spoorweg van Brussel naar Namen, B . - C ; de grensscheiding tussen de gemeenten Limelette en Limai, C . - A , overeenkomstig het daarbij gevoegd plan.
B E G R O T I N G V A N H E T DIENSTJAAR
1949. e
2° alg. d i r , 5 sect, 1"' bur. Brussel, de 26 November 1948. De verdeling van de uitgaven met betrekking tôt het dienstjaar 1949 verschilt eep weinig van die van het vorige dienstjaar. Vergeleken met die van 1948 doet zij zich,. wat betreft de dagelijkse uitgaven welke ten laste komen van de gevangenissen, als volgt voor : Artikels van de begroting voor 1948
Artikels van de begroting voor 1949
Art. 3.
Art. 3.
1 C. 2 C. Art. 4. 2 C. Art. 5. 2 C.
1 C. 2 C. Art. 4. 2 C. Art. 5. 2 C.
3 C.
3 C.
4 C.
3 C.
HOOFDSTUK
I.
;
Uitgaven van algemeen bestuur. Bezoldigingen van het personeel der vaste diensten (gevangenissen). Vast aangestelde personeelsleden. Tijdelijk personeel. Bezoldigingen van het personeel der tijdelijke diensten. Tijdelijk personeel. Allcrhande toelagen en vergoedingen. Erelonen van de geneesheren, bezoldiging van niet tôt de administratie behorende deskundigen, en prestaties van derden (zullen als dusdanig aanzien worden, de prestaties van de bedienaars der afgescheiden erediensten). Vergoedingen wegens het uitoefenen van hogere functiën dan die van de graad, van leidende functiën. Vergoeding voor overwerk of voor bijzondere prestaties (autogeleiders, ziekenverplegers, nacht- en commandodienst).
G ) Belgisch Staatsblad,
r
1948, n 360.
238
25-26 novembre 1948. Articles du budget 1949 4 C. 4 C. Art. 6. Art. 7. 1 C. 1 C.
2 C.
3 C. 3 C. Art. 8. 1 C.
1 C. 1 C. 1 C.
2 C. Art. 9. Art. 10. 3 C. Art. 11.
Indemnité de changement de résidence. Indemnité d'équipement et de / tenue. Allocations et dépenses de service social en faveur du personnel. Dépenses d'entretien et de consommation. Eclairage, chauffage, service des eaux, loyers, impositions et toutes dépenses de consommation relatives aux locaux. Affranchissement de correspondance, télégrammes, communications et abonnements téléphoniques, transports d'objets et toutes dépenses de même nature relative au fonctionnement des services.
Indemnités couvrant des charges réelles.
Entretien des locaux, du matériel et du mobilier, travaux et fournitures. Dépenses de même nature. (Les frais d'utilisation des véhicules automobiles seront imputés au présent article.) Abonnements aux journaux et publications officielles. Fournitures de bureau et imprimés. Dépenses .d'équipement et de renouvellement. Travaux et fournitures d'équipement et de renouvellement pour les locaux, le matériel et le mobilier. Dépenses de même nature. Achat d'uniformes. Acquisition d'ouvrages, de publications. Reliure. (La distinction à établir entre les publications qui se souscrivent par abonnement et l'achat d'oeuvres complètes continue à subsister. Les dépenses qui en résultent seront imputées selon le cas à l'article 7-3 ou 8-1.) Achat de voitures et camions automobiles. Publications effectuées par le département. Dépenses afférentes aux déplacements du personnel. Frais de route et de séjour. Dépenses de formation professionnelle. (Comprendre rémunérations et frais quelconques, de séjour inclus, à allouer tant aux conférenciers qu'aux participants.) CHAPITRE
Art. 22-1.
IV.
Autres dépenses de fonctionnement. Nourriture et entretien des détenus dans les prisons ainsi que des récidivistes et anormaux internés en vertu de la loi de défense sociale. Transfèrements des détenus ou internés par correspondance extraordinaire et frais de voyage de leurs gardiens.
Centres. — Les dépenses résultant du fonctionnement des centres continuent à être imputées au budget des dépenses résultant de la guerre.
239
25-26 November 1948. Artikels van de begroting voor 1948
Artikels van de begroting voor 1949
6 C.
4 C.
Art. 6.
Art. 6.
Art. 7. 1 C.
Art. 7. 1 C.
2 C.
1 C.
3 C.
2 C.
4 C. 5 C. Art. 8. 1 C.
3 C. 3 C. Art. 8. 1 C.
7-3 C. 7-4 C. 7-5 C.
1 C. 1 C. 1
c.
2 C. Art. 9. Art. 10.
2 C. Art. 9. Art. 10.
6 C. Onbestaand.
3 C.. Art. 11.
i Vergoeding wegens standVergoedingen die ) plaatsveranderingen, verwerkelijke lasten goeding voor uitrusting en dekken. kledij. Toelagen en uitgaven voor maatschappelijk dienstbetoon ten bate van het personeel. Uitgaven voor onderhoud en verbruik. Verlichting, verwarming, waterdienst, huurgelden, belastingen en aile verbruiksuitgaven betreffende de lokalen. Frankering van dienststukken, telegrammen, telefoongesprekken en abonnementen, vervoer van voorwerpen en aile uitgaven van dezelfde aard betreffende de werking der diensten. Onderhoud van de lokalen, het materieel en het meubilair, werken en leveringen; uitgaven van dezelfde aard. (De onkosten voor het gebruik der autovoertuigen zullen op dit artikel aangerekend worden.) Dagbladabonnementen en officiële publicaties. Bureelbenodigdheden en drukwerk. Uitgaven voor uitrusting en vernieuwing. Werken en leveringen voor de uitrusting en de vernieuwing der lokalen, voor het materieel en het meubilair. Uitgaven van dezelfde aard. Aankoop van uniformen. Aanschaffen van werken en publicaties. Inbinding. (Het onderscheid dat dient gemaakt te worden tussen de publicaties waarop men bij abonnement onderschrijft en de aankoop van volledige werken, blijft bestaan. De uitgaven die er uit voortvloeien zullen, volgens het geval, op artikel 7-3 of 8-1 aangerekend worden.) Aankoop van autovoertuigen en -vrachtwagens. Door het département uitgevoerde publicaties. Uitgaven in verband met de verplaatsingen van het personeel. Reis- en verblijfkosten. Uitgaven voor beroepsscholing. (Bezoldigingen en om het even welke onkosten, de verblijfkosten inbegrepen, die zowel aan de sprekers als aan de deelnemers dienen toegekend te worden,, moeten hierbij worden inbegrepen.) HOOFDSTUK
Art. 17-1.
Art. 22-1.
IV.
Andere werkingsuitgaven. Voeding en onderhoud van de gedetineerden in de gevangenissen, alsmede van de krachtens de wet tôt bescherming der maatsehappij geïnterneerde recidivisten en abnormalen. Overbrenging van sommige gedetineerden of geïnterneerden per buitengewone correspondentie en reiskosten van hun bewaarders.
Centra. — De uitgaven die voortspruiten uit de werking der centra, blijven verder aangerekend op de begroting van de uitgaven voortvlneiende uit de oorlog.
240
27-29 novembre 1948.
Chaque article du budget ordinaire, les n"" 9 et 11 exceptés, a un correspondant au budget de guerre. 11 s'obtient en faisant précéder du chiffre 30 les articles 1 à 8 et du chiffre 3 les suivants. Ainsi, l'article 7-1. C du budget ordinaire devient 307-1.A du budget de guerre. L'article 22-1. C devient 322-1.A, etc.
o
Avances. — En principe, des avances de fonds peuvent être accordées sur tous les articles prémentionnés, à l'exception cependant des articles 5-4, 6 et 9 pour lesquels les dépenses y imputables continuent à être liquidées par bordereaux 170. Les états 168 de débours ouverts au nom des comptables à l'article 7-4 du budget de 1948 seront clôturés le 31 décembre et comprendont toutes les quittances présentées j u s q u ' à cette date incluse. Ils seront dès lors transmis en remboursement. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DÉTENUS. — MILITAIRES. —
DUPRÉEL.
MILICIENS.
2* dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n" V'I/9. Bruxelles, le 27 novembre 1948. Prié M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires de bien vouloir rappeler à tout militaire en service actif à libérer qu'il est tenu à se présenter, dès son élargissement, au commandant de place ou, à son défaut, au commandant de la brigade de gendarmerie locale, afin d'y recevoir toutes indications et'documents utiles pour rejoindre son corps. Il y a lieu de lui délivrer un certificat de détention portant la date et l'heure de sa libération et lui enjoignant de se présenter immédiatement à l'autorité compétente. Le militaire sera libéré le plus tôt possible dans la matinée de façon à lui permettre de rejoindre son corps au cours de la journée. Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
COLIS FAMILIAL POUR LES DÉTENUS.
2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n° X l / l . -
Bruxelles, le 29 novembre 1948.
Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que les détenus, quelle que soit la catégorie à laquelle ils appartiennent, sont autorisés à recevoir entre le 15 et le 31 décembre 1948 un colis familial dont le poids ne peut excéder 5 kilogrammes. Les articles suivants peuvent entrer dans la constitution de ce colis : boîtes de lait condensé, boîtes de viande ou de poissons en conserve, fromage, margarine, biscottes, biscuits, pain d'épice, sucre, chocolat, fruits (pommes, poires, oranges), tabac. Les détenus qui ne peuvent recevoir de colis, soit parce qu'ils n'ont plus de famille ou que celle-ci n'est pas en mesure d'en assurer l'envoi, sont autorisés à dépenser durant la période précitée une somme supplémentaire de 200 francs pour des achats à la cantine. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
27-29 November 1948.
241
Ieder artikel der gewone begroting, uitgezonderd de n " 9 en 11, heeft een overeenstemmend artikel in de oorlogsbegroting. Het wordt bekomen door aan de artikelen 1 tôt 8 het cijfer 30, en aan de volgende het cijfer 3 te laten voorafgaan. Aldus wordt artikel 7-1 C van de gewone begroting, 307-1 A van de oorlogsbegroting; artikel 22-1 C wordt 322-1 A , enz. Voorschotten. — In princiep kunnen op aile hogervermelde artikelen geldvoorschotten worden toegestaan, met uitzondering nochtans voor de artikelen 5-4, 6 en 9, waarvoor de uitgaven die er op aangerekend kunnen worden, door middel van borderellen 170 verder vereffend worden. De staten van uitsdhotten n 168 die op naam van de rekenplichtigen op artikel 7-4 van de begroting van 1948 geopend werden, zullen op 31 December worden afgesloten, en zullen aile kwijtschriften bevatten die tôt en met deze datum, inbegrepen, werden voorgelegd. Zij zullen dienvolgens ter terugbetaling worden overgemaakt. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, r
J.
DUPRÉEL.
G E D E T I N E E R D E N ' . — M I L I T A I R E N . — M1LITIEPLICHTIGEN. r
2' alg. d i r , studiebureau, litt. R, n V I / 9 . Brussel, de 27 November 1948. De heren Bestuurders van de strafinrichtingen worden er om verzocht elke in vrijheid te stellen militair in actieve diensf er aan te herinneren dat hij, dadelijk na zijn ontslag, er toe gehouden is zich bij de plaatselijke commandant of, bij ontstentenis van deze, bij de bevelhebber der plaatselijke rijkswachtbrigade, aan te melden om er aile nuttige aanwijzingen en bescheiden. te verkrijgen .om zijn legerafdeling te vervoegen. E i bestaat aanleiding hem een bewijs van hechtenis af te leveren waarop de datum en het uur van zijn invrijheidstelling worden vermeld en waarbij hem gelast wordt zich onmiddellijk bij de bevoegde overheid aan te melden. De militair zal zo vroeg mogelijk in de morgen in vrijheid worden gesteld zodat hij zijn eenheid in de loop van de dag kan vervoegen. De Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
PAKJE VOOR DE GEDETINEERDEN VERSTREKT DOOR DE FAMILIE. r
T alg. d i r , studiebureau. litt. R, n X I / 1 . Brussel, de 29 November 1948. Aan de heren Bestuurders der strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht, dat aan de gedetineerden, welke ook de catégorie zii waartoe zii behoren, machtiging wordt verleend tussen 15 en 31 December 1948 een door de familie verstrekt pakje, waarvan het gewicht 5 kilogram niet mag overschrijden, in ontvangst te nemen. De volgende waren mogen voor de samenstelling van dit pakje worden aangewend : blikken gecondenseerde melk, blikken ingemaakt vlees of ingelegde vis, kaas, margarine, beschuiten, gebak, peperkoek, suiker, chocolade, fruit (appelen, peren, oranjeappelen), tabak. De gedetineerden die geen pakje kunnen ontvangen, ofwel omdat zij geen familie meer hebben of omdat deze niet in de mogeiijkheid verkeert het op te sturen, zijn er toe gemachtigd, gedurende de voormelde période, een bijkomend bedrag van 200 frank voor aankopen in de kantien uit te geven. Voor de Alinister : De Directeur-generaal, J.
DUPRÉEL.
242
8-10 décembre 1948. CIRCULAIRE AUX ADMINISTRATIONS COMMUNALES RELATIVE AUX EXTRAITS D U CASIER COMMUNAL DES CONDAMNATIONS A FOURNIR A U X ADMINISTRATIONS PUBLIQUES
(1).
B r u x e l l e s , le 8 d é c e m b r e
1948.
P o u r i n f o r m a t i o n à M M . les G o u v e r n e u r s ,
A MM. les Bourgmestres, E n r a i s o n des d i s p o s i t i o n s l é g a l e s prises d e p u i s la l i b é r a t i o n du p a y s , les cas o ù les a d m i n i s t r a t i o n s publiques ont, en vue d e c o n s t i t u e r c e r t a i n s dossiers, l ' o b l i g a t i o n de s ' a s s u r e r des c o n d a m n a t i o n s des i n t é r e s s é s , sont devenus fort n o m b r e u x . . E t a n t d o n n é que ces a d m i n i s t r a t i o n s p u b l i q u e s s'adressent le iplus s o u v e n t au casier j u d i c i a i r e c e n t r a l , pour y o b t e n i r un extrait de ce casier, ce s e r v i c e n'est plus en mesure de satisfaire à ces d e m a n d e s . D ' a u t r e part, les a d m i n i s t r a t i o n s c o m m u n a l e s sont en p o s s e s s i o n de la d o c u m e n t a t i o n en ce q u i c o n c e r n e les c o n d a m n a t i o n s de leurs habitants. D a n s les cas o ù des d i s p o s i t i o n s l é g a l e s p r e s c r i v e n t aux a d m i n i s t r a t i o n s p u b l i ques de recueillir les renseignements quant a u x c o n d a m n a t i o n s de certaines p e r s o n n e s et sans q u e l'extrait du casier j u d i c i a i r e c e n t r a l s o i t e x p r e s s é m e n t e x i g é (par e x e m p l e , en m a t i è r e de l é g i s l a t i o n s u r les e s t r o p i é s et m u t i l é s , de c o n s t i t u t i o n des dossiers de d é p o r t é s p o l i t i q u e s et r é c a l c i t r a n t s au t r a v a i l o b l i g a t o i r e , de n o m i n a t i o n s d ' a g e n t s c o m m u n a u x ) , les a d m i n i s t r a t i o n s c o m m u n a l e s sont a u t o r i s é e s à fournir à ces a d m i n i s t r a t i o n s p u b l i q u e s , la liste des c o n d a m n a t i o n s en tenant c o m p t e des d i s p o s i t i o n s l é g a l e s relatives à l a r é h a b i l i t a t i o n et à l ' a m n i s t i e . E t a n t d o n n é le c a r a c t è r e secret de ces renseignements, la note t r a n s m i s e d e v r a porter l a m e n t i o n « Secret ». L e Ministre H.
MOREAU
de la Justice, DE MELEN.
A P P L I C A T I O N D E L A C I R C U L A I R E D U 4 A O U T 1948, P O R T A N T S U P P R E S S I O N D U C E R T I F I C A T « MODÈLE C » ET R E L A T I V E A U X I N S T R U C T I O N S GÉNÉRALES E N MATIÈRE D E P O L I C E DES ÉTRANGERS, A U X RÉFUGIÉS POLITIQUES RESSORTISSANT A U MANDAT D E L ' O R G A N I S A T I O N I N T E R N A T I O N A L E P O U R L E S R É F U G I É S (2).
B r u x e l l e s , le 10 d é c e m b r e
Circulaire
1948.
à MM. les Bourgmestres du Royaume.
P o u r information : A M M . les G o u v e r n e u r s de P r o v i n c e , A M M . les C o m m i s s a i r e s d ' A r r o n d i s s e m e n t . L a l o i du 5 f é v r i e r 1948 a p p r o u v e la c o n s t i t u t i o n de l ' O r g a n i s a t i o n i n t e r n a t i o nale p o u r les R é f u g i é s (Moniteur belge du 11 j u i n d i t o ) . A f i n de c o n c i l i e r ' le respect des o b l i g a t i o n s i n t e r n a t i o n a l e s s o u s c r i t e s p a r l a B e l g i q u e a v e c la m i s s i o n qui v o u s est t r a c é e par m a c i r c u l a i r e du 4 a o û t 1948 (Moniteur belge du 19 septembre d i t o ) , en m a t i è r e de P o l i c e des E t r a n g e r s , j ' a i l ' h o n n e u r d'appeler votre p a r t i c u l i è r e a t t e n t i o n sur les d i s p o s i t i o n s s u i v a n t e s . Elles sont a p p l i c a b l e s a u x seules p e r s o n n e s relevant du m a n d a t de l ' O r g a n i s a t i o n - internationale p o u r les R é f u g i é s ou qui d é c l a r e n t , lors de leur i n s c r i p t i o n au registre des é t r a n g e r s , se c o n s i d é r e r c o m m e r é f u g i é s p o l i t i q u e s . A. L e s i n t é r e s s é s recevront, l o r s de leur i m m a t r i c u l a t i o n au r e g i s t r e des é t r a n g e r s , un s a u f - c o n d u i t conforme au m o d è l e p r é v u à l ' a n n e x e III de m a c i r c u laire du 4 a o û t 1948 et d'une d u r é e de s o i x a n t e j o u r s à dater de sa d é l i v r a n c e . Ils
(1) Moniteur belge, 1948, n " " 34S-349. (2) Moniteur belge, 194S, n " 353.
243
8 1 0 December 1948.
OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN BETREFFENDE DE UITTREKSELS UIT DE GEMEENTELIJKE REGISTERS VAN VEROORDELINGEN, WELKE AAN DE OPENBARE BESTUREN DIENEN TE WORDEN VERSTREKT (1). Brussel, de 8 December 1948. Aan de heren Burgemeesters, Voor kennisgeving aan de heren Gouverneurs, Wegens de sedert de bevrijding van het land genomen wetsbepalingen, zijn de gevallen waarin de openbare besturen de verplichting hebben om, met het oog op de samenstelling van zekere dossiers, zich te vergewissen van de veroordelingen door de betrokkenen opgelopen, zeer talrijk geworden. Aangezien deze openbare besturen zich meestal tôt het centraal strafregister wenden om er een uittreksel uit dit register te bekomen, is deze dienst niet meer bij machte aan deze aanvragen te voldoen. De gemeentebesturen beschikken anderzijds over de gegevens betreffende de veroordelingen door hun inwoners opgelopen. .In de gevallen waarin, op grond van wetsbepalingen, aan de gemeentebesturen voorgeschreven wordt inlichtingen betreffende de door sommige personen opgelopen veroordelingen i n te winnen, zonder dat het uittreksel uit het centraal strafregister uitdrukkelijk wordt vereist (bijvoorbeeld in zake de wetgeving op de "gabrekkelijken en verminkten, de samenstelling van de dossiers van politieke gevangenen en weigeraars voor de verplichte arbeidsdienst, de benoemingen van gemeentebedienden), zijn de gemeentebesturen er toe gemachtigd aan deze openbare besturen de lijst van de veroordelingen te verstrekken, met inachtneming van de wetsbepalingen op het eerherstel en de amnestie. Gelet op het geheim karakter van deze inlichtingen, moet de overgelegde nota de melding « Geheim » dragen. De Minister van Justitie, H. MOREAU DE MELEN. -
TOEPASSING OP DE POLITIEKE VLUCHTELINGEN, DIE GEHOREN ONDER HET MANDAAT VAN DE INTERNATIONALE ORGANISATIE VOOR DE VLUCHTELINGEN VAN DE OMZENDBRIEF VAN 4 AUGUSTUS 1948, WAARBIJ HET BEWIJS « MODEL C » WORDT AFGESCHAFT EN BETREFFENDE DE ALGEMENE ONDERRICHTINGEN IN ZAKE VREEMDELINGENPOLITIE (2). 'Brussel, de 10 December 1948. Omzendbrief
aan de heren Burgemeesters
van het
Rijk.
Voor kennisgeving : Aan de heren Provinciegouverneurs, Aan de heren Arrondissementsconimissarissen. De wet van 5 Februari 1948 hecht haar goedkeuring aan de constituée van de Internationale Organisatie voor de Vluchtelingen (Belgisch Staatsblad van 11 Juni d. o. v.). Opdat de eerbiediging van de door België aangegane internationale verplichtingen zich verzoene met de opdracht die u wordt toebedeeld door mijn omzendbrief van 4 Augustus 1948 (Belgisch Staatsblad van 19 September d. o. v.) in zake vereemdelingenpolitie, heb ik de eer uw bijzondere aandacht te verzoeken voor d? hiernavolgende bepalingen. Zij zijn enkel en alleen toepasselijk op de personen die gehoren onder het mandaat van de Internationale Organisatie voor de Vluchtelingen of die. bij hun inschrijving in het vreemdelingenregister, verklaren zich zelf als politiek vluchteling te beschouwen. A. De betrokkenen zullen, bij hun inschrijving in het vreemdelingenregister, een vrijgeleide ontvangen gelijkaardig aan het door bijlage IH van mijn omzendbrief van 10 Augustus 1948, voorzien model en waarvan de geldigheidsduur zestig dagen zal bedragen te beginnen op de datum zijner uitreiking. (1) Belgisch (2) Belgisch
Staatsblad Staatsblad.
1948, n " 348-349. 1948, n 353. r
244
U
décembre 1948.
6erqnt, en outre, invités à solliciter, dans les huit jours, une attestation, de la Délégation en Belgique de l'Organisation internationale pour les Réfugiés, établissant qu'ils relèvent de son mandat. Les bureaux de cet organisme, auxquels ils devront se présenter personnellement et munis de toutes leurs pièces d'identité, sont sis aux adresses suivantes : Bruxelles : rue de la Loi, n" 28. Anvers : avenue de France, m"'115. Charleroi : quai de Flandre, n" 3. La Louvière : rue Camille Lemonnier, n" 2. Liège :.rue de Pitteurs, n" 25. Mons : rue Ferrer, n" 24. Waterschei : Bovenzaal-Welvaart Kring. Ces bureaux sont ouverts tous les jours, sauf le samedi et le dimanche, de 9 à 12 heures et de 14 à 18 heures. B. Dans le bulletin de renseignements, sous la rubrique : « Est-il réfugié politique? », il sera mentionné que les intéressés revendiquent la qualité de réfugié ressortissant au mandat de l'Organisation internationale pour les Réfugiés (O. I. R.). C. Après examen de la situation de ces personnes, la Délégation en Belgique de l'Organisation internationale pour les Réfugiés, transmettra, s'il échet, l'attestation précitée à l'administration communale du lieu où elles ont été immatriculées. Dès réception de ce document, qui sera versé au dossier communal, les intéressés seront convoqués et, contre remise de leur sauf-conduit, mis en possession du certificat d'inscription au registre des étrangers; ce titre de séjour sera revêtu de la mention « Doit émigrer ». Lors de cette délivrance, ces étrangers seront informés que leur séjour en Belgique n'est autorisé que pour leur permettre d'y attendre leur émigration et qu'ils ne peuvent exercer une activité lucrative que sous le couvert d'un permis de travail délivré par le Ministère du Travail et de la Prévoyance sociale (rue des Petits-Carmes, n" 33, à Bruxelles). D. Dans le cas où les é t r a n g e r s en cause n'auront pas obtenu l'attestation susdite, i ! y aura lieu de leur retirer le sauf-conduit et de faire application a leur égard des dispositions de ma circulaire du 4 août 1948 précitée. Le Ministre de la Justice, H. M O R E A U D E M E L E N .
DESTINATION DES DÉTENUS D E DROIT COMMUN. — SPÉCIALISATION.
2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n" X I V . 'Bruxelles, le 14 décembre 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires, que les détenus de droit commun, condamnés à un emprisonnement de plus de six mois, qui ne sont pas destinés à un établissement spécial, seront dirigés vers l'établissement pénitentiaire à Merksplas si, au moment du transfert, il leur reste encore au moins trois mois d'emprisonnement à subir. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPREEI..
11 December 1948.
245
Daarenboven zullen zij uitgenodigd worden, bij de Afvaardiging in België van de Internationale Organisatie voor de Vluchtelingen binnen de acht dagen een attest aan te vragen waaruit blijkt dat zij gehoren onder haar mandaat. De burelen van dit organisme, waar zij zich persoonlijk en voorzien van al hun identiteitsstukken dienen aan te bieden, zijn op de hiernavolgende adressen gevestigd : r
Brussel : Wetstraat, n 28. Antwerpen : Frankrijklei, n 115. Charleroi : quai de Flandre, n 3. La Louvière : rue Camille Lemonnier, n 2. Luik : rue de Pitteurs, n 25. Bergen : rue Ferrer, n 24. Waterschei : Bovenzaal-Welvaart-Kring. r
r
r
r
r
Deze burelen zijn toegankelijk elke dag, behalve de Zaterdag en de Zondag, van 9 tôt 12 uur en van 14 tôt 18 uur. B. Op het inlichtingsbulletijn, onder de rubriek : « Is hij politievluchteling », zal worden vermeld dat betrokkene dé hoedanigheid inroept van onder het mandaat der Internationale Organisatie voor de Vluchtelingen (I. O. V.) gehorend vluchteling. C. Na onderzoek van de toestand dezer personen, zal de afvaardiging in België van de Internationale Organisatie voor de Vluchtelingen, indien het er op aankomt, het vermelde attest overmaken aan het gemeentebestuur van de plaats waar zij geboekt werden. Bij ontvangst van dit ibescheid, dat in het gemeentelijk dossier dient geplaatst, zullen de betrokkenen opgeroepen worden en, tegen teruggave van hun vrijgeleide, in het bezit worden gesteld van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister; deze verblijfstitel zal worden bekleed met de vermelding « Dient uit te wijken ». Bij de aflevering van dit (bewijs, zullen deze vreemdelingen dienen verwittigd dat hun verblijf in België slechts wordt gemachtigd om hun toe te laten er hun uitwijking af te wachten en dat zij slechts een winstgevende bedrijvigheid mogen uitoefenen na een arbeidsvergunning te hebben ibekomen vanwege het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg (Kleine-Karmelietenstraat, n 33, te Brussel). r
D. Mochten de betrokken vreemdelingen het hogervernoemd attest niet hebben bekomen, dan zal het hun afgeleverde vrijgeleide dienen ingetrokken en zullen te hunnen opzichte de bepalingen van mijn reeds vermelde omzendbrief van 4 A u gustus 1948 dienen toegepast. De Minister van Justitie, H. M O R E A U DE MEI.EN.
BESTEMMING VAN D E GEMEENRECHTEL1]KE GEDETINEERDEN. — SPECIAL1SATIE. r
2" alg. d i r , studiebureau, litt. /?, n X I V . Brussel, de 11 December 1948. De heren Bestuurders der strafinrichtingen wordt hierbij ter kennis gebracht dat de gedetineerden van gemeen. recht, die tôt een gevangenisstraf van meer dan zes maanden veroordeeld werden, en die niet bestemd zijn voor een bijzondere inrichting, zullen afgevoerd worden. naar de strafinrichting van Merksplas, indien ze op het ogenblik van hun overbrenging nog ten minste drie maanden gevangenisstraf uit te zitten hebben. Voor de Minister : De Directeur-generaal, J.
DUPRÉEL.
246
13-16 décembre 1948. PERSONEEL. — TOELATING TOT ROKEN. e
r
2" alg. dir., 3 sect., 1" bureel, litt. P, n 37. Brussel, de 13 December 1948. Aan de heren Bestuurders der strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat ik aan het bewaarderspersoneel toelating verleen om gedurende de dienst te roken, doch alleen op de uren welke dit aan de gedetineerden geoorloofd is. Het komt mij gepast voor bij deze gelegenheid te onderlijnen dat de beleefdheidsregelen nauwgezet dienen» in acht te worden genomen; het ware bijvoorbeeld niet aan te nemen dat de bewaarders de sigaret in de mond zouden houden wanneer zij zich tôt een meerdere richten. Voor de Minister : De Directeur-generaal, J.
DUPRÉEL.
BESTEMM1NG D E R L I C H A A M S Z W A K K E G E D E T I N E E R D E N . e
r
2 alg. d i r , studiebureau, litt. R, n X I V . Brussel, de 15 December 1948. De heren Bestuurders der strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat de lichamelijk zwakke gedetineerden die tôt de catégorie der veroordeelden wegens misdrijf tegen de veiligheid van de Staat behoren en voor de strafinrichting te Merksplas bestemd zijn, in het vervolg naar het Interneringscentrum te Sint-Kruis dienen te worden overgebracht. Geen enkele overbrenging mag echter worden gevorderd zonder toelating van het hoofdbestuur. De teringlijders echter, en de verminkten die op een prothesis wachten, dienen zoals voorheen naar Merksplas gevoerd. Voor de Minister : De Directeur-generaal, J.
DUPRÉEL.
G E V A N G E N I S S E N . — I N T E R N E R I N G S C E N T R A . — WELDADIGHE1.DSINR1CHTINGEN. VOEDINGSREGIME VAN D E GEDETINEERDEN. — UITDELING V A N BROOD. e
e
e
2 alg. d i r , 3 sect, 3 bureel. Brussel, de 16 December 1948. Daar de verkoop van brood thans vrij is, heb ik besloten, met ingang van 1 Januari 1949, een dagelijks broodrantsoen van 500 gram aan de mannelijke en 400 gram aan de vrouwelijke gedetineerden te laten uitdelen. Voor iedere werkdag zullen de mannelijke en vrouwelijke gedetineerden, die verplicht zijn zwaar werk te verrichten, een vierde van een brood als supplément krijgen, 't is te zeggen 125 gram voor de mannen en .100 gram voor de vrouwen. Het zijn die categorieën van gedetineerden die thans een supplément krijgen. De geneesheren van de inrichtingen zullen ertoe gerechtigd zijn, om gezondheidsredenen, een bijkomende uitdeling van brood voor te schrijven voor zekere gedetineerden. Ik zie er geen bezwaar in dat er brood zou verkocht worden in de kantine. Voor de Minister : De Directeur-generaal, |.
DUPRÉEL.
247
13-16 December 1948. PERSONNEL. — AUTORISATION DE FUMER. e
2 dir. gén,, 3" sect, 1
er
bureau, litt. P, n" 37.
Bruxelles, le 13 décembre 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que j'autorise le personnel de surveillance à fumer pendant son service, mais uniquement aux heures où les détenus peuvent le faire. Il me paraît opportun de souligner à cette occasion que les règles de politesse devront être scrupuleusement observées; il serait inadmissible, par exemple, que les surveillants gardent la cigarette en bouche lorsqu'ils s'adressent à un supérieur. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DESTINATION DES DÉTENUS DÉBILES
DUPRÉEL.
PHYSIQUES.
2 dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n" X I V . e
Bruxelles, le 15 décembre 4948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires, que les détenus débiles physiques qui appartiennent à la catégorie des c o n d a m n é s pour infraction contre la sûreté de l'Etat et qui sont destinés 'à 'l'établissement pénitentiaire à Merksplas, seront transférés à l'avenir au Centre d'internement à Sainte-Croix-lezBruges. Aucun transfèrement ne peut'toutefois requis qu'après accord de l'administration centrale. Toutefois les tuberculeux et les estropiés qui attendent un prothèse continueront comme par le passé à être dirigés sur Merksplas.
être
Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
PRISONS. — CENTRES D'INTERNEMENT. — ÉTABLISSEMENTS D E BIENFAISANCE. RÉGIME ALIMENTAIRE DES DÉTENUS. — DISTRIBUTION DE PAIN. e
2 dir. gén., 3' sect, 3*' bureau. Bruxelles, le 16 décembre 1948. La vente du pain étant devenue libre, j'ai décidé de faire distribuer aux détenus, à partir du 1" janvier 1949, une ration journlière de pain, de 500 grammes aux détenus et de 400 grammes aux détenues. Pour chaque journée de travail, les détenus et les détenues, astreints à un travail pénible, recevront un quart de pain supplémentaire c'est-à-dire 125 grammes pour les hommes et 100 grammes pour les femmes. Les catégories de ces détenus sont celles qui bénéficient actuellement d'un supplément. Les médecins des établissements auront la faculté de prescrire, pour raisons de santé, une distribution, de pain supplémentaire à certains détenus. Je ne vois aucun inconvénient à ce que le pain soit mis en vente à la cantine. :
Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
248
17-21 décembre 1948. R E T E N U E S S U R L E S I N D E M N I T É S A U P R O F I T D E L ' O . N . S. S.
2- dir. een, 5" sect, 1" bureau, litt. £ , n° 134. Bruxelles, le 17 décembre 1948.
A MM. les Directeurs des établissements
pénitentiaires.
L'Office national de sécurité sociale me signale qu'en ce qui concerne les assujettis dans les établissements pénitentiaires, seules sont opérées les retenues sur traitements. Or, ainsi que le prévoit l'alinéa 7, page 13 des instructions à l'usage des employeurs en date du 15 février 1946 sont assimilés à des traitements pour le calcul'des cotisations « toutes indemnités octroyées contractuellement aux travailleurs ». Tombent notamment dans ce cadre les indemnités d'infirmiers, de services de nuit, de chauffeurs et de façon générale toutes celles qui ne couvrent pas de charges réelles. Il importera donc pour l'avenir de tenir compte de cette remarque qui ne pourra avoir pour conséquence d'opérer des retenues au-delà du maximum des 4,000 francs mensuels prévus; et de régulariser par des versements complémentaires les situations de l'espèce postérieures au 31 décembre 1947. A cet effet, pour le l " semestre de l'année en cours, il sera adressé à l'O. N . S. S. un relevé similaire à celui établi pour les états de traitements et comprenant le détail des sommes qui auraient dû lui parvenir précédemment. A partir du 3" trimestre '1948, il n'y a aucun inconvénient à mentionner sur les susdits relevés à l'encre noire le chiffre du traitement et à l'encre rouge celui dès indemnités'. Mensuellement, les comptables mandateront dans les états 168, au profit de l'O. N . S. S , les sommes qui lui reviennent au titre des indemnités. Ces dépenses seront imputées sur la même allocation budgétaire que celle prévue pour ces indemnités et a p p u y é e s des avis de débit justificatifs des paiements effectués. Je rappelle que hormis les preuves de paiement qui reçoivent des destinations différentes (états de traitement ou compte d'avance) il n'est rien innové quant à la répartition des organismes bénéficiaires. Il conviendra de même de mentionner sur les attestations délivrées à l'intention des caisses d'assurances maladie-invalidité le montant réel des sommes sur lesquelles les cotisations ont été perçues et de comprendre notamment sur celle du 3'' trimestre 1948, à titre exceptionnel, le montant des indemnités depuis le début de l'année et qui n'ont pas été considérées comme faisant partie intégrale du traitement. r
Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
L I B É R A T I O N C O N D I T I O N N E L L E . — B U L L E T I N D E C A L C U L DES P E I N E S .
2" dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, I X / 2 . Bruxelles, le 21 décembre 1948. Prié M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires de bien vouloir, à l'avenir, transmettre le « bulletin de calcul des peines » relatif aux condamnés pour infractions contre la s û r e t é de l'Etat, en double exemplaire, l'un destiné au Service des Tutelles, l'autre au Service de la Libération conditionnelle, situés tous deux avenue Louise, 491, Bruxelles. Un pli séparé devra être adressé à chacun de ces services. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
17-21
249
December 1948.
A F H O U D I N G E N O P D E V E R G O E D I N G E N , T E N B A T E V A N D E RIJKSD1ENST VOOR MAATSCHAPPELIJKE Z E K E R H E I D . e
r
2 ' alg. d i r , 5" sect, I bureel, litt. E, n 134. Brussel, de '17 December 1948. Aan de heren Bestuurders van de strafinrichtingen. De Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerhei'd wijst er mij op dat voor wat de betrokkenen i n de strafinrichtingen betreft, enkel op de wedden afhoudingen gedaan worden. Welnu, — zoals voorzien wordt bij artikel 7, bladzijde 13, van de onderrichtingen dd. 15 Februari 1946 ten dienste van de werkgevers —, voor de berekening der bijdragen worden met wedden gelijkgesteld aile vergoedingen bij contract aan de werknemers verleend. Vallen onder meer in dit bestek : de vergoedingen voor verplegers, voor nachtdienst, voor autobestuurders en in het algemeen al de vergoedingen die geen werkelijke lasten dekken. Het is dus van belang in de toekomst rekening te 'houden met deze opmerking, die niet voor gevolg mag hebben dat afhoudingen worden gedaan die het maximum der voorziene 4,000 frank per maand overtreffen; en dergelijke toestanden van na 31 December 1947 door aanvullende stortingen. te regulariseren. Met dit doel moet voor het eerste semester van het lopend jaar aan de R. M . Z. een staat worden overgemaakt die dezelfde zal zijn als die voor de wedde&taten wordt opgemaakt en die tôt in de bijzoriderheden de sommen zal bevatten die hem vroeger hadden moeten overhandigd worden. Te rekenen van het derde kwartaal 1948 bestaat er geen bezwaar dat het cijfer van de wedde met zwarte inkt en het cijfer van de vergoedingen met rode inkt op de voornoemde staten, wordt aangebracht. Maandelijks zullen de rekenplichtingen in de staten il 68, op naam van de R. M . Z , de bedragen mandaterez die deze dienst ten titel van de vergoedingen toekomen. Deze uitgaven zullen op dezelfde begrotingsibewilliging als deze die voor deze vergoedingen voorzien is, worden aangerekend, en door de beric'hten van debitering ter rechtvaardiging .van de gedane betalingen worden gestaafd. Ik herinner eraan dat, buiten de betalingsbewijzen die verschillende bestemmingen krijgen (weddestaien of rekening van voorschotten) er niets nieuw is ingevoerd wat de verdeling der begunstigde orgamsmen 'betreft. Ook dient op de atte.jten afgeleverd ten behoeve van de verzekeringskassen voor ziekte en invaliditeit, het werkelijk beloop der sommen waarop de bijdragen werden geïnd, vermeld te worden, en dient onder meer, te uitzonderlijke titel, het attest voor het derde kwartaal 1948 het beloop te behelzen der vergoedingen, te rekenen van het begin van het jaar en die nog niet werden beschouwd als deel uitmakende van de wedde. ,
Voor de Minister : De Directeur-generaal, J.
VOORWAARDELIJKE
INVRIJHEIDSTELLING.
DUPRÉEL.
— B E C IJ F E R INGSBULLET1J N .
2« alg. dir, studiebureau, litt./?, I X / 2 . Brussel, de 21 December 1948. De heren Bestuurders van de strafinrichtingen worden verzocht, in, de toekomst, het « becijferingsbulletijn! » ibetreffende de veroordeelden. wegens misdrijf tegen de veiligheid van de Staat, in dubbel exemplaar over te maken, het ene bestemd voor de Dienst der Voorwaardelijke Invrijheidstelling, het andere voor de Dienst van de Voogdijen, beide gevestigd, Louizalaan, 491, Brussel. Elk van deze stukken zal onder een aparté omslag aan ieder van deze diensten moeten worden opgezonden. Voor de Minister : De Directeur-generaal, J.
DUPRÉEL.
250
21-23 décembre 1948. AIDE A U X FAMILLES DES DÉTENUS.
2° dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, X l / 1 . Bruxelles, le 21 décembre 1948. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires, que tous les détenus sont autorisés à envoyer à leur famille, entre le 20 et le 31 décembre 1948, une somme de deux cents francs qui pourra au besoin être prélevée sur les fonds réservés. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
L I B É R A T I O N S . — MASSE D E S O R T I E . e
2 dit. g é n , bureau d'étude, litt. R, n" I X / 8 . (Bruxelles, le 22 décembre 4948. Prié M M . les Directeurs des établissements, 'pénitentiaires de veiller à ce que la masse de sortie des condamnés libérés, places sous la tutelle de l'Office de réadaptation sociale de Bruxelles, soit virée au compte de chèques postaux n" 21.89.24 de cet organisme. Seul un viatique pourra être remis à l'intéressé au moment de sa sortie. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
J U S T I F I C A T I O N D E S D É P E N S E S R E L A T I V E S A U X F R A I S IDE T R A N S P O R T PAR C H E M I N S D E F E R E T D ' E N V O I D E C O R R E S P O N D A N C E S .
2° dir. g é n , 5° sect, t " bureau, litt. E, n° 134. Bruxelles, le 23 décembre 1948. A MM. les Directeurs des établissements
pénitentiaires.
La justification des dépenses relatives aux frais de transport par chemins de fer et d'envoi de correspondances deivra à partir du 1" janvier 1949, être appuyée par les preuves de paiement ou de dépenses détaillées ci-après. Ces preuves doivent être également fournies lorsque les frais visés ci-dessus incombent à la régie du travail pénitentiaire. I. Frais de transport par chemins de fer. Ces frais, y compris ceux relatifs à la prise ou à la remise à domicile de toute marchandise, quelle qu'elle soit, feront l'objet d'une quittance indiquant la somme payée en toutes lettres, suivie de la signature de l'agent de l'administration des chemins de fer ou, suivant les cas, du transporteur. Cette quittance pourra englober plusieurs transports, effectués à des dates différentes; elle sera préparée sur des autographies par le comptable de l'établissement, de façon à éviter une perte de temps de la part du signataire de ce document. Les récipissés ordinaires revêtus du cachet de la station de départ ou d'arrivée y seront annexés. II. Frais d'envoi de
correspondances.
L'ordonnancement de ces dépenses aura lieu mensuellement dans l'état 168 au nom de l'Administration des Postes. Il sera appuyé d'un relevé mentionnant : a) L a date de l'envoi;
21-23 December 1948.
251
HULP AAN D E FAMILIE VAN DE GEDETINEERDEN.
2' aie. d i r , studiebureau, litt. R, n' X I / 1 . 'Brussel, de 21 December 1948. De heren Bestuurders der strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat aan aile gedetineerden de toelating wordt verleend, tussen 20 en 31 December 1948, aan hun gezin een bedrag van tweehonderd frank te zemden dat, zo nodig, van de voorbehouden gelden afgenomen kan worden. Voor de Minister : De Directeur-generaal, J.
VRIJLAT1NGEN. —
DUPRÉEL.
UITGAANSFONDS. e
r
2 alg. d i r , studiebureau, litt. R, n I X / 8 . Brussel, de 22 December 1948. De heren Bestuurders van de strafinrichtingen worden verzocht ervoor te zorgen dat het uitgaansfonds van de vrijgelaten veroordeelden, die geplaatst zijn onder de voogdij v a n de Dienst voor Maatschappelijke Wederaanpassing te Brussel, overgeschreven wordt naar postcheckrekening n 21.89.24 van dit organisme. Alleen een reisgeld mag aan de betrokkene gegeven worden op het ogenblik van zijn vrijlating. Voor de Minister : De Directeur-generaal, r
J.
DUPRÉEL.
VERANTWOORDING VAN DE UITGAVEN BETREFFENDE D E KOSTEN V A N VERVOER PER SPOORWEG E N VAN VERZENDING VAN BRIEFWISSELING. r
2T alg. dir, 5° sect,
spoorweg.
Voor die kosten met inbegrip van de kosten betreffende het ten huize afhalen of afleveren van elke koopwaar, welke zij ook weze, moet een kwijtschrift worden opgemaakt waarop de betaalde som voluit dient aangeduid, gevolgd van de handtekening van de agent van het Bestuur der Spoorwegen of, naar gelang van het geval, van de vervoerder. Dit kwijtschrift zal verschillende, op diverse data verrichte gelegenheden van vervoer mogen omvatten; het zal op autographieën door de rekenplichtige van de inrichting worden klaargemaakt teneinde vanwege de ondertekenaar van dit bescheid een verlies van tijd te voorkomen. De gewone, van de stempel van het station, van vertrek of van aankomst voorziene ontvangstbewijzen, moeten er worden aan gehecht. II. Verzendingskosten
van
briefwisseling.
De betaalbaarstelling van die uitgaven moet maandelijks geschieden in de staat 168 ten name v a n het Bestuur der Posterijen. Zij zal gestaafd worden door een lijst, waarin dienen vermeld : a) De datum van de verzending;
252
24 décembre 1948.
b) La désignation du destinataire et le lieu de son domicile (mentionner spécialement s'il s'agit d'un envoi par express ou à l'étranger); c) Le coût de l'envoi; d) Le numéro du registre indicateur de sortie; e) Le total des frais portés en compte. En ce qui concerne l'envoi des factures n" 156 de la Régie, il suffira d'indiquer au relevé : a) b) c) d) e)
La date de l'envoi; Le nombre de factures envoyées à cette date; Le coût par envoi; Les numéros des factures expédiées (numéro d'ordre des factures); Le total des frais portés en compte.
Le relevé sera certifié exact par le directeur. Il ne sera plus exigé de déclaration de la part du surveillant-commissionnaire de l'établissement. Est abrogée la circulaire du 3|1 mai 1945, n" 134 E., prescrivant de joindre à la justification des frais de correspondance, le relevé des adresses des personnes ou institutions auxquelles les lettres par express sont adressées ou dont le domicile est à l'étranger. l'I est bien entendu que les frais d'émission des chèques et en général tous les frais relatifs aux opérations traitées par l'Office des chèques postaux, doivent faire l'objet d'ordonnancements spéciaux à l'état n" 168. 11 est également interdit de comprendre dans les frais de correspondances ceux relatifs à ides achats de menus objets, pour lesquels une facture doit, dans tous les cas, être établie.
Il est rappelé au personnel le paragraphe suivant de la circulaire du 22 mars 1932, 2° direction générale, 5° section, 3 bureau, n° 501, litt. C : e
« A l'avenir, il ne pourra être fait usage de communications téléphoniques qu'en cas d'urgente nécessité. U n relevé des communications téléphoniques interurbaines, avec leur objet, sera établi à l'avenir et transmis mensuellement à l'administration centrale ». L e directeur de l'établissement est prié de contrôler personnellement la stricte ' application de ces instructions. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
APPLICATION D E LA TAXE D E TRANSMISSION ET D E LA TAXE D E L U X E SUR L E S O P É R A T I O N S D ' A C H A T S ET D E V E N T E S E F F E C T U É E S P O U R C O M P T E D U S E R V I C E SOCIAL E T D U W E L F A R E .
2' dir. g é n , 5" sect, 1" b u r , litt. E, n° 134. Bruxelles, le 24 décembre 1948. Transmis, pour gouverne et direction, à M M . les directeurs des établissements pénitentiaires, les copies ci-annexées des instructions données par des services compétents à la prison à Anvers et au centre d'internement à Bourg-Léopold, en ce qui concerne l'application de la taxe de transmission et de la taxe de luxe sur les opérations d'achats et de ventes effectuées pour compte du service social et du Welfare. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
24 December 1948.
253
b) De aanduiding van de geadresseerde en diens woonplaats (speciaal vermelden of het een expresse verzending of een verzending naar het buitenland betreft); c) De kostprijs van de verzending; d) Het nummer van de agenda voor uitgaande stukken; e) Het totaal van de in rekening gebrachte kosten. Wat de verzendingskosten der facturen n 156 van 'de Régie betreft zal het volstaan op de lijst aan te duiden ; a) De datum van de verzending; b) Het getal der op die datum verzonden facturen; c) De kostprijs.der verzending; d) De nummers der verzonden facturen (volgnummer van de facturen); e) Het totaal der in rekening gebrachte kosten. r
De lijst moet door de bestuurder juist worden verklaard. Vanwege de bewaarder-commissionnair van de inrichting zal geen verklaring meer worden geëist. Wordt ingetrokken, de omzendbrief van 31 Mei 1948, n 134 E , waarbij wordt voorgeschreven aan de verantwoording der kosten van briefwisseling een lijst toe te voegen van de adressen der personen of inrichtingen aan dewelke expresse brieven werden toegezonden of wier woonplaats in het buitenland gevestigd is. Het is wel verstaan dat de kosten van uitgifte van checks en, over het algemeen, al de kosten betreffende de door het Postcheckambt behandelde verrichtingen het voorwerp moeten uitmaken van spéciale betaalbaanstellingen op de staat n 168. Het is eveneens verboden de kosten betreffende de aankoop van geringe voorwerpen, voor welke, in al de 'gevallen, een factuur moet worden opgemaakt, i n de kosten van briefwisseling te begrijpen. r
r
De voigende paragraaf van de omzendbrief van 22 Maart 1932, 2' algemene directie, 5'' sectie, 3'' bureel, n 501, litt. C, wordt aan het personeel in herinnering gebracht : « .Voortaan mogen er geen telefonische mededelingen gedaan worden, tenzij bij hoogdringende noodzakelijkheid. Een staat van ' intercommunale telefonische mededelingen, met vermelding van het voorwerp ervan, moet voortaan worden opgemaakt en om de maand aan het hoofdbestuur overgelegd. » De bestuurder van de inrichting wordt verzocht de strikte toepassing van deze onderrichtingen per-sonnlijk te c o n t r ô l e r e z Voor de Aiinister : De Directeur-generaal, r
J.
DUPRÉEL.
TOEPASSING V A N D E O V E R D R A C H T S T A X E E N D E W E E L D E T A X E O P D E V E R R I C H T I N G E N V A N A A N - E N V E R K O O P , GEDAAN VOOR REKENING V A N D E SOCIALE DIENST EN V A N DE W E L F A R E . r
2' alg. d i r , 5' sect, 1" b u r , n 134, litt. E. Brussel, de 24 December 1948. Tôt naricht en leiding overgemaakt aan de heren Bestuurders van de pénitentiaire inrichtingen, de hierbijgaande afschriften van de onderrichtingen die door bevoegde diensten gegeven werden aan de gevangenis te Antwerpen en aan het interneringscentrum te Leopoldsburg, wat betreft de toepassing van de overdrachtstaxe en de weeldetaxe op de verrichtingen van aan- en verkoop, gedaan voor rekening van de sociale dienst en van de Welfare. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
254
24 décembre
1948.
Contrôle de la taxe de transmission. Wederbroek, 7, Diest. N " 3920/1, ICB 16/7.48, n" 4807. Le 14 juillet
1948.
Monsieur l'Inspecteur, Comme suite à votre demande de renseignements du 21 juin 1948, n" CI/3728, concernant le centre d'internement de Bourg-Léopold, j ' a i l'honneur de vous donner connaissance de la décision ministérielle ci-après : Décision du 13 mars 1948, 4" direction, E. T. 58/052 : La création « Welfare » ne peut être identifiée avec l'Etat, ni être considérée comme un ménage. L'exonération prévue à l'article 22, 4" et 5°, du Code des taxes n'est, par conséquent, pas applicable aux achats faits par la susdite « Welfare ». En ce qui concerne la location de films, la taxe de 4.50 p. c. prévue à l'article 76, 1°, du Code, est également applicable. Pour autant que de besoin, j'attire votre attention sur le fait que les mêmes directives doivent être observées en ce qui concerne les achats faits par le service social de votre établissement. Salutations distinguées. Le Contrôleur en chef, ff, (Signé) C U Y X , L . A M . le Directeur du Centre d'internement, à Bourg-Léopold.
Contrôle de la taxe de transmission et de la taxe de luxe. 3° bureau. Rue
des
Tanneurs, 23,
Anvers.
2765/3.' Anvers III, le 10 novembre 1948. A M . le Directeur de la prison à Anvers. Monsieur le Directeur, Comme suite à mon enquête, j'ai l'honneur de vous faire parvenir copie ci-jointe des décisions prises par M . 'le Directeur de l'Enregistrement à Anvers le 8 novembre 1948, n" 41191. Je vous prie de vouloir dresser un. relevé, renseignant : la date de la facture, nom et adresse du fournisseur, prix et nature des produits de toutes les factures d'achat pour lesquelles la taxe n'a pas été appliquée, afin de pouvoir établir le montant de la taxe due. Considérations distinguées. Le Contrôleur en chef, <Signé)
EVEN.
24 December 1948. Contrôle
der
255
overdrachtsbelasting.
Wederbroek, 7, Diest. r
ICB
N 3920/1. 16/7.48, n 4807. r
14 Juli 1948. Mijnheer de Inspecteur, r
Als gevolg op uw vraag om inlichtingen dd. 21 Juni 1948, n C 1/3728, betreffende het interneringscentrum te Leopoldsburg, heb ik de eer u hieromtrent de ministeriéle beslissing ter kennis te brengen : Beslissing dd. 13 Maart 1948, 4 directie, E . T . 58/052 : De stichting « Welfare » kan niet met de staat vereenzelvigd worden, noch als een gezin beschouwd. De vrijstelling voorzien door artikel 22, 4" en 5", van het Wetboek der takses is bijgevolg niet toepasselijk op de aankopen gedaan door bedoelde stichting « Welfare ». Voor het in huur nemen van filmen is de taxe van 4.50 t. h. voorzien door artikel 76, 1°, van het Wetboek eveneens toepasselijk. Voor zoveel als nodig, trek ik er uw aandacht op dat dezelfde richtlijnen moeten in acht genomen worden voor wat betreft de aankopen gedaan door de sociale dienst van uw inrichting. Met de meeste hoogachting. De wn. hoofdcontroleur, (Get.) Ç u v x , L . De heer Bestuurder, Interneringscentrum, Leopoldsburg. e
Toezicht der ovèrdrachtsen weelde taksen. 3'' kantoor. Huidevettersstraat, 23, Anwerpen. N
r
2765/3. Antwerpen III, 10 November 1948. Mijnheer de Directeur,
—mi Naar aanleiding van mijn onderzoek heb ik de eer u hierbij afschrift der beslissing, getroffen door de heer directeur der registratie te Antwerpen, op 8 November 1948, n 41191, te laten geworden. Ik verzoek u een opgave te willen opmaken vermeldend : de datum van de factuur, naam en adres van de leveraar, prijs en aard der producten van al de aankoopfacturen waarop de takse niet werd toegepast ten einde de taxe te kunnen aanrekenen. Hoogachtend. De hoofdcontroleur, r
(w.
g.)
EVÈN.
Aan de heer Bestuurder, gevangenis, Antwerpen.
256
27 décembre 1948.
Contrôle de la taxe de transmission et de la taxe de luxe. 3 Rue
e
bureau.
des Tanneurs, 23,
Anvers. Anvers 11, le 8 novembre 1948. A M . le Contrôleur en chef, à Anvers 111.
Monsieur le Contrôleur en chef, J'ai pris connaissance de votre rapport du 1° En ce qui concerne les achats de matières premières et produits fabriqués, il n'y a pas de doute sur l'exigibilité de la taxe. Ces achats n'ont, en effet, pas été faits par un détenu pour le compte d'autres détenus, mais bien par le service social au nom duquel les factures ont été établies, et qui ne peut être considéré comme une institution de l'Etat. (Comp. décision du 4-9-4 942, n" 49.599, citée dans l'ouvrage de Van Weddingen, p. 24.) 2" Pour ce qui intéresse les ventes d'objets soumis à l a taxe de luxe, j'estime pouvoir me rallier à votre proposition, si, bien entendu, les transactions se font comme il est exposé dans votre rapport. Ce point de vue s'appuie sur les considérations suivantes : Les détenus aisés et les visiteurs sont invités à soutenir le service social. A ceux qui ont fait preuve de générosité et qui en expriment le désir, i l est alloué une prime en nature, proportionnelle à leurs donsi, sans que pour cela soit fixé un prix 'bien déterminé. Le fait que la valeur de l'objet ne peut d é p a s s e r le montant du don consenti, ne peut être considéré comme une fixation de prix. L a convention n'a donc pas le caractère d'une vente, mais bien d'un don en nature, avec octroi facultatif d'un objet à titre de prime ou d'encouragement de soutien. Dans ces conditions, la taxe de luxe ne peut être exigée. Veuillez donc renseigner le service social dan9 ce sens et ajouter que l'exonération ne peut être accordée que pour autant que rien ne soit modifié à la façon d'agir ci-dessus. 11 va sans dire que la 'taxe serait due, si les objets en question étaient cédés moyennant un prix bien déterminé ou dans le cas de vente à d'autres que des particuliers. Enfin, vous voudrez avoir l'obligeance d'effectuer la régularisation projetée de la taxe sur les achats. Au nom du Ministre' : Le Directeur, (Signé) D E M A E G H T .
REDACTION DES PROPOSITIONS D E LIBÉRATION
CONDITIONELLE.
2" dir. gén., \ " sect, 2° b u r . Service de la libération conditionnelle, litt. L, n° 128. Bruxelles, le 27 décembre 1948. A MM. les Directeurs des établissements
pénitentiaires.
J'ai l'honneur d'attirer votre attention sur la nécessité de rédiger correctement les propositions de libération conditionnelle (état n" 78). Ainsi, sous la rubrique portant le n" 5, il ne peut être fait état que des condamnations en cours d'exécution, avec les réductions éventuelles des peines par voie de grâce. Elles sont citées dans l'ordre suivant : date de la condamnation, juridiction, délit, peine prononcée (réduction avec date de l'arrêté de g r â c e ) .
257
27 December 1948. '
Toezicht • der overdrachtsen weelde taksen. 3* kantoor.
Huidevettersstraat, 23, Antwerpen. Antwerpen II, 8 November 1948.. Mijnheer de Hoofdcontroleur, Ik heb inzage genomen van uw verslag van . . . 1" Wat de aankopen yan grondstoffen en afgewerkte producten aangaat, lijdt het geen twijfel dat de taxe eisbaar is. Deze aankopen worden inderdaad niet gedaan door één der gévangenen- voor rekening van de anderen, maar w e l door een sociale dienst op wiens naam de facturen opgesteld worden en die niet kan beschouwd worden' als Staatsinstelling. (Verg. beslissing van 4-9-4942, n 49599, aangehaald in het werk V a n Weddingen, blz. 24.) 2. Ten opzichte van de verkopen van de aan weeldetakse onderworpen voorwerpen, meen ik ,uw voorstel te mogen bijtreden indien, wel te verstaan, de transacties in werkelijkheid geschieden zoals uiteengezet in uw verslag. Deze mening steunt op volgende overwegingen : D e begoede gevangenen en d é bezoekers, worden uitgenodigd de sociale dienst te steunen. Dezen die zulks verlaitgen krijgen wegens de door hen betoonde liefdadigheid en in evenredigheid met het bedrag der verleende steunpenningen, een premie in natura, zonder dat er 'daarbij een welbepaa'lde prijs vastgesteld wordt. Het feit dat de waarde van het voorwerp het bedrag van de steun niet mag overtreffen, kan niet aangezien worden als prijsbepaling. . De overeenkomst heeft dus het karakter niet v a n een verkoop maar wel van een gift in speciën, met facultatieve toekenning van, een voorwerp ten titel van ' premie of aanmoediging tôt steunverlening. In deze voorwaarden kan de weeldetakse niet geëist worden. : Gelieve de. sociale dienst in deze zin i n te lichten en er bij te voegen dat de vrijstelling slechts verleend wordt in zover er niets veranderd wordt aan de hierboven besproken handelwijze. Het ligt voor de hând dat de takse wel verschukligd zou zijn. indien do \tiorwerpen in kwestie moesten afgestaan worden tegen een wel bepaalde prijs of in geval van verkoop aan anderen dan particulieren. Ten slottë zal het u gelieven de voorgenomen regularisatie der taxe op de aankopen te bewerkstelligen. Namens de Minister : > De Directeur, r
(get.) D E M A E O H T .
Aan'de Hoofdcontroleur, Antwerpen III.
OPSTELI.EN VAN DE VOORSTELLEN TOT VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING. 2' alg. d i r , !" sect, 2" b u r , Dienst van de voorwaardelijke invrijheidstelling, n 128, litt. L. r
•
Brussel, de 27 December 1948.
Aan de heren Bestuurders
van de
strafinrichtingen.
Ik heb de eer uw aandacht te vestigen op de noodzakelijkheid de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling correct op te maken (staten n 78). Zo mag onder de rubriek n 5 slechts melding gemaakt worden van de veroordelingen die in uitvoering zijn, met de eventuele strafverminderingen bij genademaatregel. Ze. zullen vermeld worden in de volgende orde : datum van veroordeling, rechtscollege, misdrijf, uitgesproken straf (vermindering met matuni van genadebesluit). r
r
258
28 déeémbiré 1948.
La date et l'endroit où les faits furent commis, trouveront leur place sous la rubrique n" 8 avec l'exposé des faits. 1
Quant aux peines qui sont complètement graciées ou qui font l'objet d'une mesure d'amnistie, il est superflu de les rappeler. Lorsqu'un détenu a été recommandé pour subir un emprisonnement subsidiaire, la date d'expiration de cette peine doittètre mentionnée sous la rubrique n° l'I. En ce qui concerne les renseignements donnés par les autorités locales, ils doivent toujours figurer, à la fois sous la rubrique n" 19 et sur les plans de reclassement joints à la proposition, Je compte sur votre diligence pour que les instructions ci-dessus strictement observées.
soient
•Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
. PAROISSE-SUCCURSALE. —
DUPRÉEL.
F I X A T I O N D E LA C I R C O N S C R I P T I O N
(1).
28 décembre 1948. — U n a r r ê t é du Régent, porte que la paroisse-succursale du Saint-Sacrement au hameau-de Kaftenbos à Lommel, est circonscrite, à partir du chemin de fer d'Anvers à Giacjbach, par : l'axe de la rue dite Lindestraat, A . - B . ; la rue dite Eindestraat, les deux côtés inclusivement, B . - C ; l'axe du chemin de fer d'.Anvers à Gladbaçh, jusqu'à la rue dite Hoeverdijkgtraat, C - D ; l'axe de cette rue, D . - E . ; la limite séparative des communes de Lomme! et d'Overpelt, E,-F.; la limite nord de la paroisse-succursale de Kerkhoven à Lommel, telle qu'elle a été fixée par l'arrêté royal du 19 mai .1858, F - G . ; la limite séparative des communes de Lommel• et de iBakn,. G.rH.; 'l'axe du Chemin de fer d'Anvers à Gladbaçh, jusqu'à la rue dite Lindestraat; H . - A , conformément au plan y annexé.
TRANSFÈREMENTS VERS L E S ÉTABLISSEMENTS
SPÉCIAUX.
2° dir. g é n , bureau d'étude, litt. R / I / l / 1 . Bruxelles, le 28 décembre 1948. >
Il me revient que certains condamnés sont maintenus dans les prisons d'arrondissement contrairement aux instructions prescrivant de les faire transférer vers les établissements spéciaux. Je prie M M . les Directeurs des prisons de bien vouloir examiner personnellement s'il ne se trouve pas dans leur établissement de condamnés tombant sous l'application des circulaires de classification. Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
(1) Moniteur belge, 1949, n" 13.
DUPRÉEL.
28 December 1948.
259
De datum en plaats, waar de feiten begaan werden, moeten geplaatst worden onder de rubriek n 8, evenals de uiteenzetting der feiten. r
Het is onnodig opnieuw straffen op te sommen die volledig begenadigd werden of die het voorwerp uitmaken van een amnestiemaatregel. Wanneer een gedetineerde werd aanbevolen om een vervangende gevangenisstraf te ondergaan, moet de datum van het verstrijken van de straftijd vermeld worden onder de rubriek n 11. Wat de inlichtingen betreft die door de plaatselijke overheden gegeven werden, . deze moeten steeds voorkomen, en onder de rubriek n 19, en op de plannen tôt reclassering die bij de voordracht gevoegd werden. 1k reken erop dat gij nauwlettend zult tdezien dat bovenstaande onderrichtingen . stipt nagekomen worden. r
r
Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
HULPPAROCHIE.
—
VASTSTELLING
DUPRÉEL.
D E R G E B I E D S O M S C H R1J V I N G
(1).
28 December '1948. — Bij besluit van de Regent is de hulpparochie van het H.-Sacrament op het gehucht Kattenbos te Lommel, begrensd, te beginnen van de spoorweg van Antwerpen naar iGladbacfh, door : de as van de Lindestraat, A . - B . ; de Eindestraat, de beide zijden inbegrepen, B . - C ; de as van de spoorweg van Antwerpen naar Gladbach, tôt aan de Hoeverdijkstraat, C.-D.; de as van deze straat. D . - E . ; de grensscheiding tussen de gemeenten Lommel en Overpelt, E.-F.; de noordergrens der hulpparochie Kerkhoven, te Lommel, zoals zij vastgesteld werd bij koninklijk besluit van 19 Mei 1858, F.-û.; de grensscheiding tussen de gemeenten Lommel en Balen, G . - H . ; de as van de spoorweg van Antwerpen naar Gladbach, tôt aan de Lindestraat, H . - A , overeenkomstig het bijgevoegd plan.
O V E R P L A A T S I N G NAAR S P E C I A L E
INRICHTINGEN.
2" alg. d i r , studiebureau, litt. R, n ' 1/1/1. Brussel, de 28 December 1948. Naar ik vernomen heb zouden zekere veroordeelden behouden worden in de arrondissementsgevangenissen, in. strijd met de onderrichtingen waarin voorgeschreven wordt ze over te plaatsen naar de spéciale inrichtingen. 1k verzoek de heren gevangenisbestuurders persoonlijk'te willen nagaan of er zich in hun inrichtingen geen veroordeelden bevinden die onder toepassing vallen van de klassificatie-omzendbrieven. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, I.
(1) Belgisch Staalsblacl,
r
1949, n 13.
DUPRÉEL.
260
29-30 décembre 1948.
EXECUTION
-
1
DES .PEINES D'EMPRISONNEMENT PRONONCÉES A CHARGE ET M Ê M E A C H A R G E D E M I L I T A I R E S D É M O B I L I S É S .
•
DE
MILITAIRES
2' dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n° IX. Bruxelles, le 29 décembre 1948.
'• Transmis pour information ments pénitentiaires.
et gouverne à M M . les Directeurs des établissePour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
2' dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n° IX. Bruxelles, le 23 décembre 1948. " M o n s i e u r l'Auditeur général, Comme suite à votre rapport du 17 novembre 1948, n° G/8-19-1, j ' a i l'honneur de vous informer que j'ai décidé d'étendre la dérogation prévue par ma lettre du 2 juillet 1946, dont ci-joint copie, aux peines prononcées à charge des militaires du chef de n'importe quelle infraction et même à charge des militaires démobilisés Pour le Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
2* dir. g é n , 1" sect, 1" b u r , litt. B, n" 539. Bruxelles, le 2 juillet 1946. A M . l'Auditeur général, à Bruxelles. Monsieur l'Auditeur général, Comme suite à votre référé du 8 juin, n" G/8-19-1, j'ai l'honneur de vous informer que, par dérogation aux instructions du 30 décembre 1944, l'exécution des peines d'emprisonnement de trois mois ou moins peut être requise lorsque ces peines sont prononcées à charge de militaires, du chef d'infractions réprimées par le Code pénal militaire. Pour limiter les exécutions le plus possible,- il convient cependant de ne pas faire application de cette dérogation, lorsque les auteurs des infractions ont déjà été démobilisés. . Pour le Ministre : Le Directeur général, P.
CORNIL.
CIRCULAIRE RELATIVE A U MQDE DE NOTATION HORAIRE DANS LES ACTES DE L'ÉTAT C I V I L .
'
5" dir. g é n , 2" sect, n" 5110 E. C / P . R. /Etat civil.. Bruxelles, le 30 décembre 1948.
A MM. les Procureurs généraux
près les Cours d'appel.
Le mode de notation horaire, tel qu'il se pratique dans les registres de l'état civil par le système de la division du jour en deux périodes de douze heures, avant ou a p r è s midi entraîne des erreurs, dont_ le nombre est de plus en plus fréquent et le caractère de plus en plus sérieux, par exemple en matière de milice, d'électorat, d'éligibilité et de succession.
29-30 December 1948.
261
UITVOERING V A N GEVANGENISSTRAFFEN UITGESPROKEN T E N LASTE V A N MILITAIREN EN DAT ZELFS T E N OPZICHTE VAN GEDEMOBILISEERDE MILITAIREN. r
2' alg. dir., studiebureau, litt. R, n IX. Brussel, de 29 December 1948. Ter fine van kennisgeving en naricht overgemaakt aan de heren Bestuurders der strafinrichtingen. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, J.
DUPRÉEL.
r
2' alg. d i r , studiebureau, litt. R, n I X . Brussel, de 23 December 1948. Mijnheer de Auditeur-Generaal, Gevolg aan uw verslag van 17 November 1948, n G/8-19-1, heb ik de eer u te berichten dat ik besloten heb, de afwijking voorzien in mijn brief van 2 Juli 1946, waarvan afschrift hierbij, uit te breiden tôt de straffen uitgesproken tegen militairen uit hoofde van om het even welk misdrijf, en dat zelfs ten opzichte van gedemobiliseerde militairen. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, r
J.
DUPRÉEL.
Àan de heer Auditeur-Generaal, Louizalaan, 143, Brussel. 2 alg. dir., I sect, I b u r , litt. B, n' 539. e
e
e
Brussel, de 2 Juli 1946. De heer Auditeur-Generaal, te Brussel. Mijnheer de Auditeur-Generaal, r
In verband met uw referaat dd. 8 Juni, n G/8-19-1, heb ik de eer u te berichten dat, niettegenstaande de onderrichtingen dd. 30 December 1944, de uitvoering van de gevangenisstraffen van drie maand of minder mag gevorderd worden wanneer deze straffen uitgesproken werden ten laste van militairen, uit hoofde van misdrijven door het Militair Strafwetboek voorzien. Om deze uitvoeringen zoveel mogelijk te beperken, is het nochtans geraden die uitzondering niet foe te passen wanneer de daders reeds gedemobiliseerd werden. Voor de Minister : De Directeur-Generaal, P.
CORNIL.
OMZENDBRIEF BETREFFENDE DE METHODE OM HET UUR OP TE GEVEN Z O A L S Z I J I N D E REGISTERS V A N D E B U R G E R L I J K E S T A N D W O R D T A A N G E W E N D . r
5" alg. d i r , 2" sect, n 5110, E. C . / P R / B u r g e r l i j k e stand. Brussel, de 30 December 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal
bij de Hoven van beroep.
De gebruikte méthode om het uur op te geven zoals zijn in de registers van de burgerlijke stand wordt aangewend en die er in bestaat de dag in twee périodes van twaalf uur, vôôr of na de middag te verdelen, brengt vergissingen mede wier aantal hoe langer hoe menigvuldiger wordt en waarvan de aard hoe langer, hoe bedenkelijker wordt, bij voorbeeld in zake militie, kiesbevoegdheid, verkiesbaarheid en erfenis.
262
30 décembre 1948.
Il arrive que M M . les officiers de l'état civil oublient de rayer dans la formule l'une ou l'autre des mentions « avant midi » ou « a p r è s midi ». Certains d'entre eux éprouvent parfois une difficulté à mentionner exactement le moment auquel est survenu le fait enregistré lorsqu'il doit être consigné dans la dernière demi-heure de l'avant-midi ou la première demi-heure de l'après-midi. Ainsi l'on écrit « kwart over fwaalf van de namiddag » ou en français « 12 heures quinze de l'après-midi » pour interpréter que le fait est survenu à 0 h. 15 de l'aprèsmidi. Ceci aboutit dans la réalité à inscrire que le fait est survenu le lendemain du jour mentionné, puisque dans ce mode d e notation, ou bien 12 h. 15 de l'après-midi n'a pas de signification ou bien l'expression dit O h . 15 du lendemain. Les conséquences de ces erreurs peuvent être graves. L'ordre de dévolution des biens pour cause de décès' peut en être affecté. Une personne peut se voir inscrire avec un an de retard sur les registres de l a milice ou sur la liste des électeurs. Les élections législatives étant quadriennales, le citoyen peut être frustré pendant quatre ans de son droit d'électorat ou d'éligibilité. 11 est actuellement entré dans les m œ u r s de compter les jours en vingt-quatre heures, c o m p u t é e s de zéro à vingt-quatre. L a généralisation de cet usage est susceptible de remédier fort efficacement au présent état de choses et de supprimer ses suites fâcheuses autant que dommageables. En conséquence, j ' a i l'honneur d e vous prier de bien vouloir donner les instructions nécessaires pour que. à l'avenir, c'est-à dire à partir du P janvier 1949, les notations horaires que les actes dont il s'agit requièrent, tant dans leur intitulé que dans les déclarations des parties qu'ils constatent, soient computées de 0 à 24 par jour. j
r
Le Ministre de la Justice.
GESTION DES COMPTES DE SERVICE SOCIAL, WELFARE, ETC. INSTAURATION DE LA COMPTABILITÉ DES MATIÈRES. e
r
2 dir. géri, 5' sect, l " b u r , litt. E, n" 135. Bruxelles, le 30 décembre 1948. Après un nouvel examen de la question, l'administration centrale a décidé de porter de 500 francs à 1,000 francs, le plafond des dépenses qui peuvent être effectuées sur les comptes de service social, Welfare et autres caisses analogues, sans qu'il soit besoin de solliciter l'autorisation préalable du département. Elle a décidé également d'incorporer dans la comptabilité des matières tous les articles achetés sur les fonds des comptes susdits, y compris les tickets permettant l'accès aux séances récréatives. A cette fin, les directives ci-après devront être observées à l'avenir : 1. Fournitures à provenir de la même firme et dont le montant, par quinzaine, dépasse 1,000 francs. Les prévisions des dépenses résultant de ces fournitures seront soumises à l'approbation de l'administration centrale, à l'exception de celles relatives à la location de films cinématographiques et de costumes de théâtre. Les demandes d'autorisation seront accompagnées de la liste des firmes auxquelles il aura été fait appel dans tous les cas de fournitures, dépassant le montant de 1,000 francs, et des offres écrites recueillies à cet effet. 2. Commandes. Les fournitures seront précédées de la délivrance d'un bon de commande à détacher d'un registre à souche n" 206, spécialement destiné aux services dont il s'agit. Le bon de commande et la souche indiqueront d'une façon apparente le service auquel sont destinés les objets commandés. Ce bon sera signé par le directeur et le comptable.
30 December 1948.-
263
Het komt voor dat de heren ambtenaars van de burgerlijke stand vergeten de ene of de andere der vermeldingen « voormiddag » of « namiddag » in de formule te schrappen. Sommigen onder hen ondervinden soms moeite om het ogenblik waarop het ingeschreven feit zich heeft voorgedaan nauwkeurig te vermelden wanneer dit feit moet worden vermeld in het laatste half uur van de voormiddag of in het eerste half uur van de namiddag. Zo schrijf't men « kwart over twaalf van de namiddag » en in het Frans « 12 heures quinze de l'après-midi » om te beduiden dat het feit zich om 0 u. 15 van de namiddag heeft voorgedaan. Zulks leidt er in werkelijkheid toe in te schrijven dat het feit zich heeft voorgedaan 's daags na de vermelde dag, vermits in die wijze vah aangeven ofwel 12 u. 15 van de namiddag geen betekenis heeft ofwel de uitdrukking doelt op 0 u. 15 van de voigende dag. Dergelijke vergissingen kunnen grote gevolgen hebben. De rangschikking der toewijzing van de goederen wegens sterfgeval kan er door gewijzigd worden. Het kan gebeuren dat iemand met een jaar vertraging in de registers van de militie of op de kiezerslijsten wordt ingeschreven. Daar de wetgevende verkiezingen orri de vier jaar plaats hebben, kan een ingezetene gedurende vier jaar van zijn recht om te kiezen of om verkozen te worden, beroofd worden. Thans is het een gewoonte geworden de dagen te verdelen over vier en twintig uren, berekend van nul tôt vier en twintig. Het algemeen worden van dit gebruik kan de huidige staat van zaken doeltreffend verhelpen en zijn zo spijtige als schadelijke gevolgen doen ophouden. Diensvolgens heb ik de eer u te verzoeken de nodige onderrichtingen te willen geven opdat in de toekomst, dat wil zeggen te rekenen van 1 Januari 1949, het aangeven van het uur dat voor.de bedoelde akten vereist is, zowèl in het opschrift van die akten als in de verklaringen van partijen die ze bevestigen, berekend wordt van 0 tôt 24 per dag. De Minister van Justitie.
BEHEER DER GELDEN VAN DE SOCIALE DIENST, WELFARE, ENZ. INVOERING VAN DE WARENREKENING. r
' 2" alg. dir., 5'; sect, 1° b u r , n 135, litt. E. Brussel, de 30 December 1948. Na de vraag opnieuw te hebben onderzocht, heeft het hoofdbestuur beslist, de hoogtegrehs der uitgaven, die zonder'voorafgaande machtiging van het d é p a r t e ment voor rekening van sociale dienst, Welfare en andere dergelijke fondsen, mogen aangegaan worden, van 500 frartk tôt 1,000 frank op te voeren. Het hoofdbestuur heeft eveneens besloten al de artikelen, aangekocht voor rekening van hierboven bedoelde fondsen, in de boekhouding der waren op te nemen, de tiketten die toegang verlenen tôt de ontspanningsvertoningen inbegrepen. Met dit doel zullen de hiernavolgende onderrichtingen in de toekomst dienen in acht genomen : 1. Leveringen door eenzelfde firma, waarvan de veertiendaagse aanrekening de 1,000 frank overschrijdt. De vooruitzichten der. uitgaven voor deze leveringen zullen aan de goedkeuring van het hoofdbestuur worden onderworpen, met uitzondering van deze betreffende het huren van filmen en theaterkostumes. Deze aanvragen om machtiging zullen vergezeld zijn van de opgave der firma's die geraadpleegd werden in al de gevallen Van levering voor een bedrag, hoger dan 1,000 frank, en van aile schriftelijke aanbiedingen die ingewonnen werden. 2. Bestellingen. De afleveringen zullen worden voorafgegaan door het verstrekken van een bestelbon, genomen uit een soucheregister n 206, dat speciaal aan de hier bedoelde diensten zal voorbehouden worden. De bestelbon en de souche zullen op zichtbare wijze melding dragen van de dienst voor dewelke de bestelde voorwerpen zijn bestemd. Die b O H zal door de bestuurder en de rekenplichtige worden ondertekend. r
264
30 décembre 1948.
3. Réception des marchandises. La réception des marchandises, aura lieu par la commission, prévue par l'article 190 du règlement de comptabilité des prisons. Elle fera l'objet d'un billet d'entrée détache d'un registre spécial n" 211 qui portera également les indications du service auquel les marchandises sont destinées. Ce billet d'entrée servira à l'inscription des Objets fournis en l'espace d'un même mois par le même fournisseur. 4. Emmagasinage et inscription des matières. Ces opérations auront lieu par le comptable sur le vu des documents de réception. Elles constitueront une prise en charge. Les factures seront exigées en triple exemplaire de la part des. fournisseurs. ' Deux exemplaires, revêtus de la signature du comptable, sous la mention « Pris en charge, le » seront compris dans les comptes 177; le troisième exemplaire sera conservé dans les archives de l'établissement. Les débours seront groupés dans un état n"168 distinct par compte. 5. Sorties. a) Consommations, transformations, mises en usage et en service. b) Ventes à des particuliers, distributions gratuites à des détenus indigents. Les instructions faisant l'objet de l'article 195 du règlement de comptabilité des prisons sont strictement d'application, en ce qui concerne les sorties de matières. Les bons n° 213 seront rédigés par un agent de l'administration spécialement désigné à cette fin par la direction; le directeur signera ces documents pour approbation. Des états 214 distincts seront établis suivant la nomenclature reprise ci-dessus. Les distributions de matières premières, d'articles délivrés à titre gracieux, d'objets confectionnés, d'objets mobiliers mis en usage, seront justifiées par la signature de chacun des bénéficiaires de la remise de ces matières et objets. Les objets confectionnés seront pris en recette par état 212 distinct par atelier sous la mention « Versements en magasin '». • 6. Livre de magasin; A la fin du livre de magasin seront ouverts des comptes au nom de chacune des activités existant à l'établissement : service social, Welfare, ateliers, etc. Le stock de marchandises et d'objets confectionnés se trouvant dans les magasins à la date du l " janvier 1949 fera l'objet d'une constatation par état 212 spécial « En stock à l'établissement à la date du l " janvier 1949 ». Les entrées et les sorties seront comptabilisées mensuellement au livre de magasin. Les divers comptes repris ci-dessus seront portés et totalisés séparément au compte annuel n" 226. r
7. Mobilier. Les objets mobiliers achetés au moyen des fonds du service social, Welfare, etc., seront portés à l'encre rouge au registre-inventaire n° 231. Ils feront l'objet d'une inscription distincte et à l'encre rouge au procèsverbal n" 234. Les présentes instructions seront mises en pratique au 1 janvier 1949. Les dispositions des circulaires du 29 septembre 1947 et du 23 novembre 1948 qui ne sont pas modifiées par les présentes, restent en vigueur. er
Pour le, Ministre : Le Directeur général, J.
DUPRÉEL.
265
30 December 1948.
3. Ontvangst der waren. De ontvangst der waren zal geschieden door de commissie, voorzien in artikel 190 van het algemeen règlement der gevangenissn. Zij zal het voorwerp uitmaken van een inkomstbiljet, genomen uit een speciaal register n 211, en dat eveneens de aanduiding zal vermelden van de dienst voor dewelke de waren bestemd zijn. Dit inkomstbiljet zal dienen voor de inschrijving van al de voorwerpen, door eenzelfde leveraar gedurende eenzelfde maand afgeleverd. r
4. Opneming iri het magazijn en inschrijving der waren. Deze verrichtingen zullen uitgevoerd worden door de rekenplichtige, op zicht van de dokumenten van ontvangst. Zij zullen het in ontvangstnemen uitmaken. De facturen zullen van de leveranciers in drievoud worden geéist. Twee exemplaren, bekleed met de handtekening van de rekenplichtige onder de vermelding : « In ontvangst genomen de », zullen worden opgenomen in de staat 177; het derde exemplaar zal bewaard worden in de archieven van de inrichting. De uitgaven zullen, per rekening, in een onderscheiden staat 168 worden gegroepeerd. 5. Het uitgeven der waren. a) Verbruik, verwerking, in gebruik- of indienststelling. b) Verkoop aan particulieren, gratis uitdelingen aan onbemiddelde gedetineerden. De onderrichtingen die het voorwerp uitmaken van artikel 195 van het règlement op de comptabiliteit der gevangenissen, zijn van strikte toepassing voor wat betreft het uitgeven der waren. De bons n 213 zullen worden opgesteld door een agent van de administratie, door het bestuur hiervoor speciaal aangesteld; de bestuurder zal deze stukken voor goedkeuring ondertekenen. Afzonderlijk staten n' 214 zullen worden aangelegd volgens de hierboven vermelde opgave. De uitdelingen van grondstoffen, van kosteloos verstreke artikelen, van afgewerkte voorwerpen, van in dienst genomen mobilair, zullen er gerechtvaardigd worden door de handtekening van elk der begunstigclen van de aflevering der waren of der voorwerpen. De verwerkte voorwerpen zullen in ontvangst genomen worden in een afzonderlijke staat n 212 per werkhuis, onder de vermelding « Overnamen in magazijn ». r
r
6. Magazijnboek. Aan het einde van het magazijnboek zullen rekeningen worden geopend op naam van elke in het gesticht uitgeoefende bedrijvigheid : sociale dienst, Welfare, werkhuizen, enz. De voorraad verwerkte waren en voorwerpen, voorhanden in de niagazijnen op I Januari 1949 zal vastgesteld worden bij spéciale staat n'' 212 : « In voorraad in het gesticht op datum van 1 Januari 1949 ». Inkomsten en uitgangen zullen maandelijks in het magazijnboek worden opgenomen. De verschillende rekeningen, hierboven vermeld, zullen afzonderlijk opgenomen en afgesloten worden in de jaarstaat n 226. r
7. Mobilair. De mobilaire voorwerpen die door middel van het fonds van de sociale dienst, Welfare, enz, werden aangekocht, zullen in rode inkt in het register n 231 worden vermeld. Zij zullen het voorwerp uitmaken van een onderscheidene inschrijving, met rode inkt, in het proces-verbaal nr 234. De huidige onderrichtingen zullen in werking treden op de 1 Januari 1949. De beschikkingen van mijn omzendbrieven van 29 September 1947 en 23 Novem 1 0 4 » bliiven in voege, voor zover zij niet door de huidige gewijzigd zijn. r
l
Voor de Minister : De Directeur-Generaal, 1. D U P R É E L .
TABLE
ALPHABÉTIQUE
A A C T E S OFFICIELS. Utilisations de 'stylographés à bille pour l'établissement des actes officiels. — Prohibition. (-C. 11 octobre 1948.) B B A U X A L O Y E R . Arrêté ministériel instituant une commission de revision des dispositions exceptionnelles en matière de baux à loyer. (A. 18 septembre 1948.) C CASIER JUDICIAIRE. Casier judiciaire.- Extrait du casier judiciaire : modifications aux formulaires. (C. 17 février 1948.) — Demande d'extraits. —• Envoi d'un bulletin de renseignements.. ( C . 20 juillet 1948.) — Circulaire aux administrations communales relative aux extraits du casier communal des condamnations à fournir aux administrations (publiques. (C. 8 décembre 1948.) C E R T I F I C A T S D ' H E R E D I T E O U D E N O T O R I E T E . Délivrance par les administration communales. Relèvement du plafond. (C. 4 août 1948.) C O T E P E N A L . Documentation en matière de déchéance des droits prévus à l'article 123sexties du Code pénal. Application de la loi du 14 juin 1948. (C. 23 septembre 1948.) C O U R S E T T R I B U N A U X . Procédure en justice de paix relativement à la demande de paiement en capital de l'allocation complémentaire due aux prisonniers politiques ou à leurs, ayants droit. (C. 28- avril 1948.) — Arrestation des membres de la Résistance. (C. 25 mai 1948.) — Frais de déplacement en matière judiciaire. (C. 2 juin 1948.) — Indemnité allouée aux membres de la gendarmerie affectés au service social des recherches. (C. 2 septembre 1948.) — Frais de transport des personnes incarcérées dans un établissement pénitentiaire. (C. 3 septembre 1948.) C U L T E S . Edifices classés du culte. Travaux d'entretien, de consolidation ou de 'restauration, Répartition des frais. ( C 12 janvier 1948.) — Edifices du culte. Travaux d'entretien, de consolidation ou de restauration. Répartition des frais. (C. 17 mars 1948.) — Edifices du culte. Placement de meuble:. Autorisation préalable. (C. 18 octobre 1948.)
268
Table alphabétique,
CULTE CATHOLIQUE : o
r
A N N E X E S . Suppression de l'annexe-Saint-Pierre à Tamise. (A. i mars — Erection en annexe du hameau de Molen à Zonhoven. (A. 24 avril — Erection en annexe du hameau de Pierkenshoek à Klerken. (A. 21 juin — Erection en annexe du hameau de Tombrouck à Lu rogne. (A. 22 juin — Erection en annexe du hameau de Zand-berg à Harelbeke. (A. 29 juin
1948.) 194S.) 1948.) 1948.) 1948.)
E G U S E S - A N N E X E S . Erection en église-annexe de l'oratoire de Het Leeg, à Wilrijk. (A. 21 juin 1948.) — Erection en église-annexe,de l'oratoire de Eichem, à Appelterre-Eichem. (A. 29 septembre 1948.) C H A P E L L E N I E S . Erection en chapellenie du quartier dénommé Het Vogeltje, à Poperinge. (A. 30 juin 1948.) — Erection en chapellenie du hameau de VivierRoland, à Jurbise. (A. 30 j u i n . 1948.) — Erection en chapellenie du quartier nord de la commune de Diepenbeek. (A. 30 juin 1948.) — Erection en chepellenie du hameau de Longpré à Saint-Amand-lez-Fleurus. (A. 30 juin 1948.) -— Erection en chapellenie de 'l'annexe de l a 'Sainte-Famille, au quartier de Volsberg, à Rumst. (A. 30 juin 1948:) — Erection en chapellenie de l'annexe de la Sainte-Famille, à Vleugt, commune de Schaffen. (A. 30 juin 1948.) PAROISSES-SUCCURSALES. Erection en paroisse-succursale de l'annexe SainteBernadette, à Marchienne-au-Pont. — Circonscription. (A. 30 juin 1948.) — Erection en-paroisse-succursale de l a . chapellenie de Notre-Dame de BonVouloir, à Duffel. Circonscription. (A. 24 juillet 1948.) .—^- Erection en paroisse-succursale du quartier de Àleulenb.erg, à Houthalen. (A. 25 juillet 1948.) — Modifications à la circonscription de la paroisse-succursale 'Saint-iAlbert, à Zwartberg, commune de Genk. (A. 25 juillet 1948.) — Erection en paroisse-succursale de 'la partie occidentale du hameau d'Oppem, à Wezembeek-Oppem. 'Circonscription. (A. 21 septembre 1948.) — Erection en paroissesuccursale du hameau de Katenbos, à Lommel. (A. 29 septembre 1948.) — Modifications de la circonscription de la paroisse-succursale de Jonckershovel, à Woumen. (A. 29 septembre 1948.) —Modification à la circonscription de la paroisse-succursale Saint-Joseph; à Rofessart. (A. 25 novembre 1948.) — Fixation de la circonscription de la paroisse-succursale du Saint-Sacrement au hameau de Kattenbos, à Lommek (A. 28 décembre 1948.) V I C A I R E S . Création d'une deuxième place de vicaire près la paroisse-succursale Saint-Antoine, à Blankenberge et Uitkerke. (A. 22 juin 1948.) — Création d'une deuxième place de 'vicaire près'; la paroisse-succursale du Bon-Pasteur, à Mouscron. (A. 22 juin 1948.) — Création d'une première place de vicaire près la paroisse-succursale Saint-Joseph, à Overpelt. (A. 22 juin 1948.) — Création d'une deuxième place de vicaire près la paroisse-succursale SaintRemy, à Angleur. (A. 22 juin 1948.) — Création d'une deuxième place de vicaire près la paroisse-succursale du Divin Sauveur, à Schaerbeek et WoluweiSaint-Lambert. (A. 22 juin 1948.) — Création d'une première place de vicaire près la paroisse-succursale de Wildert, à .Esschen. (A. 22 juin 1948.) — Création d'une première place de vicaire près là paroisse-succursale NotreDame, à 'Nijlen.. (A. 22 juin 1948.) — Création d'une première place de vicaire près la paroisse-succursale Notre-Dame. d'Adirer Oolen, à Oolen. (A. 22 juin 1948.) — Création d'une première place de vicaire près la paroissesuccursale Saint-Joseph, à iMoirtsel et Boechout. (A. 22 juin 1948.)
D
D E C E S . Loi du 20 août 1948 relative aux déclarations de décès et de présomption de décès et à la transcription et la rectification de certains actes de décès. (C. 30 septembre 194S.) DONS E T L E G S . Fabrique d'église. Donations. Concession de banc au profit de personnes autres que les donatrices et leur famille. Non* admis. (A. 27 janvier 1948.) — Séminaire (Fondation de bourses Fabrique d'église.
d'étude).
Table alphabétique
269
Association sans but lucratif. Legs. Interdiction d'aliénation des immeubles légués à des associations sans but lucratif. Non écrit. Défense d'aliénation des immeubles légués au séminaire. Simple vœu. Prescription d'affecter intégralement des revenus aux bourses d'étude. iNon écrit. Obligation d'étudier dans les séminaire du diocèse de Tournai. .Non écrit. (A. 20 février 1948.) — Université coloniale d'Anvers. Commission provinciale des Fondations de bourse d'étude. Legs. Dévolution. (A. 26 avril 1948.) — S é m i n a i r e (Fondation de bourse d'étude). Legs. (A. 4 mai 1948.) — Fabrique d'église. Legs. Immeu'bles à affecter à une habitation de sacristain et d'organiste. Simple vœu. (A. 15 juillet 1948.) — Séminaire ((Fondation de bourses d'étude). Université catholique de Louvain. Fabrique d'église. Associations sans but lucratif. Legs. (A. 24 juillet 1948.) — Séminaire (Fondation 'de bourses d'étude). Legs. Emprunt. (A. 17 août 1948.) — Commission provinciale des Fondations de bourses d'étude. Université libre de 'Bruxelles. Legs. Obligation pour les boursiers de fréquenter un établissement d'instruction déterminé. Non admis. (A. 16 octobre 1948.) — Immeubles donnés ou légués. Engagement et prescription d'aliéner. (C. 18 octobre 1948.) — Libéralités entre vifs ou testamentaires au profit de personnes de droit public. Production de pièces. (C. 18 octobre 1948.) E E T A T CIVIL. Convention belgo-tchécoslovaque du 10 mars 1948. gratuite 'réciproque des expéditions d'actes d'état civil. (C. 31 mai Légalisation des actes de l'état civil p r é s e n t é s en Belgique par des réfractaires au gouvernement.de leur pays. (C. 26 juin 1948.) — relative au mode de notation horaire dans les actes de l'état civil. (C. bre 1948.)
Délivrance 1948.) — étrangers Circulaire 30 décem-
F . F O N D A T I O N S D E B O U R S E S D ' E T U D E . Fondation Errembault du Maisnil et du Contre (E.). Bourses d'étude. Autorisation. (A. 20 février 1948.) — Fondation Général et Mme Cabra. -Bourse d'étude. Autorisation. (A. 26 avril 1948.) — Fondation Borremans. 'Bourse d'étude. Autorisation. (A. 4 niai 1948.) — Fondation Sel. Bourses d'étude. Autorisation. (A. 24 juillet 1948.) — Fondation Houtaise. Bourses d'étude. Autorisation. (A. 17 août 1948.) — Fondation 's Heeren (Louis). Bourse d'étude. Autorisation. (A. 16 octobre 1948.) FRAIS D E J U S T I C E . Liquidation des frais résultant de l'opposition formée conformément à l'article 4 de l'arrêté-loi du 19 septembre 1945. relatif à l'épuration civique. (C. 12 janvier 1948.) — Frais de justice en matière répressive. (C. 13 avril 1948.)
.1 J O U R N E E S D ' E N T R E T I E N . Fixation du prix de la journée d'entretien des détenus des « autres catégories » (Prisons et centres d'internement). (C. 26 avril 1948.) — Coût de la journée d'entretien pendant l'année 1448 dans les établissements d'éducation et institutions publiques de l'Etat destinés aux mineurs. (A. 29 septembre 1948.) N N A T I O N A L I T E S . Circulaire relative à la preuve de nationalité, en vue de leur mariage, des personnes réfugiées ou déplacées. (C. 25 novembre 1948.) N O T A R I A T . Transfert à Gouvy de la résidence de M . Urbin Choffray ( L . ) , notaire à Houffali'ze. (A. 16 juin 1948.) — Transfert à Landen de la résidence de iM. Ulens, Hubert-Joseph), notaire à Lincent.
270
Table alphabétique. O
O R G A N I S A T I O N JUDICIAIRE. Institution d'une commission pour la révision des dispositions législatives et réglementaires sur l'organisation judiciaire. (A. •23 janvier 1948.) — Organisation 'dès travaux de la commission pour la révision des dispositions législatives et réglementaires sur l'organisation judiciaire instituée par l'arrêté du 'Régent du 23 janvier 1948.) (C. 20 février. 1948.) — Arrêté du Régent complétant l'arrêté du Régent du 23 janvier 1948 qui institue une commission pour la révision des dispositions législatives et réglementaires sur l'organisation judiciaire. (A. 5 mai 1948.) P P O L I C E D E S E T R A N G E R S . Suppression du certificat « modèle C ». et instructions générales en matière de police des é t r a n g e r s . (C. 4 août 1948.) — Application de la circulaire du 4 août 1948, portant suppression du certificat « modèle C » et relative aux instructions générales en matière de police des étrangers, aux réfugiés politiques ressortissant au mandat de l'organisation internationale pour'les réfugiés. (C. 10 décembre 1948.) P O L I C E D U R O U L A G E . [Constatation, des infractions commises par les conducteurs de voitures portant une plaque d'immatriculation des séries spéciales. (C. 11 octobre 1948.) PRISONS E T C E N T R E S D'IiNTBRiNBMBNT. Plans de reclassement. (C. 5 janvier 1948.) — Publications périodiques. '(C. 8 janvier 1948.) — Budget exercice 1948 (suite). (C. 9 janvier 1948.) — Mandat d'arrêt. Validité. (C. 19 janvier 1948.) — Contrôle des visiteurs. (C. 26 janvier 1948.) — Intérêt . moratoire. (C. 27 janvier 1948.) — Mode de présentation des états de gratifications n" 171 (travaux industriels). (C. 28 .janvier 1948.) — Application de la loi sur la libération conditionnelle. C. 7 février 1948.) — Habillement des surveillants. (C. 9 février 1948.) — Concours d'infractions. (C. 10 février 1948.) — Convocation des aumôniers des cultes à l a conférence mensuelle du personnel. (C. 14 février 1948.) —'Libérations conditionnelles. (C. 12 février 1948.) — Mesures générales de sûreté. (C. 13 février 1948.) — Remboursement à faire par la régie à l'administration des prisons. (C. 14 février 1948.) — Distribution de.viande aux détenus. (C. 24 février 1948.) — C i r c u l a i r e relative à la valorisation du travail volontaire. (C. 26 février 1948.) — Correspondance des détenus. (C. 27 février 1948.) — Octroi-aux détenus des indemnités et .des rentes versées par les chefs d'entreprise ou leur assureurs pour des accidents de travail. (C. 3 mars 1948.) — Chauffage central. Cave à charbon. Précautions à prendre. '(C. 8 mars 1948.) — Acceptation de travaux pour compte d'un entrepreneur privé. (|C. 10 mars 1948.) — Certificat de civisme. (C. 15 mars 1948.) — Vente à la cantine de pain d'épices et de: biscottes. (C. 22 mars 1948.) — Discipline du personnel. (jC. 23 mars 1948.) — Prestations supplémentaires. Compensation. (C. 25 mars 1948.) —.Factures relatives aux salaires alloués pour travaux domestiques et d'entretien du mobilier et des-bâtiments. (C. 26 mars 1948.) — Centres d'éducation professionnelle. (C. 31 mars 1948.) — Clôture des opérations relatives à l'exercice 1947. (C. 3 avril 1948.) — Classification des condamnés. (C. 5 avril 1948.) — Classification des condamnés dans les prisons à Gand et à Nivelles. (C. 5 avril 1948.) — Service social des prisons. (C. 6 avril 1948.) — Libération conditionnelle. (C. 10 avril 1948.) — Bulletin de comptabilité morale n° 63. (C. 10 avril 1948.) — Visite aux détenus. (C. 17 avril 1948.) -— Publications périodiques. (C. 19 avril 1948.) — Fixation du prix de la journée d'entretien des. détenus des « autres catégories ». {C. 26 avril 1948.) — Evaluation des objets de valeur déposés par les détenus. (C. 27 avril 1948.) — Devoirs du personnel de surveillance. (C. 10 mai 1948.) — Libération conditionnelle. (C. 18 mai 1948.) -—• Destination des condamnés. (C. 19 mai 1948.) — Correspondance des détenus. (C. 2 juin 1948.) — Insignes du personnel de surveillance. (C. 4 juin 1948.) — Correspondance des détenus. (C. 7 juin 1948.) — Tarifs des gratifications et tarifs d'entreprise. (C. 8 juin 1948.) — Propositions de
Table alphabétique
271
libération conditionnelle. (C. 14 juin 1948.) — Centre Médico-chirurgical de la prison à Forest. Transfèrement. (C. 28 juin 1948.) — Ecrous pendant la nuit. (C. 29 juin 1948.) — Timbres de pain. (C. l " juillet 1948.) — Cantine. (C. 5 juillet 1948.) — Usage du tabac par les détenus. (C. 6 juillet 1948.) — Indemnités accordées, pour services spéciaux, à certains agents des prisons. (C. 20 juillet 1948.) — Régime alimentaire. (C. 23 juillet 1948.) — Libération conditionnelle. (C. 27 juillet 1948.) — Correspondance des détenus. (C. 29 juillet 1948.) — Bibliothèque. (C. 2 août 1948.) — Publications périodiques. (C. 17 août 1948.) — Salon de coiffure. (C. 27 août 1948.) — Aide aux condamnés, libérés. (C. 30 août 1948.) — Rationnement du pain. (C. 31 août 1948.) — Libération conditionnelle. (C. 9 septembre 194S.) — Proposition de grâce. (C. 10 septembre 1948.) — Evasions. Mesures de sûreté. (C. 10 septembre 19480 — Transfèrement de détenus. (C. 20 septembre 1948.) — Congés officiels. (C. 27 septembre 1948.) — iRationnement de pain. (C. 30 septembre 1948.) — Abonnement aux journaux et revues. (C. l " octoibre 1948.) — Rationnement du pain. (C. 5 octobre 1948.) — Libération conditionnelle. (C. 14 octobre 1948.) — Section pour criminels de guerre étrangers. Création. (C. 15 octobre 1948.) — Transfèrements. (C. 23 octobre 1948.) — Aide aux condamnés libérés. (C. 26 octobre 1948.) — Heures supplémentaires. (C. 27 octobre 1948.) — Publications périodiques. (C. 8 novembre 1948.) — Inventaire du mobilier. (C. 10 novembre 1948.) — Admissibilité des travailleurs détenus. (C. 19 novembre 1948.) — Fonds social. (C. 23 novembre 1948.) — Cantine non réglementaire. Suppression. (C. 24 novembre 1948.) — Usage du tabac par les détenus. (C. 25 novembre 1948.) — Budget de l'exercice 1949. (C. 26 novembre 1948.) — Détenus. Militaires. Miliciens. (C. 27 novembre 1948.) — Colis familial pour les détenus. (C. 29 novembre 1948.) — Destination des détenus de droit commun. Spécialisation. (C. H décembre 1948.) — Personnel. Autorisation de fumer. (C. 13 décembre 1948.) — Destination des détenus débiles physiques. (C. 15 décembre 1948.) — Régime alimentaire des détenus. Distribution de pain. (C. 16 décembre 1948.) — (Retenues sur les Indemnités au profit de l ' O . N . S. S. (C. 17 d é c e m bre 1948.) — Libération conditionnelle. (Bulletin de calcul des peines. (C. 21 décembre 1948.)-— Aide aux familles des détenus. (C. 21 d é c e m b r e 1948.) — Libérations. Masse de sortie. (C. 22 décembre 1948.) — Justification des. dépenses relatives aux frais de transport par chemins de fer et d'envoi de correspondances. (C. 23 décembre 1948.) — Application de la taxe de transmission et de la taxe de luxe sur les opérations d'achats et de ventes effectuées pour compte du service social et du Welfare. (C. 24 décembre 1948.) - Rédaction, des propositions de libération conditionnelle. (C. 27 décembre 1948.) — Tra'nsfèremenr- vers les établissements spéciaux. (C. 28 décembre 1948.) — Exécution des peines d'emprisonnement prononcées à charge de militaires et même à charge de militaires démobilisés. (C. 29 décembre 1948.) — Gestion des comptes de service social, Welfare, etc. Instauration de la comptabilité des matières. (C. 30 décembre 1948.) r
r
P R O T E C T I O N D E L ' E N F A N C E . Engagement volontaire à l'armée. (C. 13 septembre 1948.) — Envoi d'un rapport annuel individuel sur tous les mineurs 01acés. (C. 13 septembre 1948.) — Conditions de placement des mineurs, chez des particuliers moyennant rétribution. (C. 30 septembre 1948.) T T R I B U N A U X D E P R E M I E R E liNSTANCE. Tribunal de première instance Courtrai. Création d'une place de juge d'instruction. (A. I l juin 1948.)
de
T R I B U N A U X D E C O M M E R C E . Instructions aux référendaires de tribunaux de commerce concernant la description des marques de fabrique et de commerce dans les actes de dépôt au greffe. (C. 19 juin 1948.)
ALPHABETISCH
REGISTER
B B U R G E R L I J K E STA'ND. Belgisch-Tsjechos'.ovaakse verklaring van 10 Maart 1948. Wederzijdse kosteloze aflevering van afschriften van akten van de burge.Tlijke stand. (O. 31 Mei 1948.) — Legalisatie ' van akten van de burgerlijke stand in België vertoond door vreemdelingen weerspannig tegenover de regering van hun land. (O. 26 Juni 1948.) — Omzendbrief betreffende de méthode om ihet uur op te geven zoals zij in de registers van de burgerl'ijke stand wordt aangewend. (O. 30 December 1948.) E E R E D I E N S T E N . Gerangschikte gebouwen van de Eredienst. Werkeh van onderhoud, versteviging of iherstel. iVerdeling van de kosten. (O. 12 Januari 1948.) — Gerangschikte ge'bouwen van de Eredienst. Werken van onderhoud, .versteviging of herstel. Verdeling der kosten. '(Ô. 17 M'aart 1948.) — Gebouwen van de Eredienst. iPlaatsing van meubelen. Voorafgaande toelating. (O. 18 October 1948.)' EREDIENST
(KATHOLIEKE) :
A N N E X E K E R K E N . Oprichting tôt annexekerk van de bidplaats van Het Leeg, te Wilrijk. (|B. 21 Juni 1948.) — Oprichting tôt annexekerk van de bidplaats van Eichem, te Appelterre-Eichem. ( B . 29 .September 1948.) A N N E X E N . Afschaffing van de annexe van de H . Petrus, te Temsche. ( B . 1 Maart 1948.) — Oprichting tôt annexe van het gehucht Molen, te Zonhoven. (B. 24 April 1948.) — Oprichting tôt annexe van het gehucht Pierkenslioek, te Klerken. (B. 21 Juni 1948.) — Oprichting tôt annexe van het gehucht T o m brouck, te Luingne. (B. 22 Juni 1948.) — Oprichting tôt annexe van het gehucht Zandberg. te Hareibeke. (B. 29 Juni 1948.) H U L P P A R O C H I Ë N . Oprichting tôt hulpparochie van de annexe van de H . Bernadette, te Marchienne-au-Pont. Gebiedsomschrijving. ( B . 30 Juni 1948.) r— Oprichting tôt hulpparochie van de kapelanij van O . - L . - V . van Goede W i l , te
274
Alphabétiser! register. Duffel. Gebiedsomschrijving. ([B. 24 Juli 1948.) — Oprichting tôt hulpparochie van de wijk-Meulenberg, te Houthalen. ( B . 25 Juli 1948.) — Wijzigingen aan de gebiedsomschrijvingen van de hulpparochie van de H . Albertus, te Zwartberg, gemeente Genk. (.'B. 25 Juli 1948.) — Oprichting t ô t hulpparochie van het westelijk gedeelte van het gehucht Oppem, te Wezembeek-Oppem. Gebiedsomschrijving. (|B. 21 September 1948.) — Oprichting tôt hulpparochie van het 'gehucht Kattenbos, te Lommel. (iB. 29 September -1948.) — Wijzigingeni van de gebiedsomschrijvingen van de hulpparochie jonckershovel, te Woumen. (,B. 29 September 1948.) — Wijzigingen aan de gebiedsoms'Cbrijvingen van de 'hulpparochie van de iHeilige Jozef, te Rofessart. (B. 25 November 1948.) — Vaststelling van de gebie-dsomschrij.vin'-g van de hulpparochie van het H. Sacrament op het gehucht Kattenbos, te Lommel. ( B . 28 December 1948.)
K A P E L A N I J E N . Oprichting tôt kapelanij van de wijk genaamd Het Vogeltje, te Poperinge. (B. 30 Juni 1948.) — Oprichting tôt kapelanij van het gehucht Vivier-Roland, te Jurbeke. (|B. 30 Juni 1948.) — Oprichting tôt kapelanij vande noordelijke wijk der gemeente Diepentoeek. (B. 30 Juni 1948.) — Oprichting tôt kapelanij van het gehucht Longpré, te Saint-Amand-bij-Fleurus. (B. 30 Juni 1948.) — Oprichting t ô t kâpelan-ij 'van de annexe van de H. Familie op de wijk Vosberg, te Rumst. (>B. 30 Juni 1948.) — Oprichting t ô t kapelanij van de annexe van de H. Familie, te Vleugt, gemeente Schaffen. (B. 30 Juni 1948.). O N D E R P A S T O O R S . Oprichting van een tweede plaats van onderpastoor bij de ihulpparochie van de H. Anton-ius, te Blankenberge en Uitkerke. ( B . 22 Juni 1948.) — Oprichting van een tweede plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de Goede Herder, te Moeskroen. (B. 22 Juni 1948.) •— Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Jozef, te Overpelt. (|B. 22 Juni il948.) — Oprichting van een tweede plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H. Remigius, te Angleur. (B. 22 Juni 1948.) — Oprichting van een tweede plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de Goddelijke Verlosser, te Schaarbeek en Sint-Lambrechts-WolU'We. (iB. 22 Juni 1948.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie Wil'dert, te Esschen. (>B. 22 Juni 1948.) — Oprichting van een- eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van O . - L . - V , te Nijlen. (iB. 22 ,|uni 1948.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van O . - L . - V . van Achter-Oolen, te Oolen. (B. 22 Juni 1948.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Jozef, te Mortsel en Boechout. (B. 22 |uni' 1948.)
G G E R E C H T S K O S T E N . Vereffening van de kosten van verzet, gedaan overeenikomstlg-artikel 4 van de besluitwet van 19 September 1945 betreffende epuratie Inzake burgertrouw. (O. 12 Januari 1948.) — Gerechtskosten inzake beteugelende •reehtspraak. (O. 13 Aprii 1948.) G E T U I G S C H R I F T E N V A N E R F E N I S O F B E K E N D H E 1 D . Aflevering door de gemeentebesturen. Verhoging van het maximumbedrag. (O. 4 Augustus 1948.)
Alphabétiser) register.
275
GEVANGENISSEN EN INTERNERINGSCENTRA. Reclasseringsontwerpen. (O. 5 Januari 1948.) — Tijdschriften. (O. 8 Januari 1948.) — Begroting dienstjaar 1948 (vervolg). (O. 9 Januari 1948.) — Mandaat van arrest. Geldigheid. (O. 19 Januari 1948.) — Contrôle der bezoekers. (O. 26 Januari 1948.) — Moratoire intrest. (O. 27 Januari 1948.) — Wijze van voorstelling der vergoedingsstaten n 171 (industriële werken). (O. 28 Januari 1948.) — Toepassing van de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling. (O. 7 Februari 1948.) — Kleding van de bewaarders. (O,. 9 Februari 1948.) — Samenloop van misdrijven. (O. 10 Februari 1948.) — Oproeping van de aalmoezeniers van de erediensten voor de maandelijkse conferentie van het personeel. (O. I l Februari 1948.) — Voorwaardelijke invrijheidstelling (O. 12 Februari 1948.) — Algemene veiligheidsmaatregelen. (O. 13 Februari 1948.) — Terugbetaling te verrichten door de Régie aan het bestuur der gevangenissen. (O. 14 Februari 1948.) — Verdeling van vlees aan de gedetineerden. (O. 24 Februari 1948.) — Vaiorisatie van vrijwillig verrichte arbeid. (O. 26 Februari 1948.) — Briefwisseling der gedetineerden. (O. 27 Februari 1948.) — Toekenning aan de gedetineerden van de vergoedingen en renten die door de ondernemingshoofden of hun verzekeraars wegens arbeidsongevallen worden gestort. (O. 3 Maart 1948.) — Centrale verwarming. Kolenkelders. Te nemen voorzorgen. (O: 8 Maart 1948.) — Aanneming van werken voor rekening van een private ondernemer. (O. 10 Maart 1948.) — Getuigschrift van burgertrouw. (O. 15 Maart 1948.) — Verkoop van peperkoek en beschuiten in de kantien. (O. 22 Maart 1948.) — Personeel. Tucht. (O. 23 Maart 1948.) — Bijkomende prestaties. Compensatie. (O. 25 Maart 1948.) — Facturen betreffende de lonen toegekend voor huishoudelijke werken voor onderhoud van mobilair en gebouwen. (O. 26 Maart 1948.) — Vakopleidingscentra. (O.' 31 Maart 1948.) — Afsluiting van de verrichtingen betreffende het vereffenen en het betaalbaar stellen van de uitgaven (dienstjaar 1947). (O. 3 April 1948.) — Classificatie van de veroordeelden in de gevangenissen te Gent en te Nijvel. (O. 5 April 1948.) — Maatschappelijke dienst bij de gevangenissen. (O. 6 April 1948.) — Voorwaardelijke invrijheidstelling. (O. 10 April 1948.) — Bulletin van morele boekhouding n 63. (O. 10 April 1948.) — Bezoek aan de gedetineerden. (O. 17 April 1948.) — Tijdschriften. (O. 19 April 1948.) — Vaststeliing van de prijs van het onderhoud per dag van de gedetineerden der andere categoriën. (O. 26 April 1948.) — Schatting van de waarde der door de gedetineerden in bewaring gegeven voorwerpen. (O. 27 April 1948.) — Verplichtingen van het bewaarderspersoneel. (O. 10 Mei 1948.) — Voorwaardelijke invrijheidstelling. (O. 18 Mei 1948.) — Bestemming van de veroordeelden. (O. 19 Mei 1948.) — Briefwisseling der gedetineerden. (O. 2 Juni 1948.) — Insignes van het bewaarderspersoneel. (O. 4 Juni 1948.) — Briefwisseling der gedetineerden. (O. 7 Juni 1948.) — Vergoedingstarieven en aannemingstarieven. (O. 8 Juni 1948.) — Voorstelling tôt voorwaardelijke invrijheidstelling. (O. 14 Juni 1948.) — Het medisch-heelkundig centrum van de gevangenis te Vorst. Overbrenging. (O. 28 Juni 1948.) — Opsluitingen tijdens de nacht. (O. 29 Juni 1948.) — Broodzegels. (O. 1 Juli 1948.') — Kantien. (O. 5 Juli 1948.) — Tabakverbruik door de gedetineerden. (O. 6 Juli 1948.) — Vergoedingen verleend, wegens buitengewone diensteu, aan zekere agenten van de gevangenissen. (O. 20 Juli 1948.) — Voedingsregime. (O. 23 Juli 1948.) — Voorwaardelijke invrijheidstelling. (O. 27 Juli 1948.) — Briefwisseling van de gedetineerden. (O. 29 Juli 1948.) — Bibliotheek. (O. 2 Augustus 1948.) — Tijdschriften. (O. 17 Augustus 1948.) — Kapperssalon. (O. 27 Augustus 1948.) r
r
276
Alphabetisch register. — Hulp aan vrijgestelde veroordeelden. (O. 30 Augustus 1948.) — Broodrantsoen. (O. 31 Augustus 1948.) — Voorwaardelijke invrijheidstelling. (O. 9 September 1948.) — Voorstellen tôt strafontheffing. (O. 10 September 1948.) — Ontvluchtingen. Veiligheidsmaatregelen. (O. 10 September 1948.) — Overbrenging van gedetineerden. (O. 20 September 1948.) — Officiële verlofdagen. (O. 27 September 1948.) — Broodrantsoen. (O. 30 September 1948.) — Abonnement op dagbladen en tijdschriften. (O. 1 October 1948.) Broodrantsoen. (O. 5 October 1948.) — Voorwaardelijke invrijheidstelling. (O. 14 October 1948.) — Afdeling voor vreemde oorlogsmisdadigers. Oprichting. (O. 15- October 1948.) — Overbrengingen. (O. 23 October 1948.).— Hulp aan ontslagen veroordeelden. (O. 26 October 1948.) — Overuren. (O. 27 October 1948.) — Tijdschriften. (O. 8 November 1948.) — Inventaris van het meubilair. (O. 10 November 1948.) — Aanneembaarheid van gedetineerde arbeiders. (O. 19 November 1948.) — Sociaal fonds. (O. 2 3 ' N o v e m ber 1948.) — Niet réglementaire kantien. Afschaffing. (O. 24 November 1948.) — Gebruik van tabak door de gedetineerden. (O. 25 Maart 1948.) — Begroting van het dienstjaar 1949. (O. 26 November 1948.) — Gedetineerden. Militairen. Militieplichtigen. (O. 27 November 1948.) — Pakje voor de gedetineerden verstrekt door de familie. (O. 29 November 1948.) •— Bestemming van de gemeenrechtelijke gedetineerden. Specialisatie. (O. 11 December 1948.) — Personeel. Toelating tôt roken. (O. 13 December 1948.) — Bestemming der lichaamszwakke gedetineerden. (O. 15 December 1948.) — Voedingsregime van de gedetineerden. — Uitdeling van brood. (O. 16 December 1948.) — Afhoudingen op de vergoedingen, ten bate van de Rijksdienst voor maatschappelijke zekerheid. (O. 17 December 1948.) — Voorwaardelijke invrijheidstelling. — Becijferingsbulletijn. (O. 21 December 1948.) — Hulp aan de familie van de gedetineerden. (O. 21 December 1948.) — Vrijlatingen. Uitgaansfonds. (O. 22 December 1948.) — Verantwoording van de uitgaven betreffende de kosten van vervoer per spoorweg en van verzending van briefwisseling. (O. 23 December 1948.) — Toepassing van de overdrachtstaxe en de weeldetaxe op de verrichtingen van aan- en verkoop, gedaan voor rekening van de sociale dienst en van de Welfare. (O. 24 December 1948.) — Opstellen van de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling. (O. 27 December 1948.) — Overplaatsing naar spéciale inrichtingen. (O. 28 December 1948.) — Uitvoering van gevangenisstraffen uitgesproken ten laste van militairen en dat zelfs ten opzichte van gedemobiliseerde militairen. (O. 29 December 1948.) — Beheer der gelden van de sociale dienst, Welfare, enz. Invoering van de warenrekening. (O. 30 December 1948.)
n H O V E N E N R E C H T B A N K E N . Reclitspleging bij de vredegerechten betreffende de aanvraag tôt betaling in kapitaal van de bijkomende vergoeding verschuldigd aan de politieke gevangenen of aan . hun rechthebbenden. (O. 28 April 1948.) — Aanhoudingen van- leden van de weerstand. (O. 25 Mei 1948.) — Verplaatsingskosten in gerechtszaken. (O. 2 Juni 1948.) — Vergoeding toegekend aan de leden van de Rijkswacht gehecht aan de bijzondere opsporingsdienst. (O. 2 September 1948.) — Kosten van vervoer van personen die in een strafinrichting zijn opgesloten. (O. 3 September 1948.)
Alphabétise» register.
277
H U 1 S H U U R . Ministerieel besluit houdende oprichting van een commissie voor de herziening van de uitzonderingsbepalingen in zake huishuur.' O. 18 September 1948.)
K I N D E R B E S C H E R M I N G . Vrijwillige toetreding "tôt het léger. (O. 13 September 1948.) — Het zenden van een jaarlijks individueel verslag over al de geplaatste minderjarigen. (O. 13 September 1948.) — Plaatsings- en loonsvoorwaarden van minderjarigen bij particulieren. (O. 30 September 1948.)
N
N A T I O N A L I T E I T E N . Omzendbrief betreffende het bewijs van nationaliteit dat van de uitgeweken of verplaatste personen die wensen te huwen wordt geëist. (O. 25 November 1948.) ' N O T A R I A A T . Overbrenging naar Landen van de standplaats van de heer Uléns, notaris te Lincent. (B. 19 October 1948.) — Overbrenging naar Gouvy van de, standplaats van de heer Urbin Choffray (L.), notaris te Houffalize. (B. 16 Juni 1948.) O O F F I C I Ë L E A K T E N . Gebruik van kogelpennen voor het opmaken van officiële akten. Verbod. (O. 11 October 1948.) > O V E R L I J D E N S . Wet van 20 Augustus 1948 betreffende de verklaringen van overlijden en van vermoedelijk overlijden, alsmede betreffende de overschrijving en de administratieve verbetering van sommige akten van overlijden. (O. 30 September 1948.) P PRIJS V A N H E T O N D E R H O U D P E R D A G . Vaststelling van de prijs van het onderhoud per dag van de gedetineerden der « andere categoriën » (gevangenissen en interneringscentra). (O. 26 April 1948.) — Prijs van het onderhoud per dag gedurende het jaar 1948 in de Rijksopvoedingsgestichten en in de openbare Rijksinstellingen voor minderjarigen. (B. 29 September 1948.)
R R E C H T B A N K E N V A N E E R S T E A A N L E G . Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk. Oprichting van een plaats van onderzoeksrechter. (B. 11 Juni 1948.) R E C H T B A N K E N V A N K O O P H A N D E L . Inlichtingen aan de referendarissen van de rechtbanken van koophandel betreffende de beschrijving der fabriek- of handeismerken in de akten van deponering op de griffie. (O. 19 Juni 1948.)
278
Aiphabetisch register.
R E C H T E R L I J K E I N R I C H T I N G . Oprichting van een commissie voor de herziening van de wets- en reglementsbepalingen op de rechteriijke inrichting. (B. 23 Januari 1948.) — Inrichting van de werkzaamheden der commissie voor de herziening van de wets- en reglementsbepalingen op de rechteriijke inrichting die bij het besluit van de Regent van 23 Januari 1948 werd ingesteld. <0. 20 Februari 1948.) — Besluit van de Regent tôt aanvulling van het besluit van de Regent van 23 Januari 1948 tôt oprichting van een commissie voor de herziening van de wets- en reglementsbepalingen op de rechteriijke inrichting. (B. 5 Mei 1948.) R E G L E M E N T O P H E T V E R V O E R . Vaststelling van overtredingen begaan door geleiders van rijtuigen . voorzien van een plaat van de bijzondere séries. (O. 11 October 1948.) S SOH'ElNKIiNGBN E N L E G A T E N . Kerkfabriek. Schenkingen. Vergunning van een bidbank ten voordele van andere personen dan de schenksters en hun familie. Niet aangenomen. (B. 27 Januari 1948.) — Seminarie (studiebeurzenstichting). Kerkfabriek. Verenigingen zonder winstoogmerken. Legaten. Verbod van vervreemding der onroerende goederen vermaakt aan verenigingen zonder winstoogmerken. Niet geschreven. Verbod van vervreemding aan onroerendegoederen vermaakt aan het seminarie. Eenvoudige wens. Voorschrift de inkomsten geheel aan te wenden tôt studiebeurzen. Niet geschreven. Verplichting te studeren in de seminaries van het bisdom Doornik. Niet geschreven. (B. 20 Februari 1948.) — Koloniale Hogeschool van Antwerpen. Provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen. Legaat. Overdracht. (fi. 26 April 1948.) — Seminarie (studiebeursstichting). Legaat. (B. 4 Mei 1948.) —. Kerkfabriek. Legaat. Onroerend goed dat als woongelegenheid voor koster en orgelspeler moet dienen. Eenvoudige wens. {B. 15 Juli 1948.) — Seminarie (studiebeurzenstichtingen). Katholieke Universiteit van Leuven. Kerkfabrieken. Verenigingen zonder winstoogmerken. Legaten. (B. 24 Juii 1948.) — Seminarie (studiebeurzeninrichting.) Legaat. Lening. (B. 17 Augustus 1948.) — Provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen. Vrije universiteit van-Brussel. Legaten. Verplichting voor de beursstudenten een bepaalde onderwijsinrichting te bezoeken. Niet aangenomen. (B. 16 October 1948.) — Geschonken of vermaakte onroerende goederen. Verbintenis en oplegging tôt vervreemding. <0. 18 October 1948.) — Giften onder levenden of bij testament ten behoeve van publiekrechterlijke rechtspersonen. In te dienen stukken. (O. 18 October 1948.) S T R A F R E G I S T E R . Strafregister. Uittreksels .uit het strafregister : wijziglng aan de formulieren. (O. 17 Februari 1948.) — Vragen om.uittreksels. Toezending van een inlichtingsbulletin. <0. 20 Juli 1948.) — Omzendbrief aan degemeentebesturen betreffende de uittreksels uit de gemeentelijke registers van veroordelingen, welke aan de openbare besturen dienen verstrekt. (O. 8 December 1948.) STUOJ E B E U R Z ENST1CH TANGEN. Stichting Errembau-lt du Maisnil et du Coutre (E.). Studiebeurzen. Machtiging. (B. 20 Februari 1948.) — Stichting Generaal en Mme Cabra. Studiebeurs. Machtiging. (B. 26 April 1948.) —
Alphabetisch register.
279
Stichting Borremans. Studiebeurs. Machtiging. (B. 4 Mei 1948.) — Stichting Sel. — Studiebeurzen. Machtiging. (B. 24 Juli 1948.) — Stichting Houtain. Studiebeurzen. Machtiging. (B. 17 Augustus 1948.) — Stichting 's Heeren {Louis). Studiebeurzen. Machtiging. (B. 16 October 1948.)
V V R E E M D E L I N G E N P O L I T I E . Afschaffing van het bewijs « Model C > en algemene onderrichtingen betreffende de vreemdelingenpolitie. (O. 4 Augustus 1948.) — Toepassing op de politieke vluchtelingen, die gehoren onder het mandaat van de internationale organisatie van de vluchtelingen van de omzendbrief van 4 Augustus 1948, waarbij het bewijs « model C » wordt afgeschaft en betreffende de algemene onderrichtingen in zake vreemdelingenpolitie. (O. 10 December 1948.)
W W E T B O E K V A N S T R A F R E C H T . Documentatie in zake verval van de bij artikel \23sexties van het Wetboek van Strafrecht voorziene rechten. Toepassing van de wet van 14 Juni 1948. (O. 23 September 1948.)