Ministerie van Financiën
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag
Directie FinancieelEconomische Zaken Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.n1 Inlichtingen dhr. drs. P.P.A. van den Heuij T 070-3427816
[email protected]
Datum 3 mei 2012 Betreft Business case
Ons kenmerk FEZ/ M Uw brief (kenmerk)
Bijlagen
L.s. Per 1 januari 2009 is de Basisregistratie WOZ (BR WOZ) in werking getreden. De BR WOZ maakt onderdeel uit van het stelsel van basisregistraties. De kern van het concept bestaat uit het bij elkaar brengen van gegevens die op landelijk niveau worden ontsloten met de verplichting voor afnemers die gegevens te gebruiken. Met het bestempelen van de WOZ als basisregistratie is de vraag naar voren gebracht of het realiseren van een landelijke Voorziening WOZ nuttig en noodzakelijk was. Om die bestuurlijke vraag te beantwoorden is in 2010 een Business Case (BC) opgesteld in opdracht van het ministerie van Financiën. Het opstellen van een BC geeft inzicht in de kosten en baten van de LV WOZ in een periode van 10 jaar en vormt hiermee een zakelijke afweging voor de realisatie van de Landelijke Voorziening. Op basis van de uitkomsten van de BC is in april 2011 in een bestuurlijk overleg afgesproken de Landelijke Voorziening LV WOZ te realiseren. De overweging om in die fase de BC niet openbaar te maken lag in het feit dat in de BC inschattingen zijn gemaakt van de noodzakelijke investeringen om de LV te realiseren en de structurele kosten voor exploitatie en beheer. Nu na een Europese aanbesteding de bouw van de LV is gegund en er afspraken zijn gemaakt om de LV in exploitatie en beheer te geven bij het Kadaster is er geen beletsel om aan partijen die functioneel zijn betrokken bij de LV WOZ de BC ter beschikking te stellen. Temeer omdat in de BC waardevolle informatie is opgenomen over de impact die de LV voor betrokken organisaties heeft. Nu er wordt gewerkt aan de realisatie van de LV en de voorbereidingen op het implementatietraject in 2013 een aanvang neemt, geeft het de betrokken organisaties een handvat om zich voor te bereiden. Bij deze doe ik u de BC LV WO to komen.
ri ndelijke groet,
dr van deuij g elege opdrachtgever LV WOZ
Pagina 1 van 1
Landelijke voorziening WOZ
Datum Status
14 december 2010 Eindversie
Landelijke voorziening WOZ
Colofon
Titel
Landelijke voorziening WOZ
Auteur(s)
Peter van den Heuij
Bijlage(n)
Inlichtingen
drs. P.P.A. van den Heuij T 070-3427816
[email protected]
Pagina 2 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Inhoud
1
Aanleiding .......................................................................... 5
2
Opdracht ............................................................................ 6
2.1
Interdepartementale stuurgroep WOZ
2.2
Managementsamenvatting
3
Toelichting Business Case in relatie tot een LV WOZ ........ 11
3.1
Wat is een Business Case
3.2
OEI Richtlijn 12
3.3
Toepassing LV WOZ 13
3.4
Onderzoeksvragen
3.5
Aanpak Business Case LV WOZ
4
Visie op de LV WOZ .......................................................... 16
4.1
Visie op het stelsel van basisregistraties
16
4.2
Wat is het stelsel van basisregistraties
16
4.3
Welke (functionele) eisen worden aan een LV gesteld
4.4
Technische eisen
5
Nadere uitwerking visie LV WOZ ...................................... 20
5.1
Huidige situatie
20
5.2
SOLL-situatie
20
6
Uitwerking Business Case ................................................ 25
6.1
Achtergrond 25
6.2
Inleiding
6.3
Gemeenten 27
6.4
Belastingdienst
30
6.5
Waterschappen
32
6.6
CBS 35
6
7
11
13 14
18
18
26
Pagina 3 van 62
Landelijke voorziening WOZ
6.7
Overige gebruikers 36
6.8
Wat zijn de investeringskosten van een LV WOZ?
6.9
Uitgangspunten Planning ontwikkeling en implementatie LV 37
6.10
Uitkomsten BC
7
Positionering LV WOZ....................................................... 45
7.1
Inleiding
7.2
Beoordeling van alternatieven
7.3
LV WOZ als onderdeel van Belastingdienst 46
7.4
LV WOZ als onderdeel van Stichting DataLand
7.5
LV WOZ als onderdeel van het Kadaster
7.6
LV WOZ als onderdeel van Logius
7.7
LV WOZ als onderdeel van de Waarderingskamer
7.8
Afwegingskader alternatieven
8
Bijlagen............................................................................ 54
8.1
Geïnterviewde personen
8.2
Bijlage 2 onderbouwing aannames nieuwe toetreders
8.3
Vragen Business Case
36
38
45 45
47
48
49 50
53
54 57
60
Pagina 4 van 62
Landelijke voorziening WOZ
1
Aanleiding
Per 1 januari 2009 is de Basisregistratie WOZ (BR WOZ) in werking getreden. De BR WOZ sluit aan bij het streven van de overheid om de WOZ-waarden voor meer doeleinden te kunnen gebruiken. De gemeenten zijn bronhouder van de WOZwaarden. Afgesproken is dat in beginsel een Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ) wenselijk is. Ten aanzien van de LV WOZ bestaat op een aantal aspecten een onvoldoende eenduidig beeld bij de belangrijkste spelers. Het gaat over bestuurlijke verantwoordelijkheid, samenhang met andere relevante ontwikkelingen, governance, functionele- en technische eisen, implementatieproblematiek en inzicht in de kosten en opbrengsten. Dat leidt tot aarzelingen om met het realiseren van de voorziening te starten. Reden om op korte termijn en binnen een relatief korte periode scherpte te krijgen in een gedeelde visie op een LV WOZ, nut en noodzaak van de LV WOZ, invulling te geven aan de bestuurlijke afspraken over eigenaarschap en governance ten aanzien van de landelijke organisatie, de eisen die aan de voorziening worden gesteld, de wijze en de termijn waarop dat kan worden gerealiseerd, de impact die het op de huidige processen heeft en de kosten en opbrengsten die samenhangen met een LV WOZ. Om besluitvorming over de verdere aanpak van de LV WOZ voor te bereiden is gekozen voor een projectmatige aanpak. Het ministerie van Financiën heeft toegezegd een projectleider te zullen zoeken. Die is gevonden in de persoon van Peter van den Heuij, die bij de directie Bedrijfsvoering van het ministerie van Financiën als programmamanager bovendepartementale trajecten heeft gedaan.
Pagina 5 van 62
Landelijke voorziening WOZ
2
Opdracht
Aan de uitwerking van de opdracht liggen de principes van de PRINCE 2 methode ten grondslag. In deze methode wordt een aantal processen onderscheiden waarbij de eerste de opstartfase van een project is. In die fase ligt het hoofdaccent op het onderzoek naar de vraag of het zakelijk verantwoord is om met het project te beginnen en met het inrichten van het managen van het project. Daarbij aansluitend is de opdracht aan de projectmanager om in overleg met de betrokken organisaties een (initiële) Business Case (BC) op te stellen. De op te stellen BC vormt de kernactiviteit en is het op te leveren product in de startfase van het project. Mede op basis van de BC wordt na besluitvorming in de projectbrief, met een projectdefinitie, een uitwerking van de aanpak en een rechtvaardiging, geformuleerd. De BC dient uiterlijk te zijn afgerond in december 2010. Bij de totstandkoming van de rapportage zal optimaal gebruik worden gemaakt van reeds ter beschikking staande informatie. De BC ligt ten grondslag aan de besluitvorming over de te nemen vervolgstappen. Naast een BC zal ook advies worden uitgebracht over de verdere aanpak. De genoemde termijn is haalbaar als blijkt dat over belangrijke uitgangspunten geen diepgaande verschillen van mening bestaan. 2.1 Interdepartementale stuurgroep WOZ Er is in 2009 een interdepartementale stuurgroep opgericht waarin naast de ministeries van Financiën, VROM en BZK tevens de Waarderingskamer, VNG en de Unie van Waterschappen zijn vertegenwoordigd. De stuurgroep wordt voorgezeten door Theo Poolen, lid van het Managementteam van het Directoraat-generaal Belastingdienst. Theo Poolen vervult, samen met Annette Dekkers, directeur Directe belastingen van het Directoraat-generaal Fiscale Zaken, de rol van (gemandateerd) opdrachtgever. Deze stuurgroep heeft een rol en verantwoordelijkheid zoals in de PRINCE 2 methodiek is beschreven. In de kern komt het erop neer dat de stuurgroep eindverantwoordelijk is voor het project/de opdracht en op bestuurlijk niveau de zakelijke belangen, de gebruikersbelangen en de leveranciersbelangen behartigt. De gebruikers en leveranciers zijn in de huidige samenstelling van de stuurgroep indirect betrokken. In vervolgfases kan de samenstelling van de stuurgroep daarop worden aangepast. De stuurgroep draagt zorg dat benodigde resources tijdig beschikbaar zijn. De projectmanager is verantwoordelijk voor het opleveren van de producten. Hij zorgt voor de dagelijkse leiding van het project. In deze fase is de projectopbouw beperkt tot de projectleider. De stuurgroep is zo samengesteld dat de belanghebbende partijen bij een LV WOZ betrokken zijn. Zoals in de opdracht is geformuleerd is het streven de BC uiterlijk in december af te ronden en aan de stuurgroep voor te leggen. De stuurgroep stelt ten aanzien van de BC vast of de afgesproken methode is gehanteerd, de uitgangspunten goed zijn geformuleerd, de BC cijfermatig correct is en - indien aan de orde - of verschillen van mening over voorgaande punten correct zijn geformuleerd. Ten aanzien van de weging die op basis van de BC dient te worden gemaakt over de LV WOZ, de bestuurlijke inbedding, het tempo waarin die kan worden gerealiseerd en de condities waaronder, brengt de stuurgroep advies uit. Over de wijze waarop de besluitvorming over de afgeronde BC wordt georganiseerd zal in de stuurgroep een nadere afspraak worden gemaakt.
Pagina 6 van 62
Landelijke voorziening WOZ
2.2
Managementsamenvatting
Aanleiding Per 1 januari 2009 is de Basisregistratie WOZ (BR WOZ) in werking getreden. De BR WOZ maakt onderdeel uit van het stelsel van basisregistraties. De kern van het concept bestaat uit bij elkaar brengen van gegevens die op landelijk niveau worden ontsloten met de verplichting voor afnemers die gegevens te gebruiken. Indien blijkt dat gegevens aantoonbaar niet juist zijn dient de partij die verantwoordelijk is voor de registratie de gegevens te corrigeren. Aan dat stelsel is een visie gekoppeld van hoe de moderne overheid zou moeten functioneren en zijn doelstellingen geformuleerd om die visie te concretiseren. Daarmee is op rijksniveau de stip op de horizon geformuleerd en is afgesproken dat het rijk naar de stip toewerkt. Opdracht Om besluitvorming over de verdere aanpak van de LV WOZ voor te bereiden is gekozen voor een projectmatige aanpak. Het opstellen van een BC geeft inzicht in de kosten en baten van het project op de langere termijn en vormt hiermee een zakelijke afweging voor de doorgang van het project. De BC is onderdeel van de pre-fase van het project. Dat product ligt nu voor. Context Een belangrijk onderwerp bij de start van een BC is de reikwijdte van het onderzoek. Dat geldt des te meer voor de vraag naar de effecten van een LV WOZ. De WOZ is immers één van de basisregistraties die tezamen met een tiental andere basisregistraties het stelsel van basisregistraties vormt. De belangrijkste principes die ten grondslag ligt aan het stelsel zijn; • Eenmalige aanlevering/verzamelen en meervoudig gebruik: burgers en bedrijven worden maar eenmaal verzocht gegevens aan te leveren en deze worden hergebruikt; • Kwaliteit: elke basisregistratie heeft een kwaliteitssysteem om er voor te zorgen dat de betreffende gegevens een zo hoog mogelijke kwaliteit hebben; • Interoperabiliteit: uitwisselbaarheid van gegevens en aansluiting op elkaars processen, eenduidige semantiek en samenwerkende infrastructuurcomponenten Het realiseren van het stelsel van basisregistraties uitgaande van deze principes leidt naar verwachting tot een kwalitatieve verbetering van de informatievoorziening, een toename van de doelmatigheid van de informatiehuishouding en een reductie van automatiseringskosten zowel wat betreft de ontwikkeling van systemen alsmede van exploitatie en beheer. In verschillende gesprekken onderschrijven gemeenten maar ook de grote afnemers de verwachting dat de kwaliteit van de gegevens sterk zal toenemen als eenmalig invoeren en meervoudig gebruik is gerealiseerd. Tevens wordt verwacht dat het stelsel van basisregistraties een sterk spin-off effect zal hebben op het verder harmoniseren en standaardiseren van gegevens uitwisseling en daarmee van het reduceren van complexiteit van geautomatiseerde systemen. De grote afnemers waaronder de Belastingdienst anticiperen op de overstap naar berichtenverkeer (belangrijk uitgangspunt van het stelsel van Basisregistraties). In deze context is een BC opgesteld voor de LV WOZ. Bij het opstellen van de BC is getracht zo scherp mogelijk de effecten van de LV sec in kaart te brengen. De kwalitatieve elementen vormen onderdeel van de BC maar zijn niet in geld uitgedrukt. Pagina 7 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Om de uitkomsten van de BC in perspectief te brengen is het belangrijk om de totale kosten van de WOZ te presenteren. De totale kosten bedragen ca € 175 mln per jaar. Uitkomsten Business Case (BC) De BC is in stappen gerealiseerd. Ecorys een organisatie die veel ervaring heeft met het opstellen van Business Cases is gevraagd de BC te begeleiden. De eerste stap betrof in overleg met Ecorys de vragen en toelichting op de vragen zo smart als mogelijk te formuleren. Vervolgens zijn gesprekken gevoerd met de grote gebruikers van de WOZ-waarden en de gemeenten die de WOZ-waarden bepalen, registreren en vervolgens beschikbaar stellen. Met de gesprekspartners is een zo’n goed mogelijke inschatting gemaakt hoeveel inspanningen gepaard gaan in de huidige situatie om genoemde gegevens beschikbaar te stellen c.q. te ontvangen en gereed te krijgen voor het eigen primaire proces. De huidige situatie is afgezet tegen de toekomstige situatie met een LV. Van belang is dat de uitkomsten van een BC bedoeld zijn om antwoord te geven op de vraag of in dit geval het realiseren van de LV zakelijk wordt gerechtvaardigd. Met gevoeligheidsanalyses wordt beoordeeld wat de impact is op de uitkomst van de BC indien aannames wijzigen(op het punt van opbrengsten en kosten). Op die wijze kan worden aangetoond of een BC robuust is. Een BC blijft gedurende de verdere voortgang van het project het instrument om te beoordelen wat wijzigingen in geraamde kosten en/of opbrengsten voor een impact hebben op de BC. Op die wijze blijft bij belangrijke beslissingen (bijv. moment van aanbesteding) de BC een referentiekader. Op basis van de geleverde informatie is de BC positief. Uitgaande van een looptijd van 10 jaar (2011-2020), het prijspeil van 2010 en een discontovoet van 2,5% is de netto contante waarde 24 mln. Tegenover de kosten voor het opzetten en exploiteren van een LV WOZ (€ 12 mln) staan baten (wegvallende kosten van € 36 mln) die deze kosten ruimschoots overtreffen.
Figuur 1 Netto Contante Waarde (in mln euro’s, 2011-2020)
40 30 20 10 0 NCW
-10 -20 Kosten
Baten
Saldo
Pagina 8 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Bij het opstellen van de BC bleek de behoefte een helder onderscheid te maken tussen de effecten van de LV op de bestaande processen van informatie-uitwisseling en de effecten van de LV op het (toekomstig) verwachte beslag in tijd dat nieuwe toetreders zoals notariaat, banken en verzekeraars zouden hebben op gemeenten. De komst van de LV WOZ levert direct een baat op bij gemeenten, waterschappen en de Belastingdienst. Toekomstige baten worden gerealiseerd door het wegvallen van bevragingen en zijn vooral zichtbaar bij de gemeenten, het notariaat en financiële instellingen. Ook als alleen wordt gekeken naar de effecten van de LV op de bestaande informatie-uitwisseling voor de klassieke gebruikers blijft de BC positief (€ 18 mln opbrengst versus € 12 mln kosten). Bij het opstellen van de BC is ook gesproken over de omvang van de ondersteuning in fte’s bij de LV. Ten aanzien van de functionele eisen van de LV kan een onderscheid worden gemaakt wat minimaal moet en wat op termijn wenselijk is. In de Stuurgroep is aangegeven dan de LV lean en mean moet zijn. Dat is vertaald dat op het niveau van de LV het technisch beheer van de centrale applicatie (inclusief helpdesk op technisch gebied; ‘hij doet het niet’) is belegd. Functioneel Beheer en overige functies (vragen op inhoudelijk gebied, kwaliteitsbewaking) worden niet bij de LV belegd. Dat leidt tot een geraamde bezetting van ca 5 fte’s. In de gevoeligheidsanalyse is in beeld gebracht wat een hoger aantal van 8 betekent voor de uitkomst van de BC. Bij het opstellen van een BC is een aantal overige gevoeligheidsanalyses uitgevoerd om de robuustheid en betrouwbaarheid van de uitkomsten te verhogen. Zo is o.a gekeken naar het effect van vertraging, van dubbele investeringskosten dan geraamd van het zich niet voordoen van effecten van nieuwe toetreders. Het geeft meer inzicht in de doorwerking van kosten en baten en biedt handvatten voor de finale check of alle kosten en baten die optreden zijn meegenomen. De uitkomsten van de gevoeligheidsanalyse laten zien dat de BC robuust is. De vaststelling van een (positieve) BC impliceert dat de zakelijke rechtvaardiging van het realiseren van een LV WOZ wordt onderschreven. Vervolgens zal nadere uitwerking moeten plaatsvinden (vaak in de vorm van een project of programma). In De BC zijn onzekerheden verwoord en risico’s benoemd. In het vervolgtraject blijft de BC als referentie gebruikt worden bij belangrijke beslissingen.
Conclusie Ecorys Ecorys heeft de business case gevalideerd. Hierbij is gekeken naar de gebruikte methodiek, de procesgang en de plausibiliteit van aannames en resultaten. De business case is uitgevoerd conform de daarvoor geëigende methodieken (Prince2, OEI-leidraad). Het proces voor het inschatten van de kosten en baten is op een juiste manier verlopen. Project en nulalternatief zijn helder afgebakend. Er is door de opsteller gebruik gemaakt van diepte interviews, waarvan de uitkomsten zijn teruggekoppeld met de betrokken instanties. De aannames zijn gebaseerd op de interviews en relevante bronnen (eerder opgestelde business
Pagina 9 van 62
Landelijke voorziening WOZ
cases) en lijken reëel. Enkele aannames zijn gedurende het proces aangepast op basis van terugkoppeling. De kosten en baten opgenomen in deze businesscase zijn volgens Ecorys plausibel. Met de uitvoering van de gevoeligheidsanalyse zijn de uitkomsten van de businesscase getoetst op robuustheid. Het blijkt dat de business case ook bij het hogere kosten of mindere baten nog steeds positief is. Samenvattend, concludeert Ecorys dat er hiermee een robuuste business case is uitgevoerd. Na vaststelling van de BC in de Stuurgroep zal besluitvorming noodzakelijk zijn op bestuurlijk niveau inzake de realisatie van de LV WOZ.
Pagina 10 van 62
Landelijke voorziening WOZ
3
Toelichting Business Case in relatie tot een LV WOZ
3.1 Wat is een Business Case Een BC dient ter legitimatie van het project en het creëren van commitment van alle betrokken partijen, vertegenwoordigd in de stuurgroep. Een BC beschrijft de rechtvaardiging van het project, gebaseerd op verwachte opbrengsten, kosten en de risico’s voor deelnemende partijen. Hij voorziet in een initiële uitwerking van verschillende opties en hij stuurt het beslissingsproces. Ook wordt een BC gebruikt om de voortgang in de resultaten en de organisatorische (bedrijfs)doelstellingen af te stemmen. Wanneer in een BC ook maatschappelijke effecten worden betrokken spreekt men van een kosten-baten analyse (KBA). Een KBA bestaat uit een aantal onderdelen. Deze onderdelen zijn beschreven in de door het kabinet geaccordeerde leidraad Onderzoek, Effecten en Infrastructuurwerken (leidraad OEI). Schema 1 geeft een overzicht van de onderdelen van de economische projectevaluatie conform genoemde leidraad. Het schema bestaat uit vier lagen.
De eerste laag (I) geeft de scope van het onderzoek weer. Het onderzoek richt zich op de techniek, de processen en mens en organisatie. De tweede laag (II) richt zich op het project (Soll), de huidige situatie (Ist) en het transitiepad om van Ist naar Soll te komen.
Pagina 11 van 62
Landelijke voorziening WOZ
De derde laag (III) geeft de kosten van de huidige situatie en de toekomstige situatie weer. Het verschil geeft de extra kosten of de kostenbesparing t.o.v. de huidige situatie weer. De kosten worden aan de hand van benchmarkgegevens getoetst op validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid. De uitkomsten zijn de directe financiële effecten. Dit wordt ook wel de BC genoemd, omdat alleen gekeken wordt naar de gevolgen voor de deelnemende partijen. In laag vier (IV) wordt ook gekeken naar de maatschappelijke effecten van de investeringen. De maatschappelijke effecten kunnen onderverdeeld worden naar indirecte en externe effecten. De indirecte effecten geven de doorwerking van de directe financiële effecten voor de rest van de economie weer. Hierbij kan gedacht worden aan extra banen die door uitbesteding van het beheer kan plaatsvinden. De externe effecten zijn effecten op derden die niet direct betrokken zijn bij de investeringsbeslissingen maar wel de positieve of negatieve effecten ervan ondervinden. Wanneer in het onderzoek (ook) aandacht is voor de directe, indirecte en externe effecten, dan wordt in de leidraad OEI gesproken over een kosten-batenanalyse. 3.2 OEI Richtlijn De OEI richtlijn heeft betrekking op de te hanteren uitgangspunten bij het berekenen van de effecten van een casus. In onderstaand schema zijn die uitgangspunten verwoord. Naast de uitkomsten van de netto-contante waarde methode hebben opdrachtgevers veelal behoefte aan een overzicht van de investeringskosten en de wijze waarop die worden gefinancierd. Uitgangspunten Alle kasstromen worden contant gemaakt (ook wel netto contante waarde berekening genoemd) Discontovoet bij netto contante waarde berekening Geen inflatie Geen BTW Onderscheid maken tussen eenmalige (investerings)kosten en structurele beheerkosten Onderscheid maken tussen eenmalige opbrengsten en structurele opbrengsten De voorgeschreven looptijd is oneindig, echter voor ICT-projecten met een veranderopgave kan hiervan beargumenteerd worden afgeweken. Looptijd van investeringen (ICT) afhankelijk van technisch/economische levensduur Looptijd van opbrengsten (Mens en Organisatie) afhankelijk van wachtgeldregeling en/of blijvend impact op de organisatie (veelal 30 jaar).
Toelichting Terugrekenen van de in de tijd verspreide kosten en opbrengsten naar prijzen van nu (basisjaar) 5,5% Alle bedragen in reële termen Geen effect op de welvaart Life cycle benadering: goed inzicht krijgen in de initiële investering en meerjarige beheerlasten Zicht op eenmalige en structurele impact van het project Leidraad OEI is geschreven voor infrastructuurprojecten. De looptijden van infrastructuurprojecten is niet gelijk aan looptijd van ICT-projecten met verandercomponent. Duidelijk beargumenteren waarom gekozen voor bepaalde looptijd Duidelijk beargumenteren waarom gekozen voor bepaalde looptijd
Pagina 12 van 62
Landelijke voorziening WOZ
3.3 Toepassing LV WOZ Voor de LV WOZ ligt het in de rede een business case op te stellen. Een BC is een zakelijk plan voor een ontwikkeling (c.q. veranderopgave) die de instemming heeft van alle betrokken partijen. Een BC richt zich primair op de effecten die deelnemende partijen zullen ervaren. Daartoe moet worden geanalyseerd welke financiële effecten er met het project als geheel en bij de afzonderlijke partijen zijn gemoeid. De BC moet inzicht geven in de financiële haalbaarheid (kosten, opbrengsten, fasering, etc.) en de risico’s. Verder dient de BC inzicht te geven aan de betrokken (of te betrekken) partijen in bijvoorbeeld de mogelijkheden voor samenwerking en/of verevening. Een aantal maatschappelijke effecten wordt in het onderzoek meegenomen. Dat heeft te maken met het feit dat vanaf 01-01-2010 er een aantal nieuwe toetreders zijn die gebruik mogen maken van de WOZ-waarden. De aard van de vraagstelling zoals door organisaties eerder naar voren is gebracht ten aanzien van de LV WOZ sluit aan bij het karakter van het instrument van de BC. 3.4 Onderzoeksvragen Op welke vragen moet de BC antwoord geven om tot een afgewogen beslissing te komen. 3.4.1
Voorliggende vragen Wat is de visie op een LV WOZ? Wat wil je bereiken met een LV WOZ (wat is de gewenste soll-situatie)? Wat is het maatschappelijk nut van een LV WOZ? Wat moet de bestuurlijke architectuur/visie op besturing zijn (centraal/decentraal beheer)? Wie is eigenaar, opdrachtgever, klant.
3.4.2
LV als organisatie Is het een fysieke organisatie of een virtuele? Dienstverleningsconcept (welke producten levert de LV en op welke wijze) Op welke wijze wordt verzekerd dat dienstverleningsconcept aansluit (en blijft aansluiten) bij de eisen die afnemers stellen Regelen exploitatie en beheer Huisvesting? Wat voor soort gebruik wil je maken van een LV WOZ (wensen afnemers)?
3.4.3
Functionele eisen/ Techniek Welke techniek wil je gebruiken: ‘state of the art’ stelselvoorzieningen met als uitgangspunt: re-use before buy before build? Is het wenselijk een nieuwe LV WOZ te bouwen of kan gebruik worden gemaakt van bestaande applicaties? Gebruikmaken van bestaande standaarden omtrent e-overheid; Wat wordt de verhouding van een LV WOZ t.o.v. andere basisregistraties (bijv. de BAG)? Hoe wordt de identificatie en autorisatie van afnemers die de WOZ-waarde opvragen vormgegeven? Wie krijgt toegang tot de LV WOZ? (de klassieke afnemers en nieuwe afnemers bestuursorganen (notariaat) of niet (banken en verzekeraars)? Wordt een LV WOZ ook toegankelijk voor individuele burgers? Hoe wordt toegang tot de LV WOZ geregeld, direct of uitsluitend via de generieke voorzieningen van het stelsel?
Pagina 13 van 62
Landelijke voorziening WOZ
-
Speelt de LV WOZ ook een rol bij het informeren van individuele belanghebbende (of blijft dit een rol van de afzonderlijke gemeenten)?
3.4.4
Implementatie Wat is bij ieder van de betrokken partijen technisch nodig om aan te sluiten op een LV WOZ? Wat is bij ieder van de betrokken partijen organisatorisch nodig om aan te sluiten op een LV WOZ
3.4.5
Kosten/Baten Wat zijn de te verwachten kosten en baten bij gemeenten, alle afnemers afzonderlijk, LV als geheel? Wat is de doelmatigheidswinst van een LV WOZ? Wat zijn bij ieder van de betrokken partijen de financiële consequenties van aansluiten op een LV WOZ? Wat zijn de afzonderlijke aansluitkosten per afnemer? Volgens de huidige afspraken worden deze kosten gedragen door de afnemers. 3.5
Aanpak Business Case LV WOZ
Kern van de methode van de BC is dat de Ist en Soll situatie in beeld wordt gebracht op het niveau van Processen, Techniek en Mens en Organisatie. In het geval van de LV WOZ hebben we te maken met een complexere context dan het perspectief van een verandering in één organisatie. De complexiteit hangt samen met een aantal aspecten. Bij de LV WOZ is sprake van een aantal afnemers dat uiteenlopende eisen stelt aan de LV, groot in aantal is en op rijksniveau- en op decentraal niveau opereert. We hebben met de BC niet de ambitie voor alle partijen, alle effecten in beeld te krijgen. In de aanpak wordt een onderscheid gemaakt in organisaties die de WOZ en de daaraan voor hun relevante overige gegevens gebruiken voor hun primaire proces dat getypeerd wordt door een bulkproces. Voor die organisaties kunnen we de Ist en Soll op hoofdlijnen in beeld brengen op de aspecten Proces, Techniek en M&O. Ten aanzien van de overige gebruikers (individuen, banken, verzekeringsmaatschappijen en notarissen) gebruiken we aannames en/of benchmarkgegevens.
Pagina 14 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Vanwege het grote aantal gemeenten en waterschappen en de daarbinnen bestaande diversiteit zullen we voor die categorie (gedeeltelijk) werken met aannames. Deze aannames worden getoetst door met een aantal gemeenten, waterschappen, de VNG, de Unie van Waterschappen en het Waterschapshuis hier naar te kijken. In de volgende hoofdstukken zullen successievelijk de onderwerpen aan bod komen zoals bij de onderzoeksvragen zijn gecategoriseerd, te weten: Voorliggende vragen waaronder de visie op de LV. Hoofdstuk 4 paragraaf 4.1 Visie op het stelsel van basisregistraties in combinatie met Hoofdstuk 5 Nadere uitwerking Visie op de LV WOZ; LV als organisatie waaronder functionele eisen en techniek (hoofdstuk 4, paragraaf 4.3 en 4.4 Welke (functionele en technische) eisen worden aan een LV gesteld Kosten/Baten: Wat zijn de te verwachten kosten en baten bij leveranciers en afnemers afzonderlijk en bij de LV als geheel (hoofdstuk 6 paragraaf 6.8 Uitkomsten BC); Positionering van de LV (hoofdstuk 7).
Pagina 15 van 62
Landelijke voorziening WOZ
4
Visie op de LV WOZ
In de afgelopen jaren zijn ten aanzien van de informatie-uitwisseling op het terrein van de WOZ belangrijke stappen gezet in termen van kwaliteit en de frequentie van herwaardering. De organisaties die gebruik maken van de WOZ-waarden worden naar tevredenheid bediend. De belangrijkste prikkel voor een LV is dat door verbreding van de groep afnemers, gemeenten worden geconfronteerd met een toename van de vraag naar WOZ-waarden. In andere projecten is dikwijls de notie dat er een probleem is en wat er moet gebeuren om het probleem te ondervangen de “drive “ om iets te doen. Die lijkt op het WOZ-terrein te ontbreken. Op een hoger niveau hebben we te maken met het stelsel van basisregistraties, waaronder ook een basisregistratie waarde onroerende zaken (BR WOZ). Aan dat stelsel is een visie gekoppeld van hoe de moderne overheid zou moeten functioneren en zijn doelstellingen geformuleerd om die visie te concretiseren. Daarmee is op rijksniveau de stip op de horizon geformuleerd en is afgesproken dat het rijk naar de stip toewerkt. 4.1 Visie op het stelsel van basisregistraties Bij een moderne informatiesamenleving hoort een goed functionerend openbaar bestuur waar burgers op kunnen vertrouwen. De overheidsdienstverlening dient daarbij van hoge kwaliteit te zijn met lage administratieve lasten voor burgers, bedrijven en overheden. Een belangrijke hoeksteen van de informatievoorziening die daarvoor nodig is, wordt gevormd door het stelsel van basisregistraties dat sinds de jaren ’90 in ontwikkeling is. Het stelsel van basisregistraties is een bestuursinstrument om de overheidsinformatievoorziening te verbeteren en bestuurlijke- en politieke doelstellingen te bereiken. Deze kunnen als volgt worden samengevat; • Het verbeteren van de overheidsdienstverlening aan burgers en bedrijven door eenmalig inwinnen/verzamelen en meervoudig gebruiken van informatie, bewaking van de kwaliteit, de mogelijkheid van terugmelding/correctie en borging; • Het verlagen van de administratieve lasten (o.a. eenmalig opvragen van gegevens) voor burgers, bedrijven en overheden; • Het vergroten van transparantie voor de burger; • Het verbeteren van fraudebestrijding, handhaving en toezicht; • Het realiseren van een kwalitatief hoogwaardige informatiehuishouding zoals dat van een moderne overheid verwacht mag worden; • Efficiëntere besteding van gemeenschapsgelden; • Goede bepaling, uitvoering en evaluatie van overheidsbeleid en afname van bestuurlijke drukte. 4.2 Wat is het stelsel van basisregistraties De basisregistraties hebben betrekking op de voor het handelen van de overheid belangrijkste subjecten, objecten en de relaties daartussen. Tezamen vormen zij het stelsel van basisregistraties. Het stelsel van basisregistraties wordt gevormd door authentieke gegevens over personen, bedrijven, adressen, verblijfobjecten en hun ligging (percelen en topografie), voertuigen, lonen, arbeid- en uitkeringsverhoudingen, inkomens, ondergrond, en de waarde van onroerende zaken.
Pagina 16 van 62
Landelijke voorziening WOZ
De toegevoegde waarde van het stelsel ligt niet alleen in de gegevensverzamelingen (basisregistraties) zelf, maar vooral ook in hun onderlinge samenhang, relaties, koppelingen en afspraken op het niveau van het stelsel als geheel. Het stelsel kent een aantal gemeenschappelijke voorzieningen ten behoeve van: • Gegevensuitwisseling, zoals “Digikoppeling”2, de standaard voor gegevensuitwisseling tussen basisregistraties onderling en met afnemers; • Terugmelding, “Digimelding”3 die afnemers in staat stelt via één voorziening richting alle basisregistraties fouten terug te melden, dit om de kwaliteit te verhogen; • Ontsluiting en gebruik, hiervoor is de Gemeenschappelijke Ontsluiting van Basisregistraties (GOB), een verzameling diensten en voorzieningen ten behoeve van afnemers voor het ontsluiten en gebruiken van gegevens in basisregistraties. De belangrijkste hiervan is de zogenaamde abonnementenvoorziening, “Digilevering”. Leidende principes Er is een aantal leidende principes met betrekking tot het stelsel van basisregistraties dat het stelsel meer maakt dan de som der delen: • Eenmalige aanlevering/verzamelen en meervoudig gebruik: burgers en bedrijven worden maar eenmaal verzocht gegevens aan te leveren en deze worden hergebruikt. Daarnaast worden gegevens door de overheid maar één keer in het veld verzameld en meervoudig gebruikt; • Verplicht gebruik: authentieke gegevens moeten verplicht door iedere overheidsinstantie worden gebruikt; • Terugmeldplicht: indien een afnemer een fout ontdekt dan mag hij afwijken van het authentieke gegeven in de basisregistratie, maar dan moet hij dit terugmelden aan de basisregistratie; • Onderzoeksplicht: de basisregistratie heeft als plicht het teruggemelde gegeven te onderzoeken, de afnemer heeft de plicht het uiteindelijke resultaat van het onderzoek te gebruiken; • Kwaliteit: elke basisregistratie heeft een kwaliteitssysteem om er voor te zorgen dat de betreffende gegevens een zo hoog mogelijke kwaliteit hebben.; • Interoperabiliteit: uitwisselbaarheid van gegevens en aansluiting op elkaars processen, eenduidige semantiek en samenwerkende infrastructuurcomponenten. Elke basisregistratie kent zijn basis in wetgeving waarin deze principes zijn vastgelegd. Het streven is, waar mogelijk, de wezenlijke stelselafspraken in wet- en regelgeving te verankeren. Om standaardisatie te bevorderen en eenduidige afspraken over architectuur en technologie te maken is het stelsel van basisregistraties verankerd in de Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA). Bestuurlijke uitgangspunten • Alle gegevens in de basisregistraties zijn online, “24 x 7”, voor iedereen beschikbaar, vindbaar en herbruikbaar. Dit geldt zowel voor afnemers in de zin van organisaties, instellingen en bedrijven als voor de individuele burger. De marginale kosten van het digitale gebruik van basisregistraties binnen de overheid worden verdeeld tussen de verschillende overheidspartijen. Daarbij wordt geen enkel bestuursorgaan uitgezonderd.
Pagina 17 van 62
Landelijke voorziening WOZ
•
•
•
• • •
Voor eindgebruikers binnen de overheid zijn er geen drempels of belemmeringen voor gebruik in de zin van tarifering, andere financiële drempels, auteursrechten of databanken rechten. Voor bestuursorganen gelden altijd dezelfde omstandigheden en uitgangspunten. Voor niet overheidsgebruikers wordt maximaal een vergoeding verlangd op basis van marginale verstrekkingkosten. Alleen bij specifiek maatwerk kunnen aanvullende meerkosten in rekening worden gebracht. Elke basisregistratie heeft zijn eigen realisatieplanning waarin rekening wordt gehouden met de noodzakelijke aansluiting op de andere onderdelen van het stelsel. Voor de afnemer/eindgebruiker is er maar één basisregistratie, er is geen onderscheid in een landelijke voorziening of andere technische voorzieningen omtrent de betreffende basisregistratie of afname bij de registerhouder zelf. Aanvullende afspraken op geldende wet- en regelgeving worden vastgelegd in het voor iedereen toegankelijke en vindbare stelselhandboek. De uitgangspunten van het actieplan Nederland Open In Verbinding zijn onverkort van toepassing. De regie en coördinatie op het stelsel van basisregistraties is de verantwoordelijkheid van het ministerie van BZK.
4.3 Welke (functionele) eisen worden aan een LV gesteld Ten aanzien van de functionele eisen kan een onderscheid worden gemaakt tussen wat minimaal moet en wat op termijn wenselijk is. Van belang is om van partijen te horen hoe zij in de startfase tegen een LV aankijken en of zij verdergaande ambities op de langere termijn hebben. •
Opslag van de gegevens binnen de reikwijdte van de doelstelling van de LV WOZ; • Ontsluiten van de gegevens voor de op basis van de wettelijke regelgeving WOZ onderkende organen of personen (inclusief autorisatiedeel); • Het technisch beheer van de centrale applicatie (inclusief helpdesk op technisch gebied; ‘hij doet het niet’); • Rapportages; • Administratie. De overige functies (vragen op inhoudelijk gebied, kwaliteitsbewaking, functioneel beheer) worden niet bij de LV belegd. 4.4 Technische eisen De LV WOZ maakt onderdeel uit van het stelsels van basisregistraties en maakt gebruik c.q. zal gebruik gaan maken van de generieke elementen Digikoppeling, Digimelding en Digilevering (abonnementsservice). Daarmee moet het concept van de basisregistraties worden ondersteund (gegevens zijn beschikbaar en worden ontsloten op landelijk niveau met de verplichting voor afnemers die gegevens te gebruiken. Indien blijkt dat gegevens aantoonbaar niet juist zijn dient de partij die verantwoordelijk is voor de registratie de gegevens te corrigeren. Autorisatie is idealiter op het niveau van het stelsel van basisregistraties. Dat is een groeimodel. Betekent dat in de startfase autorisaties ingeregeld worden door de LV WOZ. Gegevens in de LV WOZ beperken zich niet tot de authentieke WOZ gegevens maar worden aangevuld met die gegevens die de grote afnemers nodig hebben (mix van objectgegevens, subjectgegevens en kadastrale gegevens). Op technisch niveau is controle nodig op de kwaliteit van gegevens (volledigheid, technisch te verwerken). Pagina 18 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Op termijn zullen aanvullende gegevens buiten de authentieke WOZ gegevens rechtstreeks uit de aanpalende basisregistraties worden gehaald. Dat impliceert dat de informatieomvang binnen de LV WOZ op termijn zal worden ingeperkt. Grote afnemers hebben aangegeven dat het niet acceptabel is informatie via twee stromen te ontvangen (via LV en rechtstreeks van gemeenten). Technisch wordt de mogelijkheid voorzien om de informatie van de LV WOZ te vertalen naar de “oude techniek”. Pas als LV WOZ dekkend is wordt oude techniek uitgefaseerd. Het systeem bevat niet een mechaniek om een prijs in rekening te kunnen brengen voor individuele bevraging. In de BC wordt beoordeeld hoeveel een dergelijke voorziening kost en wat het oplevert. Het te bouwen systeem moet toekomstvast zijn en flexibel.
Pagina 19 van 62
Landelijke voorziening WOZ
5
Nadere uitwerking visie LV WOZ
5.1 Huidige situatie In het onderstaande plaatje is schematisch aangegeven op welke wijze de informatiestroom is georganiseerd. De vraagstelling (zie bijlage 2) is gericht om op aspecten van Mens & Organisatie, proces en techniek de Ist situatie te kunnen kwantificeren. In essentie komt de Ist situatie er op neer dat elke gemeente zelf elke afnemer van gegevens voorziet en dat elke afnemer met elk van de voor hem relevante gemeenten een leveringsrelatie onderhoudt.
Ist-situatie Doelgroepen
Informatiestroom
Belastingdienst
Gemeente A Gemeente B Gemeente X
Waterschappen
in bulk CBS
430 gemeenten Waarderen Verzekeringsmij Registeren Notarissen
Individuele bevraging
Ontsluiten
Individu Gemeente
5.2 SOLL-situatie In de Soll-situatie gaan alle gemeenten de gegevens aanleveren aan een LV WOZ. Deze landelijke voorziening bevat de WOZ-gegevens van alle gemeenten. Afnemers verkrijgen de voor hen relevante gegevens uit de LV WOZ. Daarmee wordt het aantal leveringsrelaties sterk beperkt. De wijze waarop gegevensuitwisseling is georganiseerd wordt daarmee onder andere gelijk getrokken met de wijze waarop dat bij de andere basisregistraties eveneens gebruikelijk is of wordt (levering via een centraal punt). Met de introductie van de LV WOZ wordt op het terrein van de WOZ het concept van de basisregistraties gerealiseerd. De belangrijkste wijziging ontstaat doordat gegevens op landelijk niveau bijeen worden gebracht en daar voor afnemers worden ontsloten. Dat betekent een belangrijke vereenvoudiging voor afnemers. Omdat de WOZ onderdeel is van het stelsel van basisregistraties wordt op termijn niet alleen efficiency bereikt maar wordt ook een kwalitatieve verbetering van het gehele informatie stelsel bereikt. Voorafgaand aan de introductie van de LV WOZ verandert ook de wijze waarop informatie wordt gewisseld. Overgestapt wordt van uitwisseling van bestanden naar berichtenverkeer.
Pagina 20 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Soll-situatie
Doelgroepen
Informatiestroom o.b.v. berichtenverkeer
Landelijke Voorziening
Waarderen Registreren
Gemeente B
Waarderen Registreren
Gemeente C
Waarderen Registreren
.
Belastingdienst Waterschappen
Gemeente A
.
Waterschapshuis
CBS
.
Verzekeringsmij Notarissen Gemeente
Individuele bevraging
. ontsluiten
430 Gemeenten
Waarderen Registreren
Individu
De LV WOZ omvat uiteraard de gegevens voor de BR WOZ. Daarnaast bevat de huidige (Stuf-WOZ) gegevenslevering aan de afnemers gegevens die niet als onderdeel van de BR WOZ zijn aangewezen, bijvoorbeeld de indicatie in welk waterschap een WOZ-object ligt, of de meegetaxeerde oppervlakte gebouwd. Met de LV WOZ worden de voor de BR WOZ relevante relaties met andere basisregistraties (BAG, GBA, NHR, Kadaster etc.) landelijk op een centraal punt bijeen gebracht en van daaruit aan de afnemers geleverd. Het is de bedoeling dat de volledige WOZgegevenslevering van de gemeenten aan de afnemers via de LV WOZ gaat lopen. De "Catalogus WOZ-gegevens voor afnemers" fungeert daarmee als de inhoudelijke basis voor de verdere ontwikkeling van de systemen benodigd voor het leveren en ontvangen van WOZ-gegevens door gemeenten en afnemers. De definities in de catalogus maken helder welke gegevens gemeenten moeten aanleveren aan deze landelijke voorziening en welke gegevens afnemers krijgen van (of kunnen ophalen bij) de LV WOZ. 5.2.1
Proces De gemeenten zijn bronhouder van de WOZ-gegevens binnen de desbetreffende gemeente. De bronhouders zijn verantwoordelijk voor de opname van de gegevens in de centrale registratie en voor de kwaliteit daarvan. De LV WOZ neemt de gegevens af van de gemeente die de wettelijke verplichting heeft om de gegevens aan te leveren. De LV WOZ is het landelijke distributiepunt waar afnemers deze WOZ-gegevens kunnen verkrijgen. Indien afnemers constateren dat gegevens niet juist zijn, vindt terugmelding plaats naar de bronhouder die terugmelding onderzoekt.
Pagina 21 van 62
Landelijke voorziening WOZ
5.2.2
Welke informatie levert de Landelijke Voorziening De LV WOZ omvat zowel de gegevens gedefinieerd in de Catalogus Basisregistratie WOZ als de gegevens gedefinieerd in de Catalogus WOZ-gegevens voor afnemers. Deze catalogi en daarmee de LV WOZ omvatten daarmee ook authentieke gegevens uit andere basisregistraties, voor zover van belang voor de WOZ. Zo is het woonadres van een belanghebbende bij een WOZ-object, dat primair wordt vastgelegd in de GBA, overgenomen in de LV WOZ. De grote afnemers hebben ten behoeve van hun primaire proces immers niet alleen behoefte aan WOZ-gegevens maar combineren dat met andere gegevens uit andere basisregistraties. Achterliggende reden is dat er in de WOZ relaties worden gelegd tussen objecten, subjecten en veelal kadastrale gegevens. Dat geldt voor de Belastingdienst, de Waterschappen, het CBS maar ook voor de gemeenten zelf. Daarbij is het mogelijk dat ten behoeve van het primaire proces van genoemde organisaties aanvullende informatie (niet zijnde authentieke gegevens uit een van de basisregistraties) nodig is. Ook die zijn opgenomen in de catalogus. Gemeenten hebben voor het bepalen van de WOZ-waarde en voor het gebruik van de WOZ-waarde voor het heffen van onroerende-zaakbelastingen veel aanvullende gegevens nodig. In het algemeen zal een gemeente deze (aanvullende) WOZgegevens binnengemeentelijk afnemen en niet via de LV WOZ. Toch zijn enkele van deze extra gegevens ("Heffingsmaatstaf OZB" en "Heffingsmaatstaf OZB gebruiker") wel in deze catalogus gedefinieerd. Deze gegevens zijn nodig voor het CBS om de belastingcapaciteit te bepalen die gebruikt worden voor het berekenen van de uitkering die een gemeente uit het gemeentefonds.
5.2.3
Techniek van gegevensuitwisseling De huidige gegevensuitwisseling tussen grote afnemers en de individuele gemeenten vindt plaats d.m.v. bestandenuitwisseling. Vanaf 1 april 2011 mogen deze bestanden uitsluitend langs elektronische weg worden verzonden. Tot deze datum is ook verzenden op fysieke media (CD's) toegestaan. De uitwisseling van gegevens tussen de decentrale registraties van gemeenten en afnemers en de LV WOZ gaat plaats vinden op basis van berichtenverkeer. De wijze waarop deze gegevensuitwisseling gebaseerd op XML-berichtenverkeer, conform de StUF standaard, moet worden ingericht, is vastgelegd in het Sectormodel WOZ als onderdeel van de genoemde StUF-standaard. De Catalogus WOZ-gegevens voor afnemers is daarmee afgestemd op de uitgangspunten van de StUF standaard versie 03.01 en StUF bg versie 03.10. Het Sectormodel WOZ wordt daarom ook aangeduid als StUF woz 03.11.
5.2.4
Welke diensten worden door de Landelijke Voorziening geleverd Als uitgangspunt voor de bouw van de LV WOZ worden de volgende diensten voor de Belastingdienst, het CBS, de Waterschappen en de particuliere bevragers onderscheiden. Voor alle diensten geldt dat organisaties alleen toegang hebben tot die gegevens waartoe zij geautoriseerd zijn. Er worden vijf diensten onderscheiden: 1. webservice massale bevraging (voor het afnemen van “grote” bestanden); 2. abonnementservice; 3. webservice individuele synchrone bevraging; 4. webapplicatie individuele bevraging; 5. Stuf-WOZ bestand tijdens overgangsfase. De laatste dienst is een tijdelijke die alleen aangeboden wordt in de periode dat nog niet alle gemeenten zijn aangesloten op de LV WOZ.
Pagina 22 van 62
Landelijke voorziening WOZ
1. Webservice massale bevraging De webservice massale bevraging maakt het voor afnemers mogelijk om “grote” hoeveelheden objectgegevens van de LV WOZ af te nemen. Een afnemer kan de selectie van WOZ-objecten en de gewenste attributen definiëren in de vorm van een StUF 03.01-vraagbericht. De LV WOZ verwerkt dit vraagbericht en levert de gevraagde objecten als antwoordberichten in een bestand. De LV WOZ ondersteunt uitsluitend selecties op basis van ligging (gemeente, waterschap, postcodegebieden) voor WOZ-objecten en aanvullend op waardepeildatum voor waarde. 2. Abonnementservice De abonnementservice zorgt er voor dat afnemers automatisch bericht krijgen, wanneer er iets verandert in de registratie van voor hen van belang zijnde WOZobjecten. Een afnemer kan zich abonneren op alle WOZ-objecten (van belang voor Belastingdienst en CBS) of op de gegevens van één of meer waterschappen (van belang voor waterschappen). 3. Webservice individuele synchrone bevraging De webservice individuele synchrone bevraging maakt het voor afnemers mogelijk om gegevens met betrekking tot een beperkt aantal WOZ-objecten van de LV WOZ af te nemen en geautomatiseerd in de eigen applicatie te verwerken. Een afnemer kan het gewenste object en de gewenste attributen (inclusief belang en waarde) definiëren in de vorm van een StUF 03.01-vraagbericht. De LV WOZ verwerkt dit vraagbericht en levert de gewenste gegevens direct terug in de vorm van een StUF 03.01-antwoordbericht. Voor de specificatie van de gewenste WOZ-objecten kan de afnemer gebruik maken van: WOZ-objectnummer; identificatie verblijfsobject, standplaats, ligplaats; postcode, huisnummer etc.; kadastrale identificatie en/of kadastrale aanduiding. Aanvullend kan de afnemer specificeren voor welke waardepeildatum men de waarde wil opvragen. 4. Webapplicatie individuele bevraging Deze webapplicatie maakt het voor afnemers mogelijk om gegevens van WOZobjecten in de LV WOZ in te zien. Een afnemer kan binnen de webapplicatie het af te nemen product definiëren en krijgt het resultaat op het scherm gepresenteerd. In beginsel zijn dezelfde soort bevragingen mogelijk als bij de webservice individuele bevraging. 5. Stuf-WOZ bestand tijdens overgangsfase (invoeringsstrategie LV) Omdat niet alle gemeenten tegelijk aansluiten op de LV WOZ ontstaat er in de overgangsfase een duale situatie. De mogelijkheid wordt aan afnemers geboden om in de overgangsfase nog wel Stuf-WOZ bestanden te blijven ontvangen van de gemeenten die zijn aangesloten op de LV WOZ. Deze Stuf-WOZ bestanden worden dan niet gemaakt door de desbetreffende gemeente, maar worden gegenereerd uit de LV WOZ. Het leveren van deze Stuf-WOZ bestanden uit de LV WOZ wordt verzorgd door de beheerder van de LV WOZ. Daarmee wordt voorkomen dat aan de kant van de afnemers of aan de kant van de leveranciers met dubbele systemen moet worden gedraaid.
Pagina 23 van 62
Landelijke voorziening WOZ
De overgangsfase waarin deze dienst wordt geboden loopt vanaf het moment dat de eerste gemeente is aangesloten op de LV WOZ tot maximaal één jaar nadat de laatste gemeente is aangesloten. 5.2.5
Eindperspectief In het stelselhandboek basisregistraties is het eindperspectief geschetst en zijn de generieke voorzieningen benoemd die benodigd zijn om de werking van het stelsel mogelijk te maken. Er worden flinke stappen gezet om het stelsel te completeren. De LV WOZ zal vanaf het begin gebruik gaan maken van op dat moment beschikbare centrale voorzieningen als digilevering, digikoppeling, digimelding etc.. Echter er zal de nodige tijd overheen gaan alvorens het stelsel integraal overeenkomstig het concept functioneert en ook de technisch generieke voorzieningen zodanig werken dat de thans uit andere basisregistraties overgenomen gegevens niet langer in de LV WOZ hoeven worden opgenomen. In dat eindperspectief kan worden volstaan met alleen het opnemen van de desbetreffende relaties in de LV WOZ. De voorzieningen zorgen er dan voor dat de gegevens uit de ander basisregistraties in combinatie met de WOZ-gegevens direct bij bevraging in welke vorm dan ook beschikbaar zijn. Voorlopig is dat nog niet zover. De Waarderingskamer schat in dat er zeker een termijn van 10 jaar mee is gemoeid voordat dit eindperspectief kan worden gerealiseerd. Dat impliceert dat de fase waarin de geschetste LV WOZ in de beschreven vorm bestaat eenzelfde periode moet overbruggen. De BC neemt daarom de periode van 10 jaar als uitgangspunt.
Pagina 24 van 62
Landelijke voorziening WOZ
6
Uitwerking Business Case
6.1 Achtergrond Een belangrijk onderwerp bij de start van een BC is de reikwijdte van het onderzoek. Dat geldt des te meer voor de vraag naar de effecten van een LV WOZ. De WOZ is immers één van de basisregistraties die te samen met een tiental andere basisregistraties het stelsel van basisregistraties vormt. De belangrijkste principes die ten grondslag ligt aan het stelsel zijn; • Eenmalige aanlevering/verzamelen en meervoudig gebruik: burgers en bedrijven worden maar eenmaal verzocht gegevens aan te leveren en deze worden hergebruikt. Daarnaast worden gegevens door de overheid maar één keer in het veld verzameld en meervoudig gebruikt; • Kwaliteit: elke basisregistratie heeft een kwaliteitssysteem om er voor te zorgen dat de betreffende gegevens een zo hoog mogelijke kwaliteit hebben.; • Interoperabiliteit: uitwisselbaarheid van gegevens en aansluiting op elkaars processen, eenduidige semantiek en samenwerkende infrastructuurcomponenten Het realiseren van het stelsel uitgaande van deze principes leidt naar verwachting tot een kwalitatieve verbetering van de informatievoorziening, een toename van de doelmatigheid van de informatiehuishouding en een reductie van automatiseringskosten zowel wat betreft de ontwikkeling van systemen alsmede exploitatie en beheer. In deze context is een BC opgesteld voor de LV WOZ. Bij het opstellen van de BC is getracht zo scherp mogelijk de effecten van de LV sec in kaart te brengen. De kwalitatieve elementen zijn niet in de BC betrokken omdat die niet aan het realiseren van de LV toe te schrijven zijn maar aan het stelsel. Ten aanzien van de (te verwachten) automatiseringskosten kan wel het realiseren van de LV in beeld worden gebracht. Ten aanzien van de automatiseringskosten voor de gehele informatiehuishouding van gemeenten of grote afnemers zijn de kosten voor de WOZ niet zinvol te onderscheiden. Immers de beginselen van NORA, de implementatie van open standaarden en het koppelen van systemen met behulp van intensief berichtenverkeer vergt een organisatie brede vernieuwing van ICTvoorzieningen, waarbinnen de component gericht op de communicatie met de LV WOZ moeilijk apart beschouwd kan worden. In verschillende gesprekken met gemeenten maar ook met grote afnemers wordt de verwachting uitgesproken dat de kwaliteit van de gegevens sterk zal toenemen als eenmalig invoeren en meervoudig gebruik is gerealiseerd. Tevens wordt verwacht dat het stelsel van basisregistraties een sterk spin-off effect zal hebben op het verder harmoniseren en standaardiseren van gegevens uitwisseling en daarmee van het reduceren van complexiteit van geautomatiseerde systemen. De grote afnemers anticiperen op de overstap naar berichtenverkeer (belangrijk uitgangspunt van het stelsel van basisregistraties). Om de uitkomsten van de BC in perspectief te zetten is in onderstaande tabel aangegeven welke kosten jaarlijks aan de orde zijn om de WOZ gegevens te verkrijgen (waardering van objecten) en te registreren. Uit de jaarlijkse WOZ-benchmark is gebleken dat in 2009 de totale WOZ-kosten van alle gemeenten ongeveer € 170 miljoen bedragen (hetgeen overeenkomt met circa € 19,50 gemiddeld per object per jaar). Dit is berekend op basis van een Pagina 25 van 62
Landelijke voorziening WOZ
extrapolatie van de opgaven van circa 50% van de gemeenten. Voor het jaar 2008 bedroegen de totale WOZ-kosten ongeveer € 165 miljoen (hetgeen overeenkomt met € 19,50 gemiddeld per object per jaar). Het feit dat in 2009 een hoger totaalbedrag wederom leidt tot hetzelfde bedrag per WOZ-object, hangt samen met een lichte stijging van het aantal WOZ-objecten in Nederland. Uit onderstaand overzicht blijkt dat de kosten in 2009 ongeveer op hetzelfde niveau liggen als de kosten in 2008. Het feit dat alle kosten nominale kosten zijn, dus zonder correctie voor inflatie, bevestigt dat de hoogte van de WOZ-kosten inmiddels vrij stabiel blijft.
gemiddeld 19992002
gemiddeld 20032004
2005
2006
2007
2008
2009
Totale WOZkosten per jaar
circa € 190 miljoen
€ 160 à 170 miljoen
€ 180 à 190 miljoen
€ 170 à 180 miljoen
€ 160 à 170 miljoen
€ 160 à 170 miljoen
€ 165 à 175 miljoen
Totale WOZkosten per object per jaar
€ 23
€ 19,50
€ 22
€ 21
€ 20
€ 19,50
€ 19,50
6.2
Inleiding
Methode van de BC In de kern bestaat de methode van de BC eruit dat kosten en opbrengsten in beeld worden gebracht van een gewenste toekomstige situatie in vergelijking met de huidige situatie. Voor de vergelijkbaarheid worden die kosten en opbrengsten teruggerekend naar één jaar (Netto contante waarden). Bij het opstellen van de BC is een aantal aannames gehanteerd. Die aannames zijn afgestemd met de desbetreffende organisaties en zijn door Ecorys op plausibiliteit beoordeeld. Het in beeld brengen van kosten en opbrengsten in een BC moet informatie geven om te kunnen beslissen of het verstandig is een LV WOZ te realiseren. De kosten en opbrengsten mogen niet worden verward met de vraag hoe financiering van de LV WOZ wordt gerealiseerd of welke kosten organisaties moeten maken. Dat geldt tevens voor de opbrengsten. In het geval van werkzaamheden die niet eenduidig aan een functie zijn toe te rekenen of waar de werkzaamheden maar een gering deel uitmaken van overige werkzaamheden zal het moeilijk zijn opbrengsten daadwerkelijk te realiseren. Met andere woorden de berekende baten zullen niet altijd ook direct incasseerbaar zijn. Verbetering van de doelmatigheid van het werk is gunstig, maar zal lang niet altijd zelfstandig geïncasseerd kunnen worden door een directe verlaging van de formatie. Dat een BC positief is zegt in principe niets over de wijze waarop kosten en opbrengsten zijn verdeeld tussen de verschillende partijen. Dat geldt ook voor de kosten die samenhangen met het realiseren van de
Pagina 26 van 62
Landelijke voorziening WOZ
LV WOZ. Het gaat dan met name om de investeringskosten en de daaruit voortvloeiende kosten voor Exploitatie en beheer en de helpdesk. Het zijn afwegingen waar de BC wel kan helpen omdat het inzicht geeft maar kunnen niet één op één worden vertaald naar een begroting in termen van uitgaven en opbrengsten. De BC is in stappen gerealiseerd. De eerste stap betrof in overleg met Ecorys de vragen en toelichting op de vragen zo smart als mogelijk te formuleren. Vervolgens zijn gesprekken gevoerd met de grote gebruikers van de WOZ-waarden en de gemeenten die de WOZ-waarden bepalen, registreren en vervolgens beschikbaar stellen. Met de gesprekspartners is een zo’n goed mogelijke inschatting gemaakt van de inspanningen in de huidige situatie om genoemde gegevens beschikbaar te stellen c.q. te ontvangen en gereed te krijgen voor het eigen primaire proces. De huidige situatie is afgezet tegen de toekomstige situatie met een LV. De uitkomsten van de BC zijn in de stuurgroep van 30 november besproken. Op een aantal punten wilde de stuurgroep nadere informatie. Daaraan is tegemoet gekomen door een bijeenkomst te organiseren waar we met gesprekspartners nog eens de aannames hebben doorgelopen, de techniek van de BC en de uitkomsten van de hebben toegelicht. Tevens is op een aantal onderwerpen een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd.
Noodzakelijke ingrediënten voor het opstellen van de BC LV WOZ. • Gesprekken met Belastingdienst (15-11), CBS (16/11), VNG en gemeenten (23/11), Unie van Waterschappen, Waterschapshuis en waterschappen (24/11) zijn gevoerd. In de gesprekken zijn we redelijk eenvoudig tot afspraken gekomen over de aannames. Gespreksverslagen zijn opgesteld en zijn voorgelegd aan gesprekspartners om te worden vastgesteld. De gesprekken zijn ook gebruikt om de plausibiliteit van aannames op andere onderwerpen te toetsen (bijv. opvragingen door verzekeraars en banken); • Door een externe deskundige is een raming opgesteld van de investeringskosten voor de bouw en ontsluiting van en aansluiting op de LV WOZ. Deze raming is voorgelegd aan B/CICT voor een second opinion (zie paragraaf 6.6); • Voor het kunnen aangeven wanneer kosten optreden en opbrengsten zich voordoen is een globale planning onontbeerlijk. De planning zoals gepresenteerd in paragraaf 6.7 is als uitgangspunt genomen; • Bij de raming van de investeringen, bij de aannames in de BC, evenals bij de onderliggende planning, is ervoor gekozen om dat conservatief te doen. In de investeringen van in totaal circa € 1,8 mln is een risicomarge ingebouwd. Bij de aannames zijn we consequent aan de voorzichtige kant gebleven. In de planning gaan we uit van de noodzaak voor aanbesteding en werken we met groeipaden o.a. voor de aansluiting van gemeenten en de opbouw aan baten. Indien inbesteding mogelijk is (bijv. Kadaster) dient de opdracht vanuit de opdrachtgever specifiek te worden geformuleerd. Bij inbesteding (mits dat geldt voor de ontwikkeling) kan de doorlooptijd korter worden. • Ecorys heeft het proces voor het opstellen van de BC begeleid en de cijfers gevalideerd. 6.3 Gemeenten Door gemeenten werd naar voren gebracht dat de wet zoals per 01-01-2010 gewijzigd in verband met een verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde, zowel voor de nieuwe toetreders als voor gemeenten nog wat zoeken is. Met ingang van die datum mogen notarissen en verzekeraars in het kader van fraudebestrijding
Pagina 27 van 62
Landelijke voorziening WOZ
de WOZ-waarde opvragen. De gemeenten Zoetermeer en Zaanstad hebben vooralsnog niet of nauwelijks verzoeken van banken en verzekeraars gekregen. Notarissen weten de gemeenten wel te vinden. De vraag is wel of notarissen vanuit de insteek van fraudebestrijding de WOZ-waarden opvragen of dat zij die gegevens gebruiken in hun primaire proces. Gemeenten waarderen overigens de contacten met notarissen omdat zij via die contacten informatie krijgen waarmee zij de gemeentelijke administratie kunnen actualiseren (bijv. in geval van overlijden en erfgenamen bij wie openstaande belasting vorderingen kunnen worden geïnd).
Ten aanzien van de aannames voor gemeenten zijn de volgende punten afgesproken onderwerp Bestanden genereren, controleren verzenden aan. Bestanden genereren, controleren verzenden aan.
Bij de WOZ is sprake van een jaarlijkse cyclus. Op verzoek geven gemeenten info over afgesloten jaren.
Waterschappen nemen gemeente info niet één op één over. Pijplijn kan maanden beslaan tussen (ontvangst door Waterschappen en verwerking/bevestiging door Waterschappen.
organisaties Belastingdienst Waterschappen
aannames 1,5 uur 1,5 uur
toelichting Frequentie is basisbestand plus 11 keer mutaties.
CBS
Aantal dagen, met name door het in beeld brengen wat niet via Stuf-CAP wordt geleverd. Het feitelijk produceren van een Stuf-Cap bestand is vergelijkbaar met een Stuf-WOZ bestand
Werkvoorraad gemeente moet voor CBS worden gespecificeerd. Frequentie is 2 à drie keer per jaar. Werkzaamheden wijzigen niet met introductie LV WOZ.
Waterschappen
2 à drie dagen per jaar
Dit aspect zal louter door de LV WOZ niet veranderen. Mogelijk de komst van het stelsels, waaronder de LV WOZ wel tot een veranderende uitvraag van het CBS en vervalt ook dit aspect. Door verschillende procedures kunnen WOZ gegevens op een later tijdstip bekend worden. Huidige uitlevering voorziet alleen van gegevens van het lopende kalenderjaar. Enkele waterschappen, maar niet allen vragen om aanvullende gegevens. Blokkeringen of bezwaren worden soms door een waterschap niet juist verwerkt, waardoor gemeenten weer met reactie van burgers worden geconfronteerd. Gemeenten merken ook op dat waterschappen soms hernieuwde leveringen vragen omdat in de eigen verwerking iets niet goed gegaan is. Waterschappen lijken qua verwerking veel minder strak georganiseerd dan de Belastingdienst, waar het meer
Pagina 28 van 62
Landelijke voorziening WOZ
onderwerp
organisaties
Onbebouwd waarvoor geen waarde wordt vastgesteld, wordt door de gemeente niet geleverd. Formeel leidt dat dubbel werk, omdat ongebouwd objcten zowel door gemeente al waterschap worden geregistreerd. Het stelsel van basisregistraties wat nu ten uitvoer komt, voorziet niet in het leveren van ongebouwd. Een oplossing hiervoor moet nog worden uitgewerkt. verkoop huizen Notarissen
Waterschappen
verkoop huizen banken verkoop huizen verzekeraars
aannames
toelichting een gestroomlijnd proces is. Voor waterschappen is onbebouwde percelen relevant bij de belastingheffing. Is belangrijke reden waarom Waterschappen in ieder geval op dat punt een eigen administratie voeren ook als de LV WOZ is ingevoerd.
Leidt tot 100% bevraging door notarissen Banken en verzekeringen lager percentage In een groeitempo van 5 jaar naar 70% In een groeitempo van 5 jaar naar 30%
Ten aanzien van de vragen op het gebied van de investeringskosten voor aanpassing van automatisering wordt geconstateerd dat in de informatiehuishouding van de gemeente het WOZ-proces een bescheiden element is van het totaal. Het is niet mogelijk om aan de WOZ afzonderlijk kosten toe te rekenen. Dat geldt tevens voor de investeringen. Gemeenten zien een belangrijke toegevoegde waarde in het stelsel van basisregistraties. Dat levert veel doelmatigheidswinst in de ontwikkeling en exploitatie van de automatiseringssystemen omdat het stelsel vergt dat automatisering opgebouwd wordt vanuit architectuurprincipes. Bovendien wordt de kwaliteit van de informatie verbeterd (juiste informatie die ook makkelijk te koppelen valt). Gemeenten investeren in modernisering van het platform. Dergelijke investeringen zijn niet te relateren aan één van de elementen zoals bijv. de BAG of WOZ. Van de introductie van het stelsel van basisregistraties wordt een belangrijke spin-off verwacht in verdere standaardisatie en vereenvoudiging van de automatisering. De komst van de LV WOZ draagt aan die spin-off bij. Wat wel in de BC moet worden betrokken is de inspanning die de gemeenten moet verrichten om aan de LV te kunnen worden aangesloten. Ten aanzien van de kosten en doorlooptijd van de aansluiting van gemeenten aan de LV WOZ is gesteld dat de diversiteit van gemeenten groot is. In zijn algemeenheid wordt nieuwe functionaliteit via releases ter beschikking gesteld aan gemeenten. Of Pagina 29 van 62
Landelijke voorziening WOZ
gemeenten gebruik maken van nieuwe releases is een keuze van gemeenten. Op gemeenteniveau moet de nieuwe functionaliteit ingepast worden in het gemeentelijk landschap. Veelal is met de implementatie een doorlooptijd van een week of zes gemoeid. Rekening houdend met het releasebeleid en duur van implementatie moeten technisch gezien gemeenten binnen een jaar kunnen aansluiten. In toenemende mate ontstaan er allerlei samenwerkingsverbanden tussen gemeenten die complicerend zijn ten opzichte van de uitvoerende taak die individuele gemeenten hebben op basis van de Wet WOZ. 6.4 Belastingdienst Ten behoeve van het proces inkomstenbelasting ontvangt de Belastingdienst in maart van elk jaar een set informatie van 406 gemeenten bestaande uit de WOZwaarden van WOZ-objecten, gekoppeld aan subjecten en aan kadastrale gegevens. Vervolgens krijgt de Belastingdienst op maandbasis mutaties. Bij de start van een volgend jaar wordt het gehele bestand vernieuwd. Ten aanzien van de procesgang van een aantal jaren daarvoor is de frequentie verhoogd. Van voorheen één keer in de vier jaar wordt nu jaarlijks opnieuw gewaardeerd. Dientengevolge wordt nu ook jaarlijks een zogenoemde initiële totaalstand gevolgd door daarop gebaseerde mutaties aangeleverd. In toenemende mate worden de bestanden op elektronische wijze (via GemNet) ontvangen. Op dit moment levert echter ook nog c.a. 50% van de gemeenten de bestanden op cd-rom aan. Het ligt in de bedoeling gemeenten per 1 april 2011 te verplichten via GemNet aan te leveren. Het verwerkingsproces (uitnodigen van gemeenten en verwerken van bestanden is in belangrijke mate geautomatiseerd). Het proces is onder te verdelen in een aantal processtappen te weten: • uitnodigen van gemeenten om informatie te leveren; • ontvangen van bestanden via GemNet dan wel via CD's; • inboeken van bestanden; • bewaken ontvangst en rappelleren; • controle kwaliteit; • identificatie; • registreren; • klaar zetten voor gebruik van gegevens ten behoeve van primair proces; • versturen uitval en signaleringslijsten aan gemeenten; • terugkoppeling van eventueel afgekeurde bestanden en bewaken hernieuwde aanlevering; • na confrontatie van WOZ-waarden met andere informatie die de Belastingdienst heeft, kunnen aan gemeenten vragen worden gesteld over de inhoudelijke juistheid van de gegevens; • handmatige verwerking van mutaties over eerdere jaren die niet via Stuf-WOZ geleverd kunnen worden. Bijvoorbeeld verminderingen van WOZ-waarden als gevolg van beroepszaken, die na het leveren van een nieuwe totaalstand, tot verminderingen van WOZ-waarden uit eerdere jaren leiden. De Belastingdienst geeft als inschatting dat circa 10 fte's zich bezig houden met het geschetste proces. Het proces vindt binnen de Belastingdienst gecentraliseerd plaats bij B/CA. B/CA is verantwoordelijk voor het betrokken personeel. In de situatie zoals die beschreven is met een Landelijke Voorziening WOZ is de inschatting dat het proces verder wordt geautomatiseerd. De gegevens worden betrokken vanuit één punt namelijk de LV. De kwaliteit neemt toe vanuit het
Pagina 30 van 62
Landelijke voorziening WOZ
perspectief van bedrijfsvoering (minder/geen uitval, geen bestanden retour, kwaliteitsbewaking vindt immers bij de LV plaats) en vanuit het primaire proces bezien. Door de betere relaties (makkelijkere koppelingen via stelselvoorzieningen) met andere basisregistraties (BAG, GBA, NHR etc.) nemen de mogelijkheden voor het primaire proces toe. De Belastingdienst wil wel goede afspraken over de kwaliteit die via de LV WOZ wordt geleverd en de wijze waarop deze is geborgd. Als dat het geval is dan kan de huidige inspanning van de Belastingdienst op dit gebied daarmee worden verminderd. Een vorm van kwaliteitscontrole lijkt nog wel noodzakelijk. De huidige personele inzet van 10 fte kan dan verminderen tot 3 fte, een besparing van 7 fte. Ten aanzien van de technische aspecten wordt geschetst dat voor het proces naar gemeenten er op dit moment een aparte applicatie bestaat om de logistieke kant met gemeenten te ondersteunen. Ook is recentelijk voor de WOZ een aparte module ontwikkeld om de aangeleverde koppeling tussen subjecten, objecten en kadastrale percelen op een WOZ conforme wijze te leggen. Daarmee kan op een doelmatiger wijze over die info worden beschikt. In het huidige RIS systeem bleek de ontsluiting van informatie vanwege de generieke structuur op dat punt te beperkt.
Met de intrede van de LV zou de ondersteuning van de logistiek naar gemeenten komen te vervallen. Ten aanzien van de overige automatisering verandert er niet zo veel. Wel moet uiteraard worden overgeschakeld van de verwerking van maandelijkse bestanden naar de verwerking van mutatie berichten. De WOZ-stroom komt daarmee in lijn met de wijze waarop ook de gegevens van de andere basisregistraties wordt ontvangen. De automatisering rond het uitnodigen en bewaken van de levering van gemeenten en het toesturen van signaleringslijsten kan komen te vervallen. Daarnaast vervalt het onderscheid in de gegevensstromen over verschillende “jaargangen”. De nu veelal handmatige mutaties als gevolg van beroepen kunnen via de LV-WOZ ontvangen en geautomatiseerd verwerkt worden. De Belastingdienst handhaaft voor de komende jaren het beleid om grotere hoeveelheden informatie van buiten als kopie op een server te zetten om vervolgens deze informatie klaar te zetten voor het primaire productie proces. De huidige interne omgeving voor de WOZ wordt dan doorontwikkeld/vervangen door een kopie conform de Landelijke Voorziening WOZ, zoals dat ook voor de andere basisregistraties het geval is/zal zijn. De identificerende gegevens en de relaties die de WOZ meelevert, zijn daarbij voor de Belastingdienst van belang om de juiste relaties naar de andere basisregistraties te kunnen leggen. De huidige Stuf-WOZ
Pagina 31 van 62
Landelijke voorziening WOZ
bestanden bevatten niet de relatie naar de BAG, terwijl deze wel steeds belangrijker en vanaf 1 juli 2011 verplicht wordt. Een zorgpunt voor de Belastingdienst was nog het ontbreken van afspraken binnen het stelsel over het al dan niet meeleveren van gegevens uit andere basisregistraties. Binnen de WOZ is er voor gekozen vooralsnog de WOZ-relevante gegevens uit andere basisregistraties mee te leveren. Deze keuze heeft ook duidelijk de voorkeur van de Belastingdienst. Als het stelsel op termijn voldoende stabiel is, kan dat mogelijk vervallen. In die situatie kan dan worden volstaan met het leveren van alleen de “sleutelgegevens” naar de andere basisregistraties. Ten aanzien van investeringskosten maar zeker op het punt van beheerkosten en licenties is het niet goed mogelijk kosten zinvol toe te rekenen aan het WOZ-proces. Deze gegevensstroom maakt immers maar een relatief beperkt maar wel belangrijk onderdeel uit van een veel omvangrijker informatiehuishouding.
De Belastingdienst stelt als eis dat zij in de overgangsperiode niet willen worden geconfronteerd met twee gegevensstromen (één op basis van oude techniek en één op nieuwe). Dat betekent dat zij pas "overstappen" als alle gemeenten zijn aangesloten op de LV WOZ. Een tweede voorwaarde is dat de LV WOZ gebruik maakt van de generieke voorzieningen die samenhangen met het stelsel van basisregistraties (Digikoppeling, Digimelding en Digilevering). De Belastingdienst geeft aan dat zij in hun investeringsplanning rekening houden met het geschikt maken van de automatisering voor berichtenverkeer omdat zij in 2012 willen aansluiten aan het Handelsregister en de BAG als eerste van de basisregistraties. Daarmee wordt voldaan aan de eis dat de generieke voorziening (dus ook voor de LV WOZ) beschikbaar is en functioneert. 6.5 Waterschappen In het gesprek met de waterschappen is als eerste onderwerp de positionering van het Waterschapshuis besproken. Het Waterschapshuis is de ICT-regieorganisatie van alle 26 waterschappen in Nederland. Het Waterschapshuis bereidt voor dat waterschappen gaan werken met berichtenverkeer. Bijkomend voordeel is dat als Pagina 32 van 62
Landelijke voorziening WOZ
waterschappen in het kader van het stelsel van basisregistraties gaan werken met berichtenverkeer de aansluiting op de LV WOZ aanmerkelijk wordt vereenvoudigd. De beweging naar berichtenverkeer leidt tot harmonisatie en uitfaseren van een aantal systemen dat de belastingheffing ondersteunt (van de vijf blijven er één of twee over). Dit wordt gerealiseerd in het project Gemeenschappelijk Belastingsysteem en OverheidsDataBase. Het project moet per 01-01-2012 zijn gerealiseerd. Toegelicht wordt dat het Waterschapshuis niet een centraal punt wordt in het informatieverkeer tussen gemeenten en waterschappen maar initieert dat waterschappen qua automatisering standaardiseren en harmoniseren. Ten opzichte van gemeenten is de automatisering bij waterschappen minder complex omdat waterschappen minder taken en dus minder systemen hebben dan gemeenten. Verder is het van belang te weten dat niet alle waterschappen meedoen aan het project voor het belastingsysteem dat het Waterschapshuis ontwikkelt. Er zijn ook waterschappen die voorlopig het belastingsysteem GHS4All van Centric IT Solutions zullen blijven gebruiken. Dit is een meer traditioneel belastingsysteem dat nog niet geschikt is gemaakt voor berichtenverkeer. Er ontstaan in toenemende mate allerlei samenwerkingsverbanden tussen waterschappen, tussen waterschappen en gemeenten en tussen waterschappen en andere beleidsvelden zoals afvalverwerking, drinkwatervoorziening en afvalwater. Ten aanzien van de aannames voor waterschappen zijn de volgende punten afgesproken onderwerp Bestanden ontvangen en klaar zetten voor primair proces. Omdat waterschapsgrenzen afhangen van stroomgebieden doorkruisen deze gemeentegrenzen . Hierdoor moet met een hoger aantal bestanden worden gerekend die uitgewisseld worden dan het aantal gemeenten.
Organisaties water schappen
Bij de WOZ is feitelijk sprake van een driejaarlijks cyclus. Waterschappen ontvangen info over afgesloten jaren. Waterschappen nemen gemeente info niet één op één over.
water schappen
Aannames 3 uur
toelichting Frequentie is basisbestand plus 11 keer mutaties.
Uitgegaan wordt van het verwachte aantal gemeenten in 2011 (406). Daarnaast moet rekening gehouden worden met de extra leveringsrelaties (uit de administratie van de Waarderingskamer blijkt dat 80 gemeenten in meerdere waterschappen liggen). 2 à drie dagen per jaar
Het gaat dan met name om de toegekende en meegetaxeerde oppervlakte in de WOZ-stroom veroorzaakt door een onjuiste kadastrale afbakening. Vraagt in
Pagina 33 van 62
Landelijke voorziening WOZ
onderwerp
Organisaties
onbebouwd
water schappen
Proces van heffen van belasting is van groot belang voor waterschappen. Bij start van het jaar wordt veel effort gestopt in het tijdig krijgen van WOZ gegevens van gemeenten omdat het gekoppeld wordt aan de Planning- en Controlcyclus van de begroting. Aansluitkosten waterschap
Aannames
toelichting primair proces veel tijd om informatie tussen gemeenten en waterschappen één op één te krijgen en te houden. Wordt niet in de BC gekwantificeerd. Het gaat niet om de waarde van het object (deze wordt uiteraard gewoon overgenomen). Voor waterschappen zijn onbebouwde percelen –anders dan bij gemeenten- relevant bij de belastingheffing. Is een belangrijke reden waarom waterschappen in ieder geval op dat punt een eigen administratie moeten blijven voeren ook als de LV WOZ is ingevoerd.
Intensiteit heeft met intern proces te maken en telt niet mee voor het verschil tussen LV WOZ of geen LV WOZ We gaan uit van 3 uur per gemeente.
Het Waterschapshuis geeft aan dat de WOZ-adapters van de ODB moeten worden aangepast. Daarnaast zal Centric een behoorlijk bedrag rekenen voor de aanpassing van hun belastingsysteem (dat in gebruik is bij een aantal waterschappen). Het Waterschapshuis geeft geen prijsindicatie noch is deze gevraagd. Naar verwachting bedraagt een dergelijke aanpassing € 80.000 tot € 100.000. De aansluitkosten op het stelsel voor een
Pagina 34 van 62
Landelijke voorziening WOZ
onderwerp
Organisaties
Aannames waterschap zijn niet apart toe te rekenen, noch bekend.
toelichting
Ten aanzien van de vragen op het gebied van de automatisering wordt geconstateerd dat in de informatiehuishouding van de waterschappen het WOZ onderdeel een bescheiden element is van het totaal. Het is niet mogelijk om voor de WOZ kosten toe te rekenen. Dat geldt tevens voor de investeringen. Mede in het kader van het Waterschapshuis is er een ingrijpende verandering van de ICTinrichting bij waterschappen gaande. Waterschappen zien een belangrijke toegevoegde waarde in het stelsel van basisregistraties. Het Waterschapshuis anticipeert en heeft stappen gezet op het realiseren van berichtenverkeer. Naar verwachting levert dat veel doelmatigheidswinst in de ontwikkeling en exploitatie van de automatiseringssystemen. Bovendien wordt de kwaliteit van de informatie verbeterd (juiste informatie die ook makkelijk te koppelen valt). Waterschappen wijzen op het belang van het kunnen vertrouwen op de juistheid van gegevens in het stelsel van basisregistraties. Waterschappen investeren in modernisering van het platform. De investeringen die het Waterschapshuis en waterschappen plegen zijn niet te relateren aan één van de elementen zoals bijv. de BAG of WOZ maar hebben uiteraard wel een directe relatie met de invoering van het stelsel van basisregistraties waarvan de LV WOZ er een zal zijn. Van de introductie van het stelsel van basisregistraties wordt een belangrijke spin-off verwacht in verdere standaardisatie en vereenvoudiging van de automatisering. Wat wel in de BC moet worden betrokken is de inspanning die de waterschappen moeten verrichten om aan de LV WOZ te kunnen worden aangesloten. De verwachting is dat die kosten voor de waterschappen die het gemeenschappelijk belastingsysteem en ODB van het Waterschapshuis zullen gaan gebruiken laag zijn omdat berichtenverkeer op dat moment al is geïntroduceerd.
6.6 CBS Het CBS ontvangt een beperkte set informatie (met name WOZ-waarden, adresgegevens, OZB waarden en gebruikerscodes) van 406 gemeenten. Frequentie is twee keer per jaar. In het eerste kwartaal ontvangt het CBS de waarden voor het lopende jaar, in het laatste kwartaal de definitieve cijfers over het jaar t-2. De gegevens worden gebruikt om de belastingcapaciteit van gemeenten te bepalen. Dit is in opdracht van BZK. Dat is een factor die medebepalend is voor de hoogte van de uitkering aan gemeenten uit het gemeentefonds. Overigens worden gegevens ook voor andere statistische doeleinden gebruikt. Het CBS onderhoudt tevens relaties met de Belastingdienst (zij krijgen WOZ-waarden gerelateerd aan inkomens) en leveren aan DataLand informatie over de WOZ. In samenwerking met het Kadaster vervaardigt het CBS de woningwaarde-index, waaraan eveneens de WOZ-waarden ten grondslag liggen De informatie van gemeenten komt digitaal (via e-mail met Stuf Cap bestandbijlagen) bij het CBS binnen. Er vindt een check plaats op technische correctheid van het bestand. Dit proces is onder te verdelen in een aantal processtappen te weten: • uitnodigen van gemeenten
Pagina 35 van 62
Landelijke voorziening WOZ
• • • •
ontvangen van bestanden technische controle informatie wordt opgeslagen in een aparte database; info wordt bewerkt en geschikt gemaakt voor verdere verwerking. Het gaat hier met name om het leggen van relaties met andere gegevens waar het CBS over beschikt en waar statistisch behoefte aan bestaat.
Het CBS geeft aan dat 1,5 fte zich bezig houdt met het geschetste proces. CBS is verantwoordelijk voor het betrokken personeel. In de situatie zoals die beschreven is met een LV WOZ is de inschatting dat processen verder worden geoptimaliseerd. De kwaliteitsslag vindt op twee aspecten plaats. Vanuit bedrijfsvoeringoptiek vindt de ontvangst van de informatie volledig geautomatiseerd plaats. Tegen die achtergrond vervalt de inzet van 0,5 fte. Voor het opstellen van statistieken zijn de onderliggende relaties de WOZ via de LV WOZ gaat meeleveren essentieel en bieden ook in termen van kwaliteit van de informatie veel meerwaarde. Het stelsel van basisregistraties waaronder ook de LV WOZ voorziet in het leggen van die relaties waarmee het primaire proces van het CBS wordt vereenvoudigd en de kwaliteit toeneemt. Zo is de BAG qua inhoud vrij beperkt voor de woningstatistiek. Mogelijk kan een combinatie van de BAG en de WOZ ertoe leiden dat na de aansluiting van het CBS op de BAG niet alsnog een afzonderlijke uitvraag bij gemeenten moet blijven plaatsvinden. Bovendien denkt het CBS op basis van de gecombineerde gegevens uit het stelsel andere/nieuwe statistieken te kunnen ontwikkelen. Denk bijvoorbeeld aan de relatie inkomen waarde onroerende zaken. Om de last voor burgers en bedrijven zo gering moeilijk te laten zijn maakt het CBS zoveel mogelijk gebruik van secundaire bronnen. Het CBS onderkent dat het met de introductie van het stelsel van basisregistraties de informatie uit het stelsel moet betrekken en op termijn niet langer van gemeenten. In de planning van het CBS is opgenomen dat het op basis van de voorgeschreven techniek gebruik gaan maken van de BAG en GBA (2011). Zij zien technisch geen grote problemen. Het wordt vooral gezien als een organisatorische wijziging in termen van procesaanpassingen en een gewenningsproces voor mensen. De benodigde investeringen worden niet gezien als investeringen die aan één onderdeel van het stelsel van basisregistraties wordt toegerekend maar aan een bredere ontwikkeling die voor het CBS strategisch van belang is. 6.7 Overige gebruikers Aannames ten aanzien van de per 01-01-2010 toegetrede gebruikers (verzekeraars, banken en notariaat) zijn zoveel mogelijk getoetst in de gevoerde gesprekken met VNG en gemeenten en grote afnemers. Ook Ecorys heeft vanuit eigen ervaringen de plausibiliteit van de aannames beoordeeld. 6.8 Wat zijn de investeringskosten van een LV WOZ? De LV WOZ maakt onderdeel uit van het stelsels van basisregistraties en maakt gebruik c.q. zal gebruik gaan maken van de generieke elementen Digikoppeling, Digimelding en Digilevering (abonnementsservice). Daarmee moet het concept van de basisregistraties worden ondersteund. Gegevens zijn beschikbaar en worden ontsloten op landelijk niveau met de verplichting voor afnemers die gegevens te gebruiken. Indien blijkt dat gegevens aantoonbaar niet juist zijn, dient de partij die verantwoordelijk is voor de registratie de gegevens te corrigeren. Kern is derhalve op landelijk niveau de gegevens bij elkaar brengen en op dat niveau ontsluiten. Pagina 36 van 62
Landelijke voorziening WOZ
In het onderstaande is op hoofdlijnen de raming van de LV WOZ gespecificeerd. De realisatie van een landelijke WOZ voorziening, bestaande uit een portaal voor opvragen van gegevens, onderliggende database voor opslag gegevens, faciliteiten voor uitwisselen berichten o.b.v. StUF woz 03.11 (servicebus) en voorziening voor het leveren van bestanden in het oude format, bestaat uit de volgende opzet:
LV WOZ Onderdelen Raming Specificatie techniek Bouw Infrastructuur
Kosten Investering
Exploitatie en Beheer
Housing, hosting en helpdesk Testen en uitrol Licenties projectmanagement
Kosten incidenteel Kosten structureel E&B Technische helpdesk
Na vijf jaar upgrade 50% van initiële investering € 1,8 mln 20% van Initiële investering Afhankelijk van omvang
Gezien de fase in het project van de LV WOZ kan de raming van de investeringskosten van de LV WOZ niet anders zijn dan globaal. Alvorens op bestuurlijk niveau een uitspraak zal worden gevraagd over de beslissing een LV wel dan niet te ontwikkelen en te implementeren zal een zogenoemde functiepuntanalyse (FPA) worden opgesteld. Op die wijze wordt onzekerheid over de investeringskosten (en samenhangend daarmee de kosten voor E&B) worden teruggebracht. Tevens wordt met een FPA een referentiekader ontwikkeld ten behoeve van de aanbesteding. 6.9 Uitgangspunten Planning ontwikkeling en implementatie LV Een van de bepalende factoren voor de uitkomsten van een BC is de beoogde planning voor het realiseren van de LV WOZ. In het onderstaande plaatje is uitgegaan van besluitvorming over de LV WOZ in het eerste kwartaal van 2011 en parallel eraan de voorbereiding om de inbesteding en of aanbesteding te starten. Grofweg is voor de voorbereiding voor de start van een aanbestedingsprocedure (of in het geval van inbesteding voor de uitwerking van de opdracht aan de inbestedende partij) een kwartaal uitgetrokken. Voor de aanbesteding zelf t/m de gunning staat een half jaar, voor ontwikkeling, testen en een pilot negen maanden en vervolgens een gefaseerde aansluiting te starten in juli 2012 met een verwachte doorlooptijd van maximaal één en een half jaar. Onderstaande planning is conservatief geraamd. In de gevoeligheidsanalyses is in beeld gebracht wat vertraging met een jaar betekent.
Pagina 37 van 62
Landelijke voorziening WOZ
programmaplan
uitvoering programmaplan
techniek
bouw LV incl.testen voorbereiding aanbesteding
aanbesteding incl. gunning
dienstverlening
uitrol LV
exploitatie & beheer + doorontwikkeling
Organisatorisch veranderproces: proceswijziging afnemers, proceswijziging aanbieders
verander aanpak
Technische veranderproces: aansluiting aanbieders en afnemers 1 april 2011
6.10 6.10.1
voorbereiding exploitatie & beheer
pilotfase
1 okt 2011
1 april 2012
1 juli 2012
Uitkomsten BC
Totale kosten en baten Op basis van de geleverde informatie is de businesscase positief. Tegenover de kosten voor het opzetten van een landelijke voorziening WOZ staan baten (wegvallende kosten) die deze kosten overtreffen. Uitgegaan is van de planning zoals in paragraaf 6.9 is gepresenteerd. De eenmalige investeringskosten vinden plaats in 2011 en 2012 en de kosten voor beheer en onderhoud vanaf 2013. In 2017 wordt de helft van de investeringskosten van 2012 gerekend voor een grootschalige update van de systemen (naast het reguliere onderhoud). De baten zijn pas zichtbaar wanneer de landelijke voorziening WOZ operationeel is. Hierbij is uitgegaan dat wegvallende kosten bij gemeenten en notariaat/financiële instellingen (door het wegvallen van telefonische bevragingen) niet direct voor 100% als baat meegerekend kunnen worden, maar geleidelijk in de tijd toenemen. Bij het opstellen van deze businesscase is uitgegaan van een looptijd van 10 jaar, waarbij de eerste baten in 2013 zichtbaar worden.
Pagina 38 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Figuur 2 Groeipad businesscase LV WOZ (in mln euro’s)
7 6 5 4 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4 2011
2012
2013
Totale kosten
2014
2015
2016
2017
2018
Totale wegvallende kosten (=baten)
2019
2020
Saldo
Uitgaande van een looptijd van 10 jaar (2011-2020), het prijspeil van 2010 en een discontovoet van 2,5% is de netto contante waarde 24 miljoen euro. Tegenover € 12 miljoen aan kosten staan € 36 miljoen aan baten. Figuur 3 Netto Contante Waarde (in mln euro’s, 2011-2020)
40 30 20 10 0 NCW -10 -20 Kosten
Baten
Saldo
Bij het opstellen van een businesscase wordt dikwijls een aantal gevoeligheidsanalyses uitgevoerd om de robuustheid en betrouwbaarheid van de uitkomsten te verhogen. Het geeft meer inzicht in de doorwerking van kosten en baten en biedt handvatten voor de finale check of alle kosten en baten die optreden zijn meegenomen (zie paragraaf 6.10.3). 6.10.2
Kosten en baten uitgesplitst naar gemeente en instellingen Wanneer de kosten en baten uitgesplitst worden, ontstaat onderstaand overzicht. De kosten bestaan voornamelijk uit (1.) het formeren van de landelijke voorziening (centraal) en (2.) aansluitkosten en (3.) onderhoud bij de gemeenten, waterschappen en de Belastingdienst.
Pagina 39 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Figuur 4 Netto Contante Waarde (NCW) van de kosten en baten gescheiden naar gemeente en instellingen (looptijd 10 jaar)
18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 -10 -12 Kosten
Baten (direct)
Baten (toekomstig)
Ten aanzien van de baten is zichtbaar dat de grootste baat (wegvallen van de kosten) bij gemeenten zit, gevolgd door de waterschappen, Belastingdienst en het notariaat. De grootste baten worden gerealiseerd bij gemeenten door (1.) het wegvallen van de kosten voor het telefonisch beantwoorden van vragen. Een andere grote baat vindt plaats door (2.) het wegvallen van de handeling voor Stuf WOZbestanden bij zowel Waterschappen, Belastingdienst als gemeenten. Tot slot noemen we hier een derde baat die relatief groot is in omvang en dat zijn (3.) de wegvallende kosten van het notariaat voor het telefonisch beantwoorden van bevragingen. Bij het opstellen van de BC bleek de behoefte een helder onderscheid te maken tussen de effecten van de LV op de bestaande processen van informatieuitwisseling en de effecten van de LV op het (toekomstig) verwachte beslag in tijd dat nieuwe toetreders zoals notariaat, banken en verzekeraars zouden hebben op gemeenten. De komst van de LV WOZ levert direct een baat op bij gemeenten, waterschappen en de Belastingdienst. Toekomstige baten worden gerealiseerd door het wegvallen van bevragingen en zijn vooral zichtbaar bij de gemeenten, het notariaat en financiële instellingen. Gemeenten geven aan dat bij uitblijven van de LV WOZ zij alternatieven zullen gebruiken voor het informeren van deze nieuwe afnemers. Op dit moment speelt bijvoorbeeld DataLand al een belangrijke rol bij het informeren van deze nieuwe afnemers. Deze alternatieven leiden wel tot een suboptimale situatie, omdat DataLand alleen met vertraging beschikt over WOZ-gegevens. In Figuur 3 is zichtbaar dat indien alleen de effecten van de LV op de bestaande informatieuitwisseling voor de klassieke gebruikers wordt meegewogen, de BC positief blijft (€ 18 mln opbrengst versus € 12 mln kosten)
Met incidentele kosten worden de investeringskosten bedoeld die plaatsvinden in 2011 en 2012. Tevens zijn de eenmalige kosten voor de grootschalige update van de systemen in 2017 meegenomen. Onder structurele kosten worden de Pagina 40 van 62
Landelijke voorziening WOZ
onderhoudskosten verstaan en de jaarlijkse kosten voor de beheerorganisatie (helpdesk). Figuur 5 Incidentele kosten en structurele kosten in mln euro’s (netto contant, looptijd 10 jaar)
Waterschappen Belastingdienst Bij gemeenten Centraal 0
1
2
3
4
5
Incidentele kosten
6
7
8
9
10
Structurele kosten
Wanneer de investeringskosten buiten beschouwing worden gelaten en gekeken wordt naar de structurele effecten in termen van werkgelegenheid dan laat de businesscase LV WOZ een besparing zien van 83 fte. Tabel 1 Effect LV WOZ in fte Effect LV WOZ in termen van werkgelegenheid (fte)
Werkgelegenheidsbesparing (in fte) alleen "klassieke afnemers"
Werkgelegenheidsbesparing (in fte) incl. nieuwe afnemers
12*
35*
Belastingdienst
7
7
Waterschappen
14**
14
0,5
0,5
Gemeenten
CBS Notarissen
12
Banken/verzekeraars
12
Centraal beheer WOZ Totaal (afgerond)
Nieuwe werkgelegenhei d: formatie LV WOZ (in fte)
5,5 34
81
5,5
* Indien alleen baten optreden bij de oude afnemers dan is de werkgelegenheidsbesparing bij gemeenten 12 fte. Met de komst van de nieuwe afnemers en de bijkomende baten stijgt dit aantal naar een werkgelegenheidsbesparing van 35 fte bij gemeenten. **De Waterschappen geven aan dat zij het effect van werkgelegenheidsbesparing bij de waterschappen hoog vinden in vergelijking met die van gemeenten en Belastingdienst. Tevens geven zij aan dat behalve de inschatting van het effect het zeer de vraag is of de in beeld gebrachte opbrengsten te incasseren zijn.
Pagina 41 van 62
Landelijke voorziening WOZ
6.10.3
Gevoeligheidsanalyse Voor deze businesscase hebben we een aantal gevoeligheidsanalyses uitgevoerd om de robuustheid en betrouwbaarheid van de uitkomsten te verhogen. Naar de volgende aspecten hebben we gekeken: 1. Verhogen van de discontovoet (beschouwen als een risicovol project); 2. Vergroten omvang beheerorganisatie; 3. Geen baat van het wegvallen van de telefonische bevragingen voor het notariaat; 4. Kleinere baat door wegvallen telefonische bevragingen voor notariaat/financiële instellingen dan verwacht; 5. Vertraging van aansluiting door gemeenten en notariaat/financiële instellingen; 6. verdubbeling van investeringskosten 7. Baten alleen bij oude afnemers (gemeenten, Belastingdienst en waterschappen). De uitgevoerde gevoeligheidsanalyses zijn hieronder beschreven: 1. Wanneer een project veel onzekerheden kent (vaak het geval bij gebiedsontwikkelingsprojecten) is het gangbaar met een hogere discontovoet te rekenen. Hoewel wij denken dat deze businesscase niet veel onzekerheden bevat, is toch berekend wat het toepassen van een discontovoet van 5,5% betekent voor het resultaat van de businesscase. Het gevolg is dat de netto contante kosten en de netto contante baten lager uitvallen. Hierdoor is het saldo van de netto contante waarde 20 miljoen euro (dit is € 4 miljoen lager dan bij een discontovoet van 2,5%). 2. Met de komst van de landelijke voorziening WOZ verdwijnen er 83 fte bij gemeenten en instellingen. Hiervan is een besparing van 46 fte door het wegvallen van de kosten bij gemeenten en notariaat/financiële instellingen in verband met wegvallen telefonische bevragingen. Vanuit de LV WOZ wordt een beheerorganisatie opgezet van 5,5 fte. Bij RNI en BAG, twee zwaarder opgetuigde landelijke voorzieningen, bestaat de organisatie uit 17 tot 23 fte. De organisatie voor de LV WOZ is kleiner, omdat anders dan bij RNI en BAG het functioneel niet wordt ondergebracht bij de LV WOZ. Denkbaar is dat de landelijke voorziening WOZ niet uit 5,5 fte gaat bestaan, maar 8 fte. Het gevolg is dat de kosten hoger worden en het saldo van de netto contante waarde lager uitvalt, namelijk op 23 miljoen euro. 3. In de businesscase zit de assumptie dat met de komst van de landelijke voorziening WOZ het notariaat in de toekomst geen kosten meer hoeft te maken voor telefonische bevragingen. Indien dit niet het geval is en bij het notariaat geen kosten wegvallen voor telefonische bevragingen, dan is er ook geen baat. Het gevolg is dat de totale baten lager uitvallen en het saldo van de netto contante waarde ook lager uitvalt, namelijk op 14 miljoen euro. 4. Bij punt 3 is gekeken wat het gevolg is als het notariaat evengoed kosten moet blijven maken voor telefonische bevragingen. Het is ook mogelijk dat er wel een baat bij het notariaat en financiële instellingen optreed door wegvallende kosten voor telefonische bevragingen, alleen kleiner dan nu in de businesscase is voorzien. Hierbij zijn we ervan uitgegaan dat de baat bij het notariaat en financiële instellingen 50% kleiner zal zijn dan in eerste instantie in de
Pagina 42 van 62
Landelijke voorziening WOZ
businesscase is opgenomen. Deze aanname resulteert in een kleiner saldo van de netto contante waarde, namelijk 15 miljoen euro. 5. Het opzetten van de LV WOZ start in 2011/2012. Verwacht wordt dat de gemeenten, het notariaat en de financiële instellingen zich vanaf 2013 gaan aansluiten. Het is mogelijk dat het opzetten van de LV WOZ vertraagd en dat gemeenten, notariaat en financiële instellingen zich vanaf 2014 kunnen aansluiten, waardoor de baten ook later optreden. Het gevolg is dat de baten een jaar later optreden binnen de periode van 10 jaar (2011-2020) en dat het saldo van de netto contante waarde iets lager uitvalt, namelijk 19 miljoen euro. NB: Hierbij zijn extra kosten voor de afnemers niet meegenomen. 6. Het opzetten van de LV WOZ vraagt om investeringen zowel vanuit het Rijk, maar ook vanuit de gemeenten, waterschappen, Belastingdienst en het CBS. De investeringen zijn volgens ons reeds conservatief ingeschat, maar in de gevoeligheidsanalyse hebben we ook gekeken wat er gebeurt met het saldo van de netto contante waarde indien de investeringen hoger uitvallen dan verwacht. Uitgaande van een verdubbeling van de investeringskosten bedraagt het saldo van de netto contante waarde 19 miljoen euro. 7. Tot slot hebben we gekeken wat het gevolg is als alleen de oude afnemers (gemeenten, Belastingdienst en waterschappen) baten genereren door de komst van de LV WOZ. Hierbij gaan we uit van het scenario dat het notariaat en financiële instellingen geen gebruik maken van de LV WOZ en WOZ-opvragingen door deze instanties gewoon via de gemeenten blijven lopen. Van het wegvallen van telefonische bevragingen (of alternatieve door de gemeenten georganiseerde kanalen) bij gemeenten is dan dus ook geen sprake. Dit scenario kan als een worst-case scenario beschouwd worden. Het saldo van de netto contante waarde is ook in dit scenario nog positief, namelijk 6 miljoen euro.
Uit het bovenstaande blijkt dat de aannames voor de nieuwe toetreders belangrijk zijn voor de uitkomst van de BC. In bijlage 2 is de onderbouwing aangegeven van de veronderstelde ontwikkelingen. Bij uitblijven van de LV WOZ zullen gemeenten alternatieve maatregelen treffen om de administratieve lasten van de telefonische bevraging door notariaat en baken te beperken. Enerzijds biedt namens gemeenten DataLand een voorziening waarbij de notaris of bank bij DataLand de WOZ-waarde kan opvragen, anderzijds bieden sommige gemeenten ook zelf een raadpleegvoorziening voor de notaris of lokale bank. Een nadeel/risico van bijvoorbeeld de DataLand oplossing is dat er vertraging zit in de beschikbaarheid van de WOZ-waarde bij DataLand (pas enkele maanden na de formele vaststelling) en dat de effecten van eventuele bezwaarprocedures pas enkele jaren later via DataLand beschikbaar zijn. Van DataLand is bekend dat het veel verzoeken van notarissen krijgt en dat het aantal verzoeken van banken en verzekeraars aan het stijgen is. Gezien de ongwisheid van alternatieve wegen die kunnen worden bewandeld is in de BC afgezien van het in beeld brengen van de investeringskosten van de alternatieve mogelijkheden. In het volgende figuur zijn de uitkomsten van de gevoeligheidsanalyse afgezet tegen de businesscase zoals gepresenteerd in paragraaf 1 en 2. Figuur 6 Het saldo van de Netto Contante Waarde van de businesscase LV WOZ met de gevoeligheidsanalyse (in mln euro’s)
Pagina 43 van 62
Landelijke voorziening WOZ
0
5
10
15
20
Bussinescase LV WOZ 0 Verhogen van de discontovoet 1 Vergroten omvang beheerorganisatie 2 Geen baat voor notariaat 3 Kleinere baat voor notariaat/financiële instellingen 4 Vertraging van aansluiting 5 Dubbele investeringskosten 6 Baat bij alleen oude afnemers 7
6.10.4
Conclusie Ecorys Ecorys heeft de business case gevalideerd. Hierbij is gekeken naar de gebruikte methodiek, de procesgang en de plausibiliteit van aannames en resultaten. De business case is uitgevoerd conform de daarvoor geëigende methodieken (Prince2, OEI-leidraad). Het proces voor het inschatten van de kosten en baten is op een juiste manier verlopen. Project en nulalternatief zijn helder afgebakend. Er is door de opsteller gebruik gemaakt van diepte interviews, waarvan de uitkomsten zijn teruggekoppeld met de betrokken instanties. De aannames zijn gebaseerd op de interviews en relevante bronnen (eerder opgestelde business cases) en lijken reëel. Enkele aannames zijn gedurende het proces aangepast op basis van terugkoppeling. De kosten en baten opgenomen in deze businesscase zijn ons inziens plausibel. Met de uitvoering van de gevoeligheidsanalyse zijn de uitkomsten van de businesscase getoetst op robuustheid. Het blijkt dat de business case ook bij het hogere kosten of mindere baten nog steeds positief is. Samenvattend, concluderen wij dat er hiermee een robuuste business case is uitgevoerd.
Pagina 44 van 62
25
30
Landelijke voorziening WOZ
7
Positionering LV WOZ
7.1 Inleiding De BC geeft antwoord op de vraag of er een zakelijke rechtvaardiging is om de LV te realiseren. De positionering van de LV WOZ moet uitsluitsel geven op de vraag waar de LV WOZ kan worden ondergebracht en aan de hand van welke criteria dat kan worden beoordeeld. Tevens bestaat de mogelijkheid de ontwikkeling van de LV als ook exploitatie & beheer naar de markt te brengen. Er is een beperkt aantal organisaties waar de LV zou kunnen worden ondergebracht. Het gaat om de Belastingdienst, DataLand, Kadaster, Logius en de Waarderingkamers. 7.2 Beoordeling van alternatieven Bij de positionering van de LV WOZ spelen met name twee invalshoeken: A) een aantal criteria benoemd waaraan alternatieven worden getoetst. Het gaat om; • Governance • Organisatievorm • Dienstverleningsmodel • Prijs/kwaliteit • Doelmatigheid • Juridisch B) De andere invalshoek is dat in het traject om te komen tot een landelijke voorziening er een paar sporen worden onderscheiden. Daarmee kan worden beoordeeld of potentiële organisaties de sporen in zijn geheel afdekken of op onderdelen; • Ontwikkeltraject LV • In exploitatie en beheer brengen • Verandertraject
Pagina 45 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Positionering LV WOZ Business case
programmaplan
techniek beoordelingscriteria: dienstverleningsmodel doelmatigheid governance Juridisch organisatievorm prijs/kwaliteit
dienstverlening
verander aanpak
uitvoering programmaplan functionele eisen
aanbesteding
In- of aanbesteding
ontwikkeltraject LV
testfase
go live
exploitatie & beheer + doorontwikkeling Organisatorisch veranderproces: proceswijziging afnemers, proceswijziging aanbieders Technische veranderproces: aansluiting aanbieders en afnemers
Belastingdienst Dataland Kadaster Logius Waarderingskamer
7.3 LV WOZ als onderdeel van Belastingdienst Het Ministerie van Financiën heeft een wetgevende rol op het WOZ-terrein. Daarnaast is de Belastingdienst afnemer/gebruiker van de WOZ-waarde. Een rol van de Belastingdienst bij de LV WOZ zou (juridische) vermenging van rollen betekenen met bijbehorende governanceproblematiek. De WOZ-waarde speelt weliswaar een rol bij verschillende processen binnen de Belastingdienst, maar is niet een gegeven waar de Belastingdienst van is. De gemeenten zijn immers belast met vaststellen van de WOZ-waarde. De Belastingdienst gebruikt voor wat betreft vastgoed sowieso veel gegevens van gemeenten en het Kadaster. Meerwaarde van een LV WOZ voor de Belastingdienst ligt - net als bij gebruik van andere basisregistraties juist in het één-op-één gebruik van de WOZ-waarde zonder eigen onderzoek en inrichting van één punt waar WOZ-gegevens, liefst in combinatie met identificerende gegevens en andere vastgoedgegevens kunnen worden verkregen. Een LV WOZ bij de Belastingdienst die los staat van registratie van die andere gegevens is dan per definitie suboptimaal en kostenverhogend in plaats van verlagend en vereenvoudigend. Ook op het vlak van dienstverlening geldt dit. De dienstverlening voor de LV WOZ zal immers moeten concurreren met de (massale) dienstverlening op andere gebieden. Belastingdienst krijgt nu van ruim 400 gemeenten individueel de WOZ-gegevens. Dat leidt al tot veel werk: alle gemeenten sturen de info apart op en dat moet ontvangen en verwerkt worden. Betekent o.a. intern centraal opslaan t.b.v. processen en VIA naar één landelijk bestand met veel gegevens. Dit is veel werk en niet efficiënt qua onderhoud en beheer. Inrichting van een LV WOZ leidt juist tot meerwerk omdat ook voor andere afnemers kwaliteit moet worden geleverd via sturing op aanlevering en inhoud.
Pagina 46 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Inrichting van een landelijke voorziening betekent tevens een terugkoppelingskanaal naar dezelfde 400 gemeenten over eventuele onjuistheden in gegevens, met de bijbehorende communicatie. Dat leidt af van de kerntaken van de Belastingdienst. 7.4
LV WOZ als onderdeel van Stichting DataLand
7.4.1
Wat is DataLand DataLand is in 2001 als intergemeentelijk samenwerkingsverband opgericht. Inmiddels nemen meer dan 400 gemeenten deel aan DataLand, en namens deze gemeenten voert DataLand haar kerntaken distributie, kwaliteitsmanagement en kennisinteractie uit. Het eigendom en de zeggenschap van DataLand is voorbehouden aan de certificaathoudende gemeenten en voor wat betreft de besluitvorming is de Vergadering van Certificaathouders het hoogste beslissingsorgaan. In het bestuur van DataLand heeft naast gemeentelijke vertegenwoordigers (bestuur en management) ook de VNG zitting.
7.4.2
Wat doet DataLand De missie van DataLand is "Het breed toegankelijk en beschikbaar maken van vastgoed- en hieraan gerelateerde gegevens uit het informatiedomein van gemeenten voor de overheid, de burgers en het bedrijfsleven". Daartoe wordt een actieve bijdrage verleend aan de realisatie en het gebruik van "het Stelsel van Authentieke Registraties". Om deze missie te bereiken is deelname van alle gemeenten aan DataLand noodzakelijk. Zo kan DataLand een waardevolle rol vervullen bij de organisatie van de overheidsinformatievoorziening alsook om hét loket met gemeentelijke gegevens te kunnen zijn richting publieke en private afnemers. In 2009 heeft DataLand meer dan 460 miljoen gebouwgegevens op adresniveau toegankelijk gemaakt voor al zijn afnemers. Zo is, geredeneerd vanuit de visie "eenmalige opslag, meervoudig gebruik", ieder gebouwgegeven in 2009 ruim 60 keer (her-)gebruikt door afnemers. Afnemers kunnen daarbij via verschillende distributievormen (levering, webservice, webapplicatie) en met verschillende afspraken (eenmalig, periodiek, on-line en pro-actief of op verzoek) toegang verkrijgen tot de gegevens. De gegevens worden op adresniveau toegankelijk gemaakt aan afnemers, tenzij dit om wettelijke redenen zoals de Wet bescherming Persoonsgegevens niet is toegestaan. De gegevens die DataLand momenteel toegankelijk maakt, hebben betrekking op de locatie, bouwkundige -, bestemmings, financiële- en omgevingsaspecten van gebouwde objecten. DataLand maakt dus meer gegevens toegankelijk dan worden opgenomen in de gemeentelijke basisregistraties, zoals adressen, gebouwen, WOZ-waarde, etc.
7.4.3
DataLand en LV WOZ Bij het toegankelijk maken van de gegevens zijn en blijven de gemeenten als bronhouder verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gemeentelijke gegevens. DataLand en de afnemers zijn pro-actief betrokken bij het continue proces van kwaliteitsverbetering. Zo worden alle door gemeenten aan DataLand verstrekte gegevens door DataLand gevalideerd en het resultaat van deze validatie wordt online aan de betreffende gemeente inzichtelijk gemaakt. DataLand biedt op twee manieren een vorm van intergemeentelijke dienstverlening aan, welke ondersteunend is aan de dienstverlenende taak van gemeenten. De eerste manier van intergemeentelijke dienstverlening betreft het openbaar toegankelijk maken van de geaggregeerde WOZ-waarde. Dit gebeurt door de exacte WOZ-waarde via een WOZ-waardeklasse toegankelijk te maken. Zo wordt van een
Pagina 47 van 62
Landelijke voorziening WOZ
object met een WOZ-waarde van € 845.000 de WOZ-waardeklasse € 775.000 € 950.000 beschikbaar gesteld aan afnemers. Over deze methode is advies gevraagd aan ondermeer de VNG en de Waarderingskamer. De tweede manier betreft het via het WOZ-portaal van DataLand beperkt toegankelijk maken van de exacte WOZ-waarde aan betrokken belanghebbenden, gemachtigden en beroepshalve betrokkenen. Alvorens de exacte WOZ-waarde op deze manier toegankelijk te gaan maken heeft DataLand advies gevraagd aan de Waarderingskamer en de VNG. Ook zijn het Ministerie van Financiën en het College Bescherming Persoonsgegevens hierover geïnformeerd. Inmiddels zijn meer dan 800 "persoonsgebonden gebruikslicenties" op het WOZ-portaal aan afnemers verstrekt en wordt veelvuldig gebruik gemaakt van het WOZ-portaal. Het WOZ-Portaal wordt momenteel doorontwikkeld. Zo worden sinds kort ook taxatieverslagen aan geautoriseerde afnemers toegankelijk gemaakt en heeft een aantal gemeenten, waaronder Amsterdam, DataLand verzocht te onderzoeken in hoeverre het WOZ-Portaal de gemeentelijke dienstverlening aan burgers en bedrijven verder kan ondersteunen. Tijdens zijn bestuursvergadering van 14 oktober 2010 heeft het Bestuur van DataLand zich positief uitgesproken over de betrokkenheid van DataLand bij het opstellen van de BC van de LV WOZ. Vanuit een eerste oriëntatie kan gesteld worden dat de activiteiten die door een LV WOZ uitgevoerd gaan worden, logisch passen bij DataLand. De huidige intergemeentelijke dienstverlening via het WOZPortaal kan daarbij gezien worden als een voorloper van de LV WOZ. Ook is uit een eerste oriëntatie duidelijk geworden dat gezien de huidige positie van DataLand een aantal vraagstukken, zoals governance, organisatie, ICT, processen en financieringsmodel, nader uitgewerkt en afgestemd moeten worden. Daarbij zijn op voorhand geen belemmeringen geconstateerd. Het bestuur van DataLand vindt het daarbij wenselijk dat ook de ontwikkelingen rondom de overheidsinformatievoorziening en de bijbehorende generieke voorzieningen in ogenschouw genomen worden met als doel te komen tot een effectief werkend stelsel van basisregistraties dat toekomstvast is en flexibel kan aansluiten op de wensen van anderen. 7.5 LV WOZ als onderdeel van het Kadaster Het Kadaster voert taken uit in het belang van de rechtszekerheid en de geoinformatievoorziening. Deze taken worden beschreven in een aantal wetten, met name de Kadasterwet en de Wet Inrichting Landelijk Gebied. Het Kadaster is houder van: de basisregistratie Kadaster de basisregistratie Topografie Het Kadaster is beheerder van: de Landelijke voorziening basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) de Landelijke voorziening Ruimtelijke Ordening Online (RO-Online) de Landelijke voorziening Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (WKPB) de Landelijke voorziening Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION, voorheen Klic)
Pagina 48 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Tevens zijn zij ook afnemer van informatie ook uit basisregistraties. In het kader van de werkzaamheden die het Kadaster vervult (zowel de wettelijke taak als de beheer taken) hebben zij uitgebreide ervaring met projecten en implementatietrajecten. Met het Kadaster is gesproken over hun visie en ambitie ten aanzien van de LV WOZ. Samengevat brengt het Kadaster naar voren dat de situatie rondom de openbaarheid van het waardegegeven een belangrijke sleutel is voor de te kiezen oplossing. Is deze openbaarheid beperkt dan ziet het Kadaster een beperkte toegevoegde waarde voor een landelijke voorziening ten opzichte van de huidige situatie. De registraties en landelijke voorzieningen bij het Kadaster hebben openbaarheid als belangrijkste kenmerk. Ook de governancestructuur hiervan (de verschillende beheeroverleggen) is op openbaarheid geënt. Is de openbaarheid niet beperkt dan ziet het Kadaster veel meer toegevoegde waarde voor een LV WOZ. Belangrijke aandachtpunten voor een landelijke voorziening zijn verder de financiering (budget of tarief) en de inhoud (alleen ontsluiting van de waarde of ook alle koppelingen). Het Kadaster heeft zeer grote interesse om in de rol van afnemer de WOZ gegevens ter beschikking te krijgen. Dat vergt wel dat het Kadaster met die gegevens in de dienstverlening iets kan, dus dat die gegevens openbaar zijn. Dat is momenteel niet het geval. Het Kadaster is van mening dat een LV WOZ goed past bij zijn taken en ervaringen, maar dat het niet in de positie is om deze taak te claimen, daarnaast signaleert het inhoudelijk nog wel hobbels. 7.6 LV WOZ als onderdeel van Logius Logius is als potentiële partij genoemd waar de LV WOZ zou kunnen worden aangehaakt. Verkend is wat de mogelijkheden zijn. Geverifieerd is of de onderzoeksaanpak LV WOZ en de concretisering van de LV WOZ voldoende in het concept rapport is beschreven om Logius te kunnen laten beoordelen of de LV WOZ strategisch binnen de visie en missie van Logius past. Het conceptrapport is voorafgaande aan het gesprek aan Logius ter beschikking gesteld. Logius vond het conceptrapport voldoende duidelijkheid geven. In de aanpak is niet alleen aandacht voor de ontwikkeling en implementatie van de LV maar ook voor het in exploitatie en beheer brengen van de LV. Dat is van groot belang. Logius richt zicht op het beheren van de generieke voorzieningen van het stelsel van basisregistraties. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in; • In beheer nemen; • Exploitatie en beheer; • Doorontwikkeling; • Stimuleren van gebruik maken van de voorziening (raakt implementatiestrategie). Logius is vooral een regieorganisatie. Het feitelijke exploitatie en beheer is uitbesteed aan marktpartijen. Geconstateerd is dat de LV WOZ geen generieke voorziening is en derhalve niet lijkt te passen binnen de activiteiten van Logius. Bovendien heeft Logius het de komende jaren erg druk met het in beheer nemen van de generieke voorzieningen. Dat vergt veel inspanningen en focus. Het is niet verstandig de aandacht te richten op onderwerpen die niet tot het primaire terrein behoren van Logius.
Pagina 49 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Het gesprek is tevens benut om meer zicht te krijgen op de feitelijke realisatie van de generieke voorzieningen ten behoeve van het stelsel van basisregistraties. Digikoppeling is gepland in het eerste kwartaal 2011, Digilevering is medio 2011 gepland. Digimelding is minder duidelijk omdat opnieuw de functionele eisen in discussie zijn. Deze planning spoort met de hoofdfasering van de LV WOZ uitgaande van een ontwikkeltraject van ca één jaar en een implementatietraject van eveneens één jaar. Op een aantal punten is het goed om in het vervolgtraject met Logius contact te blijven houden; • Logius heeft veel ervaring met implementatie; • Voor de werking van de LV WOZ moeten de generieke voorzieningen bij gemeenten en afnemers zijn/worden geïmplementeerd. Op dit punt kan samen worden opgetrokken; • Logius is goed op de hoogte van de ontwikkelingen (ook op het gebied van de planning); • Omdat het WOZ domein zo goed is uitgewerkt, kan het een onderdeel van het stelsel van basisregistraties zijn dat relatief eenvoudig in werking is te brengen. Dat geeft een dubbele impuls (aan de kant van het gehele stelsel en aan het domein van de WOZ). 7.7 LV WOZ als onderdeel van de Waarderingskamer De Waarderingskamer is een zelfstandig bestuursorgaan met een publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid. De politieke verantwoordelijkheid ligt bij de Minister van Financiën. De missie van de Waarderingskamer is " het bevorderen van het vertrouwen in een adequate uitvoering van de Wet WOZ". De taken van de Waarderingskamer zijn: Toezicht op de werkzaamheden van gemeenten; waardebepaling van woningen en niet-woningen; waardevaststelling bij beschikking; uitvoering van de basisregistratie (en daarmee ook op de LV WOZ); gegevensuitwisseling aan afnemers; Het adviseren van de Staatssecretaris van Financiën over: de wet en regelgeving, alsmede het beleid; ontwikkelingen in de omgeving van de WOZ. Het bieden van overlegplatform voor: de uitvoering van de waardebepaling; de ontwikkeling van expertise op het terrein van de waardebepaling; de informatievoorziening; het gebruik van WOZ-waarden in de maatschappelijke context; benchmarking. De Waarderingskamer kiest bij de invulling van haar (toezichthoudende) taken bij voorkeur een proactieve benadering. Daarbij wordt veelal gekozen voor preventief toezicht in de vorm van proactief handelen aan de voorkant boven repressief toezicht via afrekenen achteraf. Het proactief handelen gebeurt onder andere door het faciliteren en ondersteunen van gewenste vernieuwingen die het WOZ-proces kunnen optimaliseren.
Pagina 50 van 62
Landelijke voorziening WOZ
De Waarderingskamer heeft vanuit haar rol over alle aspecten van de WOZ veel kennis opgebouwd, overziet goed het veld en onderhoudt relaties met alle relevante spelers omdat die zijn vertegenwoordigd in het overlegplatform. Met het bestempelen van de WOZ als basisregistratie is de WOZ een onderdeel van het stelsel van basisregistraties. Het is het daarom voor de Waarderingskamer geen vraag of de LV WOZ moet worden gerealiseerd. Zij ziet de LV WOZ als een logisch voortvloeisel van het aanwijzen van de WOZ als basisregistratie. Dat hangt samen met: • het concept van de basisregistratie (landelijk verzamelen, ontsluiten van de WOZ-gegevens en terugkoppelen) vergt een LV; • de uitgangspunten van de vastgestelde Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA, parallel aan de architectuur voor gemeenten: GEMMA) vergt een overgang naar servicegerichte informatie-uitwisseling tussen overheden. Deze vastgestelde uitgangspunten voor de ICT-ontwikkelingen binnen de overheden zijn voor de WOZ-keten alleen realiseerbaar met een landelijke voorziening; • de informatievoorziening bij de overheid zal de komende periode doelmatiger moeten worden. Het zo breed mogelijk toepassen van onder andere open standaarden is daarbij een beleidslijn die geldt voor de gehele overheid, die ook in het WOZ-domein moet worden geïmplementeerd. Het bestaande uitwisselingsformaat is een gesloten sectorale standaard. De realisatie van de LV WOZ biedt de mogelijkheid om open standaarden op de lijst van het Forum voor Standaardisatie (comply or explain) ook in de WOZ-keten te implementeren (onder andere StUF); • De WOZ-processen zelf worden aangepast in verband met de komst van andere basisregistraties zoals de BAG. Dit vereist ook aanpassing van de met de afnemers uit te wisselen gegevens. Het huidige Stuf-WOZ uitwisselingsformaat dateert van voor de komst van de basisregistraties en houdt daar geen rekening mee. • de Rijksoverheid investeert in generieke voorzieningen voor het stelsel van basisregistraties (Digikoppeling, Digilevering, Digimelding). Deze voorzieningen krijgen hun toepassing bij alle basisregistraties. Het toepassen van de voorzieningen op de BR WOZ is alleen mogelijk, wanneer er sprake is van een LV WOZ. Ook de andere basisregistraties werken immers volgens dat centrale uitwisselingsmodel. Wanneer in de WOZ-keten geen gebruik wordt gemaakt van een landelijke voorziening, zullen binnen de WOZ-keten zelf de nodige voorzieningen getroffen en beheerd moeten worden voor (beveiligd) uitwisselen van informatie, mutaties en het doen en ontvangen van terugmeldingen; • De Waarderingskamer vindt de ontwikkeling van het stelsel van basisregistraties positief. De kwaliteit van de gegevens neemt toe, is actueel en 7x24 uur bereikbaar, de wijze waarop gegevens worden gekoppeld wordt geoptimaliseerd, de ontsluiting van doelgroepen wordt verbeterd en de doelmatigheid in het stelsel (gegevens genereren, beschikbaar krijgen en ontsluiten) neemt toe. Vanuit de toezichthoudende rol vindt de Waarderingskamer die ontwikkeling van belang. Volgens de Waarderingskamer kan de LV WOZ een "vliegwielfunctie" vervullen binnen het stelsel. Er is immers sprake van een intensieve informatieuitwisseling waarbij gegevens uit veel basisregistraties zijn betrokken. Ook zijn veel organisaties uit alle bestuurslagen bij de uitwisseling betrokken. Daarmee is mogelijk sprake van voldoende "kritieke massa” om de toepassing van open standaarden en het toepassen van de generieke voorzieningen ook daadwerkelijk ingevoerd te krijgen.
Pagina 51 van 62
Landelijke voorziening WOZ
De Waarderingskamer onderkent dat gezien de taken van de Waarderingskamer en de aanwezige kennis zij per definitie een rol heeft. Deze rol is de afgelopen jaren ook opgepakt. De Waarderingskamer heeft de inhoudelijke definitie van de BR WOZ (catalogus) vastgesteld en zij heeft in samenwerking met de partijen betrokken bij het Convenant Sectormodel WOZ de specificaties voor de LV WOZ (als onderdeel van StUF woz 03.11) voorbereid. De rol van het functioneel beheer van de BR WOZ en daarmee het functioneel beheer van de LV WOZ sluit goed aan bij de rol van de Waarderingskamer die zij als samenwerkingsverband tussen de overheidspartijen in de WOZ-keten tot op heden heeft vervuld. Het voortzetten van dit functioneel beheer door de Waarderingskamer wordt dan ook als logisch gezien. Doorgesproken wordt over de suggestie die in de Stuurgroep LV WOZ naar voren is gebracht om de Waarderingskamer ook de ontwikkeling van de LV WOZ te laten trekken. De Waarderingskamer is zelf nog niet tot een finale afweging gekomen. De volgende elementen spelen daarbij mee: • de Waarderingskamer wil graag in tempo een LV WOZ gerealiseerd zien. Zij denken dat de kennis en kunde voor het formuleren van wat de LV WOZ goed is geborgd in de Waarderingskamer en bij het secretariaat van de Waarderingskamer, mede gezien de activiteiten op het terrein van het functioneel beheer van de Basisregistratie WOZ en de deelname aan de diverse gremia van het stelsel van basisregistraties; • de Waarderingskamer ziet het realiseren van een LV WOZ als een uitdaging. Tegelijkertijd wordt onderkend dat indien onder verantwoordelijkheid/sturing van de Waarderingskamer het ontwikkeltraject van een LV WOZ vertraging zou oplopen en/of de werking van de LV WOZ wordt bekritiseerd, het gezag van de Waarderingskamer kan worden geschaad; • bezien moet worden op welke wijze (onder welke voorwaarden) de Waarderingskamer de rollen kan onderscheiden. De lijn zou kunnen zijn dat het ministerie van Financiën opdrachtgever is, de Waarderingskamer gedelegeerd opdrachtgever, een klein projectteam wordt gevormd die wel ondergebracht wordt bij de Waarderingskamer maar organisatorisch een aparte ophanging heeft. Indien niet wordt doorgedelegeerd stuurt het ministerie van Financiën direct het projectteam aan. Rol van het projectteam is de opdracht aan een inbestedende partij formuleren en gedurende de realisatiefase de opdrachtgeversrol helpen invullen, dan wel de aanbesteding voorbereiden en in dat traject de rol van opdrachtgever invulling geven; • aan de hand van het plaatje wat er moet gebeuren om de LV werkend te krijgen (ontwikkelen, in exploitatie en beheer brengen en aansluiten van gemeenten) en welke partijen een rol zouden kunnen spelen (Kadaster, DataLand, marktpartijen) wordt geconstateerd dat voor het formuleren van een opdracht voor ontwikkeling van de LV of het formuleren van het programma van eisen voor een aanbestedingstraject op basis van de nu beschikbare specificaties nog wel enige voorbereidingstijd nodig is om het programma van eisen voldoende "smart" te maken; • ten aanzien van de in de BC genoemde organisaties (Kadaster en DataLand) wordt geconstateerd dat beide aantrekkelijke partners kunnen zijn. Dit gezien hun betrokkenheid bij het stelsel en hun betrokkenheid bij gemeenten. Er zijn echter geen omstandigheden die maken dat uitsluitend deze partijen succesvol een LV WOZ zouden kunnen realiseren. Op basis van specificaties zou de LV WOZ ook door een willekeurige marktpartij gerealiseerd kunnen worden. Een open aanbestedingsprocedure is een optie die zeker in de beschouwing moet
Pagina 52 van 62
Landelijke voorziening WOZ
worden betrokken c.q. uit aanbestedingsrecht onvermijdelijk kan zijn. Ten aanzien van aanbesteding/inbesteding (en de wijze waarop dat met het Kadaster uitwerkt en voor DataLand mogelijk is) moet op een aantal aspecten juridische toetsing plaatsvinden. 7.8 Afwegingskader alternatieven Uit de gesprekken met de organisaties kan worden geconcludeerd dat de Belastingdienst en Logius afvallen als kandidaat, omdat beide organisaties het ontwikkelen en in exploitatie en beheer krijgen van een LV niet vinden passen in hun primaire taken. Ten aanzien van de Waarderingskamer kan worden geconcludeerd dat deze organisatie een belangrijke rol kan spelen in het verder brengen van de LV. Dat geldt in de rol van gedelegeerd opdrachtgever naar inbestedende partijen of markt. Niet als organisatie waar de LV “draait”. Er resteren derhalve drie alternatieven. In de stuurgroep is aan de hand van het plaatje wat er moet gebeuren om de LV werkend te krijgen (ontwikkelen, in exploitatie en beheer brengen en aansluiten van gemeenten) en welke partijen een rol zouden kunnen spelen (Kadaster, DataLand, marktpartijen) gesproken over de mogelijkheden. Kadaster en Stichting DataLand zijn organisaties die in potentie de rol van LV zouden kunnen vervullen. Het zijn twee verschillende type organisaties waarbij een aantal aspecten nadere verdieping vragen. Een derde alternatief is de ontwikkeling van de LV en/of E&B via aanbesteding aan marktpartijen te gunnen. Het kan ook een mengvorm zijn waarbij de ontwikkeling via aanbesteding loopt en E&B (inclusief ondersteuning) wordt ondergebracht bij een overheidsdienst. Geconstateerd wordt dat voor het formuleren van een opdracht voor ontwikkeling van de LV voor een inbestedende partij of het formuleren van het programma van eisen voor een aanbestedingstraject op basis van de nu beschikbare specificaties nog wel enige voorbereidingstijd nodig is om het programma van eisen voldoende "smart" te maken. Op een aantal (aanbestedingsrechtelijke) aspecten moet juridische toetsing plaatsvinden. De stappen die nodig zijn om de LV onder te brengen bij genoemde partijen c.q. naar de markt, passen in de planning zoals bij 6.9 gegeven.
Pagina 53 van 62
Landelijke voorziening WOZ
8
Bijlagen
8.1
Geïnterviewde personen
Organisatie
Persoon
Functie
Min Financiën
Theo Poolen Annette Deckers Gert Kok Jeanette Groenman Wendy Nolten Harry Roumen Peter Pronk Maarten Slot Michel van Meeteren Frits Arents Michel Siebes Paul Zeef Ronald Koorenaar John de Kooter Jan Moelker Rob Evelo Noud Hooyman
MO DGBEL Directeur Directe Belastingen DGFZ Beleidsmedewerker DGBEL Beleidsmedewerker DGFZ Beleidsmedewerker DGFZ Bedrijfsvoering cluster ICT DGBEL Belastingdienst B/CA Belastingdienst B/CA Belastingdienst B/CA Belastingdienst B/CA Programmamanager Renoir Projectleider Renoir Senior adviseur Programmamanager modernisering GBA Coördinerend beleidsmedewerker DGBK Senior beleidsmedewerker RO
Jan Gieskes Ruud Kathmann Caspar Remmers Robbert Verkuijlen Arnold Kloeke Skitz Fijan, Jan Thomas Ruud van Esch Marianne Krug Rene IJpelaar en Lex Groenveld Rikus van Loon Gerard Hagenbeek Maarten Alders Willem Regeer
Secretaris
DG Bel
ICTU
Ministerie BZK Ministerie van VROM Waarderingskamer
VNG Gemeenten Unie van Waterschappen Waterschapshuis Waterschappen CBS
gemeente Zoetermeer gemeente Zaanstad
Hefpunt Waternet
Kadaster
Jan Stufken
HEC
Piet de Kam
Senior adviseur
DWR
Geert Gerritse
was interim plv. directeur
Stichting DataLand
Michiel Jellema
Directeur
Buck Consultans
Aniel Ramawadh
Partner
Pagina 54 van 62
Landelijke voorziening WOZ
8.2
Gehanteerde aannames Business Case LV WOZ
Bij het opstellen van een businesscase worden aannames gebruikt die de werkelijke en toekomstige situatie zo goed mogelijk benaderen. De gebruikte aannames/uitgangspunten zijn hieronder weergegeven.
Algemene aannames
De looptijd van de businesscase LV WOZ is 10 jaar, van 2011 tot 2020; Uitkomsten businesscase zijn weergegeven in contante waarde 2010; Discontovoet van 2,5% (risico vrije investering).
Specifieke LV WOZ aannames Hierbij maken we onderscheid tussen de kosten en baten van het project. Kosten
Investeringskosten zijn onderscheiden voor het opzetten van de LV WOZ voor het Ministerie van Financiën, de gemeenten, de belastingdienst en waterschappen;
Tevens zijn er kosten in beeld gebracht voor het uitvoeren van conformiteitstoetsen (kosten 2.000 euro) en aansluittoetsen (kosten per toets 1.000 euro) voor alle gemeenten;
Voor de kosten van de beheerorganisatie is uitgegaan van een omvang van 5,5 fte en is gerekend met DAR-tarieven variërend van schaal 7 tot en met schaal 12 (naar gelang de functie);
Voor jaarlijks onderhoud is 20% van de investeringskosten als uitgangspunt genomen (zowel voor het centrale beheer als bij de gemeenten, belastingdienst en waterschappen);
Na 5 jaar vindt er een grootschalige systeemupdate plaats (50% van de investeringskosten).
Baten Er is rekening gehouden met wegvallende kosten bij gemeenten en afnemers in verband met wegvallen handeling Stuf WOZ bestanden, uitgangspunten hierbij zijn:
Aantal gemeenten in 2011: 406; Aantal leveringen per jaar: 12; Aantal afnemers per gemeente: 2; Aantal gemeenten met meerdere waterschappen: 80; Gehanteerd DAR-tarief: 58 euro (schaal 8); Verwerking bestanden: gemeenten 1,5 uur per bestand (levering aan waterschappen, belastindienst, CBS), waterschappen 3 uur per bestand (verwerken en rappelleren), belastingdienst 2,3 uur per bestand (uitnodigen en verwerken) en het CBS 1 uur per bestand.
Pagina 55 van 62
Landelijke voorziening WOZ
Uitgangspunten bij de baat wegvallende kosten bij gemeenten en notariaat/financiële instellingen in verband met wegvallen telefonische bevragingen (zie ook bijlage 3 onderbouwing aannames nieuwe toetreders):
Aantal woningtransacties: 150.000 Opvragingen door het notariaat: 100%; Opvragingen banken: 70%; Opvragingen verzekeringen: 30%; Duur verwerking per opvraging: 6 minuten; Gehanteerd DAR-tarief: 52 euro (schaal 7).
Uitgangspunten bij de baat wegvallende kosten bij belastingdienst, waterschappen en CBS in verband met accountmanagement:
Aantal gemeenten: 406; Inzet accountmanagement waterschappen: 3 uur per gemeente per jaar; Inzet accountmanagement belastingdienst: 3 uur per gemeente per jaar; Inzet accountmanagement CBS: 0,9 uur per gemeente per jaar; Gehanteerd DAR-tarief voor waterschappen en het CBS is: 73 euro; Gehanteerd DAR-tarief voor de belastingdienst is: 81 euro.
Pagina 56 van 62
Landelijke voorziening WOZ
8.3
1.
Bijlage 3 onderbouwing aannames nieuwe toetreders
Inleiding In de businesscase Landelijke Voorziening WOZ zijn aannames opgenomen over het aantal raadplegingen dat het notitariaat, banken en verzekeraars zullen doen. Deze aannames worden in deze notitie nader onderbouwd.
2.
Nieuwe afnemers In het Besluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken is bepaald dat de volgende nieuwe afnemers met ingang van 1 januari 2010 toegang hebben gekregen tot de WOZ waarden van woningen: -
-
het notariaat, in het kader van de bestrijding van vastgoedcriminaliteitten behoeve van het vergelijken met een taxatiewaarde, dan wel het vergelijken met een aan- of verkoopprijs; het CBS (was officieus al afnemer, maar is nu geformaliseerd); Het bureau Ontnemingswetgeving ten behoeve van het zicht krijgen op waarden van in beslaggenomen onroerende zaken; Verzekeraars en aanbieders van hypothecair krediet ten behoeve van het met de veronderstelde waarde van een aan een financieringsaanvraag ten grondslag liggend waardeobject.
Het CBS wordt in het kader van deze notitie gezien als bestaande gebruiker en derhalve verder buiten beschouwing gelaten.
3.
Aannames
3.1.
Uitgangspunt aantal woningtransacties Aangenomen is dat de nieuwe gebruikers in hoofdzaak in een WOZ waarde zijn geïnteresseerd rond het moment dat een woningtransactie plaatsvindt. Dit betekent dat het aantal woningtransacties in een jaar een bepalende factor is. In de navolgende grafiek is het aantal woningtransacties door de jaren heen uitgezet. Zichtbaar is dat het aantal woningtransacties de afgelopen periode sterk is gedaald. Het is echter aannemelijk dat in de periode van 10 jaar waarover de businesscase zich uitstrekt, het aantal transacties ook weer zal aantrekken. In de periode tot 2202 tot en met 2008 schommelde het aantal woningtransacties rond de 190 a 200.000 transacties. In 2009 lag dit aantal op nog geen 130.000. In de businesscase is er daarom voorzichtigheids halve van uitgegaan dat het aantal transacties in de komende 10 jaar gemiddeld 150.000 transacties zal bedragen.
3.2.
Percentage gebruik per nieuwe afnemer Het notariaat vormt een belangrijke schakel in het verkrijgen van rechtzekerheid rond vastgoedtransacties. De notaris moet onder andere Pagina 57 van 62
Landelijke voorziening WOZ
vaststellen dat er wilsovereenstemming is tussen de partijen die de transactie aangaan en hij moet ervoor waken dat de transactie niet is opgezet met het oog op het plegen van fraude. Het vergelijken van de overeengekomen transactieprijs met de onafhankelijk daarvan vastgestelde WOZ waarde vormt een eenvoudige manier om een mogelijke afwijking tussen transactieprijs en marktwaarde signaleren. De notaris kan vervolgens bij partijen daarop attenderen danwel doorvragen. Het notariaat behoort tot de overheid, waarvoor het gebruik van basisregistraties verplicht is. Aangenomen wordt dat het notariaat, mits een toegankelijk infrastructuur beschikbaar is in alle gevallen een dergelijke verificatie zal gaan uitvoeren (100%). Aanbieders van hypothecair krediet zullen met name de WOZ waarden opvragen indien zij meer zekerheid willen over de waarde van het onderpand. Op basis van een vergelijking tussen de WOZ waarde en de gevraagde financiering is eenvoudig vast te stellen of een individuele taxatie van het object voor het verkrijgen van aanvullende zekerheid alsnog noodzakelijk is. Boven wordt de uitkomst van de taxatie met de WOZ-waarde vergeleken, waarbij een verklaring voor het verschil aan de taxateur kan worden gevraagd. In groot aantal gevallen zal door kennisneming van de WOZ waarde de risico-inschatting van de hypotheeknemers afgerond worden (bijvoorbeeld bij tweede hypotheken). Maatschappelijk wordt daarmee bespaard de kosten van individuele taxaties. De woningeigenaren hoeven deze voorheen gebruikelijke taxaties (ruwweg € 400 per taxatie) immers niet meer te laten uitvoeren. In de businessecase zijn deze laatste besparingen op taxatiekosten buiten beschouwing gelaten, omdat ze niet direct aan de LV-WOZ kunnen worden toegerekend. Niet bij elke woningtransactie de WOZ waarde opgevraagd hoeven de worden bijvoorbeeld om dat geen hypothecair krediet wordt aangevraagd, of omdat vooraf duidelijk is dat tocht een individuele taxatie moet worden uitgevoerd. Om die reden gaan we er van uit dat op de langere termijn hooguit bij 70% van de transactie een dergelijke opvraging plaatsvindt. In de sfeer van de verzekeringen gaat het in hoofdzaak om het risico bij opstalverzekeringen en dergelijke. Door vergelijking met de WOZ waarde kan de verzekeraar een goede inschatting krijgen van de waarde van het verzekerde object. Wij hebben op zich onvoldoende kennis van deze markt om nauwkeurig in te schatten in welke mate zij in de toekomst dergelijke vergelijkingen wil uitvoeren. Voorzichtigheidshalve gaan we ervan uit dat dit bij 30% van de transacties (moment voor het afsluiten van dergelijke verzekeringen) het geval zal zijn. Daarnaast zullen dergelijke verzekeringen worden afgesloten als een woningeigenaar zijn verzekering bij een andere verzekeraar onderbrengt, vanwege premie of dekking. De mate waarin dergelijke wisselingen optreden kennen we niet en hebben we buiten beschouwing gelaten.
3.3.
Ingroei gedurende 5 jaar Gemeenten geven aan wel al de nodige vraag van het notariaat te krijgen, maar nog niet of nauwelijks van banken en verzekeraars. Het gaat hier om nieuwe gebruikers die in 2010 zijn toegelaten. Dit Pagina 58 van 62
Landelijke voorziening WOZ
betekent dat het proces van bekendwording en verandering van werkwijzen nog in volle gang is. We gaan ervan uit dat het ten minste 5 jaar duurt alvorens de vraag van deze nieuwe partijen volledig tot ontwikkeling is gekomen. Op dit moment is het nog vrij gebruikelijk dat banken en verzekeraars kopieën van beschikkingen van belanghebbenden vragen.
3.4.
Telefonische afhandeling ten opzichte van raadpleging Landelijke Voorziening In de businesscase wordt telefonische afhandeling vergeleken met het raadplegingen van WOZ waarden via de landelijk voorziening. Daarbij wordt gerekend met een gemiddelde gesprekduur van 6 minuten, inclusief afhandeling, aan beide zijden van de telefoonlijn (gemeente en afnemer). Het is de vraag hoe de praktijk zich zal ontwikkelen. Bij een dergelijke toename van de de vraag is het aannemelijk dat gemeenten eigen oplossingen zullen gaan ontwikkeling om aan de vraag tegemoet te kunnen komen met minder arbeidsinspanning. Door het uitblijven van de Landelijke Voorziening WOZ ontstaan al her en der dergelijke situaties. Dataland vervult ook een rol richting nieuwe toetreders. Gezien de vele mogelijkheden is een inschatting moeilijk te maken.
Pagina 59 van 62
Landelijke voorziening WOZ
8.4
Vragen Business Case
Ten behoeve van het onderzoek naar de LV WOZ wordt een BC opgesteld. De scope van de BC betreft de ontsluiting van de gevraagde informatie voor de verschillende doelgroepen. Het betreft hier uitsluitend de gevolgen van het dataverkeer van de leverende partij (gemeente) en de ontvangende partij (doelgroepen). Dit betekent dat het waarderen en registreren voor de gemeenten in de ist- en sollsituatie gelijk blijven. Ook de wijze waarop de doelgroepen/klanten omgaan met de gevraagde informatie valt buiten de scope. Om de benodigde gegevens te verzamelen doen we een onderzoek naar de huidige situatie ('Ist') en de toekomstige situatie in geval er een LV WOZ bestaat ('Soll'). Bijgevoegd is de vragenlijst t.b.v. gemeenten. De vragenlijst is per doelgroep specifiek gemaakt.
Pagina 60 van 62
De scope van de BC betreft de ontsluiting van de gevraagde informatie door de verschillende doelgroepen. Het betreft hier uitsluitend de gevolgen van het dataverkeer van de leverende partij (gemeente) en de ontvangende partij (doelgroepen). Dit betekent dat het waarderen en registreren voor de gemeenten in de Ist- en Soll-situatie gelijk blijven. Ook de wijze waarop de doelgroepen/klanten omgaan met de gevraagde informatie valt buiten de scope. Vragenlijst Gemeenten
Ist-situatie (gemeentelijke
Soll-situatie (landelijke
ontsluiting)
ontsluiting)
Processen 1.
Welke handelingen/procedures worden door de gemeenten gevolgd voor de oplevering van gevraagde informatie?
Producten en diensten 2.
Hoeveel verzoeken krijgt een gemeente per doelgroep per jaar?
3.
Hoeveel tijd besteedt een gemeente per verzoek per doelgroep?
4.
Binnen welke termijn ontvangt een klant/doelgroep een reactie?
5.
Hoe ervaren de klanten de huidige dienstverlening?
6.
Wat is de integrale kostprijs van de ontsluiting van de gevraagde informatie?
Mens en Organisatie 7.
Hoeveel fte is betrokken bij de ontsluiting?
8.
Hoe is de groep samengesteld qua leeftijd, geslacht, dienstjaren en salaris?
9.
Wie is verantwoordelijk voor het personeel?
10. Wie is verantwoordelijk voor de (kwaliteit van de) dienstverlening? 11. Is er sprake van een opdrachtgever en opdrachtnemer? Wie vervullen deze rollen? Techniek gemeenten 12. Welke ICT-systemen worden gebruikt voor de ontsluiting? 13. Wat zijn de kosten van aanschaf van de ICT-systemen en wanneer moeten ze worden vervangen? 14. Wat zijn de jaarlijkse beheerkosten qua mensen, licenties en leverancier voor de ICT-systemen?
rapport LV WOZ - versiedef14dec10
pag. 61 van 62
Veranderopgave
Vragenlijst Belastingdienst/ waterschappen/CBS
Ist-situatie (gemeentelijke ontsluiting)
Processen 15. Welke handelingen/procedures worden door de doelgroepen gevolgd bij het ontvangen en opslaan van de gevraagde informatie? Mens en Organisatie 16. Hoeveel fte is betrokken bij het ontvangen en opslaan? 17. Hoe is de groep samengesteld qua leeftijd, geslacht, dienstjaren en salaris? 18. Wie is verantwoordelijk voor het personeel? 19. Wie is verantwoordelijk voor de (kwaliteit van de) afnemende processen? 20. Is er sprake van een opdrachtgever en opdrachtnemer? Wie vervullen deze rollen? Techniek Belastingdienst 21. Welke ICT-systemen worden gebruikt voor ontvangen en opslaan van de informatie? 22. Wat zijn de kosten van aanschaf van de ICT-systemen en wanneer moeten ze worden vervangen? 23. Wat zijn de jaarlijkse beheerkosten qua mensen, licenties en leverancier voor de ICT-systemen?
rapport LV WOZ - versiedef14dec10
pag. 62 van 62
Soll-situatie (landelijke ontsluiting)
Veranderopgave