Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Burgerschap en Informatiebeleid Afdeling Interactie, cluster Regeldruk
Advies huwelijksbevoegdheidsverklaring
Inhoudsopgave 1. Inleiding ....................................................................................................................................... 3 2. Deelvragen 1 t/m 5...................................................................................................................... 4 3. Deelvraag 6: Gemeentelijke Praktijk ........................................................................................ 8 3.1. Verstrekking verklaring .......................................................................................................... 9 3.2. Duitse documenten .............................................................................................................. 11 3.3. Extra bescheiden ................................................................................................................. 11 3.4. Toetsing naar Nederlands recht .......................................................................................... 11 3.5. Hoeveelheid aanvragen ....................................................................................................... 12 3.6. Verwerken aanvraag ........................................................................................................... 12 3.7. Landen ................................................................................................................................. 13 3.8. Feedback ............................................................................................................................. 14 3.9. Alternatief ............................................................................................................................. 14 3.10. Diplomatiek overleg met Duitsland .................................................................................... 14 3.11. Huwelijksbevoegdheid op grond van buitenlands (materieel) recht .................................. 15 4. Deelconclusie ........................................................................................................................... 17 5. Oplossingsrichtingen .............................................................................................................. 18 5.1. Afschaffing verklaring .......................................................................................................... 18 6. Eindconclusie en oplossingsrichting .................................................................................... 20 Bijlagen: 1 2 3 4 5
Model verklaring van huwelijksbevoegdheid Uitleg begrippen en landenbeschrijvingen Overzicht landen partij bij de Overeenkomst Overzicht landen niet partij bij de Overeenkomst Vragenlijst gemeenten
2
1. Inleiding Op basis van de Overeenkomst betreffende de afgifte van een verklaring van 1 huwelijksbevoegdheid (hierna: de Overeenkomst) van de Internationale Commissie van de Burgerlijke Stand wordt aan Nederlanders die in het buitenland willen huwen een verklaring van huwelijksbevoegdheid (hierna ook: verklaring) verstrekt. Deze verklaring, die in Nederland op grond van artikel 1:49a van het Burgerlijk Wetboek wordt verstrekt, wordt door veel gemeenten als overbodig beschouwd. In het kader van de vermindering van regeldruk heeft de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gevraagd te onderzoeken of de verklaring van huwelijksbevoegdheid kan worden afgeschaft. De verklaring zou tot onnodige administratieve lasten voor de burger leiden. Dit vormde aanleiding voor BZK om USG Legal Professionals (voorheen: USG Juristen) opdracht te geven om een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheid en de wenselijkheid van de afschaffing van de verklaring. In het overleg van 25 september 2012 tussen BZK, USG en de NVVB, heeft USG haar voorlopige conclusie gepresenteerd met betrekking tot de afschaffing van de verklaring van huwelijksbevoegdheid. De voorlopige conclusie van USG was dat de verklaring niet afgeschaft zou moeten worden, omdat dit contrair is aan de oorspronkelijke doelstelling, namelijk het verminderen van administratieve lasten. Daarnaast was er ook een politieke overweging om de verklaring niet af te schaffen. Dit als gevolg van de door Nederland ondersteunde EU-doelstelling over vrij verkeer van openbare documenten en de erkenning van de gevolgen van akten van de burgerlijke stand binnen de EU. Deze conclusie werd niet gedeeld door de NVVB (met uitzondering van de politieke afweging), omdat de verklaring in de praktijk wel tot lasten voor de burger zou leiden. Daarom is besloten dat nader onderzoek door USG nodig was. De hoofdvraag voor het vervolgonderzoek was als volgt: ‘Wat wordt de te kiezen oplossing om de administratieve lasten te verlichten in het kader van de verklaring van huwelijksbevoegdheid?' Ter beantwoording van deze hoofdvraag zijn voorts zes deelvragen geformuleerd, waarvan de eerste vijf vragen betrekking hebben op de functie van de verklaring en de landen die hierom vragen. De laatste deelvraag is gericht op de Nederlandse gemeentelijke praktijk. Aan de hand van de antwoorden op deze deelvragen diende een oplossingsrichting gezocht te worden. Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen heeft USG gesproken met de NVVB, gemeenten, internationale instanties en rechtsgeleerden, literatuuronderzoek verricht en contact opgenomen met diplomatieke vertegenwoordigingen van verschillende landen. Op grond van de aldus vergaarde informatie worden de deelvragen in het navolgende beantwoord. Tevens volgt hierover een conclusie en wordt uiteindelijk beargumenteerd dat handhaving van de huidige situatie de beste optie is..
Den Haag, februari 2014
1
Dit verdrag wordt ook wel aangehaald als de 'Overeenkomst van München van 5 september 1980'.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
2. Deelvragen 1 t/m 5 1.
Wat was de functie van de verklaring van huwelijksbevoegdheid voor de aangesloten landen? → kernvraag
De functie van de verklaring is het vaststellen dat een huwelijkspartner die een buitenlandse nationaliteit bezit, voldoet aan de vereisten van huwelijkssluiting die aan deze nationaliteit verbonden zijn. Subvraag: Waarom is de Overeenkomst betreffende de afgifte van een verklaring van huwelijksbevoegdheid (nr. 20) van de Internationale Commissie van de Burgerlijke Stand (hierna:"ICBS") in het leven geroepen? Op grond van het Haags Huwelijksverdrag van 1902, dat geheel op het nationaliteitsbeginsel gebaseerd was, gold tussen lidstaten dat door de autoriteiten van het land waar de betreffende persoon de nationaliteit bezit een verklaring diende te worden afgegeven om aan te tonen dat aan de vereisten van huwelijksbevoegdheid voldaan was. Veel landen hebben het Haags Huwelijksverdrag 1902 na de Tweede Wereldoorlog opgezegd. Hiervoor is het Haags Huwelijksverdrag 1978 in de plaats gekomen. Dit verdrag – dat overigens tot op heden alleen door Nederland, Luxemburg en Australië geratificeerd is – bevat geen bepaling over de verstrekking van een verklaring van huwelijksbevoegdheid. Niettemin zijn veel landen deze verklaring aan hun onderdanen blijven verstrekken, omdat de behoefte hieraan bleef bestaan. Om de documentatie te standaardiseren en de bewijskracht te faciliteren, heeft de ICBS in 1980 de Overeenkomst in het leven geroepen. De Overeenkomst geeft de onderdanen van de aangesloten staten het recht om de verklaring bij de aangewezen autoriteiten aan te vragen, 2 mochten zij dit nodig hebben om in het buitenland te huwen. 3
Een model van de verklaring is bijgevoegd (Bijlage 1). Zoals duidelijk wordt uit het model, is de verklaring tweezijdig: verklaard wordt dat naar Nederlands recht persoon A bevoegd is tot het aangaan van een huwelijk met persoon B in het buitenland. In de Nederlandse praktijk is de persoon A vaak een Nederlander, persoon B een buitenlander en vindt het huwelijk in het land van persoon B plaats. De tweezijdige aard van de verklaring brengt met zich mee dat voor de verstrekking hiervan ook documenten van persoon B benodigd zijn. Zie voor verdere uitleg hierover en achtergronden Bijlage 2.
2 3
Explanatory report, Convention on the issuance of a certificate of legal capacity to marry. Dit model is afkomstig van de gemeente Leiden.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
2.
Hebben de aangesloten landen indertijd expliciet verklaard de (in het buitenland afgegeven) verklaring als enig document om de bevoegdheid tot trouwen te accepteren of was dat een logisch gevolg van aansluiting aan het verdrag oftewel een impliciete verklaring?
De aangesloten landen zijn:
België; Duitsland; Griekenland; Italië; Luxemburg; Moldavië; Nederland; Oostenrijk; Portugal; Spanje; Turkije; Zwitserland.
Deze vraag wordt voor alle aangesloten landen met ‘nee’ beantwoord. Landen hebben niet expliciet verklaard dat zij de verklaring als enig document om de bevoegdheid tot trouwen zouden accepteren. Dit is evenmin een logisch gevolg van de aansluiting bij de Overeenkomst. De verklaring is een extra document dat in bepaalde landen gevraagd wordt, wanneer één of meerdere van de toekomstige huwelijkspartners een buitenlandse nationaliteit bezit. Daarnaast dient voor huwelijkssluiting voldaan te worden aan de vereisten die in de plaats van huwelijkssluiting gelden. Hierbij vindt doorgaans opnieuw een toets plaats op grond van officiële documenten, ook van de buitenlandse partner, in dit geval de Nederlander. 3.
A.
Wordt de huwelijksbevoegdheid van de toekomstige echtgenoten daarnaast op eigen wet- en regelgeving getoetst?
Ten aanzien van de toekomstige echtgeno(o)t(e)(n) waarvoor een verklaring van huwelijksbevoegdheid is afgegeven, wordt de huwelijksbevoegdheid aangenomen. Echter, wanneer gehuwd wordt in het buitenland, dient daarnaast te worden voldaan aan de overige vereisten van het aangaan van een huwelijk die alhier gelden, alvorens het huwelijk voltrokken kan worden. Met andere woorden: het feit dat een verklaring overgelegd is aan de autoriteit van de plaats van huwelijkssluiting, verplicht deze autoriteit niet zonder meer het huwelijk te voltrekken. Er kunnen immers los van de huwelijksbevoegdheid andere huwelijksbeletselen bestaan die in de weg staan van de voltrekking van een huwelijk.
B.
Is in de eigen wet- en regelgeving opgenomen dat de verklaring moet worden overgelegd?
In de meeste landen wel. Of op grond van de wetgeving van het betreffende land een verklaring vereist is, houdt verband met het volgende.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
Huwelijken tussen partners met verschillende nationaliteiten zijn onderhevig aan de regels van internationaal privaatrecht (verder ook: IPR) van het land waar het huwelijk wordt voltrokken. Deze regels, die veelal uit internationale verdragen voortkomen, zijn soms ongeschreven, maar worden steeds meer schriftelijk vastgelegd. In het IPR kan bij huwelijkssluiting aangesloten worden bij de nationaliteit, woonplaats of gewone verblijfplaats van één, dan wel beide toekomstige huwelijkspartners. Veel variaties zijn mogelijk, zoals blijkt uit Bijlage 2, waarin deze informatie uitgebreid is uitgewerkt per land. Recentelijk bestaat een tendens tot favor matrimonii hetgeen betekent dat bij meerdere aanknopingspunten aangesloten kan worden om huwelijkssluiting mogelijk te maken. Deze IPR-beginselen komen ook terug in de wetsbepalingen over huwelijkssluiting in de verschillenden landen. Wanneer het nationaliteitsbeginsel wordt gehanteerd, staat er bijvoorbeeld in het burgerlijk wetboek dat voor het sluiten van een huwelijk voldaan dient te worden aan de voorwaarden die verbonden zijn aan de nationaliteit van ieder der toekomstige echtgenoten. Gesproken wordt ook wel over een ander "personeel statuut" dat van toepassing is. De documenten die overgelegd dienen te worden voor het sluiten van een huwelijk zijn doorgaans in lagere regelingen vastgelegd, en de verklaring van huwelijksbevoegdheid is hier vaak onderdeel van. Zie voor een overzicht hiervan Bijlage 3. Soms wordt in deze lagere regelgeving ook een alternatief gegeven, wanneer een toekomstige huwelijkskandidaat een dergelijke verklaring niet kan verstrekken. Dit alternatief is doorgaans een vrijstelling die bij een regionale (gerechtelijke) instantie aangevraagd dient te worden (zie Bijlage 3). 4.
Als een aangesloten land heeft aangegeven de (in het buitenland afgegeven) verklaring te accepteren en daarvan af te wijken, op welke grond(en) wordt afgeweken van deze acceptatie?
In de praktijk wordt niet afgeweken van de verklaring. De verklaring is de uitkomst van een toetsing op grond van buitenlands nationaal recht (in dit geval Nederlands recht) en houdt in dat beide toekomstige huwelijkspartners op grond van het alhier geldende recht met elkaar mogen huwen. Wanneer een verklaring verstrekt wordt, dan wordt de uitkomst van de toetsing in het ontvangende land als waar aangenomen. Uit het onderzoek bij de gemeenten blijkt ook dat geen enkele ambtenaar van burgerlijke stand terugkoppeling of vragen over de verstrekte verklaring heeft gekregen van enige huwelijkssluitende instantie in het buitenland. Het in bezit hebben van de verklaring is echter niet voldoende om in het buitenland te kunnen huwen. Daarnaast wordt doorgaans nog een toets gedaan op grond van de voorwaarden van huwelijkssluiting die in het land van aangaan van het huwelijk gelden. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 3A. 5.
Op grond waarvan verzoeken landen die niet zijn aangesloten bij het verdrag om een verklaring?
Ter beantwoording van deze vraag is ten eerste gekeken welke niet bij de Overeenkomst aangesloten landen om een verklaring van huwelijksbevoegdheid vragen. Om te achterhalen welke landen het betreft, is in eerste instantie afgegaan op meldingen op verschillende websites over trouwen in het buitenland. Gekeken is naar zowel officiële sites als informatieve fora betreffende internationale huwelijkssluiting. Verondersteld werd dat het in ieder geval ging om de volgende landen:
Marokko; Noorwegen; Brazilië;
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
Rusland; (De Volksrepubliek) China; Mongolië.
Deze lijst is met behulp van het adviesbureau van de NVVB uitgebreid tot 10 landen. Gekeken is met betrekking tot welke landen in het recente verleden een adviesaanvraag van gemeenten is binnengekomen met betrekking tot een verklaring van huwelijksbevoegdheid. Bij de selectie van deze landen is daarnaast gekeken naar nabijheid, grootte, en intensiteit van de betrekkingen met Nederland. De lijst met landen niet bij de Overeenkomst aangesloten, is voorts uitgebreid met:
Frankrijk; Roemenië; Polen; Thailand.
Deze landen zijn meegenomen in het onderzoek. Onderzoek naar deze landen door middel van raadpleging van de wetteksten, literatuur en informatie van de diplomatieke vertegenwoordigingen van de betreffende landen, wijst uit dat niet in alle geselecteerde landen een verklaring van huwelijksbevoegdheid een wettelijk vereiste is om de huwelijksbevoegdheid van de buitenlandse aanstaande echtgenoot aan te tonen (Bijlage 2). Bovendien gaat het, wanneer in de wet staat dat een verklaring van huwelijksbevoegdheid overgelegd dient te worden, vaak niet om een verklaring in de zin van de Overeenkomst. In veel gevallen is deze verklaring bij het Nederlandse consulaat aan te vragen. Navraag bij de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in deze landen leert dat deze verklaring veelal neerkomt op een eenzijdige verklaring van ongehuwd zijn van de Nederlander. De aan te leveren documenten (niet van de partner) zijn hierom aanzienlijk minder dan wanneer een tweezijdige verklaring in de zin van de Overeenkomst wordt aangevraagd. In enkele gevallen kon de politieke vertegenwoordiging van het land in Nederland overigens geen uitsluitsel geven over de documenten die benodigd zijn voor een huwelijk in hun jurisdictie en werd doorverwezen naar de plaatselijke huwelijkssluitende instantie. Zie voor een overzicht met betrekking tot de landen die geen partij zijn bij de Overeenkomst Bijlage 4. Een mogelijke afschaffing van de verklaring, door opzegging van de Overeenkomst zal daarom naar verwachting weinig gevolgen hebben voor de huwelijken die in de niet bij de Overeenkomst aangesloten landen worden gesloten.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
3. Deelvraag 6: Gemeentelijke Praktijk 6.
Wat is de praktijk inzake de verklaring in de Nederlandse gemeenten?
Er zijn interviews afgenomen bij een aantal, in overleg met de NVVB geselecteerde, gemeenten. Bij de selectie voor deze steekproef is gekeken naar: a. het aantal inwoners van een gemeente: 2xG4-gemeente; 2 gemeenten met > 100.000 inwoners; 4 gemeenten met < 100.000 inwoners. b. aanvullende criteria: Gemeenten actief bij de NVVB; Gemeenten aangesloten bij ketenpartneroverleg; Overige gemeenten. De uitkomsten van deze steekproef worden indicatief geacht voor de praktijk in de Nederlandse gemeenten. In samenwerking met de NVVB is een vragenlijst opgesteld over de gemeentelijke praktijk betreffende de verklaring. Deze vragenlijst is bijgevoegd als Bijlage 5. Er is gesproken met de volgende gemeenten: 2 x G4-gemeente 2 gemeenten met > 100.000 inwoners 4 gemeenten met < 100.000 inwoners
Den Haag, Amsterdam (stadsdeel Oost) Leiden, Maastricht, Enschede Alphen a/d Rijn, Vlagtwedde, Losser, Harlingen
De geografische ligging van deze gemeenten is op de volgende pagina grafisch weergegeven.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
In de meeste gevallen is gesproken met tweedelijns backoffice medewerkers, in enkele gevallen ook met eerstelijns baliemedewerkers van burgerzaken. De meeste gemeenten bleken in enige vorm betrokken te zijn bij de NVVB, hetzij door participatie in commissies, hetzij door gebruikmaking van de diensten en producten van de NVVB. Ook werd door de meeste gemeenten aangegeven dat zij actief zijn binnen de regionale overleggen, waaronder het ketenpartneroverleg. De beantwoording van de vragen lijkt niet te zijn beïnvloed door de mate van betrokkenheid bij de NVVB. Zoals verwacht, bleken de gemeenten die actief zijn bij de NVVB wel beter geïnformeerd te zijn over bepaalde onderwerpen. Met de steekproef is een goed beeld ontstaan over de gemeentelijke praktijk betreffende de verklaring. 3.1. Verstrekking verklaring Op grond van artikel 8 van de Overeenkomst dienen landen aan te geven welke autoriteiten 4 bevoegd zijn om de verklaring af te geven. Nederland heeft aangegeven dat personen die hun huidige of laatste woonplaats in een Nederlandse gemeente hebben, een verklaring kunnen opvragen bij de burgerlijke stand van deze gemeente. Dit is thans neergelegd in artikel 1:49a BW. Dit artikel luidt als volgt: Artikel 49a 1. Indien een Nederlander buiten Nederland een huwelijk wenst aan te gaan, wordt op zijn verzoek aan hem een verklaring van huwelijksbevoegdheid overeenkomstig de bijlage van de Overeenkomst van München van 5 september 1980 (Trb. 1981, 71, en 1982, 116) afgegeven. 4
http://www.minbuza.nl/producten-en-diensten/verdragen/zoek-in-de-verdragenbank/1980/9/000672.html
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
2. Deze verklaring wordt afgegeven: a. aan degene die binnen Nederland woonplaats heeft, door de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn woonplaats; b. aan degene die binnen Nederland geen woonplaats heeft, maar wel heeft gehad, door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de laatste woonplaats aldaar; c. aan degene die binnen Nederland geen woonplaats heeft of heeft gehad, door het hoofd van de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden in het ressort waar het huwelijk wordt voltrokken. 3. De verklaring wordt door de bevoegde autoriteit niet afgegeven alvorens deze, door kennisneming van de bescheiden, vermeld in artikel 44, eerste lid, onder a, b, c, d en g, en zo nodig van die, vermeld in de artikelen 45 en 45a, alsmede in artikel 27b, zich ervan heeft overtuigd dat naar Nederlands recht geen beletselen tegen het huwelijk bestaan. 4. De verklaring van huwelijksbevoegdheid is, te rekenen van het tijdstip van afgifte, gedurende zes maanden geldig. In lid 3 van het artikel wordt doorverwezen naar artikel 44 van Boek 1 dat de bescheiden benodigd voor ondertrouw in Nederland opsomt. Verwezen wordt naar een aantal documenten genoemd in het eerste lid van het artikel onder a, b, c, d en g. Deze worden hierna weergegeven. Artikel 44 1. Voor de aangifte van het huwelijk worden de volgende bescheiden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand overgelegd: a. de geboorteakte van ieder der aanstaande echtgenoten en van elk van hen een gewaarmerkt afschrift van gegevens uit de basisadministratie persoonsgegevens, tenzij zij niet als ingezetene in een basisadministratie persoonsgegevens behoeven te zijn ingeschreven; b. een akte van huwelijkstoestemming, gegeven door hen, wier toestemming tot het huwelijk noodzakelijk is. De akte van huwelijkstoestemming wordt door een ambtenaar van de burgerlijke stand of door een notaris opgemaakt. De toestemming kan ook bij de huwelijksakte worden gegeven. Is de toestemming door de rechter verleend, dan wordt diens beschikking overgelegd; c. een akte van overlijden van allen, wier toestemming voor het huwelijk was vereist, als zij in leven waren geweest; d. ingeval van tweede of verder huwelijk dan wel huwelijk na registratie, bewijsstukken aantonende dat het vorige huwelijk dan wel het eerdere geregistreerd partnerschap geen beletsel voor een nieuw huwelijk oplevert; (...) g. het bewijs van de ontheffing of de vergunning van Onze Minister van Justitie, ingeval deze is vereist; De andere artikelen waarnaar verwezen wordt, geven een alternatief, wanneer de eerder genoemde documenten niet verstrekt kunnen worden. Omdat de documenten die vereist worden van de buitenlandse huwelijkspartner, buitenlandse documenten zijn, is de gemeenten gevraagd welke formele eisen zij hieraan stellen. Uit het onderzoek blijkt dat gemeenten een groot aantal bronnen tot hun beschikking hebben om te controleren welke legalisatie-eisen per land gelden. Zij raadplegen hiertoe de website, nieuwsbrief en de tactische landeninformatie via het systeem DISCS (vanaf 1 april 2013) van het ministerie van Buitenlandse Zaken, het Handboek Burgerzaken Amsterdam (HBA), Kluwer Navigator Burgerzaken, of nemen contact op met het adviesbureau van de NVVB. Sommige
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
gemeenten geven er de voorkeur aan om rechtstreeks contact op te nemen met de diplomatieke vertegenwoordiging van het desbetreffende land, wanneer nog onduidelijkheid bestaat over de status van bepaalde documenten. Dit betekent dat in bepaalde gevallen legalisering of een apostille nodig is. Meestal wordt gebruik gemaakt van een internationaal geboorte-uittreksel of een internationaal uittreksel van de burgerlijke staat op grond van andere ICBS-verdragen. De meeste Europese landen zijn partij bij deze verdragen. In andere gevallen is (vertaling en) legalisering of een apostille nodig. Aan de formele eisen die aan buitenlandse documenten worden gesteld, wordt door gemeenten in principe strikt de hand gehouden. Sommige Duitse documenten worden echter minder formeel behandeld. 3.2. Duitse documenten Verschillende gemeenten gaven aan dat voor een verklaring (anders dan in geval van een huwelijk dat in Nederland wordt gesloten), iets soepeler met Duitse documenten om wordt gegaan. Door de gemeente Maastricht wordt gebruik gemaakt van afschriften uit het Duitse Familienbuch. Officieel zou hier een apostillestempel op geplaatst moeten worden. In de praktijk wordt het ontbreken hiervan door de gemeente Maastricht echter door de vingers gezien, wanneer het gaat om de verstrekking van een verklaring. De gemeente Enschede/Losser gaf aan dat wanneer gebruik wordt gemaakt van het Duitse Einwohnermelde, het gemis van een apostillestempel door de vingers wordt gezien, indien informatie hieruit benodigd is voor een verklaring. Ook de gemeente Leiden gaf aan dat Duitse autoriteiten wel eens een Duitstalige akte van huwelijkse staat verstrekken in plaats van een meertalige versie van deze akte. Deze akte zou dan formeel moeten worden voorzien van een apostillestempel, maar de gemeente Leiden gaat hier coulant mee om wanneer het gaat om de afgifte van een verklaring. 3.3. Extra bescheiden Naast een geboorteakte en uittreksel van burgerlijke stand wordt door alle gemeenten om een identiteitsbewijs van beide toekomstige partners gevraagd. Dit is volgens de gemeenten om de identiteit en de nationaliteit van de aanvragers vast te stellen. Dit vereiste is niet in artikel 1:49a BW opgenomen. Volgens de meeste gemeenten komt deze bevoegdheid voort uit de legitimatieplicht. De gemeente Den Haag merkte hierover op dat de wettelijke basis voor het vragen van het identiteitsbewijs door de ambtenaar van burgerlijke stand eigenlijk niet bestaat. Ook artikel 1:18 BW geeft de ambtenaar geen bevoegdheden, omdat dit artikel slechts het opmaken van aktes betreft, en de verklaring geen akte is. In theorie betreft dit een lacune in de wet en zou in Boek 1 BW een algemene bepaling moeten worden opgenomen dat naar een identificatiebewijs kan worden gevraagd, aldus de gemeente Den Haag. 3.4. Toetsing naar Nederlands recht De gemeenten geven aan dat de toetsing voor de afgifte van de verklaring plaatsvindt alsof het huwelijk in Nederland zal worden voltrokken. Dit betekent dat de voorwaarden in art. 1:44 BW nagegaan dienen te worden. In de praktijk wordt voor het afgeven van de verklaring slechts gekeken naar identiteit, nationaliteit en burgerlijke staat. Of de buitenlandse toekomstige echtgenoot onder curatele staat in zijn eigen land en toestemming nodig heeft voor het aangaan van een huwelijk, bijvoorbeeld, gaat volgens de gemeenten te ver. Het controleren hiervan is aan het land waar het huwelijk plaats zal vinden. Om een akte van huwelijkstoestemming wordt in de praktijk niet gevraagd, terwijl dit wel genoemd wordt in artikel 1:49a BW. Volgens de gemeenten is het aan de huwelijkssluitende instanties in het buitenland om de meest grondige toets te doen.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
3.5. Hoeveelheid aanvragen De gemeenten houden geen administratie bij van het aantal verklaringen dat zij verstrekken. Daarom hebben zij een inschatting gegeven over het aantal, veelal gebaseerd op het afgelopen jaar 2012. De gemeente Den Haag heeft daarvoor een inventarisatie uitgevoerd onder de verschillende stadsdelen. De door de gemeenten aangedragen cijfers zijn in de tabel hieronder weergegeven.
Gemeente Den Haag (alle stadsdelen) Amsterdam (Stadsdeel Oost) Leiden Maastricht Enschede Alphen a/d Rijn Vlagtwedde Losser Harlingen
Inwonertal 500.000 123.000 120.000 120.000 155.000 72.000 10.000 22.677 15.839
Aantal aanvragen per jaar 65 6-8 10-15 30-50 70 2-3 10 7 0-1
Uitschieters zijn de grensgemeenten Maastricht, Enschede / Losser en Vlagtwedde. Dit komt door het grote aantal aanvragen van Nederlanders die in Duitsland in het huwelijk willen treden. 3.6. Verwerken aanvraag In navolgende tabel is weergegeven hoeveel tijd gemeenten besteden aan de verwerking van een aanvraag. Hieronder valt naast het invullen van het formulier ook de voorlichting van de aanvrager en de controle van de aangeleverde stukken. Gemeente Den Haag (alle stadsdelen) Amsterdam (Stadsdeel Oost) Leiden Maastricht Enschede Alphen a/d Rijn Vlagtwedde Losser Harlingen
Verwerkingstijd (min.) 35 30 Onbekend 45 45 30 20 45 30
Hiermee lijken de bestuurlijke lasten gering te zijn. Niettemin hebben de grensgemeenten aangegeven dat het grote aantal aanvragen uit Duitsland zijn tol eist van de afdeling burgerzaken. Verschillende gemeenten hebben overigens opgemerkt dat aanvragers die in Duitsland wilden trouwen, aldaar reeds goed geïnformeerd waren over de benodigde stukken, wat tijd bespaarde. Wanneer het een land buiten Europa betreft, kost de uitleg meer tijd, geven verschillende gemeenten aan. In dat laatste geval vragen legalisatie-eisen in het algemeen ook meer aandacht. Opmerkelijk is overigens dat elke gemeente de verklaring anders verwerkt. In sommige gemeenten wordt de verklaring met behulp van een typemachine ingevuld, in andere gemeenten gebeurt dat met behulp van een word-macro of geschiedt de verwerking volledig
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
geautomatiseerd. De gemeenten gaven echter aan dat het invullen van het formulier niet de meeste tijd in beslag neemt. Het meest tijdrovend is het informeren van de aanvragers over de benodigde documenten en eventueel de uitleg over legalisatie hiervan en vervolgens het controleren van de buitenlandse stukken. Tijdens het proces blijkt het vaak voor burgers onbegrijpelijk dat voor de verklaring ook documenten van de buitenlandse partner aangeleverd dienen te worden in Nederland, terwijl het huwelijk niet in Nederland plaats zal vinden. Niet voor de gemeente, maar voor de burger die de documenten van de buitenlandse partner moet 5 verzamelen en eventueel dient te laten legaliseren, bestaan de meeste lasten. Omdat partners graag willen trouwen, worden deze documenten echter doorgaans “zonder morren” aangeleverd. Binnen het bestek van dit onderzoek is, mede gezien de geringe tijd en het aantal verstrekte verklaringen, bij de gemeenten niet doorgevraagd naar een inschatting van de bestuurlijke lasten. 3.7. Landen De geïnterviewde gemeenten hebben aangegeven aanvragen uit de volgende landen te hebben ontvangen. Gemeente Amsterdam (Stadsdeel Oost) Leiden Maastricht Enschede Alphen a/d Rijn Vlagtwedde Losser Harlingen
Landen Italië, Ierland, Duitsland en Portugal Duitsland, Italië, Oostenrijk, Portugal en Griekenland Duitsland, Oostenrijk (voornamelijk) Duitsland, Oostenrijk, Italië Duitsland, Oostenrijk Duitsland Duitsland, Oostenrijk, Italië Duitsland
De gemeente Den Haag heeft intern een inventarisatie onder de stadsdelen uitgevoerd, met de volgende resultaten. Stadsdeelkantoor Centrum Haagse Hout Escamp Segbroek Scheveningen Loosduinen Laak Leidschenveen Ypenburg
Landen Duitsland Duitsland, Spanje, Marokko* Duitsland, Turkije, Denemarken, Spanje Duitsland Duitsland, Italië, Servië, Canada Duitsland, Mauritius, VK, Curaçao Duitsland Duitsland en landen in Afrika, Latijns Amerika en Azië
* Zijn naar de ambassade in Rabat gestuurd (aanvragers zijn geen inwoners). Voor alle gemeenten geldt dat de meeste aanvragen uit Duitsland afkomstig zijn. Dit geldt zowel voor de grensgemeenten, als gemeenten in de Randstad en de regio. In de grensgemeente Vlagtwedde is zelfs uitsluitend ervaring met aanvragen uit Duitsland. De gemeente Alphen aan den Rijn heeft slechts ervaring met aanvragen uit Duitsland en Oostenrijk. Door veel van de 5
In het kader van het onderzoek zijn de administratieve lasten voor de burger niet gekwantificeerd. Naar verwachting kunnen deze lasten substantieel verschillen van geval tot geval, afhankelijk van het land waar het huwelijk plaats zal vinden.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
gemeenten, waaronder de gemeente Leiden, wordt zelfs gesteld dat 90% van de aanvragen uit Duitsland komt. Daarnaast worden vaak Oostenrijk en landen in Zuid-Europa genoemd. Angelsaksische landen, ons buurland België, en Frankrijk worden nauwelijks genoemd, ook niet in de individuele interviews die met ambtenaren van burgerlijke stand afgenomen zijn. De meeste gemeenten merken op dat zij de verklaring verstrekken als de burger hierom vraagt, en dat zij niet zelf nagaan of de verklaring in het land daadwerkelijk vereist is. Zij stellen dat dit de verantwoordelijkheid van de burger is. Het kan dus voorkomen dat een verklaring van huwelijksbevoegdheid door de gemeente verstrekt wordt, terwijl had kunnen volstaan met een verklaring van ongehuwd zijn. De uitkomst van het onderzoek ten aanzien van de niet bij de Overeenkomst aangesloten landen (zie hiervoor het antwoord op deelvraag 5) duidt erop dat dit ten aanzien van niet bij de Overeenkomst aangesloten landen nogal eens het geval kan zijn. 3.8. Feedback Geen enkele geïnterviewde gemeente heeft feedback of vragen gekregen van de huwelijkssluitende instantie naar aanleiding van de verstrekking van een verklaring. Evenmin is om aanvullingen op de verklaring gevraagd. Wat de ontvangende landen met de verklaring doen, zodra deze ontvangen is, is bij de meeste gemeenten niet bekend. Een enkele gemeente antwoordt dat het duidelijk is dat de Nederlander zonder de verklaring niet kan trouwen in het buitenland. 3.9. Alternatief Wanneer gevraagd wordt naar een alternatief voor het verstrekken van de verklaring, geven de meeste gemeenten aan dat de verklaring het beste afgeschaft kan worden. De gemeenten zetten vraagtekens bij de meerwaarde van het document. De huwelijksbevoegdheid kan volgens de gemeenten ook door het ontvangende land worden bepaald op grond van de documenten die door de Nederlander toch al moeten worden overgelegd om te toetsen of het sluiten van een huwelijk volgens het recht van het desbetreffende land mogelijk is, namelijk de geboorteakte en het bewijs van burgerlijke staat. ´Wij vragen er toch ook niet om in Nederland, dus waarom zouden zij het daar wel nodig moeten hebben?´ is de algemene gedachte onder gemeenten. Meerdere gemeenten hebben daarom ook aangegeven dat ze graag op de hoogte worden gesteld van de uitkomsten van dit onderzoek. Slechts de gemeente Den Haag wijkt van deze gedachtegang af en stelt dat het verstrekken van de verklaring aan de burger een service is van de gemeente aan de burger. Met het afschaffen van de verklaring zou de burger niet gebaat zijn, omdat een aantal landen er nu eenmaal om vraagt. Het handhaven van de verklaring lijkt de gemeente Den Haag daarom de enige optie. De gemeente Den Haag is overigens ook de enige gemeente waar de kennis gebleken is dat het verstrekken van de verklaring te maken heeft met het feit dat bepaalde landen het nationaliteitsbeginsel hanteren bij huwelijkssluiting. 3.10. Diplomatiek overleg met Duitsland Meerdere gemeenten die hebben gepleit voor afschaffen van de verklaring gaven aan dat, wanneer Nederland over zou gaan tot het opzeggen van tot het opzeggen van de Overeenkomst, eerst diplomatiek overleg met Duitsland plaats zou moeten vinden. Uit de praktijk bij de gemeenten blijkt namelijk dat in Duitsland veel waarde wordt gehecht aan de verklaring, hetgeen reeds blijkt uit de grote hoeveelheid aanvragen uit Duitsland. Uit het onderzoek komen daarnaast gevallen naar voren waarin Duitse ambtenaren geen genoegen nemen met een eenzijdige
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
verklaring van ongehuwd zijn en met een rechtstreeks beroep op de Overeenkomst stellen dat Nederland een tweezijdige verklaring dient te verstrekken. 3.11. Huwelijksbevoegdheid op grond van buitenlands (materieel) recht In het kader van het onderzoek is ook gevraagd of in de gemeenten wel eens een huwelijk op grond van (buitenlands) materieel recht voltrokken is. De favor matrimonii in het Haags Huwelijksverdrag, tot uitdrukking gebracht in het Nederlandse artikel 10:28 sub b BW, houdt in dat in Nederland ook een huwelijk voltrokken kan worden wanneer ieder der aanstaande echtgenoten voldoet aan de vereisten tot het aangaan van een huwelijk van een staat waarvan hij de nationaliteit bezit, mits het huwelijk niet in strijd is met de Nederlandse openbare orde (art: 10:29 BW). De artikelen luiden als volgt: Artikel 28 Het huwelijk wordt voltrokken indien: a. ieder der aanstaande echtgenoten voldoet aan de vereisten tot het aangaan van een huwelijk van het Nederlandse recht en een van hen uitsluitend of mede de Nederlandse nationaliteit bezit of in Nederland zijn gewone verblijfplaats heeft; of b. ieder der aanstaande echtgenoten voldoet aan de vereisten tot het aangaan van een huwelijk van een staat waarvan hij de nationaliteit bezit. Artikel 29 1. Ongeacht het in artikel 28 van dit Boek bepaalde kan geen huwelijk worden voltrokken indien zulks op grond van artikel 6 van dit Boek niet zou kunnen worden aanvaard en in ieder geval indien: a. de aanstaande echtgenoten de leeftijd van vijftien jaren niet hebben bereikt; b. de aanstaande echtgenoten elkaar van nature of door adoptie bestaan in de rechte lijn of, van nature, als broeder en zuster; c. de vrije toestemming van een der aanstaande echtgenoten ontbreekt of de geestvermogens van een van hen zodanig zijn gestoord, dat hij niet in staat is zijn wil te bepalen of de betekenis van zijn verklaring te begrijpen; d. in strijd zou worden gehandeld met het voorschrift dat een persoon tegelijkertijd slechts met één andere persoon door het huwelijk verbonden kan zijn; e. in strijd zou worden gehandeld met het voorschrift dat zij die een huwelijk willen aangaan, niet tegelijkertijd door een geregistreerd partnerschap mogen zijn verbonden. Het onderzoek wijst uit dat veel gemeenten niet echt bekend zijn met de toepassing van onderdeel b van artikel 28. Wanneer één van de aanstaande echtgenoten de Nederlandse nationaliteit of een gewone verblijfplaats in Nederland heeft wordt bij onderdeel a aangesloten. Hier wordt al snel aan voldaan. In de meeste gemeenten is dan ook nog nooit huwelijkssluiting op grond van onderdeel b voorgekomen. Aan gemeenten is het hypothetische geval voorgelegd waarin dit wel het geval zou zijn. Op de vraag of in een dergelijk geval een huwelijksbevoegdheidsverklaring gevraagd zou worden, antwoordden alle gemeenten negatief. Ambtenaren van de burgerlijke stand zouden zelf nagaan welke vereisten gelden in het betreffende land en op grond van deze informatie bepalen of het voorgenomen huwelijk gesloten kan worden. Dit zou gebeuren met informatie uit verschillende databases. Wanneer deze informatie niet eenduidig is, zou contact worden
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
opgenomen met de autoriteiten van het betreffende land. In de zeldzame gevallen dat huwelijken op grond van onderdeel b zijn, is dit ook op deze wijze gebeurd. Overigens geloven de meeste gemeenten dat de bevoegdheid tot het aanvragen van een verklaring wel degelijk bestaat. Deze bevoegdheid wordt gestoeld op de ruime bevoegdheid van de ambtenaar van burgerlijke stand om zich te voorzien van informatie, zoals neergelegd in artikel 1:18 BW. Veel gemeenten zouden het vragen van een verklaring niet of slechts als laatste redmiddel inzetten. Hiermee verschilt de werkwijze van de Nederlandse ambtenaar van burgerlijke stand aanzienlijk van de collega’s in het buitenland, met name met die van onze oosterburen.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
4. Deelconclusie De meeste van de bij de Overeenkomst aangesloten landen vragen om een verklaring als bijgevoegd bij de Overeenkomst. Ook andere landen vragen om een verklaring. In de laatste gevallen blijkt het echter veelal niet om een verklaring in de zin van de Overeenkomst te gaan, maar om een eenzijdige verklaring, die ook door de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in het betreffende land afgegeven kan worden. De hoeveelheid verstrekte verklaringen en de uren die gemeenten aan het opstellen hiervan besteden blijken mee te vallen; de meeste lasten komen voor de burger die de hiervoor benodigde documenten dient aan te leveren en dient te zorgen dat deze aan de legalisatievereisten voldoen. De negatieve visie van ambtenaren van de burgerlijke stand op de verklaring lijkt voornamelijk voort te komen uit onbegrip voor het nut van de verklaring. Zij menen dat een dergelijke toets ook ter plaatse gedaan kan worden op grond van de aldaar reeds vereiste documenten. Deze opvatting komt mede voort uit de andere handelswijze die de Nederlandse ambtenaar van burgerlijke stand erop nahoudt in vergelijking met zijn buitenlandse collega´s. De Nederlandse ambtenaar van burgerlijke stand heeft de gewoonte om zich met behulp van verschillende bronnen zelfstandig op de hoogte te stellen van buitenlands materieel recht en eigenstandig een toets uit te voeren. De meeste ambtenaren van de burgerlijke stand zouden de verklaring het liefst afgeschaft willen zien, maar geven daarbij wel aan dat het zonder meer afschaffen hiervan problemen zou kunnen geven voor Nederlanders die in het buitenland, met name Duitsland, wensen te huwen. Diplomatiek overleg met Duitsland zou nodig zijn, alvorens de verklaring af te schaffen. Bij weinig ambtenaren van de burgerlijke stand is de wetenschap gebleken dat in het buitenland bij huwelijkssluiting primair van het nationaliteitsbeginsel wordt uitgegaan en dat dit de reden is dat om een verklaring wordt gevraagd. In Nederland wordt in de praktijk primair van het domiciliebeginsel uitgegaan en wordt zelden om een verklaring gevraagd, mede omdat dit niet past in de werkwijze van de Nederlandse ambtenaren van burgerlijke stand.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
5. Oplossingsrichtingen Vervolgstap na het analyseren van de praktijk omtrent de verklaring is het beantwoorden van de volgende vraag: 'Wat wordt de te kiezen oplossing om de administratieve lasten te verlichten in het kader van de verklaring van huwelijksbevoegdheid?’ In de adviesopdracht is gesuggereerd dat voor de vermindering van administratieve lasten ten aanzien van de verklaring twee wegen open staan, namelijk:
Nederland schaft de verklaring van huwelijksbevoegdheid af; Nederland past haar praktijk aan.
In het hiernavolgende worden deze genoemde wegen tot vermindering van administratieve lasten ten aanzien van de verklaring besproken. Beargumenteerd wordt dat geen van de reeds genoemde wegen tot een genoeglijke oplossing leidt. Vervolgens wordt een alternatieve oplossingsrichting gesuggereerd. 5.1. Afschaffing verklaring De eerste optie, de afschaffing door Nederland van de verklaring door opzegging van de Overeenkomst, zou betekenen dat in veel landen bij gemis aan een verklaring een alternatieve procedure gevolgd zou moeten worden. Deze procedure houdt vaak een vrijstellingsprocedure bij een buitenlandse (gerechtelijke) instantie in. Deze instantie toetst dan op grond van de door de burger aangeleverde documenten of voldaan is aan de huwelijksvereisten die verbonden zijn aan de vreemde nationaliteit die in geding is. Het grootste aantal vrijstellingsprocedures zou plaatsvinden in Duitsland, het land waar thans veruit de meeste aanvragen voor een verklaring van huwelijksbevoegdheid uit afkomstig zijn. Wanneer Nederland de Overeenkomst opzegt, zal hier een gelijksoortige procedure gaan gelden als voor onderdanen van andere landen die geen verklaring verstrekken. Dit wil zeggen dat de Duitse Standesbeamt alvorens het huwelijk te kunnen sluiten bij de voorzitter van het Oberlandesgericht (OLG) dient te bewijzen dat geen huwelijksbelemmeringen bestaan op grond van het personeel statuut van elk der toekomstige echtgenoten. Hiertoe dient de burger de Standesbeamt te voorzien van een aantal documenten die de huwelijksbevoegdheid naar vreemd nationaal recht dient aan te tonen. De Kölner Liste geeft per land aan welke documenten aangeleverd dienen te worden. Het betreft vaak een geboorteakte, een bewijs van burgerlijke staat en eventueel een rechterlijke erkenning van echtscheiding in het buitenland. Opmerkelijk is dat wanneer het Europese landen betreft geen legalisatie-eisen aan deze documenten worden gesteld. Uit de verstrekte informatie blijkt voorts dat de procedure thans tussen de € 15 en € 305 kost, afhankelijk van het inkomen van beide partners. De kosten voor de burger kunnen dus aanzienlijk hoger oplopen dan de € 22,30 die men momenteel in Nederland voor het aanvragen van de verklaring verschuldigd is. Over de duur van de procedure zegt het document van OLG Köln dat hoewel de huwelijkszaken worden behandeld als spoedeisend, er geen specifieke verwerkingstijd kan worden gegarandeerd. Het is daarom aannemelijk dat het handhaven van de verklaring qua kosten en tijd het meest gunstige is voor de burger.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
5.2. Nederland past haar praktijk aan Thans verstrekken gemeenten op grond van de Overeenkomst tweezijdige verklaringen wanneer de burger hierom vraagt. Met de verstrekking wordt voorzien in een behoefte van de burger die in het buitenland wenst te huwen. Er bestaat geen reden om deze praktijk aan te passen, te meer omdat Nederland hiertoe verplicht is op grond van de Overeenkomst. Met andere woorden, Nederland kan deze praktijk zelfs niet aanpassen zonder opzegging van de Overeenkomst.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
6. Eindconclusie en oplossingsrichting Op grond van bovenstaande bevindingen omtrent de verstrekking van de verklaring kan geconcludeerd worden dat de handhaving van de status quo de beste optie is. Opzegging van de Overeenkomst zou de burger naar verwachting alleen maar meer lasten opleveren in de vorm van vrijstellingsprocedures die in het buitenland gevolgd dienen te worden, met name in Duitsland. Gezien het onbegrip voor de noodzaak van het vertrekken van verklaringen die onder Nederlandse ambtenaren van de burgerlijke stand heerst, is het aan te bevelen deze ambtenaren beter te informeren over dit onderwerp. De NVVB, en haar tijdschrift Burgerzaken & Recht, zou een goed platform kunnen bieden om hierover informatie te verstrekken aan de doelgroep.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
Bijlage 2
Bijlage 1
Model verklaring van huwelijksbevoegdheid
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
Bijlage 2
Uitleg begrippen en landenbeschrijvingen
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................................ 1 Enkele belangrijke begrippen ........................................................................................................... 3 Huwelijksverdragen .......................................................................................................................... 6 ICBS-landen partij bij de Overeenkomst .......................................................................................... 9 Nederland.................................................................................................................................. 9 Duitsland ................................................................................................................................. 11 België ...................................................................................................................................... 14 Luxemburg .............................................................................................................................. 16 Oostenrijk ................................................................................................................................ 17 Zwitserland .............................................................................................................................. 19 Italië ......................................................................................................................................... 20 Portugal ................................................................................................................................... 22 Spanje ..................................................................................................................................... 24 Griekenland ............................................................................................................................. 26 Turkije ..................................................................................................................................... 27 Moldavië .................................................................................................................................. 29 Overige Landen .............................................................................................................................. 30 Marokko .................................................................................................................................. 30 Noorwegen .............................................................................................................................. 32 Brazilië .................................................................................................................................... 33 Rusland ................................................................................................................................... 34 China ....................................................................................................................................... 36 Mongolië .................................................................................................................................. 38 Frankrijk .................................................................................................................................. 39 Polen ....................................................................................................................................... 40 Roemenië ................................................................................................................................ 41 Thailand .................................................................................................................................. 42
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
Inleiding Onderdeel van de onderzoeksopdracht is het in kaart brengen van de landen die vragen om een huwelijksbevoegdheidsverklaring (hierna ook: "verklaring"). De vraag of landen om een verklaring vragen, hangt samen met de door de landen gehanteerde beginselen van internationaal privaatrecht (hierna ook: IPR) op het gebied van huwelijkssluiting. Om een en ander te verhelderen, wordt in deze bijlage eerst een korte beschrijving gegeven worden over wat het IPR inhoudt en hoe het werkt op het gebied van personen- en familierecht. Ook volgt een beknopte beschrijving van gebezigde IPR-begrippen en de verdragen die IPRnormeringen met betrekking tot huwelijkssluiting bevatten. De landenbeschrijvingen zien er als volgt uit. Ten eerste wordt kort genoemd waar het IPR in het land is vastgelegd. Voorts wordt ingegaan op conflictregels betreffende huwelijkssluiting die in het land gelden. Op grond van overige nationale regelgeving wordt gekeken welke documenten vereist zijn van buitenlanders die in het land een huwelijk willen sluiten, en of een verklaring hier onderdeel van is. Mits van toepassing, wordt ook beschreven wat het alternatief is in het betreffende land, wanneer een verklaring niet verstrekt wordt. Ten eerste worden onder het kopje "ICBS-landen partij bij de Overeenkomst" de landen die partij zijn bij de “Overeenkomst betreffende de afgifte van een verklaring van huwelijksbevoegdheid” van de Internationale Commissie van de Burgerlijke Stand (ICBS) van 5 september 1980 (hierna: "de Overeenkomst") besproken. Extra aandacht wordt hierbij besteed aan Nederland en Duitsland, nu reeds uit het onderzoek bij gemeenten gebleken is dat zij een belangrijke rol spelen in het onderzoek. Daarnaast wordt een aantal extra landen besproken die reeds in de offerte die door USG naar aanleiding van de bespreking van 25 september 2012 zijn genoemd als landen die om een verklaring vragen, te weten: Marokko, Noorwegen, Brazilië, Rusland, (De Volksrepubliek) China en Mongolië. Overigens is niet ten aanzien van alle landen gebleken dat om een tweezijdige verklaring, zoals bedoeld in de Overeenkomst, gevraagd wordt. Deze lijst is met behulp dat geanalyseerde adviesvragen ingediend bij het adviesbureau van de NVVB aangevuld met vier landen die om een verklaring zouden vragen. Gekozen is voor een bespreking van Frankrijk, Roemenië, Polen en Thailand. Bij de selectie van deze landen is gekeken naar nabijheid, grootte, en intensiteit van de betrekkingen met Nederland. Voorts zijn aanvullende bronnen uit literatuur geraadpleegd. Ten eerste is de Duitse 6 familierechtserie "der Bergmann" gebruikt. Dit is een losbladige landenserie gericht op ambtenaren van burgerlijke stand. Door de losbladige aard van dit product is de paginanummering aan verandering onderhevig. Per land is in ieder geval het hoofdstuk over IPR en over het huwelijk geraadpleegd. Daarnaast is veelvuldig gebruik gemaakt van Le Guide Pratique International de l'État Civil van de Internationale Commissie van Burgerlijke Stand, 7 hierna verkort aangehaald als "GP". Deze gids is eveneens bedoeld als handboek voor ambtenaren van burgerlijke stand, en geeft per land antwoord op een aantal vragen betreffende de praktijk van de burgerlijke stand. Voor bepaalde landen, zoals Moldavië, is de in deze gids opgenomen informatie beperkt tot een algemene inleiding tot de burgerlijke stand.
6
Bergmann/Ferid/Henrich, Internationales Ehe- und Kindschaftsrecht mit Staatsangehörigkeitsrecht, Frankfurt am Main: Verlag für Standesamtswesen. 7 Te raadplegen op: http://www.ciec1.org
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
1
Verder is gebruik gemaakt van handboeken en tijdschriftartikelen gericht op met name het internationale privaatrecht in verschillende landen. Daarnaast is contact opgenomen met deskundigen op het gebied van IPR/familierecht van betreffende landen. Waar nog twijfel bestond over de te verstrekken documenten, is van informatie verstrekt door consulaten en ambassades gebruik gemaakt. Wat betreft de aangehaalde wetsartikelen is zoveel mogelijk de originele tekst geraadpleegd, of waar beschikbaar, gebruik gemaakt van een officiële vertaling.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
2
Enkele belangrijke begrippen Internationaal privaatrecht (IPR) Bij het sluiten van huwelijken met een internationaal aspect – bijvoorbeeld wanneer partijen van nationaliteit verschillen of omdat een van hen in het buitenland woont – dient het internationaal privaatrecht van het land van huwelijkssluiting geraadpleegd te worden. Slechts op deze manier kunnen de toepasselijke regels van materieel privaatrecht achterhaald worden. Ten eerste moet stilgestaan worden bij het feit dat hoewel de naam “internationaal” in zich heeft, het IPR niet in strikte zin internationaal te noemen is. Ieder land kent zijn eigen IPR-regels. Elk land bepaalt zelf de regels inzake toepasselijk recht, internationale bevoegdheid en erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen. Dit leidt ertoe dat IPR-regels van land tot land verschillen. Het IPR is in wezen nationaal recht voor internationale 8 rechtsverhoudingen. Elk land is in beginsel vrij zijn eigen IPR naar goeddunken in te richten. Unificatie van IPR-regels is slechts te bereiken via specifieke verdragen, of omdat landen hun bevoegdheid op bepaalde gebieden hebben overgedragen aan een andere autoriteit (in het geval 9 van de EU: de Europese Commissie). Op het gebied van huwelijkssluiting zijn er meerdere verdragen tot stand gekomen in het kader van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht (hierna ook: HCCH). Het IPR is evenmin privaatrecht in de zin dat het een directe oplossing geeft voor een concrete privaatrechtelijke rechtsvraag. Met andere woorden: het IPR geeft geen regels van materieel 10 privaatrecht. De IPR-regels, voor zover relevant voor dit onderzoek, verwijzen voor het beantwoorden van de rechtsvraag door naar het rechtstelsel aan de hand waarvan deze vraag moet worden beoordeeld. Daarom wordt het IPR ook wel conflictrecht, of verwijzingsrecht genoemd. Het conflictrecht geeft aan welke materiële rechtsregels toegepast dienen te worden op 11 rechtsverhoudingen met een internationaal karakter. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende aanknopingsfactoren die hierin een scharnierfunctie vervullen. Aanknopingsfactoren in het personen- en familierecht In het IPR betreffende het personen- en familierecht worden veelal twee aanknopingsfactoren gehanteerd: het nationaliteitsbeginsel en het domiciliebeginsel. Als het nationaliteitsbeginsel wordt gehanteerd, betekent dit dat de nationaliteit als meest passende aanknopingsfactor wordt gebruikt om de sterkste verbondenheid aan een bepaalde rechtsorde tot uitdrukking te brengen. Iedere staat bepaalt zelf wie zijn onderdanen zijn, en andere staten dienen dit te accepteren. Zo bepaalt de Rijkswet op het Nederlanderschap wie Nederlander is, en dienen andere landen hiervan uit te gaan. Derhalve is de nationaliteit niet een autonoom conflictrechtelijk begrip, maar 12 een afgeleid begrip. Daartegenover staat de domiciliaire aanknoping, waarbij uitgegaan wordt van de sterkste verbondenheid met een plaats om de toepasselijke rechtsorde aan te wijzen. De aanknoping bij het begrip woonplaats is reeds meer feitelijk dan de aanknoping bij de nationaliteit. In welk geval sprake is van iemands ‘woonplaats’ wordt echter bepaald door het interne recht van de staat waar 13 deze beweerde woonplaats zich bevindt. In het internationale conflictenrecht is een ander, 8
Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, Deventer: Kluwer, 2012, p.3. M.H. ter Wolde, Inleiding Nederlands en Europees Internationaal Privaatrecht, Groningen: Hephaestus, 2009, p. 20. Strikwerda 2012, p.4. 11 Strikwerda 2012, p.26. 12 A.P.M.J. Vonken, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. 10. Internationaal Privaatrecht. Deel II. Het internationale personen-, familie- en erfrecht, Deventer: Kluwer 2012, p. 4. 13 Th.M de Boer, F.Ibili e.a., Nederlands Internationaal Personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2012, p.21-22. 9
10
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
3
autonoom, woonplaatsbegrip relevant. Om het autonome karakter van het conflictrechtelijke begrip woonplaats te onderstrepen en af te bakenen van het internrechtelijke begrip woonplaats, heeft het conflictenrecht inmiddels een eigen terminologie op dit punt ontwikkeld. Er wordt niet meer gesproken over woonplaats of domicilie, maar van gewone verblijfplaats (résidence 14 habituelle). Hoewel het begrip gewone verblijfplaats niet is gedefinieerd in de Haagse verdragen, wordt er in het algemeen vanuit gegaan dat sprake moet zijn van een fysieke aanwezigheid en langdurig 15 vestiging, althans een vooruitzicht hierop. Het begrip gewone verblijfplaats is puur feitelijk en niet gebonden aan nationaalrechtelijke criteria, en wordt bekeken vanuit alle concrete omstandigheden in relatie tot de IPR-kwestie die met behulp van dit criterium moet worden 16 opgelost. Toepassing van het beginsel van woonplaats, dan wel gewone verblijfplaats, heeft tot gevolg dat Lex fori wordt toegepast. De toepassing van Lex fori houdt in dat de rechter eigen (materieel) recht toepast. Dit heeft als voordeel dat verdieping in buitenlands materieel recht niet nodig is. Aanknoping bij de nationaliteit kan problemen opleveren, bijvoorbeeld wanneer personen meerdere nationaliteiten bezitten. Om vast te stellen welk recht op deze personen van toepassing is, is in het IPR van veel landen vastgelegd dat gekeken wordt naar de nationaliteit waarmee de betrokkene de nauwste banden heeft. Dit wordt ook wel effectieve nationaliteitsregel (effectiviteitstoets) genoemd. Toepassing aanknopingsfactoren Het domiciliebeginsel werd van oudsher vooral aangehangen in Common-law rechtsstelsels en Scandinavië, terwijl het nationaliteitsbeginsel historisch vooral aanhang heeft gevonden in het continentale West-Europese IPR. Vandaag den dag is echter van een antithese tussen het 17 nationaliteitsbeginsel en het woonplaatsbeginsel op het terrein van het IPR geen sprake meer. Vanaf het midden van de twintigste eeuw is het nationaliteitsbeginsel steeds meer gerelativeerd. Steeds vaker is aanknoping gezocht bij de woonplaats, dan wel de gewone verblijfplaats, indien nationaliteitsaanknoping problemen gaf of tot een, conflictenrechtelijk of materieelrechtelijk, 18 ongewenst resultaat leidde. Deze tendens is versterkt door de Haagse Huwelijksverdragen die na de Tweede Wereldoorlog tot stand zijn gekomen. In deze verdragen is de nationaliteitsaanknoping naar het tweede plan verwezen ten gunste van domiciliaire aanknoping. Deze ontwikkeling heeft zich ook in het huwelijksrecht gemanifesteerd, zoals hierna beschreven zal worden. Verschillende auteurs tekenen hierbij aan dat een tendens waarneembaar is tot relativering van beide beginselen; zo wordt heden ten dage onderkend dat noch de nationaliteit noch de gewone verblijfplaats in absolute zin 'de sterkste band' met iemands rechtsorde behoeft te vormen, aangezien het zwaartepunt van de rechtsverhouding nu eens naar zijn nationale recht, dan weer 19 naar zijn domiciliaire recht kan verwijzen. In lijn hiervan ligt het begunstigingsbeginsel of de favor. Dit betekent zoveel dat twee of meer alternatieven voor de aanknoping worden geformuleerd, waarvan de keuze bepaald wordt door de inhoud van het aangewezen recht en het
14
Strikwerda 2012, p. 82. Jan Kropholler, Internationales Privatrecht: 5. Auflage, Hamburg: Mohr Siebeck Tübingen 2004, p. 276-288. 16 De Boer e.a. 2012, p.22. 17 Asser/Vonken 10-II 2012/1. 18 Srikwerda 2012, p.73. 19 Asser/Vonken 10-II 2012/1; Strikwerda 2012, p.74. 15
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
4
beoogde materieelrechtelijke resultaat. worden.
20
Er kan daardoor voor de meest gunstige optie gekozen
Wanneer de favor toegepast wordt, bestaat geen hiërarchie in verwijzingsregels. In veel landen wordt echter een aanknopingsladder gehanteerd die stelselmatig dwingend recht aanwijst. We zullen dit hierna in de landenbeschrijvingen ook veelvuldig zien. Een voorbeeld kan zijn dat een land bepaalt dat huwelijksbevoegdheid bepaald wordt op grond van de gemeenschappelijke nationaliteit, of bij afwezigheid hiervan de gezamenlijke gewone verblijfplaats, of anders het recht van de staat waarmee de toekomstige echtgenoten zich het meeste verbonden voelen. Daarnaast komt vaak een gekoppelde aanknoping bij meerdere rechtsstelsels in het huwelijkssluitingrecht 21 voor. De bepaling dat elk van de toekomstige echtgenoten dient te voldoen aan de voorwaarden die volgen uit hun eigen personeel statuut (nationaliteit), is hier een goed voorbeeld van. Deze aanknopingsmethode heeft als gevolg dat materieel recht uit meerdere rechtsstelsels in acht genomen wordt. Openbare orde De verwijzingsregel in het IPR is doorgaans regelblind. Doorverwezen wordt naar een ander 22 rechtstelsel zonder dat de inhoud van de rechtsbepaling hierbij een rol speelt. De toepassing van vreemd recht kan botsen met de fundamentele beginselen en waarden die in het land van toepassing, de forumstaat, onderschrijft. Als vangnet voor het onbeperkt toepassen van 23 buitenlands recht dient de openbare orde exceptie. Hoewel in veel internationale verdagen staat dat landen een voorbehoud mogen maken in verband met de openbare orde, is dit begrip 24 nergens gedefinieerd, en wordt dit door landen zelf ingevuld. Met betrekking tot huwelijkssluiting kunnen weigeringsgronden in het kader van de openbare orde zijn: bigamie, verboden graden van verwantschap, het niet hebben bereikt van de vereiste leeftijd, het ontbreken van vrije 25 toestemming of het niet in staat zijn van het geven van vrije toestemming. Renvoi Zoals eerder gesteld, is IPR verwijzingsrecht. Het kan daardoor voorkomen dat een conflictregel verwijst naar een vreemde bepaling, die op zijn beurt weer een conflictregel bevat die terug- of verder verwijst naar een ander rechtsstelsel. Dit fenomeen wordt ook wel herverwijzing, of renvoi genoemd. Omdat dit tot problemen kan leiden, hebben sommige landen, waaronder Nederland, renvoi uitgesloten.
20
De Boer e.a. 2012, p.14. Zie hiervoor Kropholler, 2004, pp. 143-144. 22 Srikwerda 2012, p.51 23 De Boer e.a. 2012, p.41; J.N.E. Plasschaert, Burgelijke Stand, Amsterdam: Register, 2002, p. 27. 24 Plasschaert 2002, p. 27. 25 Asser/Vonken 10-II 2012/92. 21
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
5
Huwelijksverdragen Haags Huwelijksverdrag 1902 Het nationaliteitsbeginsel ligt ten grondslag aan het Verdrag tot regeling der wetsconflicten met betrekking tot het huwelijk van 12 juni 1902, ook wel aangeduid als het “Haags Huwelijksverdrag 26 1902". Artikel 1 van dit verdrag bepaalt dat de bevoegdheid om een huwelijk aan te gaan beheerst wordt door “de nationale wet van ieder der aanstaande echtgenooten, tenzij eene 27 bepaling dier wet uitdrukkelijk naar eene andere wet verwijst". Op grond van artikel 4 van het verdrag dienden vreemdelingen die onderdaan waren van één der verdragsstaten en die huwden in een andere verdragsstaat, te bewijzen dat er aan de voorwaarden verbonden aan de eigen nationaliteit voldaan was. Deze verplichting is in artikel 4 van Het Haags Huwelijksverdrag 1902 als volgt geformuleerd: Vreemdelingen moeten, om een huwelijk aan te gaan, bewijzen dat zij voldoen aan de vereischten der in artikel 1 aangewezen wet. Dit bewijs wordt geleverd door hetzij eene verklaring van de diplomatieke of consulaire ambtenaren, daartoe bevoegd verklaard door den Staat waartoe partijen behoren, hetzij op elke andere wijze, mits de internationale verdragen of de autoriteiten van het land der huwelijksvoltrekking het bewijs als voldoende beschouwen. Aldus verplichtte Het Haags Huwelijksverdrag 1902 de hierbij aangesloten landen over en weer 28 een verklaring van huwelijksbevoegdheid te eisen, dan wel te verstrekken. Het Haags Huwelijksverdrag 1902 kende geen openbare-orde exceptie. Het ontbreken van een dergelijke regel betekende dat nationale beginselen een zo absoluut karakter kregen dat de toepassing ervan op grote problemen stuitte, vooral met de rassenwetgeving die in het vroegere Nazi-Duitsland gold. In het Derde Rijk werd aangeknoopt bij het aan het nationaliteitsbeginsel verwante Volksangehörikeit, dat de natie centraal stelde. De verklaring van Duitsland voor deze keuze was onder andere dat het “niet de bedoeling had, vreemde staten en volkeren zijn 29 opvattingen van volk, staat en recht op te dringen”. De wetgeving in de Neurenberger Gezetze, ingevoerd in 1933, die het Joden verbood te huwen met niet-Joden, is in Nederland op grond van het Haags Huwelijksverdrag 1902 op ruime schaal toegepast. Ook de Nederlandse rechtspraak bleek soms niet bij machte om de invloed van racistische verboden in de Nederlandse rechtssfeer af te wenden, nu een openbare-orde exceptie ontbrak. Door het gemis hieraan kwamen aangesloten landen in een heikel conflict tussen het voldoen aan de verdragsverplichtingen en 30 het respecteren van fundamentele mensenrechten. Dit is een reden geweest dat Nederland, en veel andere verdragslanden, het Haags Huwelijksverdrag 1902 na de Tweede Wereldoorlog hebben opgezegd. Een andere reden voor opzegging was dat de praktische toepassing van het Haags Huwelijksverdrag 1902 voor problemen zorgde. Zoals genoemd, diende een vreemdeling uit een andere verdragsstaat op grond van artikel 4 van het verdrag hier een verklaring van huwelijksbevoegdheid uit eigen land te overleggen. Was degene hier gescheiden, maar werd de echtscheiding in het land waarvan deze persoon de nationaliteit had niet erkend, dan kon daar geen verklaring bemachtigd worden. Dit
26
De hierna aangehaalde wetsartikelen zijn de bewoordingen van het verdrag zoals verschenen in het staatsblad van 1904. 27 Revoi was op grond van het Haags Huwelijksverdrag 1902 derhalve toegestaan. 28 Plasschaert 2002, p.823. 29 Kropholler 2004, p. 261-262. 30 Asser/Vonken 10-II 2012/80; Ulli d’Oliveira, “Het Haagse Huwelijksverdrag 1902- een terugblik en een maning”, NJB, 2002/32, p. 1597; Kropholler 2004, p.255.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
6
betekende dat op grond van het Haags Huwelijksverdrag hier geen nieuw huwelijk gesloten kon worden. Dit leidde tot een vreemde situatie, waarin op grond van een verdrag de rechtsfeiten in eigen land genegeerd dienden te worden. In het decennium voor de opzegging door Nederland van het verdrag, is in de Nederlandse rechtspraak soms een beroep op de openbare orde gedaan 31 om een huwelijk toch te kunnen voltrekken. Artikel 8 van het Haags Huwelijksverdrag 1902 bepaalt dat het verdrag van gelding is wanneer in 32 een verdragsstaat getrouwd wordt. Thans wordt ervan uitgegaan dat het Haags Huwelijksverdrag 1902 nog geldt tussen Duitsland en Italië, en daarnaast tussen Roemenië, 33 Portugal en Italië. Feitelijk heeft het verdrag bijna geen betekenis meer; zoals uit de landenbeschrijvingen zal blijken, passen ook de hiervoor genoemde landen het nationaliteitsbeginsel niet meer zo ongeclausuleerd toe als is vastgelegd in het Haags Huwelijksverdrag 1902. Haags Huwelijksverdrag 1978 Haags huwelijksverdrag uit 1902 werd in 1978 vervangen door het in 1976 door de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht (HCCH) opgestelde “Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken” (“Haags huwelijksverdrag 1978”). In dit verdrag staat de “favor matrimonii” centraal. Dit betekent dat de voorwaarden voor huwelijksvoltrekking en erkenning van een eenmaal gesloten huwelijk zo gunstig mogelijk voor de huwenden moeten zijn. Artikel 3 van het verdrag bepaalt: Artikel 3 Het huwelijk wordt voltrokken: 1. wanneer de aanstaande echtgenoten voldoen aan de materiële vereisten, gesteld in het interne recht van de Staat waar het huwelijk wordt voltrokken, en een van hen de nationaliteit van die Staat bezit of er zijn gewone verblijfplaats heeft; of 2. wanneer elk der aanstaande echtgenoten voldoet aan de materiële vereisten, gesteld in het interne recht dat toepasselijk is ingevolge de verwijzingsregels van de Staat waar het huwelijk wordt voltrokken. Aldus wordt in het Haags huwelijksverdrag 1978 aansluiting gezocht bij het recht van de plaats van de huwelijksvoltrekking (lex loci celebrationis), maar wel onder de voorwaarde dat één van de beide aanstaande echtgenoten de plaatselijke nationaliteit bezit of in Nederland zijn gewone verblijfplaats heeft. Daarnaast is in artikel 5 van het verdrag beperking door de openbare orde toegestaan: Artikel 5 Het recht dat door dit hoofdstuk als toepasselijk is aangewezen, wordt slechts dan niet toegepast indien zulks kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van de Staat waar het huwelijk wordt voltrokken. Buiten Nederland hebben alleen Australië en Luxemburg dit verdrag geratificeerd. Bij de HCCH is navraag gedaan naar de reden dat slechts drie - van de 71 - lidstaten van de HCCH het Haags Huwelijksverdrag 1978 hebben geratificeerd. Volgens de senior jurist bij de organisatie heeft dit te maken met het feit dat het verdrag erg vooruitstrevend is en een ruime erkenning van 31
Plasschaert 2002, p.823. Zie ook: Kegel/Schuring 2000, p.709. Christian von Bar, “Die eherichtlichen Konventionen der Haager Konferenz(en)“, RabelsZ, 57. Jahrg., H. 1/2, 1993, (Hundert Jahre Haager Konferenz 1893–1993), pp. 122-123. 32 33
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
7
buitenlandse huwelijken behelst. Het feit dat slechts drie lidstaten het verdrag hebben geratificeerd is volgens de senior jurist vermoedelijk te wijten aan immigratieoverwegingen die de lidstaten hebben. Hoofdstuk I van het verdrag, waarin de huwelijksvoltrekking geregeld is en de bovengenoemde artikelen te vinden zijn, is overigens een optioneel gedeelte. De kern van het verdrag is Hoofdstuk II van het verdrag, dat betrekking heeft op erkenning van huwelijken. De Overeenkomst betreffende de afgifte van een verklaring van huwelijksbevoegdheid Het Haags huwelijksverdrag 1978 bevat geen regeling voor de afgifte van verklaringen van huwelijksbevoegdheid. Dat lag en ligt – gelet op de aan dit verdrag ten grondslag liggende uitgangspunten en beginselen – ook niet in de lijn der verwachtingen. Omdat veel landen primair het nationaliteitsbeginsel als uitgangspunt zijn blijven hanteren bij huwelijkssluiting en de verklaring van huwelijksbevoegdheid volgens de wetgeving in die landen nog steeds vereist is wanneer een vreemdeling daar mocht willen trouwen, heeft de Internationale Commissie van de Burgerlijke Stand “de Overeenkomst betreffende de afgifte van een verklaring van huwelijksbevoegdheid” in het leven geroepen. Artikel 1 van de Overeenkomst luidt: "Iedere Overeenkomstsluitende Staat verbindt zich tot het afgeven van een verklaring van huwelijksbevoegdheid die overeenkomt met het aan deze Overeenkomst als bijlage toegevoegde model, wanneer een van zijn onderdanen zulks met het oog op zijn huwelijkssluiting in het buitenland verzoekt en hij volgens de wet van de Staat die de verklaring afgeeft, aan de 34 voorwaarden voor het sluiten van dit huwelijk voldoet." Dit deze verklaring tweezijdig is, blijkt uit het model bij de Overeenkomst.
34
Geciteerd is de Nederlandse vertaling op wetten.nl. De officiële Franstalige versie van het verdrag is leidend.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
8
ICBS-landen partij bij de Overeenkomst Nederland IPR Algemeen Het Nederlands IPR is sinds 1 januari 2012 gecodificeerd in boek 10 van het Burgerlijk Wetboek. Huwelijkssluiting Aanvankelijk waren de Nederlandse conflictregels met betrekking tot het huwelijk vastgelegd in artikel 2 van de Wet conflictenrecht huwelijken. Dit artikel, dat voortbouwt op de minimumregeling van artikel 3 van het Haags Huwelijksverdrag 1978, luidde als volgt: “Het huwelijk wordt voltrokken a. indien ieder der aanstaande echtgenoten voldoet aan de vereisten tot het aangaan van een huwelijk van het Nederlands recht en een van hen de Nederlandse nationaliteit bezit of in Nederland zijn gewone verblijfplaats heeft; of b. indien ieder der aanstaande echtgenoten voldoet aan de vereisten tot het aangaan van een huwelijk van de Staat waarvan hij de nationaliteit bezit. Bij het bezit van meer dan een nationaliteit geldt het recht van de Staat waarvan de betrokkene de nationaliteit bezit, waarmee hij alle omstandigheden in aanmerking genomen, de sterkste band heeft.” Ingevolge dit artikel kon reeds als één der aanstaande echtgenoten óf de Nederlandse nationaliteit, óf een gewone verblijfplaats in Nederland had, een huwelijk naar Nederlands recht sluiten. Daarnaast was er nog de ‘herkansingregel’, als geformuleerd in sub b, op grond waarvan ook op grond van het recht van de effectieve nationaliteit gehuwd kon worden. Dit als invulling van artikel 3 van het Haags Huwelijksverdrag 1978. Met de invoering van boek 10 BW heeft de wetgever ervoor gekozen om in geval van meerdere nationaliteiten de effectiviteitstoets achterwege te laten. Een dergelijke toets achtte de wetgever 35 niet passend bij de favor matrimonii die aan de afdeling van het wetboek ten grondslag ligt. Thans luidt artikel 10:28 BW: “Artikel 28 Het huwelijk wordt voltrokken indien: a. ieder der aanstaande echtgenoten voldoet aan de vereisten tot het aangaan van een huwelijk van het Nederlandse recht en een van hen uitsluitend of mede de Nederlandse nationaliteit bezit of in Nederland zijn gewone verblijfplaats heeft; of b. ieder der aanstaande echtgenoten voldoet aan de vereisten tot het aangaan van een huwelijk van een staat waarvan hij de nationaliteit bezit.” In het algemeen wordt aangenomen dat in artikel 10:28 BW sprake is van een alternatieve conflictregel: er behoeft slechts te worden voldaan aan de regels uit één van de aangewezen 36 rechtsstelsels. Hiertussen bestaat geen rangorde.
35 36
Kamerstukken II 2009/10, 32137, nr.3. S.E.W. Rutten, Huwelijk en Burgerlijke stand, Apeldoorn: Maklu 2011, p. 72.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
9
In de praktijk wordt echter al gauw voldaan aan de voorwaarden in sub a, zodat niet aan sub b toegekomen wordt. Toch kan onderdeel b uitkomst bieden wanneer de toekomstige echtgenoten niet voldoen aan de vereisten van het Nederlandse recht, maar wel aan die van het vreemde 37 recht op grond van een nationaliteit die zij bezitten. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een der aanstaande echtgenoten nog geen 18 jaar oud is, maar wel de minimum huwbare leeftijd heeft bereikt waarop het toegestaan is op grond van het recht van een nationaliteit die diegene bezit. Hierbij dient opgemerkt worden dat deze mogelijkheid wordt beperkt door de regels van openbare orde, zoals neergelegd in artikel 10:29 BW. In het hiervoor genoemde voorbeeld betekent dit dat de aanstaande echtgenoot ten minste de leeftijd van 15 jaar bereikt moet hebben, voordat in Nederland een rechtsgeldig huwelijk gesloten kan worden. Huwelijksbevoegdheidsverklaring In het geval van toepassing van onderdeel b van artikel 10:28 BW dient de Nederlandse ambtenaar van burgerlijke stand (hierna: “abs”) zich van de inhoud van het buitenlandse recht op de hoogte te stellen. Boek 10 BW bepaalt hierover niets. Artikel 4 van het Haags Huwelijksverdrag geeft aan de abs de bevoegdheid om van de aanstaande echtgenoten “elk dienstig bewijs (te) verlangen van de inhoud van het vreemde recht”. Aangezien de abs vast dient te stellen dat aanstaande echtgenoten op grond van hun eigen nationaal recht bevoegd zijn met elkander te huwen, zou het vragen van een huwelijksbevoegdheidsverklaring een uitkomst kunnen bieden. De Boer e.a. stellen dat op grond van artikel 1:44 BW bewijsstukken worden overgelegd aan de abs aan de hand waarvan deze de huwelijksbevoegdheid kan bepalen. De auteurs stellen dat de 38 Overeenkomst hierbij kan worden ingezet. Ook in de Asserserie, boek 10, deel II wordt hiervan 39 uitgegaan. De vraag is echter of de abs bevoegdheid heeft om een verklaring uitdrukkelijk te verlangen, nu de verklaring in Nederland geen wettelijk vereiste is voor het aantonen van de huwelijksbevoegdheid. Plasschaert beantwoordt deze vraag negatief: de Overeenkomst verplicht slechts tot afgifte van de verklaring en niet tot een overlegging aan de autoriteit die het huwelijk voltrekt, tenzij de eigen wetgeving dit vereist. Volgens Plasschaert kan de Nederlandse abs derhalve nooit om een verklaring vragen. Wel kan de verklaring, als een aanstaande echtgenoot hiervan in bezit is, 40 dienen ter vervanging van een verklaring van burgerlijke staat. Nederlandse Praktijk Uit de steekproef onder gemeenten blijkt dat de meeste ambtenaren van burgerlijke stand de overtuiging hebben dat de Nederlandse abs wel degelijk de bevoegdheid heeft om naar een verklaring te vragen. Deze bevoegdheid wordt veelal geschaard onder de ruime bevoegdheid die een abs heeft om te vragen om documenten. Overigens komt het opvragen van een huwelijksbevoegdheidsverklaring door een Nederlandse abs niet of nauwelijks voor. Ten eerste, omdat de meeste huwelijken op grond van Nederlands materieel huwelijksrecht gesloten worden. Ten tweede, omdat de Nederlandse abs de voorkeur blijkt te geven aan een werkwijze waarin hij zich zelfstandig op de hoogte stelt van het materieel buitenlands huwelijksrecht en vervolgens zelf een toets uitvoert. Het aanvragen van een verklaring wordt wel eens als laatste hulpmiddel genoemd door de abs. 37
P.Vlas e.a., Hoofdlijnen Boek 10 BW (internationaal privaatrecht), Den Haag: Sdu, 2011, p.50. De Boer e.a. 2012, p. 97. 39 A.P.M.J. Vonken, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. 10. Internationaal Privaatrecht. Deel II. Het internationale personen-, familie- en erfrecht, Deventer: Kluwer 2012, randnummer: 74. 40 Plasschaert 2002, p.824. 38
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
10
Duitsland IPR Algemeen Het internationaal privaatrecht is in de Bondsrepubliek Duitsland geregeld in de artikelen 3-46 van het Einführungsgesetzes zum Bürgerlichen Gesetzbuch (hierna: “EGBGB”). Met het Gesetz zur Neureglung des internationalen Privatrechts van 25.7.1986 is het internationaal privaatrecht 41 grondig vernieuwd. Dit in verband met overlapping met EU recht of internationale 42 overeenkomsten die het Duitse conflictrecht veranderd hebben. Het Duitse IPR hanteert verschillende aanknopingspunten. Het nationaliteitsbeginsel wordt in het bijzonder toegepast in het huwelijksrecht, adoptie en voogdij. Bij het domiciliebeginsel wordt aangesloten in het afstemmingsrecht en de ouder-kind relatie. Wat betreft de toepassing van het nationaliteitsbeginsel wordt doorgaans gekeken met welke staat de betreffende persoon de sterkste band heeft. Art. 5, §2 van het EGBGB bepaalt dat wanneer iemand meerdere nationaliteiten heeft, gekeken wordt met welk land de betreffend de sterkste band heeft (effectieve 43 nationaliteitstoets). Hierbij wordt dan aanknoping gezocht. Huwelijkssluiting Duitsland is een van de landen waarvoor nog steeds het Haags Huwelijksverdrag van 1902 geldt. In dit verdrag staat het nationaliteitsbeginsel centraal bij huwelijkssluiting. Op de website van de HCCH is te lezen dat het ministerie van Buitenlandse Zaken van Duitsland door middel van een document gedateerd 31 januari 1971 het ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland heeft laten weten dat Duitsland met terugwerkende kracht vanaf 31 januari 1958 het Haags Huwelijksverdrag van 1902 ten opzichte van Nederland toepast wat betreft 44 huwelijksconflictrecht. Eerder, in 1952 is het verdrag weer gaan gelden tussen Duitsland, Italië 45 en Luxemburg. Niet duidelijk is waarom Duitsland het Haags Huwelijksverdrag 1902 inmiddels niet heeft opgezegd. Andere aangesloten landen namen hiervan door slechte ervaringen in de Tweede Wereldoorlog afstand, juist door de ervaringen met het Derde Rijk. De auteurs Kegel en Schuring stellen eenvoudigweg dat de regels van het verdrag overeenkomen met het Duitse IPR (“Die 46 regeln des Abkommens entsprachen im Wesentlichen dem deutschen IPR“). Professor 47 Christian von Bar denkt hier anders over. Von Bar heeft in het Duitse IPR-blad RabelsZ aangeraden het Haags Huwelijksverdrag 1902 op te zeggen, nu het verdrag ‘gedenatureerd’ is tot een bilateraal verdrag tussen Duitsland en Italië. Bovendien zou het verdrag zich niet meer verhouden tot het moderne Duitse IPR, met name de bepaling in artikel art. 13 II van het EGBGB 48 en de beperkende werking van de openbare orde.
41
Bergmann Deutschland p.23. Bergmann Deutschland p.23. 43 Bergmann Deutschland p.24. 44 http://www.hcch.net/index_en.php?act=text.display&tid=13 45 A. Junker, Internationales Privatrecht. München, Beck, 1998, nr. 492; Von Bar 1993, p.74. 46 Kegel/Schuring 2000, p.709. 47 Voluit: Rabels Zeitschrift für ausländisches und internationales Privatrecht. 48 Von Bar 1993, pp. 105-106; Overigens raadt Von Bar de Duitse regering af partij te worden bij het Haags Huwelijksverdrag 1978, omdat hij van mening is dat de huwelijkserkenning in dit verdrag niet goed geregeld is. 42
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
11
Op grond van art.13 I van het EGBGB zijn de voorwaarden voor huwelijkssluiting voor iedere aanstaande echtgenoot gebaseerd op het recht van de staat waartoe hij behoort. “(I) Die Voraussetzungen der Eheschließung unterliegen für jeden Verlobten dem Recht des Staates, dem er angehört.” Kropholler merkt hierover op dat de toekomstige echtgeno(o)t(e) met de vreemde nationaliteit derhalve niet huwelijksbevoegd hoeft te zijn naar Duits recht; wel dient te worden voldaan aan de 49 overige vereisten van huwelijkssluiting die de Duitse wet stelt. Kan op grond van (I) het huwelijk niet gesloten worden, dan kan volgens 13 II Duits materieel recht toegepast worden, indien: 1) een der aanstaande echtgenoten een gewone verblijfplaats in Duitsland heeft of Duitser is, 2) de aanstaande echtgenoten de redelijke stappen hebben ondernomen om te voldoen aan de voorwaarden en 3) Het weigeren tot het aangaan van het huwelijk onverenigbaar is met de vrijheid om te trouwen; in het bijzonder wordt een eerder huwelijk niet tegengeworpen wanneer dit het voortbestaan van dit huwelijk is afgebroken door een hier uitgesproken of erkende echtscheiding, of de voormalige echtgenoot van een der aanstaande echtgenoten voor dood is verklaard. Deze voorwaarden zijn cumulatief. Huwelijksbevoegdheidsverklaring Een huwelijksbevoegdheidsverklaring (Duits: Ehefähigkeitszeugnis) is vereist op grond van art § 1309 § 1 van het Duitse Bürgerlichen Gesetzbuchs (hierna: “BGB”). De vertaling van dit artikel luidt: “(1) Degene die voor het sluiten van een huwelijk, onder voorbehoud van artikel 13 lid 2 van EGBGB, is onderworpen aan buitenlands recht, kan niet eerder een huwelijk aangaan dan wanneer hij een verklaring van een binnenlandse autoriteit van zijn land van herkomst overlegt, waaruit blijkt dat tegen het huwelijk volgens de wetgeving van deze staat geen bezwaren bestaan. Als bewijs van de binnenlandse autoriteit kan ook een certificaat dienen dat is afgegeven door een andere organisatie op basis van een overeenkomst met het thuisland. De verklaring verliest zijn kracht indien het huwelijk niet binnen zes maanden na vertoning voltrokken wordt; vermeldt het certificaat een kortere duur, dan is dit doorslaggevend.” Deze regel wordt streng gehanteerd door Duitse Standesbeamten. Uit informatie op websites blijkt dat ook degenen die een buitenlandse nationaliteit heeft, maar nooit in het betreffende land heeft gewoond een verklaring dienen te overleggen. Deze dient dan bij de Nederlandse ambassade/consulaat aangevraagd te worden. Overigens dienen ook verklaringen te worden overgelegd van andere landen waar de betreffende persoon gewoond heeft, maar waarvan hij niet de nationaliteit bezit.
49
Kropholler 2004, p.144.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
12
Alternatief Artikel art § 1309 § 1 BGB: “(2) De voorzitter van het Oberlandesgericht (OLG) van het district van de burgerlijke stand waar om het huwelijk is verzocht, kan vrijstelling verlenen van de verplichting uit hoofde van paragraaf 1, zin 1. De vrijstelling wordt slechts verleend aan staatlozen die hun normale woonplaats in het buitenland hebben, en aan onderdanen van staten, die geen enkele autoriteit bezitten voor het verstrekken van huwelijksbevoegdheidsverklaringen als bedoeld in paragraaf 1. In bijzondere gevallen kan ook vrijstelling gegeven worden aan onderdanen van andere staten. De vrijstelling geldt 50 slechts voor een periode van zes maanden.” Op grond van § 13, lid 1 van het Personenstandsgesetz (hierna: “PstG”) dient de Standesbeamte te bewijzen dat ten aanzien van de huwelijkssluiting geen huwelijksbeletsel, in het bijzonder een gebrek in de huwelijksbevoegdheid of huwelijksverbod tegengeworpen kan worden. Lid 2 van het artikel regelt welke bewijsstukken bij de aanmelding van de huwelijkssluiting te overleggen zijn. Wanneer het gaat om een vrijstelling van een verklaring van huwelijksbevoegdheid, dienen de toekomstige echtgenoten ook de documenten te overleggen die bewijzen dat het huwelijk op grond van het betreffende vreemde recht mogelijk is. Om te weten welke documenten dit zijn, kan 51 de Kölner Liste online geraadpleegd te worden. Het betreft doorgaans een geboorteakte, een bewijs van burgerlijke stand, en daarnaast eventueel nog een erkenning van echtscheiding in eigen land. Opmerkelijk is dat wanneer het Europese landen betreft geen legalisatie-eisen aan deze documenten worden gesteld. Uit de informatie van het OLG Köln blijkt in ieder geval dat de procedure tussen de € 15 en € 305 kost, afhankelijk van het inkomen van beide partners. Over de duur van de procedure zegt het document van OLG Köln het volgende: Hoewel de huwelijkszaken worden behandeld als spoedeisend, kan geen specifieke verwerkingstijd worden gegarandeerd.
50 51
Vgl. Kropholler 2004, p.329 e.v. http://www.olg-koeln.nrw.de/aufgaben/justizverwaltung/organisation_verwaltung/dez_7/ausl_ehesachen/index.php
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
13
België IPR Algemeen Het IPR is in België vastgelegd in het wetboek van internationaal privaatrecht dat op 16 juni 2004 in werking is getreden. Huwelijkssluiting Artikel 44 van het wetboek van internationaal privaatrecht bepaalt het volgende: “Art. 44. Het huwelijk kan in België worden voltrokken indien een van de toekomstige echtgenoten bij de voltrekking Belg is, zijn woonplaats of sinds meer dan drie maanden zijn gewone verblijfplaats in België heeft.” Over het toepasselijke materiële recht wordt bepaald: “46. Onder voorbehoud van artikel 47 worden de voorwaarden voor de geldigheid van het huwelijk voor elke echtgenoot beheerst door het recht van de Staat waarvan hij bij de voltrekking van het huwelijk de nationaliteit heeft. Een bepaling van het door het eerste lid toepasselijk verklaard recht, die het huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht verbiedt, is niet van toepassing indien een van de personen de nationaliteit bezit van een Staat waarvan het recht een dergelijk huwelijk toestaat of op het grondgebied van een dergelijke Staat zijn gewone verblijfplaats heeft.” De toepassing hiervan wordt evenwel beperkt door de Belgische openbare orde. De Belgische openbare orde kan ook een positieve werking hebben: zoals hierboven weergegeven, is een huwelijk tussen twee personen met hetzelfde geslacht mogelijk, ook al is dit uitgesloten op grond 52 van het nationaal recht van de toekomstige huwelijkskandidaten. Huwelijksbevoegdheidsverklaring Naar het artikel dat de documenten benodigd voor huwelijkssluiting opsomt, artikel 64 van het Belgisch BW, is geen verklaring nodig: “Art. 64. § 1. Bij de aangifte van het huwelijk worden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand voor ieder der aanstaande echtgenoten de volgende documenten voorgelegd: 1° een voor eensluidend verklaard afschrift van de akte van geboorte; 2° een bewijs van identiteit; 3° een bewijs van nationaliteit; 4° een bewijs van de ongehuwde staat of van de ontbinding of nietigverklaring van het laatste voor een Belgisch ambtenaar van de burgerlijke stand voltrokken huwelijk en in voorkomend geval een bewijs van de ontbinding of de nietigverklaring van de huwelijken gesloten voor een buitenlandse overheid, tenzij ze een voor een Belgisch ambtenaar van de burgerlijke stand voltrokken huwelijk voorafgaan; 5° een bewijs van de inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister en/of een bewijs van de actuele verblijfplaats evenals in voorkomend geval een bewijs van de gewone verblijfplaats in België sinds meer dan drie maanden; 52
Bergmann Belgien, p. 37.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
14
6° in voorkomend geval, een gelegaliseerd schriftelijk bewijs uitgaande van de bij de aangifte van het huwelijk afwezige aanstaande echtgenoot, waaruit diens instemming met de aangifte blijkt; 7° ieder ander authentiek stuk waaruit blijkt dat in hoofde van de betrokkene is voldaan aan de door de wet gestelde voorwaarden om een huwelijk te mogen aangaan. § 2. Indien de overgelegde documenten in een vreemde taal zijn opgemaakt, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand om een voor eensluidend verklaarde vertaling ervan verzoeken. § 3. Indien de aanstaande echtgenoot in België is geboren en voor zover het huwelijk in België wordt voltrokken, vraagt de ambtenaar van de burgerlijke stand het eensluidend verklaard afschrift van de akte van geboorte op aan de houder van het register. Hetzelfde geldt wanneer de akte van geboorte in België is overgeschreven en de ambtenaar van de burgerlijke stand de plaats van de overschrijving ervan kent. Eenzelfde regeling is onder dezelfde voorwaarden van toepassing op de andere akten van de burgerlijke stand die in België zijn opgemaakt of overgeschreven en waarvan, in voorkomend geval, de voorlegging wordt vereist. De aanstaande echtgenoot kan evenwel, om persoonlijke redenen, verkiezen om zelf het eensluidend verklaard afschrift van de akte voor te leggen. § 4. De aanstaande echtgenoot, indien deze op de datum van het verzoek tot opmaak van de akte van aangifte ingeschreven is in het bevolkings- of vreemdelingenregister en voor zover het huwelijk in België wordt voltrokken, wordt bovendien vrijgesteld van de voorlegging van het bewijs van nationaliteit, van ongehuwde staat en van inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister. De ambtenaar van de burgerlijke stand voegt een uittreksel uit het Rijksregister bij het dossier. Niettemin kan de ambtenaar van de burgerlijke stand, indien hij zich onvoldoende ingelicht acht, belanghebbende om de voorlegging van ieder ander bewijs tot staving van die gegevens 53 verzoeken.”
53
In GP Belgique §4.2.8, wordt bevestigd dat op grond van art. 64 BW geen verklaring gevraagd wordt en derhalve geen vereiste is voor huwelijkssluiting in België.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
15
Luxemburg IPR Algemeen Met betrekking tot het internationale huwelijks- en kinderrecht wordt in Luxemburg met betrekking 54 tot het conflictenrecht aangeknoopt bij de lex fori. Huwelijkssluiting Luxemburg is één van de weinige landen die naast Nederland het Haags Huwelijksverdrag van 55 1978 geratificeerd heeft. Het huwelijksrecht is in Luxemburg is uitgewerkt in titel V van de Code Civil (CC). In art 171 van de CC is artikel 3 van voornoemd Haags Huwelijksverdrag 1978 gecodificeerd: «Art. 171. (L. 20 décembre 1990) Le mariage doit être célébré: 1° dans le cas où un des futurs conjoints est de nationalité luxembourgeoise ou réside habituellement au Luxembourg, lorsque les deux futurs époux satisfont aux conditions de fond de la loi luxembourgeoise; 2° lorsque chacun des futurs époux remplit les conditions de fond exigées par la loi applicable à son statut personnel. » 56
Renvoi is in het Luxemburgse IPR toegestaan. De toepassing van buitenlands recht wordt evenwel beperkt door de Luxemburgse openbare orde, eveneens conform het Haagse Huwelijksverdrag (art. 5). Huwelijksbevoegdheidsverklaring Volgens der Bergmann wordt van buitenlanders slechts een verklaring verlangd als dit in 57 bilaterale verdragen overeengekomen is. Dat dit niet alleen voor bilaterale verdragen geldt, blijkt uit de GP. Hierin staat dat voor een huwelijk gesloten in Luxemburg naar Luxemburgs recht de buitenlander dezelfde documenten dient over te leggen als de Luxemburgers, dus ook een huwelijksbevoegdheidsverklaring. Heeft de buitenlander de nationaliteit van een land dat de Overeenkomst heeft geratificeerd, dan wordt om een verklaring gevraagd. In het andere geval 58 kan met een verklaring van ongehuwd zijn worden volstaan. In het geval dat naar buitenlands materieel recht getrouwd wordt, zal ook logischerwijs een verklaring gevraagd worden.
54
Bergmann Luxemburg, p.25. Naast Nederland en Luxemburg, heeft slechts Australië het verdrag van 1978 geratificeerd. Zie voor de huidige stand van zaken de website van de Haagse Conferentie: http://www.hcch.net/index_en.php?act=conventions.text&cid=88. 56 Bergmann Luxemburg, p.28. 57 Bergmann Luxemburg, p.47. 58 GP Luxembourg, §4.2.8. 55
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
16
Oostenrijk IPR Algemeen Het IPR in Oostenrijk is vastgelegd in het Bundesgesetz vom 15.6.1978 über das internationale Privatrecht (hierna: “BIP”). Huwelijkssluiting Artikel 17 e.v. van het BIP bepaalt dat de materiële verlovingsvereisten voor iedere aanstaande echtgenoot naar het nationaliteitsrecht van deze persoon (“Personalstatut”) beoordeeld dient te worden. Huwelijksbevoegdheidsverklaring De Oostenrijkse Personenstandsverordnung (hierna: “PstV”) somt in §21 de documenten op die toekomstige echtgenoten dienen te overleggen, ter beoordeling van hun bevoegdheid het huwelijk in te treden. In sub II van dit artikel is tevens iets opgenomen over aanstaande echtgenoten die een niet-Oostenrijkse nationaliteit hebben: “Toekomstige echtgenoten of aanstaande geregistreerde partners die niet onder het Oostenrijkse recht vallen („personeel statuut“ is niet het Oostenrijkse) dienen behalve de in lid 1 onder I. aangevoerde documenten eveneens te overleggen: : 1) een bevestiging van hun huwelijksbevoegdheid of hun bevoegdheid een geregistreerd 59 partnerschap te kunnen aangaan; ...” Alternatief §21 onder IV stelt: “Is een toekomstige echtgenoot niet in staat een bevestiging te overleggen van de huwelijksbevoegdheid (lid 2 onder I.) of een aanstaande geregistreerde partner niet in staat een bevestiging te overleggen van de bevoegdheid een geregistreerd partnerschap te kunnen aangaan, hoewel hij of zij deze had kunnen verkrijgen, dan dienen inlichtingen te worden ingewonnen bij de gouverneur van de deelstaat („Landeshauptmann“, § 50 Personenstandsgesetz). Hetzelfde geldt wanneer ondanks de overgelegde documenten de autoriteit van de burgerlijke stand juridische twijfels heeft met betrekking tot de huwelijksbevoegdheid dan wel de bevoegdheid om een geregistreerd partnerschap aan te kunnen gaan.” Artikel 50 van het PstG stipuleert dat wanneer een abs twijfels heeft over de huwelijksbevoegdheid van een van de aanstaande huwelijkskandidaten, hij zich tot de gouverneur dient te wenden. Opmerking: een vertegenwoordiger van het Oostenrijkse consulaat in Nederland merkte nog op dat door het feit dat voor een huwelijk aangegaan door een Oostenrijker geen huwelijksbevoegdheidsverklaring gevraagd wordt, aanstaande huwelijkspartners ook niet worden ingelicht door de Oostenrijkse autoriteiten over de complicaties die de kunnen ontstaan door verschillen tussen Nederlands en Oostenrijks recht. Zo blijft naar Nederlands recht de vrouw na
59
Onofficiële vertaling van het consulaat van Oostenrijk in Nederland.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
17
de huwelijkssluiting officieel haar eigen achternaam houden en verandert deze niet, zoals in Oostenrijk wel het geval is.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
18
Zwitserland IPR Algemeen Het Zwitserse internationale privaat- en procesrecht is primair neergelegd in het op 1 januari 1989 in werking getreden Bundesgesetz uber das Internationale Privatrecht vom 18.12.1987 (hierna: “IPRG”). Huwelijkssluiting Artikel 44, § 1 van het IPRG bepaalt thans dat Zwitsers materieel recht van toepassing is op huwelijkssluiting in Zwitserland. “Art. 44 II. Anwendbares Recht Die materiell-rechtlichen Voraussetzungen der Eheschliessung in der Schweiz unterstehen schweizerischem Recht.” Art. 44 van het IPRG is op 1 juli 2013 gewijzigd. Vóór deze datum waren tevens huwelijken op grond van materieel buitenlands recht mogelijk, mits niet in strijd met de Zwitserse openbare 60 orde. Huwelijksbevoegdheidsverklaring De Zwitserse Zivilstandsverordnung (hierna: SZtV) is op de wetswijziging van 1 juli 2013 aangepast. Nu het niet meer mogelijk is op grond van vreemd buitenlands recht te huwen, staat in de opsomming van benodigde documenten in artikel 64 van het SZtV geen 61 Eheanerkennungserklärung meer vermeld. Artikel 64 SZtV luidt thans: "Art. 64 Dokumente 1 Die Verlobten legen dem Gesuch folgende Dokumente bei: a. Ausweise über den aktuellen Wohnsitz; b. Dokumente über Geburt, Geschlecht, Namen, Abstammung, Zivilstand (Verlobte, die verheiratet gewesen sind oder in eingetragener Partnerschaft gelebt haben: Datum der Eheauflösung oder der Auflösung der eingetragenen Partnerschaft) sowie Heimatorte und Staatsangehörigkeit, wenn die Angaben über den aktuellen Personenstand im System noch nicht beurkundet worden sind oder wenn die abrufbaren Daten nicht richtig, nicht vollständig oder nicht auf dem neusten Stand sind; c. Dokumente über Geburt, Geschlecht, Namen und Abstammung gemeinsamer Kinder, wenn das Kindesverhältnis im System noch nicht beurkundet worden ist oder wenn die abrufbaren Daten nicht richtig, nicht vollständig oder nicht auf dem neusten Stand sind."
60 61
Kurt Siehr, Das Internationale Privatrecht der Schweiz, Zürich: Schulthess, 2002, p. 18 e.v. Zie voor de meest recente wettekst de overheidssite: http://www.admin.ch
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
19
Italië IPR Algemeen Het Italiaanse IPR is neergelegd in Legge 31.5.1995, nr. 218 Riforma del sistema italiano di diritto 62 internazionale privato. Huwelijkssluiting Voor Italië is het Haags Huwelijksverdrag van 1902 nog van gelding. In artikel 27 van voornoemde wet is vastgelegd dat de huwelijksvoorwaarden zijn gebaseerd op het recht van iedere toekomstige echtgenoot: “27. Condizioni per contrarre matrimonio. 1. La capacità matrimoniale e le altre condizioni per contrarre matrimonio sono regolate dalla legge nazionale di ciascun nubendo al momento del matrimonio. Resta salvo lo stato libero che uno dei nubendi abbia acquistato per effetto di un giudicato italiano o riconosciuto in Italia.” De laatste zin, die stelt dat een en ander los staat van de ongehuwde staat die een in Italië uitgesproken of erkende echtscheiding met zich meebrengt, is waarschijnlijk ingevoegd om niet afhankelijk te zijn van de erkenning van een Italiaanse echtscheiding in het buitenland. Huwelijksbevoegdheidsverklaring Op grond van artikel 116 van de Italiaanse Codice Civile is een verklaring van geen bezwaar tegen het huwelijk vereist op grond van het nationale recht van de aanstaande echtgenoten, afgegeven door de nationale autoriteiten. Deze verklaring wordt nulla osta genoemd. “Art. 116 Matrimonio dello straniero nello Stato Lo straniero che vuole contrarre matrimonio nello Stato deve presentare all'ufficiale dello stato civile una dichiarazione dell'autorità competente del proprio paese, dalla quale risulti che giusta le leggi a cui è sottoposto nulla osta al matrimonio.” Deze verklaring dient vertaald en gelegaliseerd te worden, wanneer deze uit landen komt 63 waarmee geen verdrag is gesloten. De website van de Nederlandse ambassade in Rome vermeldt echter dat het feit dat sommige 64 gemeenten in Italië onnodig om een nulla osta vragen. Op de website van de Nederlandse ambassade is een Italiaanse consulaire verklaring geplaatst waarin wordt verwezen naar het Verdrag van München van 5 september 1980. De brief stelt dat in artikel 10 van dit verdrag volgt dat de door de Nederlandse ambtenaren van burgerlijke stand opgemaakte huwelijksbevoegdheidsverklaring meertalig is en vrijgesteld van legalisatie-eisen. Naast deze verklaring is nog een internationaal geboorte-uittreksel benodigd met daarop ook de gegevens van de ouders en een internationaal uittreksel van burgerlijke stand, wil een Nederlander in Italië trouwen, zo meldt de consulaire brief.
62
Bergmann Italien, p. 24. GP Italien §4.2.8. 64 http://italie.nlambassade.org/producten-en-diensten/consular-services/trouwen 63
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
20
Alternatief Wanneer de aanstaande huwelijkskandidaat geen verklaring kan overleggen, kan de advieskamer 65 van de rechtbank het huwelijk autoriseren.
65
GP Italien §4.2.8.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
21
Portugal IPR Algemeen Het Portugese IPR is samen met het vreemdelingenrecht geregeld in de artikelen 14-65 van de Portugese Código Civil (hierna: “CC”). Huwelijkssluiting Op grond van artikel 52 van het CC is het gemeenschappelijke nationale recht van beide huwelijkspartners doorslaggevend. Wanneer zij geen gemeenschappelijke nationaliteit hebben, dan wordt aangesloten bij de gewone verblijfplaats, en anders bij de wet van het land waarmee de familie zich het nauwste mee verbonden acht. “Artigo 52.º (Relações entre os cônjuges) 1. Salvo o disposto no artigo seguinte, as relações entre os cônjuges são reguladas pela lei nacional comum. 2. Não tendo os cônjuges a mesma nacionalidade, é aplicável a lei da sua residência habitual comum e, na falta desta, a lei do país com o qual a vida familiar se ache mais estreitamente conexa.” Opmerkelijk is dat Portugal met deze bepaling afwijkt van het nationaliteitsbeginsel zoals neergelegd in het Haags Huwelijksverdrag 1902 waarbij Portugal volgens de website van HCCH 66 nog steeds aangesloten is. Huwelijksbevoegdheidsverklaring Artikel 166 Código do Registo Civil (hierna: “CRC”) bepaalt dat de buitenlander die in Portugal wil trouwen een verklaring dient te overleggen: “Artigo 166º Certificado exigido ao estrangeiro que pretenda casar em Portugal 1 - O estrangeiro que pretenda celebrar casamento em Portugal, por qualquer das formas previstas neste Código, deve instruir o processo preliminar de casamento com certificado, passado há menos de seis meses, se outro não for o prazo de validade fixado pela entidade competente do país de que é nacional, destinado a provar que, de harmonia com a sua lei pessoal, nenhum impedimento obsta à celebração do casamento.” Alternatief Lid 2 van artikel 166 bepaalt dat wanneer de toekomstige echtgenoot geen verklaring kan overleggen, dit kan worden vervangen door een verklaring dat overeenkomstig zijn eigen (“persoonlijke”) recht geen beletselen bestaan voor de huwelijksvoltrekking. Lid 3 bepaalt dat wanneer de ambtenaar twijfels heeft bij deze verklaring, hij deze ook door twee getuigenverklaringen kan vervangen. 66
http://www.hcch.net/index_en.php?act=text.display&tid=13
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
22
“2 - Quando ao nubente, por não haver representação diplomática ou consular do país da sua nacionalidade ou por outro motivo de força maior, não seja possível apresentar o certificado, pode a falta do documento ser suprida pela declaração de que, de harmonia com a sua lei pessoal, nenhum impedimento obsta à celebração do casamento.” 3 - Caso o conservador ou o oficial de registos tenham dúvidas sobre a declaração prevista no número anterior, devem supri-las ouvindo duas testemunhas.”
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
23
Spanje IPR Algemeen Het Spaanse internationale privaatrecht is geregeld in de artikelen 8-12 en artikelen 49, 50 en 107 67 van de Código Civil (hierna: “CC”). Huwelijkssluiting Op grond van artikel 9 van de CC is de nationaliteit van de toekomstige echtgenoten maatgevend: “Artículo 9. 1. La Ley personal correspondiente a las personas físicas es la determinada por su nacionalidad. Dicha Ley regirá la capacidad y el estado civil, los derechos y deberes de familia y la sucesión por causa de muerte. El cambio de Ley personal no afectará a la mayoría de edad adquirida de conformidad con la Ley personal anterior. 2. Los efectos del matrimonio se regirán por la Ley personal común de los cónyuges al tiempo de contraerlo; en defecto de esta Ley, por la Ley personal o de la residencia habitual de cualquiera de ellos, elegida por ambos en documento auténtico otorgado antes de la celebración del matrimonio; a falta de esta elección, por la Ley de la residencia habitual común inmediatamente posterior a la celebración, y, a falta de dicha residencia, por la del lugar de celebración del matrimonio. La nulidad, la separación y el divorcio se regirán por la Ley que determina el artículo 107.” Volgens artikel 9, §2 van de CC wordt een huwelijk gesloten op grond van het recht (“ley personal”) van de gemeenschappelijke nationaliteit van de huwelijkspartners op het moment van aangaan van het huwelijk. Of anders, op grond van het recht van de gewone verblijfplaats, door beiden gekozen en neergelegd in een authentieke akte voor de voltrekking van het huwelijk. Bij gemis van een keuze is het recht van de gemeenschappelijke gewone verblijfplaats van beiden vóór de huwelijksvoltrekking, of anders, de plaats van de voltrekking van het huwelijk, leidend. Huwelijksbevoegdheidsverklaring De GP vermeldt dat Spanje geen huwelijksbevoegdheidsverklaring vereist. 68 Ook der Bergmann bevestigt dat voor buitenlanders in Spanje geen huwelijksbevoegdheidsverklaring nodig is voor 69 huwelijkssluiting. Echter, de website van de Nederlandse ambassade in Spanje vermeldt dat een verklaring van huwelijksbevoegdheid “certificado de capacidad matrimonial”, zoals aan te 70 vragen bij de gemeente, wel vereist is in Spanje. Ook uit de steekproef bij gemeenten in Nederland blijkt dat er wel eens een aanvraag uit Spanje komt. De gemeente Den Haag noemt Spanje als land waarvoor een verklaring verstrekt is. Artikel 240 van het Reglamento del registro civil (RRC) vermeldt een verklaring van huwelijksbevoegdheid wel als een vereiste voor het starten van een huwelijk. Deze verklaring 67
Bergmann Spanien, p.20. 68 GP Espagne, §4.2.8. 69 Bergmann Spanien, p.29. 70 http://spanje.nlambassade.org/producten-en-diensten/consular-services/trouwen
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
24
wordt echter persoonlijk gedaan en vastgelegd in een document dat ook door een getuige getekend wordt. “Artículo 240. El expediente se inicia con la presentación de un escrito que contendrá: Las menciones de identidad, incluso la profesión, de los contrayentes. En su caso, el nombre y apellidos del cónyuge o cónyuges anteriores y fecha de la disolución del matrimonio. La declaración de que no existe impedimento para el matrimonio. El Juez o funcionario elegido, en su caso, para la celebración. Pueblos en que hubiesen residido o estado domiciliados en los dos últimos años. El escrito será firmado por un testigo a ruego del contrayente que no pueda hacerlo.”
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
25
Griekenland IPR Algemeen Het Griekse IPR is geregeld in de artikelen 4-33 van het Grieks Burgerlijk Wetboek (hierna: 71 “GBW”). Huwelijkssluiting Artikel 13 §1 van het GBW bepaalt dat de materiële huwelijksvoorwaarden voor het sluiten van een huwelijk voor aanstaande echtgenoten voortkomen uit het nationale recht van ieder der 72 huwelijkspartners. Ingevolge artikel 33 van het GBW is de toepassing van het buitenlandse 73 nationale recht evenwel begrensd door de Griekse openbare orde. Huwelijksbevoegdheidsverklaring 74
Volgens het GP wordt een huwelijksbevoegdheidsverklaring gevraagd aan buitenlanders. Artikel 1368 van het GBW bepaalt namelijk dat een ieder die een huwelijk aan wil gaan, burgerlijk of kerkelijk, een verklaring nodig heeft van de burgemeester of voorzitter van de gemeenschap van 75 de laatste woonplaats. Deze verklaring wordt ook wel “huwelijksvergunning” genoemd. Alternatief In het geval van weigering van het verstrekken van een huwelijksbevoegdheidsverklaring, geeft 76 de rechtbank in eerste aanleg binnen 10 dagen een onherroepelijke verklaring af.
71
Bergmann Griechenland, p.31. Bergmann Griechenland, p.31. 73 Konstantinos D. Kerameus & Phaedon J. Kozyris (ed.), Introduction to Greek Law, Alphen a/d Rijn: Kluwer, 2008, p. 385. 74 Zie ook de website van de Nederlandse ambassade in Griekenland. http://griekenland.nlambassade.org/producten-endiensten/consular-services/trouwen De site vermeldt (foutief?) dat de verklaring dient te worden voorzien van een apostillestempel. 75 GP Grèce §4.2.8. 76 GP Grèce §4.2.8. 72
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
26
Turkije IPR Algemeen In 1982 is in Turkije het IPR voor het eerst in de vorm van een zelfstandige wet gegoten, die zowel het internationaal privaatrecht, als het internationaal burgerlijk procesrecht regelt. Deze Turkse Wet op het Internationaal Privaat- en Burgerlijk procesrecht (hierna: “WIPB”) baseert zich 77 wat betreft het personen- familie- en erfrecht op het nationaliteitsbeginsel. Het woonplaatsbeginsel en de gewone verblijfplaats komen in beeld wanneer er sprake is van meerdere/verschillende nationaliteiten. Zo wordt, wanneer sprake is van partners met verschillende nationaliteiten, op grond van artikel 12 WIPB voor de huwelijksgevolgen gekozen voor de toepassing van het recht van de gezamenlijke woonplaats, dan wel gewone verblijfplaats, of bij afwezigheid hiervan, de toepassing van Turks recht. In Turkije is zowel het IPR als het internationaal burgerlijk procesrecht nationaal recht, en is als zodanig onderworpen aan het Turks constitutioneel recht. Turkije staat echter ingevolgde de toetreding tot talrijke internationale verdragen onder belangrijke invloed van volkenrechtelijke regelingen betreffende het conflictenrecht. Daarom is in artikel 1 van de WIPB opgenomen dat deze volkenrechtelijke verdragen voorrang hebben op het nationaal recht. Dit kan praktisch 78 betekenen dat bepalingen uit de WIPB buiten toepassing worden gelaten. Huwelijkssluiting 79 Het Turkse huwelijksrecht is in artikel 12 WIPB vastgelegd. Hieruit volgt dat de voorwaarden van huwelijkssluiting voortvloeien uit de nationale wet van ieder der toekomstige echtgenoten. Huwelijksbevoegdheidsverklaring Op grond van artikel 12 van het Turkse huwelijksreglement ("EVLENDİRME YÖNETMELİĞİ" van 1982) wordt in Turkije aan buitenlanders om een "huwelijkslicentie" gevraagd, afgegeven door de 80 autoriteiten van het land waarvan deze persoon de nationaliteit bezit. De verklaring wordt in deze regeling Evlenme Ehliyet Belgesi genoemd. De website van de Nederlandse ambassade in Ankara meldt dat, omdat Turkije partij is bij de Overeenkomst, de Turkse abs een meertalige verklaring afgegeven door een Nederlandse gemeente dient te erkennen. Op de website wordt benadrukt dat de ambassade of het consulaat deze verklaring niet zal afgegeven. Verder op de website staat dat de antwoorden op de 81 verklaring mogelijk in het Turks dienen te zijn. Alternatief Volgens de GP kan de huwelijksbevoegdheidsverklaring niet vervangen worden door een ander 82 document dat door Turkse autoriteiten verstrekt wordt. De laatste paragraaf van artikel 12 van het eerder genoemde Turkse Huwelijksreglement noemt echter dat bij afwezigheid van dit
77
Bergmann Türkei, pp.20-21. Bergmann Türkei, p.20. 79 Bergmann Türkei, p.21; Zie voor Engelse versie: http://www.justice.gov.tr/basiclaws/Private_International.pdf 80 GP Turquie § 4.2.8; http://www.mevzuat.adalet.gov.tr/html/20158.html 81 http://turkije.nlambassade.org/producten-en-diensten/consular-services/trouwen 82 GP Turquie §4.2.8. 78
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
27
document een aanvraag gedaan kan worden bij de Turkse veiligheidsinstanties: "Emniyet Genel 83 Müdürlüğü".
83
http://www.mevzuat.adalet.gov.tr/html/20158.html
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
28
Moldavië IPR Algemeen In Moldavië zijn de algemene normen van internationaal privaatrecht opgenomen in boek V van het Moldavisch burgerlijk wetboek. Conflictrecht met betrekking tot familierecht zijn opgenomen in 84 titel VI van het Moldavische Familiewetboek van 26 oktober 2000 (artikelen 154-164). In het 85 algemeen wordt bij het nationaliteitsbeginsel aangesloten. Huwelijkssluiting De bepalingen ten aanzien van huwelijkssluiting in Moldavië zijn in titel II van het Moldavische Familiewetboek vastgelegd. In artikel 154 is voorts te lezen dat buitenlanders en staatlozen die hun domicilie hebben in Moldavië in familierelaties dezelfde rechten en plichten hebben als burgers van de Republiek Moldavië. Huwelijksbevoegdheidsverklaring Buitenlanders met een woonplaats in het buitenland dienen te voldoen aan de materiële huwelijksvoorwaarden die in hun land gelden en hebben daarvoor voor huwelijkssluiting in 86 Moldavië een verklaring uit hun eigen land nodig. Ook de GP betreffende Moldavië meldt dat voor een huwelijk tussen een burger uit Moldavië en een buitenlander, de laatste een document moet leveren, afgegeven door een bevoegde institutie waarin staat dat er geen 87 huwelijksbelemmeringen bestaan.
84
http://www.law-moldova.com/laws/rom/semeiniy_codex_ro.txt Bergmann Moldau, p.24. 86 Bergmann Moldau, p.26. 87 Présentacion de l’órganisation des service de l’état civil en Moldavie, état septembre 2009. http://www.ciec1.org/GuidePratique/index.htm 85
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
29
Overige Landen Marokko IPR Algemeen Marokko kent geen algemene wet voor de regeling van het internationale privaatrecht. De belangrijkste IPR-deelregeling die het land kent, dateert uit de periode van het Franse protectoraat, de ‘Code de 1913 relatif à la condition civile des étrangers’. Deze regeling wordt gekenmerkt door aanknoping bij het recht van nationaliteit op het gebied van familierecht, net als overigens twee andere wetten uit 1914 en 1925 die respectievelijk in het gebied dat onder 88 Spaans directoraat viel en het gebied van Tanger golden. Huwelijkssluiting Voor gemengde huwelijken in Marokko is de Wet van 1960 betreffende gemengde huwelijken tussen Marokkaanse burgers en buitenlanders van belang. Uit meerdere bepalingen van de wet blijkt dat de familiewet van de Marokkaanse partij, formeel en materieel, voorrang heeft op de buitenlandse wet van de andere partij. Overigens maakte deze wet geen duidelijk onderscheid tussen materiële en formele regels van de geldigheid van een huwelijk. Naast toepassing op gemengde huwelijken in Marokko, heeft deze wet bovendien ook toepassing op huwelijkssluiting 89 van Marokkanen in het buitenland. In 2004 is het Marokkaanse wetboek van familie- en erfrecht, de Mudawwana, gemoderniseerd (hierna: “Mudawwana 2004”). Doel van de aanpassing was onder meer het bereiken van meer 90 gelijkheid tussen man en vrouw in het gezin. Ingevolge artikel 2, lid 1, is “deze wet van toepassing is op alle Marokkanen, zelfs als zij tevens 91 een buitenlandse nationaliteit bezitten”. Beperkingen op deze regeling op grond van de gewone verblijfplaats van betrokkenen, bevat het Marokkaans recht niet. Dit betekent dat wanneer in Nederland, Nederlands materieel recht toegepast wordt, dit niet zonder meer in Marokko geaccepteerd wordt. Artikel 14 van de Mudawwana 2004 biedt nu iets meer zekerheid over de erkenning in Marokko 92 van in het buitenland gesloten huwelijken. Frans van der Velden, expert op het gebied van Marokkaans IPR, heeft aangegeven dat als beide echtelieden moslim zijn en ten minste twee moslimgetuigen vermeld zijn op de huwelijksakte, erkenning van het huwelijk in Marokko geen probleem meer is. Daarbij zij opgemerkt dat een moslimman met een niet-moslimvrouw mag trouwen, maar een moslimvrouw slechts met een andere moslimman. Het ontbreken van twee getuigen kan door het Marokkaans consulaat in Nederland opgelost worden. Lid 3 van het artikel – waarin staat dat Mudawwana 2004 van toepassing is op “een relatie waarin één van de partijen Marokkaan is” - kan worden opgevat als een eenzijdige conflictregel. Over de 93 eventuele toepasselijkheid van vreemd recht wordt niets gezegd. Lid 4 van artikel 2 bepaalt voorts – conform de Islamitische traditie - dat wanneer meerdere godsdiensten betrokken zijn, het islamitisch recht voorrang heeft op dat van een andere 88
Leila Jordens-Cotran, Nieuw Marokkaans Familierecht en Nederlands IPR, Den Haag: Sdu 2007, pp.212-214. Jordens-Cotran 2007, p. 45, p.212. Jordens-Cotran 2007, p. 45. 91 Zie voor de Nederlandse vertaling van de Mudawwana 2004: M.S. Berger, Mudawwana : Marokkaanse familiewet : (nieuwe wet van 2004), Nijmegen: Ars Aequi 2004. 92 Berger 2004, p.5. 93 Jordens-Cotran 2007, p. 59. 89 90
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
30
94
godsdienst. Lid 4 bepaalt ten slotte dat op Marokkaanse joden het Hebreeuws-Marokkaans personeel statuut van toepassing is. Met betrekking tot een huwelijk van twee niet-islamitische buitenlanders is het recht van hun gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing, of anders hun gedeelde religieuze personeel 95 statuut of het plaatselijk statuut Dit volgt mede uit art. 8 van Code de 1913 relatif à la condition civile des étrangers'. Huwelijksbevoegdheidsverklaring Artikel 65 van de Mudawwana 2004 geeft een opsomming van de bewijsstukken die benodigd zij voor de sluiting van een huwelijk in Marokko. Lid 6 van dit artikel gaat in op de documenten met betrekking tot buitenlanders. Als vierde wordt hier genoemd dat in de huwelijksakte de verklaring van beide verloofden opgenomen wordt op de vraag of zij eerder gehuwd zijn geweest. Ingeval van een eerder huwelijk dient de verklaring vergezeld te gaan van een document dat de wettelijke status vaststelt met betrekking tot de te sluiten overeenkomst.96 Duidelijk is dat in dit geval niet om een verklaring in de zin van de Overeenkomst gevraagd zal worden, maar om een verklaring betreffende de huwelijkse staat. Ook de afdeling burgerzaken van Stadsdeel Oost, Amsterdam, waar relatief veel Marokkanen wonen, heeft aangegeven dat vanuit Marokko niet om een verklaring in de zin van de Overeenkomst gevraagd wordt.
94
Jordens-Cotran 2007, p.58. Bergmann Marokko, p.29. 96 Berger 2004, p.27. 95
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
31
Noorwegen IPR Algemeen Enige uitzonderingen daargelaten, is het internationaal privaatrecht in Noorwegen niet wettelijk geregeld, hoewel sinds kort conflictrechtelijke normen steeds vaker in wetten neergelegd worden. Voor het overgrote deel van het IPR blijft de rechtspraak en de doctrine echter maatgevend. Wat betreft het personenrecht, familierecht en erfrecht is het “thuisrecht” van de betreffende persoon van toepassing. Dat wil naar Noorse opvattingen zeggen het recht van de woonplaats van de betreffende op een bepaald moment. Het woonplaatsbeginsel wordt echter in bepaalde gevallen 97 beperkt ten faveure van het Noors recht. Huwelijkssluiting De materiële voorwaarden voor het aangaan van een huwelijk worden traditioneel in Noorwegen naar het recht van de staat waar de toekomstige echtgenoten hun woonplaats hebben. Dit geldt in 98 principe ook voor Noorse staatsburgers die hun woonplaats in het buitenland hebben. Huwelijksbevoegdheidsverklaring De website van de Nederlandse ambassade in Oslo vermeldt dat voor een huwelijk in Noorwegen een verklaring vereist is. Gezien de vereiste documentatie voor verkrijging hiervan (documenten die betrekking hebben op de burgerlijke staat van de Nederlander) is meer aannemelijk dat het om een verklaring van ongehuwd zijn gaat. Dit is ook telefonisch bevestigd door de Nederlandse ambassade in Oslo. Voor het verstrekken van de verklaring wordt niet om een geboorteakte en andere documenten gevraagd. Dit komt pas aan bod bij de Noorse autoriteiten die het huwelijk sluiten. 99
97
Bergmann Norwegen, p.30. Bergmann Norwegen, p.32. 99 http://noorwegen.nlambassade.org/producten-en-diensten/consulaire-zaken/trouwen/trouwen-in-noorwegen.html 98
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
32
Brazilië IPR Algemeen Sinds de inwerkingtreding van de Lei de Introdução às Normas do Direito Brasileiro (hierna: "LINDB") in 1942 is het woonplaatsbeginsel in het Braziliaanse IPR richtinggevend. Artikel 7 van deze wet stipuleert dat het land waar een persoon woont, de regels omtrent nationaliteit, naam, 100 bevoegdheid en familierechten bepaalt. Huwelijkssluiting De eerste paragraaf van artikel 7 van de LINDB bepaalt dat wanneer een huwelijk in Brazilië voltrokken wordt, de Braziliaanse wet zal worden toegepast wat betreft huwelijksbeletselen en formaliteiten wat betreft huwelijksvoltrekking. Hieronder vallen volgens de praxis ook de overige voorwaarden voor huwelijkssluiting, zoals de getuigenissen van twee ouderen, huwelijksbelofte, 101 etc, zoals neergelegd in artikel 1.525 van het Braziliaanse Código Civil. In dit artikel is geen huwelijksbevoegdheidsverklaring genoemd, maar slechts een verklaring van burgerlijke stand uit de woonplaats en de huidige verblijfplaats. Dit is ook vereist van de ouders, als deze bekend 102 zijn. Huwelijksbevoegdheidsverklaring Een huwelijksbevoegdheidsverklaring is niet genoemd op de officiële website van het consulaat in Rotterdam als in het algemeen benodigd voor het voltrekken van een huwelijk met een buitenlander in Brazilië. Al wordt er een slag om de arm gehouden met de opmerking dat voor de 103 benodigde documenten navraag gedaan dient te worden bij the Registry Office (Cartório). Aangezien Braziliaans recht toegepast wordt, en de verklaring op grond van de Braziliaanse wet niet vereist is, zal echter naar verwachting logischerwijs geen verklaring gevraagd worden.
100
Bergmann Brasilien, p.14; http://www.planalto.gov.br/ccivil_03/decreto-lei/Del4657compilado.htm http://www.planalto.gov.br/ccivil_03/decreto-lei/Del4657compilado.htm 101 Bergmann Brasilien, p.16. 102 http://www.planalto.gov.br/ccivil_03/leis/2002/L10406.htm 103 http://roterda.itamaraty.gov.br/en-us/marriage_in_brazil.xml 101
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
33
Rusland IPR Algemeen De normen van het Russisch internationaal privaatrecht zijn vastgelegd in het derde deel van het Russische burgerlijk wetboek dat op 1 maart 2002 in werking is getreden. De hernieuwing van het IPR in Rusland moet gezien worden binnen het kader van de transitie in de jaren 90 van een socialistische planeconomie naar een markteconomie, en de behoefte die daardoor ontstond naar een nieuw burgerlijk wetboek dat juridische stabiliteit zou bieden op het gebied van eigendom, overeenkomsten, en handelsrecht. Praktische en politieke overwegingen hebben ertoe geleid dat het nieuwe burgerlijk wetboek in delen ingevoerd zou worden. Het eerste gedeelte, dat algemene principes bevatte, (rechts)personenrecht, goederenrecht en algemeen verbintenissenrecht, is in 1994 ingevoerd. Het tweede gedeelte, dat bijzondere overeenkomsten, aansprakelijkheid en ongerechtvaardigde verrijking betrof, is in 1996 in werking getreden. Het derde gedeelte dat IPR en erfrecht betreft, is zoals gezegd in 2002 ingevoerd. Het derde boek moderniseerde en gaf meer detail aan het Russisch IPR dat voorheen in de Fundamentele Beginselen van Burgerlijke Wetgeving van 1991 en het Burgerlijk Wetboek van de 104 Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek van 1964 vastgelegd was. In een algemene bepaling is vastgelegd dat wanneer een buitenlands element in het spel is, internationale overeenkomsten voorrang hebben op nationaal recht en dat anders, op het buitenlands recht waar de civielrechtelijke verhouding de nauwste band mee heeft (art. 1186, lid 105 2, Russisch BW). De Engelse vertaling van dit artikel luidt: “The law subject to application by the court to civil-law relations with the participation of foreign citizens or foreign legal persons or civil-law relations complicated by another foreign element, including in cases when the object of civil-rights is located abroad, shall be determined on the basis of international agreements of the Russian Federation, the present Code, other statutes, and customs recognized in the Russian Federation.(…) 2. If it is impossible to determine the law subject to application in accordance with Paragraph 1 of the present Article , the law of the country with which the civil-law relation 106 complicated by a foreign element is most closely connected shall be applied.” De toepassing van vreemd recht wordt op grond van artikel 1193 van het Russisch BW evenwel begrensd door de Russische openbare orde. Wanneer een vreemde norm in botsing komt met een Russische, zal de Russische norm toegepast worden. Het artikel meldt nog dat het buiten toepassing laten van een vreemde norm niet enkel gebaseerd mag zijn op een verschillend 107 juridisch, politiek of economisch systeem.
104
Peter B. Maggs, The civil code of the Russian Federation: Part 3, with amendments to the first and second parts, New York: M.E. Sharpe, 2002, p. XVI. 105 Bergmann Russische Föderation, p.30. 106 Maggs 2002, p.37. 107 Maggs 2002, p.39.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
34
Huwelijkssluiting 108
Familierechtelijke kwesties zijn in Rusland in het Familierechtboek van 1995 geregeld. Artikel 156, lid 2 van het Familierechtboek bepaalt dat de voorwaarden voor het in het huwelijk treden op Russisch grondgebied bepaald worden door het recht van de nationaliteit die iedere toekomstige echtgenoot bezit ten tijde van het aangaan van het huwelijk. Lid 3 van dit artikel bepaalt voorts dat wanneer een der toekomstige echtgenoten naast een buitenlandse nationaliteit ook de Russische nationaliteit bezit, de Russische huwelijksvoorwaarden toegepast zullen worden. Heeft een 109 persoon meerdere buitenlandse nationaliteiten, dan kan hieruit gekozen worden. In der Bergmann wordt opgemerkt dat internationale verdragen met Rusland vaak andere voorwaarden 110 inhouden. Deze vreemde huwelijksvoorwaarden worden beperkt door artikel 14 van het familierechtboek. Dit artikel bevat belemmeringen zoals het verbod op huwelijk met bloedverwanten en polygamie. Huwelijksbevoegdheidsverklaring De Russische ambassade in den Haag kon niet vertellen welke documenten precies benodigd zijn voor buitenlanders om een huwelijk in Rusland aan te gaan. Hiervoor moet geïnformeerd worden bij de plek waar het huwelijk gesloten wordt. Er is in ieder geval een verklaring van ongehuwd zijn van de buitenlandse partner benodigd, voor een opgave van overige documenten moet uitdrukkelijk bij de huwelijkssluitende instantie geïnformeerd worden.
108
Zie hiervoor: M.V. Antokolskaia :"The 1995 Russian Family Code: A New Approach to the Regulation of Family Relations", Review of Central and East European Law, 1996, vol. 22, nr.6, p. 635-660. 109 Süß/Ring, Eherecht in Europa, Angelbachtal: zerb verlag, 2006, p.1046; Bergmann Russische Föderation, p.31. 110 Bergmann Russische Föderation, p.31.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
35
China IPR Algemeen Op 28 oktober 2010 heeft het Staand Comité van het Nationale Volkscongres een eerste wet omtrent conflictenrecht aangenomen. Deze wet, de Wet op buitenlandsgerelateerde civiele 111 betrekkingen (hierna: “WBGCB”) is op 1 april 2011 in werking getreden. Deze codificatie en modernisering van het Chinese IPR is een historische gebeurtenis in de wetgevingsgeschiedenis van China, en houdt rechtstreeks verband met het groeiend aantal, en toename in diversiteit van 112 internationale civielrechtelijke disputen. De WBGCB legt de nadruk op partijautonomie en hanteert als algemeen beginsel de “nauwste verbondenheid”. Verder is met de komst van de wet in het Chinees IPR wat betreft familierecht van het nationaliteitsbeginsel als hoofdbeginsel afgestapt en wordt bij de gewone verblijfplaats aangesloten als verbindende factor voor 113 persoonlijke zaken (artikel 11 en 12 WBGCB). Huwelijkssluiting Artikel 21 van de WBGCB bepaalt dat voorwaarden voor huwelijkssluiting bepaald worden door de wet van de gemeenschappelijke gewone verblijfplaats. Bij afwezigheid hiervan wordt het recht van hun gemeenschappelijke nationaliteit toegepast. Wanneer geen sprake is van een gemeenschappelijke nationaliteit, zal de wet van de plaats van huwelijksvoltrekking (lex loci celebrationis) toegepast worden, als het huwelijk wordt voltrokken in de gewone verblijfplaats van 114 een van de partijen, of in het land waarvan een van de partijen de nationaliteit bezit. Wanneer geen van het voorgaande van toepassing is, kan op grond van artikel 2 WBGCB nog aangesloten 115 worden bij het recht van de staat waarmee de nauwste verbondenheid bestaat. Hiermee is afgestapt van de bepaling in artikel 147 van het Chinese algemene burgerlijk wetboek, waarin staat dat bij huwelijkssluiting tussen buitenlanders en Chinezen bij het recht van de plaats van huwelijkssluiting aangeknoopt dient te worden. Deze bepaling in artikel 147 wordt met de 116 inwerkingtreding van de WBGCB buiten werking gelaten. Huwelijksbevoegdheidsverklaring De Nederlandse ambassade in China meldt dat in een aantal landen van de aanstaande echtelieden een verklaring van huwelijksvoornemen wordt gevraagd dat het land van herkomst geen bezwaren heeft tegen het voorgenomen huwelijk. Nederland kent een dergelijke toestemmingsverklaring niet. Om het Nederlanders toch mogelijk te maken in het buitenland te trouwen kan een "verklaring van huwelijksvoornemen" voor de Nederlandse partij worden opgemaakt. In China kan deze verklaring zowel bij de Nederlandse Consulaten Generaal te Guangzhou en Shanghai als bij de Ambassade te Peking worden gemaakt. Om voor de Chinese wet te trouwen is een dergelijke verklaring overigens niet noodzakelijk, zo meldt de website van de ambassade. 111
Zie voor een Engelse versie: http://conflictoflaws.net/News/2011/01/PIL-China.pdf Zhengxin Huo (2011). „I. An Imperfect Improvement: The New Conflict of Laws Act of the People's Republic of China.” International and Comparative Law Quarterly, 60, pp. 1065. 113 Knut benjamin Pissler, “Das neue Internationale Privatrecht der Volksrepublik China : nach der Steinen tastend den Fluss überqueren” RabelsZ, Vol. 76, No. 1, pp. 1-46 and 161-169, January 2012. 114 Zhengxin Huo 2011, p.1080. 115 Pissler 2012, p. 21. 116 Pissler 2012, p.21. 112
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
36
Voor een overzicht van de voorwaarden en benodigde documenten voor een huwelijk in China, verwijst de Nederlandse ambassade door naar de Chinese autoriteiten in de plaats waar het huwelijk zal plaatsvinden of naar de Chinese Ambassade in Nederland.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
37
Mongolië IPR Algemeen Anders dan het Mongolische familiewetboek van 1973, kent het in werking zijnde Mongolische familiewetboek van 1999 geen afdeling over internationaal privaatrecht, maar enkel nog een 117 aantal verspreid opgenomen bepalingen. De grondslagen van het Mongolische IPR zijn 118 voornamelijk gebaseerd op de toepassing van het Mongolische materiële recht. Huwelijkssluiting Artikel 6.1 van het Familiewetboek somt de huwelijksvoorwaarden op. Toekomstige echtgenoten dienen meerderjarig te zijn, één van beiden dient de Mongoolse nationaliteit te bezitten, er mogen geen huwelijksbelemmeringen aan het huwelijk in de weg liggen en beiden dienen met het huwelijk in te stemmen. Belemmeringen kunnen zijn: het nog van kracht zijn van een eerder huwelijk, minderjarigheid, bloedverwantschap, een adoptieve verhouding tussen de echtelieden, en het lijden aan een chronische erfelijke geestesstoornis door één van de toekomstige 119 echtgenoten. Huwelijksbevoegdheidsverklaring Echtelieden dienen het huwelijk te registreren. Op grond van art. 13.7 van de Mongolische Wet op het bevolkingsregister dienen buitenlanders om het huwelijk te registeren een verklaring over te leggen, afgegeven door een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van het land waarvan betrokkene de nationaliteit bezit. Dit kan ook vervangen worden door een bevestiging uit de 120 registers van burgerlijke stand van het betreffende land.
117
Bergmann Mongolei, p.14b. Bergmann Mongolei, p.15. Bergmann Mongolei, p.16. 120 Bergmann Mongolei, p.60. 118 119
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
38
Frankrijk IPR Frankrijk kent geen IPR-wet. Enig conflictrecht is verspreid te vinden in de Code Civil (“C.civ”). Daarnaast zijn conflictnormen in de rechtspraak ontwikkeld. Grondnorm is artikel 3 van de C.civ op grond waarvan de politie en justitie op iedereen die op het territorium woonachtig is Frans recht toe dient te passen. “Art.3 Les lois de police et de sûreté obligent tous ceux qui habitent le territoire. Les immeubles, même ceux possédés par des étrangers, sont régis par la loi française. Les lois concernant l'état et la capacité des personnes régissent les Français, même résidant en pays étranger.” Huwelijkssluiting Niettegenstaande het bovengenoemde artikel, is wat betreft de huwelijksvoorwaarden “les conditions de fond” het nationaliteitsbeginsel leidend. De rechtspraak heeft hierover geoordeeld: "Les conditions de validité de fond du mariage sont déterminées par la loi personnelle des époux " (art. 3 C.civ ; CA Paris, 2 février 1956, JCP 1956, II. 9229, note P.G.) Wanneer de toekomstige echtgenoten verschillende nationaliteiten bezitten, echter: «"s'apprécient distributivement selon la loi nationale de chacun des époux » (CA Paris, 9 juin 1995 et 14 juin 1995). La validité de leur union au titre des conditions de fond de validité de leur mariage s'appréciera alors pour chacun au regard de la loi de sa propre nationalité. » Wanneer beide wetten verschillende huwelijksbeletsels hebben, moet het recht ‘cumulatief’ 121 toegepast worden, hetgeen ertoe leidt dat het meest strenge recht zal worden toegepast. Ook 122 is de toepassing van vreemd nationaal recht begrensd door de Franse openbare orde. Huwelijksbevoegdheidsverklaring In Frankrijk is geen verklaring vereist. Indien getrouwd wordt op grond van buitenlands recht, wordt een certificat de coutume gevraagd waarin de vereisten van het buitenlands recht zijn 123 opgesomd. Wordt een dergelijk bewijs niet overgelegd, dan wordt Frans recht toegepast.
121
Pierre Mayer, Vincent Heuzé, Droit international privé, Paris: Montchrestien 2010, p.420. Zie ook art. 544 Instruction générale relative à l'état civil (IGREC). 123 GP France, §4.2.8 ; zie art. 538 IGREC. 122
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
39
Polen IPR Algemeen Lange tijd was het Poolse IPR geregeld in de Wet betreffende het Internationaal Privaatrecht van 1965 (hierna: “WIP 1965”). Sinds het inwerkingtreden van de nieuwe wet op het Internationaal 124 Privaatrecht op 16 mei 2011 heeft de oude regeling nog toepassing op oudere gevallen, 125 bijvoorbeeld wat betreft huwelijken aangegaan vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet. Huwelijkssluiting In het Pools recht was de vraag welk recht van toepassing is op het huwelijk, geregeld in de artikelen 14 tot en met 16 van de WIP 1965. De regel was dat de gronden voor het aangaan of nietig verklaren van een huwelijk werden beoordeeld overeenkomstig het nationale recht van elke echtgenoot afzonderlijk (artikel 14). Dat betekent dat de bekwaamheid om een huwelijk aan te gaan voor elk van de echtgenoten apart werd beoordeeld overeenkomstig diens nationale wetgeving. Ook artikel 48 van de recentelijk in werking zijnde nieuwe WIP bepaalt dat de huwelijksbevoegdheid gebaseerd is op het recht van ieders nationaliteit op het moment van 126 huwelijkssluiting. Echter, in de nieuwe WIP worden in art. 51 tevens subsidiaire aanknopingspunten geboden: bij gemis aan een gedeelde nationaliteit kan ook aangesloten worden bij het recht van de woonplaats, of anders bij de gewone verblijfplaats. Wanneer geen sprake is van gezamenlijke gewone verblijfplaats, wordt aangesloten bij het recht van het land 127 waarmee aanstaande echtgenoten de meest hechte band hebben. Huwelijksbevoegdheidsverklaring Op grond van art. 56 van de Poolse Wet op de burgerlijke stand (Wbs) dienen buitenlanders een 128 verklaring over te leggen, voor zover zij hiervan niet vrijgesteld zijn door de rechtbank. Alternatief Wanneer de buitenlandse toekomstige echtgenoot geen verklaring kan verkrijgen, of als dit zeer moeilijk te verkrijgen is, dan kan de rechtbank dispensatie verlenen in het kader van een noncontentieuze procedure, waarin de rechter oordeelt of de buitenlander op grond van zijn nationale 129 wet mag huwen.
124
http://pil.mateuszpilich.edh.pl/New_Polish_PIL.pdf Bergmann Polen, p.22. 126 http://pil.mateuszpilich.edh.pl/New_Polish_PIL.pdf 127 Ulrich Ernst, "Das polnische IPR-Gesetz von 2011: Mitgliedstaatliche Rekodifikation in Zeiten supranationaler Kompetenzwahrnehmung", Rabels Zeitschrift fuer auslaendisches und internationales Privatrecht, Volume 76, Nummer 3, juli 2012, pp. 597-638(42), p. 227. 128 Bergmann Polen, p.30. 129 GP Pologne §4.2.8. 125
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
40
Roemenië IPR Algemeen In de uitvoerige Wet op de regeling van het internationale privaatrecht van 1992 is in Roemenië 130 het conflictrecht aansluitend op het internationaal procesrecht gecodificeerd. Huwelijkssluiting Roemenië heeft het Haags huwelijksverdrag 1902 niet opgezegd. Christian von Bar merkt 131 hierover op dat in Roemenië het verdrag sinds 1947 feitelijk niet meer toegepast wordt. Voor huwelijkssluiting wordt nog steeds primair aangesloten bij het recht van de nationaliteit van ieder der aanstaande echtgenoten. Artikel 18 van de voornoemde wet bepaalt echter dat wanneer een van de huwelijksbelemmering in het vreemde recht onverenigbaar is met “de vrijheid van huwelijkssluiting” naar Roemeens recht, deze belemmering wordt genegeerd als één van de aanstaande huwelijkskandidaten de Roemeense nationaliteit bezit en het huwelijk op Roemeens 132 grondgebied gesloten wordt. Huwelijksbevoegdheidsverklaring Voor het huwelijk van een vreemdeling in Roemenië wordt een bewijs van huwelijksbevoegdheid gevraagd van de ambassade of het consulaat van het land, waarvan betrokkene de nationaliteit bezit. Uitzonderingen hierop zijn de landen waarmee Roemenië internationale overeenkomsten heeft, in dat geval kunnen documenten ook door andere autoriteiten van de betreffende landen 133 afgegeven worden. Navraag bij de Nederlandse ambassade in Boekarest leert dat voor het afgeven van een huwelijksbevoegdheidsverklaring een recentelijk uittreksel van de burgerlijke stand van de gemeente in Nederland nodig is en identiteitsbewijs van de Nederlander. Het lijkt er daarom op dat het om een verklaring van ongehuwd-zijn gaat, en niet om een tweezijdige verklaring zoals verstrekt wordt op grond van de Overeenkomst.
130
Bergmann Rumänien, p.20a; LEGEA NUMAR: 105 DIN 22/9 /92 cu privire la reglementarea raporturilor de drept international privat, http://www.cdep.ro/pls/legis/legis_pck.htp_act_text?idt=13197 131 Von Bar 1993, p.122. 132 Bergmann Rumänien, p.21. 133 GP Roumanie,“marriage“.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
41
Thailand IPR Algemeen Sinds 10 maart 1939 bestaan in Thailand nationale regels voor het internationaal privaatrecht, vastgelegd in de Wet op het Conflictenrecht (hierna: “WCR”). Deze wet voorziet in een beperking van het buitenlands recht bevat ook een openbare orde bepaling. Het buitenlandse recht is slechts dan toepasbaar wanneer het niet in strijd komt met de Thaise openbare orde en goede zeden (sectie 5 WCR). Bij de Thaise rechter bewezen te worden dat buitenlands recht van toepassing is. Anders past de rechter Thais recht toe (sectie 8 WCR). Bij twijfel kan van de 134 grondregel uitgegaan worden dat het nationale recht van de man toegepast wordt. Huwelijkssluiting Sectie 18 en 19 van de WCR bepalen dat de voorwaarden van huwelijkssluiting voortvloeien uit 135 het nationale recht van ieder der toekomstige echtgenoten. Huwelijksbevoegdheidsverklaring De website van de Nederlandse ambassade in Bangkok meldt dat de Thaise overheid buitenlanders verplicht een zogenaamde huwelijksbevoegdheidsverklaring bij hun ambassade te verkrijgen om in Thailand te kunnen trouwen. Dit document wordt voor Nederlanders afgegeven door de consulaire afdeling van de Nederlandse Ambassade in Bangkok of bij het consulaat te Phuket. Gezien de documenten waarnaar gevraagd wordt: internationaal uittreksel van de gemeente in Nederland met vermelding burgerlijke staat, paspoort beide toekomstige partners, en een bewijs van inkomen, lijkt deze verklaring niet overeen te komen met die van de Overeenkomst. Deze verklaring lijkt meer op een verklaring van ongehuwd-zijn van de Nederlandse toekomstige echtgenoot. Thailand is niet aangesloten bij enig legalisatieverdrag. Dit betekent dat na het verkrijgen van de huwelijksbevoegdheidsverklaring deze door een erkend en beëdigd vertaler vertaald dient te worden naar de Thaise taal, en daarna dienen te worden gelegaliseerd door de Thaise 136 autoriteiten.
134
Bergmann Thailand, p.19; Wettekst: Bergmann Thailand, pp. 32-35; Onofficiële Engelse vertaling: http://www.thailawforum.com/laws/conflict-of-law-act.pdf 135 Bergmann Thailand, p.19. 136 http://thailand.nlambassade.org/producten-en-diensten/consular-services/trouwen-in-thailand.html
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
42
Bijlage 3
Overzicht landen partij bij de Overeenkomst
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
43
Landen partij bij de overeenkomst Land
inwerkingtreding
verklaring vereiste voor aangaan huwelijk?
alternatief?
Wettelijke Vereiste documenten aangaan grondslag huwelijk
Nederland
2-1-1985
nee
x
x
art. 1:44 BW
België
niet geratificeerd
nee
x
x
art. 64 Belgisch BW
Luxemburg
2-1-1985
ja
verklaring van ongehuwd zijn
?
art. 144 t/m 164 CC
Duitsland*
11-1-1997
ja
vrijstelling Oberlandesgericht
ja
§1309 BGB
Oostenrijk
10-1-1985
ja
inlichtingen Landeshauptmann
ja
§ 17 e.v. IPRG, § 21 Abs. 1 PstV, § 45,46 PstG
Zwitserland
6-1-1990
x
x
art. 64 SZtV
Italië*
7-1-1985
ja
rechtbank
ja
art. 116 CC
Spanje
6-1-1988
nee, maar sommige registers vereisen x het blijkbaar wel
nee
art. 9 CC, art. 240 RCC
Portugal
2-1-1985
ja
ja
art. 52 CC; art. 166 CRC
Griekenland
niet geratificeerd
ja
ja
art. 1368 GBW
Turkije
6-1-1989
ja
ja
art. 12 WIPG
Moldavië
6-1-2010
ja
?
art. 10 Familiewetboek
nee, niet meer vanaf 1-7-2013
verklaring van geen huwelijksbeletselen huwelijksvegunning van de burgemeester, bij weigering rechtbank (art. 1368 CC) vrijstelling bij Turkse veiligheidsinstanties "Emniyet Genel Müdürlüğü" niet bekend
* Zijn nog partij bij het Haags Huwelijksverdrag van 1902, dat zich geheel op het nationaliteitsbeginsel baseert. * Rood betekent dat het artikel de verklaring expliciet noemt.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
44
Bijlage 4
Overzicht landen niet partij bij de Overeenkomst
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
45
Landen niet partij bij de overeenkomst Vereiste documenten aangaan huwelijk
Land
verklaring vereiste voor aangaan huwelijk?
alternatief?
Marokko
nee, alleen een document waaruit de huwelijkse staat blijkt
art. 65 Mudawwana 2004
Noorwegen
nee, alleen verklaring van ongehuwd zijn
?
Brazilië
nee, waarschijnlijk niet
Rusland
niet duidelijk, afhankelijk van plaatselijke autoriteiten
art. 156 Familiewetboek
China
"verklaring huwelijksvoornemen" of verklaring van huwelijksbevoegdheid
art. 2 WBGCB
Mongolië
ja, maar lijkt meer op een verklaring van ongehuwd zijn
Frankrijk
nee, alleen een certifcat de coutume
Polen
ja
Roemenie
Ja, maar is eigenlijk een verklaring van ongehuwd zijn
Thailand
ja, maar lijkt meer op een verklaring van ongehuwd zijn
1.525 CC
consulaire verklaring
art. 13.7 van de Mongolische Wet op het bevolkingsregister ?
vrijstelling rechtbank
art. 56 Wbs ? ?
*Rood betekent dat het wetsartikel de verklaring expliciet noemt.
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
46
Bijlage 5
Vragenlijst Gemeenten
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
47
Vragen Gemeenten Huwelijksbevoegdheidsverklaring (HBV) Onderzoek USG Juristen - Voor welke gemeente bent u werkzaam, en wat is de grootte van deze gemeente? - Wat is uw functie binnen de gemeente? - Is uw gemeente actief bij de NVVB of het ketenpartneroverleg? - Welke eisen worden gesteld aan de in art 1:49a BW vereiste bescheiden? (legalisatie, apostille) - Worden er nog extra eisen gesteld/bescheiden gevraagd dan genoemd in artikel 1:49a BW (bijvoorbeeld legitimatiebewijs)? Zo ja, op welke wettelijke grondslag is dit gebaseerd? - Hoe wordt de toetsing in de praktijk aangepakt? Is het wel mogelijk om alles te toetsen dat ex. art 1:44 BW vereist is? - Hoe vaak hebben ambtenaren van de burgerlijke stand in uw gemeente te maken met een aanvraag van een HBV? - Uit welke landen komen de meeste aanvragen voor een HBV? - Is duidelijk wat een HBV-ontvangend land hiermee doet in de praktijk? - Wordt er door landen die de HBV ontvangen vaak om aanvullende informatie gevraagd? - Hoe lang duurt gemiddeld het verwerken van een aanvraag? - Zijn er problemen met de aanlevering van documenten uit het buitenland? Zijn er landen die extra problemen opleveren? Zo ja, welke? - Is het voldoende duidelijk voor de burger die de HBV aanvraagt welke documenten hij moet aanleveren en op welke manier? - Denkt u dat er een beter alternatief is voor het verstrekken van een HBV? - Hoe schat u de lasten uit hoofde van het verstrekken van de HBV uitgedrukt in uren en middelen?
- Komt het in uw gemeente voor dat een huwelijk op grond van art. 10:28 sub b BW wordt gesloten, bijvoorbeeld in het geval dat een der aanstaande echtgenoten slechts een woonplaats in de gemeente heeft (een geen van de aanstaande echtgenoten de Nederlandse nationaliteit of een gewone verblijfplaats in Nederland heeft), of dat naar nationaal recht getoetst dient te worden zodat het huwelijk in het buitenland gemakkelijker erkend wordt? - Zo ja, hoe vindt de toetsing naar nationaal recht plaats? - Vereist de abs van uw gemeente wel eens zelf een HBV uit het buitenland om de huwelijksbevoegdheid van een aanstaande echtgenoot aan te tonen?
USG Legal Professionals B.V. Euclideslaan 251 - Postbus 602, 3500 AP Utrecht
[email protected] - www.usglegal.nl Tel: 030 230 59 59 Fax: 030 233 17 12
member of USG People N.V.
48