Bijlage 1 Richtlijnen voor de huisvesting van ratten, gerbils, hamsters, cavia’s, konijnen en fretten als proefdier. Bron: Voorlopig Advies van de Raad van Europa ETS 123; GT 123 (2000) 57.
Ratten lichaamsgewicht (g) in voorraad en gedurende de procedure*
= 200 201-300 301-400 401-600 > 600
tijdens het fokken
minimale vloeroppervlakte (cm2) 800 800 800 800 1500 800 vrouwtje met nest voor elk extra volwassen dier met 400 cm 2 extra
minimale kooihoogte (cm) 18 18 18 18 18
vloeroppervlakte per dier (cm 2) 200 250 350 450 600
18
voorraad bij fokker kooigrootte 1500 cm2
= 50 51-100 101-150 151-200
1500 1500 1500 1500
18 18 18 18
100 125 150 175
voorraad bij fokker kooigrootte 2500 cm2
= 100 101-150 151-200
2500 2500 2500
18 18 18
100 125 150
* Bij ‘lifetime’-studies moeten de dieren sociaal worden gehuisvest. Omdat dichtheden aan het einde van een studie lastig kunnen worden vastgesteld, kunnen onder bepaalde omstandigheden de normen worden overschreden. In deze gevallen moet de prioriteit worden gegeven aan het handhaven een stabiele sociale structuur.
A. Rijnberk, F. J. v. Sluijs (Red.), Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren, DOI 10.1007/978-90-313-9460-9, © 2005 Bohn Stafleu van Loghum, Houten
368
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
Gerbils
(g)
minimale vloeroppervlakte (cm2)
minimale kooihoogte (cm)
vloeroppervlakte per dier (cm2)
= 40 > 40
1200 1200
18 18
150 250
1200 monogaam paartje of trio met jongen
18
minimale vloeroppervlakte (cm2)
minimale kooihoogte (cm)
vloeroppervlakte per dier (cm2)
14 14 14
150 200 250
lichaamsgewicht
in voorraad en gedurende de procedure tijdens het fokken
Hamsters lichaamsgewicht (g) in voorraad en gedurende de procedure
= 60 61-100 > 100
tijdens het fokken
voorraad bij fokker*
< 60
800 800 800 800 monogaam paartje of vrouwtje met jongen
14
1500
14
100
* Gespeende hamsters mogen in deze hoge dichtheid worden gehouden gedurende de korte periode na het spenen, onder voorwaarde dat de ruimte voldoende groot is en voldoende verrijkt is. Er mogen geen aanwijzingen zijn voor aantasting van gezondheid en/of welzijn.
Bijlage 1
369
Cavia’s
(g)
minimale vloeroppervlakte (cm2)
minimale kooihoogte (cm)
vloeroppervlakte per dier (cm 2)
= 200 201-300 301-450 451-700 > 700
1800 1800 1800 2500 2500
23 23 23 23 23
200 350 500 700 900
2500 paartje met jongen voor elk extra fokzeugje 1000 cm2 extra
23
lichaamsgewicht
in voorraad en gedurende de procedure
tijdens het fokken
Konijnen Ouder dan 10 weken maximale lichaamsgewicht dat in de kooi mag worden bereikt
minimale vloeroppervlakte voor een of twee sociaal harmonieuze dieren (cm 2)
minimale kooihoogte (cm)
<3 3-5 >5
3500 4200 5400
45 45 60
Voedster met jongen gewicht voedster (kg)
minimale vloeroppervlakte (cm 2)
extra voor nestkasten (cm 2)
minimale hoogte (cm)
<3 3-5 >5
3500 4200 5400
1000 1200 1400
45 45 60
Konijnen jonger dan 10 weken leeftijd
minimale vloeroppervlakte (cm 2)
maximaal aantal dieren op minimale oppervlakte
per dier extra (cm 2)
minimale hoogte (cm)
spenen-7 weken 8-10 weken
4000 4000
5 3
800 1200
40 40
370
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
Konijn Zitplanken voor konijnen leeftijd (weken)
lichaamsgewicht maximaal (kg)
oppervlakte (cm × cm)
hoogte boven kooivloer (cm)
< 10
–
55 × 25
–
> 10
<3 3-5 >5
55 × 25 55 × 30 60 × 35
25 25 30
Fretten individuele huisvesting
4500 cm 2
groepshuisvesting dieren < 600 g groepshuisvesting dieren > 600 g
1500 cm2 per dier 3000 cm 2 per dier
volwassen mannetje
6000 cm 2 per dier
vrouwtje met jongen
5400 cm 2
Bijlage 2 Systematiek van amfibieën en reptielen Ref: Animal Diversity Web
Klasse Reptilia Orde Testudines (schildpadden) ongeveer 254 soorten Familie Chelidae (slangehalsschildpadden) Familie Cheloniidae (zeeschildpadden) Familie Cheydridae (bijt- en alligatorschildpadden) Familie Carettochelyidae (Nieuwguinese tweeklauwschildpadden) Familie Dermatemydidae (Mesoamerikaanse rivierschildpadden) Familie Dermochelyidae (lederschildpadden) Familie Emydidae (zoetwaterschildpadden en doosschildpadden) Familie Kinosternidae (modder- en moerasschildpadden) Familie Pelomedusidae (Afro-Amerikaanse slangehalsschildpadden) Familie Testudinidae (landschildpadden) Familie Trionychidae (echte weekschildpadden) Orde Crocodilia (krokodillen, kaaimannen en aanverwanten) ca. 27 soorten Familie Crocodylidae (krokodillen en aanverwanten) Subfamilie Alligatoridae (alligators en kaaimannen) Subfamilie Crocodylinae (krokodillen) Subfamilie Gavialinae (gavialen) Orde Squamata (hagedissen en slangen) Suborde Sauria (hagedissen) ongeveer 3900 soorten Infraorde Diploglossa Familie Anguidae (hazelwormen en alligatorhagedissen) Familie Anniellidae (Amerikaanse pootloze hagedissen) Familie Xenosauridae (knobbelhagedissen) Infraorde: Gekkota (gekko’s) Familie Dibamidae (blinde hagedissen) Familie Gekkonidae (gekko’s) Familie Pygopodidae (schubpoothagedissen) Infraorde Iguania Familie Agamidae (agamen) Familie Chamaeleonidae (kameleons) Familie Corytophanidae (helmhagedis of basilisk) Familie Crotaphytidae (halsbandleguanen) Familie Hoplocercidae (boshagedissen) Familie Iguanidae (leguanen) Familie Opluridae (Madagascar leguanen) Familie Phrynosomatidae (Noord-Amerikaanse gordelhagedissen) Familie Polychrotidae (anolissen) Familie Tropiduridae (neotropische grondhagedissen)
A. Rijnberk, F. J. v. Sluijs (Red.), Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren, DOI 10.1007/978-90-313-9460-9, © 2005 Bohn Stafleu van Loghum, Houten
372
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
Infraorde Platynota Familie Helodermatidae (gilamonster of korsthagedissen) Familie Lanthanotidae (dove varanen) Familie Varanidae (varanen) Infraorde Scincomorpha Suborde Amphisbaenia ongeveer 140 soorten Familie Amphisbaenidae (wormhagedissen) Familie Bipedidae (2-potige wormhagedissen) Familie Rhineuridae (floridawormhagedis) Familie Trogonophidae (slanghagedis) Suborde : Serpentes (slangen) ongeveer 2400 soorten Infraorde Henophidia Familie Aniliidae (pijpslangen) Familie Anomochilidae (dwergpijpskangen) Familie Boidae (reuzenslangen) Familie Uropeltidae (schildstaartslangen) Familie Xenopeltidae (aardslangen) Infraorde Typhlopoidea (blinde slangen) Familie Leptotyphlopidae (draadwormslangen) 78 soorten Familie Typhlopidae (wormslangen) 180 soorten Familie Anomalepidae 20 soorten Infraorde Xenophidia Familie Acrochordidae (vijlslangen) Familie Atractaspididae (gravende of moladders) Familie Colubridae (ringslangachtigen) Familie Elapidae (cobra-achtigen) Familie Hydrophiidae (zeeslangen) Familie Viperidae (adders) Orde Rhynchocephalia (brughagedissen) 1 soort Familie Sphenodontidae (brughagedissen)
Bijlage 2
Bijlage 2.1
373
Enkele gegevens van de meest gehouden landschildpadden Testudo hermanni
Testudo graeca
Chelonoidis carbonaria
Geochelone pardalis
taxonomie (familie)
Testudinidae
Testudinidae
Testudinidae
Testudinidae
Nederlandse naam
Griekse landschildpad
Moorse landschildpad
roodvoetkolenbrander
panter- of luipaardschildpad
herkomst
Zuid-Europa
Zuid-Spanje tot Noord-Afrika, Balkan
Zuid-Amerika
Centraal- en ZuidAfrika, Zuid-Azië
biotoop
gematigd klimaat
gematigd klimaat
tropisch woud
droog gebied
voeding
herbivoor/ omnivoor
herbivoor/ omnivoor
omnivoor
herbivoor/ omnivoor
bijzondere kenmerken
nagel aan staartpunt carapax tot 20 cm
sporen op dijen carapax tot 20 cm
Amerikaanse reuzenschildpad carapax tot 50 cm
carapax tot 70 cm
verwante soorten
T. graeca T. marginata T. horsfieldi T. kleinmanni
T. hermanni T. marginata T. horsfieldi T. kleinmanni
C. denticulata C. elephantopus
G. sulcata G. elegans
Bijlage 2.2
Enkele gegevens van de meest gehouden zoetwaterschildpadden Chrysemys scripta elegans
Trionyx
Terrapene carolina
Chelydra serpentina
taxonomie (familie)
Emydidae
Trionychidae
Emydidae
Cheydridae
Nederlandse naam
roodwangsierschildpad
weekschildpad
doosschildpad
bijtschildpad
herkomst
Noord-ZuidAmerika
Noord-Amerika, Afrika, Azië, IndoAustralië
Noord-Amerika
Canada tot ZuidAmerika
biotoop
meren, rivieren
meren, rivieren, vijver
open bos/bij water
ligt graag verstopt in zachte bodem in schemer en nacht actief
voeding
omnivoor
carnivoor
carnivoor/ omnivoor
carnivoor (invertebraten en reptielen)
bijzondere kenmerken
rode wangvlek zonaanbidders carapax 20-40 cm
slurfvormige neus indrukbaar schild carapax tot 90 cm
kunnen schild geheel sluiten carapax tot 18 cm
relatief klein buikschild, lange nek, grote kop met sterke bek tot 70 cm
verwante soorten
C. decorata C. concinna C. picta picta
T. cartilagineus T. ferox T. triunguis
T. ornata T. coahuila T. nelsoni
Macroclemys temminckii
374
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
Bijlage 2.3
Enkele gegevens van de meest gehouden slangen Boa constrictor
Python molurus
Elaphe guttata
Thamnophis sirtalis sirtalis
taxonomie (familie)
Boidae
Boidae
Colubridae
Colubridae
Nederlandse naam
boa constrictor
tijgerpython
ratten- of korenslang
kousebandslang
herkomst
Zuid-MiddenAmerika
Afrika, ZuidoostAzië, Australië
zuidoosten van Midden-Amerika
Noord-CentraalAmerika
biotoop
droge gebieden, bossen
bos, moeras, bosland
vochtige velden, bos
alle habitats
voortplanting
vivipaar
ovipaar
ovipaar
vivipaar
voeding
prooidieren
zoogdieren, vogels
kleine zoogdieren
vis
bijzondere kenmerken
wurgslang 2,5-4 meter
wurgslang tot 8 meter
populaire terrariumslang 60 cm tot 2 meter wurgslang
30-60 cm
verwante soorten
Boa constrictor occidentalis
P. regius P. reticularis
E. obsoleta E. schrenki E. rufodorsata (viseter, vivipaar)
T. sirtalis tetrataenia T. elegans elegans T. sirtalis concinnus
Bijlage 2.4
Enkele gegevens van in Nederland voorkomende slangen Natrix natrix
Coronella austriaca
Vipera berus
taxonomie (familie)
Colubridae
Colubridae
Viperidae
Nederlandse naam
ringslang
gladde slang
adder
herkomst
Nederland, Europa, Noordwest-Afrika, Azië
Nederland, Europa, Noordwest-Afrika, West-Azië
Europa, West-Azië
biotoop
vochtige, zonnige plekken bij het water
heidevelden, grasvlakten
bosranden, kreupelhout, heidevelden
voortplanting
ovipaar
vivipaar
vivipaar
voeding
kikker, vis
hagedissen, kleine zoogdieren, vogels, muizen
kleine zoogdieren
bijzondere kenmerken
kunnen zich schijndood houden lichte vlek achter de kop 80-150 cm
grijs/rode slang 70 cm
zigzagstreep op rug, verticale pupil 50-80 cm
verwante soorten
N. natrix helvetica N. tesselata
C. girondica (ovipaar)
V. kaznakovi V. ursinii
Bijlage 2
Bijlage 2.5
375
Enkele gegevens van de meest gehouden hagedissen Iguana iguana
Agama
Gekko gecko
Skink
taxonomie (familie)
Iguanidae
Agamidae
Gekkonidae
Scincidae
herkomst
Centraal-Mexico, Zuid-Amerika
Afrika (agama, Uromastyx), Zuidwest-Centraal-Azië (Phrynocephalus) Australië (Amphibolorus, etc.)
Zuidoost-Azië, Indo-Australië, Korea, Japan
Zuidoost-Azië, Australië, Afrika
Nederlandse naam
groene leguaan
agaam
Tokay gecko
skink
biotoop
regenwoud, dicht bij water
tropisch regenwoud, berggebied, steppen en woestijnen
in bomen, tropisch regenwoud tot savanne, steppe, bij water
tropische gebieden grond soms gravers
voortplanting
ovipaar
ovipaar
meeste ovipaar m.u.v. Nieuw-Zeeland: ovovivipaar
ovovivipaar, sommige vivipaar, sommige ovipaar met zeer korte incubatietijd
voeding
omnivoor/herbivoor
insecten
insecten, kleine vertebraten, sommige planten
insecten, sommige eten planten
verwante soorten
I. delicatissima
Draco, Hydrosauru en vele andere
G. japonicus G. smaragdinus G. monarchus G. vittatus
Subfamilie: Tiliquinae Scincinae Lygosomina
bijzondere kenmerken
lange staart, goede zwemmers, zonaanbidders femorale poriën stekels, keel- of huidflappen en andere versieringen tot 2 meter lang
kan van kleur veranderen vlezige tong stekels, keel- of huidflappen en andere versieringen tot 40 cm
verticale pupil hechtschijfjes aan poten preanale poriën 5-35 cm
cilindervomig lichaam, korte rudimentaire poten, korte nek 10-65 cm
Bijlage 3 Basisprincipes voor de reptielenhouderij (I) Met dank aan Chris van Kalken
terrarium plaats
bij voorkeur op een rustige plaats, niet achter een raam waardoor direct zonlicht binnenvalt
afmetingen
slang: de diagonaallengte van het terrarium minstens even lang als de totale lengte van de slang; bij ieder dier meer: de diagonaallengte met de helft van de terrariumbreedte vergroten hagedis: de lengte van het terrarium 1, 5-2× de totale lengte van het dier, de breedte 1× de totale lengte van het dier; bij ieder dier meer: de lengte en breedte met 30% vergroten landschildpad: de lengte en breedte 4× de carapaxlengte van het dier; bij ieder dier meer: 1× de carapaxlengte aan de terrariumlengte en -breedte toevoegen waterschildpad: lengte en breedte 6× de carapaxlengte; bij ieder dier meer: 1, 5× de carapaxlengte aan lengte en breedte toevoegen NB .
bij boombewonende dieren moet de hoogte van het terrarium minstens even groot zijn als de lengte
verwarming
met warmtemat en/of spotlamp(en); er moet een opwarmplaats (hotspot) zijn waardoor een temperatuursgradiënt in het terrarium ontstaat de dieren mogen niet met lampen in contact kunnen komen
inrichting
zo eenvoudig mogelijk met een niet-gladde afwasbare bodem, wat takken en/of stenen en minimaal één schuilplaats het terrarium moet dicht zijn, met aan één bovenkant een niet te grote ventilatieopening; bij landschildpadden uit subtropische en gematigde gebieden mag de bovenkant open zijn bij voorkeur slechts één dier per terrarium huisvesten; schildpadden kunnen wel goed met meerdere dieren in één bak
A. Rijnberk, F. J. v. Sluijs (Red.), Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren, DOI 10.1007/978-90-313-9460-9, © 2005 Bohn Stafleu van Loghum, Houten
378
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
terrariumtemperatuur equatoriaal
28-33°C overdag 25-29°C ’s nachts
A
tropisch
24-30°C overdag 20-25°C ’s nachts
B
subtropisch
zomer: 20-27°C overdag 15-21°C ’s nachts winter: 10-16°C overdag 5-12°C ’s nachts
gematigd
C
zomer: 16-23°C overdag 10-16°C ’s nachts winter: 4-9°C overdag 2-5°C ’s nachts
woestijn
deze dieren hebben een winterrust/slaap nodig!
D
30-40°C overdag 8-12°C ’s nachts
E
luchtvochtigheid droog
relatieve luchtvochtigheid tussen 20 en 40 %
F
normaal
relatieve luchtvochtigheid tussen 40 en 70 %
G
vochtig
relatieve luchtvochtigheid tussen 70 en 100%
H
dag-en-nachtlengte aanpassing van dag-en-nachtlengte is niet nodig, de normale variatie in Nederland vormt voor reptielen geen probleem voeding het soort voedsel is sterk afhankelijk van de diersoort en de grootte van het dier (bijlage 3): zoogdieren
I
vogels
J
reptielen
K
amfibieën
L
vissen
M
schaaldieren
N
Bijlage 3
379
insecten
O
slakken
P
spinnen
Q
vruchten
R
groenvoer
S
bloemen
T
gekookte eieren
U
kattenvoer
V
NB .
Veel groente-etende reptielen moeten regelmatig met kattenvoer of commerciële pellets bijgevoerd worden om voedingsdeficiënties te voorkomen.
Bijlage 4 Basisprincipes voor de reptielenhouderij (II) Met dank aan Chris van Kalken
temp.
luchtv.
voedsel
slang afgodslang
Boa constrictor sp.
A, B
F, G
I, J
python
Python, Morelia, Liasis sp.
A, B
F, G
I, J
boompython
Chondropython sp.
A
H
I, J
A, B
F, G
I, J
overige boa’s rattenslang
Elaphe sp.
C, D
G
I, J, U
anaconda
Eunectes sp.
A, B
H
I, J, K
cobra
Naja en Ophiophagus sp.
B, C
G
I, J, K
eieretende slang
Dasypeltis scabra
B, C
G
I, U
kousebandslang
Thamnophis sp.
D
G
I, K, L, M
ringslang
Natrix en Nerodia sp.
D
G
L, M
koningsslang
Lampropeltis sp.
C, D
G
I, J, K
adder
Vipera, Cerastes, Bothrops sp.
C, D
G
I, J, K
agame
Agama sp.
A, B
G, H
I, O
anolis
Anolis sp.
B
G, H
O
basilisk
Basiliscus sp.
B
H
I, O
kameleon
Brooksia, Chamaeleo sp.
A, B, C
G, H
O, I
gekko
diverse soorten
A tot D G, H
I, O, K, J
daggekko
Phelsuma sp.
B
G, H
hagedis
O, R
A. Rijnberk, F. J. v. Sluijs (Red.), Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren, DOI 10.1007/978-90-313-9460-9, © 2005 Bohn Stafleu van Loghum, Houten
382
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
groene leguaan*
Iguana iguana
varaan*
Varanus sp.
skink
o.a. Scincus, Chalcides sp.
temp.
luchtv.
voedsel
B
G
I, J, O, P, R, S, T, V
A, B, C
G, H
I, J, K t/m Q, U, V
B
G
I, J, O, P, Q, S, T, U, V
C, D
G
R, S, T, V
schildpad Griekse en Moorse l.sch.
Testudo hermanni en T.graeca
stralenschildpad
Testudo radiata
B
G
R, S, T, V
kolenbranderschildpad
Chelonoides carbonaria
B
G, H
R, S, T, V
doosschildpadden
Terrapene sp.
B, C
H
M, O, P, R, S, T, V
roodwangschildpad
Chrysemys scripta elegans
A, B
H
L t/m P, U, V, S
gekielde schildpad
Graptemys sp.
B, C
H
L t/m P, U, V, S
B
H
Z, J, K, L, M, V
waterschildpad
krokodil Mississippialligator
Alligator mississippiensis
kaaiman
Caiman sp.
A, B
H
Z, J, K, L, M, V
krokodil
Crocodylus sp.
A, B
H
Z, J, K, L, M, V
Ganges-gaviaal
Gavialis gangeticus
A, B
H
M, V, J, L
* Het voedsel van leguanen en varanen varieert aanzienlijk met de leeftijd. Jonge exemplaren eten in het algemeen meer insecten dan volwassen dieren.
Register
aankoopkeuring aanwijstijd abcde-protocol abdominocentese abductie accessoire geslachtsklieren accuratesse achillespees achterste kruisband adductie adembewegingen ademgeruis ademhaling: –, costo-abdominale –, costale –, abdominale –, pendelende ademhalingstypen adipositas administratiesysteem afhangende vleugel agressie: –, hond –, kat akoestische impedantie algemeen onderzoek algemene indruk algoritmen alleen zijn alopecia anale klieren anamnese (anesthesie)risicocategorieën angst anisocorie anoestrus anorexie anticoagulans anus anusreflex apathie a posteriori-waarschijnlijkheid
295 29 264 290 169 148 10 176, 181 182 169, 185, 186 60, 85, 336 87 61 61 61 61 267 56 33 302 254, 258 259 26 59 55 16 255 157 124 49 294 255, 257, 260 229 137 110 280 122 125 247 15
A. Rijnberk, F. J. v. Sluijs (Red.), Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren, DOI 10.1007/978-90-313-9460-9, © 2005 Bohn Stafleu van Loghum, Houten
384
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
a priori-kans (a priori) waarschijnlijkheid arthrocentesis ascites ataxie auscultatie –, hart autotomie auxiliaire ademhalingsspieren axillair gebied Barlow-teken Beer, wet van beharing bekken bekwaamheidsprofielen belastingskreupelheid beroepsprofiel bewegingskreupelheid bewustzijnsniveau bijgeruis bijschildklieren blaas blaaskatheterisatie blaaspunctie blepharospasmus bloedafname: –, cavia –, chinchilla –, gerbil –, goudhamster –, konijn –, muis –, rat –, reptielen bloeddruk bloeddrukmeters bloedmijt bloedpennen boeggewricht bolzitten borborygmi borstwand bovenarm bovenbeen boventonen braakballen brachycefale hondenrassen bradycardie bradypneu braken bril, reptielen broedplek bronchiën brongericht
10 15 191 121 171, 187, 196, 199 24, 86 103 356 60 181 185 25 67 174, 187 18 171 5 171 198, 264, 266 103 252 128, 132 285 286 211, 222 329 329 332 330 328 330 331 363 96 30 361 307 179, 180 322 88, 121 86 172, 179 175 24 300 60 104 62 109 358, 360 320 85 41
Register
385
buigreflex buikomvang buikpalpatie, kleine zoogdieren buispennen bumblefoot cachexie caecale feces caecotrofie calcaneus capillaire vullingstijd carapax carpus carpus en ondervoet cataract causale benadering cavia centrale veneuze druk cerebrale reflexen cerumen cervix cervixkanaal chalazion/hordeolum charrière chinchilla chromodacryorroe circulatieapparaat circumanale klieren cites cloaca collaterale banden colloïd-osmotische druk coloboma coma commotio cerebri communicatie compartimentsyndroom conchae congenitale afwijkingen conjunctiva contourveer contusio cerebri coprofagie cornea corneadefecten corpus ciliare crepitatie cryptorchidisme cutis cyanose cystocentese darmbeenlymfknopen darmkanaal decerebrale hypertonie
207 251 338 307 300, 319 56 301 339 181 70, 97 355 178 173 234 16 329, 343 97, 99 203 242 143 141 219 277 329, 344 338, 346 95 122 351 321, 351, 362 184 127 219 55 264 49 318 82 295 220 305 264 339 225 227 230 88, 177 251 68 97 286 125 121 267
386
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
deklust dempingslijn derde oog (pariëtaal oog, parapineaal orgaan) dermis desinfectie Descemet, membraan van diagnostisch plannen diarree diascopie dikkedarmdiarree distichiasis dnab (dunnenaald-aspiratiebiopsie) dominantie dons doosschildpad Doppler-effect draagtijd drachtigheidsdiagnose draf dreigreflex dubbeltreden dunnedarmdiarree dysfagie dysfonie dyspneu –, expiratoir –, inspiratoir dysurie eclipskleed ectoparasieten ectotherm ectropion eetlust ejaculatie elleboog ellebooggewricht endocriene klieren endorotatie endotorsie enophthalmus entropion epidermis epididymis epigastrium epiphora epistaxis erectie excitatie exophthalmus exorotatie exotorsie falsificatie farynx
145 121 360 68, 155 280 225 44 109 161 110 219 288 257 301, 320 357 31 342 140 169 204 205 110 196 196 60, 80, 95 61 61 130 306 318 353 220 248 149 173 179 247 169 169 211, 222 220 68, 153 147 119 211 82 148 256 211, 223 169 169 1 118
Register
387
femorale poriën fertilisatiefase fetor ex ore fladderthorax flatus flauwtes fluoresceïne fonendoscoop fontanel fossa clitoridis fout-negatief fout-positief fremitus fret fundus, oog fur slip
352, 362 142 115 62, 265 56 197 213, 225, 226 26, 27 296 140 13 13 102 332, 345 236 327
gaapwormen galop gauge gebit –, kleine zoogdieren gecomputeriseerde gedrag: –, probleemgedrag –, abnormaal gedragsanamnese gedragstesten, hond geel gehoor gehoorgang gehoorverlies gehoorzaamheid gekruiste strekreflex geluidsgolven, reflectie van gerbil geslachtsbepaling gesprekstijl getal van Reynolds gevoeligheid gewrichtspunctie gezondheidscontrole gifslangen gingiva glaucoom gouden uur, spoed goudhamster
316 170 278 115 339 38 197 197 253 256 316, 317 204 242 245 254 208 26 332, 345 298 50 24, 79 12 191 295 349 116 231, 233 263 330
haarschacht hamersteel hamster hanteren, vogels hartdemping hartonderzoek harttonen
154 244 344 310 89 101 102, 104
388
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
hematurie hemipenissen herbivoor hernia diaphragmatica hernia perinealis heupgewricht hinkelen hoek van luxatie hoek van reductie hoesten hongermaliën houding houdingsreacties hubertusklauwtjes huid huidafkrabsel huidatrofie huidgeur huidklieren huidlaesies: –, primaire –, secundaire huif huisvesting, kleine zoogdieren –, reptielen hyperextensie hyperflexie hyperfuncties, endocrien hyperoestrogenisme hyperparathyroïdie hypertensie hypofunctie, endocrien hypogastrium hypogenitalisme hypogonadisme hypothermie iatrotroop probleem icterus ictus cordis identificatiechip identificatiegegevens patiënt impedantie, akoestische incidentie incontinentia alvi incontinentia urinae inheemse slangen inspectie interwaarnemervariabiliteit intraoculaire druk involutio uteri inwendige neusopeningen iridodonesis iris
129 351 354 91 124 184 205 185 186 80, 95 307 169 205 296 67, 69, 74, 153, 157 161 248, 250 156 337, 362 157 158 309 333 353 169 169 248 345 128 97 247 119 251 251 250 9, 49, 51 70 101 34 34 26 10 124 130 350 21 10 223 136 361, 362 231 230
Register
389
jeuk
155
kaalheid kamerhoek katheterisatie: –, cavia –, fret –, konijn kattenbak kauwmusculatuur kauwspieren keeluitstrijkje keratinocyten killeragressie klachten klepgebieden kleurmethode klinimetrie klinisch denken knie kniegewricht kniepeesreflex konijn Korotkoff-tonen kreupelheid kritisch rationalisme kropmelk kruisband, achterste –, voorste kruissnavel Kuhn kunstmatige inseminatie, endoscopische kyfose
156 228
laboratoriumonderzoek lagophthalmus Lakatos leefomstandigheden legbeentjes lensluxatie lensvezels lever leverstuwing libido lichaamstemperatuur likelihood ratio liquothorax liquothorax locomotie: –, kracht –, coördinatie –, belemmerd –, nevenbewegingen locomotiestoornis (zie kreupelheid) loodvergiftiging
329 333 328 260 111 202, 214 316 153 258 9 104, 105 289 10 17 182 175, 182 207 327 30 167, 171 1 317 182 178, 182 315 1 141 188 277 218 2 51 321 234 232 120 100 146 66, 322, 336 14 289 91 198 199 199 199, 200 171 299, 301, 302
390
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
lordose luchtzak luchtzaksysteem luer lock lumbosacrale druktest luxatio bulbi lymfdrainage, melkklieren lymfknopen lymphonodi
188 323 303 279 188 212, 276 164 71 71, 164
maag maagsonde medisch dossier meetfouten meetschalen melanine melanocyten melkgebit melkklier melkklierenpakket membraan van Descemet membrana nictitans membrana pupillaris persistens meniscus mesogastrium metoestrus mictie middenoor mildstroomurine milt mimische musculatuur mondholte mondslijmvlies monsteren motorisch:-, spontaan 195-, geprovoceerd muilband muis musculus biceps brachii, pees musculus iliopsoas myclonieën mydriasis mydriaticum
120 328 37 10 9 157 154 115 163 163 225 221, 314 296 182, 184 119 137 129 244 284 120 202 111 114 168, 187 195 274 330, 344 180 174 200 229, 313 213
nagels nasopharynx neusdoppen neusspiegel neusuitvloeiing nieren, palpatie niezen Nikolsky-fenomeen nystagmus obesitas oedeem
154, 161 83 315 81, 161 79, 82 131 79 162 222 56 69, 95, 98, 99
Register
391
oestrisch, kleine zoogdieren oestrische cyclus oestrus oestrusintervallen oftalmascoop oftalmoscopie omnivoor onderarm onderbeen en hak onderkaak ondervoet onzindelijkheid ooglidrand ooglidreflex oogspleet ooguitvloeiing ooronderzoek oorspoelen oorthermometer orbita orgaan van Jacobson orificium urethrae oropharynx Ortolani-teken oscillometrie othematoom otitis externe otoscoop overlevingsketen, spoed ovipaar palatum durum palpatie pancreas paradigmatheorie paralyse paralysis posterior paratyfus parese partus passieve bewegingen patella pathologische reflexen patiëntenregistratienummer patroonherkenning pecten pedogram penis penlamp percussie –, akoestische –, directe –, hart –, plessimeter percussietonen
341 136 137, 142 137 213 238 354 173, 178 176 203 176, 178, 181 255 219 204 218 217 242 243 30 214 361 286 84, 118 186 31 241 241 243 263 350 118 22 120 2 199 327, 345 319 171, 187, 196, 199 137 201 176, 182 208 35 16 314 312 147 213 89 23 23 106 23 24
392
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
persoonsgegevens eigenaar petechiën phallus pharynx pica pijnperceptie pijnreacties pitorgaan plaatsingsreacties plasma plastron pneumothorax poederdons pokken pols polsgolf polsuitval polydipsie polyurie Popper post-hibernale problemen postreflectoire clonus praktijkadministratie preanesthetisch onderzoek precisie precloacale poriën preputium prevalentie prikaccidenten probleemformulering probleemgedrag probleemgeoriënteerd (zie verslaglegging) probleemgericht medisch dossier probleemlijst progesteron pronatie pro-oestrus prooivangstgedrag prostaat pruritus psittacose ptosis pulsus aequalis pulsus frequens pulsus inaequalis pulsus magnus pulsus parvus pulsus rarus pupillen pupilreflex pyelonefritis rat redirectieagressie reflectie van geluidsgolven
34 70 321 113 111 209 177 360 206 280 355 91 306 314 336 62 65 127, 248 127, 248 1 353 208 33 293 10 362 133, 147 10 278 6 253 37 41 41, 42 143 178 137, 142 259 125, 132, 148 155 298 218 63 65 63 64 64 65 203 203, 229, 267 128 331, 344 259 26
Register
393
reflexhamer regeneratie, reptielen registratienummer regurgiteren resonantie respiratie respratoire aritmie retina –, vaten retrobulbaire druk reverse sneezing Reynolds, getal van rhonchi ring, vogels Riva-Rocci rode bloedmijt Romanowsky rotatie ruis sacci paranales scapula schedel scheidingsangst Schiff-Sherrington-fenomeen schijnzwangerschap schildklier –, vogels Schirmer-tear-test (stt) schoudergordel schouderskelet schuifladefenomeen schurft, vogels sclera scoliose scrotum –, kleine zoogdieren seborroe sedatie seksueel dimorfisme sfinxhouding sinus frontalis slagpennen slangengifcentrum slijmvliezen –, kleine zoogdieren slik- en hoestreflex slikproblemen slokdarm snavel- en veerrot snijtanden snuitje Sopor souffles specificiteit
26 359 35 109 23 60 64 236 239 223 79 24, 79 88 319 30 300 289 169 24 122 181 187, 189 256 201 341 252 304, 317 213, 216 172 317 178, 183 314, 315 224 188 146 341 156 275 351 271 81, 83 304, 307 356 70 338 204 196 118 315 117 274 55 103 11
394
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
speekselklieren speenleeftijd sperma spiertonus spierzwakte spinale reflexen spleetlamp sporen, slangen spreidreflexen sproeien, kat staartvene stand stap stethoscoop strabismus stress, vogels stridor stromingen stuitklier stuitluis stupor subcarapaxiale plexus subcutis sugillaties supinatie symptomen syrinx
113 342 149 201 249 207 21, 213, 226 351 319 259 364, 365 169 169 26 222 310 79, 265 24 320 320 55 363 155 70 178 9 303
tachycardie tachypneu talgklieren tandformule –, kleine zoogdieren tapetum lucidum tapetum nigrum tarsocruraal tarsocruraal gewricht tatoeage tatoeagenummers tenen tenesmus –, alvi testes: –, thermoregulatie –, retractiele theorema van Bayes therapeutisch plannen thermische polypneu thermometer thermoneutrale zone thermoregulatie thoracocentese tibia tibia-compressietest tic 200
104 62 154 112 339 237, 239 237, 239 181 176 34 35 173 110 130 146 147 14 44 82, 304, 322 29 323 60, 66, 146 289 181 182, 183
Register
395
toevallen tong tongbeen tongelen torsie torticollis traanafvoer traanfilm traanproductie traanstreep transducer transponder tremor trichiasis trommelvlies turgor Tyndall-effect
197 112, 118, 203 84, 113 357 169 188, 302 226 216 216 215 30 312 200 215 244 69 21, 226
uilenkop uitpoppen undulatieproef uraten uremiesyndroom ureters urethra urine, kleine zoogdieren
302 352 99, 122 363 128 132 132, 133, 143 340
vaccinatie, kleine zoogdierieren vacht –, kleine zoogdieren vaginaal onderzoek vaginacytologie vaginale uitvloeiing vaginoscopie valgus valkerij varus veercysten veerpoeder vena cephalica vena jugularis vena saphena venepols veneuze drukgolven veneuze femorale plexus Venn-diagram Venturi-effect veren verloopbladen (flowsheets) verpakkingseisen verschijnselen verslaglegging: –, chronologische –, brongerichte –, probleemgerichte
335 67, 157 337 140 139 135 141 169 299 169 308 306 281 282 284 98 98 364 11 25, 88 301 36 277 9 36 36 36
396
Anamnese en lichamelijk onderzoek bij gezelschapsdieren
vervelling Vetware Utrecht videomateriaal vierkante stand viscositeit visus –, onderzoek vitamine-A-deficiëntie vitreum vivipaar vleugelnaald voeding, kleine zoogdieren –, reptielen voedingsdeficiënties, reptielen voedingstoestand voetring vogelkooi vogels: –, huisvesting –, voeding vogelvoet vomeronasale orgaan voorgeschiedenis voorste kruisband voorste oogkamer voortgangsnotities vormstip vraaggesprek vullingstijd, capillaire vulva-uitvloeiing waarschijnlijkheid: –, onvoorwaardelijke –, voorwaardelijke –, nosologische –, diagnostische waarschijnlijkheidsdiagnostiek wangzakken weekschildpadden wegwijzer werkpennen wervelkolom Wet budep winterslaap W.I.P.: –, waarnemingen –, interpretatie –, programma zijligging zoutklier –, hagedissen zweetklieren
358 38 256 271 24 204 237 313 234 350 289 333 354 379 56 312 299 298 298 319 361 51 178, 182 228 43 321 50 70, 97 138
11 11 11, 13 11, 14, 15 16 339 362 6, 17 307 188, 189, 200 351 353 43 43 43 273 314 360 154