Mini m - alisme in de hedendaagse dancecultuur
Ladda vzw ism met Koen Tryssesoone Mini m is een onderzoek ter ondersteuning van het project Mini-me
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Inleidend woord Afgelopen zomer heeft het 10 daagse elektronicafestival ’10 Days Off’ heel wat aandacht besteed aan de minimale stromingen in ‘dance’. Enkele labels die bekend staan voor hun minimale techno / house sound kregen elk de mogelijkheid de line-up voor een avond te verzorgen, daarnaast was een avond uitsluitend geprogrammeerd met de grote namen uit de minimale stroming, Richie Hawtin en Villalobos. Binnen dance is ‘iets’ aan het bewegen … Vanuit ‘onderzoek’ (mini-m) naar hedendaagse minimal house & techno kwamen we tot mini-m(e); een avond waarop artiesten hun impressie van minimal gaven. Het 'onderzoek' (mini-m) leidde tot dit dossier : 'Minimalistische expressies in de hedendaagse dancecultuur' waarin we geschiedenis en heden van minimal music situeren. De minimalistische stroming heeft het westerse muzieklandschap fel beïnvloedt, wat verder reikt dan de elektronica- / dancestroming. Ook in pop en rock zijn invloeden merkbaar, maar voor dit dossier hebben we ons beperkt tot een duiding van het minimalisme binnen ‘dance’. Koen Tryssesoone start in de jaren ’50 en schetst de voedingsbodem waarop het minimalisme kan doorbreken om daarna de jaren ’60 minimale kunst en muziek te beschrijven. Vervolgens de jaren zeventig cultpop band Kraftwerk met hun immense invloed op het ontstaan van techno. Om dan uiteindelijk de stap te zetten naar techno: het ontstaan en minimalisme binnen techno. Tom Palmaerts gaat in het laatste hoofdstuk ‘Music for your brains and your feet’ op zoek naar de betekenis van clickhouse, het samengaan van house en minimal, de invloed van hard- en software op muziekcreatie en de Belgische minimal scene. Clicks, cuts, bleep beep... Meer info:
[email protected]
februari 2005
2
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
1. brok geschiedenis Om te komen tot een betere duiding van het begrip minimalisme, kan een brok geschiedenis niet ontbreken. We overlopen de jaren vijftig en zestig, met een paar zijsprongen naar andere kunst- en/of muziekstromingen . 1.1
Jaren ’50, een voedingsbodem voor het minimalisme
De jaren ’50 worden gekenmerkt door 3 maatschappelijke en/of culturele tendensen. Deze zullen een fundament vormen waarop het minimalisme in de jaren ’60 kan groeien en bloeien. Vooreerst groeit Amerika na WO II uit tot een supermacht. De Amerikaanse economie kent immers een enorme bloei, waardoor Amerika de wereld meer en meer zal beïnvloeden. De Europese politiek is daardoor bijvoorbeeld onderhevig aan Amerikaanse inmenging oa door het Marshall Plan, dat een oplossing beoogt voor het naoorlogse Duitsland. Ook cultureel is de invloed van Amerika te voelen. New York is tijdens WO II immers uitgegroeid tot het artistieke epicentrum van de westerse wereld. Vele kunstenaars vestigden zich in New York omdat tal van Duitse kunstenaars, met in hun zog vele West–Europese kunstenaars, gedwongen werden Duitsland te verlaten. Vandaar dat de verdere ontwikkeling van de moderne kunst vanaf nu vooral plaats vond in New York en niet langer in Berlijn. Een tweede fenomeen is het ontstaan van de middenklasse, dat gepaard ging met de economische groei van Amerika. De Amerikaanse bevolking geniet mee van de economische bloei en naar het voorbeeld van ‘the American dream’ wordt Luxe ook voor een nieuwe middeklasse bereikbaar. Massaconsumptie en ‘populaire cultuur’ zijn dan ook 2 begrippen die in de jaren ’50 hun ingang kennen. Het minimalisme zal er in slagen de middenklasse met haar populaire cultuur en de elitaire avant-garde naar elkaar toe te brengen. Het minimalisme heft dus de high en low art op (zie verder). Ten slotte is een drang aanwezig om los te komen van de subjectieve invulling van kunstbeleving, aangezien dit kan leiden tot misbruik. Regimes zoals het nazisme hebben kunst gebruikt voor zaken die in sé niets te maken hadden met kunst, zoals bijvoorbeeld de ondersteuning van hun superioriteit. Kunstenaars die niet pasten in de lijn van het nazisme werden afgeschilderd als minderwaardig of zelfs ‘gek’. Volgens de kunstwereld mag ‘kunst’ niet op zo’n manier benaderd worden en zal de kunstenaar zich moeten behoeden voor dergelijke interpretaties. In de minimalistische kunststroming gaan kunstenaars daarom weinig plaats laten voor mogelijke interpretatie (zie verder). De drang naar objectivering, de dominantie van Amerika en de ontdekking van de middenklasse, vormen een stevige basis waarop het minimalisme midden jaren ’60 kan doorbreken en groeien.
februari 2005
3
Ladda vzw
1.2
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
De jaren ’60 met haar minimale kunst en muziek
De term ‘minimalisme’ wordt voor het eerst gehanteerd binnen het discours van de kunstwereld. Nadien zal het eveneens in muziek gebruikt worden. Spreken over minimalisme zonder een uitwijding te maken naar beeldende kunst is dus simpelweg onmogelijk. Minimal Art Minimal Art reageert tegen de emotionele geladenheid van het abstract expressionisme, dat in de jaren ’50 haar hoogtepunt kent. Abstract expressionistische kunst gebruikt een abstracte beeldtaal en geeft uitdrukking aan spontane gevoelens. Het heeft ook invloeden van het surrealisme, gezien verscheidene Europese kunstenaars zich ten tijde van de oorlog vestigen in New York. Automatisme is zo een techniek uit het surrealisme die binnen het abstract expressionisme is binnen. Automatisme staat voor het zich laten leiden door spontane invallen en vrije associatie. Jackson Pollock is bijvoorbeeld een abstract expressionistisch schilder. Hij maakte niet langer gebruik van een schildersezel, maar legde zijn doeken op de grond terwijl hij met stokken de verf er overheen smeet. Vandaar zijn bijnaam ‘Jack the dripper’. “Wanneer ik in het schilderij ben, ben ik me er niet meer van bewust wat ik doe”1 -Jackson PollockHet minimalisme reageert tegen het subjectieve van het abstract expressionisme. Deze tegenreactie komt vanuit een drang tot het afstand nemen van de subjectieve beleving. Niet expressie, maar objectiviteit wordt het uitgangspunt. Dit wil men bereiken door het kunstwerk uit te puren tot de essentie: de relatie tussen object, tentoonstellingsruimte (vb het werk staat rechtstreeks in de ruimte en niet op een sokkel) en de toeschouwer met zijn / haar kijkgedrag (vb vanuit welk perspectief kijk je naar het werk; loop je er rond, blijf je staan…). Deze relatie komt het best tot uiting in driedimensionale kunst. De Minimal Art - stroming zal zich daarom voornamelijk op deze uitingsvorm concentreren. De uitpuring houdt verder in dat men veelal werkt met eenvoudige, neutrale en geometrische vormen, waarbij het werk vervaardigd is uit industriële materialen zoals metaal, hout, steen,… Bovendien wordt de constructie van het kunstwerk vaak uitbesteed. Het ontwerp berust bij de kunstenaar, maar de fabricage ligt vaak in industriële handen. Ook dit aspect kunnen we kaderen vanuit een drang naar objectivering. John McCracken, bijvoorbeeld, werkt met monochrome, geometrische volumes die rechtstreeks in de ruimte staan. Zo is zijn werk ‘de plank’ een langwerpige plank / balk die op de grond staat en tegelijk tegen de muur aanleunt. ‘De plank’ is vervaardigd uit roestvrij staal dat machinaal bewerkt en gepolijst is, zodat het een spiegelend effect krijgt. Andere voorname vertegenwoordigers van de ‘minimal artstroming’ zijn: Carl Andre, Dan Flavin, Donald Judd, Richard Serra en Sol LeWitt.
1 Klbo40, Abstract expressionisme. Internet. (http://mediatheek.thinkquest.nl/~klb040/kunst/stroming_bekijken.php?stroming_id=8)
februari 2005
4
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Minimale muziek In de beeldende kunst komt in de jaren ’60 het minimalisme op als tegenreactie op het abstract expressionisme. Eenzelfde beweging treffen we aan in de muziek. Minimale klassieke muziek reageert in de jaren ’60 op het serialisme (vb de muziek van Stockhausen). Seriële muziek heeft als boodschap dat muziek geen betekenis mag hebben. Het serialisme werkt met zuivere elektronische klanken en gebruikt een overvloed aan muzikale bouwstenen. Deze bouwstenen worden vervolgens op alle mogelijke manieren met elkaar in verbinding geplaatst. Het resultaat is een complexe compositie, waarbij, volgens de eerste minimalisten, de luisteraar niet meer hoort wat er eigenlijk gebeurt. Het serialisme bestendigt bovendien de scheiding tussen avant-garde en mainstraim, omdat er gewerkt wordt met complexe schema’s die de basis van een composities vormen. Wil men de muziek begrijpen, dan moet men ook kennis hebben van de achterliggende systemen. Vanuit de idee dat een luisteraar moet kunnen volgen wat er gebeurt met het muzikale materiaal, hanteert minimale muziek het principe van ‘reductie’. Vandaar dat minimalistische muziek gekenmerkt wordt door:
een minimaal reservoir aan muzikaal materiaal veel herhalingen… …waarbij klanken lang worden aangehouden …waarbij veranderingen geleidelijk aan plaatsvinden
Concreet uit dit zich in minimale composities waarbij het contrast spanning – ontspanning (van breaks naar climaxen) niet wordt opgenomen. Emotionele losbarstingen krijgen geen plaats. Een minimale compositie kan wel leiden tot ‘noise’ of stilte, maar deze elementen worden beschouwd als deel van de compositie en niet als rust en/of climax. Vele herhalingen met langzame (of geen) veranderingen (die kunnen leiden tot een trance – effect) zijn daarentegen basisstructuren van hun composities. “Om zeer gedetailleerd luisteren naar een muzikaal proces te vergemakkelijken, dient het proces extreem langzaam te verlopen.”1 -Steve ReichHet minimalisme werd niet alleen gesmaakt door het klassieke publiek, maar eveneens door mensen die zich bewegen in het rock – of jazzcircuit. Dit hefte de scheiding tussen mainstream en avant-garde op. Waar het serialisme de scheiding tussen high en low art juist ‘bestendigd’, zal het minimalisme deze 2 naar elkaar toebrengen. De Amerikaanse popcultuur met de bebop en rock ’n roll is een invloed voor de eerste minimalisten. Tevens is de studie van niet–westerse muziek (zoals Indiaase raga en West–Afrikaans percussie) van grote invloed. Niet-westerse muziekprincipes (zoals repetitie) worden vermengd in westerse composities, hiermee zullen de minimalisten hun stempel doordrukken op het westerse muzieklandschap. Zo zijn The Velvet 1 VENROOY, E., Music in a New – Found Land. Een geschiedenis van de Amerikaanse muziek. Niet – gepubliceerde cursus, Gent, Amarant vzw, 2003, blz. 42.
februari 2005
5
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Underground, de Krautrock-scene en heel de ‘intelligent techno’ van de jaren ‘90 sterk beïnvloed door de minimalisten. De grondleggers De grondleggers van het minimalisme zijn oa La Monte Young, Terry Riley, Steve Reich en Philip Glass. De belangrijkste Europese minimalisten zijn Michael Nymann, Gavin Bryars en Wim Mertens. Aangezien de oorsprong van het minimalisme in Amerika ligt, volgt een bondige toelichting van de ‘founding fathers’ gesitueerd op dit continent. La Monte Young “Young is now widely recognized as the originator of the most influential classical music style of the final third of the twentieth century.” 1 Een eerste liefde voor muziek vindt Young in de jazz. Tijdens zijn opleiding aan de Universiteit van Californië geraakt hij echter in de ban van Indiaase raga–muziek, waardoor zijn interesse in jazz naar de achtergrond verdwijnt. Meer en meer begint hij zich te verdiepen in hoe niet-westerse muziek en muzikale principes geïntegreerd kunnen worden in klassiek westerse muziek. Een eerste belangrijk werk is zijn ‘Trio for Strings’. De compositie bestaat bijna volledig uit lange, aangehouden klanken. Niemand had voordien een dergelijk werk gemaakt, waardoor hij met deze compositie in het middelpunt van de belangstelling kwam te staan. John Cage’s idee dat een compositie bestaat uit de artiesten, hun instrumenten en de omgeving met haar geluiden, zien we eveneens bij Young naar vor komen. Met zijn ‘Compositions 1960’ heeft hij een vorm van instructies opgedragen aan de uitvoerder van het werk. Eigen aan deze instructies zijn dat ze niet noodzakelijk leiden tot het voortbrengen van geluid. Met deze ‘Compositions 1960’ zal Young eveneens aan de basis liggen van de conceptuele kunst. Composition 1960 # 5 ”Turn a butterfly (or any number of butterflies) loose in the performance area. When the composition is over, be sure to allow the butterfly to fly away outside…”2 Binnen dergelijke werken is het proces of het concept belangrijker dan het voortbrengen van klank (dit past binnen de idee van conceptuele kunst). In een later stadium zal hij afstand nemen van het conceptuele en zich wederom toeleggen op het muzikale. Young kunnen we beschouwen als de ‘godfather’ van minimale muziek, niet omdat hij het eerste minimale werk op zijn naam heeft, dan wel omdat hij voor de andere minimalisten en artiesten een enorme inspiratie was. John Cale, één van de bezielers van The Velvet Underground, was een leerling van Young. The Velvet Underground integreerde principes van het minimalisme in populaire muziek en bracht daarmee de avant-garde naar het meer populaire circuit.
1
STRICKLAND, E., Minimalism: Origins. geciteerd in: La Monte Young. Biographical information. Internet. (http://melafoundation.org/ly1para8.htm) 2 VENROOY, E., Music in a New – Found Land. Een geschiedenis van de Amerikaanse muziek. Niet – gepubliceerde cursus, Gent, Amarant vzw, 2003, blz. 27. februari 2005
6
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Terry Riley Riley wordt voor de eerste maal geboeid door muziek, wanneer hij in contact komt met bebop. Hij zal sterk beïnvloed worden door John Cage’s ideeën omtrent muziek. Zo is Cage overtuigd dat klanken die niet voortgebracht worden door een instrument beschouwd kunnen worden als muzikaal materiaal. Meer zelfs, stilte is eveneens een klank en kan dus deel uitmaken van een compositie. Door te werken met tapes in een studio met elektronisch apparatuur raakt Riley meer een meer in de ban van het repetitieve als basis van muzikale structuur. Het werk waarmee hij bekend wordt, is getiteld ‘In C’ (1964). Dit revolutionaire werk wordt beschouwd als het startpunt van minimalisme als muziekstroming. Het revolutionaire ligt enerzijds in de repetitieve patronen die in elkaar overvloeien en anderzijds in de commerciele doorbraak van dit werk waardoor high en low art elkaar ontmoeten. Steve Reich "There's just a handful of living composers who can legitimately claim to have altered the direction of musical history and Steve Reich is one of them."1 Invloeden voor hem zijn geweest: John Coltrane, Johann Sebastian Bach, West – Afrikaanse dans en balletten van Igor Stravinsky. Hij in de ban van ‘herhaling’ als compositietechniek, tijdens het experimenteren met geluid in een studio vol elektronisch apparatuur. Het resultaat van het experiment is de techniek ‘Phase shifting’ of ‘faseverschuiven’ en kunnen we als volgt omschrijven: Adhv van 2 bandrecorders speelt men dezelfde opname tegelijkertijd af. De opname bestaat uit een fragment muziek, dat op beide tapes geloopt is (= steeds hetzelfde stukje achter elkaar plakken). Wanneer beide bandrecorders tegelijkertijd worden gestart, dan zal het vlug duidelijk worden dat één van beide iets trager afspeelt (= vrij normaal; niet elke recorder heeft een zelfde afspeelsnelheid). Het resultaat is dat aanvankelijk beide loops samen afspelen en je dus slechts één loop hoort, maar geleidelijk aan beginnen de loops naast elkaar te lopen, om nadien weer te verworden tot één loop (wederom als wordt er afgespeeld van één bandrecorder). Reich wordt bekeken als dé vertegenwoordiger van minimale muziek, eens te meer omdat zijn werk een enorme invloed heeft gehad op de hedendaagse muziek. Doorheen de jaren is zijn werk door tal van ensembles opgevoerd. Sommige van zijn werken hebben zich zelfs geleend tot de uitwerking van een dansvoorstelling, zoals Anne Teresa de Keersmaeker heeft gedaan.
1
Geciteerd in: Steve Reich. Biography. Internet. (http://www.stevereich.com/) februari 2005
7
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Philip Glass Glass zet zich af tegen de moderne muziek (seriële muziek) van zijn tijd. “I was very unhappy studying modern music because it seemed to have nowhere to go. I felt it was a one-way-ticket-to nowhere.”1 Het is een verademing voor hem wanneer hij in contact komt met Ravi Shankar, die hem inwijdt in Indiase muziek. Glass zal hierdoor Indiase muziekprincipes integreren in westerse muziek. Glass’ muziek wordt gekenmerkt door korte motieven, repetitie, arpeggio ‘s (= verschuivingen van een notenpatronen), solfegio vocalen (= op muzieknoten lijkende vocalen) en luidheid. Met zijn opera ‘Einstein on the beach’ wordt hij beroemd. Deze opera werkt rond eenvoudige beelden zoals een bed, trein, ruimteschip en duurt 4 uur en 40 minuten. Zijn meest populaire werk is ‘Glassworks. Een ‘popplaat’ die bestaat uit korte nummers. Glass heeft invloed gehad op o.a. Brain Eno en David Bowie. Bovendien zal hij in de jaren ’90 samenwerken met elektronicaartiesten zoals Aphex Twin (zie 5 artificial Intelligence). ‘Minimal’ als blijvende stempel Ondanks het feit dat mensen als Reich en Riley vandaag nog componeren, hebben ze zich nooit van hun stempel kunnen ontdoen en worden ze vandaag nog steeds beschouwd en omschreven als minimalisten. Het label ‘minimal’ komt vanuit de journalistiek om een aantal kunstenaars, vanwie de werken gelijkenissen vertoonden, aan te duiden. Aangezien de pioniers van de minimalistische muziek uit dezelfde periode komen, zaten ze al vlug met het zelfde label opgezadeld.
1 PRENDERGAST, M., The ambient century. From Mahler to Trance-the evolution of sound in the electronic age. Londen, Bloomsbury, 2000, blz 134.
februari 2005
8
Ladda vzw
2
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
The minimalism in Kraftwerk en early techno
Minimalisme komt dus vanuit de beeldende kunst, sluipt de muziekwereld binnen en drukt haar stempel op het westerse muzieklandschap. De invloed op elektronische muziek en meer bepaald op de ‘dance’ wordt vanaf hier onder de loep genomen. De start ligt bij de electro-pop van Kraftwerk om ten slotte te komen tot minimalisme binnen dance. 2.1
Kraftwerk
Kraftwerk wordt beschouwd als dé Duitse avant–garde electropopgroep die elektronica in een popjasje heeft gestoken, vandaar dat zij in grote mate verantwoordelijk zijn voor de interesse in elektronische muziek. Vandaag wordt nog steeds gebruik gemaakt van technieken en materiaal die zij ontwikkeld hebben. Het Kraftwerk-verhaal start na WO II in Duitsland. De oorlog heeft gezorgd voor een breuk in het continuüm van cultuur en entertainment. Daarenboven wordt die leegte langzaamaan opgevuld door een ‘veramerikanisering’. De blik is dus gericht op de toekomst. Bovendien laat men het verleden liever rusten omwille van het nazi-regime. Met een dergelijke uitgangssituatie begint een groep als Kraftwerk muziek te maken. Nog voor Ralf Hütter en Florian Schneider (= de bezielers) als ‘Kraftwerk’ door het leven gaan, zijn ze reeds actief binnen de Krautrockscene onder de naam ‘Organisation’. Synthesizers komen er nog niet te pas, maar ze brengen in hun muziek de New Yorkse minimalistische school samen met de Duitse avant–garde elektronica van Stockhausen. Krautrock, een fundament voor Kraftwerk Krautrock is een verzamelnaam voor een aantal Duitse bands die in principe enkel hun anti–pophouding gemeen hebben. Bands als Can en Faust wilden niet gedetermineerd worden door de regels van de popmuziek van die tijd. De term ‘Krautrock’ werd door Britse journalisten gebruikt om de muziek te vatten. Can wordt beschouwd als de belangrijkste Krautrockband. Zij werkten met een basisformatie bestaande uit gitaar, bass en drums. Omwille van hun anti-pophouding vermengden ze de avant-garde van Stockhausen met rock van The Velvet Underground. Laatst genoemden hadden een rechtstreekse voeling met de minimalistische school (zie 2.2.2.1 La Monte Young). Ook bij Can en Krautrock in het algemeen zien we dus invloeden vanuit het minimalisme. Krautrockbands hebben hun sporen nagelaten op latere muziekgenres als de postrockscene met groepen als Tortoise, Sigur Ros… Kling Klang Als ‘Organisation’ zijn Ralf Hütter en Florian Schneider onder te brengen in de krautrockscene. Eenmaal ze als Kraftwerk door het leven gaan, worden ze eerder gecatalogiseerd onder electro-pop. Twee belangrijke aspecten van hun muziek zijn: het gebruik van synthesizers en de omarming van computertechnologie.
februari 2005
9
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
“Synthetic electronic sounds Industrial rhythms all around Musique nonstop Techno pop”1 Kraftwerk: "Techno Pop" (1986) Tussen 1973 en ’74 richten Ralf Hütter en Florian Schneider hun eigen studio (= Kling Klang) op en gaan ze door het leven als Kraftwerk. Deze studio opent heel wat perspectieven. Waar ze voor hun eerste albums nog te werk gaan met normale muziekinstrumenten, beginnen ze nu te componeren met zelfgebouwde synthesizers. In 1975 brengen ze het legendarische album ‘Autobahn’ uit. Het nummer waarnaar het album is genoemd is volledig gecomponeerd adhv hun synthesizers. Het nummer geeft 22 – minutenlang ‘een beschrijving’ van een rit op de autosnelweg. Kraftwerk gebruikt volgens de minimale traditie geen climaxen of een overvloed van geluiden. Typerend zijn lange, sfeervolle, met elektronica geproduceerde stukken, waarbij de invloed van de dagdagelijkse realiteit aanwezig is. Zo is ‘Autobahn’ een elektronische weergave van een rit op de autosnelweg. Maar ze gaan nog verder. In 1977 brengen ze ‘Trans–Europe Express’ uit. Op het album staat een 13 – minuten durend werk dat een simulatie is van een treinreis. Heeft Autobahn hen bekendheid opgeleverd, dan zal Trans–Europe Express hun doorbraak betekenen. In 1978 brengen ze ‘Man Machine’ uit, waarbij ze spelen met de idee dat mens en machine niet naast elkaar staan, maar met elkaar vergroeien. 1981 is het jaar waarin ze ‘Computer World’ op de wereld loslaten. Dit album focust op het toenemende belang van computertechnologie in onze maatschappij. “The ‘soul’ of the machines has always been a part of our music. Trance always belongs to repetition, and everybody is looking for trance in life… in sex, in the emotional, in pleasure, in anything… so, the machines produce an absolute perfect trance.”2 -Ralf HütterDe opkomst van computertechnologie was een belangrijke impuls voor Kraftwerk, niet alleen om hun werk te kunnen componeren, maar ook als inspiratiebron. Daarnaast is trance een basiselement in het werk van Kraftwerk. Hieruit blijkt de invloed van de New Yorkse minimalistische school. Zij brengen, net als Kraftwerk, via repetitie en via soberheid aan muzikaal materiaal de luisteraar in een trance. Ook op het recent uitgebrachte album ‘Tour de France’ is het ‘minimalisme’ nog steeds aanwezig. Zo zijn de eerste tracks van de cd telkens opgebouwd met dezelfde elementen. Maar deze worden binnen elke track ietwat anders gebruikt, waardoor je het eerste halfuur van de cd als het ware naar 1 nummer zit te luisteren. Het trance-effect is dus nog steeds belangrijk.
1
SAVAGE, J., Machine Soul. A history of techno. Internet, the hyperreal music archive. (http://music.hyperreal.org/library/machine_soul.html) 2 SAVAGE, J., Machine Soul. A history of techno. Internet, the hyperreal music archive. (http://music.hyperreal.org/library/machine_soul.html) Origineel komt dit citaat uit het werk “Kraftwerk: Man Machine and Music.”, geschreven door Pascal Bussy. februari 2005
10
Ladda vzw
2.2
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
“Kraftwerk stand at the bridge between the old, European avant – garde and today’s Euro – American pop culture.”1
Kraftwerk heeft een impact gehad op jonge, zwarte Amerikanen zoals Juan Atkins, Derrick May en Kevin Saunderson, ook wel ‘the founding fathers off techno’. Via het radioprogramma ‘The Midnight Funk Association’ brengt Charles Johnson, beter bekend als Electrifying Mojo, de Detroit-jeugd in contact met Kraftwerk. “I don’t think they even knew how big they were among the black masses back in ’77 when they came out with ‘Trans – Europe Express’. When that came out, I thought that was one of the best and weirdest records I ever heard in my life.”2 -Afrika BambaataaDetroit als industriestad en de openheid voor blanke Europese muziek blijken een goede voedingsbodem te zijn voor verder experiment met elektronica en de opkomst van techno. Eind jaren ’70 begin jaren ’80 is het leven in Detroit niet bepaald rooskleurig. De auto-industrie, waarop de ‘Motor City’ draait, heeft een paar klappen gekregen. De fabrieken verhuisden naar de voorsteden, waardoor Detroit te kampen had met leegstand en werkloosheid. De gloriedagen van auto-industrie echter hebben wel een openheid tov blanke cultuur met zich meegebracht. De zwarte bevolking kreeg meer kansen en slaagde er in zich te onttrekken van het leven in de getto’s. Zo ontstond een zwarte middenklasse in Detroit. In dit milieu groeit The Belleville Three (Atkins, May en Saunderson) op. Wanneer de Afro–Amerikaanse jeugd van Detroit ten tijde van de recessie in contact komt met de elektronische muziek van groepen zoals Kraftwerk worden ze door de futuristische uitstraling bij de keel gegrepen. Behorend tot de middenklasse, slagen mensen als Juan Atkins er in elektronica-apparatuur aan te schaffen. Al vlug ondervinden ze dat ze geen klassieke muzikale achtergrond nodig hebben om met dit materiaal aan de slag te gaan. De invloeden van de machinale en industriële sfeer uit Detroit en van het werk van groepen als Kraftwerk met hun futuristisch wereldbeeld leiden tot de eerste technoplaten. Die eerste techno platen werden net als het werk van Kraftwer gekenmerkd door een focus op futurisme en de harmonie tussen mens en machine. “If there is one central idea in techno, it is of the harmony between man and machine.”3 -Juan AtkinsWe komen dichter bij vandaag. Over het ontstaan en de verdere evolutie van techno kan je fel uitweiden. We beperken ons in Mini-M tot een schets van de ontstaansgeschiedenis a.d.h.v. een bespreking van de technopioniers, om daarna te kijken hoe techno en het minimalisme met elkaar verwant zijn.
1
SAVAGE, J., Machine Soul. A history of techno. Internet, the hyperreal music archive. (http://music.hyperreal.org/library/machine_soul.html) 2 Ibid., (http://music.hyperreal.org/library/machine_soul.html) 3
SAVAGE, J., Machine Soul. A history of techno. Jahsonic.com, a vocabulary of culture. (www.jahsonic.com)
februari 2005
11
Ladda vzw
2.3
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Techno: The Belleville Three
The Belleville Three is de bijnaam voor de eerste technopioniers, verwijzend naar de school (= Belleville High) waar ze alle drie les hebben gevolgd. Juan Atkins is de eerste van de ‘Detroit–kids’, die zal experimenteren met elektronica om tot techno te komen. Zijn invloed op techno is waarschijnlijk even groot als de invloed van Kraftwerk. Het is immers Atkins die Derrick May en Kevin Saunderson zal inwijden in de wondere wereld van elektronica. Het zijn deze 3 namen die samen ‘The Belleville Three’ vormen. ‘Clear’ ‘Cybotron’ (1981) is Atkins’ eerste project, samen met Rick Davis (3070). Het werk van Cybotron is heel nauw verwant met synthesizermuziek van groepen zoals Kraftwerk en New Order en met de ‘sound’ van de electroscene van New York in het begin van de jaren ‘80. ‘Clear’ (1982) is een track van zijn hand en wordt beschouwd als eerste technoplaat. Voor ‘Clear’ heeft hij een deel van zijn inspiratie gehaald bij Kraftwerk. Het project waarmee Atkins het meeste naambekendheid zal krijgen, is Model 500. ‘Strings of Life’ Derrick May ligt aan de basis van techno, maar het is vooral in de verspreiding van techno dat hij een grote rol heeft gespeeld. Vanaf het begin van de jaren ‘80 tot 1987 heeft techno de tijd gekregen zich te ontwikkelen en te groeien in de underground. Na 1987 zal techno meer een meer op de voorgrond treden en het muzieklandschap (ook dat van Europa) veroveren. Mede aan de basis daarvan liggen twee tracks van Derrick May: ‘Nude Photo’ en ‘Strings of Life’. De kracht van deze tracks is vandaag nog steeds voelbaar, aangezien de herwerkte versie van ‘Strings of Life’ menig dansvloer wederom in lichterlaaie zet en bovendien de hitlijsten inpalmt. ‘Big Fun’ Omwille van het succes van zijn platen, zal Kevin Saunderson het meest succesvol worden van de Belleville Three. Zijn eerste platen zijn voornamelijk instrumentaal en vrij abstract, maar wanneer hij vocalen integreert in zijn ‘sound’ zal zijn succes gestaag groeien. Met ‘Big Fun’, uitgebracht onder pseudoniem Inner City, scoort hij zelfs een wereldhit. Techno, een minimale stijl Mede door de invloed van Kraftwerk is minimalisme inherent aan techno. Het werk van Kraftwerk draagt immers de invloed van de New Yorkse minimalistische school in zich. Onrechtstreeks is deze invloed dus aanwezig in het werk van eerste technopioniers. De invloed van het minimalisme blijkt het best uit een aantal typische kenmerken van techno. Tracks worden opgebouwd met een aantal elementen, ook al omdat men werkt met beperkte middelen. Behorend tot de middenklasse slagen The Belleville Three er in apparatuur aan te schaffen, maar de uitbouw van een professionele studio zat er toen evenwel niet in. Er is dus geen overdaad aan bouwmateriaal. Daarnaast is repetitie heel kenmerkend. Een basslijn kan gerust een volledig nummer worden aangehouden. februari 2005
12
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Bovendien gaat deze repetitie vaak samen met een langzame opbouw. Wanneer men een track langzaam opbouwt zal men niet vlug gebruik maken van bruuske veranderingen, integendeel. Veranderingen gaan zich eerder voordoen in functie en context van de opbouw. Bijgevolg kunnen we de ‘sound of Detroit’ / ‘Detroit–techno’ benoemen als vrij minimaal. Uiteraard kan op deze minimale basis verder worden gebouwd, en andere invloeden toegelaten worden. Bij Kevin Saunderson vinden we bijvoorbeeld vrij vlug invloeden uit soul & gospel terug. Techno, een emotioneel geladen stijl “His minimal and melancholic style has earned him the ‘Miles Davis of techno’ nickname.”1 (een citaat over Derrick May) Derrick May is typerend voor een zekere melancholische geladenheid in techno. In zekere zin kunnen we dit veralgemenen, met name dat techno emoties kan bevatten. Hoewel Techno in de loop van de jaren een evolutie heeft gekend naar 4-to–the-floor, waarbij vooral ritme en repetitie belangrijk zijn, is emotie niet vreemd aan het klankexperiment van techno. Ook bij Kraftwerk zien we, ondanks het machinale, die emoties terugkeren. Kraftwerk beschrijven in hun composities immers bepaalde zaken vanuit een zekere passie. Vrij van een subjectieve invulling is dit dus niet, integendeel. De eerste minimalisten trachtten daarentegen in hun klankexperiment een gevoel van vervreemding bij de luisteraar op te roepen door in hun composities ruimte te laten voor interpretatie, eerder dan een emotie over te brengen.
1
Line – up 5 / 10 Days Off 2004 In: 10 Days Off. infoboek bij 10 Days Off - festival van 16 tot 26 juli 2004, Antwerpen, vzw 5 voor 12, 2004. februari 2005
13
Ladda vzw
3
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
‘Dance-muziek’ tot op haar kern teruggebracht
“This type of music [minimale techno] has been around since the beginning of electronic dance music, beginning with the formation of legendary German group Kraftwerk. It continues to be a relevant force into the nineties and beyond.”1 Detroit-techno zal doorheen de jaren evolueren naar verschillende subgenres. Het zal eveneens een ‘uitpuring’ kennen. Wanneer we kijken naar de evolutie van deze uitpuring komen we terecht bij een aantal belangrijke namen zowel van producers als van labels. 3.1
“Minimal techno […] has allowed musicians to focus on the intrinsic skeletal structure of the music pared down to its most basic fundamentals”2
Producers als Jeff Mills en Robert Hood behoren tot de eerste generatie Detroitartiesten. Zij zullen techno reeds een uitpuring geven. Het Underground Resistance-label is door hen (samen met Mike Banks) opgericht. Underground Resistance heeft een militante houding t.a.v. Detroit-techno. Mills over UR :”The attitude we had with Underground Resistance was more a bold attitude: here it is, hardcore from Detroit[…].”3 Hoewel de stad Detroit techno voor zich wil houden, begint het te groeien en maakt het een evolutie mee waarbij de voeling met Detroit langzaamaan zoek raakt. Dit is niet naar de zin van bepaalde Detroitartiesten, zoals Robert Hood: “The music was getting too belligerent, too ravey, too circus-like.”4 Hoewel Underground Resistance niet langer bestaat, blijft een stukje filosofie hangen. Echter lang niet zo militant als voorheen. Maar mensen als Mills en Hood grijpen terug naar de basis en dat is Detroit: bass-, drum- en percussiegeoriënteerde muziek, waarbij “this minimal and repetitive element, the endless repetition” de essentie is. “You hear the record and let yourself go, like in a trance.”5 De uitpuring gaat nog een stap verder met mensen als John Acquaviva en Richie Hawtin. In zijn begindagen kan Hawtins stijl omschreven worden als een fusie tussen acid house en ‘stripped down Detroit-techno’. Het acidgeluid kan omschreven worden als een synthesizerloop met een fluctuerend en aldus hallucinerend effect dat wordt voortgebracht door de TB303-bassynthesizer. Hawtin zal het vooral gebruiken als een traag evoluerend geluid. Rond de minimale sound van Hawtin en Acquaviva ontwikkelt zich een scene, die vooral te vinden is op underground party’s. Later, wanneer de Detroit-puristen inzien dat een blanke kerel als Hawtin het hart op de juiste plaats heeft, vindt het zijn ingang in de clubs.
1
Minimalist tendencies. Internet, (vrijdag 4 februari 2005). (www.pulp.co.nz) 2 OLSKOOLY, The Soul of the Rainbow and the Harmony of Light. Internet, (vrijdag 4 February 2005). (http://www.tinymixtapes.com/musicreviews/g/growing.htm) 3 HUEGLI, W., (ed.) en JAEGGI, M., Raw music material. Electronic music dj’s today. Zurich-Berlin-New York, Scalo, 2002, blz. 10. 4 Ibidem, blz. 12. 5 Ibidem, blz. 13. februari 2005
14
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
“Minimalism to me is just balance, balance within music and balance within life, […]” -Richie Hawtin-1 Hawtin geraakt voor de eerste maal geboeid door muziek wanneer hij via zijn vader het werk van Tangerine Dream (= breed uitgesponnen en zweverige synthesizermuziek) en Kraftwerk leert kennen. Zijn interesse voor technologie heeft hij eveneens van zijn vader, die als elektricien constant bezig was met elektronische apparatuur. Hoewel Hawtin in Canada woont, geraakt hij in de ban van de techno-ontwikkelingen die zich afspelen in Detroit. Hij reist regelmatig naar Detroit om zijn voeling met de scene en techno niet te verliezen. Hawtin begint te deejayen onder zijn eigen naam. Componeren doet hij onder 2 alter ego’s: F.U.S.E. en Plastikman. Met zijn F.U.S.E.-project leunt hij aan bij de Intelligent Dance Music (IDM), waarover later meer. Als Plastikman maakt hij een fusie tussen acid house en uitgeklede Detroit-techno (zie 4.1 Minimal techno…). In 1993 debuteert hij met dit project met de single ‘Spastik’ en met het album ‘Sheet One’. Zijn werk is reeds vrij minimaal, maar het acid geluid primeert. Doorheen de jaren zal het experiment worden opgedreven, o.a door het acidgeluid uit te rekken. Met zijn laatste album, ‘Closer’, gaat hij minimaler dan ooit te werk. Met dit album komt hij heel dicht bij de klassieke minimalistische school: -
stilte wordt onderdeel van de compositie tracks bestaan uit 3 à 4 lagen tonen worden aangehouden veranderingen doen zich geleidelijk aan voor de tracks zijn heel vervreemdend
Met ’Closer’ komt hij dus heel dicht bij de roots van minimale muziek, maar tegelijkertijd bevat deze plaat eveneens recente ontwikkelingen met name ‘clicks ’n cuts’. Meer uitleg over deze recente ontwikkeling komt verder in dit werk aan bod. Zelf geeft Hawtin aan o.a beïnvloed te zijn door minimalistische kunst: ”I think a lot of what I do is influenced by other art, such as the minimalists of the 50s and 60s. Their art took the chance to express things in a very slight manner, through subtle changes in texture and color. […] I use these visual ideas and apply them on a sonic level,[…]”2 3.2
“Future sound of Berlin”3
Eind jaren ’80, begin jaren ’90 kent techno een expansie. Europa wordt veroverd nog voor de Amerikaanse markt wordt ingepalmd. Verschillende Europese landen zullen in de loop van de jaren ’90 een bloeiende technoscene kennen. Deze scenes zullen elk hun eigen technohelden voortbrengen. Ook in Berlijn zal techno zich ten volle kunnen ontplooien. Na de val van de muur leeft Berlijn in een euforie. Dit veruiterlijkt zich in een opleving van techno in 1991 & ’92. Heel wat Detroitartiesten zijn om die reden regelmatige bezoekers van de stad. Juan Atkins zal er zelfs een verblijfplaats kopen.
1
HUEGLI, W., (ed.) en JAEGGI, M., Raw music material. Electronic music dj’s today. Zurich-Berlin-New York, Scalo, 2002, blz. 21. 2 Ibidem, blz. 21. 3 Eshun, K., Future sound of Berlin. Internet, The Wire. Nr. 169, 1998, blz. 1. februari 2005
15
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Berlijn staat open voor de techno-invloed waardoor diverse labels in deze periode het daglicht zien. Het Tresor-label staat bijvoorbeeld tot vandaag gekend voor haar kwalitatieve techno. Ook de minimale stroming zal voet aan wal krijgen o.a. door de platen van Richie Hawtins Plastikman-alter ego. Doorheen de jaren zullen verscheidene labels de verdere ontwikkeling van deze stroming stimuleren en hun stempel doordrukken. Basic Channel is zo’n label. Basic Channel Basic Channel is opgericht door Moritz von Oswald en Mark Ernestus. Eenmaal de postmuur-euforie is weggeëbd stond techno volgens von Oswald niet langer voor de vernieuwing waarvoor het ooit doorging. Bepaalde sounds en benaderingen kwamen volgens hem steeds terug. Basic Channel wou een antwoord bieden op de impasse waarin techno verzeild was geraakt. Bovendien worden mensen geconfronteerd met de post-muur-realiteit. Er slopen een aantal onzekerheden in het bestaan van mensen, zoals bijvoorbeeld werk(on)zekerheid. Dit weerspiegelt zich in muziek. “Precisely because of the frustrations of Post-Wall life, Vainqueur‘s music is effortless, gliding, automotive.”1 Basic Channel is nauw verwant met Chain Reaction. Laatstgenoemd label biedt plaats aan meer experimentele elektronica-artiesten zoals Vainqueur, Various Artists, Porter Ricks en Monolake. Basic Channel biedt daarentegen plaats aan een abstracte, minimale variant van techno. Het label staat voor een heel intrigerende sound die bij oppervlakkige beluistering monotoon overkomt. Bij een meer aandachtige beluistering ontvouwt zich echter een fascinerende, minimale geluidsdimensie. Naast het minimale zijn dub-invloeden op zowel Basic Channel als op Chain Reaction prominent aanwezig. Thorsten Profrock a.k.a. Various Artists geeft het als volgt weer: “Dub was a kind of resonance to my soul because everything I like within Techno music, all these effects, these dub people had it.”2 Deze dubstijl komt voort uit Jamaicaanse reggae, waarbij een track wordt ‘uitgekleed’ om er dan allerlei geluidseffecten, zoals echo, op los te laten. Moritz von Oswald maakt zelf muziek onder diverse namen. Als Maurizio brengt hij op zijn M-series repetitieve, dub-georiënteerde, minimale techno. Zijn sound ligt dus in de lijn van zijn label, maar de dub-invloeden zijn iets sterker aanwezig en bovendien is hij meer dansvloergericht. Ook bij hem zien we in zijn diepe minimale sound het gebruik van ‘clicks’, maar daarover later meer. Berlijn is echter niet de enige hotspot voor minimale ontwikkelingen in ‘dance’. Kompakt en de Keulse scene Keulen is een conservatieve Duitse stad, desondanks heeft de stad een grensverleggende muzikale geschiedenis met o.a. een jazzverleden en talrijke belangrijke bands, zoals Can
1 2
Ibidem, blz. 6. Ibidem, blz. 8.
februari 2005
16
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
(zie 3.1 krautrock…). Vandaag is Keulen wederom toonaangevend. Meer bepaald met een bloeiende technoscene die zich concentreert rond het Kompakt-label. In 1998 starten o.a. Michael Mayer en Wolgang Voigt met de uitbouw van een netwerk waarin verschillende labels werden samengebracht. Zo is Kompakt ontstaan. Kompakt omvat ondertussen diverse sublabels, zoals: Auftrieb, Freiland, Kompakt, Kompakt Extra, Kompakt Pop, Kreisel 99, Profan en Studio 1. Elk van deze sublabels richt zich op een ander segment. Kompakt Extra bijvoorbeeld richt zich op de dansvloer met o.a. de Speicher-releases. De minimale sound uit Keulen is voornamelijk geëvolueerd uit Wolfgang Voigts visie en Michael Mayers muzikale voorkeur. Voigt kon zich niet vinden in de toen heersende technosound. Hij gaat dus op zoek naar een voor hem meer uitdagende sound. Michael Mayer had in zijn platenkeuze dan weer een voorliefde voor instrumentale B-kantjes, dubversies of versies van een track die van alle bijkomstigheden werden ontdaan. Aldus geven ze het minimale genre een eigen Kompakt-sound: een progressieve sound dat in zekere zin een reactie is tegen het heersend conservatisme. Toch heeft het label een diverse output. Dit wordt voornamelijk bereikt door de verschillende sublabels en de diverse artiesten die bij Kompakt platen uitbrengen. Kompakt heeft zich vandaag opgewerkt tot een standaard voor minimale techno. Belangrijke factoren hierin zijn: * de diversiteit in de output * het uitgebouwde netwerk * de aanpak van het label. Kompakt kent een grote diversiteit in hun uitgebrachte releases, waardoor Kompaktplaten in uiteenlopende dj-sets kunnen voorkomen: electro, house, techno… Daarnaast is er de basis van het label: een stevig uitgebouwd netwerk van lokale labels en artiesten. “[…] if you remain focused and connected locally, you slowly create links with the outside world.”1 Tot slot is er de aanpak van labelbaas Mayer: “You can do advertising, you can do promotion, but the best promotion is to be there and play parties and show how we rock.”2 Zo heeft Detroit, net als Montreal, reeds kennis kunnen maken met Kompakt. In Detroit slaagt het label er in voet aan wal te krijgen door het technoverleden van de stad. In Montreal ligt het vooral aan het MUTEK-festival. Dit festival specialiseert zich in abstracte, experimentele elektronische muziek en heeft een grote verdienste om Europese minimale techno / elektronica naar het Noord-Amerikaanse publiek over te brengen. Force Inc. / Mille Plateaux Een andere Duitse invloed op Montreal is het Force Inc.-label. Dit label heeft hier een afdeling die instaat voor de distributie in Noord-Amerika. Force Inc. geeft plaats aan prominente namen uit scenes zoals minimal / clickhouse / clicks ’n cuts (zie verder). Het label omvat 5 sublabels: Force Inc, Mille Plateaux, Ritornell, Force Tracks en Position Chrome (= brutale en harde Drum & Bass / Jungle met o.a. Panacea en Techno Animal). 1 2
The Germans are coming! Internet, 26 november 2003. Ibidem.
februari 2005
17
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Force Inc. werd in 1991 in Frankfurt opgericht. In het begin was het voornamelijk een houselabel dat plaats bood aan o.a. Ian Pooley, Dj Tonka en Alec Empire (= bezieler van Atari Teenage Riot). Vandaag staat het nog steeds garant voor kwalitatieve house evenwel met een minimale / glitch (zie verder) invloed. Force Inc. zal vooral bekendheid verwerven met zusterlabel Mille Plateaux. Dit label zal naam maken door haar clicks ’n cuts-compilaties. Deze compilaties geven een beeld van een vooruitstrevende scene / beweging die de grenzen van elektronica aftast. Om een beeld te geven van deze ontwikkelingen zetten we een stap terug. We keren terug naar het begin van de jaren ‘ 90 toen de Intelligent Dance Music (IDM) doorbrak. De cliks ’n cuts bouwen immers verder om het experiment van IDM. 4
‘Artificial Intelligence’
‘Artificial Intelligence’ is een compilatie die in 1992 werd uitgebracht door het Warp-label. De compilatie zal haar naam geven aan het toen ontluikende experiment in elektronica: intelligent dance music (IDM). Andere namen voor ditzelfde genre zijn: intelligent techno, new electronica of electronic listening music. Het Warp-label werd opgericht in 1989 in Sheffield, stad van postpunk- / noise-band Cabaret Voltaire. Op de eerste releases is de drang naar experiment van deze groep te horen. Warp-artiesten van het eerste uur zijn LFO, Nightmares on Wax en Sweet Exorcist (= R.H. Kirk van Cabart Voltaire). Kenmerkend voor Warp en intelligent techno is het experiment. Synthesizers en machines worden gebruikt zoals het eigenlijk niet hoort, in bepaalde gevallen kunnen we zelfs spreken van misbruik. LFO ging bijvoorbeeld bassklanken op een extreme manier hanteren door ze te oversturen en nadien te verwerken in hun platen. “What started out as a musical protest became a musical movement [..]”1 Techno werd in het begin van de jaren ’90 steeds extremer en harder, zo ontstaat in deze periode ‘hardcore-house’. IDM zal tegen deze evolutie protesteren en techno naar de huiskamer / koptelefoon brengen. Toch is er nog steeds voeling met de dansvloer. LFO maken bijvoorbeeld regelrechte clubnummers. Ook vandaag, na een periode van afwezigheid, staan ze nog steeds garant voor snoeiharde nummers die in ‘no-time’ de ‘clubcharts’ veroveren. Omwille van het experimenteel karakter is IDM een avantgardestroming. Toch zal het een ruim publiek aanspreken en met een aantal nummers de hitlijsten veroveren, zoals ‘My Red Hot Car’ van Squarepusher en ‘Windowlicker’ van Aphex Twin. Daarnaast hebben tal van popartiesten deze experimentele stroming omarmd, denk maar aan ‘Kid A’ van Radiohead en ‘Vespertine’ van Björk. Aphex Twin, ‘de Mozart van de techno’2 Richard D. James, ofte Aphex Twin, zal zowat het gezicht worden van Warp. Conventies legt hij naast zich neer of ze vormen een impuls om tegendraads te reageren. Zijn interesse voor klank uit zich in experiment dat leidt tot extreme klankmanipulatie en vervormingen. Een mooi voorbeeld daarvan is het nummer ‘Bucephalus Bouncing Ball’, 1 2
Warp. Artist info. Internet, (14 februari 2005). KEUNEN, G., Pop! Een halve eeuw beweging. Lannoo en Gert Keunen, 2002, blz: 345.
februari 2005
18
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
een track opgebouwd uit het geluid van een vallende knikker. Het geluid wordt op 101 manieren vervormd en gemanipuleerd, waarna het gebruikt wordt om complexe ritmepatronen op te bouwen. In zijn composities durft hij eveneens met contrasten werken. Ambient-achtige, intieme klanken worden ondersteund door rauwe, harde, brekende ritmes. Zijn composities kunnen bijgevolg vervreemdend zijn omwille van dat contrast rust-chaos. Aphex Twin heeft altijd een drang gehad naar experimenten met klank. In zijn kinderjaren zat hij te prutsen met de snaren van de piano van zijn ouders. Nadien knoeide hij met de hardware van synthesizers. Nog later legde hij tijdens zijn dj-sets schuurpapier op de draaitafel. Richard D. James slaagt er dus als de beste in de meest ‘weirde’ geluiden uit een machine te krijgen. Wanneer R. D. James teruggrijpt naar de roots van zijn muziek kijkt hij verder dan Detroit-techno en belandt hij bij de eerste minimalisten. Op zijn album “I care because you do” werkt hij voor de single “Icct Hedral” samen met Philip Glass (zie 2.2.2.4 Philip Glass). Daarenboven maakt hij een remix van “Sinking of the Titanic” van Gavin Bryars (= Europees minimalist) en brengt deze uit op Glass’ Point Music label. Aldus slaagt hij er in de avant-garde van de jaren ’60 samen te brengen met de toenmalige jaren negentig avant-garde. Naast Aphex Twin zijn er nog tal van andere artiesten die behoren tot de IDM-beweging, o.a. Richie Hawtin met zijn F.U.S.E.-alter ego (zie 4.1 minimal techno…), Luke Vibert, Andrew Weatherall met Two Lone Swordsman… Al deze artiesten worden gekenmerkt door het experiment met klank en ritme. Sommige van hen blijven hun dance-roots trouw (LFO), anderen hanteren daarentegen wel de ‘beats’ maar richten zich niet op de dansvloer. Autechre Dit duo neemt met haar experimentele elektronica afstand van de dansvloer. In hun begindagen waren invloeden vanuit hiphop en electro nog te horen, weliswaar overstemt met stuiterende beats en noises. Maar naarmate hun carrière vordert worden geluiden zodanig vervormt en ritmepatronen zodanig complex dat ze komen tot heel abstracte composities. Het lijkt alsof ze bij hun apparatuur en computers het onderste uit de kan willen halen. De videoclips die hun tracks soms vergezellen zijn van een zelfde kaliber. Zo regisseert Chris Cunningham Autechres track ‘Second Bad Vibe! waarbij hij werkt met beeldexperiment zoals Autechre werkt met klankexperiment. Een complexe beeldenmix, waarbij de beelden bewerkt zijn met verschillende effecten. In het latere werk van Autechre duiken ook experimenten met ‘clicks ’n cuts’ op.
februari 2005
19
Ladda vzw
5
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Clicks ’n cuts / Glitch
Clicks ‘n cuts (ook wel glitch genoemd) staat voor muzikaal experiment waarbij, zoals de naam het zegt, gebruik wordt gemaakt van ‘clicks’ die ‘gecut’ worden. Clicks zijn nietmuzikale geluiden (vb van een cd-speler die blijft haperen) die gesplit worden in microdelen. Het resultaat zijn klikjes, klakjes, bliepjes en piepjes. Deze microgeluiden worden op hun beurt gestructureerd (= cuts). Dit betekent dat, waar in een normale compositie een beat, hi-hat of clap… staat, deze vervangen wordt door een ‘click’. Dit alles resulteert in een heel subtiele en abstracte compositie. Eind jaren ’90 verliest IDM haar progressieve kracht omdat de drang naar experiment verwaterde in conformisme. Omwille van dit conformisme zullen bepaalde artiesten, zoals Oval, een stap verder zetten met deze nieuwe avant-garde clicks ‘n cuts. ‘Oval’ ofte Markus Popp is een artiest die pionierswerk heeft verricht. Door cd’s te bewerken / misbruiken met verf en krassen verkrijgt hij vreemdsoortige geluiden. Deze geluiden gebruikt hij op hun beurt voor zijn composities. Naar zijn werk luisteren is als luisteren naar een cd vol met ‘errors’. Alleen staan de ‘errors’ gestructureerd en worden er ritmepatronen mee opgebouwd. Vooral in Duitsland zal er een avant-gardestroming ontstaan die begint te experimenteren met deze clicks ‘n cuts. Artiesten van het eerste uur zijn o.a. Pole, Vladislav Delay, Thomas Brinkman, Pan Sonic (Finland), Köhn (België)… Het label Mille Plateaux (zie 4.2 future sound of Berlin) zal deze stroming in beeld brengen. In 2000 brengt dit label een compilatie uit. De titel, Clicks ’n Cuts, zal gebruikt worden om de scene te benoemen. Het label tracht een beeld te geven van evoluties binnen deze scene. Zo is er op de derde compilatie in de reeks plaats voor ‘clickhouse’.
februari 2005
20
Ladda vzw
6
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Music for your brains and your feet
De minimal-vibe is vandaag de dag overal te vinden: in lifestyle magazines, modewikels, bars, clubs, ... Popmuziek kon dan ook niet achterblijven. Sinds John Cale met The Velvet Underground de principes van het minimalisme in de wondere wereld van de pop gooide, heeft pop/rock het minimalisme geregeld omarmd. Denk maar aan de punkers met hun minimale basisopstelling en akoordenvariaties, de kraut- en postrockers met hun experimenten en gebalanceerde klankentapijten. Ook in andere genres dan rock is het minimalisme opgenomen. Drum’n base bracht jungle terug naar het bot van de muziek, de drums en de bassen. In reggae en hiphop gebruikt men de techniek van herhalen door breaks te loopen. Dit loopen binnen reggae en hiphop heeft echter enkel tot functie de lyrics van de rappers of toasters centraal te laten komen, terwijl bij minimal techno het loopen het hart van de track is. Om tot de hedendaagse clickhouse te komen overloop ik nog eerst even terug de verschillende stadia van minimal techno. Minimal techno / IDM De term ‘minimal techno’ werd voor het eerst door Simon Reynolds gebruikt. Hiermee beschreef hij de minimale Detroit scene in tegenstelling tot de westeuropese hardcore. Hardcore en happycore worden, naast een snel ritme van 220 beats per minuut, gekenmerkt door vele uitspattingen, cartoon geluiden, goofy sounds en de onvergetelijke mickey mouse handschoenen. Minimal brengt een alternatief, waar schoonheid, smaak, complexiteit en erkenning worden vooruitgeschoven. Vanaf 1994, met de release van Robert Hood ‘Minimal Nation’, is de term goed ingeburgerd, en gekend als omschrijving voor een stripped down versie van de Detroit techno. De Europese reactie op de goofy sounds is de ‘Intelligent Dance Music’. Artiesten als Aphex Twin, Autechre en Squarepusher creëerden brainmusic, ‘music for your brains not for your feet’. Aan de hand van muzieksoftware programma’s zoals Max/MSP en Reaktor bouwen ze eigen synthesizers en effecten om zo complexe geluidsgeluidsstructuren af te spelen. Intelligent Dance Music wordt in de tweede helft van de jaren negentig een label waar veel artiesten onder geplaatst worden. Wanneer IDM vaste kenmerken krijgt waar het aan moet beantwoorden, is het centrale kenmerk van IDM ‘experiment’ niet meer mogelijk. Pioniers zoeken daarom andere technieken (en genres) op om in te ontwikkelen. Clicks & Cuts Een aantal van die IDM artiesten vinden hun weg in de nieuwe minimale ‘Mille Plateaux’ Clicks & Cuts scene. Vanaf het begin was Clicks & Cuts eerder een methode, dan een vast omleind muziekaalgenre. Niet-muzikale geluiden (vaak data-errors) worden gesplitst in microdelen (clicks), waarna de artiest de clicks herstructureert (cuts). Vanaf de derde verzamelplaat van het Duits label ‘Mille Plateaux’ horen we invloeden uit de house doorsijpelen in de avantgarde Clicks & Cuts scene. Clickhouse Vladislav Delay is een van de artiesten die evolueert van IDM / Clicks & Cuts naar clickhouse. Daar waar hij op de verzamelplaat Clicks & Cuts volume 2 met de track ‘Holiday’ nog aansloot bij de avantgarde electronica, brengt hij op de derde verzamelaar onder een pseudoniem Luomo het clickhouse nummer ‘Melt’. februari 2005
21
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Vladislav Delay rolt in de jaren negentig vanuit de jazzwereld de ambient scene in. Zijn albums Ele (Sigma Editios) en Multila (Chain Reaction), laten het geluid horen van zijn isolation / IDM sound, hij wordt meteen samen met zijn landgenoten Pan Sonic uitgeroepen tot de pioniers van isolation (obscure en desolate ambient). Los van de hype heeft Delay zich altijd voornamelijk geïnteresseerd in improvisatie als methode om tot stuiterende ongestructureerde songs te komen. Wanneer Delay ondervindt dat IDM en Clicks & Cuts uitdoven en hem geen drive meer kunnen geven, beslist hij weer een terrein op te zoeken waar hij geen kennis van heeft. Zo komt hij terecht bij house en dansvloer gerichte electronische muziek. Hij wil meer luister-gerichte tracks in de danswereld brengen en tezelfdertijd danstracks in de huiskamer brengen. Delay brengt in mei 2000 onder zijn pseudoniem Luomo de plaat ‘Vocalcity’ uit. Hij verstomt daarmee zijn vast publiek, die vertrouwd waren met zijn industriële pulserende soundscapes. Delay slaat met die plaat een brug tussen Intelligent Dance Music en Dancefloor music. Tijdens de zomer van 2000 draait het dj duo Mateo en Matos Luomo’s ‘Class’ in hun set op het ‘Deep House Night Staple’ in San Fransisco. Een van de aanwezigen was de Amerikaanse muziekcriticus en dj Philip Sherburne, die ontzettend verbaasd is over de nieuwe sound. In het magazine ‘The Wire’ recenseert hij de plaat van Luomo als volgt: “Squelching bass and keyboard lines lay down a syncopated foundation, but the real action bubbles up from indiscernible depths – clicks and pops barely tethered to the rhythmic structure, aching sighs that suggest the birth of the desiring machine. True to the record’s title, vocals are the centrepiece of most of the tracks but they are fragmented, dispersed like an oil slick on the water’s surface.’1 In dezelfe editie van ‘The Wire’ schrijft Philip Sherburne ook een artikel over een nieuw genre waarvan Luomo deel van uitmaakt, hij noemt het microhouse. Microhouse is volgens hem: ‘when the ‘fat’ is sluiced off of the bloated body of house music, when all those histrionic vocals, anthemic riffs and slushy textures slide from the corpus of house, to reveal the brittle bones – rhythm and bass – that make house boom-tick’.2 Het is een open en moeilijke definitie, maar sinds dit artikel is de term ‘microhouse’ gelanceerd. Naast de term ‘microhouse’ worden ook de termen ‘minimal house’ en ‘clickhouse’ gebruikt om het genre te labelen. Microhouse combineert dus het ‘click & cut’ proces met de dansvloer-gerichte house. Daar waar in traditionele house de snare en hi-hats staan, worden die in clickhouse vaak vervangen door clicks die zachtjes stuiteren op het ritme van de track. De vocalen worden verwerkt zoals geluid in Clicks & Cuts, ze worden verknipt en daarna gefragmenteerd geplaatst. De vocalen treden dus niet op de voorgrond, maar maken slechts deel uit van het geheel van de track. House en minimalisme? Op het eerste zicht lijkt het minimalisme niet echt te passen bij house, het electronisch kind van disco en soul. Toch is dat niet verwonderlijk. Reeds in de eerste jaren van house ontstaat acid house, een minimale variant van de Chicago disco house. Het instrument ‘TB 303 bass machine’ wordt gebruikt om de typische acid soundscapes te creëren. De klanken in de tracks worden geminimaliseerd tot basiselementen voor de dansvloer: kick, drums, bellen, handklap, fluitjes en de tb 303 soundscapes. We zien dus vanaf het ontstaan van house reeds het samenkomen van minimale structuren en house.
1
SHERBURNE, P., The rules of reduction (excerpt). The Wire, juli 2001, blz.19.
2
Id., Microhouse. The Wire, juli 2001, blz. 15.
februari 2005
22
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Naar het einde van de jaren negentig komt ook het genre techhouse op, die een kruising tussen techno en house creëert. De zware pompende baslijnen van techno worden overgoten met melodieën en vocalen uit house. Het maakt dus enerzijds techno toegankelijker en anderzijds house opzwepender. Een dj als Fred Nasen en dj/producer Joey Negro brengen house wat dichter bij de eerder minimale klanken van techno. House heeft in zijn korte bestaan reeds heel veel genres (bv. techhouse, latinhouse, …), technieken (bv. clickhouse, acidhouse, …) en culturen (bv. tribalhouse, ambient, …) geïntegreerd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat house technieken uit het minimalisme hanteert om nieuwe impulsen te geven aan het genre. Een belangrijk kenmerk binnen minimalisme, namelijk ‘herhaling’, wordt dankbaar gehanteerd binnen house, dat steeds een dansend publiek voor ogen heeft. Herhaling van de beats zorgt voor een trance- en een eenheidsgevoel bij het publiek. Iedereen reageert op de maat van de beat. Techno en house kennen geen rewind, alles gaat steeds vooruit. De beats blijven voortgaan, al blijft de illusie overeind dat niets veranderd. De beat gaat door, heel de avond lang. In house merken we twee manieren van omgaan met minimalisme, namelijk skeletalism en massification. In skeletalism verwijderd men alle niet essentiele geluiden om enkel de kern van de track te creëren. Dit ‘less is more’ principe zien we bij acid house, detroit techno en clicks&cuts. Bekende artiesten zijn DBX, Richie Hawtin, M:I:5 en Thomas Brinkmann. In massification gaat men echter een zo groot mogelijke densiteit creëren met zo weinig mogelijk sonische elementen. Ricardo Villalobos komt bijvoorbeeld in zijn track ‘Bahaha Hahi’ tot een maximale ritmische densiteit, gebruikmakend van slechts enkele discrete geluiden. ‘Daar waar het massification principe heel wat interessante mogelijkheden biedt, is voornamelijk het skeletalism dat de stempel minimalisme meekrijgt.’1 De invloed van soft- en hardware Toen in het begin van de twintigste eeuw de micro werd uitgevonden, stonden de eerste crooners op uit de bigbands. In de eerste helft van de jaren tachtig werd de tb 303 bas machine ontworpen voor de solo gitaristen, maar dit was een grote flop. In de tweede helft van de jaren tachtig beginnen house dj’s die basmachine te gebruiken voor andere doeleinden. Ze gebruiken de tb 303 om acidhouse te bekomen. Zo kunnen we tal van voorbeelden geven van hoe hard- en software het poplandschap beïnvloedt of hoe artiesten instrumenten op een andere manier gaan hanteren om zo iets compleets nieuws creëren. Het geeft een goed beeld van hoe bepaalde scenes evolueren en groeien. Zo heeft een van de Duitse pioniers van minimal techno ‘Monolake’ mee geschreven aan het muziekprogramma Ableton Live. Dit programma werd speciaal ontworpen om minimale songstructuren mogelijk te maken. Het maakt live manipulatie, van reeds opgenomen loops, zeer eenvoudig. Muzikanten maken hun eigen tools, maar terzelfdertijd gaan deze tools het toekomstige muzikale landschap beïnvloeden. Andere composers en beginnende artiesten leren dit programma kennen en een hele scene artiesten staat op om met die technieken in de weer gaan. Op de website van Ableton Live kan je interviews lezen met bekende artiesten, als de postrock band Mogwaï, minimal techno artiest Steve Stolle en minimal house artiest Akufen die hun manier van
1
Mail met Philip Sherburne, Amerikaans muziekcriticus en dj, 11 februari 2005.
februari 2005
23
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
werken uitleggen en het programma loven. De thuisbasis van Ableton is Berlijn, en dit is toevallig of niet een van de belangrijkste steden voor minimal house en techno. Places to be Berlijn is de stad voor minimale muziek. Het softwareprogramma Ableton is daar gehuisvestigd, samen met de platenlabels Basic Channel en Chain Reaction. Steeds meer minimal artiesten komen daar ook wonen, zoals: Luciano, Daniel Bell, Ricardo Villalobos, Monolake en Ritchie Hawtin. Naast Berlijn zijn Keulen, met het Kompakt label van Michael Mayer en Wolgang Voigt, en de stad Montreal, met het festival voor minimale electronische muziek ‘Mutek’, de grote centrumsteden. In België is niet één belangrijke stad, maar is het eerder versplinterd over gans België. De Recyclart in Brussel heeft twee jaar geleden reeds vooraanstaande minimal artiesten een podium gegeven. Programmator Marc Jacobs vertelt was toen blij met een opkomst van tweehonderd man. Nu bereikt Recyclart met de ‘Static Dancing’ avonden georganiseerd met minimal DJ/programmator Darko- steeds een publiek van 400 à 500 mensen.1 Minimal DJ/ programmator Seba Lecompte organiseert samen met freelance journalist voor mnml.nl (het online forum voor minimal music) Benjamin Clement ‘Minor Move’ parties in de Gentse Decadance. Seba over Minor Moves: ‘Het minimal publiek is zeer open-minded, daarom leggen we in iedere editie de focus op een andere tak: de eerste editie minimal techno, de tweede editie minimal house en tijdens de derde editie staat minimal electro, met bijvoorbeeld DJ Yeti, centraal.’2 ‘The underground’ organiseert minimal feestjes en heeft een steeds groter wordend publiek. Grote organisatoren als ‘I love techno’ en ’10 days off’ blijven dan ook niet achter. Op de laatste ‘I love techno’ in Gent was er een ‘minimal’ zaal met achter de draaitafels: Darko, Luciano, Ricardo Villalobos, Reinhard Voigt, Richie Hawtin en Michael Mayer. Alle bekende minimal dj’s op één avond bij elkaar. In de laatste editie van ’10 days off’ waren verschillende minimal dj’s/artiesten geprogrammeerd: Luciano, Ricardo Villalobos, Richie Hawtin, Mathew Herbert, Steve Bug met zijn Poker Flat label en het Keulse label Kompakt met het Superpitcher, The Modernist en Tobias Thomas. Eric Smout van ‘5voor12’ en ’10 Days off’ zegt dat ze de minimal scene reeds vanaf de jaren negentig een plaats geven in hun programmatie. Het is geen groot publiek en het zal ook niet meer fel groeien, maar het blijft nog wel een tijd dobberen in de schemerzone van de commerciële dancemuziek.’3 Vandaag geven dus zowel kleine clubs als grote festivals in België minimal music een plaats. Eclectisme in minimalisme, van house naar techno. Een zeer openminded publiek, dat luistert en danst op beats ‘for your brains and your feet’.
1 2 3
Telefonisch gesprek met Marc Jacobs, programmator Recyclart, donderdag 17 februari 2005. Telefonisch gesprek met Seba Lecompte, dj en programmator, zaterdag 19 februari 2005. Telefonisch gesprek met Eric Smout, 5 voor 12, dinsdag 15 februari 2005.
februari 2005
24
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
Bronnenlijst 1. Mondelinge bronnen PALMAERTS, T., Mondelinge mededeling, via informele gesprekken. LEPER, H., Mondelinge mededeling, via informeel gesprek, d.d. 15 december 2004. DE GROOTE, E., (muziekprogrammator Kunstencentrum Vooruit), Mondelinge Mededeling. Via informeel gesprek, d.d. 16 december 2004. MEANDER, J., (dichter en musicoloog), Mondelinge mededeling. Via informeel gesprek, 16 december 2004. DJ SPACID en CANGELLI, F., (Dj), Mondelinge mededeling, via informeel gesprek, d.d. 17 december 2004. Jacobs, M., telefonisch gesprek, donderdag 17 februari 2005. Lecompte, S., telefonisch gesprek, zaterdag 19 februari 2005. Smout, E., telefonisch gesprek, dinsdag 15 februari 2005. VENROOY, E., (docente), Mondelinge mededeling, via informeel gesprek, d.d. 20 december 2004. WUYTACK, S., (studente dans), Mondelinge mededeling, via informeel gesprek, d.d. 23 december 2004. Thomson, S., (videokunstenaar en regisseur) Mondelinge mededeling, via informeel gesprek, 5 januari 2005. 2.
Schriftelijke bronnen
2.1 Boeken HUEGLI, W., (ed.) en JAEGGI, M., Raw music material. Electronic music dj’s today. Zurich-Berlin-New York, Scalo, 2002, 117 blz. KEUNEN, G., Pop! Een halve eeuw beweging. Lannoo en Gert Keunen, 2002, 477 blz. PARMESANI, L., ART of the Twentieth Century. Movements, Theories, Schools and Tendencies 1900 – 2000. Milaan, Skira editore, 1998, 101 blz. PRENDERGAST, M., The ambient century. From Mahler to Trance-the evolution of sound in the electronic age. Londen, Bloomsbury, 2000, 500 blz. STEENSMA, F., (red.), OOR’s eerste Nederlandse pop – encyclopedie 2004. Deel 14, Amsterdam, Nederlandse Tijdschriften Groep BV., 2004, 456 blz. SCHEPERS, M. en VAN DER PLAS, J., Popmuziek van A tot Z. Utrecht, Het Spectrum, 2003, 215 blz. WILLOCX, C., Citeren en refereren. Schriftelijke, mondelinge, audiovisuele en elektronische bronnen. 4de volledig herziene en aangevulde druk, Leuven, Apeldoorn, 1998, 105 blz. 2.2 Tijdschriftartikel DAVIDTS, W., Messy Minimalis. Voorbij de white cube. De Witte Raaf, jrg. 16, nr. 93, 2001, blz. 1 – 3. German minimal scene-special. Out Soon. nr. 126, 2004, blz. 25-29. JACOBS, S., Rijk geschakeerde armoede. Kunst & Cultuur, jrg. 25, 1992, blz. 44 – 45. SHERBURNE, P., The rules of reduction (excerpt). The Wire, juli 2001, blz.19. SHERBURNE, P., Microhouse. The Wire, juli 2001, blz. 15. 2.3 Cursus, eindwerk
februari 2005
25
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
MARY, J., Yves Klein en John Cage: de leegte in het hart van kunst en leven. Nietgepubliceerd eindwerk, Gent, UG-faculteit Letteren en Wijsbegeerte, vakgroep kunst-, muziek- en theaterwetenschappen, 2002-2003, 108 blz. PUT, B., Les 3: Minimalisme in de muziek. Niet – gepubliceerde cursus, Leuven, Matrix. VENROOY, E., Music in a New – Found Land. Een geschiedenis van de Amerikaanse muziek. Niet–gepubliceerde cursus, Gent, Amarant vzw, 2003, 59 blz. 2.4 Infobladen / -boek Collectiepresentatie. Het Minimalisme en zijn invloed op de Actuele Kunst. Infobladen bij tentoonstelling, Gent, S.M.A.K., 02-10-2004 tot 09-01-2005. Line – up 5 / 10 Days Off 2004 In: 10 Days Off. infoboek bij 10 Days Off - festival van 16 tot 26 juli 2004, Antwerpen, vzw 5 voor 12, 2004 3. Internet www.jahsonic.com www.jahsonic.com/BasicChannel.html www.jahsonic.com/DetroitTechno.html www.jahsonic.com/Kraftwerk.html www.jahsonic.com/Krautrock.html www.jahsonic.com/MicroHouse.html … www.bbc.co.uk/music/experimental/guide.shtml www.thewire.co.uk www.thewire.co.uk/archieve/interviews/basic_channel.html www.thewire.co.uk/archive/inteviews/autechre.html www.thewire.co.uk/archive/essays/la_monte_young.html www.terryriley.com http://melafoundation.org www.stevereich.com www.philipglass.com www.kraftwerk.de www.plastikman.com www.allmusic.com www.philipsherburne.com www.basicchannel.com www.basicchannel.com/label/Chain+Reaction www.basicchannel.com/label/M-Series www.kompakt-net.de www.warprecords.com http://www.pulp.co.nz http://nl.wikipedia.org http://users.pandora.be/blackops/wat_is_techno.html www.kunstbus.nl www.kunstbus.nl/verklaringen/abstract-expressionisme.html 4.
Audiovisuele en elektronische bronnen
4.1 Video / DVD WarpVision. The videos 1989-2004. DVD, Londen, Warp Records, 2004.
februari 2005
26
Ladda vzw
Mini – m alisme in de hedendaagse dancecultuur
THOMSEN, S., (reg.), Video works 1990-97. Video, Gent, Trekanten Video Formidling, 2002. 4.2 Audio BETKE, S., (Pole), (comp.), Pole. Cd, Berlijn, Mute, 2003. BOOTH en BRAUN, (Autechre), (comp.), Peel Session 2. vinyl, Engeland, Warp Records, 2000. BOOTH en BROWN, (Autechre), (comp.), Gantz Graf. Cd + DVD, Engeland, Warp Records, 2002. CANGELLI, F., (comp.), Press your body - 1. cd. CANGELLI, F., (comp.), Schizoism - 2. cd. Clicks & Cuts 3. vinyl, Frankfurt, Mille Plateaux, 2002. HAWTIN, R., (Plastikman), (comp.), Musik. Cd, Windsor, Mute Song, 1994. HAWTIN, R., (Plastikman), (comp.), Artefakts. Cd, Windsot, Mute records, 1998. HAWTIN, R., (Plastikman), (comp.), Closer. Vinyl, Windsor, Mute Records, 2003. HÜTTER, R., SCHNEIDER, F., (Kraftwerk), (comp.), Tour de France. Cd, EMI Records, 2003. KÖHN, (comp.), cd. KÖHN, (comp.), (KöHN)2. cd, Zedelgem, (K-RAA-K)3, 1999. NICOLET, L., (Luciano), (comp.), Blind Behaviour. Vinyl, St Albana, Peacefrog Records, 2004. Polypoetry Krikri 2004. cd, Gent, krikri vzw, 2004. POPP, M., (Oval), (comp.), Ovalprocess. Cd, Zomba Records, 2000. VAINO, M., (comp.), Sokeiden maassa yksisilmäinen on kuningas. Cd, Berlijn, Touch Music, 2002. VENROOY, E., (comp.), To shape volumes, repeat. Cd, Roborecords, 2001 – 2003. VILLALOBOS, R., (comp.), Alcachofa. Cd, Playhouse, 2003. VILLALOBOS, R., (comp.), Théauharem d’ Archimède. Vinyl, Duitsland, ¨Perlon, 2004. VOGEL, C., (comp.), All music has come tot an end. Cd, Berlijn, Tresor Records, 1997. VON OSWALD, M., (Maurizio), (comp.), M5. vinyl. VON OSWALD, M., (Maurizio), (comp.), M6. vinyl. 4.3 Electronische bronnen Philip Sherburne, contact via mail, 11 februari 2005.
Dank aan: Jonas Nachtergaele en Nathalie Van Lier
februari 2005
27