"Militaire Dienst..."
In verhouding heb ik hier een tamelijk lang verhaal over geschreven. Waarom ? Omdat diensttijd achteraf altijd leuker schijnt te zijn of misschien ook wel omdat je heimwee hebt naar je jeugd en de beste en meest fitte tijd van je leven. Ook voor mij een tijd waarin ik nog geen flauw benul had van de waanzin en de oorlogen die nog moesten komen. En dat die oorlogen al lang waren gepland en waarvan de uitkomst door de aanstichters al lang vooraf was bepaald. Al met al is mijn diensttijd een naïef jongensverhaal waarvan ik het beste heb gemaakt. Het was natuurlijk al lang bekend dat ik een keertje in dienst zou moeten. Ik behoorde tot de laatste lichting dienstplichtigen en was dus nog net het haasje. Op gegroeid met een foto van Prins Benno (in haastig vermaakt SS uniform) en Julia boven mijn bed en de wetenschap dat mijn biologische en niet biologische vaders hoge officieren waren geweest, wilde ik niet afgekeurd worden. Op mijn achttiende werd ik dus gekeurd met als resultaat ABOSIS 0. De jongens uit de buurt die later trots vertelden dat ze op basis van S 5 waren afgekeurd of platvoeten hadden, hebben toen nooit mijn echte respect kunnen krijgen. Vooral diegenen die in de illusie leefden dat ze door slim te zijn zich hadden laten afkeuren op basis van S5 bleken later zo maf als een deur. Maar goed ! Met abosis 0 was ik dus super goed gekeurd op alle onderdelen en rijp bevonden voor de slacht. Ik wilde wel marinier worden zoals mijn oudste broer. Maar voor dat ik opmoest, was er al een paar keer een man aan de deur geweest met een lange leren jas, gleufhoed en platte aktetas. Het bleek een ronselaar te zijn voor de Militaire Politie die bij mijn afwezigheid mijn moeder probeerde wijs te maken dat ik was geselecteerd voor dit elite keurkorps... Mijn moeder had er wel oren naar maar waar ik ik dit nu eerder gehoord ? Je kon tekenen op basis van vrijwilligheid dus kon je ook niet tekenen. U mag het raden ! Het gevolg was wel dat mijn Mariniers aspiraties ook in rook opgingen en ik werd ingedeeld bij de Geneeskundige troepen. Hospikken. Slappe Hap. Lijkenpikkers etc. Mijn moeder had ik al een keer de stuipen op het lijf gejaagd door kort na de keuring te melden dat ik was afgekeurd. Mijn moeder was homofoob in een tijd dat als je geen boerenhondenkop had in Nederland je homo was. (Nu, in deze tijd is bijna elke boerenhondekop er trots op dat hij homo is. Kijk naar de Geer & Goor types die de beelbuis vervuilen. Van de pedo Paul de Leeuw types maar niet te spreken...) Zo was ze bang dat ik misschien ook homo zou worden om dat bepaalde mannen en in haar ogen verdachte jongens naar mij keken. (HAHA !) Ook heerste het puberale sprookje dat als je te veel aan seks dacht je dan een zwakke rug en slechte ogen kreeg en in het ergste geval haren op je handen. Ze stond bovenaan de trap toen ik haar met een uitgestreken smoel en op een melig toontje mededeelde dat ik was afgekeurd wegens een zwakke rug en slechte ogen. Haar reactie was ronduit verbluffend. Ze kwam half struikelend de trap afgedenderd en schreeuwde hysterisch dat ze het altijd wel had geweten. Nou, ze wist dus helemaal niets en homo ben ik nog steeds niet.
Dat het onderdeel Geneeskundige Troepen een slappe hap zou zijn, was weer een van die fabeltjes. Ons instructeurs team bestond uit ouwe Indische jongens die van wanten wisten en waarvan velen in Korea hadden gediend. De eerste twee maanden zijn we afgeknepen als infanteristen met stormbaan en dagmarsen tot dat het bloed in je schoenen stond. Nachtoefeningen, veldoefeningen waarbij je struikelend van het ene konijnenhol na het andere over de heide bij Amersfoort werd gejaagd. Vaak met losse flodders in je Jungle Carabine die wel eens ongecontroleerd afging met als gevolg dat je voorganger een schot los kruit in zijn rug kreeg. Een van die slachtoffers heette toevallig soldaat Kip. Hilariteit al om en de schade bleef beperkt tot een gat in zijn overall en een zwarte schroeiplek op zijn rug. Na de hele rataplan en de vuurdoop in het Harde waren wij Oliebol / Rekruut af en stond ons peloton er bij als een groep uiterst fitte kerels waarmee je de oorlog kon winnen. Aan het eind van de basis opleiding hebben we nog een ouderdag cq open dag gehad met rondleidingen demonstraties en een lekkere lunch. In dienst trouwens overwegend uitstekend gegeten. Mijn vader zou ook komen maar ik zat in mijn uppie aan de lunch en van hem geen spoor te bekennen. Ik had hem ook verteld van die Indische instructeurs die dan ook verbaasd kwamen vragen waar die grote toean nu was. Gelukkig hadden mijn maten hun mooie zusters meegenomen naar de open dag zodat het toch nog gezellig werd. In Militaire Dienst heb ik leren lopen. Dat wil zeggen Cross Country en Marathon. Ook heb ik er leren drinken. Of was dat eerder ! Maar goed dat is een ander verhaal. Na de basisopleiding had ik weinig zin om dik zestien maanden helemaal niets te doen en meldde mij vervolgens voor de Kaderschool / Onderofficiersopleiding. De dienstdoende majoor keek mij bevreemd aan en vroeg mij berispend waarom ik geen officier wilde worden. Ik kon alleen maar antwoorden: Middelbare school niet afgemaakt en pech gehad. Voor dat de opleiding begon, werd ik nog een keer getest op mijn leiders capaciteiten en kreeg ik het commando op een nachtelijke kaartleesoefening. Die heb ik mooi verknalt door met mijn mannen over een privé terrein te struinen dat op mijn kaart niet voorkwam. Met andere woorden: Ik kon niet kaartlezen !We werden opgebracht door een tweetal jachtopzieners met geladen dubbelloops jacht geweren en vervolgens voorgeleid aan de landgoed eigenaar die in het Engels vroeg wie de leider van onze groep was. In mijn beste David Niven Engels rapporteerde ik dat ik dat was en vervolgens meldde ik de man dat ik ook vreselijk sorry was en dat het mij erg speet. De man had gevoel voor humor en na een kopje voortreffelijke thee en een koekje mochten wij weer vertrekken. Na de kortste omweg belanden wij uiteindelijk weer op ons kamp waar mijn sergeant majoor zich briesend afvroeg wat ik nu weer geflikt had en of het misschien beter was om met de hele opleiding te stoppen. Ik heb uiteindelijk de test doorstaan door bij een logistieke oefening waarbij het kampement moest worden geruimd in een wedstrijd met een andere groep, in het midden van de nacht te starten. Dit in plaats van de volgende ochtend om zeven uur zoals was bepaald. Toen de andere groep nog moest beginnen, lagen wij al lekker in het zonnetje met gevulde koeken en koffie op de hei. Een en ander geheel in de lijn van de tactiek van mijn helden: The Dirty Dozen met Lee Marvin, Charles Bronson en andere kanjers van het witte doek.
De Kaderschool was weer een heel ander verhaal met overwegend relaxte kerels met een veel al para-medische achtergrond en artsen in opleiding die een rijksbeurs hadden van Defensie. Wat ik daar nu weer bij deed ?! Naast summiere krijgskundige lessen leerden we prikken, eerste hulp aan het front en wat te doen als de bom valt. Ook werden we in bunkers gejaagd vol traangas en dacht je dat je dood ging. Naast de Jungle Carabine werd ons persoonlijk wapen de Amerikaanse Browning FN waarmee ik ook schutter eerste klas werd. Als enige uit mijn klas haalde ik het MLV beter bekend als het Hijgijzer. De genen die het hebben gehaald, weten dat het sportief niet veel voorstelt. Maar het stond wel leuk op je eerste grijs en had genoeg uitstraling zodat je niet door de eerste de beste hufter op je bek werd geslagen bij ongeregeldheden. Werd je per ongeluk alsnog voor slappe hap uitgemaakt dan bezigden wij de lijfspreuk : Word je voor je ballen geschoten dan roep je eerst om een Hospik en dan pas om je moeder ! Mijn vader keek verrast op toen ik hem uiteindelijk mijn gouden Sergeantsstrepen liet zijn. Daarbij droeg ik Engelse officiersschoenen, pronkte met mijn hijgijzer waarvan ik loog dat het een commando-insigne was om hem vooral te laten zien dat ik immuun was geworden voor zijn schampere opmerkingen ten aanzien van mijn onder-officiersrang rang. Hij was tenslotte Luitenant- Kolonel K.N.I.L. buiten dienst en ex Resident van de Grote Oost en Borneo. Ook droeg ik een buitenmodel groen fluitkoord waaraan ik een flessenopener had zitten in plaats van een fluit. Hij zag er de humor niet van in omdat hij dacht dat ik het koord om heroïsche reden als onderscheiding verdient had. Jaja ! Later regelde ik ook nog een tweede uniform omdat ik de hele dag naar lysol en ether stonk en de hofmeester in de onderofficiersmes altijd demonstratief de ramen opendeed als ik kwam lunchen. Die hofmeesters vonden mij zo wie zo een vervelend ventje omdat ik met een hotelschool achtergrond in combinatie met mijn sergeant hospikrol wel eens opmerkingen maakte over het een en ander. Toen ik op een moment ontdekte dat er iets groens dreef in mijn dagelijkse uitsmijter met kaas heb ik die snel verwisseld met mijn buurman. Die zat ook in het complot en rende kokhalzend van tafel. Jaja ook in dienst geldt: Slapen doen we nachts. Later kon ik als nog bij de commando's bijtekenen maar dat zou weer drie maanden extra diensttijd worden en dat zag ik toen niet meer zitten. Bij de Kaderschool opleiding hoorde ook nog een stage in het Militair Hospitaal in Den Haag. En daar ik op medisch terrein alleen was opgeleid tot het verrichten van de meest primaire ingrepen aangaande oorlogsverwondingen was het verbazingwekkend wat ik daar al zo te doen kreeg. Zo werd ik bij mijn aankomst in het Hospitaal al direct ingedeeld in een nachtdienst terwijl ik nog niet eens wist waar de plee was. De eerste keer zat ik al halverwege de nacht te pitten als een marmot verscholen achten een gordijntje bij een zwak leeslampje. Dus die majoor dienstdoend hoofdverpleegster had ik niet zien en horen aankomen. Wel schrok ik wakker van een donkere mannenstem die mij vertelde dat als ik zat te snurken een stevige douw kon verwachten. En ja hoor daar stond ze... Een enorm mens die zich vervolgens voorstelde als Majoor Zusterenzo. Nog maar net van de schrik bekomen, zie ik haar vervolgens de zaal inbenen zonder dat ik haar had kunnen waarschuwen. En bingo ! Met een doffe dreun en een hoop gerinkel ligt de majoor languit in het
gangpad. Zo tussen de door mij eerder op de avond verstrekte urineflessen met bijbehorende flessenrekken. Van de natte troep maar niet te spreken. Bij het schaarse licht en aangegaapt door de verschrikte patiënten zie ik vervolgens de majoor op de grond zitten. Ze wrijft zich kreunend over de knieën en gromt dat die douw er nu wel aan zat te komen. Daarna stond ze mopperend op en beende wederom de duisternis in. Het hele hospitaal wist het de volgende dag maar die douw heb ik nooit gekregen. Gelukkig waren er in die tijd ook nog voldoende jonge en slanke nachtzustertjes die de lange saaie nachten een hele andere dimensie gaven. Een voorval staat nog in mijn geheugen gegrift. Gedurende die zelfde nachtdienst periode moest ik een patiënt bewaken die recent een neusschot operatie had ondergaan. Het gevaar bestond dat hij zou gaan nabloeden waarbij het bloed direct in de maag stroomt. Het was mijn taak om ieder uur de bloeddruk van de jongen te meten samen met een zustertje die nog minder wist dan ik. In geval van nood moest de dienstdoende arts gewaarschuwd worden en het meisje zou zijn telefoonnummer hebben. In de loop van de avond werd de jongen onrustig en wilde naar huis. Dat liet hij weten door constant uit zijn bed te komen. Enige tijd later begon hij enorme hoeveelheden bloed te braken. Het kwam er letterlijk golfsgewijs met bakken uit. Paniek zou je zeggen en paniek was het ! De operatiewond was gaan nabloeden en via de neus / keelholte was zijn maag volgelopen. Het arme meisje, nu ook totaal in paniek, kon het telefoonnummer niet meer vinden. Hoe we het precies gedaan hebben, weet ik niet meer maar we hebben zodanig alarm geslagen dat er een arts verscheen die kon ingrijpen. Die jongen ben ik nog wel eens tegengekomen op het station van Breda. Hij herkende mij als de man die zijn leven had gered... Ik heb het maar zo gelaten. Woensdrecht Na de kaderschool werd ik dan uiteindelijk als sergeant gewondenverzorger gestationeerd bij de geneeskundige dienst op de vliegbasis Woensdrecht. Dit was een zo genaamde slapende niet operationele basis en ik vreesde dat het voor mij een lange saaie periode zou worden. Het enige interessante was dat Woensdrecht de thuisbasis vormde van het Opleidings--Squadron T-Birds. Of te wel de T33 Lockheed Thunderbird. Hier werd de crème de la crème van de Officiers en Vliegers elite gevormd. De toekomstige F-16 piloten en de ruggengraat van onze Nederlandse Luchtmacht. De TBird was toen al een gedateerde ouwe kist zo uit de stripverhalen van Buck Danny uit mijn jeugd. Maar uiteindelijk nog goed genoeg en oorspronkelijk ontworpen als two-seater trainer. Als landmachtsergeant had ik niets te maken met de hierargie van de Luchtmacht en mijn enige echte baas was de majoor-vlieger-arts en het hoofd van de Geneeskundige dienst. Een reële en aardige vent waarmee ik het goed zou gaan vinden. Mijn werkzaamheden bestonden uit de routine op de polikliniek, het ontwikkelen van röntgenfoto's en de sterilisatie van de operatie-uitrusting. Daarnaast moest ik een aantal luimige en niet vooruit te branden soldaten aan het werk houden en een tweetal korporaals achter hun vodden zitten.
Een van die korporaals was zelfs een korporaal der eerste klasse waar hij apetrots op was. Zijn twee dikke gele korporaalsstrepen vond hij veel imposanter dan die ene gouden streep van mij. Het was een lange slungelige Zeeuw met grote valse tanden die de hele dag aan een pijp liep te lurken en dacht dat hij de Chef-Arts was. In werkelijkheid mocht hij de apotheek schoonhouden en wilde mij bij mijn aankomst wel een rondleiding geven. Of ik misschien ook koffie lustte. En misschien nog een bakkie ? Hij bleef maar aandringen. Die koffie had een raar smaakje en na een aantal bakkies heb ik die bewuste middag de hele tijd alweer David Niven acts opgevoerd en in de ganzenpas door de gang geparadeerd. How are you old chap... Have some tea en fire the guns of Navarone. Tot dat de echte Chef arts verscheen en vroeg wat er in vredesnaam aan de hand was ?! Toen hij de grote bruine stopfles op tafel zag, wist hij genoeg. In die stopfles zat hoestdrank (codeïne) en bij een ietsiepietsie teveel werd je zo stoned als een garnaal. Ik had dus de hele middag koffie met warme hoestdrank zitten drinken. Ik heb er geen problemen mee gekregen maar die fles ging achter slot en grendel. Later hoorde ik dat die korporaal der eerste klasse dat vaker flikte als ontgroening van een nieuwe dienstplichtige sergeant. Hij wist natuurlijk niet dat hij er bij mij zoveel in kon gieten en dat ik toch nog lollig bleef zonder geheel onderuit te gaan. Verder mocht ik assisteren bij de tandarts en gehoor en ogentests afnemen bij de jaarlijkse keuring van de instructeur vliegers. Overwegend Sergeant Majoors en ex Spitfire Piloten die nog hadden meegevochten in de Battle of Britain. Joviale kerels die ik op deze wijze een beetje leerde kennen. Dat zou mij nog leuk van pas komen. Een van de jonge artsen wilde zich bekwamen in klein-chirurgie en was constant op jacht naar mogelijke slachtoffers met wratten, bulten en ander onvolkomenheden. Als hij iemand spotte, kwam hij naar mij toe om het te vertellen. Helemaal fris vond ik het niet maar voor dat ik het wist, speelde ik het spel mee. Zo kwam er op een goede dag een korporaal op het spreekuur met een permanente en glimmende bult op zijn kale kop. Ongeveer zo groot als een duivenei. Moet je laten weghalen zei ik zo losjes mogelijk... Fluitje van een cent ! Vervolgens informeerde ik de dokter en vroeg of het iets voor hem was en of ik mocht assisteren bij de operatie. Zo viel er nog wat te leren. Het bleek een ingekapselde vetophoping die de dokter er met een handige incisie in een keer uitwipte. Na dat de dokter de wond had dichtgenaaid, mocht de patiënt even bijkomen in het ziekenzaaltje van onze houten barak die als geneeskundige dienst fungeerde. Toen ik even later ging informeren hoe het met de patiënt was, had ik toch de indruk dat zijn ogen een beetje scheef stonden. Maar dat zal ik mij wel verbeeld hebben. Als ik veel later naar de zoveelste re-run van M.A.S.H. zat te kijken, moest ik altijd weer denken aan dit soort situaties. Maar er zou nog meer komen. Na het ochtendspreekuur op de polikliniek en wat extra werkzaamheden was je normaal gesproken de rest van de dag en de avond min of meer vrij om te doen en laten wat je wilde. Je kon dus kiezen tussen het absolute niets doen en je in de avond voor een paar kwartjes lamzuipen in de onderofficiers bar of in mijn geval trainen voor de Militaire Vijfkamp. Ik heb gekozen voor een redelijk evenwichtige verdeling tussen de eerste en tweede optie. Zo heb ik in militaire dienst o.a. leren boksen, schermen en marathonlopen. En
omdat ik als onderofficier hospik pistooldragend was, mocht ik ook het pistoolschieten als onderdeel kiezen voor de vijfkamp. Ik was al een beetje een vrije vogel en had een slaapzaaltje, douche voor mij alleen en kon na de looptraining, lange douche en lunch naar de schietbaan wanneer ik wilde. Ik had tenslotte alleen de goedkeuring van mijn directe chef nodig. Ongelofelijk allemaal maar als ik naar de wapenmeester ging om mijn Browning op te halen en ik vroeg vriendelijk om wat meer munitie dan kreeg ik een heel kistje mee. De troep moest een keer op nietwaar en zou na het verlopen van de expiratiedatum toch vernietigd worden. Ook als de heren officieren gingen schieten, moest er iemand van de geneeskundige dienst mee. De heren vonden het helemaal niet leuk dat dit arrogante hospik sergeantje in het begin alles raakte en zij helemaal niets. Maar ja, verschil moest er zijn ! Die ene keer dat ik op Woensdrecht weekend dienst heb gedraaid was weer een ervaring om nooit meer te vergeten. Het was een prachtige zomer-zondag. Ik overwoog net om lekker in het zonnetje te gaan liggen op het grasveldje voor onze barak toen krijsend de crashbel weerklonk. Dit was het alarm dat afging als in de buurt of op de basis een vliegtuig in nood was of erger. De procedure was dat je dan direct de verkeerstoren moest bellen om te vernemen waar de problemen zicht voordeden. Vervolgens moest je de dienstdoende arts uit de officiersmess halen en hopen dat hij nuchter was. Daarna als de bliksem met de arts een paar soldaten en een chauffeur naar de plek des onheils . Onze ambulance bestond uit een omgebouwde Duitse Hanomach legertruck. Een monster uit de tweede wereldoorlog dat door de Duitsers in het kader van de Wiedergutmachung aan de Nederlandse Strijdmacht was geschonken. De Moffen wisten wel wat ze weggaven want het was een levensgevaarlijk kreng. Als je er te hard mee door de bocht ging dan kon de hele opbouw er spontaan afvliegen. Dat was al een keertje gebeurd bij de crash van het beroemde T-Bird Stuntteam The Whiskey Four net voor mijn diensttijd. Maar nu meldde de verkeerstoren dat het ging om een incident op het oude veld, een stuk grasland dat op de zondagen werd gebruikt door de lokale zweefvliegclub. Om een zweefvliegtuig in de lucht te krijgen wordt gebruik gemaakt van een lier die vanaf de grond wordt bediend. Een lier is een stalen kabel en word voor dit doel verzwaard met een ijzeren bal of kogel. Op het moment dat het zweefvliegtuig naar de juiste hoogte is gesleept, wordt de lier losgekoppeld. Daarna valt de lier normaal gesproken in een rechte lijn naar beneden zonder gevaar voor de omstanders. Kies je echter het verkeerde moment voor de ontkoppeling dan kunnen er onvoorspelbare dingen gebeuren. Dit laatste was het geval. De lier had door de onjuiste ontkoppeling een zodanige zwiep gemaakt dat de ijzeren bal als een kanonskogel tussen het publiek terecht was gekomen. De lier zelf had gewerkt als een stalen zweep en de ravage was als in oorlogstijd. Overal lagen schreeuwende en kermende mensen. We vreesden zelfs dat er doden waren gevallen. Het was een bloederig tafereel maar wij hebben doortastend en goed kunnen handelen. Uiteindelijk bleef het leed beperkt tot snijwonden, botbreuken en kneuzingen. Onze baas heeft ons nog voorgedragen voor een bescheiden vermelding. Toch een rood fluitkoord misschien ? De basiscommandant echter vond
dat ons handelen in de lijn lag van ons gewone werk. En dat was ook wel zo. We waren er tenslotte voor opgeleid. (Jaja !) Op kosten van de Koningin hebben we toen maar een kratje bier soldaat gemaakt om de goede afloop te vieren... Die zelfde basis-commandant de Overste Naamkwijt kwam nog eens buiten het spreekuur bij ons op de polikliniek. Hij was vreselijk zenuwachtig en gespannen en wilde dringend de dokter spreken. Het bleek dat hij onraad achter de rits had geconstateerd en hoopte dat de dokter het een beetje onder de pet zou houden. Toen de dokter echter vroeg of ik de bekende prik wilde geven, schrok onze overste en was het liefst uit het raam gesprongen. Hij was er nu niet meer zo zeker van of ik daar wel voldoende voor opgeleid was. Huilen hielp niet want de dokter wilde zelf niet prikken en had inmiddels in mij het volste vertrouwen. De dokter wist niet dat mijn ervaring met prikken niet verder ging dan een paar oefeningen in rubberen oefenbillen. Tijd om iets uit te leggen, kreeg ik niet. Voor dat ik het wist, stond ik alleen met de overste in de behandelkamer en moest ik doen alsof het voor mij routine betrof. Een penicillineshot is meestal geen lullig beetje qua dosering. En daar de vloeistof dik is ook nog tamelijk pijnlijk. De spuiten uit die tijd waren nog voornamelijk gemaakt van glas en roestvrij staal en toonden angstig groot. Omdat er intramusculair gespoten moest worden is de naald ook nog eens behoorlijk lang. Toen de overste dit allemaal zag plus mijn brutale grijns, wilde hij het liefst alsnog het raam uit. Daarvoor kreeg hij geen kans en het volgende moment stond hij met zijn broek op zijn enkels in angstige spanning te wachten op het onheil dat zou komen. Ik had geleerd dat je over de bil een kruis moet trekken en vervolgens de naald in het linker bovenvak moest plaatsen. Tot zover ging het goed. Nu zorgen dat je de vloeistof zo langzaam mogelijk in de bil spuit. En toen ging het fout ! Door gebrek aan ervaring sta ik te stuntelen en schiet de naald van de spuit. En als in een komische film stond ik met de spuit in mijn hand en de overste met de naald in zijn kont. Maar ik reageer als de bliksem. De overste merkt niets als ik snel de spuit aan de naald terugkoppel. Nog wel snel gekeken of er geen lucht tussen zat en de overste blijft overeind. Achteraf had ik dat nooit goed kunen zien maar alles loopt goed af... Hilarische momenten heb ik meegemaakt als op een maandag de hele wachtkamer vol zit met jonge leerlingvliegers. Het soort elite waardoor je normaal gesproken totaal werd genegeerd. Maar goed ! Ze waren gesnapt in een bepaalde wijk in Antwerpen waar (ook) keurige leerling vliegers niet horen te komen. Nu moesten de heren een strijkje komen laten maken op de Geneeskunddige Dienst. Dat verklaarde dus de rode koppen van de heren die mij plotseling heel anders aankeken. En omgekeerd. Ze hadden (ook) iets kunnen oplopen nietwaar ? De strijkjes gingen vervolgens onder de microscoop om na te gaan of er iets ongewenst in rond zou zwemmen. We mochten allemaal even kijken en in sommige gevallen: Bingo ! Met als gevolg een luid gejoel. De heren moeten het hebben gehoord want toen wij wederom de behandelkamer binnenkwamen, waren de koppen zo mogelijk nog roder. Ondergetekende mocht nu als deskundige de penicilline prikken weer uitdelen. Luitenant laat u de broek maar even zakken ! Een van de heren kwam ook uit Den Haag en vroeg of ik het niet aan zijn verloofde wilde vertellen. Toen zakte mijn broek af !
Luchtdoop Door uit de rijksvoorraad EHBO vakantie paketten samen te stellen en die vervolgens aan de T-Bird Vlieginstructeurs te verstrekken, kwam ik vooraan op de lijst van meevlieg kandidaten. Ook het feit dat deze mannen dachten dat ik de jaarlijkse medische keuring kon beinvloeden, moet een rol hebben gespeeld. Ik moet een redelijk hoog dokters gehalte hebben gehad. Tenslotte waren deze keuringen van levensbelang voor het verloop dan wel de beeindiging van hun vliegcarriere . Al met al een situatie waar ik gretig gebruik van heb gemaakt. En hoewel in deze tijd en voor sommigen ook toen volledig ondenkbaar, allemaal des te aardiger om te vertellen. En zo kwam de dag dat ik mij in een vlieg-overall stond te hijsen om vervolgens een parachute omgegespt te krijgen. Daarna werd een passende vlieghelm gezocht. Het Buck Danny gevoel was niet te beschrijven tot dat een kotszak aan mijn heroische uitrusting werd gevoegd. Ik wilde er natuurlijk niet aan denken dat ik deze nodig zou hebben gedurende mijn unieke avontuur. Vervolgens werden de piloot en ik per Jeep naar de in mijn ogen enorme zilveren vogel gereden. De adrenaline raasde door mijn lichaam en ik moest bijna piesen van de spanning. Na de laatste check-up van de piloot mocht ik het trapje bestijgen en de cockpit in. De enige instructie die ik kreeg was: Als dit lampje gaat branden dan trek je aan deze handel en als dat lampje gaat branden dan trek je aan die handel. En voor de rest bliif je overal met je poten van af ! Later begreep ik dat als je in nood de verkeerde volgorde zou volgen je met schietstoel en al door het plexiglas van de cockpit zou worden gelanceerd. Het zou niet de eerste keer zijn... De hele ervaring was meer dan waanzinnig. Eerst worden de straal motoren gestart en voel je een siddering en weet je dat het monster ontwaakt is. Daarna taxi je tergend langzaam naar het begin van de startbaan om na toestemming van de verkeerstoren aan de start te beginnen. Dan begint het echte werk. Op het moment dat het toestel in positie is beginnen de motoren te brullen en word je diep in je schietstoel gedrukt. Binnen de kortste keren heb je een snelheid bereikt op de grond die je niet voor mogelijk hield. Steeds sneller vliegen de bomen voorbij en raas je met vuurspuwende motoren de de startbaan af. Dan kom je plotseling los en lijkt het geraas weg te vallen, ben je weg van deze aardbol en zit je hoog in de lucht. Dat bevrijdende moment is bijna niet te beschrijven en als ik op zo een manier mag vertrekken naar de eeuwigheid dan teken ik daarvoor. Maar ik leef ! En hoe ! De aarde boven de aarde onder, zilveren waterpartijen, boven de wolken, onder de wolken. In de wolken ! Je raakt totaal in vervoering en je ogen branden. Dan een looping en de druk op je gezicht wordt zo groot dat je het gevoel hebt dat je wangen beginnen te wapperen. G trekken, heet dat en is de term waarmee de druk op je lichaam gemeten wordt. Voor dat je het weet, hang je boven Friesland om even later de Pier van Scheveningen te ontwaren. Door de koptelefoon hoor je gepiep en gefluit en daarachter een conversatie in het Engels tussen jou piloot en de
verkeerstoren op Woensdrecht. Jouw piloot de Sergeant Majoor Vlieger / De Laatste der Mohikanen ! Deze ouwe jongen was een gewezen Spitfire Piloot die nog gevlogen heeft in The Battle of Britain. Een van de laatste in zijn klasse. Na zijn lichting was het beroep van jachtvlieger alleen nog maar weggelegd voor officieren. Van deze Sergeant Majoor heb ik nog eens een oog en geluidstest moeten afnemen. De man was bloednerveus en hoopte op mijn goede invloed. Ik had er tenslotte voor geleerd nietwaar ? En alleen vanwege mijn blauwe ogen en de EHBO paketten meevliegen ? Maar het is allemaal goed gegaan en de majoor kon weer een jaar vooruit. Na dat moment mocht ik nog een paar keer mee... Free tickets to Fly / Catch 22 / Ouwe Jongens Krentenbrood ! Mijn god wat een leven. Tot dat de veel hoger geplaatsen op de meevlieglijst begonnen te klagen en was het feest voorbij. De kotszak heb ik nooit nodig gehad en tot aan de dag van vandaag is deze periode een van de mooiste van mijn leven. Ook bij de zweefvlieg club had ik inmiddels een goede reputatie en kon ik in ruil voor... meevliegen wat ook weer een schitterende ervaring was. Maar de mooiste vliegende vogel in mijn leven is de Lockheed T33 Thunderbird ! Een keer heb ik nog een alarm op de basis meegemaakt. Deze keer moesten wij met de bekende bloedspoed naar de verkeerstoren en hadden wij de sirene vol aan. Samen met het geraas en gebrul van de Hanomag weer om kippevel van te krijgen. Op de startbaan aangekomen zag ik nog net de brandweer uitrukken en samen met de sirene van de brandweer leek het wel oorlog. Nu samen met de brandweer raasden wij langs de startbaan en wisten nog niet wat er aan de hand was en moesten wij op orders wachten. Ik schrok dan ook behoorlijk toen op een paar meter naast ons een T- Bird de landing inzette. Hij vloog een fractie van een moment op gelijke hoogte van onze cabine en ik herkende de snor van mijn Sergeant Majoor. Hij gebaarde naar achteren en daar zat op de plaats van de co-piloot een leerling vlieger levenloos met zijn hoofd tussen zijn benen. En dat zag er niet goed uit. Toen wij bij de T-bird aankwamen stond de canapé al om hoog en konden wij de bewusteloze leerlingvlieger uit de cockpit halen. Hij bleek een black-out te hebben gehad en was nog volledig van de kaart. Na een kort onderzoek bij ons op de medische post is hij met een burger ambulance afgevoerd naar het Militair Hospitaal in Utrecht. Of hij tenslotte is afgekeurd, weet ik niet. Het bleek de Luitenant te zijn uit Den Haag waarvan ik het niet aan zijn verloofde mocht vertellen. Maar ook aan mijn diensttijd kwam een einde en na 20 maanden (Een maand korting als laatste lichting) was het wel mooi geweest. Zelfs nog een goed getuigschrift en een leuke toespraak van de doktoren gehad. Daarna plunjezak gepakt, laatste borrel in de bar en... Terug naar Den Haag !
© maart 2014, C aesar Lion C achet, BasicPublishing.nl