MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
Voorschrift
1 Rookverbod
Bij de ingang van de vestiging moet worden aangegeven dat het verboden is om te roken. Roken is alleen buiten toegestaan of in een apart ingerichte rookruimte. Deze ruimte moet afsluitbaar zijn en voorzien zijn van een goede afzuiging of ventilatie. VACO-leden kunnen bij VACO gratis stickers met het pictogram 'Roken verboden' aanvragen.
2 Logboek
Alle bewijzen van onderhoud en inspectie moeten in de vestiging beschikbaar zijn, bijvoorbeeld bewijzen van de inspectie of keuring van machines, apparaten en gereedschappen, de vloeistofkerende vloer en de olie- en vetafscheider, bovengrondse tanks en de stookinstallatie.
3 Werken met snijbranders
Werkzaamheden in de buurt van brandstofreservoirs (tank met benzine, diesel of gas) mogen niet worden verricht met vuur (branders).
4 Lassen
In de buitenlucht mag niet worden gelast.
5 Afzuiginstallatie bij lassen
Het verbruik van toevoegmateriaal (lasdraad e.d.) moet worden geregistreerd per jaar. Als er meer dan genoemde hoeveelheden toevoegmateriaal wordt gebruikt, dan moet er een afzuiginstallatie met filter aanwezig zijn en worden gebruikt (bronafzuiging). De ondergrens wordt bepaald door de aard van het lasproces: - Klasse 3, ondergrens 6.500 kg toevoegmateriaal per jaar: o Lassen met beklede elektronen. o MAG-lassen met gevulde draad. o MIG/MAG-lassen met massieve draad. o Van alle materialen met uitzondering van geverfde materialen en roestvast staal (MIG/MAG kan wel RVSlassen). - Klasse 4, geen ondergrens: o Bovengenoemde lasprocessen van geverfde materialen. - Klasse 5, 6 en 7, ondergrens 200 kg toevoegmateriaal: o Lassen van RVS met beklede elektronen of MAG-lassen van RVS.
6 Proefdraaien
Het proefdraaien van motoren mag niet buiten plaatsvinden.
(c) Vereniging VACO
Pagina 1 van 12
Opgenomen in logboek
Controlefrequentie
Controledatum
x
x
1x per jaar
Versie 12-01-2015
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
7 Afvoer van uitlaatgassen
Voorschrift
Opgenomen in logboek
Controlefrequentie
x
1x per jaar
Controledatum
De afstand naar de dichtstbijzijnde woning bepaalt of de uitlaatgassen via de zijkant van het pand of door het dak moet worden afgevoerd. Zolang er binnen een straal van 50 meter geen woningen zijn gelegen kunnen de uitlaatgassen via een van de wanden van het pand naar buiten worden afgevoerd. Anders moeten de uitlaatgassen via een sparing in het dak worden afgevoerd. 50m 50m
50m VACO-vestiging
50m
8 Controle van de vloeistofkerende Eenmaal per jaar moet worden gecontroleerd of de vloeistofvloer kerende vloer voldoende vloeistofdicht is, aanvullend moet er constant goed worden opgelet dat er geen lekkages en morsingen plaatsvinden. Denk hierbij aan de vloeren van werkplaatsen en om dat gedeelte van het magazijn waar gevaarlijke of milieuverontreinigende stoffen worden opgeslagen. Een vloeistofkerende vloer moet bestaan uit een fysieke barrière die bodembedreigende stoffen tijdelijk kan keren. De eigenschappen van de gebruikte stoffen - vast, viskeus (stroperig) of vloeibaar - die in het desbetreffende gedeelte van de werkplaats of het magazijn worden gebruikt (inclusief eventueel schrobwater) is bepalend voor de mate waarin de vloer in de praktijk moet worden afgedicht. Als er met vloeibare bodembedreigende stoffen wordt gewerkt of als er met water wordt schoongemaakt, is extra aandacht nodig voor de afdichting van voegen en naden. Als er alleen droog wordt schoongemaakt is voor deze details geen extra aandacht nodig. De inspectie kunt u doen met de 'Checklist periodieke inspectie vloeistofkerende vloer' (gratis aan te vragen bij VACO).
(c) Vereniging VACO
Pagina 2 van 12
Versie 12-01-2015
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
9 Instructie en voorlichting aan medewerkers over vloeistofkerende vloeren
Voorschrift
Opgenomen in logboek
Controlefrequentie
Controledatum
Medewerkers moeten weten hoe zij moeten handelen bij eventuele morsingen en lekkages. Bij voorlichting en instructie van medewerkers kan de 'Werkinstructie bodembescherming' van VACO worden gebruikt (in geplastificeerde vorm gratis aan te vragen bij VACO).
10 Beschikbaarheid van voldoende Er moeten voldoende absorptiemiddelen aanwezig zijn (korrels en/of poetsdoeken) om eventueel gemorste absorptiemiddelen bodembedreigende stoffen op te ruimen.
(c) Vereniging VACO
Pagina 3 van 12
Versie 12-01-2015
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
11 Gasflessenvoorraad respectievelijk -werkvoorraad
Voorschrift
Opgenomen in logboek
Controlefrequentie
Controledatum
Er mogen niet meer dan twee 'losse' gasflessen als reserve of voorraad (< 125 liter waterinhoud) worden opgeslagen. De 'Richtlijn opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen' geeft informatie over de manier waarop een grotere hoeveelheid flessen kan worden opgeslagen (VACO-leden kunnen de richtlijn gratis aangevragen). Flessen op een laskar of flessen die zijn aangesloten op een leiding tellen niet mee (deze worden gezien als werkvoorraad). Voorbeelden: Links: twee grote flessen staan vast (kunnen niet omvallen). De linker fles is aangesloten en de andere gasfles dient als reserve. Dit mag. De kleine gasflessen mogen er niet staan, dit is geen opslagvoorziening. Midden: de flessen staan vast. Twee flessen zijn aangesloten op het leidingnet en twee zijn te zien als werkvoorraad. Dit mag dus. Rechts: een fles op een kar, dit is werkvoorraad. Dit mag dus.
12 Opslag van gasflessen (algemeen)
(c) Vereniging VACO
- Gasflessen moeten voorzien zijn van ADR-gevarenetiketten. - Gasflessen moeten gekeurd zijn. - Gasflessen moeten beveiligd zijn tegen omvallen en aanrijden. - Zichtbaar beschadigde flessen of lekkende flessen moeten apart worden gezet op een plek op het bedrijfsterrein (bij voorkeur buiten) waar het eventueel uitstromende gas zo min mogelijk gevaar oplevert. Check in het veiligheidsinformatieblad welke maatregelen moeten worden genomen. - Voor lege gasflessen gelden dezelfde voorschriften als voor volle gasflessen.
Pagina 4 van 12
Versie 12-01-2015
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
13 Opslag van gasflessen, inclusief lege gasflessen als er sprake is van een waterinhoud > 125 liter (excl. werkvoorraad en brandblussers)
Voorschrift
Opgenomen in logboek
Controlefrequentie
Als er een olieafscheider bij het putje zit, moeten het putje en de afscheider 1x per 6 maanden worden onderhouden (volgens NEN-EN 858 -1&2). Het bewijs van het onderhoud moet in het logboek worden bewaard. Het legen van de installatie wordt aanbevolen als de helft van het slibvolume in het slibvanggedeelte is gevuld of als 80% van het opvangvolume van de afscheider is bereikt. Lozingseis: maximaal 200 mg/liter olie in een steekmonster. Als er een olieafscheider bij het putje zit, moeten het putje en de afscheider 1x per 5 jaar door een vakkundige medewerker worden gekeurd (volgens NEN-EN 858 -1&2). Het bewijs van de keuring moet in het logboek worden bewaard. Lozingseis: maximaal 200 mg/liter olie in enig steekmonster. Maak de afvoerput schoon. Lozingseis: maximaal 20 mg/liter olie in een steekmonster (ongeveer één druppel olie in één emmer water).
x
1x per 6 mnd
x
1x per 5 jaar
x
1x per 6 mnd
De rekeningen van het energieverbruik moeten worden bewaard, zodat deze tijdens een controle door het bevoegd gezag kunnen worden getoond. Hoewel het niet verplicht is, is het verstandig de meterstanden maandelijks vast te leggen. Dit is een relatief kleine inspanning maar vergroot wel het bewustzijn.
x
Advies: 1x per maand
Controledatum
- Gasflessen moeten apart worden opgeslagen (idealiter buiten), er mogen geen andere goederen aanwezig zijn in de opslagvoorziening. - Bij de opslagvoorziening moet binnen handbereik een draagbare brandblusser aanwezig zijn. - Verschillende soorten gasflessen mogen bij elkaar worden opgeslagen. Het heeft de voorkeur dat stikstofflessen tussen zuurstof- en acetyleenflessen worden gezet. - Lege en volle flessen moeten apart worden opgeslagen. Aanbevolen wordt om met een bordje aan te geven waar volle en waar lege flessen moeten worden opgeslagen. Meer informatie is te vinden in de VACO-richtlijn 'Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen' (gratis op te vragen voor VACO-leden).
14 Onderhoud van olieafscheider
15 Keuring van olieafscheider
16 Controle van afvoerput (zonder olieafscheider) 17 Energieverbruik
De volgende grenzen worden in de wet gehanteerd: Kleinverbruikers verbruiken tot 50.000 kWh elektriciteit en/of tot 25.000 m3 aardgas per jaar per vestiging. Deze bedrijven hebben geen verplichting tot het treffen van energiebesparende maatregelen. Middengebruikers verbruiken tussen de 50.000 en 200.000 kWh elektriciteit en/of tussen de 25.000 en 75.000 m3 aardgas per jaar per vestiging. Deze bedrijven moeten aantoonbaar alle energiebesparende maatregelen nemen met een terugverdientijd van minder dan 5 jaar. Grootverbruikers verbruiken meer dan 200.000 kWh elektriciteit en/of meer dan 75.000 m3 aardgas per jaar per vestiging. Deze bedrijven kunnen worden verplicht onderzoek te laten uitvoeren naar energiebesparende maatregelen om aan te tonen dat alle maatregelen met een terugverdientijd van minder dan 5 jaar zijn getroffen. 18 Brandblusmiddelen
(c) Vereniging VACO
Per 200 m² bedrijfsoppervlak moet ten minste één blustoestel aanwezig zijn met een minimale inhoud van 6 kg.
Pagina 5 van 12
Versie 12-01-2015
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
19 Keuring van brandblusmiddelen
Voorschrift
Draagbare blusmiddelen moeten minimaal eenmaal in de twee jaar worden gekeurd (advies: check met uw verzekeringspolis). Brandhaspels moeten jaarlijks worden gekeurd.
Opgenomen in logboek
Controlefrequentie
x
Mobiele brandblusser 1x per 2 jaar en brandslang 1x per jaar
De datum tot wanneer de keuring geldt moet uit de keuringssticker worden gekrast.
20 Nooduitgangen
Uitgangen die niet dienen als normale uitgang worden vluchtwegen of nooduitgangen genoemd. Nooduitgangen moeten altijd zonder sleutel kunnen worden geopend. Nooduitgangen moeten altijd vrij worden gehouden. Aan de buitenkant van het pand moet bij iedere nooduitgang het bordje 'Nooduitgang vrijhouden' aanwezig zijn.
21 Zichtbaarheid van vluchtroutes
De vluchtroutebordjes of -lampen worden ten minste eenmaal per jaar gecontroleerd op aanwezigheid en zichtbaarheid (ook in het donker).
22 Kleine airco's in de vestiging
Voor installaties die kleiner zijn dan 3 kg moet een installatielogboek aanwezig zijn.
(c) Vereniging VACO
Pagina 6 van 12
Controledatum
1x per jaar
x
Versie 12-01-2015
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
Voorschrift
Opgenomen in logboek
Controlefrequentie
23 Grote airco's in de vestiging
Installaties met een gewicht tussen de 3 kg en 30 kg moeten jaarlijks worden gekeurd. De keuringsbewijzen moeten (digitaal) worden bewaard of opgenomen in het logboek.
x
1x per jaar
24 Stookinstallatie
Stookinstallaties met een vermogen > 100 kilowatt moeten eens per vier jaar worden gekeurd op veilig functioneren, optimale verbranding en energiezuinigheid. De keuringsbewijzen moeten (eventueel digitaal) worden bewaard of opgenomen in het logboek.
x
1x per 4 jaar
Controledatum
25 Gescheiden houden van afval en Afvalstoffen moeten gescheiden worden bewaard en voor zover afgifte aan een inzamelaar op de mogelijk voor recycling worden aangeboden. Denk hierbij aan VIHB-lijst banden, metaalafval, papier, karton en hout. Afval mag echter uitsluitend worden afgegeven aan bedrijven die vermeld zijn op de VIHB-lijst. Controleer of uw inzamelaars aan deze eis voldoen. U kunt daarvoor de VIHB-lijst voor bedrijfsafval en gevaarlijk afval raadplegen (www.niwo.nl).
26 Gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen en afgifte aan de inzamelaar op de VIHBlijst
(c) Vereniging VACO
Gevaarlijke afvalstoffen moeten gescheiden worden bewaard en afgegeven. Denk hierbij aan gebruikte accu's, afgewerkte olie, gebruikte koelvloeistof en remolie. Ook gevaarlijk afval mag uitsluitend worden afgegeven aan bedrijven die vermeld zijn op de VIHB-lijst. Controleer of uw inzamelaars aan deze eis voldoen. U kunt daarvoor de VIHB-lijst raadplegen (www.niwo.nl). De gevaarlijke stoffen moeten worden opgeslagen op de speciaal daarvoor bestemde plekken in of boven lekbakken. In de lekbak mag geen vloeistof staan.
Pagina 7 van 12
Versie 12-01-2015
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
Voorschrift
Opgenomen in logboek
27 Bewaren van begeleidingsformulieren
Begeleidingsformulieren die u bij afgifte van afvalstoffen ontvangt van het inzamelingsbedrijf moet u gedurende 5 jaar bewaren.
x
28 Opslag van motorolie en afgewerkte olie in tanks
Voor opslag van motorolie, smeerolie en afgewerkte olie in tanks gelden de volgende maatregelen voor bodembescherming: - De opslag moet plaatsvinden in een enkelwandige tank boven een lekbak. Een lekbak is niet noodzakelijk als een dubbelwandige tank wordt gebruikt met een lekdetectiesysteem waarvan de aanleg (volgens BRL K910) en (jaarlijkse) inspectie (volgens BRL K903) worden uitgevoerd. - Een tank voor de opslag van motorolie, smeerolie en afgewerkte olie hoeft niet te worden gecertificeerd volgens BRL K903. Ook mag bij vervanging voor een ongecertificeerde (goedkopere) tank worden gekozen. De opslagtank moet geschikt zijn voor de opslag van de betreffende stof en in goede staat verkeren. - Eventueel mag een opslagtank op een verdiepingsvloer worden geplaatst. - De opslagtank met afgewerkte olie moet minimaal eenmaal per jaar worden geleegd.
x
(c) Vereniging VACO
Pagina 8 van 12
Controlefrequentie
Controledatum
dubbelwandige tank: 1x per jaar
Versie 12-01-2015
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
Voorschrift
29 Vulpunten en aftappunten
De vulpunten en aftappunten van bovengrondse opslagtanks voor motorolie en afgewerkte olie zijn geplaatst boven een vloeistofdichte vloer of verharding of boven een lekbak.
30 Overvulbeveiliging van de opslagtank en de vulleiding van motorolie en afgewerkte olie
De opslagtank en de vulleiding moeten voorzien zijn van een overvulbeveiliging. Dit geldt voor tanks van zowel motorolie als van afgewerkte olie. Uitgezonderd zijn tanks met afgewerkte olie die handmatig of onder vrij verval worden gevuld.
31 Opslag vloeibare brandstoffen Bovengrondse stalen tanks voor de opslag van vloeibare brandstoffen moeten gecertificeerd zijn volgens BRL K903. Er is echter een overgangsregeling voor tanks die nog geen BRL K903-certificaat hebben en vóór het jaar in tanks 2000 in gebruik zijn genomen. Deze tanks kunnen als aan de voorwaarden van BRL K903 wordt voldaan via een entreekeuring (certificeringskeuring) alsnog een BRL K903-certificaat krijgen. U kunt deze tanks daardoor ook na 1 januari 2015 blijven gebruiken – zonder dit certificaat mag dat niet.
Opgenomen in logboek
Controlefrequentie
x
1x per 15 jaar
Controledatum
De keuring van tanks van 15 jaar en ouder volgens BRL K903 - Opslagtanks moeten binnen 15 jaar na de eerste ingebruikname worden gekeurd. En tanks die in gebruik zijn genomen vóór 2000 moeten vóór 1 januari 2015 zijn gekeurd: - Een bovengrondse opslagtank wordt bij herkeuring inwendig gereinigd en beoordeeld met betreding van de tank. Inwendige inspectie met een camera is toegestaan bij een volledig inwendig gecoate tank, als deze inspectie wordt uitgevoerd volgens het normdocument dat het Besluit bodemkwaliteit aangeeft. Als de tank wordt afgekeurd mag de opslagtank in gebruik blijven tot de uiterste herkeuringsdatum. - Inwendige beoordeling of inwendige inspectie bij de keuring van een bovengrondse opslagtank is niet noodzakelijk als deze opslagtank dubbelwandig is en beschikt over een lekdetectiesysteem in de wand. De inspectie moet plaatsvinden door een BRL K903-gecertificeerd bedrijf volgens de BRL K903.
(c) Vereniging VACO
Pagina 9 van 12
Versie 12-01-2015
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
Voorschrift
Opgenomen in logboek
Controlefrequentie
32 Controle bij de opslag van vloeibare brandstoffen in tanks
Jaarlijkse controle bij enkelwandige tanks van: - water & bezinksel (alleen in geval van een stalen tank) - kathodische bescherming (indien aanwezig) - aarding (indien aanwezig) Jaarlijkse controle bij dubbelwandige tanks van: - kathodische bescherming (indien aanwezig) - aarding (indien aanwezig) - goede werking van stalen of kunststoffen tank incl. leidingen en appendages - lekdetectie (conform BRL K903) De controles moeten worden uitgevoerd door een BRL K903-gecertificeerd bedrijf.
x
1x per jaar
33 Stellingen
Stellingen, voor de opslag van gevaarlijke stoffen, moeten visueel worden gecontroleerd op stevigheid, stabiliteit en of zij niet te zwaar beladen of beschadigd zijn.
x
1x per jaar
34 Laden van accu's
Er moet voldoende ventilatie zijn op plaatsen waar accu's worden geladen. Het is voldoende als de laadplek zich in de werkplaats of het magazijn bevindt en niet in een afgesloten ruimte. Het Activiteitenbesluit maakt bij de opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen onderscheid tussen: a. werkvoorraad in de werkplaats; b. voorraad in de werkplaats of het magazijn en c. voorrraad in de verkoopruimte. Een werkvoorraad is een aangebroken voorraad gevaarlijke stoffen die voor normaal gebruik in de werkplaats aanwezig is. De werkvoorraad valt niet onder de opslageisen van het Activiteitenbesluit. De VACO 'Richtlijn opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen' (gratis beschikbaar voor VACO-leden) geeft informatie over de wijze waarop deze stoffen moeten worden opgeslagen. De eisen zijn afhankelijk van de aard en hoeveelheid stoffen die in voorraad zijn, de aard van de verpakking en de plaats waar het opgeslagen ligt (het magazijn, de werkplaats of de verkoopruimte). Aan opslag van lege ongereinigde verpakkingen worden dezelfde eisen gesteld als aan volle verpakkingen (exclusief opvangcapaciteit in lekbakken).
35 Opslag van gevaarlijke, brandbare en milieubedreigende stoffen
36 Veiligheidsinformatiebladen
Van de aanwezige gevaarlijke stoffen moeten veiligheidsinformatiebladen beschikbaar zijn (eventueel digitaal).
x
37 Register gevaarlijk stoffen
Er moet een (eventueel digitaal) overzicht aanwezig zijn van de verschillende gevaarlijke stoffen die in de vestiging aanwezig zijn (alle stoffen met een gevaren pictogram; zie ook regel 40).
x
(c) Vereniging VACO
Pagina 10 van 12
Controledatum
Versie 12-01-2015
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
Voorschrift
Opgenomen in logboek
Controlefrequentie
Controledatum
De deur van of naar het magazijn of de kast met gevaarlijke stoffen moet een afbeelding of sticker bevatten met 38 Afbeelden van gevarenpictogrammen bij opslag de gevarenpictogrammen die op de verpakkingen van de opgeslagen stoffen staan vermeld. Daarnaast moet een van gevaarlijke stoffen verbodspictogram 'Open vuur verboden' en 'Roken verboden' zijn aangebracht. VACO-leden kunnen bij VACO gratis stickers met het pictogram 'Open vuur verboden' en 'Roken verboden' aanvragen.
Ontvlambaar
Milieugevaarlijk
Irriterend
Giftig
Bijten
Kankerverwekkend, mutageen
39 Opslag van werkvoorraad
De opslag van meer dan 50 liter brandbare vloeistof (ADR-klasse 3) als werkvoorraad moet altijd plaatsvinden boven een lekbak. De opslag van niet-brandbare vloeistoffen als werkvoorraad mag ook boven een vloeistofkerende vloer plaatsvinden (zie voor meer informatie de 'Richtlijn opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen' van VACO). Per gevaarlijke stof mag er maximaal één aangebroken verpakking per werkplek aanwezig zijn (bijvoorbeeld per hefbrug) en maximaal één als reserve.
40 Lekbakken
Alle lekbakken moeten leeg en voldoende groot zijn (minimaal 110% van de grootste verpakkingseenheid en minimaal 10% van de totale inhoud van alle verpakkingen samen). Lege ongereinigde verpakkingen moeten op een vergelijkbare wijze worden opgeslagen als volle verpakkingen. Als echter volgens de wet- en regelgeving opvangcapaciteit (een lekbak) voor volle verpakkingen noodzakelijk is, is dit geen vereiste voor de lege verpakkingen.
41 Opslag van bodembedreigende Het gaat hier om vloeibare, bodembedreigende stoffen en niet om gevaarlijke stoffen: - Geopende verpakkingen, vaten en jerrycans moeten boven een vloeistofdichte vloer of lekbak worden stoffen (niet zijnde gevaarlijke opgeslagen (zie ook punt 41). stoffen) - Gesloten UN-verpakkingen mogen worden opgeslagen boven een vloeistofkerende vloer. Een lekbak is niet nodig. Enkele voorbeelden: - motorolie, dieselolie, gasolie en olie in jerrycans en vaten - autoshampoo - bandenmontagepasta - dikke smeervetten (zoals Moton techno-lube) - glasreiniger met < 15% alcoholen - handreiniger (bijvoorbeeld Dreumex) - koelvloeistof - remvloeistof - schoonmaakmiddelen op basis van (synthetische) zepen (zoals Unex D10, Piek vloeibaar schuurmiddel)
(c) Vereniging VACO
Pagina 11 van 12
Versie 12-01-2015
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE Nr Omschrijving
42 Opslag van gevaarlijke stoffen in brandveiligheidskasten
Voorschrift
Opgenomen in logboek
Controlefrequentie
Controledatum
- Brandveiligheidskasten die na 1 januari 2006 in gebruik zijn genomen moeten voldoen aan NEN-EN-14470-1, kasten van vóór 1 januari 2006 moeten voldoen aan NEN 2678. - Per kast mag maximaal 150 liter stoffen met 30 minuten brandwerendheid of 250 liter stoffen met 60 of 90 minuten brandwerendheid worden opgeslagen. - Brandveiligheidskasten moeten zijn voorzien van lekbakken die minimaal 110% van de grootste verpakkingseenheid en minimaal 10% van de totale inhoud van alle verpakkingen tesamen kunnen opslaan.
43 Opslag van spuitbussen in een - Spuitbussen zijn gevaarlijke stoffen en moeten worden opgeslagen in een brandveiligheidskast met een brandwerendheid van ten minste 60 minuten. brandveiligheidskast - Tussen de brandveiligheidskast en het plafond moet ten minste een halve meter vrij zijn. 44 Opslag van nieuwe accu's
- Voor nieuwe accu's is geen speciale opslagvoorziening nodig, maar zij moeten wel rechtop staan.
45 Opslag van oude accu's
- Oude accu's moeten rechtop staan en zijn opgeslagen boven een vloeistofdichte vloer of lekbak (bij voorkeur in een kunststof lekbak). - De opslagcapaciteit van de lekbak moet net zo groot zijn als de totale inhoud van de opgeslagen accu's.
(c) Vereniging VACO
Pagina 12 van 12
Versie 12-01-2015