Mijke Pol
Panty
de geus
© Mijke Pol, 2013 Omslagontwerp en -illustratie © Rozemarijn Koopmans isbn 978 90 445 3092 6 NUR 305 Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Geus BV, Postbus 1878, 4801 BW Breda, Nederland. Telefoon: 076 522 8151. Internet: www.degeus.nl. Wilt u het gratis magazine Geuzennieuws met informatie over onze nieuwe uitgaven ontvangen, ga dan naar www.degeus.nl en meld u aan.
MAANDAG: Nico de Jager http://www.rtvnh.nl/directie Nico de Jager is de jongste directeur in de geschiedenis van RTV N-H. Direct na zijn studie Geschiedenis kwam hij op de redactie van Bureau N-H terecht, hét opsporingsprogramma van de omroep. Nico zette hier zijn historische onderzoeksvaardigheden op een ander, bijzonder nuttig vlak in. Hij heeft vele oude politiezaken helpen oplossen. Toen Nico’s voorganger afscheid nam, verraste hij de omroep met het bericht dat Nico hem op zou volgen als omroepdirecteur. Wanneer je hem vraagt wat hij het leukste vindt aan zijn werk, kan Nico kort en bondig zijn: iedere dag is een feestje! Wil je Nico mailen? Dat kan:
[email protected], of volg hem op Twitter @NdeJager
‘Heren, als u het niet erg vindt, zou ik graag afronden. Ik word over een kwartier terugverwacht bij de omroep’, zei ik dwingend. Het bestuur van RTV Noord-Holland was al jaren onveranderd. Directeuren en managers ver over de datum, die hun peperdure schoenen en krijtstreepbroekspijpen tussen de deuren van vele commissies wisten te krijgen. Voor hen waren deze bijeenkomsten dagvulling. De vergaderingen waren daarmee vervallen tot stoffige, routinematige tijdverspilling, waarin al wekenlang voornamelijk werd gesproken over de bezuinigingen. Alle haast was verdwenen uit de bestuursleden. Sommigen hadden in een ver verleden voor de omroep gewerkt. Zij hadden al eerder bezuinigingen meegemaakt en aarzelden niet voortdurend de vergelijking met vroeger te maken. Ook vanmiddag kraakte de vergadertafel onder de uitgerangeerde ego’s, die vastbesloten waren hun gelijk te halen. De vergadering was begonnen om elf uur en ik zag dat we 20
inmiddels ruim twee uur verder waren. De voorzitter hield de agenda streng in de gaten, maar negeerde steevast de tijd. Ik schraapte mijn keel, om de plotse stilte op te vullen. De heren keken elkaar nerveus aan. Alsof ze allemaal hoopten dat iemand iets zou zeggen. Ik hoefde eigenlijk helemaal nog niet weg, maar ik kon goed liegen. Het was de kunst niet alles te willen verbergen. De mens was al snel tevreden met een klein beetje waarheid. Wanneer ik als kind stiekem in de koektrommel had gezeten en mijn moeder ernaar vroeg, bekende ik steevast één koekje te hebben gepakt. Nooit twijfelde ze aan dat ene koekje. Terwijl het er vaak drie of vier waren. Eigenlijk had ik nu ook nog wel een half uurtje. Maar de saaiheid was ondraaglijk. De voorzitter keek me geërgerd aan. Er waren nog drie agendapunten te gaan. ‘Je weet toch wel dat dit buitengewoon belangwekkende ontmoetingen zijn, Nico?’ vroeg hij. Ik keek naar mijn aantekeningen, waarop ik geturfd had hoe vaak hij deze middag al het woord ‘buitengewoon’ had gebruikt. Ik zat op zesentwintig. De man had ook zitting in de besturen van ABN Amro en Ahold. Op zijn revers droeg hij een lintje. Gekregen voor zijn uitmuntende leiding van een internationaal olieconcern. Nederland had veel aan hem verdiend. En nu was hij vast van plan in zijn laatste jaren nog meer te verdienen aan Nederland. Zijn voorzitterschap werd jaarlijks beloond met anderhalve ton. Twaalf vergaderingen, honderdvijftigduizend euro. Dat was mooi meegenomen. Ik bestudeerde het lintje, dat zijn waarde allang verloren had op het moment dat musicalproducers en vastgoedondernemers er ook een kregen. Graaien loont. Dat zei Sandra laatst ook. Toen ik met haar trouwde, waren we allebei idealistisch. Geld was niet belangrijk. Maar steeds vaker hintte ze dat ze niet meer zonder mijn inkomen kon. En dat het lucratief was om vroeg 21
te stoppen en in allerlei besturen te gaan zitten. Maar ik was uitermate content met mijn baan. Ik was nog niet toe aan talloze dodelijk saaie vergaderingen, opdat Sandra haar weekendjes Milaan en Parijs wat vaker kon boeken. Ik keek naar de voorzitter. ‘Uiteraard begrijp ik dat deze vergaderingen búítengewoon belangrijk zijn. Maar ik heb mijn medewerkers beloofd er zo weer te zijn. Er is veel onrust over de komende veranderingen. Ik kan mensen niet te lang laten wachten. Dat zult u allen vast en zeker begrijpen.’ Ik stopte mijn spullen in mijn aktetas. ‘Ik ontvang graag de notulen, heren. Schroomt u vooral niet te bellen als u een vraag hebt.’ De mannen knikten. Ik voelde mijn telefoon trillen. Dat moest Sandra zijn. Ze was sinds een paar maanden verslaafd aan Wordfeud en om de zoveel tijd trilde mijn telefoon als ze weer een nieuw woord gelegd had. In de auto zag ik haar laatste creatie: ‘Rukker’. Drie keer woordwaarde. Ze had de middelste letter van ‘lul’ kunnen gebruiken, haar vorige woord. Steeds vaker hadden we de laatste tijd ruzie. Het ging vooral over mijn werk. Ik vertrok te vroeg en kwam te laat thuis, dat was meestal de riedel. Vanmorgen was ze er weer over begonnen. ‘En de laatste keer dat jij iets in het huishouden hebt gedaan, kan ik me niet eens meer herinneren’, had ze me toegesnauwd. Ik had nagedacht terwijl ik een stukje vruchtvlees tussen mijn tanden uit peuterde. We hadden altijd van dat ecologisch verantwoorde spul. Het huishouden. Ik zou zeggen dat het was toen ik haar in mijn lunchpauze verraste met een volle tas boodschappen. Inderdaad alweer een maand geleden. Veel interesse in mijn bezigheden had ze niet. Kortgeleden begon ik veranderingen te zien in haar gedrag. Ze droeg nu al twee dagen op rij lippenstift. Dat deed ze nooit. Gisteren hoorde ik haar zelfs fluiten onder 22
de douche. Ze had er een godsgruwelijke hekel aan gehad als ik dat deed. Tijdens onze eerste weken verkering had ze er vanuit het niets iets over gezegd. Het was een zondagmiddag. We hadden de hele morgen gevreeën. Het was de lekkerste seks geweest sinds we elkaar hadden leren kennen. * Het studentenhuis waar Sandra een kamer had, was enorm vervuild. In het statige Utrechtse huis woonden veertien mensen. De fornuizen waren bekleed met aluminiumfolie, zodat het schoonmaken slechts een nieuw stukje folie kostte. Het schoonmaakrooster dat in de gang hing, werd door dronken huisgenoten gebruikt als tekenpapier. De piemels en scheldwoorden die het vel bedekten, vulden de vakjes ‘afstoffen’ en ‘wc doen’. Sandra had destijds de viezigheid weggelachen. Vond dat dit bij een studentenhuis hoorde. Die sympathie werd iedere maand echter minder. Toen ze twee jaar later op een ochtend in de keuken drie ratten weg zag schieten, had ze er genoeg van. Diezelfde dag pakte ze haar spullen en vertrok naar haar ouderlijk huis. Haar ouders waren dolblij en richtten de zolder speciaal voor haar in. Verzekerden haar dat ze geen haast hoefde te maken. Ze mocht doen alsof ze thuis was. Ook mannelijk bezoek was welkom. De eerste keer dat ik haar daar bezocht, werd mijn aanwezigheid niet op prijs gesteld. Toen ik aanbelde, deed Anton Molenaar open. De directeur van de omroep waar ik al enkele maanden werkte. ‘Goeiedag.’ Ik vroeg me af of ik ‘meneer’ moest toevoegen. ‘Hallo.’ Zijn stem klonk zakelijk. ‘Heb je een boodschap van de omroep?’ Shit. Ik had gehoopt dat hij me niet direct zou herkennen. ‘De Jager, toch?’ Ik knikte. 23
‘Ik kom voor uw dochter.’ ‘Oh?’ Hij maakte geen aanstalten mij binnen te laten. ‘Voor Sandra.’ ‘Ja, ik weet wel hoe mijn dochter heet, dank je.’ Dat ging lekker. Het bleef stil en ik veegde een onzichtbare pluk haar uit mijn gezicht. Hun dochter Leonie was twee weken geleden vertrokken, zonder een berichtje achter te laten. Van Sandra wist ik hoeveel verdriet haar vader had. Leonie had niets over mij verteld. En op mijn beurt zweeg ik ook over onze affaire. Ik voelde hoe het tochtte tussen mijn benen. Met mijn hand in mijn zak voelde ik voorzichtig aan mijn kruis. Fuck. Een lamme rits. Ik zag Antons blik naar beneden gaan. Alsof hij de tocht ook voelde. ‘Dus’, zei ik, terwijl ik nonchalant mijn rits dichtdeed. Nog steeds stond hij zwijgend tegenover me. ‘Dus’, zei ik nog eens, maar nu met een veel langere ‘s’. Anton trok zijn wenkbrauwen op. Achter hem hoorde ik gestommel. ‘Ah, Nico!’ riep Sandra enthousiast, zich niet bewust van de enorme drempel ongemakkelijkheid. ‘Pap, dit is Nico. Maar die ken je vast wel. Wij gaan naar boven.’ Anton en ik probeerden elkaar die volgende maanden zo weinig mogelijk tegen te komen. Hij moest zich ervan bewust zijn dat, terwijl hij op de bank een boek las, ik zijn dochter neukte. Zo stil mogelijk. Bang dat ik de volgende dag direct ontslagen zou worden. Bij ieder kraakje kuchte ik nerveus. In de hoop dat hij niets zou horen. *
24
Toen Sandra iets over mijn fluiten zei, waren we bij mij thuis. ‘Ik wil niet meer dat jij fluit’, sprak ze beslist. ‘Ik word er bloednerveus van.’ Het was een zondagmiddag. De Ronde van Vlaanderen stond aan. De renners hadden de wind straf op de kop. Ik was net begonnen aan de weekendkrant. Boonen, Chavanel en het nieuws over ellende in een Midden-Oostenland vol met hysterische Arabische schreeuwers fietsten door haar woorden heen. Ze zuchtte. ‘Kun jij ophouden met dat irritante deuntje? Het is iedere ochtend hetzelfde.’ Daar had ze gelijk in. Ik floot ‘When the Saints Go Marching in’. Dat deed ik al in mijn studententijd. Samen met een paar andere studenten vormden we een tijdlang een bandje. We speelden uitsluitend covers. Alleen ‘When the Saints’ was blijven hangen. Ik keek haar aan en heel even zag ik het gezicht dat ik van haar moeder kende. Dat stond voortdurend op walging en ontevredenheid. Ik kende de blik uit archiefbeelden van kinderen die een lepel levertraan moesten slikken. Eerst het kokhalzen en dan de afkeuring, wanneer het spul naar beneden gleed. ‘Dat is toch juist een vrolijk liedje?’ zei ik. Ze zat met haar benen opgetrokken onder haar billen. Ze had mijn trui aan. Wanneer ze opstond, slobberde hij om haar lichaam. Haar armen demonstratief voor haar borsten geslagen. Ze droeg geen bh. ‘Ik word er gek van. Mijn vader deed dat vroeger ook. Dat gefluit ging door alle muren heen. En door merg en been. Hij herhaalde ook voortdurend hetzelfde liedje.’ ‘Welk?’ vroeg ik. ‘Hè?’ ‘Welk liedje?’ ‘Doet dat ertoe?’ Ik haalde mijn schouders op. 25
Ze zuchtte nog eens. ‘Kleine kokette Katinka.’ Ik moest glimlachen. Lulliger kon bijna niet. ‘Hij floot totdat ik er helemaal simpel van werd. De shampoofles ging altijd precies op de laatste klank met een klap dicht.’ * Terwijl ik de bestuurskamer uit liep, dacht ik aan Anton. Zijn aanvankelijke vijandigheid was in de jaren daarna langzaam weggesleten. Steeds vaker spraken we als vrienden over muziek en voetbal. Nooit hadden we het over zijn andere dochter. Zolang hij er niet achter kwam wat ik gedaan had, was er niets aan de hand. Leonie was verdwenen. En ik had mijn uiterlijk mee. Keurig. Verzorgd. Niemand die mij verdacht. Na het commentaar van Sandra floot ik niet meer. Maar de gepaste stilte in de badkamer was twee weken geleden doorbroken. Opeens was zij begonnen met een uitermate vrolijk melodietje. Niets bekends. Ze wisselde het af met geneurie. De plotselinge aandacht voor haar uiterlijk, het andere parfum dat ik op de badkamer zag staan en de rode lippen baarden me zorgen. Het was bijna te cliché om waar te zijn, maar ik kon niet uit mijn hoofd zetten dat ze een verhouding had. Of een beginnende romance. Deze vrolijkheid paste bij een ontluikende verliefdheid. Het kwam haar vast goed uit dat ik zo veel moest werken de laatste tijd. Dan had ze een goede reden om te kankeren. En er was voldoende gelegenheid om die Ander te ontmoeten. Ik had haar niet gevraagd naar die achterbakse lul. Het beste was om zelf te ontdekken wie de zak was en haar met het bewijs te confronteren. De bezuinigingen slokten al mijn tijd op. Maar ik had genoeg ervaring in het vinden van mensen om deze ‘zaak’ snel op te lossen als het moest. Toen ik bij het opsporingsprogramma van de omroep werkte, was me niet zelden het onmo26
gelijke gelukt. En ik had nog voldoende contacten binnen de politie. Ik hoefde maar te bellen. Maar nu niet. Dat vriendje liep niet weg. Eerst moest ik met de redactie van het Nieuws gaan praten. Ik had net de laatste prognose binnen. De bezuinigingen werden ingrijpender dan verwacht. Er moest diep gesneden worden. Ook in het personeel. Ik keek naar het scherm, waar ons Wordfeudspel openstond. Ik legde ‘fluiten’. Twee keer letterwaarde en drie keer woordwaarde en trapte op het gaspedaal.
Aan: Redactie Nieuws CC: Nico de Jager Onderwerp: Bijzondere jaarwisseling! Beste collega’s, voor wie zijn post nog niet heeft opengemaakt: deze jaarwisseling wordt weer eens heel anders!!! In overleg met Nico ontstond een paar weken geleden het idee om Pieters jubileum op een wel heel speciale manier te vieren. We weten wat voor een hekel hij heeft aan het goedkope bier en de gevulde eitjes van Tineke (laat het haar niet horen: Pieter krijgt dan nooit meer een tosti, haha). En daarom gaan we dit jaar met de vaste medewerkers (Nico, Pieter, Nathalie, Leon, Lieve en ik) weg. De locatie: Oostduinkerke. Een mooi vissersdorp aan de Belgische kust. Nadere info volgt. Houd voor nu alvast 31 december en 1 januari vrij. Groetjes, Els Redactie Nieuws Hebt u een tip? Bel de tiplijn: 020-6463890 Twitter: @ElsMeertens
27