mij

En françai s…

In het Nederl ands…

Quelques expressions courantes

Enkele gewone uitdrukkingen

( * = s'utilise avec le déterminant neutre  "HET")

( * = wordt met het onzijdig artikel "HET" gebruikt)

Oui Non S'il vous plaît Merci (beaucoup) Il n'y a pas de quoi Excusez-moi Désolé!

Ja Nee Alstublieft, Alsjeblieft Dank U/je wel Wel bedankt, bedankt Ga uw gang Excuseer me/Verontschuldig me/mij Sorry!

Salutations

Groeten

Bonjour Bonjour (matin) " (après-midi) Bonsoir Bonne nuit Au revoir A bientôt

Hallo, Goeiedag Goeiemorgen (goede) " middag, namiddag Goedenavond Goedenacht/goede nacht Dag Tot ziens Tot binnenkort Dit is... Dat is... Meneer/mijnheer Deheer Mevrouw Juffrouw, Mejuffrouw Mijn man, mijn echtgenoot Mijn vrouw, mijn echtgenote Aangenaam Aangename kennismaking Het is mij een plezier Hoe maakt U het?/Hoe gaat het met U? Hoe zit het ermee? (familiaal) Goed, (uitstekend), dank U, en U? Fijn! En jij?/U?

Voici... Voilà... Monsieur Madame Mademoiselle Mon mari Mon épouse Enchanté(e) Ravi(e) de vous connaître Comment allez-vous? Bien, merci. Et vous?

Questions

Vragen

Où est...? Où sont...? Où puis-je trouver...? Qui? Qui est-ce? Quoi? Qu'est-ce? (ceci) " (cela) Qu'est-ce que cela signifie? Lequel/lesquels/laquelle/...? Quel train va à...? Quand? A quelle heure? A quelle heure commence...? Quand ouvre...? Quand ferme...? Combien? Combien ceci/cela coûte-t-il? Comment?

Waar is...? Waar zijn...? Waar kan ik...vinden? Wie? Wie is dit? Wat? Wat is dit? " " dat? Wat betekent dat? Welk(e)? Welke trein gaat/rijdt naar...? Wanneer? Om hoe laat? Om hoelaat begint...? Wanneer opent...? Wanneer sluit...? Hoeveel? Hoeveel kost dit/dat? Hoe?

Comment dit-on...en néerlandais? - Hoe zeg je...in het Nederlands?

(E.DECORTE – CND3V) 1

Comment puis-je me rendre à...? A quelle distance? Combien de temps? Comment appelez-vous...en néerl.? Est-ce correct? Pourquoi?

Hoe kan ik naar...gaan? Op welke afstand? / Hoe ver? Hoe lang? Hoe noemt U...in het Frans? Is dat juist? Waarom?

Parlez-vous…?

Spreekt u…?

Ici on parle le néerlandais Quelqu'un parle-t-il le français? Je ne parle pas bien l'anglais. Je ne parle pas le néerlandais Pourriez-vous...? Pourriez-vous parler plus lentement svp? Comment dit-on...en néerlandais? Pourriez-vous me l'écrire svp?

Hier spreekt men Nederlands Spreekt hier iemand Frans? Ik spreek niet goed Engels Ik spreek geen Nederlands Kunt U...? Kunt U wat langzamer/trager spreken alstublieft? Hoe zegt men...in het Nederlands? Kunt U mij dat schriftelijk spellen aub? Spel dit woord.* Leg...uit. Kunt U herhalen? Kunt U...vertalen? Wijs mij...in het boek. Een typische uitdrukking Een ogenblik/moment* Pardon/Wat meent/bedoelt U? Ik begrijp niet Mag ik een woordenboek gebruiken?* Ik vind de juiste vertaling niet

Epelez ce mot. Expliquez... Pouvez-vous répéter? Pouvez-vous traduire...? Montrez-moi le/la...dans le livre. Une expression typique Un instant Pardon/Que insinuez-vous? Je ne comprends pas Puis-je utiliser un dictionnaire? Je ne trouve pas la traduction exacte Je ne suis pas certain(e) de la prononciation exacte

Ik ben niet zeker of de uitspraak korrekt is

Puis-je…?

Kan/Mag ik…?

Puis-je avoir...? Pouvez-vous m'indiquer...? Pouvez-vous me dire si...? Puis-je (vous) demander...? Pouvez-vous m'aider svp? Désolé, je ne peux pas!

Mag ik...hebben? Kan " Kunt U me/mij...wijzen? Kunt U me/mij zeggen of...? Mag Ik (U)...vragen? Kunt U me/mij helpen a.u.b.? Sorry, dat is mij onmogelijk! Sorry, ik kan niet!

Souhaits

Wensen/Afwachtingen

Je voudrais... Pouvez-vous me donner ceci? Apportez-moi... Montrez-moi... Je cherche... J'ai besoin de...

Ik zou graag.../Graag zou ik... Wilt U/Kunt U me/mij dit geven? Bring me... Laat me/mij...zien Ik zoek (naar)... Ik heb...nodig

Quantités

Hoeveelheden

Un peu/beaucoup Peu de/quelques Plus/moins(que) Assez/trop De trop Trop peu

Een beetje/veel Weinig/enkele Meer/minder (dan) Genoeg/te veel Te veel Te weinig Comment dit-on...en néerlandais? - Hoe zeg je...in het Nederlands?


Mots utiles

Nuttige woorden

Aussi Bientôt Déjà Ensuite Jamais Maintenant Ou Mais Pas encore Personne Quelqu'un Peut-être Rien Quelque chose Seulement Toujours Parfois De temps à autre

Ook Weldra/binnenkort Al/reeds Dan Nooit Nu Of Maar Nog niet/geen Niemand Iemand Misschien Niets Iets Alleen maar Altijd Soms Nu en daar

En douane/En gare

Aan de douane/Aan het station

Voici mon passeport " ma carte d'identité " mon permis de conduire " ma carte verte/grise Je resterai... Je ne sais pas encore Je suis ici pour affaires Je suis de passage Je suis en vacances Je n'ai rien à déclarer Ce n'est pas nouveau C'est un cadeau Je n'ai pas de bagages La TVA Où sont les caddies? Où est la consigne? Un sac/à main Une valise Il manque un/une...

Hier hebt U mijn pas(-port) " identiteitskaart " rijbewijs* " groene/grijze kaart Ik zal...blijven Ik weet het nog niet Ik ben hier voor zaken Ik kom even langs Ik ben met vakantie Ik heb niets te verklaren Dat is niet nieuw Het is een geschenk/cadeau* Ik heb geen bagage De BTW Waar zijn de caddies? Waar is de bewaarplaats? Een handbagage/handtas Een (draag-)koffer Er is een...mis

Change/Banque

Wissel/bank

Le bureau de change Des chèques voyage Quel est le taux de change? Je désire changer des dollars Un billet de banque Une pièce de monnaie Des frais bancaires Un compte courant " d'épargne " commun Un carnet de dépôt Un compte en négatif Un bon de caisse Le crédit/Le débit/L'intérêt Le salaire Les bénéfices Un reçu

Het wisselkantoor Reischeque/Travellers' cheques Wat is de wisselrente? Ik zou graag dollars wisselen Een bankbriefje* Een muntstuk* Bankkosten Een (lopende) bankrekening Een spaarrekening Een gemeenschappelijke rekening " deposito boekje* Een overschreden rekening Een kasbon Het krediet/het debet/de intrest Het loon/de salaris De winst(en) Een bewijs*



Renseignements

Inlichtingen

Où puis-je trouver un taxi? " louer une voiture? Y a-t-il un bus pour la ville? Le bureau de poste Le guichet est ouvert/fermé Le bureau de réservations Le métro Le bureau de renseignements La sortie L'entrée Les urgences Le bureau de police L'hôtel de ville L'ambassade

Waar kan ik een taxi vinden? " kan ik een wagen huren? Is er een bus naar/voor de stad? Het postkantoor Het loket is open/gesloten Het reservatiekantoor De metro/de ondergrondse Het inlichtingskantoor De uitgang De ingang De spoedgevallen Het politiekantoor Het stadhuis De ambassade

A l'hôtel

In het hotel

Puis-je réserver une chambre? Vous reste-t-il une chambre avec salle de bain? Une chambre à deux lits " " " un lit " " avec douche Sur la rue (Avec vue sur...) A l'arrière Avec vue sur mer La chambre doit être calme La blanchisserie Le chauffage (central) Chambres à louer Par nuit " jour " semaine " mois " an " quinzaine Pension complète Demi-pension N'avez-vous rien moins cher? Y a-t-il un coffre fort? Je désire louer une chambre Puis-je voir la chambre? Très bien, je la prends Je n'aime pas cette chambre Quel est mon numéro de chambre? Puis-je avoir ma clef svp? Pouvez-vous faire monter mes bagages? Pouvez-vous me réveiller à...? A quelle heure servez-vous le petit déjeuner? Une couverture supplémentaire De nouveaux draps Un oreiller Du savon Une serviette de bain L'ascenceur Le directeur de l'hôtel Le serveur La serveuse Y a-t-il un/des message(s) pour moi? Avez-vous des timbres?

Kan/mag ik een kamer voorbehouden? Blijt er U nog een kamer met bad* over?/Hebt U nog een kamer met bad*? Een tweebedkamer " enkelbedkamer " kamer met stortbad*/douche Met zicht op straat Achteraan Met zeezicht De kamer moet (wel) kalm zijn De wasserij De (centrale) verwarming Kamers te huur Per nacht " dag " week " maand " jaar* Per veertien dagen Vol pensioen* Half pensioen Hebt U niets goedkopers? Is er een safe? Ik zou graag een kamer willen huren Mag ik de kamer even zien? Fijn, ik neem ze Ik hou niet van die kamer Wat is mijn kamernummer?* Mag ik mijn sleutel (hebben) aub? Kunt U mijn bagage boven laten dragen? Kun U me om...wekken? Wanneer dient u het ontbijt? Wanneer wordt het ontbijt bedient? Een extra deken* Nieuwe lakens Een hoofdkussen* Zeep Een (bad)handdoek De lift De hoteldirekteur/manager De diener De dienster Is er een boodschap/bericht* voor mij? Hebt U postzegels?



L'interrupteur La prise J'ai besoin de...pour demain Puis-je avoir ma note? Je dois partir immédiatement Tout est-il compris? Je crois qu'il y a erreur!

De schakelaar De stekker Ik heb...voor morgen Mag ik mijn rekening Ik moet onmiddellijk Is alles inbegrepen? Er is een vergissing

Besoins alimmentaires

Voedingsmiddel(len)*

J'ai faim " soif Les heures de repas Le petit déjeuner La pause café Le déjeuner Le goûter Le souper J'aimerais manger quelque chose " boire " Les spécialités locales Le plat du jour svp Une entrée Le plat principal Le dessert Une cuillère Une fourchette Un couteau Une assiette Une soucoupe Que me recommandez-vous ? Je suis au régime Sans graisse Du sel Du poivre Du sucre Du jus d'orange Une tranche de citron Du potage De la viande Du gibier Des légumes Des épices

Ik heb honger " dorst De maaltijdsuren* Het ontbijt De koffiepauze/break Het middagmaal Het vieruurtje Het avondmaal Ik zou graag iets willen eten " drinken De plaatselijke specialiteiten De dagschotel aub De voorschotel De hoofdschotel Het dessert Een lepel Een vork Een mes* Een bord* Een schotel Wat raadt U mij/me aan? Ik ben op dieet Vetloos/Zonder vet(ten)* Zout* Peper Suiker Oranjesap* Een snede citroen Soep Vlees* Gevogelte* Groenten Specerij

Du fromage De la bière Une boisson alcoolisée Du thé Un repas léger Fait maison Sur commande La garniture Cuit au four " à la vapeur Fumé Rôti Du boeuf Du mouton Du lapin Du porc Du poulet De la saucisse Des crustacés Bleu Saignant(e) A point

Kaas Bier* Alkoholische drank Thee Een (licht) hapje* Gemaakt in het huis Op bestelling De garnering In de oven gebakken Gestoomd Gerookt Geroost Bifstuk* Lam* Konijn* Varken* Kip Worst Schaal(dier)* Rauw Saignant A point



nodig (hebben)? vertrekken denk ik!

Bien cuit(e) Je prends une bière/chope Un whisky avec de la glace Santé Ce n'est pas ce que j'ai commandé C'est aigre " amer " sucré " salé Ce n'est pas frais L'addition svp Gardez la monnaie Pourboires interdits Service compris De rien A bientôt

Goed gebakken Een bier(-tje)/pint(-je), graag* Een whisky met ijs Gezondheid, proost Dat heb ik niet besteld Het is zuur " bitter " zoet " gezouten Het is niet vers De rekening, aub Hou het kleingeld maar Fooi verboden Dienst inbegrepen Ga uw gang Tot ziens

En voyage

Op reis

Un billet d'avion " de bâteau Un aller-simple " aller-retour Un tiquet de bus Une correspondance pour... Un vol direct A quelle heure décolle-t-on? L'enregistrement Le quai Porte 15 Annulé Retardé Atterri Départ(s) Arrivée(s) A quelle heure arrivons-nous? Un compartiment couchette La salle d'attente Le kiosque à journaux Le bureau de renseignements Le train part à l'heure L'horaire Prix plein Demi-prix Une couchette en wagon-lit

Een vliegtuigticket* " bootticket " heen " " heen- en terugticket* Een buskaartje* Een correspondentie voor... Een direkte vlucht Om hoelaat stijgen we op? De registratie/check in Het perron Deur 15/Uitgang 15/Poort vijftien Geannuleerd/geschorst Vertraagd Geland Vertrek(ken)* Aankomst(en) Om hoe laat komen we aan? Een slaapcoupé* De wachtzaal De krantenkiosk Het inlichtingsbureau De trein vertrekt op tijd Het uurrooster Volle prijs* Halve " Een ligbed*/couchette in een slaapwagon* Welk is mijn zitplaats? Die plaats is voorbehouden Mag ik het venster openen? Bagageregistrering Drager! Brengt deze autocar ons naar Leuven? Waar bevindt zich de busstop? (De) eerste/laatste/volgende... Kunt U me zeggen wanneer ik moet afstappen? Welke lijn gaat naar...? Een ferry Een ferryovertocht Wanneer hebben we een tussenlanding? De haven De reddingsvest Een kruistocht Het dek Liften

Quel est mon siège? Cette place est réservée Puis-je ouvrir la fenêtre? Enregistrement des bagages Porteur! Ce car nous mène-t-il à Louvain? Où se trouve l'arrêt de bus? Premier/dernier/prochain... Pouvez-vous me dire quand je dois descendre? Quelle est la ligne pour ...? Un bâteau de traversée La traversée en bâteau Quand faisons-nous escale à ...? Le port La ceinture de sauvetage Une croisière Le pont Pratiquer lauto-stop



La voiture

De wagen

Où se trouve la station d'essence la plus proche? Le plein svp Essence sans plomb Diesel Veuillez contrôler... Huile Batterie Liquide des freins La pression des pneus A l'avant " l'arrière La roue de secours Pouvez-vous réparer ce pneu crevé? L'ampoule Les bougies Les essuies-glaces La courroie du ventilateur Le pare-brise L'embrayage Ma voiture est en panne Pouvez-vous envoyer une dépanneuse? Ma voiture ne démarre pas La batterie est à plat Un pneu crevé J'ai un problème avec... L'allumage La boîte de vitesse La direction Les feux stop Les phares Le moteur Le pot d'échappement Le câble de remorquage Une clef anglaise Un cric Un tournevis

Waar bevindt zich het dichtsbij benzinestation?* Voltanken aub Loodvrije benzine Diesel Wilt U even...controleren? Olie Batterij Remvloeistof Banddruk Vooraan/Aan de voorkant Achteraan/Aan de achterkant Het noodwiel Kunt U deze lekke band herstellen? De ampul De bougies De ruitenwissers Het verkoelingsriem De voorruit De koppeling Mijn wagen heeft pech/is defekt Kunt U een aanhangwagen/takelwagen (op)/sturen? Mijn wagen start niet De accu is dood/plat Een lekke band Ik heb een probleem met... De ontsteking De versnellingsbak Het stuur De stoplichten De koplichten De motor De uitlatingspijp De sleepkabel Een engelse sleutel Een krik Een schroevedraaier

Panneaux routiers

Wegenpanelen *

Danger Déviation Sortie Cédez le passage Serrez à gauche Dépassement inderdit Stationnement interdit Rue à sens unique Piétons uniquement Ralentissez Travaux

Gevaar* Omleiding Uitrit/Uitgang/Afrit Voorrang geven Links aansluiten Verboden in te halen Parkeren verboden Eénrichtingsstraat Behalve voetgangers Vertraag Werken/Werkzaamheden

Visites touristiques

Toeristische uitstappen/trips

Que faut-il visiter avant tout? Pouvez-vous me recommander...? Une visite de la ville Une curiosité D'où partons-nous? Le bus nous prendra-t-il? Quel est le prix de l'excursion? Le déjeuner est-il compris?

Wat moet vooral bezocht worden? Kunt U me...aanraden? Een stadbezoek* Een nieuwsgierigheid Waar vertrekken wij/we vandaan? Zal de bus ons oppikken? Hoeveel kost de excursie/tocht? Is het middagmaal* inbegrepen?



A quelle heure revenons-nous? Aurons-nous du temps libre? Peut-on louer un guide? Quelles sont les heures d'ouvertures? Quand le musée ferme-t-il? Combien coûte l'entrée? Peut-on prendre des photos? Y a-t-il une réduction pour...? Les enfants Groupes Handicapés Retraités Quel est ce bâtiment? Le peintre Le sculpteur Qui l'a bâti? A quand remonte la construction? Qui a peint ce tableau?

Om hoe laat komen we terug? Zullen we over vrije tijd beschikken? Mogen we een gids huren? Wat zijn de openingsuren?

Quand vivait-il? Nous sommes intéressés dans... Antiquités Artisanat Beaux-arts Economie Mobilier La peinture Entrée libre Appareils photos interdits C'est beau " affreux " impressionnant " magnifique " laid

Wanneer sluit het museum? Hoeveel bedragen de ingangskosten? Mag men fotos nemen? Is er een korting voor...? De kinderen Groepen Gehandikapten Gepensioneerden Welk gebouw* is dit/dat? De schilder De beeldhouwer Wie heeft het gebouwd? Sinds wanneer bestaat het gebouw? Wie heeft dit schilderij* geschilderd? Wanneer leefde hij/zij? We zijn geïnteresseerd in... Oudheid Vakwerk* Schone kunsten Ekonomie Meubilair* Het schilderij Vrije ingang Kamera’s/fototoestellen verboden Het is mooi " afschuwelijk/lelijk " indrukwekkend " wonderbaar/wondermooi " onooglijk

Distractions

Uitspanningen

Avez-vous un programme spectacle? A quelle heure débute ...? Un concert Un spectacle Une représentation Combien cela dure-t-il? Faut-il réserver à l'avance? Qu'y a-t-il au cinéma ce soir? Une pièce de théâtre Qui en est l'auteur? Les acteurs La vedette Le metteur en scène La salle de concert Qui est le chef d'orchestre? Reste-t-il des billets? Combien coûtent les places? Au balcon Dans une loge Nous sommes complets Tenue de soirée exigée Voulez-vous danser?

Hebt U een spektakelprogramma?* Om hoelaat begint/start...? Een concert* Een show/spektakel* Een optreden* Hoelang duur het? Moet men op vooraande voorbehouden? Wat is er vanavond in de bioscoop? Een theaterspel* Wie is de auteur ervan? De akteurs De vedette/ster De regisseur De concertzaal Wie is de kapelmeester? Bijven er (ingangs-)kaartjes* over? Hoeveel kosten de plaatsen? Op het balkon In een loge We zijn uitverkocht Avondkledij gevergd/verplicht Wilt U dansen?

Le sport

De sport

Athlétisme Aviron

Atletiek Roeien Comment dit-on...en néerlandais? - Hoe zeg je...in het Nederlands?


Course d'automobiles " cycliste " de chevaux Football Volleyball L'alpinisme L'équitation La natation Le patinage Voile La chasse La pêche Une patinoire Un match de rugby Quelles sont les équipes qui jouent? Un terrain de tennis " golf Quel est le tarif par heure?

Autorennen Wielersport Paardrennen/hippischrennen Voetbal Volleyball Bergklimmen Paardrijden Zwemmen Ijsschaatsen Zeilen Jagen Hengelen/Vissen Een schaatsbaan Een rugbymatch Welke ploegen spelen er?

Louer un terrain de tennis Une piscine couverte/plein-air

Een Een Wat per Een Een

tennisveld*/tenniscourt golfplein is het uurtarief/...het tarief uur? tennisveld*/tenniscourt huren openlucht zwembad*

A la plage

Op het strand

Une plage de sable/de gallets Nager sans danger Baignades interdites Attention requins! Les vagues Une planche à voile Le ski nautique La marée haute/basse Une barque Coquillages Un navire Un bâteau L'eau est profonde Les gardiens de plage Plage privée

Een zandstrand*/keienstrand* Gevaarloos/Veilig zwemmen Zwemmen verboden Opgepast, haaïen! De golven Een windsurfplank Waterski Vloed/eb Een schuit Schelpen Een schip* Een boot Het water is diep De strandbewakers Private strand*

Faire connaissance

Kennismaken

Permettez-moi de vous présenter... Je vous présente... Je m'appelle... Enchanté(e)! Ravi(e) de vous connaître Quel est votre nom? prénom? Où habites-tu? As-tu des frères et soeurs? Quelle age as-tu? As-tu un n de téléphone?

Mag ik U...voorstellen? Dit is... Mijn naam is... Ik heet... Aangenaam! Aangename kennismaking Wat is uw naam?/Hoe heet U? Wat is uw/je voornaam? Waar woon je? Heb je broers en zussen? Hoe oud ben je? Heb je een telefoonnummer?

Pour rompre la glace

Om het ijs te breken

Depuis combien de temps êtesvous ici? Est-ce votre premier séjour? Nous sommes venus l'an dernier Combien de temps restez-vous?

Sinds wanneer bent U hier? Is het uw eerste verblijf?* We zijn verleden jaar* gekomen Hoelang blijft U?/Hoelang blijven jullie?



Vous plaisez-vous ici? J'adore cet endroit D'où venez-vous? Que faites-vous comme métier?, Où habitez-vous? Quand partez-vous? Le paysage me plaît beaucoup Où logez-vous? Etes-vous seul(e)? " marié(e)? " célibataire? Voyagez-vous beaucoup? Je suis en voyage d'affaires Quelle belle journée! " affreuse " Il fait froid " chaud " venteux " tempêtueux Il y a du brouillard Il pleut Il neige Les prévisions météo

Valt het (U/je) hier mee? Ik hou van deze/die plaats Waar komt U vandaan?/Waar bent U afkomstig? Wat is uw betrekking? Waar woont U? Wanneer vertrekken jullie? Ik hou veel van dit landschap* Waar verblijt U? Bent U alleen? " gehuwd? " vrijgezel? Reist U veel? Ik ben met zakenreis Wat een gezellige dag! " afschuwelijke dag! Het is koud " warm " winderig " stormig/stormachtig Er is mist Het regent Het sneeuwt De weersvooruitzichten

Invitations

Uitnodigingen

Voudriez-vous dîner à la maison? Puis-je vous inviter à déjeuner?

Komt U thuis eten? Mag ik U om een middagmaal* uitnodigen? Kom vanavond iets drinken Een receptie Ik zal graag komen Om hoelaat moeten we komen? Mag ik een vriend(in) meebrengen? Bedankt voor deze gezellige avond Sorry, maar op die datum zijn we niet vrij Mag ik U (om) een drink aanbieden? Hebt U vuur?* Stoort het als ik hier zit? Wilt U met mij de bloemetjes buiten zetten? Wilt U gaan dansen? Wilt U even wandelen? Waar vinden we ons terug? Ik kom U op uw hotel* afhalen Mag ik U begeleiden? Mag ik even meewandelen?

Venez donc boire un verre ce soir Une réception Je viendrais volontiers A quelle heure faut-il venir? Puis-je amener un(e) ami(e)? Merci pour cette agréable soirée Désolé, mais nous ne sommes pas libres à cette date Puis-je vous offrir un verre? Avez-vous du feu svp? Puis-je m'asseoir ici Voulez-vous sortir avec moi? " "

aller danser? faire une promenade? Où nous retrouvons-nous? Je passerai vous prendre à l'hôtel Puis-je vous raccompagner? Vous pouvez répondre…

Zo kunt u antwoorden…

Très volontiers C'était une soirée merveilleuse Je me suis bien amusé(e)

(Heel) Graag Het was een gezellige avond Ik heb me goed vermaakt/geamuseerd Ik heb veel pret/plezier* gehad Dank U, maar ik heb geen tijd Dat interesseert me niet Daarin ben ik niet geïnteresseert Dat valt erg tegen Laat me met rust/Laat me gerust Het nog eens vragen is nutteloos Graag gedaan Hou op (met) mij te pesten

Merci, je n'ai pas le temps Cela ne m'intéresse pas Cela tombe mal Laissez-moi tranquille Inutile de me le redemander Il n'y a pas de quoi Arrêtez de me casser les pieds



Le monde des achats

De koopwereld

Boucherie Boulangerie Pâtisserie Charcuterie Traiteur Pharmacie Quincaillerie Poissonnerie Librairie Electricien Epicier Marché Marché aux puces Magasin de vêtements Marchand de vins Papeterie Soldes Liquidation Le gérant

Slager/Beenhouwer Bakker Banketbakkerij Spekslagerij Traiteur Apotheek Ijzerhandel Vishandel Boekhandel Elektricien Kruidenier Markt Vlooienmarkt Kledingshandel Wijnhandelaar Kantoorbenodigheden Solden Uitverkoop De beheerder

Offres et services

Aanbiedingen en diensten

Agence de voyage " immobilière Banque Blanchisserie Coiffeur pour dames " hommes Cordonnier Dentiste Médecin Teinturie Vétérinaire Poste de police Bureau de la poste

Reisagentschap* Makelaarskantoor* Bank Wasserij Dameskapper Herenkapper Schoenmaker Tandarts Dokter/arts Droogkuis Dierenarts Politiestation* Postkantoor*

Quelques expressions d'achats

Uitdrukkingen bij de aankoop

Pouvez-vous m'aider? Je cherche... J'aimerais... Pouvez-vous me montrer...? Celui/celle qui est dans la vitrine Combien coûte ce pull? Je le prends Je ne veux pas dépenser plus de... Ce n'est pas ce que je désire J'aime cette forme Quelle taille faites-vous ? Pouvez-vous me commander...? Cela prendra combien de temps? Le plus rapidement possible Pouvez-vous livrer à cette adresse? Un paquet Puis-je avoir un sac svp ? Je désire une quittance Pouvez-vous l'emballer Je désire échanger... Je voudrais être remboursé

Kunt U me/mij helpen? Ik zoek naar... Ik zou graag...willen hebben Kunt U me...tonen/laten zien? Degene/Hetgene in het uitstalraam

Nous manquons de... La caisse se trouve là-bas

Hoeveel kost deze pull? Ik neem het Ik wil niet meer dan...uitgeven Dit/dat is niet wat ik wens Ik hou van dit maaksel* Welke maat hebt U? Kunt U mij/me...bestellen? Hoelang zal het duren? Zo vlug mogelijk Kunt U het op dit adres leveren? Een pak*/pakje* Mag ik een zakje (hebben), aub? Ik wil graag een kwitantie Kunt U het inpakken? Ik wens...omruilen Ik wil/Ik zou graag terugbetaald worden We zijn (van)...te kort De kassa ligt/bevindt zich aan de



Le rayon... Le client La T.V.A. La facture Le document de transport La réclamation Je ne suis pas content La garantie Le ticket de caisse Appelez-moi le patron Je ne peux laccepter!

overkant De afdeling De klant De B.T.W. De faktuur Het vervoerdokument Het bezwaar Ik ben niet tevreden De waarborg Het kassaticket/kassabonnetje Roept U mij bij de baas Dat kan ik niet aanvaren!

Description des achats

Aankoopbeschrijving

Il doit être... Léger/chaud Solide Bon marché Long/court Cher Pas trop cher Petit Moyen Etroit(e) Très large La couleur Bleu, blanc, rouge Jaune, noir, vert Violet, brun, gris Rose, doré, argent Beige, kaki (Couleur) foncée " claire Blond Roux Transparent Sous garantnie Une marque connue

Dat moet...zijn Licht/warm Degelijk Goedkoop Lang/kort Kostelijk/duur Niet te duur Klein/Smal Medium/tussenmatig/gemiddeld Nauw Extra large/extra breed De kleur Blauw, wit, rood Geel, zwart, groen Paars/Purpel, bruin, grijs Roze, goud, zilver Beige, kaki Donker (kleur) Licht " Blond Rood Doorzichtig Onder waarborg/garantie Een bekend

Quelques articles

Enkele gereedschappen

Une ampoule/lampe Brosse à dents Un disque/un CD Une bouilloire Une poële Une casserole Un fer a repasser Un fusible Un rasoir Un réveil Un sèche-cheveux Une cassette audio Une rallonge/Fil électrique Une montre Une pendule Des boucles d'oreilles Un briquet Un collier Des couverts Une pierre précieuse Un p.de cigarettes avec filtre " sans " " légères/fortes Des allumettes

Een lamp Tandenborstel Een CD Een moor Een pan Een kookpan Een strijkijzer* Een zekering Een scheerapparaat* Een wekker Een haardroger Een tape cassette Een snoer Een (arm-)uurwerk* Een klok Oorringen Een aansteker Een halssnoer Het bestek Een edelsteen Een pakje* sigaretten met filter " zonder filter Licht(e)/Zwa(a)r(e) Lucifers



Des caramels/friandises Boussole Le cadenas La chaise longue Ciseaux Des clous Une corde Une pompe Une lampe de poche De la poudre à lessiver Un marteau Un ouvre-boîtes Un panier Des pinces à linge La cuisinière Des serviettes de papier Une tire-bouchon Un tournevis La trousse de secours Du matériel de vaisselle

Snoep Kompas* Het hangslot De ligstoel De schaar Spijkers Een touw Een pomp Een zaklamp Waspoeder/Wasmiddel* Een hamer Een blikopener Een mand Wasknijpers Het keukenfornuis Papierservetjes* Een kurkentrekker Een schroevedraaier Het eerstehulpverbandkastje Vaatgerief*

Quelques matières

Enkele stoffen

Coton Cuir Daim Dentelle Feutre Flanelle Laine Lin Satin Soie Tissu éponge " de jeans Velours Bois Fer Acier Cuivre Or Argent Plastique

Katoen* Leder* Suede* Kantwerk* Vilt* Flanel* Wol Linnen* Satijn* Zijde Sponsstof Denim/Jeansstof Fluweel* Hout* Ijzer* Staal* Koper* Goud* Zilver* Plastic*

Vêtements

Kledingstukken

Bas Chemise Chemise de nuit Chaussettes Collants Costume Culotte Imperméable Manteau Jupe Slip de bain Jeans Manteau de fourrure Pantalon Peignoir de bain Un pull à manches courtes/longues " sans manches " à col roulé " et cardigan

Kousen Hemd* Nachthemd* Kousen Nijlons/Pantys Kostuum* Slip(-je)* Regenjas Jas Rok Zwembroek Jeans(-broek) Pelsmantel Broek Badpeignoir* Een pullover met korte/lange mouwen Een pullover zonder mouwen Een nekpolo Een vestpullover/Een cardigan



Robe Salopette Sous-vêtements Soutien-gorge Tablier Veston Une ceinture Le mouchoir La cravatte Le foulard Le chapeau Le parapluie Le porte-monnaie Le bouton Le pyjama La fermeture éclair Le fil Lépingle Aiguilles Un centimètre (ruban) Bottes Chaussures Pantouffles Lacets

Jurk Overall Ondergoed* BH (Béhâ) Schort Jas/vest Een gordel De zakneusdoek De das De sjaal De hoed De paraplu De portemonnee De knop De pyjama De ritsluiting De draad De speld Naalden Centimeter(-band) Laarzen* (de laars) Schoenen Slippers Veters

Papeterie

Kantoorgerief

Le journal La carte routière Le guide de voyage Le livre Le dictionnaire Le roman La pièce de théâtre Livre(s) d'occasion " d'images " de poche Bandes dessinées Agenda Un bloc à dessin Le cahier Carnet d'adresses La carte postale Cartes à jouer De la colle Crayon (de couleur) Lélastique Encre Etiquettes La gomme Latte/règle Papier d'emballage Le stylo Le stylo à bille Le feutre Un taille-crayon La recharge La punaise La machine à écrire L´ordinateur L´imprimante Le traitement de texte Le disque dur La disquette

De krant De reiskaart De reisgids Het boek Het woordenboek Het roman Het theaterspel Tweedehandsboek(en)* Beeldenboek(en)* Zakboek(en)* Strips/Stripverhalen* Het agenda Een tekenblok Het schrift Adresboek* De postkaart Speelkaarten Lijm Het kleurenpotlood De rubberband De inkt Labels/Etikettes(-en) De gom Lat/liniaal* Inpakpapier* De vulpen De balpen De viltstift Een puntenscherper De vulling Het pennetje De schrijfmachine De computer De printer De tekstverwerker De harde schijf De floppy disk



Unités de mesure

Afmetingseenheden

1 kg. 100 g. 500 g.

1 cm 1 mm 1 km 1 L 1 T 10

Eén kilo(-gram) Honderd gram Eén pond/Eén halve kilo/Vijfhonderd gram Eén half pond/Tweehonderd vijftig gram Eén centimeter Eén milimeter Eén kilometer Eén liter Eén ton Tien graad

Magasin d'alimentation

Voedingswinkel

Puis-je me servir? Quelle sorte de fromage avez-vous ? Vendez-vous du pain? 1/2 kg de cerises Une livre de pommes Une boîte de pêches Un pot de confiture 1, 2, 3 tranches de jambon Une bouteille de vin " bière

Mag ik me (be-)dienen? Welk soort kaas hebt U?

En pharmacie

Bij de apotheek

Un coup de soleil Fièvre Grippe Mal de tête Nausée La piqûre d'insecte Un rhume La toux Bandage Emplâtre Gargarisme De la gaze Des gouttes pour le nez " les oreilles Des guouttes occulaires Insecticide Pansement adhésif Pastilles pour la gorge Cachets Pommade Somnifères Teinture d'iode Usage externe Poison Syrop contre la toux Préservatif Un répulsif contre...

Een zonneslag Koorts Griep Hoofdpijn Onpasselijkheid De insektenbeet Een verkoudheid De hoest Verband* Pleister* Mondspoeling Gaas Neusdruppels Oordruppels Oogdruppels Insectenspray Elastoplast/pleister Keelpastilles Tabletten Zalf Slaappillen Jodium Uitwendig gebruik* Gif* (vergif*) Hoestsiroop Condom Een afwerendmiddel* tegen...

Cosmétiques

Schoonheidsmiddelen

Bain mousse Brosse à dents Lime à ongles

Schuimbad* Tandenborstel Nagellijm

250 g.

Verkoopt U brood?* Eén halve kilo kersen Eén pond appelen Een blikje* perzieken Een jampotje Eén, twee, drie sneden/sneedjes ham Een fles wijn " bier*



Cotons à démaquiller Coupe-ongles Crayon à paupières Crème pour peau sèche/normale/ grasse/hydratante Une crème protectrice Mousse à raser Dentifrice Dissolvant Eau de toilette Eponge Fard à paupière Huile solaire Lame(s) de rasoir Lotion après-rasage Parfum Rouge à lèvres Savon Serviette de toilette Talc Bigoudis Brosse à cheveux Epingle à cheveux Laque Peigne Perruque Teinture (pour cheveux)

Make-upstikjes* Nagelclipper Ooglidpotlood* Crème voor droge/normale/ vettige huid Een beschermingscrème Scheerschuim Tandpasta Verdunner Toiletwater* Spons Oogmake-up* Zonolie Scheermesje(s)* After-shave Parfum* Lipstick Zeep Een handdoek Talk Rollers Haarborstel/haarkam Haarspeld Haarspray Kam Pruik Tinctuur (Haarverf)

Photographie

Fotografie

Un appareil photo Film couleur Diapositives Cassette Flash 24/36 poses Format Lumière de jour Développement Ultra sensible Copies Papier brillant " mat Pouvez-vous agrandir cette photo? Un obturateur Déclencheur Etui Grand-angle Téléobjectif Trépied Le film est bloqué Quelque chose ne va pas Le levier d'avancement

Een fototoestel Kleurenfilm Dias/Slides Cassette Flits 24/36 poses Formaat* Daglicht* Ontwikkeling Zeer gevoelig Prints/kopies Glans uitvoering Mat uitvoering Kunt U die foto vergroteren? Een lenskap(-je) De schakelaar Het etui/beschermingszakje* Brede hoek Telelens Drievoet De rol zit vast geklemd Er loopt iets mis De filmopwinder

Téléphoner

Telefoneren

Donner un coup de fil Téléphoner La cabine de téléphone Puis-je utiliser votre téléphone? Un annuaire téléphonique L'indicatif N de code La tonalité

Een foontje* geven Telefoneren/Opbellen De telefooncel Mag ik uw telefoon gebruiken? De telefoongids Het kennummer Codenummer* De tonaliteit



J'aimerais parler à... Qui est à l'appareil? A qui ai-je l'honneur? Pouvez-vous parler plus fort/lentement svp? Composer un numéro Je ne peux pas atteindre le n Nous avons été coupés Restez en ligne Ne raccrochez pas Je ne comprends pas C'est un faux n Puis-je laisser un message? " prendre un " Pouvez-vous dire que j'ai appelé? " demander de rappeler? Je rappellerai plus tard On vous demande au téléphone La ligne est occupée On ne répond pas Elle/il est absent(e) actuellement Le tél. est en dérangement Ce n n'est plus valide

Ik zou graag met...willen praten Wie is aan de hoorn Met wie heb ik de eer? Kunt U wat langzamer spreken, aub?

Au télphone

Aan de telefoon

Een nummer draaien Ik kan het nummer niet bereiken We werden afgesloten Blijf aan de lijn Hang niet op Ik begrijp U niet Dit is een verkeerd nummer* Kan ik een boodschap nalaten? Mag ik een boodschap opnemen? Kunt U zeggen dat ik opgebeld heb? " vragen mij terug op te bellen? Ik zal later terug opbellen U/Je wordt aan de telefoon gevraagd De lijn is bezet Er is geen antwoord* Ze/hij is afwezig voor het ogenblik De telefoon is momenteel gestoord Dit nummer* is niet meer geldig

Ha11o, Jans de Gand à l'appareil

Hallo, Jans van Gent aan het toestel Hallo, met Jan van Gent Je téléphone de Gand Ik telefoneer uit Gent A qui ai-je l'honneur? Met wie heb ik de eer (te spreken)? Voulez-vous répéter votre nom? Wilt u uw naam even herhalen? Voulez-vous me rappeler votre nom? Kunt u uw naam nog eens opgeven? Voulez-vous épeler votre nom? Kunt u uw naam spellen? Pouvez-vous me passer le poste 20, Kunt u me met toestel* 20 verbinden? svp? aub? Un instant, je vous passe le poste Een ogenblik, ik verbind u door Je vous préviens quand j'ai le Ik verwittig u als ik de dienst/het service/le numéro nummer heb Restez en ligne, M.Jans. Jessaie Blijf aan de lijn, M.Jans. Ik tracht datteindre M.Dupont M.Dupont te bereiken Un petit instant. Je l'appelle Een ogenblikje*. Ik roep hem Je vous passe le service Ik heb de dienst voor u Ik verbind u met de dienst door Monsieur Jans, vous avez M.Dupont Meneer Jans, u hebt M.Dupont (aan (en ligne) de lijn) M.Dupont ne peut pas vous parler M.Dupont kan u onmogelijk spreken Monsieur Dupont ne répond pas M.Dupont neemt niet op Je ne peux pas atteindre M.Dupont Ik kan M.Dupont niet bereiken Vous pouvez retéléphoner à 14 heures U kunt om 14u00 terug opbellen Dans l'après-midi, vous pouvez In de namiddag kunt u M.Dupont atteindre M.Dupont de ... à ... van... tot... uur bereiken Demandez à M.Dupont de me téléphoner Vraag M.Dupont mij vandaag nog terug encore aujourdhui au numéro op te bellen op nummer* 22.47.67 22.47.67 préfixe 091 kengetal* 091 Quand puis-je retéléphoner? Wanneer jan ik opnieuw telefoneren? Prendre note d'un message

Een boodschap noteren/opnemen

Voulez-vous laisser un message? Puis-je transmettre un message? Est-ce que je demande à M.Dupont de vous retéléphoner? Je note: "Téléphoner encore aujourd'hui à M.Jans"

Wilt u een boodschap achterlaten? Kan ik een boodschap overbrengen? Zal ik M.Dupont vragen u terug te bellen? Ik noteer:" M.Jans vandaag nog telefoneren"



Je note votre rendez-vous... Pouvez-vous faire savoir à M.Dupont que j'ai téléphoné? Je note votre appel téléphonique et préviens M.Dupont J'ai pris note de votre message

Ik noteer uw afspraak Kunt u M.Dupont laten weten dat ik gebeld heb? Ik noteer uw telefoon en verwittig M.Dupont Ik heb uw boodschap genoteerd

Chez le médecin

Bij de dokter

J'ai besoin d'un médecin, vite! Heures de consultations Un gynécologue Un pédiâtre Puis-je avoir un rendez-vous ? Dès que possible Cela fait mal Je ne peux pas remuer... L'articulation Bouche Bras Coude Doigt Main Dos Epaule Genou Pied Orteil Jambe Os Muscle Nerf Visage Tête Oeil Oreille Poignet Peau Poitrine Sein Veine Langue Vessie Coeur Côte Depuis combien de temps éprouvezvous ces troubles? La tension artérielle Vous devez rester au lit Un bilan de santé Ce n'est pas contagieux Je vais vous donner une piqûre Où avez-vous mal? Respirez profondément Etendez-vous ici Voici votre ordonnace Prenez une pilule avec un verre deau Avez-vous une mutuelle?

Ik heb een dokter nodig, vlug! Zittingsuren/Onderzoeksuren Een gynaecoloog Een kinderarts Kan ik een afspraak hebben Zo vlug mogelijk Het doet pijn Ik kan mijn...niet bewegen Het gewricht De mond De arm De elleboog De vinger De hand De rug De schouder De knie De voet De teen Het been Het bot De spier De zenuw Het gezicht/gelaat Het hoofd Het oog Het oor De pols De huid De borst De vrouwenborst De ader De tong De blaas Het hart De rib Sinds wanneer hebt U dit gevoel?

Accidents

Ongelukken

Il est arrivé un accident Mon enfant a fait une chute Il/elle est blessé(e)

Er is een ongeluk* gebeurd Mijn kind* is gevallen Ze/hij is gewond

De bloeddruk U moet in bed blijven Een gezondheidscheck-up Het is niet besmettelijk Ik ga U een spuitje* geven Waar hebt U pijn? Diep inademen Ga hier liggen Hier hebt U uw voorschrift Neem dit medicijn* met een glas* water* Hebt U een ziekenkasverzekering?



Son bras est cassé Sa cheville est enflée Je me suis coupé J'ai été piqué Un chien m'a mordu J'ai quelque chose dans l'oeil Quel genre de douleur est-ce? Vous devez passer une radio Il faudra vous plâtrer Avez-vous été vacciné contre...? Je vais vous donner un calmant Quels médicaments prenez-vous? C'est trop fort pour moi Il vous faut une infirmière Pourriez-vous avertir ma famille? Il vous faut une transfusion

Zijn/haar arm is gebroken Haar enkel is gezwollen Ik heb in... gesneden Ik werd door...gestoken " een hond gebeten Ik heb iets in het oog Wat voor pijn is dat? U moet een radio doorgaan U moet bepleisterd worden Werd U tegen... ingeënt? Ik zal U een pijnstiller geven Welke medicijn* neemt U? Dat is te sterk voor mij U hebt een verpleegster nodig Kunt U mijn familie verwittigen? U hebt een bloedtransfusie nodig

Bons vœux et salutation

Wensen en groeten

Meilleurs voeux Félicitation Joyeux anniversaire Joyeux Noël Bonne année Joyeuses Pâques Bonne chance Bon voyage Bonnes vacances Salutations

Beste wensen Gefiliciteerd Gelukkige verjaardag Vrolijke Kerstfeest Gelukkig Nieuwjaar* Vrolijk Paasfeest Veel geluk* Goede reis " /prettige vakantie Beste groeten

Répondre à des excuses

Verontschuldigingen beantwoorden

Ce nest rien Ce nest pas grave Ne vous en faites pas

Dat hindert niet Het is (helemaal) niet erg Dat geeft niet Zo erg is het niet Maakt u geen zorgen

Marquer l'accord

Ermee eens zijn

Oui (certainement) En effet Parfait Cela me convient parfaitement Je suis daccord avec vous sur ce point Précisément Soyez tranquille Faites-le Cest daccord Entendu

Ja (zeker) Inderdaad Goed zo Dat schikt me uitstekend Daar geef ik u gelijk in

Marquer le désaccord

Er niet mee eens zijn

Non, cela ne va pas Non, cela n'est pas possible Je ne suis pas daccord (avec cela) Je ne suis pas daccord avec vous

Nee, dat gaat niet Nee, dat kan niet Ik ga (daarmee) niet akkoord Ik ben het (daarover) niet eens met u Ik kan niet onmiddellijk op uw vraag antwoorden Ik kan u (die inlichting) niet geven

Je ne peux pas répondre immédiatement à votre question Je ne peux pas vous donner (ce ren-

Precies Wees gerust Doe dat maar (Dat is) in orde Afgesproken



seignement). Prendre contact avec quelqu'un

Met iemand kontakt nemen

Puis-je parler à monsieur Dupont?

Kan ik (even) (met) meneer Dupont spreken? Is meneer Dupont vrij? Is M.D. aanwezig/afwezig? Is M.D. op zijn kantoor? Ik heb een afspraak met M.D.; kan hij me nu ontvangen? Kunt u me aan M.D. aanmelden?

Monsieur Dupont est-il libre? Est-ce que M.D.est présent/absent? " dans son bureau? J'ai un rdv avec M.D.; peut-il me recevoir maintenant? Pouvez-vous mannoncer à M.D.?

Annoncer qu'une personne n'est pas libre ou est absente Je regrette, M.D.est absent " est en réunion " est en voyage " séjourne à létranger " vient de partir, mais il revient immédiatement " mais il revient dans quelques minutes Aanmelden dat iemand niet vrij of afwezig is Het spijt me, M.D.is afwezig " in vergadering " op reis " in het buitenland " is juist vertrokken, maar hij komt onmiddellijk terug " " maar hij komt binnen enkele " " minuten terug Proposer un rdv

Een afspraak voorstellen

Avez-vous un rendez-vous? Monsieur X est-il au courant de votre visite? Demandez un rdv à monsieur x Pouvez-vous revenir demain à la même heure? Dans l'après-midi, M.Dupont est ici de... à ... Voulez-vous un rendez-vous? Lundi à 10h00. Cela vous convient?

Hebt u een afspraak? Is meneer X op de hoogte van uw bezoek? Vraag meneer x een afspraak Kunt u morgen op hetzelfde uur* terugkomen? In de namiddag is M.Dupont hier van... tot... Wenst u een afspraak? (Op) Maandag om 10u00. Kan dat (voor u)?

Prise de contact avec un individu

Kontakt met iemand nemen

Puis-je parler à monsieur Dupont?

Kan ik (even) (met) meneer Dupont spreken? Monsieur Dupont est-il libre? Is meneer Dupont vrij? Est-ce que M.D.est présent/absent? Is M.D. aanwezig/afwezig? " dans son bureau? Is M.D. op zijn kantoor? J'ai un rdv avec M.D.; peut-il me Ik heb een afspraak met M.D.; kan recevoir maintenant? hij me nu ontvangen? Pouvez-vous mannoncer à M.D.? Kunt u me aan M.D. aanmelden?

Sur le plan judiciaire

Op gerechtelijk gebied



La loi Le tribunal La Cour La justice La Justice de Paix Le Tribunal de police Le Tribunal de 1ère Instance Le Tribunal correctionnel La Cour d'Appel La Cour d'Assise La Cour de Cassation Le Conseil de Guerre Assigner en justice Le code civil Le code pénal Le juge Le juge d'instruction La P.J. Laccusé Lavocat Le délit Linstruction Laccusé est interrogé Les témoins à charge Le procès Le Ministère Public Les témoins sont sous serment Laccusé est coupable/innocent La sentence Mettre en demeure

De wet De rechtbank Het Hof Het gerecht Het Vredegerecht Het politiegerecht De eerste Aanleg rechtbank De straffelijke rechtbank Het Beroephof Het Assizenhof Het Cassatiehof De Krijgsraad Voor het gerecht dagen Het burgerlijk wetboek Het strafwetboek De rechter De onderzoeksrechter De gerechtelijke politie De beklaagde De advokaat/de verdediger De overtreding Het onderzoek De beklaagde wordt ondervraagd De getuigen ten laste Het proces Het Openbaar Ministerie De getuigen staan onder ede De beklaagde is schuldig/onschuldig Het vonnis Aanmanen



mij

Recommend Documents