Middenb e emster V ier de k wadrant Be eldk waliteitplan
Middenb e emster V ier de k wadrant Be eldk waliteitplan gemeente Beemster 18 maart 2009 Projectnummer 2529
Inhoud Inleiding
7
Aanleiding
7
Locatie plangebied
9
Leeswijzer beeldkwaliteitplan
9
Analyse Beemster
11
Historie
11
Opbouw
12
Analyse Middenbeemster
17
Historie
17
Relatie Middenbeemster en landschap
21
Randen
21
Assen
27
Kwadranten
28
Spelregels
37
Randvoorwaarden
39
Algemeen
39
Landschap
39
Randen
39
Assen
39
Binnengebied
39
Bebouwing
41
Architectuur
41
Literatuurlijst
43
we g den Mi d
Rijp
er w
eg
Vierde kwadrant Middenbeemster (bron: Google Earth)
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
Inleiding Aanleiding Het Vierde kwadrant in Middenbeemster is in de streekplanuitwerking ‘Waterlands Wonen’ van de provincie Noord-Holland aangewezen als uitbreidingslocatie binnen de regio Waterland. Volgens het streekplan mogen 240 woningen worden gerealiseerd waarvan de ontwikkeling staat gepland voor na 2014. Inmiddels heeft het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) haar visie op de ruimtelijke ontwikkeling tot 2040 van Waterland vastgesteld. In de nota “Vitaal met Karakter” kiest het ISW voor het op peil houden van het bevolkingsaantal in de regio, behoud van het authentieke karakter N2
van het gebied en behoud van sociaal economisch vitale kernen. Voor Middenbeemster betekent dit
43
dat er, naast de 240 woningen die in 2006 zijn afgesproken in het kader van het streekplan, voor de No We
stb
eem
s te
ord
periode tot 2040 rekening gehouden wordt met nogmaals 240 woningen, dus in totaal 480 woningen, bee
ms
ter afronding van het Vierde kwadrant.
te r
r
Op 26 augustus 2008 is het Bestemmingsplan Vierde kwadrant vastgesteld door de gemeenteraad van Beemster. Op grond van de Streekplanuitwerking Waterlands Wonen dient bij een bestemmingsplan een beeldkwaliteitplan te worden vervaardigd dat in ieder geval uit de volgende vijf elementen moet A7 Mid
den
bee
bestaan: aandacht voor de ontwikkelingsgeschiedenis;
ms
aansluiting bij de ordeningsprincipes van het landschap;
te r
aansluiting bij de bebouwingskarakteristiek (architectuur, stedenbouw, openbare ruimte); inpassing van het plangebied in de wijdere omgeving (grotere landschapseenheid); N2
aandacht voor de bestaande kwaliteiten van het gebied en voor maatregelen om negatieve
44
effecten op deze kwaliteiten op te heffen. Voorliggend beeldkwaliteitplan is het resultaat van deze vraag en moet gezien worden als aanvulling op Zui
doo
stb
eem
het Bestemmingsplan Vierde kwadrant. Het vormt daarmee het toetsingskader voor een op te stellen s te
stedenbouwkundig plan. De beeldkwaliteit voor de bebouwing wordt in een later beeldkwaliteitplan
r
uitgewerkt.
De Beemster en omgeving M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
Locatie plangebied De gemeente Beemster ligt in het Nationaal landschap Laag Holland, vlakbij Amsterdam, Purmerend, Alkmaar en Hoorn. De A7, N243 en N244 vormen de belangrijkste ontsluitingswegen van de droogmakerij met de omgeving. Middenbeemster is het fysieke en functionele hart van De Beemster. Het plangebied vormt het zogenaamde Vierde kwadrant van het dorp en heeft een oppervlakte van circa 30 hectare. Het ligt in de zuidoosthoek van Middenbeemster, aan de assen Rijperweg en Middenweg. Aan de zuid- en oostzijde grenst het plangebied aan het open landschap. De in het bestemmingsplan gekozen en in het beeldkwaliteitplan overgenomen grens voor het Vierde kwadrant vormt een logische voortzetting van de huidige maatvoering van Middenbeemster. Het dorp krijgt daarmee, binnen de orthogonale structuur van De Beemster, een symmetrische opbouw.
Vanwege de unieke verkaveling en het uitzonderlijke voorbeeld van een door de mens geschapen architectonisch ensemble en landschap, is De Beemster in 1999 door de UNESCO opgenomen op de lijst van werelderfgoederen. Hierbij golden de volgende overwegingen: De Beemster is een meesterwerk van creatieve planning, waarin de idealen van de Oudheid en de Renaissance zijn toegepast in het ontwerp van een droogmakerijlandschap; het innovatieve en visionaire landschap van de polder De B eemster heeft diepe en blijvende invloed gehad op droogmakingsprojecten in Europa en daarbuiten; de totstandkoming van de polder De Beemster markeert een grote stap vooruit in de relaties tussen mens en water in een b elangrijke periode van sociale en economische ontwikkeling. Droogmakerij De Beemster is daarmee een door mensen g eschapen creatief meesterstuk, waarbij de 17e-eeuwse idealen nog steeds goed waarneembaar zijn in het totale gebied.
Voorliggend beeldkwaliteitplan brengt op basis van een breed ingestoken analyse de huidige kwaliteiten van De Beemster, Middenbeemster en het Vierde kwadrant in beeld. Deze kwaliteiten zijn vertaald in een zestal spelregels voor de opzet van een toekomstig stedenbouwkundig plan.
Leeswijzer beeldkwaliteitplan In het eerste deel wordt in een ruimtelijke analyse uiteengezet hoe De Beemster is opgebouwd. Op deze manier kan de analyse van Middenbeemster, die hierop volgt, geplaatst worden in een groter cultuurhistorisch, landschappelijk en ruimtelijk kader. Op basis van deze uitgebreide analyse wordt vervolgens een visie gegeven op de ruimtelijke structuur van het totale dorp. Hieruit volgen dan de kaders en randvoorwaarden voor het Vierde kwadrant.
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
kavelkaart De Beemster 1625 10
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
Analyse Beemster Historie In 1612 is De Beemster geheel drooggelegd en in 1999 is de droogmakerij vanwege de bijzondere verkaveling en het menselijk ingrijpen in het landschap, door UNESCO uitgeroepen tot werelderfgoed. In de bijna 400 jaar ertussen heeft zich een rijke geschiedenis afgespeeld waarmee De Beemster als eerste belangrijke droogmakerij gezien kan worden. Het is een zeer rijke polder waarin een grote eenheid tussen landschap, water- en wegenstructuur en bebouwing aanwezig is. Vanaf de drooglegging vestigden zich er al snel rijke kooplieden uit Amsterdam die er lusthoven en buitenplaatsen aanlegden. Namen als ‘Komt en gaat in vrede’, ‘Niet zonder hoop’ en ‘Weltevreden’ spreken tot de verbeelding. Rond het begin van de 19e eeuw begonnen de buitenplaatsen langzaam plaats te maken voor tuinders en rentenierende veehouders die er hun eigen samenleving vestigden. Enkele van de laatste grote buitens zijn in de tweede helft van de 19e eeuw verdwenen. Wel resteren er nog talrijke boerderijen en woonhuizen van de 17e-, 18e- en 19e eeuw. Met name de karakteristieke stolpboerderij komt veelvuldig voor. De polder is grotendeels in authentieke staat gebleven. Hij wordt nog steeds gekenmerkt door een weidse openheid en door verkaveling en landgebruik die teruggaan op en aansluiten bij die van de 17e eeuw.
In De Beemster zijn vier dorpen te onderscheiden met Middenbeemster als oudste en belangrijkste. Middenbeemster is een typisch kruispuntdorp, gesticht op het kruispunt van wegen. Het dorp groeide, met het plein en de kerk op het kruispunt, als snel uit tot het centrum van de Beemster. Noordbeemster, ook gesticht op het kruispunt van twee wegen, is het kleinste dorp in De Beemster. Het kruispuntdorp ervaar je niet zoals in Middenbeemster omdat het vooral als een lint van huizen in oost-westrichting en een lint van boerderijen en grote gebouwen in noordzuidrichting is gegroeid. Westbeemster is een katholieke enclave in de protestantse droogmakerij. Het ligt aan een hoofdas, tussen twee kruispunten. Het dorp is in de jaren 50 in westelijke richting uitgebreid met een buurtje rond de kerk. Zuidoostbeemster is het op één na grootste dorp. Het wordt ook wel de ‘Tuinhoek’ genoemd vanwege het rijke tuindersverleden. Nadat de buitenplaatsen verdwenen waren, werden er tuinders- en rentenierswoningen gebouwd.
De Beemster 1607 M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
11
Opbouw Beemster als landschappelijke eenheid De Beemster heeft een sterke ruimtelijke identiteit. De droogmakerij is opgebouwd uit een aantal elementen die van klein tot groot een samenhangend geheel vormen. Karakteristiek zijn de openheid, rechtlijnigheid, het strakke ritme, de schaal, de begrenzing door de dijk, het groen langs de wegen en op de erven en de statige agrarische bebouwing van vroeger. Het is van belang deze samenhang van ruimtelijke kenmerken mee te nemen in de planvorming om de identiteit van De Beemster te behouden.
Contrast De Beemster neemt een bijzondere plek in het Nederlandse landschap in. Door de dijk met de Beemsterringvaart is het gebied een eiland, introvert en los van zijn omgeving. Nergens in De Beemster is gebouwd tot aan de dijk, hoewel de kern van Zuidoostbeemster al aardig dicht tegen Purmerend aan is gegroeid. De dorpen Schermerhorn, Oosthuizen en De Rijp, vroeger aan het meer gelegen, grenzen nu aan de ringdijk en Purmerend is uitgegroeid tot stad tegen de dijk.
Gridstructuur Binnen de grillige contour van de ringdijk is De Beemster opgebouwd uit een heldere gridstructuur van wegen en waterlopen. Het grid is te verdelen in modules van één zeemijl, namelijk 1.852 x 1.852 meter. Deze bestaan weer uit blokken van 926 x 926 meter, die weer verdeeld zijn in vijf kavels van 185 x 926 meter. Dit ordeningsprincipe stamt uit de 17e eeuw en is terug te zien op de Kopergravure uit deze tijd. De enige afwijkende lijnen in het grid zijn te vinden in Zuidoostbeemster: de knik in de Purmerenderweg en de bocht in de later aangelegde A7 wijken af, zodat het Noordhollandsch Kanaal loodrecht gekruist kon worden.
randen 12
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
N2
43
A7
N2
modules
44
wegenstructuur M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
13
waterstructuur 14
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
korrelstructuur
Waterstructuur De Beemster bestaat uit een aantal tochten op een onderlinge afstand van 1.800 meter, die veelal loodrecht aansluiten op de Ringvaart. De tochten liggen precies tussen het stramien van wegen die eveneens op de maat van 1.800 meter liggen. Op deze manier worden zowel met de hoofdwatergangen als de wegen modules van 1.800 x 1.800 meter gevormd. Tussen de tochten liggen sloten die de afstand overbruggen van de tocht tot de wegsloot en samen het verkavelingspatroon zichtbaar maken. De historische sloten, al zichtbaar op de Kopergravure, hebben een onderlinge afstand van 180 meter. Later zijn er nog extra sloten tussen gegraven op een onderlinge afstand van 90 meter. Opvallend is het verschil in richting van de sloten tussen de tochten. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de bodem van het oorspronkelijke meer die niet overal gelijke hoogte had. De sloten zijn zo gegraven dat ze in de afwateringsrichting liggen. De sloten in het Vierde kwadrant wijken in richting af van de overige kwadranten in Middenbeemster.
Boerengrid en burgergrid Langs de gridstructuur zijn aan de korte kant van de kavels losse bebouwingskorrels ontstaan en een aantal kernen, waarvan de kernen Middenbeemster en Zuidoostbeemster de grootste zijn. De dorpen onderscheiden zich van de losse korrelstructuur van De Beemster door de combinatie van ruime burgerhuizen en bijzondere bebouwing. De ruim opgezette, grove bebouwingskorrels met grootschalige architectuur langs het grid van de droogmakerij vormen samen de linten en behoren tot het ‘boerengrid’. Dit vormt een duidelijk contrast met het kleinschalige, compacte ‘burgergrid’ in Zuidoostbeemster, veroorzaakt door de schaalverkleining die door de tuindersfunctie in het gebied is aangebracht.
boeren- en burgergrid M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
15
BP Middenbeemster 1942
Middenbeemster 1857 16
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
Middenbeemster 1950
Middenbeemster 1971
Analyse Middenbeemster Historie Middenbeemster is gesticht op de kruising van de twee assen Middenweg en Rijperweg en ligt precies in het hart van De Beemster. Het typische kruispuntdorp heeft een rechthoekige openbare ruimte als kruispunt en is daarmee uniek in Nederland. Rond de kerk met plein ontstond een clustering van centrumfuncties als een veemarkt, Heerenhuis, weeshuis, school en korenmolen. De assen hebben zich ontwikkeld tot kleurrijke linten met een eigen structuur, wisselende korrelgrootte en een menging aan bebouwingstypes. De linten onderling vertonen ook verschillen in opbouw, korrel en uitstraling.
In de periode vanaf de Tweede Wereldoorlog tot nu, zijn de gebieden achter de linten ingevuld. In eerste instantie gebeurde dit aan de westzijde van het kruispunt over een maat van 180 meter, tot de eerste kavelsloot, ten noorden en zuiden van de Rijperweg. Op de bestemmingsplankaart uit 1942 is nog duidelijk te zien hoe dit gebied werd omzoomd door een dubbele bomenrij en een watergang. Een structuur die momenteel nog herkenbaar is in het dorp. In de jaren zestig is langs de noordwestrand een tweede strook van 180 meter, tot de tweede kavelsloot, bebouwd. Deze maat is in de jaren beschermd dorpsgezicht
zeventig van de vorige eeuw ook bepalend geweest voor de uitbreiding aan de zuidkant. In de jaren tachtig is ten oosten van het kruispunt vrijwel in één bouwstroom tot de tweede kavelsloot gebouwd. Momenteel zijn drie van de vier kwadranten rond het kruispunt Middenweg en Rijperweg bebouwd waarbij de afstand tot de tweede kavelsloten de maat en de rechthoekige vorm van het dorp bepaalt. Aan de opzet en de structuur van de verschillende uitbreidingen is goed te zien uit welke periode ze stammen.
Het dorpshart rond het centrale assenkruis, is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Hierbij horen de bebouwing, waterlopen en bruggen en het centrale plein.
Middenbeemster 2000 M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
17
18
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
19
relatie Middenbeemster-landschap 20
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
Relatie Middenbeemster en landschap Middenbeemster ligt als een strak omkaderd dorp in het weidse landschap van De Beemster. Het voegt zich in het landschapspatroon van De Beemster. Zo lopen sloten door vanuit het landschap in het dorp en is het gebouwd volgens de orthogonale structuur van De Beemster. Maar Middenbeemster vormt ook een sterk contrast met de uitgestrektheid van het landschap. Als je het dorp nadert vormen de bebouwingsranden met opgaande beplanting in het verticale vlak steeds meer een onderbreking van deze openheid. Vanuit het dorp is het omringende landschap op enkele plekken zichtbaar, namelijk langs de assen waar je over de velden wegkijkt en op enkele plekken in de woonwijken waar lange lijnen doorlopen tot buiten. Vanuit de omgeving zie je Middenbeemster al op afstand liggen. Met name de kerk, als hoogste zicht van noordwestkwadrant naar buiten
zicht van noordwestkwadrant naar buiten
punt, springt eruit. De langgerekte vorm van het dorp en de lage bebouwing passen goed bij het open karakter van de droogmakerij.
Randen De randen van de drie bebouwde kwadranten zijn wisselend van karakter en kwaliteit. In het noordwestkwadrant hebben de woningen een duidelijke relatie met het landschap doordat overwegend voor- en zijgevels naar buiten zijn georiënteerd. De rand is over de hele lengte openbaar toegankelijk, overal voor langzaam verkeer en deels voor de auto. Bomen bepalen langs de noordrand het groene beeld en vormen een duidelijke begrenzing met het open landschap. Nader je het dorp vanaf de westkant dan zijn achterkanten van bedrijfshallen en loodsen de eerste ontmoeting met Middenbeemster. De enkele bomenrij onttrekt deze nog enigszins aan het zicht. Bij het zuidwestkwadrant wordt de zuidrand gevormd door achterkanten van woningen. De wijk is zicht van noordoostkwadrant naar buiten
zicht van noordoostkwadrant naar buiten
hier naar binnen gericht waardoor er geen relatie met het landschap is. Deels is de rand openbaar, maar deze wijkontsluiting heeft geen echte relatie met de woningen. Naar het westen wordt de rand bepaald door het open, groene karakter van woon- en werkgemeenschap Breidablick. Hier zorgt een onderbreking van de bomenstructuur voor een gat in de omkadering van het dorp. Op de kop van het dorp liggen weer de achterkanten van het bedrijventerrein. Op enige afstand (circa 90 meter) van de rand is een rondweg aangelegd die met een bocht aansluit op de Middenweg. In het noordoostkwadrant liggen vooral voor- en achterkanten naar het landschap. Alleen bij de voorkanten is de rand toegankelijk voor auto en langzaamverkeer. Bij de achterkanten reikt de tuin tot aan het landschap en staan er zelfs bordjes ‘verboden toegang’. Bij de uitbreiding aan de oostzijde (start bouw 2009) van dit kwadrant grenzen achterkanten aan het groen maar loopt er wel een openbaar pad voor langzaam verkeer langs.
noordrand
zicht vanuit noorden M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
21
achterkant voorkant zijkant ontsluiting auto ontsluiting langzaamverkeer 22
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
randen bebouwing
noordwestkwadrant woonstraat langs rand
noordwestkwadrant voetpad langs rand
zuidwestkwadrant, achtertuinen naar landschap
noordoostkwadrant, voetpad langs rand
noordoostkwadrant, eigendom tot landschap
onderbreking in beplanting bij Breidablick M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
23
24
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
randen groen 25
achterkant voorkant zijkant ontsluiting auto ontsluiting langzaamverkeer 26
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
assen
Assen De assen Middenweg en Rijperweg zijn de structuurdragers van Middenbeemster en hebben elk een eigen karakter. Verschillende kappen, prominente daklijsten, siergevels, menging van korrels en verschillende materialen en kleuren komen naast elkaar voor. Langs de Middenweg staat overwegend historische bebouwing en ook ten westen en ten oosten van het kruispunt, tot halverwege de dorpskern is dit het geval langs de Rijperweg. Ten noorden van de kern heeft de as een kleine korrel. Kleine huisjes staan dicht op elkaar en worden ontsloten door bruggen. Aan de as ten zuiden van de kern staan grote panden op ruime afstand van elkaar en de weg en worden ontsloten door bruggen. De diepe, groene voortuinen bepalen het statige beeld van deze as die tevens de hoofdentree van het dorp vormt. De as kent een verdichting richting de noorden Middenweg, kleine korrel
zuiden Middenweg, grote korrel
kern. Op het kruispunt is de bebouwing overwegend één laag met kap, de kerk blijft het hoogste punt. Ten westen van de kern, ter hoogte van het voorzieningencentrum, is de oorspronkelijke wegsloot langs de Rijperweg gedempt. Samen met het assenkruis vormt dit deel de centrumfunctie van het dorp met winkels en horeca. Het water heeft plaats gemaakt voor een ruimer wegprofiel met parkeren. Waar de sloot nog wel loopt worden woningen overwegend ontsloten door een ventweg waardoor het ruimtelijk profiel van de as erg ruim is. De bebouwingskorrel is klein. Naar het einde van de as ligt een paar woningen met de achterzijde naar de Rijperweg, een voetpad zorgt hier nog voor een enigszins openbaar karakter langs de sloot. Verder naar buiten is de relatie tussen bebouwing en as verstoord doordat de locatie Breidablick zich met een brede groenstrook van de weg afkeert en de bebouwing op het bedrijventerrein met de achterkant of zijkant naar de weg is georiënteerd. Aan de zuidzijde van de Rijperweg grenzen twee mooie hofjes aan de straat. Deze worden direct ontsloten vanaf de as. De oostas is aan beide zijden van de straat anders opgebouwd. Aan de zuidzijde van de Rijperweg
westen Rijperweg, kleine korrel
kruispunt
liggen boerderij-erven terwijl aan de noordzijde een woonwijk wordt ontsloten. De woningen aan deze zijde worden niet direct op de as ontsloten maar via een ventweg of via de buurt. Bij de ventweg liggen de voorkanten naar de as maar is het ruimtelijk profiel erg ruim. De woningen die vanuit de buurt worden ontsloten liggen met de achtertuinen naar de Rijperweg, soms zelfs met schuttingen afgezoomd, wat de kwaliteit en beleving van het dorp niet ten goede komt. De nog te realiseren woningen aan de oostzijde hebben een ‘pronkzijde’ naar het lint (in het bestemmingsplan is dit als voorzijde bestemd), terwijl de ontsluiting vanuit de buurt plaatsvindt en ook de voordeur hier ligt.
De relatie tussen bebouwing en as is goed waar woningen met de voorzijde naar het lint zijn georiënteerd, hier ervaar je dat je in het dorp bent. Langs de Middenweg is dit langs de hele as. Aan de Rijperweg is dit aan de westzijde pas voorbij Breidablick en aan de oostzijde pas als je bijna bij het kruispunt bent. De individuele bruggen zijn daarbij karakteristiek, een ventweg zorgt voor een erg ruim profiel. hofje aan Rijperweg
oosten Rijperweg M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
27
Kwadranten Opbouw en structuur De drie bebouwde kwadranten hebben elk een eigen sfeer en karakteristiek. Dit heeft te maken met de tijd waarin ze zijn ontstaan en de bij die tijd horende structuren en bouwvormen. Aan de verharding in de wijken zijn de sporen van de tijd goed zichtbaar. Lange, continu doorgaande straten
1
delen kwadrant 1 en 2 op in grote velden met bebouwing, dit geeft rust in het gebied. In kwadrant 3 hebben de straten veel bajonetten, lopen straatjes dood en is er ook veel meer verharding gebruikt. Onregelmatige profielen zorgen er voor dat het kwadrant veel meer in kleine eenheden wordt opgesplitst waarmee wordt afgeweken van de Beemstermaat. De interne structuur binnen de bebouwde kwadranten refereert nog enigszins aan de Beemstermaat. De blokken van 180 x 180 meter zijn soms nog wel herkenbaar in de wegen,- water- en groenstructuur,
2
uitbreidingen jaren 50-80 lange continue lijnen, grote bebouwingsvelden Beemstermaat is zichtbaar in wegen- en groenstructuur intern bijzondere functies groene openbare rand langs woongebied schaalsprong naar bedrijven aan westzijde uitbreidingen jaren 50-90 duidelijk buurten te onderscheiden intern bijzondere functies afwijking gridstructuur bij Breidablick schaalsprong naar bedrijven aan westzijde
uitbreidingen jaren 80-heden groene en ruime opzet onregelmatige straatprofielen, kleine bebouwingsvelden structuur wijkt af van Beemstermaat
3
? 4
maar vaak gaat het ook net niet goed en verspringen sloten of gaat bebouwing er dwars doorheen. Zo is in de drie bebouwde kwadrant een duidelijk verschillend verkavelingsprincipe zichtbaar om de inefficiënte maat van 180 meter op te vangen. In kwadrant 1 is er onder andere gekozen voor twee en een halve blokmaat evenwijdig aan de kavelsloot. Dit betekent dat langs deze sloot achtertuinen
karakteristieken kwadranten
zijn gesitueerd. Ook komt hier het principe van een blok evenwijdig aan de sloot voor aangevuld met blokken haaks hierop. Op deze manier zijn zowel voorkanten naar het landschap als de kavelsloot georiënteerd en vormen de woonstraten lange (zicht)lijnen naar het landschap. Ook de meest efficiënte oplossing met bouwblokken haaks op de kavelsloot komt hier voor. Hierdoor liggen altijd de koppen van een blok, dus de zijgevel, naar de sloot. In kwadrant 2 is gekozen voor een tweetal ‘super’blokken waardoor de totale maat van 180 meter wordt ingevuld. Deze blokken zijn erg naar binnen gekeerd. In kwadrant 3 is in de verkaveling steeds een combinatie van blokken evenwijdig aan de sloot en haaks erop toegepast waardoor de maat wordt opgevangen. Dit levert een grote variatie aan principes op waardoor soms zijgevels tegenover voorgevels liggen, zowel voor- als achterkanten naar het landschap zijn georiënteerd en het openbaar groen deel uitmaakt van het patroon. Voor het Vierde kwadrant zal gezocht moeten worden naar een verkavelingsprincipe dat past binnen de maat van 180 meter en zorg draagt voor ruimtelijke kwaliteit. Dit betekent dat er geen achterkanten naar het openbaar gebied mogen worden georiënteerd en dat er in principe voorkanten naar de kavelsloten en het landschap zijn gericht.
Bebouwing De bebouwingsrichting in de kwadranten volgt de orthogonale structuur maar reageert niet specifiek op de oorspronkelijke slotenrichting die van oost naar west loopt. De eerste uitbreidingen liggen achter de Rijperweg aan de westzijde van het kruispunt. In kwadrant 1 en 2 zitten, dicht bij het verharding 28
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
bebouwingseenheden met interne structuur M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
29
intern blauw carré en groene zones 30
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
kruispunt, met name woningen uit de jaren 50 met een mix aan bebouwingstypes en stijlen van overwegend één en twee lagen met kap. In kwadrant 1 komen korte rijtjes van twee lagen met een kap en tweekappers voor met aan de westrand vrijstaande woningen van één laag met kap. Centraal in het kwadrant is een cluster van voorzieningen met een wat grotere korrel. Met het bedrijventerrein aan de westzijde is in de jaren 70-80 een flinke schaalsprong gemaakt. De bebouwingseenheden sluiten redelijk aan op de Beemstermaat. Kwadrant 2 kent naast het oude deel achter de linten, twee naar binnen gekeerde hoven uit de jaren 70. De hoven hebben een binnengebied en een buitenrand die ook naar binnen gericht is waardoor er geen relatie met de omgeving is. Locatie Breidablick vormt met haar organische en open structuur een afwijking op het Beemstergrid. Hier is de bebouwing los in het groen gegroepeerd. Net als in kwadrant 1 zorgt aan de westrand een strook bedrijven voor een schaalsprong. In kwadrant 3 zorgt de sterke water- en groenstructuur voor samenhang in de openbare ruimte. Doordat een groot deel van de buurt echter in één keer is gebouwd, is de Beemstermaat moeilijk herkenbaar en oogt de buurt als één grote bebouwingseenheid. De buurten liggen bovendien direct 3D impressie Middenbeemster
aan de as waardoor er geen typische lintbebouwing is. De bebouwing bestaat uit lange rijen in het binnengebied en een lossere korrel richting de randen.
Water en openbaar groen In de drie bebouwde kwadranten zijn de sloten oost-west gericht. Opvallend is dat de sloten in het Vierde kwadrant juist in noord-zuidrichting lopen. Deze vormen een waardevol element in het ontwerp van de droogmakerij. In kwadrant 1 is nog maar weinig zichtbaar van het oude slotenpatroon. De oorspronkelijke kavelsloot loopt vanaf de Middenweg tot het hart van het kwadrant. Een nieuwe sloot staat hier, vanaf de Rijperweg, haaks op. De sloten worden begeleid door groen en (langzaam) verkeer. Een bredere groenzone markeert in het hart van het kwadrant de plek waar beide sloten bij elkaar komen. De sportvelden vormen samen een grote, groene ruimte van de Rijperweg naar de buitenrand. In kwadrant 2 is hetzelfde principe zichtbaar. Hier loopt ook een sloot vanaf de assen naar het hart van het kwadrant en verder. Een groenblauwe as verbindt de Rijperweg, tussen begraafplaats en ijsbaan, met de buitenrand. Van oudsher loopt er al een laantje vanaf de Middenweg, langs de sloot naar de begraafplaats in het hart van het kwadrant. Breidablick vormt een grote, groene en open zone vanaf de as naar de rand. Hoewel het een openbaar toegankelijk groengebied is, heeft het een besloten karakter. In kwadrant 3 zit veruit het meeste groen en water. Het onderstreept de orthogonale structuur. Ook hier lopen weer twee sloten vanaf de assen naar het hart van het kwadrant waarbij de oorspronkelijke
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
31
kavelsloot nog mooi doorloopt tot de rand. Waar de twee elkaar kruisen is de groene ruimte breder en vormt het een open plek in de wijk. In dit kwadrant loopt een brede groene zone, met daarin het gemeentehuis en een trapveld, van de Rijperweg naar de rand.
Bekijk je de drie kwadranten samen dan is zichtbaar dat er met de loop van sloten een intern blauw carré gevormd wordt. Dit blauwe carré wordt begeleid door openbaar groen en overwegend langzaam verkeer. Ook heeft elk kwadrant een brede groenzone met bijzondere functies, die een verbinding vormt tussen de assen en het buitengebied. Vanaf de linten ervaar je het doorgaande karakter tot de rand echter nagenoeg niet. In het Vierde kwadrant kunnen deze elementen, samen met de kavelsloten, worden ingezet als structurerende elementen.
Functies Voorzieningen zijn op kruispunten van belangrijke lijnen gesitueerd. De winkel- en horecafuncties zit-ten in hart van het dorp, waar ook de kerk ligt. Langs de Middenweg, ten zuiden van het kruispunt liggen enkele musea en de VVV. In kwadrant 1 ligt een cluster van onder andere een school, jongeren-centrum, functies
speeltuin en bibliotheek. In kwadrant 2 ligt in het midden van het kwadrant de begraafplaats en een ijsbaan. In kwadrant 3 staat, vlakbij het kruispunt, het gemeentehuis. Wat door inwoners van Middenbeemster wordt gemist is een recreatief uitloopgebied bij het dorp.
wonen bijzondere woonvorm maatschappelijk dienstverlenend kerk museum gemengd, winkels en horeca volkstuinen speeltuin begraafplaats sportvoorziening bedrijven
32
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
3D impressie kwadrant noordwest M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
33
3D impressie kwadrant zuidwest 34
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
3D impressie kwadrant noordoost M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
35
assen slotenstructuur blauw kader intern blauw carré bijzondere interne plek/functie bebouwing rondom bijzondere plek structurerend groen van as naar buitenrand groene zone groene openbare rand Vierde kwadrant assen buurten Vierde kwadrant 36
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
spelregels Vierde kwadrant
Spelregels Vanuit de analyse en de daaraan gekoppelde conclusies is een zestal spelregels opgesteld die samen het kader vormen voor het stedenbouwkundig ontwerp. Ze worden hier beknopt toegelicht en in het volgende hoofdstuk nader gespecificeerd met extra randvoorwaarden.
In de drie bebouwde kwadranten is de Beemstermaatvoering niet altijd het uitgangspunt geweest bij ontwikkeling. Op enkele plekken wijkt de water-, groen- en wegenstructuur af van het systeem. In kwadrant 1 en 2 zijn delen van de oorspronkelijke sloot bijvoorbeeld verdwenen. Voor het Vierde kwadrant is het van belang dat hier wel goed wordt omgegaan met het historische slotenpatroon en de maatvoering van 180 x 180 meter. Aansluiten op de Beemstermaat, het landschap en het rationele patroon zijn uitgangspunten voor de invulling van het Vierde kwadrant. De kavelsloten vormen hierin als zichtassen van en naar het landschap een belangrijk element.
Tussen de kwadranten onderling is er een sterke mate van samenhang. Deze samenhang zit vooral in de openbare ruimte die de kwadranten aan elkaar schakelt. De drie bebouwde kwadranten worden langs de buitenrand omkaderd door brede sloten, grotendeels begeleid met bomen. huidige situatie
Dit principe herhaalt zich in een intern blauw carré dat over de assen doorloopt. In de drie bebouwde kwadranten worden deze sloten begeleid met aan beide kanten openbaar groen. Intern en extern kader zijn aanknopingspunten om toe te passen in het Vierde kwadrant en zo dit laatste veld aan te laten sluiten op de bestaande kwadranten.
Centraal in elk kwadrant, binnen de hoek van het blauwe carré zijn bijzondere functies gesitueerd, evenwijdig aan de oorspronkelijke kavelrichting van het kwadrant. Vanuit deze bijzondere plekken loopt in elk kwadrant één straat noord-zuid gericht vanaf het lint helemaal door tot de rand. De weg wordt begeleid door groen en/of water. Spelregels Vierde kwadrant
Naast dit carré met de groene plekken heeft elk bebouwd kwadrant een grotere groene zone die
Waterstructuur Kopergravure handhaven
doorloopt van het lint richting het buitengebied. In het vierde kwadrant ligt deze zone, als gevolg van
Het Vierde kwadrant wordt in het verticale vlak afgerond door een groene, openbare rand met
de gedraaide kavelrichting, met de lange zijde langs het landschap.
bomen. Blauwe carré afmaken en zo de koppeling maken met de drie bebouwde kwadranten.
Voor het historisch behoud en besef zal bekeken moeten worden in hoeverre de bestaande erven in het
Bijzondere plek en/of functie gekoppeld aan blauwe carré, evenwijdig aan de kavelsloten.
gebied kunnen transformeren. Het behouden van een boerenerf en dit te koppelen aan bijvoorbeeld
Groene zone maakt schakel Vierde kwadrant-buitengebied en staat loodrecht op het slotenpatroon.
een Beemstereducatiecentrum, kinderboerderij of recreatiefunctie met verkoop van streekeigen
Bestaande erven in het plangebied kunnen transformeren van agrarisch bedrijf naar woonerven met
producten kan bijdragen aan het behoud van de Beemster identiteit.
(recreatieve) nevenactiviteiten voor het hele dorp.
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
37
randvoorwaarden Vierde kwadrant 38
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
Randvoorwaarden Algemeen
De rand kan op enkele plekken, over maximaal 180 meter, toegankelijk zijn voor autoverkeer. Deze
Binnen het kader, dat wordt gevormd door de in het vorige hoofdstuk genoemde spelregels, is voor een
afwisseling in profielmaat en daarmee de oriëntatie en positionering van de bouwblokken is daarmee
aantal onderdelen van het Vierde kwadrant randvoorwaarden opgesteld. De randvoorwaarden zijn een
vergelijkbaar met de noordrand in kwadrant 1. Bij de bebouwde buitenrand van het Vierde kwadrant
verdere uitwerking van de spelregels. Ze zijn op een zodanige manier geformuleerd dat er voldoende
mogen alleen voorkanten, afgewisseld met zijkanten, naar het landschap gericht. De uiterste rand van
vrijheid blijft voor het stedenbouwkundig plan. De spelregels en randvoorwaarden vormen samen de
het dorp blijft gevormd worden door de doorgaande bomenrij.
uitgangspunten voor de stedenbouwkundige invulling van het Vierde kwadrant.
De grote groenzone in de zuidoosthoek van het Vierde kwadrant zorgt voor een grotere relatie met het landschap. De zone staat loodrecht op het slotenpatroon, met de lange zijde grenzend aan het
Landschap
landschap, waardoor het betekenis krijgt op de schaal van het totale dorp. Het geeft lucht en verweeft
Het landschap rondom Middenbeemster is het belangrijkste aanknopingspunt voor de invulling van
het landschap met het dorp, ze grijpen in elkaar. Een stukje landschap komt als het ware in het dorp
het Vierde kwadrant. Het slotenpatroon zoals aangegeven op de Kopergravure vormt de basis voor
te liggen. De zone is twee modulematen lang (2 x 180 meter) en minimaal een halve modulemaat
de hoofdstructuur van de nieuwe buurten waarmee de oorspronkelijke verkaveling wordt benadrukt.
breed. De groenzone is openbaar, een park voor heel Middenbeemster, waarin bijzondere functies zijn
Alles wat er tussen de sloten gebeurt is ondergeschikt aan deze structuur. De sloten leggen de relatie
opgenomen zoals bijvoorbeeld een kinderboerderij, speeltuin, jeu de boules baan, boomgaard etc.
tussen binnen en buiten. Om het open landschap optimaal te ervaren is het van belang dat beide oevers groen en, in ieder geval voor langzaam verkeer, openbaar toegankelijk zijn. Lange assen lopen vanuit
Assen
het Vierde kwadrant naar buiten waardoor het landschap op verschillende plekken beleefbaar is. Niet
In aansluiting op de reeds bebouwde assen bestaat de bebouwing langs de assen van het Vierde kwa-
alleen de relatie van binnen naar buiten is belangrijk. Ook de relatie van buiten naar binnen speelt een
drant uit een losse structuur met voorkanten naar het lint en maximaal twee lagen met een kap.
rol waarbij het landschap als het ware het Vierde kwadrant binnendringt en er een verweving tussen
Langs het zuidelijk deel van de Middenweg bestaat de nieuwe bebouwing uit grote, vrijstaande volu-
landschap en bebouwing plaatsvindt.
mes die enige afstand tot de straat houden. Diepe, groene voortuinen bepalen het beeld en geven zo, samen met de bestaande bebouwing, de entree vanaf de zuidkant allure. De toe te voegen volumes
Randen
staan op eenzelfde rooilijn en worden ontsloten door afzonderlijke bruggen.
De randen van het Vierde kwadrant bepalen niet alleen het kader waarbinnen een nieuwe invulling
Langs de Rijperweg wordt de as ingevuld met een kleine korrel van overwegend vrijstaande woningen
plaatsvindt maar bepalen ook de afronding van Middenbeemster als totaal. Om Middenbeemster
met af en toe een tweekapper. De nieuwe woningen langs de Rijperweg worden onsloten door in-
volledig af te ronden wordt het totale plangebied van het Vierde kwadrant benut. De rand wordt in het
dividuele bruggen of een ventweg of postbodepad langs de Rijperweg. Deze ventweg mag voor auto-
verticale vlak bepaald door groen en niet door bebouwing. Een bomenlaan met openbaar toegankelijk
verkeer een maximale lengte van 180 meter hebben. Voor de fietser is de ontsluiting evenwijdig aan de
pad, die over de hele lengte van de rand doorloopt, vormt een groen kader rondom het Vierde Kwa-
Rijperweg wel doorgaand, het vervangt daarmee het huidige fietspad. De wegsloot kan daarmee weer
drant. In de bebouwde kwadranten is reeds een aanzet gemaakt om de rand te beplanten maar op
op de oorspronkelijke plek komen te liggen (waar nu het fietspad ligt). Zo wordt het systeem van lange,
enkele plekken is de rand nog kaal en open. Het zou goed zijn als deze plekken alsnog beplant worden
rechte, doorgaande wegen en wegsloten weer hersteld.
waardoor Middenbeemster in een groen/blauw kader komt te liggen. Tussen de boomstammen door blijft de relatie tussen dorp en landschap bestaan. De groene rand van het Vierde kwadrant is volledig
Binnengebied
openbaar voor langzaamverkeer en sluit aan op de openbare rand van kwadrant 2 en 3. Op deze
Naast de vijf sloten van de Kopergravure is het interne blauwe carré structurerend. Deze sloten worden
manier is het mogelijk een ommetje te maken en het landschap te ervaren. De openbare oevers van de
aan beide kanten begeleid door groen met aan tenminste één zijde een openbare langzaamverkeers-
kavelsloten spelen een belangrijke rol in dit recreatieve netwerk.
verbinding. Het blauwe carré sluit aan op de kwadranten 2 en 3.
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
39
profiel blauw carré
40
profiel kavelsloot
profiel ventweg langs Rijperweg
profiel groene rand
Evenwijdig aan de vijf kavelsloten ontstaat in de hoek van het blauwe carré een bijzondere plek in functie, bebouwing en/of openbare ruimte. Deze plek ligt aan de binnenzijde van het carré en altijd binnen de buurt. Dit laatste houdt in dat de plek niet doorloopt tot de rand van het kwadrant maar een minimale afstand van 90 meter tot de rand aanhoudt. Met het behoud van de vijf sloten ontstaan er modules van 180 x 180 meter die een invulling krijgen en de buurten vormen. Hiermee is de Beemstermaat vastgelegd. De bebouwing en het buurtgroen binnen deze modules voegen zich naar de gridstructuur van de Beemster. Langs de vijf sloten liggen bij voorkeur voorkanten van woningen, afgewisseld met zijkanten. De wegenstructuur in het Vierde kwadrant is orthogonaal. De wegen hebben een continu profiel en kunnen voor verrassende doorzichten naar het buitengebied zorgen. Binnen de ruimtelijke profielen van de woonstraten is het groen ondergeschikt. Het groen concentreert zich langs de hoofdstructuurlijnen die voortkomen uit de Beemstermaatvoering.
Bebouwing De positionering van de bebouwing op het kavel zal moeten passen bij het dorpse karakter van Middenbeemster. Dit betekent dat het groen van de tuinen een belangrijke rol speelt in de ruimtelijke profielen. Woningen staan daarom nooit met de gevel op de kavelgrens. Zijtuinen grenzend aan de open bare ruimte krijgen een groene erfscheiding. De hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan twee bouwlagen met een kap. Voor markante bebouwing geldt in het bestemmingsplan een hoogte van 3 bouwlagen met kap. Lange rijen van woningen dienen voorkomen te worden. De maximale lengtemaat zou bij circa zes woningen geschakeld moeten liggen.
Architectuur De woningen die in het Vierde kwadrant gebouwd worden, dienen zich op een zorgvuldige manier te voegen in de dorpse, bijna landelijke sfeer van Middenbeemster. Het is daarbij niet de bedoeling om op een krampachtige wijze de bouwstijl van de aanwezige bebouwing te kopiëren naar nu. De uitdaging voor de architecten dient te liggen in het interpreteren van de kenmerken van de typisch Middenbeemsterse bebouwing en deze te vertalen naar een beeld, vormgeving en materiaalgebruik passend bij de plek maar vooral bij de huidige tijd. Historiserende architectuur, letterlijke verwijzingen naar bijvoorbeeld de jaren dertig of semi-romantische vertalingen van de stolpboerderijen passen niet in dit beeld. Van de architecten wordt gevraagd een stoere, mooie en eenvoudige maar goed gedetailleerde woning te ontwerpen en vooral nieuw beeld toe te voegen aan Middenbeemster. De nadruk zal daarbij moeten liggen op architectuur die zich voegt in een landelijke en dorpse omgeving. De architectuur wordt uitgewerkt in het beeldkwaliteitplan dat gemaakt wordt bij het toekomstig stedenbouwkundig plan.
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
41
42
Literatuurlijst Zee van land De droogmakerij als atlas van de Hollandse landschapsarchitectuur W. Reh, C.M. Steenbergen, D. Aten Uitgeverij Noord-Holland, 2005 ISBN 90-71123-82-0
Des Beemsters deel 1 Een ontwikkelingsvisie voor de Beemster op basis van de eigen kwaliteiten Een project van Bureau Venhuizen, 2005 (in samenwerking met diverse anderen)
Des Beemsters deel 2 Van visie naar projecten Een project van Bureau Venhuizen, Steenhuis stedenbouw/landschao en REDscape, 2006
Kleine Kernen Kookboek La4sale, 2002
Bouwen voor Waterland 2020 Verkenning van de invulling van het regionaal woningbouwprogramma vanuit een landschappelijk en cultuurhistorisch perspectief La4sale, 2004
Streekplanuitwerking Waterlands Wonen Streekplan Noord-Holland Zuid vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 28 februari 2006
M i d d e n b e e m s t e r Vi e rd e k wa d ra n t
43
Colofon
Beemster 18 maart 2009 Projectnummer 2529
Ontwerp
Manon Witbraad SVP Architectuur en Stedenbouw
Daniëlle Sauren SVP Architectuur en Stedenbouw
In samenwerking met Gemeente Beemster
Grafische vormgeving Désirée Barends SVP Architectuur en Stedenbouw
SVP Architectuur en Stedenbouw ‘t Zand 17 Postbus 465 3800 AL Amersfoort
telefoon: 033 470 11 88 fax: 033 470 06 11
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
e-mail:
[email protected]
gemaakt zonder vooraf schriftelijke toestemming van SVP Architectuur en Stedenbouw
internet: www.svp-svp.nl